Volvo Cars Gent Roof Load Management System Gebruikershandleiding (versie 4.0)

Transcriptie

1 Volvo Cars Gent Roof Load Management System Gebruikershandleiding (versie 4.0) Tractebel Engineering S.A. Kortrijksesteenweg 1144-A 9051 Sint-Denijs-Westrem 21 augustus 2017 Samenvatting Dit Roof Load Management System (verder afgekort als RLMS) werd in opdracht van Volvo Cars Gent 1 ontwikkeld door Tractebel Engineering 2 (In 2007 nog Technum), tesamen met Think Wize 3. Dit RLMS is een beheerssysteem waarin de liggers die de dakstructuur vormen gecatalogeerd worden en waarmee hun status (in de zin van aanwezige belastingen en sterkte) geraadpleegd kan worden

2 Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave 1 Historiek van het systeem Scratch/Master Aanmelden Wachtwoord wijzigen Rechten Afmelden Welkomstscherm Tabblad Elements Vooraf Algemeen Een bepaalde ligger opzoeken Via het tabblad Elements Via de grafische uitvoer De gegevens op een element pagina interpreteren en wijzigen Superstructuur Secundaire liggers Primaire ligger Secundaire en primaire balken, niet berekend door Flygfältsbyrån Kolom Een nieuw element toevoegen Een secundaire ligger met zijn superstructuur aanmaken Een primaire ligger toevoegen Een kolom toevoegen Een element verwijderen Tabblad History Tabblad Settings Buildings & Plans Shops Element Types Static colors Result colors Tabblad Reports Autocad files Generatie van de grafische uitvoer Gebruik van de grafische uitvoer Pdf bestand Dwg bestand Overige issues... 22

3 Inhoudsopgave 3 9 In te voegen Loads... 23

4 Lijst figuren 4 Lijst figuren Figuur 1: Aanmeldscherm... 6 Figuur 2: Welkomstscherm... 7 Figuur 3: Relaties tussen de verschillende elementen... 9 Figuur 4: Scherm Elements Figuur 5: Basisinfo bij de superstructuur Figuur 6: Basisinfo bij een secundaire ligger Figuur 7: Basisinfo bij een primaire ligger Figuur 8: Contributing beams bij een primaire ligger Figuur 9: Toevoegen van een Contributing beam aan een primaire ligger Figuur 10: Element Class Figuur 11: Secundaire en primaire balken, niet berekend door Flygfältsbyrån Figuur 12: Tabblad History Figuur 13: Fiche van de wijziging Figuur 14: Instellen van element types Figuur 15: Tabblad reports Figuur 16: Een Autocad bestand toevoegen aan een bepaald gebouw Figuur 17: Koppelingen in Autocad bestanden... 22

5 2.2 Aanmelden 5 1 Historiek van het systeem De eerste liggers waarmee het systeem gevoed werd zijn die waarvan een digitaal bestand beschikbaar was in het formaat dwg 4. Deze werden opgemaakt en opgevolgd door het studiebureau Flygfältsbyrån, de vroegere beheerder van de daklasten binnen de Volvo fabriek. Deze liggers hebben in hun history (zie 4) een eerste status omschreven als initial import. De gegevens werden onvervormd overgenomen uit de dwg bestanden. De latere wijzigingen hierop werden in dit systeem doorgevoerd. Van een aantal liggers, die reeds opgevolgd werden door Flygfältsbyrån bestaat geen digitaal dwg bestand, maar enkel een papieren versie. Deze liggers moeten op termijn ook allen in het systeem komen. Als derde categorie heb je een aantal liggers waarvan noch een digitale, noch een papieren versie bestaat. Ook deze moeten op termijn in dit systeem komen. Ten slotte is er de 4 de categorie. Dit zijn balken die niet berekend werden door het studiebureau Flygfältsbyrån. Vaak zijn dit dakliggers gebouwd na Ook deze balken dienen in het systeem te komen. In 2017 werd het RLMS uitgebreid, zodanig dat het systeem ook kan gebruikt worden voor deze balken. Verder in deze nota wordt toegelicht waarom het systeem diende uitgebreid te worden. 1.1 Scratch/Master Het gehele systeem is ontdubbeld in een Master- en een Scratch-database. De Master-database is diegene die ten allen tijde de juiste gegevens, conform de werkelijke situatie, bevat. Iedere nacht wordt een kopie gemaakt van deze Master-database naar een Scratch-database. Deze manier van werken laat bijvoorbeeld toe om in te loggen op de Scratch en de gevolgen van bepaalde wijzigingen te evalueren. Dit kan handig zijn bij het dimensioneren van de opgehangen staalstructuren. Iedereen heeft alle rechten in deze Scratch-database. Wanneer de staalstructuren definitief gedimensioneerd zijn kunnen de lasten finaal ingevoegd worden in de Master. Slechts bepaalde gebruikers hebben hiervoor de nodige rechten. Wanneer men werkt in de Scratch-database wordt dit bovenaan rechts op het scherm getoond, zoals in figuur Figuur 2. Hierna volgen een aantal situaties die zich kunnen voordoen. Wil men bijvoorbeeld: bepaalde gegevens opzoeken: inloggen op de Master-database. Zo is men er zeker van altijd met de juiste gegevens te maken te hebben. controleren of de reacties van bepaalde opgehangen structuren opgenomen kunnen worden door het systeem van dakliggers: inloggen op de Scratch-database. De wijzigingen in deze Scratch-database zijn niet definitief. finaal definitieve gegevens of wijzigingen ingeven in de database: inloggen op de Masterdatabase. Het systeem is volledig ontdubbeld. Dit betekent ook dat voor beide gedeeltes een afzonderlijk wachtwoord vereist is. Deze wachtwoorden hoeven niet noodzakelijk dezelfde te zijn. Wanneer men het wachtwoord in bijvoorbeeld de Scratch aanpast deze niet mee aangepast in de Master. 4 Deze balken zijn terug te vinden op de server rlms-volvo.technum.be onder de map /home/pim/vcg/beams

6 2.2 Aanmelden Aanmelden Wil men gebruik maken van het systeem dient eerst een account aangevraagd te worden aan één van de volgende personen: Nele Cool (nele.cool@tractebel.engie.com) De gebruiker kan zich aanmelden door met een standaard webbrowser te surfen naar Men komt terecht in de Scratch-database. Het scherm zoals in Figuur 1 wordt getoond. Wil men inloggen op de Master-database moet men op de link Master database login klikken. De gebruiker kan zich aanmelden met behulp van zijn loginnaam en wachtwoord. Na drie foute pogingen dient één van bovenvermelde personen gecontacteerd te worden om de account te herinitialiseren. 1.3 Wachtwoord wijzigen Figuur 1: Aanmeldscherm Eens ingelogd kan men zijn wachtwoord wijzigen met behulp van het tabblad Change password 5 Zie paragraaf 2 voor een uitleg van de verschillende tabbladen. Voor zowel de Scratch als de Master dient een afzonderlijk wachtwoord opgegeven te worden. 1.4 Rechten Niet iedere gebruiker kan alle handelingen in het systeem uitvoeren. Zo kan bijvoorbeeld het toevoegen van liggers slechts door een aantal personen gebeuren. Deze opsplitsing is op twee niveaus gebeurd: op het niveau van de gekozen database (Scratch/Master) en op het niveau van de database zelf. Volgende niveaus zijn geïmplementeerd. Master database: - Administrator: gebruikers toevoegen, rechten toekennen, superuser, - Add beam history: deze gebruiker kan aanpassingen doen aan bepaalde liggers: belastingen toevoegen, liggers koppelen, - Add beam: deze gebruiker kan nieuwe liggers aanmaken, - Scratch database: hierin kan iedereen alle taken uitvoeren. Wanneer men een wijziging wil in zijn rechten, dient dit aangevraagd te worden aan één van de personen vermeld in In het RLMS zijn veel Engelstalige benamingen gebruikt. Dit is een gevolg van de historiek (hoofdstuk 1) van het systeem. Deze zijn telkens schuin gebruikt.

7 4. Tabblad Elements Afmelden Afmelden gebeurt via het tabblad Log out. Zie paragraaf 2 voor een uitleg van de verschillende tabbladen. 2 Welkomstscherm Het startscherm ziet eruit als in Figuur 2. Figuur 2: Welkomstscherm Bovenaan worden verschillende koppelingen getoond. Deze worden verder omschreven als tabbladen. In de volgende paragrafen worden deze verschillende tabbladen uitgelegd. Onder deze koppelingen ziet men een lijst met gegenereerde plannen. Dit wordt verder besproken in paragraaf 7. Daaronder zijn een aantal koppelingen voorzien naar vaak gebruikte toepassingen. Volgende tabbladen zijn voorzien:

8 4. Tabblad Elements 8 Elements (hoofdstuk 3) Een lijst van alle elementen (superstructuren, secundaire liggers, primaireliggers en kolommen), History (hoofdstuk 3.6) Een logboek van alle wijzigingen aan de database, Reports (hoofdstuk 6) Alle rapporteringen die opgevraagd kunnen worden, Settings (hoofdstuk 5) Hier kunnen bepaalde instellingen gewijzigd worden, Change password ( 1.3) Wijzigen van het wachtwoord Log out ( 1.5) Afmelden 3 Tabblad Elements 3.1 Vooraf Alle dakliggers zijn ingeplant volgens een globaal X, Y assenkruis geldig voor de ganse fabriek. Hierbij loopt de Y-as naar rechts en de X-as naar onder, waarbij het geografische noorden naar boven gericht is. Op basis van dit assenkruis krijgen de liggers hun naamgeving (zie verder). In de fabrieksdelen GA en GB zijn de primaire liggers gericht volgens de X-richting, in de fabriekshallen GC liggen de primaire liggers volgens de Y-richting. 3.2 Algemeen Er zijn vier klasses van elementen (Element Classes): Superstructuren: De stalen liggers bevestigd via ophangpotten aan de secundaire liggers. Secundaire liggers: De secundaire liggers in voorgespannen beton die rusten op de primaire of rechtstreeks op de kolommen. Primaire liggers: De primaire liggers in voorgespannen beton die rusten op de kolommen. Kolommen: De betonnen kolommen. Ieder element heeft een bepaalde verhouding ten overstaan van andere elementen. Deze verhouding worden omschreven als Parents en Contributing beams. Een parent-verhouding is er één naar boven toe en een contributing beam-verhouding is er één naar onder toe. Een superstructuur heeft enkel een parent, een element waar de reacties van de betreffende superstructuur worden op afgedragen, in dit geval een secundaire ligger. Een secundaire ligger heeft zowel een parent, de primaire ligger of de kolom waarop de secundaire afsteunt als een contributing beam, de superstructuur die aan de secundaire ligger bevestigd is. Een primaire ligger heeft een aantal secundaire liggers als contributing beams en een kolom als parent. Deze relaties zorgen ervoor dat de reacties van het ene element belastingen worden voor een ander. Figuur 3 geeft deze relaties grafisch weer. Ieder element is eenduidig bepaald door zijn start- en eindcoördinaten, door de as waarop het element ligt en door de elementklasse waartoe het element behoort. Een aantal voorbeelden: Primary/X100.50/Y320.00/Y is een primaire ligger op de as X (dus een ligger georiënteerd volgens de X-richting) en waarbij de startcoördinaat op de as Y ligt en de eindcoördinaat op de as Y Anders gezegd: het startpunt heeft als coördinaten (X100.50,Y320.00) en het eindpunt heeft als coördinaten (X100.50,Y296.00).

9 4.3 Een bepaalde ligger opzoeken 9 Figuur 3: Relaties tussen de verschillende elementen Secondary/X473.9/Y /Y is een secundaire ligger op de as X473.9 met startpunt de asy en eindpunt op de as Y Column/X /Y290.66/Y is een kolom met als coördinaten in het x-y assenkruis (X ,Y290.66). Het startpunt en het eindpunt van een kolom zijn steeds dezelfde. Meer hierover in Een bepaalde ligger opzoeken Via het tabblad Elements Men kan op verschillende manieren een bepaalde ligger gaan opzoeken. Figuur 4 toont het scherm elements. Rechts kan men filteren op element klasse en op een bepaald gebouw. Bovenaan kan men ook gaan zoeken naar liggers op een bepaalde as ( Axe ). De ingegeven zoekterm hoeft niet de correcte Axe waarde te zijn. Wanneer men bijvoorbeeld de waarde 100 ingeeft geeft de zoekopdracht zowel de liggers terug op de as X als bijvoorbeeld de ligger op as Y Men kan ook een onder- en bovengrens ingeven in de velden from en to. Het ingeven van X in het from veld en X120 in het to veld geeft bijvoorbeeld alle liggers op de assen X en X De assen X en X zijn namelijk de enige assen die tussen X en X120 liggen. Men kan ook gaan zoeken op de start- en eindcoördinaten (Start en End). De zoekopdracht werkt op dezelfde manier als het opzoeken via een as.

10 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer Via de grafische uitvoer Figuur 4: Scherm Elements De gegenereerde Autocad plannen laten ook toe te gaan klikken (terwijl men de CTRL-toets ingedrukt houdt) op een bepaald element. Zie hoofdstuk 7 voor meer uitleg hierover. Ook is het mogelijk als men de juiste ID van een bepaald element heeft die in te geven als URL. De URL is dan in de vorm van Deze ID (4) vertegenwoordigt enkel de locatie van het element in de database en heeft verder geen fysische betekenis. 3.4 De gegevens op een element pagina interpreteren en wijzigen Hoofdstukken en zijn geldig voor balken berekend door het studiebureau Flygfältsbyrån. In hoofdstuk worden de verschillen toegelicht voor balken die niet berekend werden door het studiebureau Flygfältsbyrån. Algemeen geldt dat alle waardes waar een grijs kader rond getrokken is gewijzigd kunnen worden. Zie bijvoorbeeld Figuur 5: De start- en eindcoördinaten kunnen gewijzigd worden, maar het updated veld niet. Wanneer er ergens een overschrijding is van de resulterende krachtswerking met de weerstandbiedende krachtswerking wordt dit aangeduid zoals bijvoorbeeld te zien is bij de waarde Rl in figuur Superstructuur Basisinfo Het basisgedeelte van het scherm (Figuur 5) geeft info betreffende de klasse waartoe het element behoort (zie 3.2), het elementtype (zie 5.3), de lengte, de as waarop het element zich bevindt, zijn start- en eindcoördinaten en de building (zie 5.1) waartoe het element behoort. Daaronder staat aangegeven wat de parent van dit element is (zie 3.2) voor een uitleg van deze terminologie). Je vindt er ook terug wanneer het element aangemaakt is en wanneer de laatste wijziging gebeurd is. De Notes is een scherm waar allerhande bijkomende informatie kan geschreven worden.

11 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 11 Rechts op het scherm vind je een figuur van de ligger. De zwarte krachten naar boven gericht zijn de reacties in de ophangpotten. Deze reacties zijn het gevolg van de krachten die aangrijpen op de superstructuur en onder de ligger getekend zijn in het rood. Op de figuur vind je ook een aanduiding van het start- en eindpunt. Figuur 5: Basisinfo bij de superstructuur Onder deze basisinfo vind je een aantal tabellen met info. In volgorde: Attachmentpoints De lijst attachmentpoints geeft info betreffende de ophangpotten. N komt overeen met het nummer van de ophangpot zoals op de tekening. Offset is de afstand van de ophangpot tot het linkereind van de ligger (zijn Startwaarde). Rmax is de maximale kracht dat zo n ophangpot kan nemen. Notes is een veld, vrij in te vullen door de gebruiker. Het verwijderen van een attachmentpoint gebeurt door alle velden leeg te maken, dus zowel het offset veld, het Rmax veld, als het Notes veld. Loads Hier kunnen de belastingen ingegeven worden op de ligger. a is de afstand in meter van de kracht P in kn tot het linkereind van de ligger. Notes is een veld vrij in te vullen door de gebruiker. Het verwijderen van een load gebeurt door zowel het a(m) veld, het P (kn) veld als het Notes veld leeg te maken. Reacties Reacties toont de berekende waardes van de reacties in de verschillende ophangpotten. Attachments Attachments zijn externe bestanden (figuren, berekeningen, foto s,... ) die aan een element gekoppeld kunnen worden. Via Browse klikt men het bestand aan. Een Description is verplicht in te vullen. Attachments worden toegevoegd in pdf-formaat. Wanneer men een bepaald attachment wil verwijderen volstaat het description veld leeg te maken. Links Hetzelfde geldt hier als in de vorige paragraaf, alleen gaat het hier nu om links naar een bepaald URL (een webpagina). Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden om koppelingen te maken naar het EDOC-systeem binnen VCG. Element History Deze koppeling leidt je naar de geschiedenis (history) van dit ene element. Zie hoofdstuk 3.6 voor verdere uitleg hierover.

12 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer Secundaire liggers Basisinfo Het basisgedeelte van het scherm (Figuur 6) geeft ongeveer dezelfde informatie als die voor de superstructuur ( 3.4.1). Je ziet hier nu wel een aantal resultaten verschijnen. M (knm) geeft het maximaal moment en Mmax at X de plaats waar dit maximale moment aangrijpt. Daarnaast vind je het weerstandbiedend buigend moment van deze ligger. Rl (kn) geeft de reactie aan het linkersteunpunt (relatief t.o.v. de figuur), Rr (kn) geeft die aan het rechtersteunpunt. Naast ieder van deze waardes vind je de waarde waarmee de primaire ligger (waarop de secundaire afsteunt) ontworpen is. Een overschrijding van deze waarde bij één of meerdere secundaire liggers afsteunend op een primaire ligger betekent echter nog niet noodzakelijk een overschrijding van deze primaire ligger. Een overschrijding van de draagkracht van een primaire ligger wordt bepaald door het heersend moment te vergelijken met het weerstandbiedend moment van deze primaire ligger (zie 3.4.3). De Parents zijn nu de primaire liggers waarop dit element afsteunt. Figuur 6: Basisinfo bij een secundaire ligger Op de figuur zie je de reacties verschijnen afkomstig van de superstructuur als rode pijlen onder de ligger getekend. De bijkomende belastingen zijn zwarte pijlen bovenop de ligger. Daaronder vind je twee figuren, de eerste geeft het dwarskrachtenverloop weer en de tweede het momentenverloop. Contributing beams Onder deze basisinfo vind je nu ook de informatie van de liggers die op dit element afsteunen. Zie 3.2 voor uitleg betreffende de terminologie contributing beams en parents. Het toevoegen van een contributing beam gebeurt door te klikken op het vergrootglas en de juiste superstructuur te kiezen. Voor secundaire liggers zal men standaard maar één contributing beam hebben, namelijk de onderhangende superstructuur.

13 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 13 Loads on top Hier kunnen bijkomende lasten gedefinieerd worden naast de reacties afkomstig van de superstructuur. Het verwijderen van lasten gebeurt zoals het verwijderen van loads bij superstructuren (zie 3.4.1). Reacties from Super Structure Daaronder vind je een opsomming van de reacties afkomstig van de bijhorende contributing beam, in het geval van een secundaire ligger zijn dit de reacties van de superstructuur. Attachments Zie Links Zie Element History Zie Primaire ligger Basisinfo Het basisgedeelte van het scherm (Figuur 7) bevat ongeveer dezelfde info als die bij secundaire liggers. De belastingen op de figuur worden nu aangegeven met een S-waarde als het gaat om lasten afkomstig van de erop afsteunende secundaire liggers en met een P-waarde als het gaat om externe belastingen. Onder het zijaanzicht van de ligger vind je opnieuw het dwarskrachten- en momentenverloop. Daaronder vind je nu nog bijkomend een grondplan van de primaire ligger (rechthoek) met zijn aangesloten secundaire liggers (lijnen). Dit schema is getekend volgens het globale assenstelsel van de site ( 3.1). Figuur 7: Basisinfo bij een primaire ligger Contributing Beams De contributing beams zijn nu secundaire liggers (Figuur 8). De X en Y coördinaten zijn die van het koppelpunt. Pos slaat op de relatieve positie van de aangesloten ligger op

14 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 14 de primaire ligger van bovenaf bekeken (planzicht). Wanneer de primaire ligger horizontaal georiënteerde kan dit enkel Top (secundaire ligger boven de primaire ligger) of Bottom zijn (secundaire ligger onder de primaire). Bij een verticaal georiënteerde is dit Left of Right. S is dan de bijhorende kracht als resultaat van de berekening van de secundaire ligger. Figuur 8: Contributing beams bij een primaire ligger Om een contributing beam te verwijderen drukt men op het kruisje naast de koppeling naar de ligger. Om er één toe te voegen klikt men op het vergrootglas. Men verkrijgt een scherm als in Figuur 12. De gebruiker wordt bijgestaan in het kiezen van de juiste contributing beam door de lettertekens naast de asvermelding. De letter B duidt aan dat de bijhorende ligger (die op as X met Y als startwaarde en Y als eindwaarde) mogelijk een ligger aangesloten onder (Bottom) de primaire ligger. Wanneer een bepaalde ligger aangeklikt wordt, wordt automatisch alle informatie nodig voor het aangeven van een contributing beam ingevuld (X-waarde, Y-waarde en Pos-waarde). Figuur 9: Toevoegen van een Contributing beam aan een primaire ligger Secundaire en primaire balken, niet berekend door Flygfältsbyrån In 2017 werd het RLMS uitgebreid, zodanig dat het systeem ook kan toegepast worden voor balken die niet berekend werden door het studiebureau Flygfälrsbyrån. De reden waarom deze aanpassing nodig was, is dat voor deze balken het weerstandbiedend moment geen constante is over de volledige lengte van de balk.

15 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 15 Bij het toevoegen van een nieuwe balk, krijgt men onder Element Class de keuze zoals weergegeven op de volgende figuur. Figuur 10: Element Class Kiest men voor Primary FB of Secondary FB, kan men 1 maximaal weerstandbiedend moment ingeven dat geldig is voor de volledige lengte van de balk. Wordt er gekozen voor Primary - Structo of Secondary - Structo, zal het weerstandbiedend moment afgetoetst worden met de rekenwaarde van het moment op meerdere locaties. Deze locaties worden automatisch bepaald door het RLMS en kunnen door de gebruiker niet aangepast worden. Ze worden als volgt bepaald: - In het midden van de overspanning - Alle 2m, vertrekkende van het midden van de overspanning, tot aan de steunpunten. Figuur 11: Secundaire en primaire balken, niet berekend door Flygfältsbyrån In de tabel Moments wordt in de rechterkolom het weerstandmoment ingegeven door de gebruiker. In de 2 de kolom wordt de rekenwaarde van het moment bepaald door het systeem. Elke rij van de tabel wordt vervolgens gecontroleerd op overschrijding. De waarden waarvoor de verhouding rekenwaarde moment / weerstandwaarde moment maximaal is, worden bovenaan in het overzicht getoond. Op de grafiek zijn 2 lijnen te zien: - Blauw: De rekenwaarde van de momenten - Rood: De weerstandwaarde van de momenten

16 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer Kolom Bij een kolom vindt men volgende gegevens: de coördinaten van de kolom, het gebouw waarin de kolom zich bevindt, het moment wanneer de kolom gecreëerd is en het laatst gewijzigd is, notes, contributing beams: de liggers die erop afsteunen, links, attachments. 3.5 Een nieuw element toevoegen Een secundaire ligger met zijn superstructuur aanmaken Volgende stappen dienen ondernomen te worden: 1. Ga naar het tabblad Elements, 2. Klik op Add beam rechtsboven op het scherm, 3. Kies Element class: super structure, 4. Kies het Element type ( 3.2): Generic super structure, 5. Vul de lengte, de as waarop het element zich bevindt en de start- en eindcoördinaten in, 6. Rlmax, Rrmax en Mmax hebben voor een superstructuur geen belang en worden niet ingevuld, 7. Geef het gebouw aan waarin de ligger zich bevindt, 8. Druk op Save and continue editing, 9. Herzie de informatie, vul belastingen aan, pas eventueel de weerstanden van de ophangpotten aan, 10. Druk op Create Secondary, 11. Herzie de informatie en vul de verdere informatie (Rlmax, Rrmax en Mmax), 12. Vul iets in het Notes veld, 13. Belangrijk: Een secundaire ligger dient steeds een superstructuur te hebben als contributing beams. Zo nee zal het programma een foutmelding geven bij het opslaan van de secundaire ligger. 14. Belangrijk: Nu is enkel de secundaire ligger gecreëerd. Het systeem weet nog niet op welk element deze secundaire ligger afsteunt. Indien de primaire ligger reeds aangemaakt is moet men de secundaire ligger nog aangeven als contributing beam van deze primaire ligger (zie 3.4.3) Een primaire ligger toevoegen Volgende stappen dienen ondernomen te worden: 1. Ga naar het tabblad Elements, 2. Klik op Add beam rechtsboven op het scherm 3. Kies Element class: Primary

17 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer Kies het Element type ( 3.2) 5. Vul de lengte, de as waarop het element zich bevindt en de start- en eindcoördinaten in. 6. Vul Rlmax, Rrmax en Mmax aan 7. Geef het gebouw aan waarin de ligger zich bevindt 8. Druk op Save and continue editing 9. Herzie de informatie, vul belastingen aan en geef de contributing beams aan ( 3.4.3) 10. Druk op Save Een kolom toevoegen 1. Ga naar het tabblad Elements, 2. Klik op Add beam rechtsboven op het scherm, 3. Kies Element class: Column, 4. Kies het Element type ( 3.2), 5. Vul de inplanting van de kolom aan. De start en eindcoördinaat zijn steeds dezelfde. Volgende afspraak geldt: Voor kolommen in de gebouwen GA en GB wordt Y-coördinaat ingevuld onder de axe en de X-coördinaat onder Start en Eind, voor kolommen in de GC wordt de X-coördinaat onder axe en de Y-coördinaat onder Start en End. Voor kolommen wordt steeds dezelfde waarde ingevuld onder Start en End, 6. Geef het gebouw aan waarin de kolom zich bevindt, 7. Druk op Save and continue editing, 8. Herzie de informatie en geef de contributing beams, de erop afsteunende secundaire of primaire liggers, aan, 9. Druk op Save. 3.6 Een element verwijderen Enkel een administrator heeft de rechten om een element te verwijderen. 4 Tabblad History Alle wijzigingen die aan gelijk welk element doorgevoerd zijn worden steeds opgeslagen. Het tabblad history (Figuur 12) toont een chronologische lijst van deze wijzigingen. Je vindt er het tijdstip van de wijziging terug, op welk element het betrekking heeft en welke wijzigingen er doorgevoerd zijn. De koppeling Original Element toont de pagina van het betreffende element voor de wijziging doorgevoerd werd.

18 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 18 Figuur 12: Tabblad History Wanneer je op de koppeling onder Changes klikt vind je wat meer informatie terug over de betreffende wijziging. Je ziet er wie de wijziging doorgevoerd heeft en wat er gewijzigd is in de datavelden van de betreffende ligger. Alle wijzigingen die je in de Scratch doet worden bijgehouden tot de volledige database opnieuw overschreven wordt met de Master-versie van het moment (in principe iedere nacht). Figuur 13: Fiche van de wijziging

19 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 19 5 Tabblad Settings 5.1 Buildings & Plans Hier kunnen verschillende Autocad bestanden gekoppeld worden aan een bepaalde building. Onder building wordt verstaan gebouwdeel GA1, GB1,... Een bepaalde shop maakt deel uit van een building. GA1 is bijvoorbeeld een building in shop GA. 5.2 Shops Hier kan de naamgeving van een bepaalde shop gewijzigd worden. 5.3 Element Types Bij het importeren van de originele bestanden van Flygfältsbyrån (zie hoofdstuk 1) werd de informatie die bij hen opgeslagen was als balktype integraal overgenomen. Deze naamgevingen hebben geleid tot de uitgebreide lijst Element Types (Figuur 14) zoals die nu in de database zitten. De balken die in de originele bestanden geen informatie hadden wat betreft het balktype zullen in het RLMS opgeslagen worden onder het Generic type. Zo bestaat er een Generic Column, een Generic Primary, een Generic Secondary en een Generic Super Structure. Figuur 14: Instellen van element types Naast de Element Class vind je drie eigenschappen van de klasse. Elast mod bepaalt de elasticiteitsmodulus in N/mm². Area bepaalt de oppervlakte in mm². Moment of inertia bepaalt het traagheidsmoment om de sterke as mm 4. Aangezien we werken met ofwel isostatische elementen ofwel hyperstatische elementen met een constante oppervlakte en traagheidsmoment, en aangezien we de vervormingen van de verschillende elementen niet weergeven leidt het veranderen van deze waardes niet tot gewijzigde resultaten in de database. De achterliggende rekenmethode heeft echter deze waardes wel nodig om tot de juiste resultaten te komen. Om een nieuw elementtype toe te voegen klik je op een bepaald type, pas je de Code (de naam) aan, vul je de elasticiteitsmodulus ( Elast Mod ), de oppervlakte ( Area ), het traagheidsmoment ( Moment of Inertia ) en de Element class in en druk je op Save as new. 5.4 Static colors Hier kunnen de kleuren bepaald worden waarin de liggers op de layout plannen ( 7.1) ingekleurd worden.

20 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer Result colors Hier kunnen de kleuren bepaald worden waarin de liggers op de result plannen ingekleurd worden. Vooraleer een wijziging aan deze instellingen een effect heeft op de gegenereerde plannen dienen de plannen eerst opnieuw gegenereerd te worden (Refresh). 6 Tabblad Reports Het tabblad reports (Figuur 15) maakt het mogelijk een aantal queries uit te voeren. Eén van deze reports is bijvoorbeeld Secondary X/MX changes after recalculation. Hier vind je het verschil tussen de momenten in liggers berekend door Flygfältsbyrån ( 1) en die berekend door het RLMS. De andere momenteel beschikbare reports zijn opgesteld in de ontwikkelfase van het systeem en zullen op termijn verdwijnen. De queries zijn in SQL 6 Nieuwe queries kunnen aangevraagd worden aan nele.cool@technumtractebel.be. Er dient duidelijk omschreven te worden wat het doel van de query is en hoe de resultaten er dienen uit te zien. 7 Autocad files Figuur 15: Tabblad reports 7.1 Generatie van de grafische uitvoer De informatie op het welkomstscherm (Figuur 2) kan in twee kolommen opgesplitst worden. Je hebt de kolom Layout en de kolom Result. De bestanden in de kolom Layout geven de verschillende liggers weer die in de database steken. Eén plan geldt telkens voor één building. In de kolom DWG vind je de bestandsnaam van de basis-dwg waarop de liggers vanuit het systeem getekend worden. Daarnaast vind je per building twee bestanden. Een dwg-bestand, de basis-dwg met de liggers in de database, en een afdruk van dit plan in het formaat pdf. 6 SQL is een gestandaardiseerde taal die gebruikt kan worden voor taken zoals het bevragen en het aanpassen van informatie in een relationele databank geschreven.

21 6.2 Gebruik van de grafische uitvoer 21 De bestanden in de kolom Result geven diezelfde liggers weer, met het verschil dat de liggers nu ingekleurd worden in functie van hun belastingsgraad. Men kan kiezen om ze in te kleuren volgens Moment (hierbij worden de liggers ingekleurd volgens hun verhouding belastend moment en weerstandbiedend moment), ofwel Rl & Rh (hierbij worden de liggers ingekleurd volgens hun verhouding Rl tot Rlmax) ofwel het maximum van de beide. Door te drukken op de Refresh knop worden de plannen opnieuw gegenereerd volgens de huidige situatie van de liggers in de database en op basis van de kleurcodes zoals ze op dat moment ingesteld staan het tabblad settings en op basis van de instellingen van het Result type (zie verder) (meer over deze settings in 5.4 en 5.5). Aan de tijdsaanduiding kan men zien of de bestanden klaar zijn. Let op: zolang men de volledige webpagina niet herlaadt, ziet men de tijdsaanduidingen niet veranderen en weet men dus niet of de plannen klaar zijn. Druk daarom een aantal op de herlaad knop van uw browser of druk een aantal maal op het tabblad Autocad files of Home. Men kan ten allen tijde andere basis-dwgs opladen naar het systeem waarop men de liggers getekend wenst te zien. Men kan dit via het tabblad Settings Buildings & Plans of onmiddellijk onderaan dit tabblad via de koppeling You can add or modify the Autocad Plans here. Men selecteert daarna het gebouw waaraan men een Autocad plan wil koppelen en men krijgt een scherm als in Figuur 16. Figuur 16: Een Autocad bestand toevoegen aan een bepaald gebouw Het betreffende bestand kan gekozen worden door te drukken op de knop Choose File op een vrije lijn (een lijn waar geen Plan file koppeling staat). Een omschrijving kan ingegeven worden. Eens dit bestand gekoppeld is aan een bepaald gebouw verschijnt dit bestand onder het welkomstscherm. Wanneer men dan op de knop Refresh drukt worden de betreffende Autocad plannen gegenereerd. De gegenereerde plannen geven enkel de primaire en secundaire liggers weer. Dus voor de resultaten geldt evenzeer dat enkel de primaire en de secundaire liggers gecontroleerd worden. De ophangpotten en kolommen worden dus niet gecontroleerd op de resultaten tekeningen. 7.2 Gebruik van de grafische uitvoer Pdf bestand De pdf bestanden kunnen met bijvoorbeeld Adobe Reader gelezen worden. Deze bestanden kunnen in de browser geopend worden of men kan kiezen om deze bestanden op te slaan voor later gebruik (Right click Save as... ) Dwg bestand De dwg bestanden werden gegenereerd met AutoCAD 2008 (R17.1). Figuur 17 toont het gebruik van de Autocad bestanden. Wanneer men op een balk de CTRL-toets ingedrukt houdt en klikt op een bepaalde ligger komt deze ligger tevoorschijn in de webbrowser.

22 9. Overige issues 22 Figuur 17: Koppelingen in Autocad bestanden Een alternatieve manier bestaat erin het commando gotourl in te geven in de AutoCAD commandoregel. Daarna kan men op de desbetreffende balk klikken waarna het systeem een webbrowser opent in de betreffende balk toont. 8 Overige issues Gebruikers die aanmelden vanuit Volvo Cars Gent melden dat na verloop van tijd het niet meer mogelijk is in te loggen. Na het ingeven van de gebruikersnaam, wachtwoord en het drukken op de login knop keert het scherm terug naar dezelfde login pagina. Dit wordt opgelost door de cookies van de webbrowser te verwijderen. In Internet Explorer vindt men dit terug onder (Tools Internet Options... ). Uit ervaring blijkt dat werken met Google Chrome minder problemen met zich meebrengt. Gebruikers die niet werkzaam zijn bij Volvo Cars Gent die elementen toevoegen of wijzigen, geven dit als volgt aan bij Notes : Naam Extern bedrijf Contactpersoon te Volvo: Naam contactpersoon te Volvo Voorbeeld voor het project schouwsteun GB1: Technum Contactpersoon te Volvo: Stefaan Berlanger Deze regel ging in voege in september De Notes van elementen ingevoegd of gewijzigd voor deze datum, staat niet correct ingevuld. Wanneer bij het ingeven van informatie bepaalde vakjes gewist moeten worden, moet het vakje effectief gedeletet worden. Kommagetallen moeten ingegeven worden met een punt. Indien bij het ingeven van krachten meer krachten ingegeven moeten worden moet je in het laatste veld van de laatst zichtbare lijn op Enter drukken om een lijn toe te voegen.

23 9. Overige issues 23 De elementen werden oorspronkelijk berekend door het studiebureau Flygfältsbyrån. Dit was vóór de invoeging van de Eurocodes. De belastingen worden in RLMS dan ook ingegeven in GGT_K. 9 In te voegen Loads De weerstandbiedende krachten ingevoerd in het RLMS, omvatten niet alle belastingen. Eigengewichten van de ligger, eigengewichten van het dak, windlasten, sneeuw, overlasten op het dak, sprinklerinstallaties en zware kabelgoten zijn al verrekend in deze weerstandwaarden. M.a.w. de loads die dienen ingegeven te worden in het RLMS, zijn enkel deze ten gevolge van structuren opgehangen aan de superstructuur, extra daklasten of structuren opgehangen via beugels. Het zijn de effecten van deze lasten die worden vergeleken met de weerstandwaarden ingegeven het RLMS.