Wat is het effect van persoonlijke beschermingsmiddelen voor kortdurend aanwezige verkopers op de werkvloer?

Transcriptie

1 Wat is het effect van persoonlijke beschermingsmiddelen voor kortdurend aanwezige verkopers op de werkvloer? Klanten worden soms door verkopers rondgeleid in de productieafdelingen van een metaalconstructiebedrijf. In de praktijk is dat ca. 5 keer per jaar en per keer ca. 1 uur. De ervaring van de verkopers is namelijk dat ze daarmee klanten over de streep kunnen trekken. De productiemedewerkers klagen met enige regelmaat bij de koffieautomaat dat het toch niet kan, dat mensen van kantoor met klanten zomaar rondlopen in de productie zonder veiligheidsschoenen. Vragen 1. Is het werkelijk een zodanig belangrijk risico dat mensen van kantoor veiligheidsschoenen moeten dragen? 2. Hoeveel wordt de situatie veiliger als er aparte looppaden worden gemaakt? Antwoorden Met weborca kan berekend worden dat: 1. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen(pbm) de kans op het krijgen van een ernstig ongeval verkleint met 40%. 2. Wanneer er bovendien looppaden worden gemaakt de kans op een ernstig ongeval nog eens 4 maal zo klein wordt. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven T F info@rivm.nl Hoe is dit te berekenen in weborca? Aanpak in WebORCA: Bereken het risico op een ernstig ongeval voor de verkopers die zonder persoonlijke beschermingsmiddelen op de werkvloer komen op basis van de gevaren die in de foto in figuur 1 zijn te onderscheiden. Vergelijk dit met het risico gegeven de gemiddelde werkomstandigheden in Nederland. Figuur 1. De werkvloer van een metaalconstructiebedrijf Versie: 1 Status: Definitief Pagina 1 van 9

2 Invoeren in WebORCA Begin met de blootstelling. Voor de functie in en geef aan hoe lang er gewerkt wordt, in dit geval wordt uitgegaan van verkopers die jonger dan 501, zie figuur 2. Figuur 2. Invoer van informatie over werknemers Voer de activiteit in en hoe vaak en hoe lang deze wordt uitgevoerd, zie figuur 3. Vijf maal per jaar is natuurlijk erg weinig, maar het gaat hier om het beoordelen van een bepaalde situatie. Figuur 3. Invoer van activiteiten Selecteer de risicovolle situaties waaraan de mensen in de functie kunnen blootstaan bij de activiteit, zie figuur 4. Op de foto in figuur 1 zijn een aantal gevaren te onderscheiden: een mogelijke aanrijding door een heftruck, in het bereik komen van bewegende onderdelen van een machine, struikelgevaar, omvallende stapels en mensen met objecten en gereedschappen. 1 Er wordt gevraagd naar de leeftijd omdat leeftijd een factor is die invloed heeft op de ernst van een ongeval. De letsels bij ouderen zijn naar verhouding ernstiger dan bij jongeren. Het model houdt daar rekening mee middels de vraag of een medewerker ouder dan 50 is. Pagina 2 van 9

3 Figuur 4. Selecteren van risicovolle situaties Geef aan hoe lang iemand in de functie daadwerkelijk blootstaat aan een risico, zie figuur 5. In dit geval is dat precies de duur van het eenmaal uitvoeren van de activiteit. Figuur 5. Invoer van blootstellingstijd Pagina 3 van 9

4 Bepaal de werkomstandigheden. Algemeen: DNA staat voor Dutch National Average, dat betekent de gemiddelde staat van de werkomstandigheden in Nederland. De schaal loopt van 0% tot 100%. Daarbij betekent 25% dat 25% van de tijd dat men blootstaat aan het gevaar de werkomstandigheid waar naar wordt gevraagd NIET in orde is. Dus 0% is altijd goed en 100% is altijd slecht. Figuur 6. Invoer van werkomstandigheden De driehoek op de schuif kan naar links of rechts verschoven worden. Bij het verschuiven van de driehoek komt ook een toelichtende tekst tevoorschijn die aangeeft voor hoeveel mensen in Nederland die waarde geldt. In de figuur hierboven is te zien dat de waarde 10% (bij vaardigheid) betekent dat ongeveer 65% van de Nederlandse bedrijven het beter doet. De vragen over de werkomstandigheden zijn in 6 blokken verdeeld, elk blok bevat meerdere werkomstandigheden. Lees dan aandachtig de vragen en vergelijk met de foto en kijk daar waar expliciet iets staat over persoonlijke beschermingsmiddelen en kijk waar expliciet iets staat over looppaden. Dat laatste is alleen het geval bij aanrijding, bij Positie voetganger en Vaardigheid. Zet bij de vragen over persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) het hele blok op 100%. Zet de vragen over de looppaden ook op 100%. Dit betekent dat er geen persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen en dat er geen looppaden aanwezig zijn. Pagina 4 van 9

5 Berekenen en de risico's Alle gegevens om een risicoberekening uit te voeren zijn nu ingevuld. WebORCA heeft drie risicoberekeningen: 1. voor het hele bedrijf per jaar (klik op Project onder Risicoberekening): de berekening geeft het verwachte aantal slachtoffers per jaar voor elk type letsel. Daarnaast zijn er twee berekeningen per functie (klik op Functie onder risicoberekening): 2. van het risico per jaar (kans dat 1 persoon een ongeval per jaar overkomt). 3. van het risico per activiteit (kans dat 1 persoon een ongeval overkomt per activiteit) uitgerekend. Elke berekening heeft een tab in het hoofdscherm, zie figuur 7. Zie dat er voor kan worden gekozen om de uitkomst te vergelijken met het DNA. Dat is de dezelfde berekening met precies dezelfde gevaren en blootstelling maar dan met de gemiddelde werkomstandigheden in Nederland. De uitkomst kan worden geëxporteerd naar Excel of worden opgeslagen in WebORCA. Opslaan heeft het voordeel dat uitkomsten kunnen worden vergeleken. In dit geval is de risicoberekening per activiteit de beste keus. In figuur 7 staat het resultaat voor een verkoper die de werkvloer opgaat zonder PBM s en zonder looppaden. Pagina 5 van 9

6 Figuur 7. Risicoberekening voor werkvloerbezoek zonder PBM en geen looppaden In tabel 1 wordt dit scenario vergeleken met het DNA. Hieruit blijkt dan dat de kans op een ongeval met anderhalf toeneemt. De werkomstandigheden van het lopen en struikelen zijn niet gewijzigd ten opzichte van het DNA. Hier wordt het effect zichtbaar van een verkoper die jonger is dan 50 jaar. Juist bij lopen heeft dat een groot effect. De rondvliegende voorwerpen kunnen een overschatting geven aangezien een bezoeker minder dicht op een machine staat dan een werknemer. Pagina 6 van 9

7 Scenario Kans op ongeval vergeleken met DNA Totaal 1,66 contact gereedschap 2,48 struikelen 0,86 vallende voorwerpen 1,42 aanrijding 5,56 rondvliegende voorwerpen 1,21 Tabel 1. Vergelijking uitgangssituatie met Nederlands gemiddelde (DNA). Invoeren nieuw scenario (gebruik van PBM) Ga terug naar de werkomstandigheden en zet bij de vragen over persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) het hele blok op 0%. Dit betekent dat er altijd persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen. Voer opnieuw de risicoberekening uit en ga opnieuw naar de risicoberekening per activiteit. Het resultaat staat in figuur 8. Figuur 8. Risicoberekening voor werkvloerbezoek zonder looppaden en met PBM. Bij vergelijking met de uitgangssituatie in tabel 2, blijkt het gebruik van PBM de risico s te verkleinen. Aangezien PBM geen invloed hebben op de kans op struikelen of uitglijden is de kans daarop gelijk gebleven vergeleken met de uitgangssituatie. Pagina 7 van 9

8 Scenario Kans op ongeval bij gebruik van PBM (zonder looppaden) vergeleken met uitgangssituatie Totaal 0,64 contact gereedschap 0,31 struikelen 1 vallende voorwerpen 0,53 aanrijding 0,19 rondvliegende 0,42 voorwerpen Tabel 2. Vergelijking van scenario met gebruik van PBM met uitgangssituatie (zonder looppaden en zonder PBM. Daarnaast kan ook het invoeren van looppaden het risico op aanrijding nog verder verlagen. Tegelijkertijd kunnen de looppaden zodanig ontworpen worden dat ze dat ze minder langs stapels en machines gaan waardoor niet zo zeer de OMSTANDIGHEDEN beter worden maar de BLOOTSTELLING minder wordt. Op die manier wordt dan tegelijkertijd ook de kans op letsel door vallende en rondvliegende voorwerpen kleiner. Invoeren nieuw scenario (gebruik van looppaden) Ga terug naar de blootstelling en verlaag de blootstelling aan contact met gereedschap, voorwerpen die wegvliegen van machines en vallende voorwerpen. Figuur 9. Invoer van blootstellingstijd Ga dan naar de werkomstandigheden en laat de vragen over persoonlijke beschermingsmiddelen daarbij op 0% staan. Zet de vragen over looppaden op 0%. Dit betekent dat er looppaden zijn, en dat er persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen. Voer opnieuw de risicoberekening uit. Het resultaat staat in figuur 10. Pagina 8 van 9

9 Figuur 10. Risicoberekening voor werkvloerbezoek met PBM en met looppaden In tabel 3 worden de twee situaties nogmaals bij elkaar gezet. Hieruit blijkt dat invoeren van looppaden het totale risico extra verlaagd. Scenario Kans op ongeval bij gebruik van PBM zonder looppaden, vergeleken met uitgangssituatie Kans op ongeval bij gebruik van looppaden en PBM vergeleken met uitgangssituatie Totaal 0,64 0,16 contact gereedschap 0,31 0,104 struikelen 1 1 vallende voorwerpen 0,53 0,176 aanrijding 0,19 0,067 rondvliegende voorwerpen 0,42 0,026 Tabel 3. Vergelijking van scenario s met maatregelen om kans op ongeval te verkleinen. De kansen op een ernstig ongeval in deze situatie lijken niet zo groot, maar zijn gebaseerd op 1 werknemer die 1 maal per jaar op de werkvloer komt. Als er 7000 werknemers in Nederland zijn die 1x per week 1 uur op de werkvloer komen om klanten rond te leiden zou er ieder jaar iemand van deze mensen een ernstig ongeval krijgen. Of anders gesteld: Als iedere werknemer in Nederland 1 maal per jaar 1 uur op een vergelijkbare werkvloer zou komen zou er ieder jaar iemand een dodelijk ongeval krijgen. Pagina 9 van 9