BESLUIT 1 BESLISSING. Dienst Water en Milieu

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT 1 BESLISSING. Dienst Water en Milieu"

Transcriptie

1 Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax BESLUIT Datum 17 januari 2005 Sector V&H/Ketenbeheer Nummer 2005WEM005472i Referentie B.Biemans Uw brief van Doorkiesnummer Uw nummer Faxnummer Onderwerp Besluit Wet milieubeheer; Gemeente Baarn Besluit op het verzoek van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn - ontvangstdatum 21 oktober 2004 en aangevuld op 20 december 2004, 14 januari 2005, 26 juli 2005 en 7 september om een vergunning ingevolge artikel 8.1, eerste lid onder a en c van de Wet milieubeheer voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting bestaande uit een gemeentewerf en een afvalbrengpunt voor particulieren. De inrichting is gelegen aan de Drakenburgerweg 21 te Baarn, kadastraal bekend gemeente Baarn, sectie H, onder nummer 1588 (gedeeltelijk), 2108 (gedeeltelijk) en 2410 (gedeeltelijk). 1 BESLISSING Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer, de Algemene wet bestuursrecht, het Milieubeleidsplan Provincie Utrecht en het Landelijk afvalbeheerplan en gelet op hetgeen onder punt 2 en volgende wordt overwogen, besluiten wij: 1. Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn de gevraagde vergunning te verlenen voor een gemeentewerf en een afvalbrengpunt voor particulieren voor een periode van 10 jaar na het van kracht worden van deze vergunning; 2. de bij dit besluit behorende gewaarmerkte aanvraag deel te laten uitmaken van dit besluit, voor zover de voorschriften en de considerans niet anders bepalen; 3. aan de vergunning de voorschriften te verbinden zoals die zijn opgenomen in het bijbehorende voorschriftenpakket. Het provinciehuis is per openbaar vervoer vanaf Utrecht CS te bereiken via GVU-lijn 11 (richting De Uithof). Heeft u klachten'? Provinciale klachtencommissie,

2 2 BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING De inrichting betreft een gemeentewerf en een afvalbrengpunt (milieustraat). Afvalbrengpunt Bij het afvalbrengpunt kunnen particulieren de volgende afvalstoffen afgeven: glas, papier/karton, kleding, tuinafval, wit- en bruingoed, kca, afvalgasflessen, kunststoffen, (non)-ferro-afvalstoffen, hout (A-, B- en C-hout), zand/grond, schoon puin, bouw- en sloopafval, dakleer, autobanden, asbest en restafval. Op het terrein van de inrichting zijn hiervoor diverse afvalcontainers geplaatst waarin de afvalstoffen gescheiden worden opgeslagen. Daarnaast is een kca-depot op de inrichting aanwezig. Het kca-depot bestaat uit een voorsorteerruimte waar het kca wordt afgegeven en tijdelijk in boxen wordt opgeslagen en een opslagruimte. Aan het eind van de dag worden de boxen naar de feitelijk opslag binnen het depot gebracht en per categorie, gescheiden van elkaar, opgeslagen. In het kca-depot bevindt zich tevens een opslagkast voor ongediertebestrijdingsmiddelen. Afgewerkte olie wordt in een tank met een inhoud van 2500 liter bewaard, welke gelegen is onder een afdak in een kelder naast het kca-depot. Afvalgasflessen worden in een aparte ruimte in het kca-depot opgeslagen. Het afvalbrengpunt is op werkdagen en zaterdagen opengesteld voor het inleveren van afvalstoffen door inwoners van de gemeente Baarn (uitsluitend particulieren). Afval van bedrijven wordt niet geaccepteerd. Gemeentewerf De gemeentewerf heeft een groot gedeelte van het oppervlak van het terrein in gebruik waarop drie gebouwen zijn gerealiseerd. Eén gebouw is ingericht als was/kleedruimte voor personeel, kantoorruimte en de kantine. Het tweede gebouw (deels kca-depot) bestaat uit diverse ruimten voor stalling van goederen en materialen (onder andere inboedels na huisuitzettingen). Het derde gebouw is opgesplitst in: - stallingsruimte voor motorvoertuigen; - diverse werkplaatsen (onderhoudswerkplaats, timmerwerkplaats en schilderwerkplaats); - een opslagplaats voor materieel voor wegenonderhoud; - een stalling voor de bronbemaling; - loodsen ten behoeve van de opslag van strooizout (maximaal 300 ton), wegenzand (maximaal 100 ton) en wegafzettingsmateriaal/schragen. In de stallingsruimte voor motorvoertuigen wordt materieel van de gemeente (wagens, strooiwagens, fietspadstrooier, etc.) gestald. In de stalling voor de vuilniswagens is eveneens een gekoelde kadaveropslag aanwezig. In de onderhoudswerkplaats worden onderhoudswerkzaamheden en inspecties aan eigen voertuigen en werktuigen uitgevoerd en worden oliën en smeer- en koelmiddelen opgeslagen. In de aangrenzende, aparte ruimte is een acculader geplaatst ten behoeve van de elektrische heftruck. In de timmerwerkplaats worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van gemeentelijke gebouwen en voorzieningen. Daarnaast is een magazijn voor materialen, gereedschappen en lijm aanwezig. In de schilderswerkplaats worden schilderswerkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van gemeentelijke eigendommen. Er is geen spuitruimte aanwezig. In de schilderswerkplaats bevindt zich een verfopslag conform CPR Op het buitenterrein is daarnaast aanwezig: - een opslagplaats voor bestratingsmaterialen; - een opslagplaats voor weggesleepte auto s (op basis van de APV) en fietsen. Deze auto s en fietsen worden hier tijdelijk gestald tot deze worden afgehaald door eigenaar. - een wasplaats; - een dieselopslagtank (inhoud liter); - een tankplaats voor eigen voertuigen; Provincie Utrecht 2 Gemeente Baarn

3 - een opslagplaats voor veegvuil en kolkenslib. Momenteel is hiervoor een container in gebruik die in een verlaagde bak is geplaatst. Na aanpassing van de bak (aanleg extra ontwateringsgoten en vloeistofdicht maken van de bak) zal het veegvuil en het kolkenslib rechtstreeks in de bak worden gestort. Na ontwatering wordt het slib met een shovel in een containerauto geladen en afgevoerd. Water wat vrijkomt uit het slib wordt via een olie/water/slibafscheider geloosd op de riolering. 3 PROCEDURELE ASPECTEN 3.1 Vergunningsituatie Op 20 september 1994 is aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn een revisievergunning, nr , verleend voor een milieustraat en een gemeentewerf. Op 17 december 1996 is een veranderingsvergunning, nr , verleend. Op 23 april 2002 is de vergunning ambtshalve gewijzigd (nr. 2002WEM0041). Daarnaast is op 3 februari 1997 een melding conform artikel 8.19 van de Wm geaccepteerd (nr ). De voornoemde vergunningen zijn geëxpireerd op 1 november Procedure Met betrekking tot dit verzoek is de procedure ingevolge de paragrafen 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) gevolgd. De inrichting, waarvoor vergunning wordt gevraagd is een inrichting als bedoeld in categorie 28.4 onder a, 1 en 5 en c, 1 van bijlage I, behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb). Voor deze inrichting zijn wij het bevoegd gezag. Bij brief van 16 november 2004 hebben wij verzocht om aanvullende gegevens met betrekking tot de aanvraag. Deze gegevens hebben wij ontvangen op 16 december 2004 en zijn gevoegd bij de aanvraag. Het betreft gegevens omtrent het geluidsscherm, de kadaveropslag, de plattegrondtekening en energiegegevens. Daarnaast hebben wij op 14 januari 2005 aanvullende gegevens ontvangen. Het betreft aanvullende gegevens omtrent de opslag van weggesleepte auto s. De overgelegde bescheiden voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 5 van het Ivb. De ontwerpbeschikking heeft van 13 april 2005 tot en met 11 mei 2005 ter inzage gelegen. Tot 12 mei 2005 bestond de mogelijkheid om tegen het ontwerpbesluit adviezen en bedenkingen in te brengen. Op 10 mei 2005 hebben wij bedenkingen ontvangen van de gemeente Baarn. Tijdens een controle, uitgevoerd gedurende de termijn dat de ontwerpbeschikking ter inzage lag, is gebleken dat de huidige situatie in het kca-depot niet overeenkomt met hetgeen opgenomen in de richtlijn CPR 15-1 en Leidraad bij de interpretatie van de richtlijn opslag gevaarlijke stoffen in emballage (CPR 15-1) ten behoeve van overheidsdepots voor klein chemisch afval (inmiddels vervangen door PGS 15) en de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ontwerpbeschikking. In overleg met de gemeente Baarn is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om het kca-depot aan te passen zodat wel aan (inmiddels) PGS 15 wordt voldaan. Op 26 juli 2005 en 7 september 2005 hebben wij aanvullende gegevens ontvangen van de gemeente Baarn met een voorstel tot aanpassing van het kcadepot. Provincie Utrecht 3 Gemeente Baarn

4 In de aanvullende gegevens is daarnaast aangegeven dat het overschenken van afvalvloeistoffen niet meer plaatsvindt. De gemeente accepteert uitsluitend nog gesloten verpakkingen. Deze verpakkingen worden direct in de transportverpakking geplaatst. Hiermee is de noodzaak van de tank voor afgewerkte olie komen te vervallen. De gemeente Baarn heeft aangegeven dat de tank inmiddels gereinigd en onklaar is gemaakt. De tank zal niet meer gebruikt worden. De aanpassing van de ontwerpbeschikking op deze punten zijn zodanig, dat wij besloten hebben een herziene ontwerpbeschikking af te geven. In deze herziene ontwerpbeschikking zijn eveneens de bedenkingen behandeld welke zijn ingediend naar aanleiding van de ontwerpbeschikking. 3.3 Coördinatie Wet verontreiniging oppervlaktewateren Zoals aangegeven hebben wij op 21 oktober 2004 de aanvraag voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) ontvangen van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn. Op deze datum is voor dezelfde inrichting een aanvraag voor een vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) binnengekomen bij Waterschap Vallei & Eem. De behandeling van de aanvragen ingevolge de Wm en ingevolge de Wvo wordt door ons gecoördineerd. Daarnaast dienen wij op grond van artikel 8.32 Wm de invloed aan te geven die de samenhang tussen de beschikkingen op de onderscheidene aanvragen heeft gehad op de inhoud van de vergunning. Dit houdt in dat bij het behandelen van een vergunningaanvraag voor een inrichting die zowel Wm- als Wvo-vergunningplichtig is procedurele en inhoudelijke afstemming moet plaatsvinden. De Wvo is de wet voor waterkwaliteitsbeheer en ziet toe op de milieuaspecten bij een verantwoorde verzameling van en reiniging van afvalwaterstromen uit meerdere bronnen, op de doelmatige werking van de communale afvalwaterzuiveringsinstallatie met bijbehorende apparatuur, op de kwaliteit van het zuiveringsslib en op de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater. De Wm daarentegen ziet toe op meerdere milieuaspecten. In deze situatie gaat het om het doelmatig overbrengen van afvalwater uit de bron naar de plaats waar afvalstromen van meerdere vervuilers samenkomen, de goede en doelmatige werking van het rioolslib per vervuiler, de bijbehorende apparatuur en de kwaliteit van het rioolslib. Voor zowel de Wvo- als de Wm-vergunning is de lozingseis voor minerale olie van belang. Omtrent de voorschriften waarin deze eis is opgenomen heeft dan ook afstemming plaatsgevonden met het Waterschap Vallei & Eem. Ook voor wat betreft de voorzieningen die noodzakelijk zijn om aan de opgenomen lozingseis te voldoen heeft afstemming plaatsgevonden. In beide vergunningen zijn met betrekking tot deze punten dezelfde eisen opgenomen Woningwet De Wm-vergunning vereist een bouwvergunning in verband met het plaatsen van een geluidsscherm. Deze vergunning zal te zijner tijd bij de gemeente worden aangevraagd. Een afschrift van deze aanvraag dient aan ons te worden overlegd. De Wm-vergunning treedt niet in werking zolang de bouwvergunning niet is verleend (ingevolge artikel 20.8). 4 TOETSINGSKADER VOOR DE AANVRAAG De artikelen 8.8 tot en met 8.10 van de Wet milieubeheer omvatten het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Provincie Utrecht 4 Gemeente Baarn

5 De vergunning kan alleen in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd (artikel 8.10 Wm). In de artikelen 8.8 en 8.9 van de Wm is het criterium het belang van de bescherming van het milieu verder uitgewerkt. In artikel 8.8 worden drie soorten richtinggevende aspecten genoemd, te weten: - de aspecten die wij in ieder geval bij onze beslissing op de aanvraag moeten betrekken; - de aspecten waarmee wij in ieder geval bij onze beslissing op de aanvraag rekening moeten houden; - de aspecten die wij in ieder geval bij onze beslissing op de aanvraag in acht moeten nemen. In artikel 8.9 wordt bepaald dat de beslissing op de aanvraag niet in strijd mag zijn met een regeling gebaseerd op de Wm of op een andere milieuwet, die is genoemd in artikel 13.1, tweede lid Wm. Het toetsingskader wordt voor deze vergunningaanvraag hierna onder de punten 5 tot en met 8 nader uitgewerkt. 5 ASPECTEN DIE BIJ DEZE BESLISSING WORDEN BETROKKEN Bij de beslissing op de aanvraag moeten wij als bevoegd gezag ingevolge artikel 8.8, eerste lid van de Wm in ieder geval het volgende betrekken. 5.1 De bestaande toestand van het milieu, voorzover de inrichting daarvoor gevolgen kan hebben Algemeen De inrichting is gelegen aan de rand van een woonwijk. Hierop is bestemmingsplan Noord/Noord-West, nummer 1998REG , d.d. 27 oktober 1998, van toepassing. Er bestaan (nog niet concrete) plannen om de gemeentewerf en afvalbrengpunt binnen 5 tot 10 jaar te verplaatsen naar een industrieterrein in Baarn. De inrichting is niet in een natuurbeschermingsgebied gelegen Geluid De dichtstbijzijnde woning is op circa 20 meter gelegen van de terreingrens (J.F. Kennedylaan). De geluidsbelasting van de aangevraagde inrichting is getoetst aan het gestelde in de Handreiking industrielawaai en vergunning verlening. Klachten met betrekking tot geluidsoverlast afkomstig van de inrichting zijn niet bekend Lucht De achtergrondconcentratie voor fijn stof (PM10) en NO 2 ter hoogte van de inrichting in het jaar 2003 bedroeg respectievelijk 34 en 30 microgram per m³ Bodem Bij de aanvraag is een historisch onderzoek (Grondwateronderzoek gemeente Baarn. d.d. 25 november 2004, kenmerk ) gevoegd waarin een inventarisatie van de bestaande peilbuizen is opgenomen. In het historisch onderzoek wordt verwezen naar twee bodemonderzoeken (Indicatief bodem- en grondwateronderzoek olietank gemeentewerf, Grontmij NV, juli 1988 en Nader onderzoek naar bodemverontreiniging op de locatie Kennedylaan/Drakenburgerweg te Baarn, Grontmij NV, juli 1992). Deze bodemonderzoeken zijn echter verouderd. Tevens is onduidelijk welke bodembedreigende activiteiten tussen 1992 en heden hebben (kunnen) plaatsvinden. Provincie Utrecht 5 Gemeente Baarn

6 Een nieuw onderzoek dient daarom te worden verricht op die locaties waar bodembedreigende activiteiten plaatsvinden. Het nulsituatieonderzoek is bedoeld om de referentiewaarde voor de kwaliteit van de bodem en het grondwater vast te stellen aan de hand waarvan later bepaald kan worden of nieuwe verontreinigingen in de bodem terecht zijn gekomen. Voorts zal worden verplicht dat een eindonderzoek naar de bodemkwaliteit plaatsvindt. Indien uit het eindonderzoek blijkt dat de bodem en/of grondwater is verontreinigd kunnen saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn Oppervlaktewater De gevolgen van de activiteiten binnen de inrichting voor de kwaliteit van het oppervlaktewater zijn tot op heden niet beoordeeld. In het kader van deze procedure worden de gevolgen beoordeeld in de aanvraag om vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). 5.2 De -directe en indirecte- gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken en de mogelijkheden tot de bescherming van het milieu; Het in werking hebben van de inrichting kan met name gevolgen hebben voor: Geluid /verkeersbewegingen/trillingen Algemeen Als gevolg van de activiteiten van de inrichting ontstaat geluid naar de omgeving. Het geluid wordt veroorzaakt door transportbewegingen, door activiteiten op het buitenterrein, door activiteiten binnen het bebouwde deel van de inrichting en door installaties buiten deze bebouwing. De akoestisch relevante activiteiten in de inrichting vinden in hoofdzakelijk in de dagperiode plaats. In de avond- en nachtperiode vinden in de representatieve bedrijfssituatie enkele transportbewegingen met bestelwagens en personenwagens plaats. Naast de activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie vindt gladheidbestrijding plaats. Het aantal keer dat dergelijke activiteiten plaatsvinden is vooraf niet vast te leggen. De inrichting is gelegen in de bebouwde kom van Baarn. De meest nabij gelegen woningen van derden bevinden zich op circa 20 meter vanaf de inrichting. Op korte afstand van de inrichting is de rijksweg A1 gelegen. Een akoestisch rapport waarin de geluidsemissie/-immissie is beschreven is aan de aanvraag toegevoegd (Oranjewoud, projectnummer , d.d. 14 oktober 2004). Normstelling Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau De te stellen geluidsgrenswaarden worden gebaseerd op de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening van oktober Een gemeentelijke nota industrielawaai is niet vastgesteld. Voor het stellen van grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) voor de geluidsemissie van de inrichting wordt uitgegaan van de richtwaarden in hoofdstuk 4 van de Handreiking. De geluidsgrenswaarden worden gesteld ter plaatse van woningen van derden of andere geluidsgevoelige bestemmingen. Het gebied waarin de woningen van derden of andere geluidsgevoelige objecten zijn gelegen is conform de Handreiking te typeren als woonwijk in de stad. De richtwaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) voor dit type woonomgeving bedragen 50 db(a) voor de dag-, 45 db(a) voor de avond- en 40 db(a) voor de nachtperiode. Provincie Utrecht 6 Gemeente Baarn

7 Maximaal geluidsniveau Gestreefd wordt naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus (L Amax ) die meer dan 10 db boven het aanwezige langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) uitkomen. Als hoogst toelaatbare grenswaarden voor het L Amax geldt 70 db(a) voor de dag-, 65 db(a) voor de avond- en 60 db(a) voor de nachtperiode. Indirecte hinder, het verkeer van en naar de inrichting Verkeersbewegingen van en naar de inrichting, dat wil zeggen buiten de inrichting, worden analoog aan de circulaire 'Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer' van 29 februari 1996 uitsluitend en separaat getoetst aan de hand van het door die verkeersbewegingen veroorzaakte equivalente geluidsniveau. De beoordeling behoeft slechts te worden uitgevoerd voor zover het verkeer van en naar de inrichting is te onderscheiden van het heersende verkeersbeeld. De voorkeursgrenswaarde voor het geluidsniveau bedraagt 50 db(a) en de maximale grenswaarde bedraagt 65 db(a). Toetsing Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat in de representatieve bedrijfssituatie en de situatie inclusief gladheidbestrijding wordt voldaan aan de richtwaarde in zowel de dag-, avond- en nachtperiode. Maximaal geluidsniveau In de representatieve bedrijfssituatie wordt het maximale geluidsniveau in de dagperiode overschreden. De overschrijding wordt veroorzaakt door diverse activiteiten onder andere laad- en losactiviteiten, containerwissel en het legen van de glascontainer. Maatgevend is het legen van de glascontainer. Indien het legen van de glascontainer niet in beschouwing wordt genomen vindt nog altijd een overschrijding plaats. Deze overschrijding kan worden voorkomen door het plaatsen van een geluidsscherm met een hoogte van 3 meter en een lengte van circa 70 meter. Met de realisatie van het scherm is er uitsluitend nog een overschrijding tijdens het legen van de container. Het treffen van maatregelen aan het legen van de glascontainer is in alle redelijkheid niet mogelijk. Gelet op de geringe frequentie van het legen van de glascontainer wordt deze uitgezonderd van toetsing aan de grenswaarden voor het L Amax. De gemeente is voornemens het scherm te realiseren. Aangezien met het geluidsscherm niet voldaan kan worden aan de bepalingen van het geldende bestemmingsplan dient een procedure conform artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gevolgd te worden. De gemeente is deze procedure inmiddels gestart. Daarnaast is een bouwvergunning in het kader van de woningwet nodig voor het plaatsen van het scherm. Tijdens gladheidbestrijding (calamiteitenbestrijding) vindt in de nachtperiode een overschrijding plaats van ten hoogste 4 db. De overschrijding wordt veroorzaakt door het rijden en optrekken van de zoutstrooiwagen. Het treffen van maatregelen aan deze wagen is in alle redelijkheid niet mogelijk. Overeenkomstig de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening is het mogelijk om voor dit soort activiteiten (calamiteitenbestrijding) in de nachtperiode een verhoging van 5 db(a) op de maximale grenswaarde van 60 db(a) toe te staan. Gelet op het maatschappelijk belang van deze activiteit, wordt een verhoging van het maximaal geluidsniveau met maximaal 4 db aanvaardbaar geacht. Indirecte hinder Ter plaatse van de woningen van derden die zijn gelegen op de aan- en afrijroute van de inrichting is het verkeer van de inrichting niet meer als zodanig te herkennen. Provincie Utrecht 7 Gemeente Baarn

8 ALARA (As Low As Reasonably Achievable) In de aanvraag is aangegeven welke maatregelen nog mogelijk zijn om de geluidsemissie verder te beperken. Wij zijn van oordeel dat gezien de reductie van de geluidsbelasting die behaald kan worden met de in de aanvraag genoemde maatregelen, invulling wordt gegeven aan het ALARA-beginsel, namelijk het bieden via de vergunningvoorschriften van de grootst mogelijke bescherming voor het milieu, tenzij dit redelijkerwijs niet gevergd kan worden). Trillingshinder Gezien de aangevraagde bedrijfsactiviteiten in relatie tot de afstanden tot woningen of andere geluidsgevoelige objecten behoeft voor trillingshinder niet te worden gevreesd. Wij hebben het dan ook niet nodig geacht om trillingsvoorschriften op te nemen in de vergunning Lucht Emissies van stoffen naar de lucht, waarvoor geen direct werkende besluiten zijn geformuleerd, moeten voldoen aan de Nederlandse emissierichtlijn (NeR). In onderstaande paragraaf wordt ingegaan op: - geurhinder ten gevolge van de op- en overslag van RKG-slib en kadavers; - stofhinder; - emissie van vluchtige organische stoffen (VOS); - emissie van lasrook; - overige emissies. Voor de immissies van fijn stof, NO 2, benzeen, lood en SO 2 heeft toetsing plaatsgevonden aan het Besluit luchtkwaliteit. Geuremissie Ten gevolge van de opslag van kadavers, de ontwatering en op- en overslag van RKG-slib en de opslag van groenafval zou geuremissie kunnen plaatsvinden. In de kadaverbak worden kadavers van voornamelijk huisdieren opgeslagen die door particulieren en de gemeentedienst worden gebracht. De kadaverbak is gekoeld, gesloten en in de stalling geplaatst. Daarnaast worden de kadavers frequent afgevoerd. Deze voorzieningen maakt het niet waarschijnlijk dat geurhinder naar de omgeving optreedt. Om te voorkomen dat RKG-slib en groenafval gaat rotten, moet de opvangvoorziening regelmatig worden geleegd en bij eventuele geurhinder direct worden geleegd. Om geurhinder ten gevolge van de opslag en ontwatering van kolkenslib en veegvuil en de opslag van groenafval te voorkomen is in de voorschriften opgenomen dat bij optredende geurhinder de opvangvoorziening moet worden afgedekt. Indien toch nog onaanvaardbare geurhinder wordt geconstateerd dienen technische en/of organisatorische maatregelen (bv. directe afvoer van de geuroverlast veroorzakende materialen) te worden getroffen om dit op te heffen. Stofemissie Stofvorming kan ontstaan bij de op- en overslag van bouw- en sloopafval, grond, wegenzand en strooizout. Deze stoffen worden in containers opgeslagen of los gestort tussen keerwanden (onder overkapping). Deze maatregelen zijn voldoende om de stofemissies te beperken. In de timmerwerkplaats vindt houtbewerking plaats. De aanwezige machines zijn gekoppeld aan een afzuiginstallaties met een eigen stoffilter. In het filter wordt houtstof afgevangen en vervolgens opgeslagen in zakken. De afzuiginstallatie blaast de gereinigde lucht terug in de werkruimte en indirect naar de buitenlucht. De emissies van stof moet voldoen aan de NeR (emissie-eis van 5 mg/m 3 ). Provincie Utrecht 8 Gemeente Baarn

9 VOS-emissie Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting op beperkte schaal verf- en lijmwerkzaamheden worden uitgevoerd. Bij deze werkzaamheden treedt emissie op van VOS. De werkzaamheden vallen onder de activiteiten Andere coatingprocessen en Aanbrengen van een lijmlaag van het Oplosmiddelenbesluit. Gezien de beperkte schaal zal het verbruik van VOS-houdende producten naar verwachting niet leiden tot een overschrijding van de in het Oplosmiddelenbesluit gestelde drempelwaarden van 5 ton VOS/jaar. Het Besluit is dan ook niet van toepassing. Dit dient jaarlijks te worden gecontroleerd middels een eenvoudige VOS-boekhouding. Emissie van lasrook Binnen de inrichting worden lasactiviteiten uitgevoerd aan roestvaststaal (RVS). Bij het lassen ontstaat lasrook dat in hoofdzaak bestaat uit stof en gasvormige componenten (CO, NO x, O 3, metaaldampen etc.). Daarnaast komen bij het lassen aan RVS Cr(VI)-verbindingen vrij. Voor dit type verbindingen geldt op grond van de Nederlandse emissierichtlijn Lucht (NeR) een minimalisatieverplichting. Dit betekent dat voor procesemissies van deze stof het streven op nul-emissie moet zijn gericht. Of lasrook dat onstaat bij het het lassen aan RVS daadwerkelijk moet worden gereinigd, is afhankelijk van het RVS lasdraad/elektrode verbruik per jaar. Uit de aanvraag blijkt dat het verbruik aan RVS lasdraad/elektrode maximaal 32 kg per jaar bedraagt. Hiermee blijft het verbruik onder de 200 kg per jaar, wat als drempelwaarde wordt genoemd in het werkboek Milieumaatregelen metaal- en elektrotechnische industrie van maart Het voorschrijven van voorzieningen om de lasrookemissie ten gevolge van lassen aan RVS terug te dringen is gezien het verbruik niet redelijk te noemen. Wel wordt een registratieverplichting opgenomen om het verbruik van RVS lasdraad/elektrodes jaarlijks vast te kunnen stellen. Daarnaast worden voorschriften aan de vergunning verbonden met betrekking tot good housekeeping teneinde extra emissis ontstaan door de aanwezigheid van verfresten en andere verontreinigingen op het te lassen oppervlak te verminderen. Daarnaast wordt gelast aan aluminium. Hiervoor wordt dezelfde drempelwaarde gehanteerd en geldt derhalve eveneens het voorgaande. Overige emissies Daarnaast kan luchtverontreiniging plaatsvinden vanuit de binnen de inrichting aanwezige stookinstallaties. Voorschriften die betrekking hebben op het gebruik van toestellen en installaties voor gas, water en elektriciteit vallen onder de leverings- en veiligheidsvoorschriften van de nutsbedrijven. In dat kader worden geen technische eisen gesteld aan de uitvoering van de stookinstallaties en de daarbijbehorende voorzieningen. De stookinstallaties kunnen echter door corrosie worden aangetast of vervuilen, hetgeen kan leiden tot een onvolledige verbranding. De stookinstallaties dienen dan ook periodiek te worden geïnspecteerd, gecontroleerd en gereinigd. Immissies fijn stof, NO 2, benzeen, lood en SO 2 Het Besluit luchtkwaliteit 2005 bevat grenswaarden voor de luchtkwaliteit die door ons in acht worden genomen. Deze grenswaarden geven een niveau van de kwaliteit van de buitenlucht aan, dat binnen een bepaalde termijn moet zijn bereikt, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu. Provincie Utrecht 9 Gemeente Baarn

10 Uit de jaarlijks gerapporteerde cijfers van de gemeente Baarn, waar de inrichting zich bevindt, blijkt dat in de omgeving van de inrichting de achtergrondconcentratie voor zwevende deeltjes (PM10) in 2003 circa 34 microgram per m³ als jaargemiddelde concentratie bedroeg. Gebleken is dat een inrichting waar activiteiten plaatsvinden die veel fijn stof veroorzaken, een bijdrage aan de achtergrondconcentratie levert van maximaal 1 microgram per m³. In deze inrichting worden diverse afvalstoffen (onder andere bouw- en sloopafval en grond) en wegenzand en strooizout opgeslagen. Gesteld kan worden, dat deze activiteiten in geen geval een hogere bijdrage leveren aan de achtergrondconcentratie dan 1 microgram per m³. De totale fijn stof concentratie in de omgeving van de inrichting bedraagt dan maximaal 35 microgram per m³. Hiermee wordt voldaan aan de maximale toegestane grenswaarde voor fijn stof van 40 microgram per m 3 uit het Besluit luchtkwaliteit. Uit de jaarlijks gerapporteerde cijfers van de gemeente Baarn blijkt daarnaast dat in de omgeving van de inrichting de achtergrondconcentratie voor NO 2 in 2003 circa 30 microgram per m³ als jaargemiddelde concentratie bedroeg. Aangezien de inrichting naar verwachting slechts in geringe mate zal bijdragen aan de NO 2 -concentratie, door vervoersbewegingen (personenwagens, vrachtwagens) en stookinstallaties, zal worden voldaan aan de maximaal toegestane grenswaarde voor NO 2 van 40 microgram per m 3 uit het Besluit luchtkwaliteit. De inrichting draagt niet bij aan andere immissies zoals genoemd in het Besluit luchtkwaliteit (benzeen, lood en SO 2 ) Bodem Bodembeschermende voorzieningen Bodemverontreiniging kan worden veroorzaakt door: Onzorgvuldig handelen met bodembelastende vloeistoffen in de werkplaatsen; Afleveren van brandstoffen; Gebruik van wasplaats voor het reinigen van voertuigen en/of andere materialen; Opslag van gevaarlijke stoffen (onder andere verven en aanverwante producten); Opslag en ontwatering van kolkenslib en veegvuil; Opslag van (gevaarlijke) afvalstoffen. Uit de aanvraag blijkt dat de volgende voorzieningen en maatregelen worden getroffen: Vloeistofdichte vloer ten hoogte van de wasplaats, het kca-depot, de opslagplaats voor strooizout, de werkplaats, de opslagplaats voor weggesleepte auto s, de tankplaats en de opslagbak voor kolkenslib en veegvuil. Lekbakken voor de opslag van kca in het kca-depot, de opslag van kleine hoeveelheden oliën en koelmiddelen in de werkplaats, de opslag van kleine hoeveelheid brandstoffen in jerrycans in de opslagplaats voor wegenonderhoud en in de stalling van de bomenploeg; Opslag van verven en aanverwante producten conform CPR 15-1; Opslag van ongediertebestrijdingsmiddelen conform CPR 15-1; Opslag van asbest in een speciale asbestcontainer. Provincie Utrecht 10 Gemeente Baarn

11 Het toetsingskader voor de beoordeling van de bodembeschermende voorzieningen en maatregelen is de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB). Uitgangspunt hierbij is het bereiken van een bodembeschermingsniveau, waarbij gesproken kan worden van een verwaarloosbaar risico op significante bodemverontreiniging (bodemrisicocategorie A). In de NRB zijn specifieke bodembedreigende activiteiten beschreven waarbij steeds de gewenste bodembeschermende maatregelen en voorzieningen zijn aangegeven. Of er sprake is van een bodembelastende situatie hangt af van de aard van de activiteit en de betrokken stoffen. Voor elke bedrijfsmatige activiteit moet dan een afzonderlijk pakket maatregelen en voorzieningen worden vastgesteld dat zo mogelijk leidt tot een verwaarloosbaar risico. Onder maatregelen worden handelingen verstaan die gericht zijn op controle en onderhoud van voorzieningen alsmede toezicht op het juist uitvoeren van de handeling en het gericht ingrijpen in geval van incidenten. De beoordeling van de effectiviteit van de bodembeschermende maatregelen en voorzieningen geschiedt aan de hand van een bodemrisicoanalyse. Hiervoor is gebruik gemaakt van de zogenaamde BodemRisicoChecklist (BRCL, deel A3, paragraaf 3.3 van de NRB). In de voorschriften is vastgelegd dat bodembeschermende voorzieningen moeten worden aangebracht daar waar bovengenoemde bodem- en/of grondwaterverontreinigende (opslag)activiteiten plaatsvinden. Ook is in de voorschriften aangegeven voor welke van deze voorzieningen door een erkende deskundige een geldige PBV-verklaring (Projectbureau Plan Bodembeschermende Voorziening) moet zijn afgegeven. De volgende bedrijfsactiviteiten zoals zijn bedoeld in deel A3 van de NRB zijn in de aanvraag te onderscheiden: Opslag bulkvloeistoffen in bovengrondse tanks; voor de opslag in tanks van brandstoffen; Laad- en losactiviteiten bulkvloeistoffen; voor het laden (vullen) van de tanks voor de opslag van motorbrandstoffen; Opslag stortgoed; voor de opslag van afvalstoffen, veegvuil, RKG-slib en zout; Op- en overslag in emballage van vaste en viskeuze stoffen; voor de opslag van vast en viskeus kca in het gevaarlijk afvalstoffendepot; Op- en overslag in emballage van vloeistoffen; voor de opslag van vloeibaar kca in het gevaarlijk afvalstoffen depot; (Half) open proces of bewerking; voor de locatie waar RKG-slib wordt ontwater, de tankplaats en de wasplaats; Activiteiten in werkplaatsen; voor activiteiten (opslag en apparatuur) in de werkplaatsen. De bedrijfsactiviteiten zijn aan het bovenstaande getoetst: Werkplaats/acculaadplaats In de werkplaats is een vloeistofdichte vloer aanwezig. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in subactiviteit 5.3 Activiteiten in werkplaatsen van de NRB. Vloeistofdichte voorzieningen dienen overeenkomstig de CUR/PBV-Aanbeveling 44 gekeurd worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de vloer in de werkplaats. De acculaadplaats dient voorzien te zijn van een vloeistofkerende vloer. Stalling divers rijdend materieel/opslag wegenonderhoud/opslag bomenploeg In de stalling van divers rijdend materieel, opslag van wegenonderhoud en opslag van de bomenploeg is een vloeistofkerend vloer aanwezig. Opslag van oliën, e.d. vindt plaats in lekbakken. Overeenkomstig de NRB kan in stallingen/werkplaatsen volstaan worden met een vloeistofkerende vloer indien de opslag van en activiteiten met bodembedreigende stoffen zoals oliën, benzine, etc. boven een vloeistofdichte (opvang)voorziening plaatsvinden. Daarnaast dient er visueel toezicht te zijn en incidentenmanagement in de vorm van faciliteiten en personeel. Beoordeeld is of de genoemde combinatie haalbaar wordt geacht. Dit is het geval. Provincie Utrecht 11 Gemeente Baarn

12 Tankplaats Naast toetsing aan de NRB (subactiviteit 4.2 (Half)open proces of bewerking) heeft voor de aflevering van brandstoffen tevens toetsing aan de CPR 9-6 plaatsgevonden. De tankplaats dient voorzien te zijn van een vloeistofdichte vloer. Overeenkomstig het gestelde in de NRB dienen vloeistofdichte voorzieningen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd worden op vloeistofdichtheid. Voor de tankplaats is een verklaring vloeistofdichte verharding afgegeven, zodat vaststaat dat deze aangemerkt kan worden als vloeistofdicht. Wasplaats Bij de wasplaats bestaat de mogelijkheid dat bodembelastende stoffen (m.n oliën) in de bodem geraken. Van toepassing is NRB subactiviteit 4.2 (Half)open proces of bewerking. Een verwaarloosbaar bodemrisico kan alleen worden bereikt door een vloeistofdichte vloer en incidentenmanagement op het niveau faciliteiten en personeel. Beoordeeld is of de genoemde combinatie haalbaar wordt geacht. Dit is het geval. De vloer wordt in de aanvraag aangemerkt als vloeistofdicht. Overeenkomstig het gestelde in de NRB dienen vloeistofdichte voorzieningen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de vloer van de wasplaats. Opslagbak waar kolkenslib en veegvuil wordt opgeslagen en ontwaterd Bij de opslag van kolkenslib en veegvuil bestaat de mogelijkheid dat bodembelastende stoffen in de bodem geraken. Van toepassing is NRB subactiviteit 4.2 (Half)open proces of bewerking. Een verwaarloosbaar bodemrisico kan alleen worden bereikt door een vloeistofdichte vloer en incidentenmanagement op het niveau faciliteiten en personeel. Beoordeeld is of de genoemde combinatie haalbaar wordt geacht. Dit is het geval. De vloer wordt in de aanvraag aangemerkt als vloeistofdicht. Overeenkomstig het gestelde in de NRB dienen vloeistofdichte voorzieningen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de vloer van de opslagbak voor veegvuil/kolkenslib. Op- en overslag van gevaarlijke afvalstoffen in het kca-depot Gevaarlijke afvalstoffen worden in de NRB genoemd als bodembelastende stoffen. De vloer van het kcadepot wordt in de aanvraag aangemerkt als vloeistofdicht. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in de NRB. Vloeistofdichte voorzieningen dienen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de vloer in het kca-depot. Op- en overslag van strooizout De vloer wordt in de aanvraag aangemerkt als vloeistofdicht. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in de NRB. Vloeistofdichte voorzieningen dienen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd te worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de vloer ter hoogte van de op- en overslag van strooizout. Opslagplaats weggesleepte auto s De vloer wordt in de aanvraag aangemerkt als vloeistofdicht. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in de NRB. Vloeistofdichte voorzieningen dienen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd te worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de vloer ter hoogte van de opslagplaats voor weggesleepte auto s. Schilderswerkplaats In de schilderwerkplaats zullen in het algemeen slechts kleine spills optreden, die snel opgemerkt worden. Provincie Utrecht 12 Gemeente Baarn

13 Overeenkomstig de NRB kan in werkplaatsen volstaan worden met een vloeistofkerende vloer indien de opslag van en activiteiten met bodembedreigende stoffen boven een vloeistofdichte (opvang)voorziening plaatsvinden. Daarnaast dient er visueel toezicht te zijn en incidentenmanagement in de vorm van faciliteiten en personeel. Beoordeeld is of de genoemde combinatie haalbaar wordt geacht. Dit is het geval. Verfmagazijn en de opslag van ongediertebestrijdingsmiddelen Het verfmagazijn en de opslagkast voor ongediertebestrijdingsmiddelen voldoen volgens de aanvraag aan CPR Hiermee wordt het bodemrisico verwaarloosbaar geacht. Olie- en slibafscheiders Overeenkomstig het gestelde in de NRB, subactiviteit 5.1 Afvoer afvalwater in bedrijfsriolering, dienen de olie- en slibafscheiders en riolering vloeistofdicht te zijn uitgevoerd. Overeenkomstig het gestelde in de NRB moeten vloeistofdichte voorzieningen overeenkomstig de CUR/PBV-Aanbeveling 44 gekeurd worden op vloeistofdichtheid. Dit is derhalve van toepassing op de olie- en slibafscheiders en de riolering. Aangezien het echter een bestaande situatie betreft kan geen verwaarloosbaar bodemrisico worden gerealiseerd en zou derhalve risicobeperkend bodemonderzoek nodig zijn om het bodemrisico aanvaardbaar te maken. In de NRB is aangegeven dat dit vooralsnog niet redelijk wordt geacht. Op- en overslag bodembelastende afvalstoffen Van toepassing is subactiviteit 3.1 Opslag stortgoed en subactiviteit 3.2 Overslag stortgoed van de NRB. Het opslaan van restafval/grof huishoudelijk afval is een bodembelastende activiteit die op of in een vloeistofdichte voorziening moet plaatsvinden. Overeenkomstig het gestelde in de NRB dienen vloeistofdichte voorzieningen overeenkomstig de CUR/PBV aanbeveling 44 gekeurd te worden op vloeistofdichtheid. Op- en overslag van gips, bitumen en geconserveerd/verduurzaamd hout wordt niet als een bodembelastende activiteit beschouwd, voorzover het materiaal droog is en zodanig wordt opgeslagen dat hemelwater er geen invloed op heeft. Extra bodembeschermende voorzieningen worden in dit dat geval niet nodig geacht. In het geval dat de materialen nat zijn en/of hemelwater er wel invloed op heeft wordt de opoverslag wel als bodembelastende activiteit beschouwd in verband met de uitloging van bodembedreigende componenten. Opslag op of in een vloeistofdichte voorziening is dan vereist. Het voorgaande zal in de voorschriften worden opgenomen. Opslag van asbest wordt niet als een bodembelastende activiteit beschouwd indien het asbest in een daarvoor bestemde, gesloten asbestcontainer plaatsvindt. Aangezien dit het geval is worden extra bodembeschermende voorzieningen niet nodig geacht. Op- en overslag van schoon puin, schoon hout, niet verontreinigde metalen, tuinafval, papier, glas, kunststoffen, kleding, autobanden wordt niet als bodembelastende activiteit beschouwd. Vloeistofdichte bodembeschermende voorzieningen zijn voor de opslag van deze afvalstoffen niet noodzakelijk. Op- en overslag van wit- en bruingoed dat oliehoudend is en/of met olie dan wel andere bodembelastende stoffen is verontreinigd wordt als potentieel bodembedreigend beschouwd. Van een bodembedreigende situatie is sprake als de opgeslagen apparatuur lekkage vertoont. Opslag van apparatuur die geen lekkage vertoont moet op een aaneengesloten verharding, zonder dat hemelwater er invloed op kan hebben, plaatsvinden. Bij lekkende apparatuur dient een vloeistofdichte opvangvoorziening (lekbak) aanwezig te zijn. Provincie Utrecht 13 Gemeente Baarn

14 5.2.4 Afvalwater In de inrichting komen de volgende afvalwaterstromen vrij: - afvalwater van huishoudelijke aard; - bedrijfsafvalwater afkomstig van de werkplaats (schrobputten), wasplaats, de schilderswerkplaats ( geringe hoeveelheid) en de ontwatering van kolkenslib en veegvuil; - mogelijk verontreinigd hemelwater afkomstig van het terrein; - niet verontreinigd hemelwater van het terrein en de daken. Het huishoudelijke water, het bedrijfsafvalwater afkomstig van de schilderswerkplaats en het niet verontreinigde hemelwater wordt direct geloosd op de gemeentelijke riolering. Het afvalwater afkomstig van de werkplaats, wasplaats, de ontwatering van kolkenslib en veegvuil, de tankplaats en de opslagplaats voor weggesleepte auto s wordt via een olie-slibafscheider op de gemeentelijke riolering geloosd. Aangezien er sprake is van een inrichting waar afvalstoffen worden opgeslagen is op grond van artikel 1, lid 2 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) een vergunning noodzakelijk. De vergunning op grond van de Wvo is gelijktijdig met deze vergunning aangevraagd. Ter bescherming van het openbaar riool en de verwerking van zuiveringsslib stellen wij eisen aan het te lozen afvalwater. Eventuele gevolgen voor het oppervlaktewater, die het in werking zijn van de inrichting kan veroorzaken, zijn in het kader van de aanvraag voor de Wvo-vergunning beoordeeld. Voorschriften ter beperking van de verontreiniging van het oppervlaktewater zijn opgenomen in de Wvo-vergunning. In de aanvraag is de lozingsverordening, d.d. 20 september 1994, kenmerk , zoals door ons verleend, opgenomen. Ten aanzien hiervan wordt opgemerkt dat op 1 maart 1996 de Wet afvalwater in werking is getreden. Ingevolge deze wet is bepaald dat het regime van de lozingsverordeningen voor wat betreft de lozing van afvalwater op de riolering is komen te vervallen. De voorschriften en bepalingen die ingevolge de lozingsverordening voor de inrichting golden, worden nu beschouwd als onderdeel van de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer. In de Wet afvalwater is bepaald dat voor inrichtingen lozingsvoorschriften aan de milieuvergunning moeten worden verbonden Externe veiligheid Binnen de inrichting vindt opslagplaats van klein gevaarlijke afval afkomstig van burgers van de gemeente Baarn. In geval van een calamiteit (bv. brand) kan dit nadelige gevolgen hebben voor de omgeving en het milieu. Zoals al gesteld in paragraaf 3.2 is tijdens een controle gebleken dat de huidige situatie in het kca-depot niet overeenkomt met hetgeen opgenomen in de richtlijn CPR 15-1 en Leidraad bij de interpretatie van de richtlijn opslag gevaarlijke stoffen in emballage (CPR 15-1) ten behoeve van overheidsdepots voor klein chemisch afval (inmiddels vervangen door PGS 15) en de voorschriften zoals die zijn opgenomen in de ontwerpbeschikking. In overleg met de gemeente Baarn is nagegaan welke mogelijkheden er zijn om het kca-depot aan te passen zodat wel aan (inmiddels) PGS 15 wordt voldaan. Op 26 juli 2005 en 7 september 2005 hebben wij aanvullende gegevens ontvangen van de gemeente Baarn met een voorstel tot aanpassing van het kcadepot. Na beoordeling van de aanvullende gegevens is gebleken dat het kca-depot met de voorgestelde aanpassingen niet volledig aan alle voorwaarden voldoet zoals die door ons worden gehanteerd. De brandbare vloeistoffen worden namelijk in dezelfde opslagruimte opgeslagen als het overige kca. De situatie voldoet echter wel aan de PGS 15. Gezien het voorgaande stemmen wij met uitzondering toch in met de voorgestelde aanpassingen van het kca-depot. Daarnaast wordt opgemerkt dat: - voor de opslag van gasflessen een aparte opslagruimte aanwezig is. In deze opslagruimte dienen tevens de spuitbussen en de brandblussers opgeslagen te worden. Provincie Utrecht 14 Gemeente Baarn

15 - De indeling van de opslagruimte voor brandgevaarlijke vloeistoffen en overig kca niet volledig overeenkomt met de door ons gehanteerde categorie-indeling ten behoeve van de gescheiden opslag. Deze indeling is echter eenvoudig te wijzigingen. In de aanvullende gegevens is daarnaast aangegeven dat het overschenken van afvalvloeistoffen niet meer plaatsvindt. De gemeente accepteert uitsluitend nog gesloten verpakkingen. Deze verpakkingen worden direct in de transportverpakking geplaatst. Hiermee is de noodzaak van de tank voor afgewerkte olie komen te vervallen. De gemeente Baarn heeft aangegeven dat de tank inmiddels gereinigd is en onklaar is gemaakt. De tank zal niet meer gebruikt worden. Met betrekking tot de brandblusmiddelen die, ter bestrijding van een beginnende brand, aanwezig moeten zijn, is in de voorschiften aansluiting gezocht bij hetgeen is vermeld op de plattegrondtekeningen van de inrichting (bijlage III, tekening S1 en D1 van de aanvraag). In aanvulling op de op deze tekeningen aangegeven brandblusmiddelen dient in de nabijheid van de dieselopslagtank een brandblusapparaat te worden geplaatst met een minimale netto inhoud van 6 kg bluspoeder. Om een goede werking van de aanwezige blusmiddelen te waarborgen is in de voorschriften opgenomen dat deze jaarlijks moeten worden gekeurd Verruimde reikwijdte Het begrip verruimde reikwijdte geeft aan dat onder bescherming van het milieu ook worden verstaan: de verbetering van het milieu, de zorg voor een doelmatige verwijdering van afvalstoffen, de zorg voor een zuinig gebruik van energie en grondstoffen en de zorg voor het beperken van de milieuschadelijkheid van het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting. De wettelijke basis voor de verruimde reikwijdte ligt in artikel 1.1, lid 2 van de Wm. Hieronder wordt concreet ingegaan op vier aspecten van de verruimde reikwijdte: energiepreventie, afvalstoffenpreventie en -scheiding, grondstoffen en waterpreventie. Energiepreventie Door wereldwijd gemaakte afspraken is Nederland gehouden aan het terugdringen van het energieverbruik. Dit ter bescherming van het klimaat. Overheden hebben in grote mate invloed op de mogelijkheid het energieverbruik terug te dringen. Dit onder andere middels vergunningverlening. Als hulpmiddel heeft het Ministerie van VROM de handleiding Energie in de milieuvergunning, d.d. 29 november 1999, uitgebracht. Deze handleiding geeft aan dat, wanneer het energieverbruik meer dan m 3 aardgas of kwh elektriciteit is, geadviseerd wordt een energiebesparingsonderzoek uit te voeren. Indien het verbruik onder de grenswaarden ligt, dan is een jaarlijkse registratie van het energieverbruik voldoende. Uit de aanvraag blijkt dat het aardgasverbruik meer bedraagt dan de hierboven aangegeven grenswaarde van m 3. Derhalve wordt in de voorschriften verzocht een energiebesparingsonderzoek uit te voeren. Afvalstoffenpreventie en -scheiding Afval- en emissiepreventie is het voorkomen of beperken van het ontstaan van afval en emissies of de milieuschadelijkheid ervan, door reductie aan de bron of door intern hergebruik. Voor de beoordeling van de aanvraag op dit aspect maakt de provincie gebruik van de Leidraad Afval- en emissiepreventie in de milieuvergunning van de ministeries VROM en Verkeer&Waterstaat uit juli Provincie Utrecht 15 Gemeente Baarn

16 De aanvrager registreert niet de hoeveelheid afvalstoffen die vrijkomen bij de eigen werkzaamheden (bv afvalstoffen die vrijkomen in de werkplaatsen). In dat kader nemen wij een registratieverplichting op voor deze afvalstoffen. In de aanvraag zijn wel gegevens opgenomen van een schatting van de hoeveelheid afval vrijkomend binnen de inrichting. Op basis van deze gegevens heeft een beoordeling plaatsgevonden aan de hand van de voornoemde Leidraad. Hieruit blijkt dat sprake is van de indicatie geringe omvang. Gezien het voorgaande is het opstellen van een preventieplan niet nodig. Waterpreventie In dit kader zijn er mogelijkheden om zuinig gebruik van water te stimuleren. Voor het waterverbruik is een grenswaarde vastgesteld van m³ leidingwater per jaar. Indien een inrichting meer dan de grenswaarde verbruikt, wordt een waterbesparingsonderzoek verlangd om het preventiepotentieel vast te stellen. Uit de aanvraag blijkt dat het waterverbruik onder de grenswaarde blijft. Er zijn derhalve geen voorschriften opgenomen ten aanzien van waterbesparing Doelmatig beheer van afvalstoffen Algemeen In de inrichting vindt op- en overslag plaats van de volgende buiten de inrichting afkomstige afvalstoffen: - glas (vlakglas en groen/bruin/wit bolglas); - hout (A- B- en C-hout); - papier/karton; - zand/grond; - kleding; - schoon puin; - tuinafval; - bouw- en sloopafval; - wit- en bruingoed; - dakleer; - kca; - autobanden; - gasflessen; - asbest; - kunststoffen; - restafval. - (non) ferroafvalstoffen; Binnen de inrichting worden afvalstoffen gescheiden ingezameld en opgeslagen. Papier, tuinafval en restafval worden in een perscontainer geperst. De gescheiden afvalstromen worden afgevoerd naar daarvoor geschikte be- en verwerkers. Toetsingskader Onder gevolgen voor het milieu wordt tevens verstaan de gevolgen die verband houden met het doelmatig beheer van afvalstoffen. Ingevolge artikel 1.1 van de Wet milieubeheer (voor zover hier van toepassing) dient het beheer van afvalstoffen zodanig te zijn dat daarbij rekening wordt gehouden met het geldende afvalbeheersplan, dan wel de voor de vaststelling van het plan geldende bepalingen, dan wel de voorkeursvolgorde (van preventie, hergebruik in de vorm van nuttige toepassing, verbranding, storten) aangegeven in artikel 10.4 Wm en de criteria genoemd in artikel 10.5 Wm, eerste lid. In het Landelijk Afvalbeheerplan (hierna te noemen LAP), gewijzigde versie van april 2004, zijn de voorkeursverwijderings-volgorde en de andere aspecten van een doelmatig beheer van afvalstoffen verwerkt. Voor de meest voorkomende afvalstromen zijn sectorplannen opgesteld. In de sectorplannen is de minimum vereiste wijze van verwijdering, de zogenaamde minimumstandaard, vastgelegd om te voorkomen dat afvalstoffen een minder hoogwaardige be-/verwerking ondergaan dan wenselijk is. Dit om een zo hoogwaardig mogelijk beheer van afvalstoffen te bereiken. Indien de wijze van beheer van de betrokken afvalstof bij een bedrijf voldoet aan de minimumstandaard, dan wel daaraan ten minste gelijkwaardig is, komt de activiteit voor vergunningverlening in aanmerking. Daarnaast zijn in het LAP bepalingen opgenomen die algemeen geldend zijn, tenzij in de sectorplannen anders is aangegeven. Ook deze bepalingen dient het bevoegd gezag in acht te nemen bij het uitoefenen van haar bevoegdheden. Provincie Utrecht 16 Gemeente Baarn

17 Toetsing aan het LAP Uitgangspunt voor de beoordeling van verwijdering de afvalstoffen is toetsing aan de volgende sectorplannen: Huishoudelijke afvalstoffen, inclusief grof huishoudelijk restafval: sectorplan 1 "Huishoudelijk restafval ; kca: sectorplan 17 KCA/KGA en chemicaliënverpakkingen ; Metalen (ferro en non-ferro): sectorplan 21 Metaalafvalstoffen ; Bouw- en sloopafval, puin, houtafval, vlakglas, dakleer, en asbest: sectorplan 13 "Bouw en sloopafval en daarmee vergelijkbare afvalstoffen ; Tuinafval: sectorplan 9 Organisch afval ; Wit en bruingoed: sectorplan 15 Wit en bruingoed ; Kunststoffen: sectorplan 19 Kunststofafval ; Kleding: sectorplan 20 Textiel ; Papier/karton: sectorplan 18 Papier en karton ; Veegvuil en kolkenslib: sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten ; Autobanden: sectorplan 11 Auto afval. Gasflessen: sectorplan 16 Explosieve afvalstoffen en drukhouders. Binnen de inrichting vindt gescheiden opslag plaats van afvalstoffen. De opslag van deze afvalstoffen vindt plaats in daartoe geschikte opslagvoorzieningen. Daarnaast vindt ontwatering plaats van kolkenslib en veegvuil en het persen van papier, tuinafval en restafval ten behoeve van efficiënt transport. De opslag en bewerking van de afvalstoffen binnen de inrichting staat de verdere be-/verwerking van de afvalstoffen niet in de weg. De verwijdering van de afvalstoffen uit de inrichting moet overeenkomstig de voorkeursverwijderingsvolgorde zoals opgenomen in het LAP plaatsvinden.voor de te accepteren afvalstoffen moet worden voldaan aan de algemene beleidsuitgangspunten die opgenomen in deel I van het LAP alsmede de toelichting bij de sectorplannen. Als gevolg van de aangevraagde activiteiten is hergebruik dan wel nuttige toepassing van de meeste afvalstoffen mogelijk en wordt voldaan aan de algemene beleidsuitgangspunten van het LAP. De verwijdering van de afvalstoffen overeenkomstig het gestelde in het LAP wordt door de onderhavige inrichting mogelijk gemaakt. Voor het opslaan van autobanden worden in sectorplan 11 Autoafval een aantal specifieke voorwaarden gesteld. Gemotiveerd dient te worden waarom het opslaan van autobanden effectief en efficiënt is. De opgeslagen autobanden zijn uitsluitend afkomstig van particulieren. De inrichting fungeert onder andere als afvalbrengpunt waar particulieren hun huishoudelijke afvalstoffen, waaronder autobanden, kunnen afgeven. De autobanden worden opgeslagen ten behoeve van efficiënt transport ten behoeve van verdere be-/verwerking. Daarnaast heeft de inrichting concrete afzetmogelijkheden. Hiermee draagt de inrichting bij aan een doelmatige verwijdering van de autobanden. In de voorschriften zal conform het sectorplan worden opgenomen dat: - de autobanden maximaal 1 jaar mogen worden opgeslagen; - stagnatie in de afzet van de autobanden aan ons dient te worden gemeld. Mengen van afvalstoffen Afvalstoffen dienen, met het oog op hergebruik en nuttige toepassing over het algemeen na het ontstaan ervan, zoveel mogelijk gescheiden te worden gehouden van andere afvalstoffen. Onder bepaalde condities kunnen gemengde afvalstromen echter net zo goed of soms zelfs beter samengesteld verwerkt worden. Het samenvoegen van qua aard, samenstelling en concentraties niet met elkaar vergelijkbare (verschillende) afvalstoffen alsmede het samenvoegen van afvalstoffen en niet-afvalstoffen wordt onder mengen verstaan. Mengen van verschillende categorieën afvalstoffen is niet aangevraagd en derhalve niet toegestaan. Provincie Utrecht 17 Gemeente Baarn

18 5.3 Redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting is gelegen In de aanvraag is aangegeven dat er plannen bestaan om de gemeentewerf binnen een aantal jaren (5-10 jaar) te verplaatsen naar een industrieterrein in Baarn. Aangezien het nog niet concrete plannen betreft is hier in deze vergunning geen rekening mee gehouden. In de aanvraag zijn geen te verwachten ontwikkelingen aangegeven op korte termijn (binnen drie jaar) die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu. 5.4 Ingebrachte adviezen Tot 12 mei 2005 bestond de mogelijkheid om tegen het oorspronkelijke ontwerpbesluit adviezen en bedenkingen in te brengen. Op 10 mei 2005 hebben wij bedenkingen ontvangen van de gemeente Baarn op het oorsprokelijk ontwerpbesluit. Deze bedenkingen zijn in de herziene ontwerpbeschikking behandeld. Van onze wettelijke adviseurs hebben wij geen schriftelijke reacties ontvangen. De bedenkingen van de gemeente Baarn kunnen als volgt worden samengevat: 1. Voorschrift oorspronkelijk ontwerpbesluit: Een klein deel van de medewerkers werkt gedurende de zomertijd tot uur. De gemeente Baarn verzoekt derhalve de eindtijd van uur te veranderen in uur. 2. Voorschrift oorspronkelijk ontwerpbesluit: Volgens voorschrift dient binnen drie maanden na het van kracht worden van het besluit een geluidsscherm te worden geplaatst. In paragraaf van het ontwerpbesluit is echter aangegeven dat de Wm-vergunning niet in werking treedt zolang de bouwvergunning niet is verleend. Voordat de bouwvergunning afgegeven kan worden moet een artikel 19 WRO-procedure gevolgd worden om, in afwijking van het vigerende bestemmingsplan, het scherm te kunnen plaatsen. Bij deze procedures is het mogelijk dat omwonenden bezwaar en beroep aantekenen, waardoor de doorlooptijd van de aan te vragen bouwvergunning door de gemeente Baarn niet in te schatten is. 3. Voorschrift oorspronkelijk ontwerpbesluit: Volgens dit voorschrift dient ter hoogte van het acculaadstation een vloeistofdichte en zuurbestendige vloer aanwezig te zijn. Gezien het feit dat de accu van de heftruck op de heftruck blijft gedurende het laden, is het volgens de gemeente Baarn niet nodig een vloeistofdichte en zuurbestendige vloer aan te leggen. Verzocht wordt dit voorschrift te laten vervallen. 4. Voorschrift en oorspronkelijk ontwerpbesluit: Volgens voorschrift dient een vloeistofdichte vloer/opvangvoorziening aanwezig te zijn ter hoogte van de opslag van nat bouw- en sloopafval. Volgens voorschrift dient het bouw- en sloopafval zodanig te worden afgedekt zodat hierin geen hemelwater terecht kan komen. Aangezien de containers onder een overkapping staan, waarmee voldaan wordt aan het gestelde in voorschrift verzoekt de gemeente Baarn de opslag van bouw- en sloopafval uit voorschrift te laten vervallen. 5. Voorschrift oorspronkelijk ontwerpbesluit: de gemeentewerf verbruikt jaarlijks circa m 3 aardgas en circa kwh elektriciteit. Aangezien het elektriciteitsverbruik ruim beneden de norm van kwh blijft is de gemeente Baarn van mening dat een energiebesparingsonderzoek uitsluitend voor het gasverbruik weinig zinvol is. Voor het in 2004 verbruikte gas betaalde de gemeente ,- ( 1700,- per 5000 m 3 ). De gemeente Baarn is van mening dat de kosten voor een onderzoek plus de eventueel te treffen maatregelen al snel hoger zullen zijn dan een aantal jaren besparingsresultaat. 6. Voorschrift oorspronkelijk ontwerpbesluit: Het lassen met een rustige boog en met een zo kort mogelijke boogafstand lijkt meer een aanbeveling dan een voorschrift, aangezien handhaving op dit voorschrift niet mogelijk lijkt. Provincie Utrecht 18 Gemeente Baarn

19 7. Voorschrift 6.3.3, en oorspronkelijk ontwerpbesluit: Gelet op de kleine hoeveelheden lasdraad die jaarlijks door de gemeente Baarn worden verbruikt (32 kg in de aanvraag genoemd) is het niet rendabel om een dergelijke installatie voor te schrijven. Het werkboek Metalelectro stelt voor het lassen van RVS/aluminium een minimumverbruik van 200 kg lasdraad voordat maatregelen kunnen worden voorgeschreven. Aangezien het verbruik hier ver onder zit stelt de gemeente Baarn voor deze voorschriften te laten vervallen. Met betrekking tot de ingediende bedenkingen op het oorspronkelijk ontwerpbesluit merken wij het volgende op: Ad 1. In het akoestisch rapport zijn de volgende openingstijden als uitgangpunt gehanteerd: Gemeentewerf maandag t/m vrijdag 8.00 uur uur (gedurende wintertijd) maandag t/m vrijdag 7.00 uur uur (gedurende zomertijd). Afvalbrengpunt dinsdag t/m vrijdag 9.00 uur uur zaterdag: 8.30 uur uur. Dit is conform hetgeen is aangegeven in de aanvraag en conform voorschrift De gemeente geeft in haar bedenking aan dat een klein deel van de medewerkers gedurende de zomertijd tot uur werkt. De gemeente verzoekt derhalve de eindtijd van uur te veranderen in uur. Op dit verzoek kan niet worden ingegaan. Op de eerste plaats wordt dan de grondslag van de aanvraag verlaten. Dit is niet toegestaan. Op de tweede plaats is niet duidelijk wat er in de periode van tot in de zomerperiode voor activiteiten plaatsvinden en of deze meegenomen zijn in het akoestisch onderzoek wat bij de aanvraag is gevoegd. Gezien het voorgaande is de bedenking ongegrond. Ad 2. In voorschrift is aangegeven dat het plaatsen van het geluidsscherm dient plaats te vinden binnen drie maanden na het van kracht worden van de vergunning. De vergunning wordt zoals in paragraaf nog niet van kracht zo lang geen bouwvergunning is verleend. De bouwvergunning kan op haar beurt pas verleend worden indien de activiteit in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Het voorgaande betekent dat momenteel een artikel 19 WRO wordt gevolgd, aangezien het vigerende bestemmingsplan niet voorziet in het plaatsen van een geluidsscherm van 3 meter hoog. Indien de procedure conform artikel 19 WRO is afgerond en hierdoor het plaatsen van het geluidsscherm wel kan worden toegestaan, wordt vervolgens beoordeeld of een bouwvergunning kan worden verleend. Wanneer de bouwvergunning is verleend wordt de Wm-vergunning van kracht. Binnen drie maanden moet het geluidsscherm dan worden geplaatst. Dat de doorlooptijd niet is in te schatten door de gemeente Baarn is derhalve niet relevant. Gezien de coördinatie van de voornoemde procedures zal het niet voorkomen dat een bepaalde vergunning al van kracht wordt zonder de andere vergunning. Gezien het voorgaande is de bedenking ongegrond. Ad 3. Aangezien de accu s van de heftruck tijdens het laden op de heftruck blijven en deze accu s in een bak zijn geplaatst op de heftruck is de kans op lekkage van accuzuur erg klein. Een vloeistofkerende vloer, welke aaneengesloten is in dat geval inderdaad voldoende. Gezien het voorgaande is de bedenking gegrond. Het betreffende voorschrift zal worden aangepast. Provincie Utrecht 19 Gemeente Baarn

20 Ad 4. In de voorschriften en worden in feite twee verschillende afvalstoffen bedoeld. Voorschrift heeft betrekking op nat bouw- en sloopafval. Indien nat bouw- en sloopafval wordt ingeleverd is het mogelijk dat verontreinigd afvalwater vrijkomt vanuit het bouw- en sloopafval. Derhalve is voorgeschreven dat indien nat bouw- en sloopafval wordt ingenomen dit opgeslagen moet worden op een vloeistofdichte vloer. Voorschrift heeft betrekking op droog bouw- en sloopafval. Indien droog bouw- en sloopafval wordt ingenomen dient de opslag overkapt of afgedekt te worden om te voorkomen dat regenwater in de opslag terechtkomt waardoor vervolgens mogelijk verontreinigd afvalwater vrijkomt. De opslag hoeft dan niet plaats te vinden op een vloeistofdichte vloer, er kan immers toch geen afvalwater vrijkomen. Indien de opslag onder een overkapping staat, zoals is aangegeven door de gemeente wordt aan dit voorschrift voldaan. Het indienen van nat bouw- en sloopafval zal zelden voorkomen. Voor het geval dat het wel voorkomt is voorschrift opgenomen. Het voorschrift zal derhalve niet worden aangepast. Ad 5. Het jaarverbruik aan gas en elektriciteit is respectievelijk m 3 en kwh. Uitsluitend bij het jaarverbruik van aardgas wordt de aangegeven grenswaarde ( m 3 ) zoals genoemd in de handleiding Energie in de milieuvergunning overschreden. Deze overschrijding is echter niet groot. Daarnaast blijft het elektriciteitsverbruik ruim beneden de gestelde norm ( kwh). Gezien het voorgaande zullen de kosten van een energiebesparingsonderzoek en de mogelijke maatregelen, zoals de gemeente aangeeft in haar bedenking, inderdaad niet opwegen tegen de mogelijke besparingen die hiermee kunnen worden bereikt. De bedenking is gegrond. De herziene ontwerpbeschikking is op dit punt aangepast. Ad 6. De voorschriften en zijn voorschriften welke aan de vergunning zijn verbonden ten aanzien van good housekeeping. Dit om te extra emissies welke kunnen ontstaan door de aanwezigheid van verfresten en andere verontreinigingen op het te lassen oppervlak te verminderen. Dat deze voorschriften moeilijk handhaafbaar zijn is inderdaad het geval. De bedenking geeft echter geen reden om de voorschriften te laten vervallen. Ad 7. Vanaf 1 april 2005 is de geactualiseerde module lassen uit het werkboek milieumaatregelen Metaal- en Elektrotechnische industrie beschikbaar. In deze geactualiseerde module is nu inderdaad voor het incidenteel lassen van RVS een drempelwaarde van 200 kg toegevoegd. Eerder was geen drempelwaarde opgenomen in de module lassen. Voor het lassen van aluminium is in de geactualiseerde module niets opgenomen. Gezien de emissies die bij het lassen van RVS en aluminium vrijkomen is het logisch om voor aluminium eveneens uit te gaan van dezelfde drempelwaarde. Nu een drempelwaarde van 200 kg is opgenomen voor het lassen van RVS en gebleken is dat het lasdraadverbruik beneden deze drempelwaarde blijft, kunnen de voorschriften 6.3.3, en komen te vervallen. Wel zal een registratieverplichting van het lasdraadverbruik in de voorschriften worden opgenomen. Tot 21 december 2005 bestond de mogelijkheid tegen het herziene ontwerpbesluit bedenkingen in te brengen. Binnen deze termijn hebben wij geen reacties ontvangen. Provincie Utrecht 20 Gemeente Baarn

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 mei 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Aan: Wolfswinkel Reiniging B.V. Haarweg 19 3953 BG Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

BESLUIT. De inrichting is gelegen aan de Populierenweg 21 te Oudewater, kadastraal bekend gemeente Oudewater, sectie , nummer 6297.

BESLUIT. De inrichting is gelegen aan de Populierenweg 21 te Oudewater, kadastraal bekend gemeente Oudewater, sectie , nummer 6297. Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl BESLUIT Datum 19 juli 2005 Sector V&H/Ketenbeheer Nummer 2005WEM002702i

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387. Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 10 juni 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 mei 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT242647

Nadere informatie

BESLUIT. De inrichting is gelegen aan de Kanaaldijk Oost 3, te Breukelen, kadastraal bekend Breukelen-Nijenrode, sectie B, nr. 3601.

BESLUIT. De inrichting is gelegen aan de Kanaaldijk Oost 3, te Breukelen, kadastraal bekend Breukelen-Nijenrode, sectie B, nr. 3601. Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl BESLUIT Datum 2 augustus 2005 Sector V&H / Ketenbeheer Nummer 2005WEM002961i

Nadere informatie

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255457

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 3 maart 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT238015

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeheer (Wm) actualiseren.

op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeheer (Wm) actualiseren. Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESLUIT Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 25 januari 2005 Sector V&H/ketenbeheer Nummer 2005WEM000158i

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Datum toetsing Toetsing melding 20 november 2009 Nummer 759/2009 Inspecteur

Nadere informatie

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 januari 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT236163

Nadere informatie

Afdeling Vergunningen

Afdeling Vergunningen Afdeling Vergunningen BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 19 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255154

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Hoogeveen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE GEMEENTE DE WOLDEN TE ZUIDWOLDE

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE GEMEENTE DE WOLDEN TE ZUIDWOLDE ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de gemeente De Wolden te Zuidwolde ONTWERPBESLUIT VAN

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

I. SAMENVATTING BESLUIT

I. SAMENVATTING BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESLUIT van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 16 november 2010 Team Milieubeheer Nummer 8087955C

Nadere informatie

Afdeling Vergunningverlening

Afdeling Vergunningverlening Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 31 juli 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING Gegevens aanvrager Naam aanvrager : De heer Van Manen namens Kloosterboer Elst Bv Adres : Handelsweg 5 Postcode en plaats : 6662 NH ELST Gegevens inrichting Naam inrichting

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN. Gebroeders Otte B.V. t.a.v. de heer T.G.M. Otte Heereweg i B 2161 AB fflllegom. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

GEDEPUTEERDE STATEN. Gebroeders Otte B.V. t.a.v. de heer T.G.M. Otte Heereweg i B 2161 AB fflllegom. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM GEDEPUTEERDE STATEN P ZUID HOLLAND DIRECTIE GROEN, WATER EN MILIEU afdeling Vergunningen Gebroeders Otte B.V. t.a.v. de heer T.G.M. Otte Heereweg i B 2161 AB fflllegom CONTACTPERSOON mw. M. Rahmouni DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER Beschikking 8.1

WET MILIEUBEHEER Beschikking 8.1 WET MILIEUBEHEER Beschikking 8.1 Naam inrichting : RC Horse Trucks Locatie : Burgemeester Moslaan 20, te Hattem Activiteit : Carroseriebouw t.b.v. vervaardigen van paardenwagens Aanvrager : J. Hamming

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2058712/2918394 op de op 14 december 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Gemeente Waalwijk, om vergunning krachtens

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer 1 AANPASSING VERGUNNING 1.1 Algemeen Op 20 februari 2008 hebben wij het voornemen kenbaar gemaakt tot (ambtshalve) wijziging over

Nadere informatie

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Archiefexemplaar Provincie Zeeland Middelburg: 8juli2008 Nummer 08020229/55/45 Afdeling: Milieuhygiene 1. AANVRAAG 1.1 Verzoek BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 14 maart 2008 is een verzoek

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 14 augustus 2007 bij hen ingekomen verzoek van Gebr. Van Vijfeijken BV aan de Helmondsingel 131 te Deurne om wijziging van de op 21 september

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM GEDEPUTEERDE STATEN HOLLAND DIRECTIE GROEN, WATER EN MILIEU afdeling Vergunningen Alphense Puin Recycling BV Vondelingenplaat 17 3196 KL VONDELINGENPLAAT CONTACTPERSOON DOORKIESNUMMER E-MAIL 2006/15124

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK Assen, 31 mei 2010 Ons kenmerk DO/2010007053 Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Cubri Pallet- en Handelsmij BV te Schoonebeek

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2052623/2898163 op de op 25 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van H. de Kok Metaal- en Schroothandel, om vergunning

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191.

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Brabants Afval Team Postbus 3223 5003 DE

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op grond van artikel 8.23 van de Wet Milieubeheer worden de voorschriften gewijzigd voor een inrichting voor het opslaan en bewerken van groenafval

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Verleend Aan Top Trans Holding BV (Locatie: Industrie 16 te Noordhorn) Groningen, april 2012 Nr. 2011-17266 Zaaknummer:

Nadere informatie

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht ONTWERP-BESLUIT van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 14 december 2010 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Datum toetsing Toetsing melding 22 september 2009 Nummer 713/2009 Inspecteur

Nadere informatie

odijmond REGIO WATERLAND

odijmond REGIO WATERLAND Gemeente Waterland - k MRĨ 2015 INGEKOMEN Gemeente Waterland O 4 MRT 2015 GESCAND odijmond REGIO WATERLAND Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM VERZONDEN -3

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

VERGUNNING WET MILIEUBEHEER VERGUNNING ingevolge de WET MILIEUBEHEER ten behoeve van de gemeente Winsum te Winsum (ten behoeve van haar inrichting aan de Schouwerzijlsterweg 8a te Winsum) Groningen,7 september 2004 Nr. 2004-21.046/37,

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053302/2841963 op de op 11 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Heros Vastgoed BV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief Bijlage 6 Bodemrisico inventarisatie Voor Scheepswerf Reimerswaal B.V. (hierna: SWR) is ten behoeve van de aanvraag van de oprichtingsvergunning milieu een bodemrisico inventarisatie (BR) volgens de Nederlandse

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede

Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede Bodemrisicoanalyse van Gansewinkel Ede Opgemaakt door afdeling SHEQ Versie 2, 20 november 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Werkwijze bodemrisicoanalyse... 4 2. Bedrijfsactiviteiten... 5 3. Bodembedreigende

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND nr. MPM12072 Wet milieubeheer 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 3 augustus 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van het college van burgemeester en

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2076954/3101027 op de op 31 mei 2012 bij hen ingekomen aanvraag van Centrum Uitvoering Reinigingstaken Eindhoven (CURE)

Nadere informatie

M.E.R. beoordelingsbesluit

M.E.R. beoordelingsbesluit 1 1 NOV 1014 r. OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK M.E.R. beoordelingsbesluit Schenk Recycling B.V. Bolderweg 22, 1332 AV Almere rd" 11111. OMGEVINGSDIENST FLrvoLArmo 6 GOOI EN Vr.-. TTTTTT

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017 OMGEVINGSVERGUNNING voor: het wijzigen van een inrichting bedoeld voor het op- en overslaan en bewerken van afvalstoffen van derden en op- en overslaan van gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 50 ton.

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2039301/2811531 op de op 8 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Caldic Chemie Produktie BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 22 maart 2005 bij hen ingekomen aanvraag van het Brabants Afval Team (BAT) aan de Ceramstraat 6 te Tilburg om een vergunning krachtens de

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl BESCHIKKING van GS van Utrecht Datum 11 augustus 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT246153

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: (ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Ontwerpbesluit Met ingang van 5 april 2018 ligt met bijbehorende

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2015367/2717248 op de op 9 februari 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Loon- en grondverzetbedrijf W. Arts BV, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2095349/3372519 op de op 10 februari 2012, met kenmerk 2889735, verleende vergunning aan Dalm Werkendam BV voor het

Nadere informatie

Wubben Oliebewerking BV Postbus BN ROOSENDAAL. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer.

Wubben Oliebewerking BV Postbus BN ROOSENDAAL. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer. Wubben Oliebewerking BV Postbus 1590 4700 BN ROOSENDAAL Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Dever unnin aanvraa. Ons kenmerk : Afdeling : Miljeubehear Telefoon : /G.W. de Jong/K Uw kenmerk M+ M nr.: : 1170 Bijlage(n) : div.

Dever unnin aanvraa. Ons kenmerk : Afdeling : Miljeubehear Telefoon : /G.W. de Jong/K Uw kenmerk M+ M nr.: : 1170 Bijlage(n) : div. g $ ~ Van der Wal Recycling B.V. T.a.v. dhr. A. van der Wal Haskerveldweg 2 8501 ZE JOURE Leeuwarden, 5 december 2000 Verzend atum, Ons kenmerk : 392884 Afdeling : Miljeubehear Telefoon : 058-2925298/G.W.

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften

Maatwerkvoorschriften *D170775693* D170775693 Maatwerkvoorschriften Aanvrager : Grutters V.O.F. Datum besluit : 15 december 2017 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften geluid Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal, Ketelstraat

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel

Nadere informatie

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor:

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor: omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *16.003995* 16.003995 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 236848

Nadere informatie

Zaaknummer: Vergunninghouder: S. van Dusschoten Projectomschrijving het oprichten van een hondenschool. Overwegingen ruimtelijke ordening

Zaaknummer: Vergunninghouder: S. van Dusschoten Projectomschrijving het oprichten van een hondenschool. Overwegingen ruimtelijke ordening Zaaknummer: 701520 Vergunninghouder: S. van Dusschoten Projectomschrijving het oprichten van een hondenschool Overwegingen ruimtelijke ordening Activiteit strijd gebruik gronden of bouwwerken (art. 2.1

Nadere informatie

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen.

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen. Reactie op opmerkingen naar aanleiding van opmerkingen op concept Aanvraagformulier 1 de bijlage van de aanvraag is een volgens de NRB toegevoegd. de bedrijfsafvalcontainer met het nummer 22 w o r d t

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Nr. MPM646/MW02.16255 Wet milieubeheer 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 15 april 2003 hebben wij een aanvraag ontvangen van Van Gansewinkel Nederland

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Milieu Service Zuid B.V. te Maasbracht Zaaknummer 2012-0105 d.d. 8 maart 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo:

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo: Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo: Ambtshalve aanpassing omgevingsvergunning Zaaknummer: 1178985 De Nederlandsche Bank N.V. Het dagelijkse bestuur van de Nederlandsche

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

ONTWERPBESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: ONTWERPBESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Aanvraag en ontwerpbesluit Met ingang van 19 april 2018 ligt met

Nadere informatie

De melding hoort bij de volgende vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer:

De melding hoort bij de volgende vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer: Gedeputeerde Staten Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijchen Postbus 9000 6600 HA WIJCHEN Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 Arnhem telefoon (026) 359 91 11 telefax (026)

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 23 maart 2010 Team Milieubeheer Nummer 808223BE

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg: 30 oktober 2006 Nummer: 0612542/Wm.06.029 Afdeling: Milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 6 juli 2006 is een aanvraag ingediend door de heer G. Netten, handelend

Nadere informatie

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld In deze factsheet leest u over een aantal milieu- en veiligheidsvoorschriften waar u als ondernemer mee te maken heeft. U ziet voorbeelden hoe u

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 2 juli 2004 hebben wij een aanvraag ontvangen van de Brandweer gemeente Heumen, Kerkplein 6 te Malden, voor een vergunning voor de gehele inrichting in verband

Nadere informatie

*14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543

*14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543 Zaaknummer: 186570 Behoort bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van Uden van, 09 01 2015 wnd. hoofd afdeling Bouwen en Milieu. *14.040393*14.040393omgevingsvergunningomgevingsvergunning150743543

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Autobedrijf Westerhof VOF Activiteiten van de inrichting : Autodemontagebedrijf Locatie : Zwaferinksweg 5 te Losser Datum beschikking

Nadere informatie