Afdeling Vergunningverlening

Transcriptie

1 Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Datum 31 juli 2007 Team Milieubeheer Nummer 2007INT Referentie J.A.P. Roodhuyzen Uw brief van 6 juni 2007 Doorkiesnummer Uw nummer Faxnummer Bijlage één Onderwerp Wet milieubeheer; acceptatiebesluit 8.19 melding BESLUIT op het verzoek van Jan Snel, ingevolge artikel 8.19, lid 2 van de Wet milieubeheer (Wm) - ontvangen op 8 juni om een verklaring van acceptatie van de melding voor het veranderen c.q. wijzigen en voor het in werking hebben na die verandering van een constructiewerkplaats voor metaalbewerking, timmerwerkplaats en unitbouw, garage onderhoudswerkplaats, opslagmagazijnen, wasstraat voor vrachtauto s, straalloods, op- en overslag van stortgoed en metalen, opslag en stalling van containers, units en materieel en parkeren vrachtauto s en personenauto s. De verandering betreft het vervangen van de timmerwerkplaats en unitbouw loods 2 en 3 en magazijn 6 door een nieuw te bouwen loods op dezelfde locatie en tevens terrein J (oude codering). De huidige bedrijfshallen worden vervangen door een nieuw te bouwen bedrijfshal (loods 1). De buitenactiviteit van terrein J vindt na nieuwbouw inpandig plaats. De verandering is van invloed op het milieuaspect bodem, lucht en geluid. De inrichting is gelegen aan Willeskop te Montfoort. 1 BESLISSING Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: 1. de veranderingen c.q. wijzigingen niet leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan die de inrichting ingevolge de vergunning van 25 april 2000 en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften mag veroorzaken; 2. de voorgenomen veranderingen c.q. wijzigingen niet leiden tot een andere inrichting dan waarvoor de vergunning is verleend; 3. de voorgenomen veranderingen geen aanleiding geven tot toepassing van de artikelen 8.22, 8.23, 8.25 van de Wet milieubeheer. Afdeling vergunningverlening 1 besluit d.d. 31 juli 2007

2 2 BESCHRIJVING VAN DE VERANDERING (VAN DE WERKING) VAN DE INRICHTING De beoogde veranderingen c.q. wijzigingen betreffen het volgende. De bestaande gebouwen 2 en 3 en magazijn 6 zullen worden gesloopt. Op dezelfde locatie en tevens buitenterrein J zal een nieuwe bedirijfshal worden gebouwd. De totale oppervlakte van loodsen 2 en 3, magazijn 6 en opstelplaats J zal hiervoor worden benut. Buitenterrein J wordt na realisatie overdekt. De nieuwe loods 1 zal op de begane grond worden voorzien van een inpandig magazijn, verfopslag en kleedruimte en een kantoor, berging en cantine op de verdieping. De verfopslag en kluis voor gevaarlijke stoffen uit magazijn 6 blijft gehandhaafd in de nieuwe loods. 3 ASPECTEN DIE BIJ DEZE BESLISSING WORDEN BETROKKEN Bij de beslissing op het verzoek moeten wij als bevoegd gezag ingevolge art 8.19, tweede lid van de Wm het volgende betrekken: Aanhef: De voorgenomen verandering mag niet leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan die de inrichting ingevolge de vergunning en de daaraan gebonden beperkingen en voorschriften mag veroorzaken - Bodem: Het milieucompartiment bodem wordt afdoende beschermd door het toepassen van een naadloze, vloeistofkerende betonvloer. De werkvoorraad lijm en verf wordt in de werkplaats boven lekbakken bewaard. De voorraad verf, lijm en oplosmiddelen wordt in het verfdepot of inpandige kluis bewaard boven een vloeistofdichte vloer of voorziening. Deze opslag voldoet aan PGS 15. (Licht) ontvlambare stoffen worden in een aparte brandwerende kast bewaard. - Geluid: Uit de akoestische beoordeling uitgevoerd door LBP (bijlage 2 van deze melding) blijkt dat deze verandering van de inrichting niet leidt tot hogere geluidniveaus op de immissiepunten. Het binnenniveau in de nieuwe loods is lager of gelijk aan die in de oude gebouwen. Er treedt tevens een gunstig effect op omdat de reparatiewerkzaamheden op het buitenterrein J binnen zullen worden uitgevoerd. Ook zal meer intern transport tussen de gebouwen onderling nu inpandig gaan plaatsvinden. De logistieke handelingen met betrekking tot de timmerwerkplaats unitbouw zijn ongewijzigd. Omdat na de nieuwbouw sprake is van één productieruimte zal het gebruik van de vorkheftrack binnen verminderen. - Lucht: De emissie van VOS als gevolg van het gebruik van lijm en verf is conform de aanvraag, paragraaf 6.3.3, tabel 10. De centrale stofafzuiging van de houtbewerkingsmachines voldoet aan de stand der techniek. De stofemissie is conform de vergunning. Gereinigde lucht wordt retour in de werkplaats geblazen. - Energie Het elektrische energieverbruik neemt niet toe en past binnen het totaal verbruik van de inrichting. Het machinepark is onveranderd. De nieuwe loods zal van goed isolerende materialen worden gebouwd waarbij tevens aandacht zal worden geschonken aan de nagalm in de hal. De loods zal worden verwarmd door middel van aardgasgestookte heteluchtverwarming in garage-uitvoering. Dit heeft een gunstige invloed op het energieverbruik en de emissie van verbrandingsgassen. De verlichting bestaat uit energiezuinige armaturen. - Overige emissies Afdeling vergunningverlening 2 besluit d.d. 31 juli 2007

3 De voorgenomen wijzigingen binnen de inrichting leiden niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het ontstaan van overige emissies, zoals uitlaatgassen e.d. - Afvalstoffen en residuen Binnen de inrichting ontstaan niet meer afvalstoffen of andere afvalstoffen dan genoemd in de aanvraag.vergunning. - Afvalwater: De veranderingen binnen de inrichting leiden niet tot andere of nadeligere gevolgen voor het ontstaan, de hoeveelheid en/of de samenstelling van het afvalwater. De wijzigingen hebben in beginsel géén invloed op de situatie ten aanzien van (bedrijfs)afvalwater. - visuele hinder Aangezien deze veranderingen c.q. wijzigingen niet van invloed zijn op de visuele hinder leiden ze niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor dit aspect. Onder a. De voorgenomen verandering mag niet leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend De vergunning is op 25 april 2000 verleend voor de volgende inrichting: een constructiewerkplaats voor metaalbewerking, timmerwerkplaats en unitbouw, garage onderhoudswerkplaats, opslagmagazijnen, wasstraat voor vrachtauto s, straalloods, op- en overslag van stortgoed en metalen, opslag en stalling van containers, units en materieel en parkeren vrachtauto s en personenauto s. De verandering leidt niet tot een andere inrichting dan die waarvoor eerder vergunning is verleend. Onder b. Het voornemen tot het uitvoeren van de verandering is door de vergunninghouder schriftelijk overeenkomstig de gestelde regels aan het bevoegd gezag gemeld. Aan deze voorwaarde is voldaan. Het voornemen tot het uitvoeren van de verandering is bij ons binnengekomen op 8 juni 2007 en bevat de gegevens die nodig zijn ter beoordeling van deze melding. Onder c. De voorgenomen verandering geeft geen aanleiding tot toepassing van de artikelen 8.22, 8.23 of 8.25 van de Wm Artikel 8.22 Wm: Wij zien geen aanleiding tot actualiseren van de vergunning aangezien de voorschriften die aan de vergunning verbonden zijn nog toereikend zijn gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Artikel 8.23 Wm: Wij zien geen aanleiding om de beperkingen waaronder de vergunning is verleend en de voorschriften die daaraan zijn verbonden te wijzigen, aan te vullen of in te trekken in het belang van de bescherming van het milieu. De bestaande vergunning en de daaraan verbonden voorschriften bieden voldoende bescherming voor het milieu. Artikel 8.25 Wm: De melding leidt niet tot de conclusie dat de vergunning geheel of gedeeltelijk zou moeten worden ingetrokken. Afdeling vergunningverlening 3 besluit d.d. 31 juli 2007

4 4 CONCLUSIE Gelet op bovenstaande overwegingen bestaat er voor ons aanleiding om de melding te accepteren. Wij hebben derhalve besloten als weergegeven onder 1. NB Deze beschikking treedt in werking op de dag na die waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Pas dan mag (mogen) de voorgenomen verandering(en) worden gerealiseerd. 5 AFSCHRIFTEN Afschriften van deze beschikking worden gezonden aan: -, Willeskop 92-94, 3417 ME Montfoort; - Burgemeester en wethouders van Montfoort; - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Postbus 550, 3990 GJ Houten: - VROM-Inspectie regio Noord-West, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem. gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen, mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink afdelingsmanager Vergunningverlening Afdeling vergunningverlening 4 besluit d.d. 31 juli 2007

5 Bijlage RECHTSBESCHERMING Bezwaar Deze brief is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen door een belanghebbende bezwaar kan worden gemaakt bij: het college van gedeputeerde staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Adviescommissie Awb voor Milieu en Waterstaat, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. Deze termijn begint te lopen op de dag na die waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten: - de naam en het adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van (het gedeelte van) de beschikking waartegen bezwaar wordt gemaakt; - de gronden van het bezwaar (de motivering). Aan de behandeling van het bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden. N.B. u wordt verzocht niet per bezwaar te maken, dit vanwege de eis van schriftelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht stelt Voorlopige voorziening/schorsing De indiening van een bezwaarschrift schorst niet de werking van de beschikking waartegen het is gericht, maar de indiener kan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag (Kneuterdijk 22, 2514 EN Den Haag) een verzoek om voorlopige voorziening/schorsing indienen, als er naar zijn mening tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op zijn bezwaarschrift kan worden gewacht. Bij het verzoek om voorlopige voorziening/schorsing moet een kopie van het bezwaarschrift worden gevoegd. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening/schorsing is griffierecht verschuldigd: 143,-- voor een natuurlijke persoon, 285,-- voor een rechtspersoon. Hierover ontvangt de indiener bericht van de Raad van State. Afdeling vergunningverlening 5 besluit d.d. 31 juli 2007