Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Transcriptie

1 Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg Opdrachtgever: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Barendrecht Barendrecht, oktober 2010 VO jv-as

2 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begripsbepaling 2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 2 Tuin 3 Artikel 3 Wonen 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling 7 Artikel 5 Bepalingen van het bestemmingsplan Mortiere welke van toepassing zijn 7 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 6 Overgangsrecht 8 Artikel 7 Slotregel 9

3 2 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begripsbepaling Onder het plan wordt verstaan 1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg, zoals vervat in het bestand NL.IMRO.0687.BPUMORF41H- VG99.gml.

4 3 Hoofdstuk 2 Artikel 2 Bestemmingsregels Tuin Bestemmingsomschrijving 1. De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor a. tuin; b. ontsluiting; c. een hoekaccent in de vorm van gebouwen ten dienste van de bestemming Wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding hoekaccent. Bouwregels 2. Op de voor Tuin bestemde gronden mogen ten dienste van de bestemming en ten dienste van aangrenzende woningen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat: a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 1 m. b. indien ter plaatse van de aanduiding een hoekaccent wordt gebouwd, mag de bouwhoogte van erf- of terreinafscheiding, op de voorgevelrooilijn alsmede op de zijgevelrooilijn ter hoogte van het hoekaccent, niet meer bedragen dan 1 m; c. ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - hoekaccent zijn gebouwen ten dienste van de bestemming Wonen toegestaan met een goot- respectievelijk bouwhoogte van maximaal 12 m en 15 m;

5 4 Artikel 3 Wonen Bestemmingsomschrijving 1. Gronden, aangewezen voor Wonen, zijn bestemd voor a. wonen in de vorm van eengezinswoningen; b. bijbehorende bebouwing en voorzieningen waaronder begrepen tenminste één opstelplaats per woning ten behoeve van parkeren op eigen erf met dien verstande dat garageboxen niet mogen worden meegerekend en deze regel niet van toepassing is bij rijenwoningen; Ten behoeve van de bestemming zijn op deze gronden gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven toegestaan. Bouwregels 2. Op de tot Wonen bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd eengezinshuizen met daarbij behorende bijgebouwen, waaronder mede begrepen aanbouwen en uitbreidingen van de woning en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat: a. de gebouwen uitsluitend gebouwd mogen worden binnen het op de plankaart als zodanig aangegeven bouwvlak, behoudens dat overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning alsmede voor het hoofdgebouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding hoekaccent. b. de goothoogte en de bouwhoogte van de woningen ten hoogste het aangeduide aantal meters mogen bedragen, behoudens ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - hoekaccent waar een afwijkende goot- respectievelijk bouwhoogte van maximaal 12 m en 15 m is toegestaan; c. het aantal woningen per bouwvlak niet meer bedragen dan wordt aangeduid; 3. Voor bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de navolgende regels: a. bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning binnen een bouwvlak mogen uitsluitend aan de woningen worden gebouwd; b. de goothoogte van bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning mag ten hoogste 3 m bedragen

6 5 c. de bouwhoogte van bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning mag ten hoogste 6 m bedragen d. garages en vrijstaande bijgebouwen moeten voorzien zijn van een kap e. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst voor de voorgevel en het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 1 m f. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m 4. Naast de bijgebouwen als bedoeld in lid 3 mogen binnen de bestemming Wonen plantenkassen, hobbykassen, tuinhuisjes, blokhutten e.d. worden gebouwd, met dien verstande dat: a. het gezamenlijke oppervlak ten hoogste mag bedragen 12m2 b. de bouwhoogte ten hoogste mag bedragen 2,5 m c. de bebouwing wordt uitgevoerd met een kap d. de bebouwing uitsluitend achter de voorgevellijn gesitueerd mag worden. Ontheffingen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor de uitoefening van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning en / of aangebouwde bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels: a. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven; b. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is; c. het mag geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;

7 6 d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten; e. ten hoogste 30% van het vloeroppervlak mag, met een maximum van 50 m2, van de woning inclusief bijgebouwen ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn; f. geen ontheffing mag worden verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt; g. ontheffing wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

8 7 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 5 Bepalingen van het bestemmingsplan Mortiere welke van toepassing zijn. Het bepaalde in de volgende paragrafen van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg is onverkort van toepassing op het 1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 Paragraaf 1 Inleidende voorschriften Paragraaf 2 Bestemmingsvoorschriften Artikel 3 Beschrijving in hoofdlijnen Artikel 4 Uit te werken gebied voor woondoeleinden UW- Artikel 17 Belemmeringen Paragraaf 3 Algemene voorschriften Artikel 18 Algemene bepalingen met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken, anders dan bouwen Artikel 19 Overgangsbepalingen Artikel 20 Algemene Vrijstellingsbevoegdheid Artikel 21 Wijzigingsbevoegdheden Artikel 22 Procedurevoorschriften Artikel 23 Strafbepaling Artikel 24 Anti-dubbeltelbepaling

9 8 Hoofdstuk 4 Artikel 6 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken 1. Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. eenmalig kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in dit lid onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk zoals bedoeld in dit lid onder a, met maximaal 10%; c. het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan. Overgangsrecht gebruik 2. Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

10 9 Artikel 7 Slotregel Deze regels en de hierbij behorende en als zodanig gewaarmerkte plankaart met IDN NL.IMRO.0687.BPUMORF41H-VG99, kunnen worden aangehaald onder de titel: 1e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg.