INHOUD 1 I N L E I D E N D E B E P A L I N G E N 1 2 B E S T E M M I N G S B E P A L I N G E N 8 3 ALGE M E N E B E P A L I N G E N 21

Transcriptie

1 INHOUD R E G E L S 1 I N L E I D E N D E B E P A L I N G E N 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 6 2 B E S T E M M I N G S B E P A L I N G E N 8 ARTIKEL 3 AGRARISCH 8 ARTIKEL 4 BEDRIJF 8 ARTIKEL 5 DETAILHANDEL 9 ARTIKEL 6 GROEN 10 ARTIKEL 7 HORECA 10 ARTIKEL 8 KANTOOR 11 ARTIKEL 9 MAATSCHAPPELIJK 12 ARTIKEL 10 SPORT 12 ARTIKEL 11 TUIN 13 ARTIKEL 12 VERKEER 14 ARTIKEL 13 VERKEER - SPOORWEG 14 ARTIKEL 14 WATER 15 ARTIKEL 15 WONEN 15 ARTIKEL 16 GEBIED MET MIDDELHOGE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 17 ARTIKEL 17 GEBIED MET BIJZONDERE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 18 ARTIKEL 18 GEBIED MET HOGE ARCHEOLOGISCHE WAARDE 19 III S A B A R N H E M B E S T E M M I N G S P L A N D E H O VE N 3 ALGE M E N E B E P A L I N G E N 21 ARTIKEL 19 ANTI-DUBBELTELBEPALING 21 ARTIKEL 20 BESTAANDE AFMETINGEN, AFSTANDEN EN PERCENTAGES 21 ARTIKEL 21 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING 21 ARTIKEL 22 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALINGEN 21 ARTIKEL 23 ALGEMENE AFWIJKINGSREGELS 22 ARTIKEL 24 ALGEMENE WIJZIGINGSBEPALINGEN 22 4 O V E R G A N G S - E N S L O T B E P A L I N G E N 24 ARTIKEL 25 OVERGANGSRECHT 24 ARTIKEL 26 SLOTBEPALING 24 B I J L A G E Staat van Bedrijfsativiteiten DE V E R B E E L D I N G vereelding met verklaring 12688

2

3 1 I N L E I DENDE B E PA L I N GE N artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 In deze regels wordt verstaan onder: het plan het estemmingsplan De Hoven van de gemeente Zutphen; de vereelding de vereelding van het estemmingsplan De Hoven van de gemeente Zutphen, estaande uit de kaarten met nummer lad 1 tot en met lad 3; aanouw een geouw dat als afzonderlijke ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw waarmee het in direte verinding staat, welk geouw ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en dat in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; aanduiding een op de vereelding door middel van een aanduidingsvlak egrensd geied, waarop nader in de regels epaalde ouw- en/of geruiksregels van toepassing zijn; aanduidingsgrens een op de vereelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een aanduidingsvlak; aan huis veronden eroep een (para)medish, therapeutish, ontwerptehnish, kunstzinnig en daarmee gelijk te stellen eroep dat in of ij een woning wordt uitgeoefend (met uitzondering van vrijstaande ijgeouwen) door de geruik(st)er, waarij de woning in overwegende mate de woonfuntie ehoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfuntie in overeenstemming is; afwijken van de ouwregels en/of van de geruiksregels een afwijking als edoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder van de Wet ruimtelijke ordening; agrarish edrijf een edrijf dat is geriht op het voortrengen van produten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met dien verstande dat intensieve veehouderij niet is toegestaan; arheologishe verwahting de aan een geied toegekende verwahting in verand met de kans op het voorkomen van arheologishe reliten; arheologishe waarde de aan een geied toegekende waarde in verand met de in dat geied voorkomende arheologishe reliten;

4 eouwing één of meer geouwen en/of ouwwerken, geen geouwen zijnde; 2 eouwingsperentage een in de regels aangegeven perentage, dat de grootte van het ouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden eouwd, tenzij in de regels anders is epaald; edrijfsgeouw een geouw dat dient voor de uitoefening van een edrijf; edrijfswoning een woning in of ij een geouw of op een terrein, kennelijk slehts edoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de estemming van het geouw of het terrein noodzakelijk is; estaand a ij ouwwerken: een ouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan estaat of wordt geouwd, dan wel nadien kan worden geouwd krahtens een omgevingsvergunning voor het ouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is epaald; ij geruik: het geruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan estaat, tenzij in de regels anders is epaald; estemmingsgrens een op de vereelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een estemmingsvlak; estemmingsvlak een op de vereelding aangegeven vlak met eenzelfde estemming; ijgeouw een op zihzelf staand, al dan niet vrijstaand geouw, dat door de vorm ondersheiden kan worden van het hoofdgeouw en dat in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; ouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprihten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een ouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprihten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats; ouwlaag een doorlopend gedeelte van een geouw dat door op gelijke of ij enadering gelijke hoogte liggende vloeren of alklagen is egrensd, zulks met inegrip van de egane grond en met uitsluiting van onderouw en zolder; ouwgrens een op de vereelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een ouwvlak;

5 ouwpereel een aaneengesloten stuk grond, waarop krahtens het plan een zelfstandige, ij elkaar ehorende eouwing is toegelaten; ouwpereelgrens een grens van een ouwpereel; ouwvlak een op de vereelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop geouwen zijn toegelaten; ouwwerk elke onstrutie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij diret of indiret met de grond veronden is, hetzij diret of indiret steun vindt in of op de grond; onsumentverzorgende edrijfsativiteit het als eenmanszaak eroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende edrijvigheid geriht op onsumentenverzorging, dan wel amahtelijke edrijvigheid geriht op onsumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarij de omvang van de ativiteiten zodanig is dat, wanneer deze in een woning en de daarij ehorende ijgeouwen wordt uitgeoefend, de woonfuntie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van de woonfuntie; de volgende onsumentverzorgende edrijfsativiteiten zijn met inahtneming van de hier gestelde voorwaarden toelaataar: fotograaf, autorijshool, loemshikker, deorateur, fietsenreparateur, goud- en zilversmid, hoedenmaker, hondentrimmer, pottenakker, instrumentenmaker, kaarsenmaker, klompenmaker, lijstenmaker, loodgieter, meuelmaker, omputerservie (o.a. systeemouw/-analyse), shoonheidsspeialiste, kapsalon, reisorganisatie (kleinshalig), koeriersdienst, prothesemaker, reparatie van kleine onsumentenartikelen (antiek/radio s TV s/horloges ets.) en glazenwasser; 3 detailhandel het edrijfsmatig te koop aanieden, waaronder egrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor geruik, verruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een eroeps- of edrijfsativiteit; dienstverlening het edrijfsmatig verrihten van ativiteiten welke estaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rehtstreeks ontat met het puliek; dienstwoning een woning in of ij een geouw of op een terrein, kennelijk slehts edoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de estemming van het geouw of het terrein noodzakelijk is; eerste ouwlaag de ouwlaag op de egane grond;

6 4 erotish getinte vermaaksfuntie een vermaaksfuntie, welke is geriht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotishe aard, waaronder egrepen een seksiosoop, een sekslu en een seksautomatenhal; extensieve (dag)rereatie rereatief medegeruik van gronden, zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen; geouw elk ouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; geruiken geruiken, het doen geruiken, laten geruiken en in geruik geven; hoofdgeouw een geouw dat, gelet op de estemming, als het elangrijkste ouwwerk op een ouwpereel kan worden aangemerkt; horea een edrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor geruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals ijvooreeld een afé, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen edrijven, een en ander al dan niet in ominatie met een vermaaksfuntie met uitzondering van een erotish getinte vermaaksfuntie; lihte horea een edrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan ezoekers van andere funties, met name funties als entrumvoorzieningen en dagrereatie, zoals theehuisjes, ijssalons, roissanterieën, dagafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen edrijven; zware horea een edrijf waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege naht dranken en/of etenswaren voor geruik ter plaatse worden verstrekt, zoals een ar-daning, disotheek of nahtlu, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen edrijven, een en ander al dan niet in ominatie met een vermaaksfuntie met uitzondering van een erotish getinte vermaaksfuntie; intensieve veehouderij een agrarish edrijf of een deel daarvan waar ten minste 250 m² aan edrijfsvloeroppervlak aanwezig is en dat wordt geruikt voor veehouderij volgens de Wet milieueheer en waar geen melkrundvee, shapen, paarden of dieren iologish worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten ehoeve van natuureheer; kantoor een geouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verand houden met het doen funtioneren van (semi)overheidsinstel-- lingen, het ankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;

7 maatshappelijke voorzieningen eduatieve, soiaal-medishe, soiaal-ulturele en levenseshouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten ehoeve van openare dienstverlening, alsook ondergeshikte detailhandel en horea ten dienste van deze voorzieningen; mantelzorg het ieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpehoevend is op het fysieke, psyhishe en/of soiale vlak waarij de woning in overwegende mate de woonfuntie ehoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfuntie in overeenstemming is; normaal onderhoud, geruik en eheer een geruik geriht op het in zodanige onditie houden of rengen van ojeten dat het voortestaan van deze ojeten op ten minste het estaande kwaliteitsniveau wordt ereikt; omgevingsvergunning een vergunning als edoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene epalingen omgevingsreht; 5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen ouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een vergunning als edoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening; onderouw een gedeelte van een geouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de ovenkant minder dan 1,20 m oven het peil is gelegen; overkapping een ouwwerk op het erf van een geouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het geouw of de standplaats en dat, voor zover geouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een geouw, geen tot de onstrutie zelf ehorende wanden heeft en, voor zover geouwd ahter (het verlengde van) de voorgevel van een geouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de onstrutie ehoren; peil a voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang diret aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een ouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet diret aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang ij voltooiing van de ouw; indien in of op het water wordt geouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest naijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land; prostitutie het zih eshikaar stellen tot het verrihten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

8 6 seksinrihting een voor het puliek toegankelijke esloten ruimte waarin edrijfsmatig, of in de omvang alsof zij edrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verriht of vertoningen van erotishe/pornografishe aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutieedrijf, een erotishe massagesalon, een seksiosoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenlu, al dan niet in ominatie met elkaar; Staat van Bedrijfsativiteiten een als ijlage ij deze regels ehorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van edrijven en instellingen; uitouw een geouw dat als vergroting van een estaande ruimte is geouwd aan een hoofdgeouw, welk geouw door de vorm kan worden ondersheiden van het hoofdgeouw en dat in arhitetonish opziht ondergeshikt is aan het hoofdgeouw; uitvoeren uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven; voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een geouw of, indien het een geouw etreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt; wijziging een wijziging als edoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening; woning een omplex van ruimten, uitsluitend edoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. artikel 2 WIJZE VAN METEN 2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: de afstand tot de zijdelingse ouwpereelgrens tussen de zijdelingse grens van het ouwpereel en een epaald punt van het ouwwerk, waar die afstand het kortst is; de ouwhoogte van een ouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een geouw of van een ouwwerk, geen geouw zijnde, met uitzondering van ondergeshikte ouwonderdelen, zoals shoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen ouwonderdelen; de goothoogte van een ouwwerk vanaf het peil tot aan de ovenkant van de goot.q. de druiplijn, het oeiord of een daarmee gelijk te stellen onstrutiedeel;

9 de horizontale diepte van een geouw de diepte van een geouw, gemeten loodreht vanaf de gevel waaraan wordt geouwd; de inhoud van een ouwwerk tussen de onderzijde van de egane grondvloer, de uitenzijde van de gevels (en/of het hart van de sheidsmuren) en de uitenzijde van daken en dakkapellen; de oppervlakte van een ouwwerk tussen de uitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de sheidingsmuren, neerwaarts geprojeteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte ouwterrein ter plaatse van het ouwwerk; de oppervlakte van een overkapping tussen de uitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojeteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte ouwterrein ter plaatse van de overkapping. 2.2 Bij toepassing van het epaalde ten aanzien van het ouwen worden ondergeshikte ouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, shoorstenen, liftshahten, gevel- en kroonlijsten, luifels, alkons en overstekende daken uiten eshouwing gelaten, mits de overshrijding van ouwgrenzen niet meer dan 1 m edraagt Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de shaal waarin het plan is vastgesteld.

10 2 B E S T E M M I NGSBEPAL I NGE N 8 artikel 3 AGRARISCH 3.1 estemmingsomshrijving De voor Agrarish aangewezen gronden zijn estemd voor de uitoefening van een agrarish edrijf, met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen Tevens zijn de gronden estemd voor: a extensieve (dag)rereatie; watergangen ten ehoeve van de waterhuishouding; nutsvoorzieningen; met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven. 3.2 ouwregels Geouwen mogen niet worden geouwd, met uitzondering van nutsgeouwen die voldoen aan de volgende kenmerken: a ouwhoogte maximaal 3 m; inhoud maximaal 36 m Bouwwerken, geen geouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken: a (sleuf)silo s, windmolens en mestopslagplaatsen mogen niet worden geouwd; ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, is maximaal: 1 erf- en terreinafsheidingen 1 m; 2 overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. artikel 4 BEDRIJF 4.1 estemmingsomshrijving De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn estemd voor: a edrijven ter plaatse van de aanduidingen: aannemer nutsvoorziening opslag radiatoredrijf de estaande ovenwoningen; een aannemersedrijf; een nutsvoorziening; opslag; een radiatoredrijf; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

11 4.2 ouwregels Geouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte; d eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a edrijfsinstallaties en lihtmasten 3 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. 4.3 afwijken van de geruiksregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een ander edrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits: a het edrijf is opgenomen in de ategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsativiteiten dan wel het een edrijf etreft dat voor wat etreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een edrijf genoemd in de ategorieën 1 of 2; geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ouw- en geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden wijzigingsevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van een edrijf dat is opgenomen in ategorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsativiteiten dan wel een edrijf dat voor wat etreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een edrijf genoemd in ategorie 3.1, met inahtneming van de volgende voorwaarden: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid; geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ouw- en geruiksmogelijkheden van naijgelegen gronden. artikel 5 DETAILHANDEL 5.1 estemmingsomshrijving De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn estemd voor: a detailhandel uitsluitend op de egane grond; dienstverlening uitsluitend op de egane grond; ovenwoningen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven. 5.2 ouwregels Hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte;

12 10 d eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bijgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak, geouwd uiten het ouwvlak, mits het eouwingsperentage van het ouwpereel maximaal 50% is; goot- en ouwhoogte ijgeouwen maximaal de op de vereelding aangegeven goot- en ouwhoogte, ij gereke daarvan goot- en ouwhoogte maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2 m. artikel 6 GROEN 6.1 estemmingsomshrijving De voor Groen aangewezen gronden zijn estemd voor: a groenvoorzieningen, ermen en eplanting; paden, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding; nutsvoorzieningen; d een zendmast ter plaatse van de aanduiding zendmast; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, waaronder kunstwerken, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en met inahtneming van de keur van het watershap. 6.2 ouwregels Geouwen mogen niet worden geouwd, met uitzondering van nutsgeouwen die voldoen aan de volgende kenmerken: a ouwhoogte maximaal 3 m; inhoud maximaal 36 m³ Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a zendmast ter plaatse van de aanduiding zendmast 40 m; kunstwerken en lihtmasten 6 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 3 m. artikel 7 HORECA 7.1 estemmingsomshrijving De voor Horea aangewezen gronden zijn estemd voor: a horea uitsluitend op de egane grond; een kantoor in de tweede ouwlaag ter plaatse van de aanduiding kantoor; een edrijfswoning ter plaatse van de aanduiding edrijfswoning; d ovenwoningen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

13 7.2 ouwregels Hoofdgeouwen ten ehoeve van de horea en edrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte; d eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bijgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak, geouwd uiten het ouwvlak, mits het eouwingsperentage van het ouwpereel maximaal 50% is; goot- en ouwhoogte ijgeouwen maximaal de op de vereelding aangegeven goot- en ouwhoogte, ij gereke daarvan goot- en ouwhoogte maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a edrijfsinstallaties en lihtmasten 3 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m afwijken van de geruiksregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in artikel 7.1 voor het toestaan van een andere vorm van horea dan ter plaatse is toegestaan, mits: a geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat; geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ouw- en geruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. artikel 8 KANTOOR 8.1 estemmingsomshrijving De voor Kantoor aangewezen gronden zijn estemd voor: a kantoren uitsluitend op de egane grond; ovenwoningen; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven. 8.2 ouwregels Hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte; d eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bijgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak, geouwd uiten het ouwvlak, mits het eouwingsperentage van het ouwpereel maximaal 50% is; goot- en ouwhoogte ijgeouwen maximaal de op de vereelding aangegeven goot- en ouwhoogte, ij gereke daarvan goot- en ouwhoogte maximaal 3 m.

14 8.2.3 Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal 2 m. 12 artikel 9 MAATSCHAPPELIJK 9.1 estemmingsomshrijving De voor Maatshappelijk aangewezen gronden zijn estemd voor: a maatshappelijke voorzieningen; een speeltuin ter plaatse van de aanduiding speeltuin; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven. 9.2 ouwregels Hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte; d eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bijgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; geouwd uiten het ouwvlak, mits het eouwingsperentage van het ouwpereel maximaal 50% is; goot- en ouwhoogte ijgeouwen maximaal de op de vereelding aangegeven goot- en ouwhoogte, ij gereke daarvan goot- en ouwhoogte maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a speelvoorzieningen 3 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m. artikel 10 SPORT 10.1 estemmingsomshrijving De voor Sport aangewezen gronden zijn estemd voor: a sportativiteiten; een postduivenvereniging ter plaatse van de aanduiding postduivenvereniging; een shietvereniging ter plaatse van de aanduiding shietvereniging; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, wegen en paden, horea, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven Dienstwoningen zijn niet toegestaan ouwregels Geouwen ten ehoeve van sportativiteiten als edoeld in artikel onder a voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak, met dien verstande, dat uiten het ouwvlak geouwen ten ehoeve van opslag, stalling en onderhoud en ten ehoeve van kaartverkoop zijn toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 150 m 2 en een ouwhoogte van maximaal 3 m;

15 d goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte; eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Geouwen ten ehoeve van de postduivenvereniging en de shietvereniging voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte; d eouwingsperentage maximaal het op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a speelinstallaties, lihtmasten en allenvangers 8 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 4 m. artikel 11 TUIN estemmingsomshrijving De voor Tuin aangewezen gronden zijn estemd voor tuinen en ontsluitingspaden, met ijehorende geouwen en ouwwerken, geen geouwen zijnde ouwregels Uitsluitend uitouwen in de vorm van erkers ij de hoofdgeouwen van de op de aan-- grenzende gronden gelegen woningen mogen worden geouwd, mits: a de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal d 2,5 m edraagt; voor zover de erker wordt geouwd tegen een gevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; de ouwhoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafsheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 1 m; erf- en terreinafsheidingen ahter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 2 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m afwijken van de ouwregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in artikel voor het ouwen van aan- of uitouwen, ijgeouwen en/of overkappingen ehorend ij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgeouwen, mits: a het epaalde in artikel onder met etrekking tot de oppervlakte van toepassing is; de goothoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; de ouwhoogte maximaal de ouwhoogte van het hoofdgeouw - 2 m edraagt, waarij geldt dat de ouwhoogte in ieder geval 3 m mag edragen en maximaal 6 m.

16 Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel kan slehts worden verleend, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld niet onevenredig worden geshaad. artikel 12 VERKEER 12.1 estemmingsomshrijving De voor Verkeer aangewezen gronden zijn estemd voor: a wegen en straten, wandel- en fietspaden met een funtie geriht op zowel verlijf d e f g als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; een rug ter plaatse van de aanduiding rug; onderdoorgangen; parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen; nutsvoorzieningen; garageoxen ter plaatse van de aanduiding garageoxen; met ijehorende geouwen en ouwwerken, geen geouwen zijnde ouwregels Geouwen mogen niet worden geouwd, met uitzondering van geouwen ten ehoeve van nutsvoorzieningen en garageoxen Geouwen ten ehoeve van nutsvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken: a ouwhoogte maximaal 3 m; inhoud maximaal 36 m Bouwhoogte van garageoxen maximaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, eveiliging en regeling van het verkeer, maximaal: a ruggen 4 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 2 m. artikel 13 VERKEER - SPOORWEG 13.1 estemmingsomshrijving De voor Verkeer - Spoorweg aangewezen gronden zijn estemd voor: a spoorwegen; onderdoorgangen; een rug ter plaatse van de aanduiding rug; d parkeer- en groenvoorzieningen; e waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen; met ijehorende geouwen en ouwwerken, geen geouwen zijnde, en voorzieningen ouwregels Geouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte;

17 d eouwingsperentage maximaal de op de vereelding aangegeven eouwingsperentage Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, anders dan voor de geleiding, artikel 14 WATER eveiliging en regeling van het railverkeer maximaal: a lihtmasten 9 m; ruggen 6 m; overige ouwwerken, geen geouw zijnde 4 m estemmingsomshrijving De voor Water aangewezen gronden zijn estemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, watererging en waterlopen, met ijehorende ouwwerken, geen geouwen zijnde, waaronder ruggen, dammen en/of duikers ouwregels Geouwen mogen niet worden geouwd Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal: a ruggen en viaduten 8 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 4 m. artikel 15 WONEN 15.1 estemmingsomshrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn estemd voor: a het estaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen: d g r v duele woningen; gestapelde woningen; rijwoningen; vrijstaande woningen; aan huis veronden eroepen en onsumentverzorgende edrijfsativiteiten met een maximale vloeroppervlakte van 33,3% van de vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 50 m 2 ; een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding onderdoorgang; met ijehorende geouwen, ouwwerken, geen geouwen zijnde, tuinen, ontsluitingspaden en erven ouwregels Hoofdgeouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd innen het ouwvlak; afstand tot de zijdelingse ouwpereelgrens is ij woningen ter plaatse van de aanduidingen: v aan twee zijden minimaal 3 m; d aan één zijde minimaal 3 m; d r aan de niet-aangeouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m; goothoogte maximaal de op de vereelding aangegeven goothoogte; ouwhoogte maximaal de op de vereelding aangegeven ouwhoogte.

18 Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen zijn ij gestapelde woningen niet toegestaan Aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen ij duele woningen, rijwoningen en vrijstaande woningen mogen innen en uiten het ouwvlak worden geouwd en voldoen aan de volgende kenmerken: a geouwd op het zij- en ahtererf en minimaal 3 m ahter (het verlengde van) de d voorgevel van het hoofdgeouw, met dien verstande, dat uitouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw mogen worden geouwd, mits: 1 de horizontale diepte maximaal 1,5 m edraagt; 2 de diepte van de overlijvende, niet met geouwen eouwde gronden minimaal 2,5 m edraagt; 3 voor zover de erker wordt geouwd tegen de voorgevel van het hoofdgeouw de reedte maximaal 2 / 3 van de reedte van die gevel edraagt; 4 de ouwhoogte maximaal 3 m edraagt dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; gezamenlijke oppervlakte voor zover geouwd uiten het ouwvlak per hoofdgeouw maximaal: 1 40 m² voor ouwperelen met een oppervlakte tot m 2 ; 2 50 m² voor ouwperelen met een oppervlakte tot m 2 ; 3 60 m² voor ouwperelen met een oppervlakte groter dan m 2 ; mits het eouwingsperentage van het ouwpereel maximaal 50% is; goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste ouwlaag van het hoofdgeouw + 0,25 m; ouwhoogte maximaal de ouwhoogte van het hoofdgeouw - 2 m, waarij geldt dat de ouwhoogte in ieder geval 3 m mag edragen en maximaal 6 m Onderdoorgang onder de onderdoorgang minimaal 3 m Bouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, maximaal: a erf- en terreinafsheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 1 m; erf- en terreinafsheidingen ahter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw 2 m; overige ouwwerken, geen geouwen zijnde 2 m afwijken van de ouwregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in: a Artikel onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw dan wel voor het ouwen van een aan- of uitouw, ijgeouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgeouw; Artikel onder voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen tot maximaal: 1 55 m² voor ouwperelen met een oppervlakte tot m 2 ; 2 70 m² voor ouwperelen met een oppervlakte tot m 2 ; 3 90 m² voor ouwperelen met een oppervlakte groter dan m 2 ; artikel onder voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitouwen, ijgeouwen en overkappingen tot de oppervlakten genoemd in artikel onder vermeerderd met 20 m 2, uitsluitend in verand met het geruik van genoemde ouwwerken als afhankelijke woonruimte, mits een dergelijk geruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;

19 d artikel onder voor het vergroten van het eouwingsperentage tot maximaal 70% Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel kan slehts worden verleend, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld niet onevenredig worden geshaad. artikel 16 GEBIED MET MIDDELHOGE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 16.1 estemmingsomshrijving De voor Geied met middelhoge arheologishe verwahting aangewezen gronden (lad 3) zijn mede estemd voor de esherming van arheologishe waarden ouwregels In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen worden geouwd ten ehoeve van aanvullend of definitief arheologish onderzoek afwijken van de ouwregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in artikel 16.2 ten ehoeve van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde, ten ehoeve van andere, voor deze gronden geldende estemmingen, mits is aangetoond dat de arheologishe waarden door de ouwativiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geshaad; Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel is niet vereist, indien: a op asis van aanvullend en/of definitief arheologish onderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen ehoudenswaardige arheologishe reliten aanwezig zijn; het ouwplan etrekking heeft op wijziging of vervanging van estaande eouwing, waarij de oppervlakte niet wordt uitgereid en de estaande fundering wordt enut; het nieuw te eouwen oppervlak kleiner is dan 500 m Alvorens het evoegd gezag eslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als edoeld in artikel , wint het evoegd gezag shriftelijk advies in ij de arheologish deskundige omtrent de vraag of de arheologishe waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geshaad en de eventueel te stellen voorwaarden omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen ouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is veroden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 16.1 edoelde gronden de volgende de volgende werken, geen ouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden; het odemverlagen of afgraven van gronden; het uitvoeren van grondewerkingen dieper dan 0,50 m vanaf maaiveld; d het aanrengen van diepwortelende eplantingen; e het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, anen of parkeergelegenheden en het aanrengen van andere oppervlakteverhardingen;

20 18 f het aanrengen van ondergrondse of ovengrondse transport- energie- of teleommuniatieleidingen en de daarmee verand houdende onstruties Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel wordt slehts verleend, indien d e door de werken, geen ouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (diret of indiret) te verwahten gevolgen de arheologishe waarden niet onevenredig (kunnen) worden geshaad Het in artikel vervatte verod is niet van toepassing, indien: a het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van estaande estratingen en eplantingen en werkzaamheden innen estaande traés van kaels en leidingen; er sprake is van odemingrepen kleiner dan 500 m 2 en niet dieper dan 0,5 m vanaf het maaiveld; op asis van ureauonderzoek, inventariserend of aanvullend arheologish vooronderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen ehoudenswaardige arheologishe reliten aanwezig zijn; de werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kraht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krahtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning; de werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden op aanvullend of definitief arheologish onderzoek zijn geriht. artikel 17 GEBIED MET BIJZONDERE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING 17.1 estemmingsomshrijving De voor Geied met ijzondere arheologishe verwahting aangewezen gronden (lad 3) zijn mede estemd voor de esherming van arheologishe waarden ouwregels In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen worden geouwd ten ehoeve van aanvullend of definitief arheologish onderzoek afwijken van de ouwregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in artikel 17.2 ten ehoeve van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde, ten ehoeve van andere, voor deze gronden geldende estemmingen, mits is aangetoond dat de arheologishe waarden door de ouwativiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geshaad; Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel is niet vereist, indien: a op asis van aanvullend en/of definitief arheologish onderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen ehoudenswaardige arheologishe reliten aanwezig zijn; het ouwplan etrekking heeft op wijziging of vervanging van estaande eouwing, waarij de oppervlakte niet wordt uitgereid en de estaande fundering wordt enut; het nieuw te eouwen oppervlak kleiner is dan m 2.

21 Alvorens het evoegd gezag eslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als edoeld in artikel , wint het evoegd gezag shriftelijk advies in ij de arheologish deskundige omtrent de vraag of de arheologishe waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geshaad en de eventueel te stellen voorwaarden omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen ouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is veroden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 17.1 edoelde gronden de volgende werken, geen ouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden; het odemverlagen of afgraven van gronden; het uitvoeren van grondewerkingen dieper dan 5,5 m + NAP; d het aanrengen van diepwortelende eplantingen; e het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, anen of parkeergelegenheden f en het aanrengen van andere oppervlakteverhardingen; het aanrengen van ondergrondse of ovengrondse transport- energie- of teleommuniatieleidingen en de daarmee verand houdende onstruties Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel wordt slehts verleend, indien d e door de werken, geen ouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (diret of indiret) te verwahten gevolgen de arheologishe waarden niet onevenredig (kunnen) worden geshaad Het in artikel vervatte verod is niet van toepassing, indien: a het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van estaande estratingen en eplantingen en werkzaamheden innen estaande traés van kaels en leidingen; er sprake is van odemingrepen kleiner dan m 2 en niet dieper dan 5,5 m + NAP; op asis van ureauonderzoek, inventariserend of aanvullend arheologish vooronderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen ehoudenswaardige arheologishe reliten aanwezig zijn; de werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kraht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krahtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning; de werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden op aanvullend of definitief arheologish onderzoek zijn geriht. 19 artikel 18 GEBIED MET HOGE ARCHEOLOGISCHE WAARDE 18.1 estemmingsomshrijving De voor Geied met hoge arheologishe waarde aangewezen gronden (lad 3) zijn mede estemd voor de esherming van arheologishe waarden ouwregels In afwijking van het epaalde ij de andere estemmingen (artikelen 3 tot en met 15) mag alleen worden geouwd ten ehoeve van aanvullend of definitief arheologish onderzoek.

22 afwijken van de ouwregels Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het epaalde in artikel 18.2 ten ehoeve van geouwen en ouwwerken, geen geouw zijnde, ten ehoeve van andere, voor deze gronden geldende estemmingen, mits op asis van aanvullend en/of definitief arheologish onderzoek is aangetoond dat de arheologishe waarden door de ouwativiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geshaad; Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel is niet vereist, indien: a op asis van aanvullend en/of definitief arheologish onderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen arheologishe waarden (meer) aanwezig zijn; het ouwplan etrekking heeft op wijziging of vervanging van estaande eouwing, waarij de oppervlakte niet wordt uitgereid en de estaande fundering wordt enut; het nieuw te eouwen oppervlak kleiner is dan 50 m Alvorens het evoegd gezag eslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als edoeld in artikel , wint het evoegd gezag shriftelijk advies in ij de arheologish deskundige omtrent de vraag of de arheologishe waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geshaad en de eventueel te stellen voorwaarden omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen ouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is veroden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 18.1 edoelde gronden de volgende werken, geen ouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden; het odemverlagen of afgraven van gronden; het uitvoeren van grondewerkingen dieper dan 0,50 m vanaf maaiveld; d het aanrengen, vellen en rooien van diepwortelende eplantingen; e het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, anen of parkeergelegenheden f en het aanrengen van andere oppervlakteverhardingen; het aanrengen van ondergrondse of ovengrondse transport- energie- of teleommuniatieleidingen en de daarmee verand houdende onstruties Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel wordt slehts verleend, indien d e door de werken,geen ouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (diret of indiret) te verwahten gevolgen de arheologishe waarden niet onevenredig (kunnen) worden geshaad Het in artikel vervatte verod is niet van toepassing, indien: a het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van estaande estratingen en eplantingen en werkzaamheden innen estaande traés van kaels en leidingen; er sprake is van odemingrepen kleiner dan 50 m 2 en niet dieper dan 0,5 m vanaf het maaiveld; op asis van aanvullend en/of definitief arheologish onderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen arheologishe waarden (meer) aanwezig zijn; de werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kraht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krahtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingvergunning; de werken, geen ouwwerken zijnde, en werkzaamheden op aanvullend of definitief arheologish onderzoek zijn geriht.

23 3 A LGE M E NE B E PA L I N G E N artikel 19 ANTI-DUBBELTELBEPALING 21 Grond die eenmaal in aanmerking is genomen ij het toestaan van een ouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, lijft ij de eoordeling van latere ouwplannen uiten eshouwing. artikel 20 BESTAANDE AFMETINGEN, AFSTANDEN EN PERCENTAGES 20.1 In die gevallen dat de estaande goothoogte, ouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de vereelding aangegeven lijn van ouwwerken, die in overeenstemming met het epaalde in de Woningwet of de Wet algemene epalingen omgevingsreht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer edraagt dan in de ouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeshreven respetievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, ouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respetievelijk maximaal toegestaan In die gevallen dat een estaand eouwingsperentage, dat in overeenstemming met het epaalde in de Woningwet of de Wet algemene epalingen omgevingsreht tot stand is gekomen, meer edraagt dan in de ouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeshreven, geldt dat eouwingsperentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan. artikel 21 UITSLUITING AANVULLENDE WERKING BOUWVERORDENING De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenouwkundige aard lijven overeenkomstig het epaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet uiten toepassing, ehoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a de evoegdheid tot het afwijken van de stedenouwkundige epalingen; de ereikaarheid van geouwen voor wegverkeer; de ereikaarheid van geouwen voor gehandiapten; d het ouwen ij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; e de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; f de ruimte tussen ouwwerken. artikel 22 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALINGEN 22.1 Tot een geruik in strijd met alle estemmingen wordt in ieder geval egrepen: a een geruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig geruik voor het normale op de estemming gerihte geruik en onderhoud; een geruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het geruik onttrokken mahines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig geruik voor het normale op de estemming gerihte geruik en onderhoud;

24 een geruik van gronden en ouwwerken voor een seksinrihting dan wel ten ehoeve van prostitutie Tot een geruik in strijd met de estemming Bedrijf wordt in ieder geval egrepen een geruik van gronden en ouwwerken ten ehoeve van edrijven die een plaatsgeonden risio 10-6 per jaar heen die tot uiten de inrihtingsgrens reikt alsmede de edrijven die zijn aangewezen in het Besluit externe veiligheid inrihtingen. artikel 23 ALGEMENE AFWIJKINGSREGELS 23.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a in het plan genoemde goothoogten, ouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, d e perentages en afstandseisen, waarij een overshrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, ouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, perentages en afstandseisen; de regels en worden toegestaan dat ouwgrenzen worden overshreden, waarij een overshrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verand met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig geruik van de gronden en/of de eouwing; de regels en worden toegestaan dat de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, ten ehoeve van kunstwerken, geen geouwen zijnde, en ten ehoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 39,95 m; de regels en worden toegestaan dat de ouwhoogte van ouwwerken, geen geouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m; de regels en de ouw worden toegestaan van niet voor ewoning estemde geouwen met een inhoud van ten hoogste 50 m 3 en een ouwhoogte van ten hoogste 4 m ten dienste van het openaar nut, zoals shakelhuisjes, wahthuisjes, transformatorhuisjes, telefoonellen, alsmede andere ouwwerken, zoals muurtjes, standeelden en lihtmasten; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorrandstoffen uitgezonderd Een omgevingsvergunning als edoeld in artikel 23.1 is slehts toegestaan, mits: a de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden niet onevenredig worden geshaad; het straat- en eouwingseeld en de verkeersveiligheidselangen niet onevenredig worden geshaad. artikel 24 ALGEMENE WIJZIGINGSBEPALINGEN Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen: a voor het toevoegen van de estemmingen Geied met hoge arheologishe verwahting, Geied met middelhoge arheologishe verwahting, Geied met hoge arheologishe waarde en Geied met middelhoge arheologish waarde, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 uit arheologish onderzoek lijkt dat de estemming wenselijk is;

25 d e 2 na toekenning van de estemming alleen mag worden geouwd na afwijking of indien lijkt dat: a op asis van aanvullend en/of definitief arheologish onderzoek is aangetoond dat op de etrokken loatie geen ehoudenswaardige arheologishe reliten aanwezig zijn; het ouwplan etrekking heeft op wijziging of vervanging van estaande eouwing, waarij de oppervlakte niet wordt uitgereid en de estaande fundering wordt enut; het nieuw te eouwen oppervlak kleiner is dan 50 m 2 op de gronden met de estemmingen Geied met hoge arheologishe verwahting en Geied met hoge arheologishe waarde en kleiner dan 500 m 2 op de gronden met de estemmingen Geied met middelhoge arheologishe verwahting en Geied met middelhoge arheologishe waarde. voor het verwijderen van de estemmingen Geied met middelhoge arheologishe verwahting, Geied met ijzondere arheologishe verwahting en Geied met hoge arheologishe waarde, indien uit arheologish onderzoek lijkt dat dit mogelijk is. in de vorm van het aanrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van estemmingsgrenzen, met inahtneming van de volgende voorwaarden: 1 de elangen van de eigenaren en/of geruikers van etrokken en naijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geshaad; 2 het straat- en eouwingseeld en de verkeersveiligheidselangen mogen niet onevenredig worden geshaad; voor het oprihten van transformatorhuisjes en gemaalgeouwtjes en andere nutsgeouwtjes met een ouwhoogte van maximaal 4 m en een inhoud van ten hoogste 75 m 3, welke in het kader van de nutsvoorzieningen nodig zijn, zulks voor zover deze op grond van het epaalde in artikel 23.1 onder e kunnen worden geouwd; ten ehoeve van de situering van ouwvlakken, indien ij de uitvoering van het plan moht lijken, dat vershuivingen in verand met ingekomen ouwplannen noodzakelijk zijn en de estemmingsgrenzen of ouwgrenzen niet meer dan 5 m worden vershoven. 23