Inspraaknota bestemmingsplan Buitengebied 2009; Varsselseweg 49 Hengelo

Transcriptie

1 Inspraaknota bestemmingsplan Buitengebied 2009; Varsselseweg 49 Hengelo 5 april 2011

2 Inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2009; Varsselseweg 49 Hengelo heeft van 27 augustus 2009 tot en met 7 oktober 2009 voor een ieder ter inzage gelegen. Ingezetenen en belanghebbenden konden gedurende de termijn van terinzagelegging hun inspraakreactie naar voren brengen. Hiervan is gebruik gemaakt door: Gelderse milieufederatie, Jansbuitensingel 14, 6811 AB Arnhem Witjes milieuadvies, De Roosbom 3, 6905 AZ Zevenaar, namens Enzerink B.V. Vooroverleg Gedurende deze termijn heeft ook het vooroverleg zoals bedoeld in artikel Bro plaatsgevonden. Zowel de VROM-inspectie als het Waterschap Rijn en IJssel hebben schriftelijk te kennen gegeven geen opmerkingen te hebben. De provincie Gelderland heeft schriftelijk te kennen gegeven enkele opmerkingen te hebben. Vervolg Op 24 september 2009 heeft er op het gemeentekantoor te Hengelo een gesprek plaatsgevonden tussen de Enzerink B.V., de eigenaar van het aangrenzende Varsselseweg 47 en de gemeente. Bovenstaande heeft geleid tot aanvullend akoestisch onderzoek. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek en de inspraak- en vooroverlegreacties is de planopzet aangepast. In het voorontwerp-bestemmingsplan was sprake van verplaatsing van de bedrijfswoning Varsselseweg 49 om op die locatie een grondwal van 6 m hoog te realiseren als akoestische afscherming voor de woning Varsselseweg 47. Uit het aanvullende akoestische onderzoek blijkt dat met minder maatregelen voldaan kan worden aan de akoestische eisen uit de vigerende provinciale milieuvergunning. Het plaatsen van een scherm van 12 m lang en 2m hoog bij de weegbrug, een 3m hoge afscherming bij de containeropslagplaats en een verhoging van de keerwand bij de wasplaats naar 3,4 m zijn voldoende. Bijgevolg is het verplaatsen van de bedrijfswoning Varsselseweg 49 niet meer noodzakelijk en zal deze op de bestaande locatie blijven staan. Conclusie De ingediende inspraak- en vooroverlegreacties hebben een aanpassing van het plan tot gevolg. De gewijzigde planopzet gaat uit van een vergroting van de buitenopslagcapaciteit naar maximaal m2, 4 meter hoog en m3 binnen de bestaande bestemming niet-agrarisch bedrijf. Daarnaast wordt de realisatie van een grondwal van 3,6 m rondom de opslag mogelijk gemaakt. Tot slot voorziet het bestemmingsplan in de realisatie van akoestische voorzieningen; een scherm van 12 m lang en 2 m hoog bij de weegbrug, een 3 meter hoge afscherming bij de containeropslagplaats en een verhoging van de bestaande keerwand bij de wasplaats van 3 m naar 3,4 m. Bij de gewijzigde planopzet staan de ingediende reacties een vervolg van de procedure niet in de weg.

3 Inspraakreactie Gelderse milieufederatie 1. Het bedrijf is niet grond- of gebiedsgebonden en hoort vanwege de grootschaligheid en verkeersaantrekkende werking thuis op een industrieterrein. Onderzoek naar uitplaatsing heeft blijkens het voorontwerp niet plaatsgevonden. Verplaatsing naar een bedrijventerrein sluit aan bij provinciaal beleid en de Nota Ruimte om de landschappelijke kwaliteiten van nationale landschappen te waarborgen. Ad 1. De planopzet is gewijzigd na de ingediende inspraak- en vooroverlegreacties. Zo is er geen sprake meer van verplaatsing van de tweede bedrijfswoning en aanleg van een grondwal van 6 meter. Vooropgesteld wordt dat het plan niet voorziet in een vergroting van het bestemmingsvlak. De uitbreiding van de buitenopslag wordt geheel gerealiseerd binnen het huidige bestemmingsvlak niet-agrarisch bedrijf. Het plan beoogt een uitbreiding van de buitenopslagcapaciteit en de aanleg van enkele afschermende akoestische voorzieningen mogelijk te maken. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Hengelo Vorden is een buitenopslag tot m2 en een maximale hoogte van 4 meter toegestaan. In de praktijk blijkt dit onvoldoende om de capaciteit die is toegestaan op basis van de vigerende provinciale milieuvergunning op te slaan, vanwege de wijze van opslaan van grond en puingranulaat en de benodigde manoevreerruimte voor het materieel. Om het bedrijf de ruimte te bieden de capaciteit die op basis van de milieuvergunning is toegestaan op te slaan wordt het bestemmingsplan herzien. Om het omliggende landschap niet aan te tasten is de uitbreiding van de opslagcapaciteit gezocht in een vergroting van het oppervlak waar opslag wordt toegestaan in plaats van bijvoorbeeld de opslaghoogte te vergroten. Voor de uitbreiding van de opslagcapaciteit naar m2 is voldoende ruimte binnen de bestaande bestemming niet-agrarisch bedrijf. Samengevat is er ruimtelijk sprake van een geringe uitbreiding van de aard, schaal en omvang van de bedrijfsactiviteiten. Onderzoek naar verplaatsing van het bedrijf is ruimtelijk niet noodzakelijk en bedrijfseconomisch niet rendabel. Milieutechnisch is er geen sprake van een uitbreiding van activiteiten, alleen de locatie van de opslag binnen de inrichting wijzigt. Rondom de opslag is in de bestaande situatie al een grondwal met afschermende beplanting aanwezig. Deze wordt verplaatst, zodat het gehele opslagterrein landschappelijk wordt ingepast. 2. De locatie ligt dicht bij de EHS. Hier geldt een nee, tenzij principe. Aantasting van de kwaliteit en de samenhang is in de EHS niet toegestaan. De gevolgen van het plan voor de EHS zijn niet onderzocht. Ook de consequenties voor de beschermde en/of rode lijstsoorten die mogelijk in de omgeving voorkomen zijn niet onderzocht. Onderzoek naar mogelijke hervestiging van het bedrijf elders is niet uitgevoerd. Hiermee voldoet het plan niet aan het preventieve beschermingsbeleid voor de EHS om de basiskwaliteiten te beschermen en te verbeteren. Uitbreiding in de omgeving van de EHS zal zijn weerslag hebben op herstel- en ontwikkelingsopgaven in de EHS. Ad 2. Het perceel grenst aan oostzijde aan de EHS natuur en aan de noordzijde aan de EHS verweven. Binnen de EHS geldt een nee, tenzij principe. Voor gebieden die buiten de EHS zijn gelegen gelden geen nadere voorwaarden. Uit de quickscan flora en fauna (die als bijlage bij het bestemmingsplan is gevoegd) blijkt dat het plan geen nadelige consequenties heeft voor de natuurwaarden. Er vindt geen uitbreiding (meer) plaats van het bestemmingsvlak niet-agrarisch bedrijf. Zie verder ad 1.

4 3. De locatie is gelegen in het Waardevol en Nationaal Landschap de Graafschap. Hier is geen rekening mee gehouden. Aantasting van de gebiedskwaliteiten is niet toegestaan. Ad 3. Het plangebied valt binnen deelgebied 1 landgoedlandschap van Waardevol landschap De Graafschap. De kernkwaliteiten voor dit deelgebied zijn: - talrijke landgoederen als samenhangende ruimtelijk eenheden bestaande uit een statig huis, (oprij)lanen, historische tuin, bos, landerijen; - oost-west stromende gekanaliseerde beken in halfgesloten landschap; - halfgesloten landschap met mozaïek van bossen, weilanden en grote boerderijen; parkachtige uitstraling. In de bestaande situatie is de opslag van het bedrijf landschappelijk ingepast door struweel/singel. In de nieuwe situatie wordt het bedrijf landschappelijk ingepast passend bij de kernkwaliteiten van het Waardevol landschap. Er vindt geen uitbreiding van bebouwing plaats. Rondom de uitbreiding van de opslag zal een zelfde groene afscherming worden aangebracht, om het geheel juist in te passen in het waardevolle landschap. Daarnaast wordt er ook een singel/struweel versterkt op gronden ten oosten van het bedrijf. Er komt een boomgaard die de toegangsweg naar het bedrijf markeert. 4. Het natuuronderzoek is gedaan in de maand november, wat een rustseizoen is. Veldonderzoek is daarom ongeschikt in deze periode en met dit onderzoek wordt niet voldaan aan de richtlijnen die horen bij een passend natuuronderzoek. Ad 4. De quickscan is op 8 oktober 2008 uitgevoerd. Tijdens deze scan is zowel gelet op de aanwezige waarden als de mogelijke waarden die tijdens andere seizoenen aanwezig zouden kunnen zijn. De quickscan geeft voldoende inzicht in de aanwezige en te verwachten beschermde soorten. Aanvullend flora- en faunaonderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht. 5. In de toelichting wordt gesteld dat het plan een vorm is van saldering. Er is echter sprake van een toename van verstening van het landelijk gebied en toename van bedrijvigheid met gevolgen voor de omgeving. Ad 5. Het verplaatsen van de woning betrof de sloop van de bestaande bedrijfswoning. Deze zou op een andere locatie teruggebouwd, waardoor geen sprake zou zijn van een toename van verstening in het buitengebied. Na afloop van de terinzagelegging van het voorontwerp-bestemmingsplan is aanvullend akoestisch onderzoek verricht. Uit dit onderzoek blijkt dat verplaatsing van de woning niet noodzakelijk is om aan de akoestische eisen te voldoen. De woning zal daarom niet worden verplaatst. 6. Het huidige bestemmingsplan onderstreept via de bestemmingsaanduiding agrarisch gebied met hoge natuur- en landschapswaarden de te beschermen kwaliteiten van de locatie. Die bestemming sluit aan bij het streekplan, de uitwerking Kernkwaliteiten EHS en de kernkwaliteiten waardevolle landschappen, alsmede de Nota Ruimte. Er is geen reden om van deze beschermende kaders af te stappen. Ad 6. Verplaatsing van de bedrijfswoning en uitbreiding van de bestemming nietagrarisch bedrijf is niet meer aan de orde. Zie verder ad 1. De beschermende kaders zijn in acht genomen. Het bestemmingsplan beoogt de opslagcapaciteit van het bedrijf af te stemmen op de vigerende milieuvergunning. Er vindt geen uitbreiding van de bestemming plaats en het bedrijf wordt ingepast door rondom de opslag een grondwal met afschermende beplanting aan te leggen.

5 7. De conclusie is dat het plan de duurzame bescherming van de omgevingskwaliteiten ondergraaft. Er wordt verzocht om actief te zoeken naar een alternatieve bedrijfslocatie. Ad 7. Zoals ad. 1 aangegeven is er geen sprake van uitbreiding van het nietagrarische bestemmingsvlak. Het bestemmingsplan wordt herzien om de activiteiten die op basis van de vigerende milieuvergunning mogelijk zijn ruimte te bieden.

6 Inspraakreactie Witjes milieuadvies namens Enzerink B.V. 1. Verzocht wordt om de hoogte van de grondwal juist op te nemen in het bestemmingsplan. De grondwal wordt niet 3 meter hoog, maar 6 meter. Ad 1. Dit is correct. Ten tijde van de terinzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan omvatten de plannen nog een hoogte van de grondwal van 6 meter. Inmiddels is de aanleg van de bewuste grondwal vervallen.

7 Vooroverlegreactie provincie Gelderland 1. De mogelijkheden voor uitbreiding van niet-agrarische bedrijven hangen af van de gebiedsgebondenheid aan het buitengebied of de gebiedspassenheid van het bedrijf in de omgeving. Het aannemersbedrijf is een niet-gebiedsgebonden bedrijf. De mate van gebiedspassendheid is afhankelijk van de aard, de schaal en de omvang van de bedrijfsactiviteiten en hoe dit zich verhoudt tot de typologie van het omliggende landschap. Het plan mag geen afbreuk doen aan de kernkwaliteiten van het Waardevol landschap De Graafschap, maar moet juist leiden tot een versterking van de kernkwaliteiten. Dit kan plaatsvinden door middel van een ruimtelijke kwaliteitsbijdrage. Zie Gelderse milieufederatie, ad Het plan maakt niet duidelijk wat de impact van de verdubbeling van de opslagcapaciteit is op de kernkwaliteiten van het Waardevol landschap en welke bijdrage geleverd wordt aan de versterking van de kernkwaliteiten, waarmee de gebiedspassendheid wordt onderbouwd. Zie Gelderse milieufederatie, ad De hoogte van de grondwal is niet duidelijk. De aanleg van de grondwal is niet meer van toepassing. 4. De uitbreiding mag niet leiden tot een onaanvaardbare toename van het aantal verkeersbewegingen en dient milieutechnisch verantwoord te zijn. Het plan stelt geen dat er geen substantiële toename van verkeersbelasting is. De onderbouwing hiervoor ontbreekt. Het plan beoogt een uitbreiding van de opslagmogelijkheden van het bedrijf mogelijk te maken binnen de bestaande bestemming niet-agrarisch bedrijf. De toegestane opslagcapaciteit is afgestemd op de vigerende provinciale milieuvergunning. Er wordt geen milieutechnische uitbreiding van bedrijfsactiviteiten mogelijk gemaakt. Bijgevolg is er ook geen sprake van een substantiële toename van de verkeersbelasting. 5. Bij het akoestisch onderzoek is men uitgegaan van de representatieve bedrijfssituatie uit Niet duidelijk is of de nieuwe situatie hier ook mee wordt gedekt en in welk kader dit onderzoek is gedaan. Naar aanleiding van het gesprek met de eigenaar van het aangrenzende Varsselseweg 47 hebben een nieuwe geluidsmeting en onderzoek plaatsgevonden. Deze zal als bijlage bij het ontwerp-bestemmingsplan worden gevoegd. De conclusies van dit aanvullende onderzoek zijn de volgende: - De grenswaarden uit de vigerende milieuvergunning worden in de avond en nacht niet overschreden; - Overdag worden de grenswaarden voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus bij de woning Varsselseweg 47 aan de zuidzijde overschreden met 1 db(a). De piekniveaus liggen in dat punt overdag 6 db(a) boven de grenswaarden. Dat komt doordat de afscherming (zuidzijde entree) buiten beschouwing is gelaten. De geluidmetingen laten derhalve zien dat de afscherming voor de avond en nacht niet noodzakelijk is, maar wel voor de dagsituatie.

8 Derhalve worden maatregelen genomen. Wanneer langs de weegbrug een 12 m lang en 2 m hoge afscherming wordt geplaatst richting de woningen aan de zuidzijde kan in alle punten bij de woning Varsselseweg 47 aan de eisen uit de vigerende milieuvergunning worden voldaan. Daarnaast wordt een 3 meter hoge afscherming bij de containeropslagplaats en een verhoging van de bestaande keerwand bij de wasplaats van 3 m naar 3,4 m voorzien om aan de grenswaarden m.b.t. de piekniveaus te voldoen. 6. Is de nieuwe plek voor de te verplaatsen woning milieutechnisch de beste plek en hoe verhoudt zich dit tot de kernkwaliteiten? De noodzaak om de bedrijfswoning Varsselseweg 49 te verplaatsen is niet meer aanwezig. De woning blijft staan op de huidige locatie.