ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer 1 AANPASSING VERGUNNING 1.1 Algemeen Op 20 februari 2008 hebben wij het voornemen kenbaar gemaakt tot (ambtshalve) wijziging over te gaan, op grond van artikel 8.23 van de Wet milieubeheer (Wm), van de (voorschriften behorende bij de) oprichtingsvergunning ingevolge de Hinderwet die op 11 november 1980 door Burgemeester en Wethouders van Gendt (thans gemeente Lingewaard) is verleend aan Smelterij De Waarden B.V. voor de inrichting gelegen aan Polder 27 te Gendt. Smelterij De Waarden B.V. is rechtsvoorganger van Mefigro Gendt B.V. (verder Mefigro). De aard van de inrichting ten behoeve van de te ondernemen activiteiten waarvoor de vergunning van 11 november 1980 is afgegeven, is omschreven als terugwinningsbedrijf voor nonferrometalen door middel van slopen, snijden en/of smelten van auto- en vliegtuig- onderdelen en de opslag daarvan. Voor de inrichting is daarnaast op 28 januari 1986 een veranderingsvergunning ingevolge de Hinderwet verleend voor het uitbreiden van de activiteiten met een terugwinstap voor non-ferrometalen en ferrometalen uit remblokken door middel van verhitting. Beide vergunningen zijn verleend voor onbepaalde tijd. Aanleiding voor het ambtshalve wijzigen van de oprichtingsvergunning zijn klachten over geluidsoverlast uit de omgeving van de inrichting. De ambtshalve wijziging houdt in het verbinden aan de oprichtingsvergunning van een geluidsnorm voor de door de inrichting veroorzaakte maximale geluidsniveaus. In het kader van het overgangsrecht Hinderwet-Afvalstoffenwet en de overgang van het bevoegd gezag voor deze activiteiten met afvalstoffen van burgemeester en wethouders naar Gedeputeerde Staten, is door Mefigro op 28 oktober 1987 voor deze activiteiten pro forma een Afvalstoffenwetvergunning aangevraagd, waardoor de betreffende Hinderwetvergunningen werden geacht Afvalstoffenwetvergunningen te zijn (Besluit van 9 april 1987 (Stb. 1987, nr. 173), houdende uitvoering van artikel 31, eerste lid, onder c en d, van de Afvalstoffenwet). De aanvraag is nooit compleet gemaakt, waardoor hierop geen beslissing is genomen en de bestaande Hinderwetvergunningen van kracht bleven. Op 1 maart 1993 is de Wet milieubeheer in werking getreden. Op grond van deze wet worden vorengenoemde vergunningen aangemerkt als vergunningen verleend op grond van de Wet milieubeheer (Wm). De activiteiten van de inrichting hebben wij beoordeeld als activiteiten met afvalstoffen die vallen onder categorie 28 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb). Op grond van categorie 28.4, onder a, 4 o (het opslaan van vijf of meer autowrakken), 28.4 onder a, 5 o (het opslaan van van buiten de inrichting afkomstige gevaarlijke afvalstoffen, zijnde asbesthoudende remblokken), 28.4 onder a, sub 6 (opslag van van buiten de inrichting afkomstige overige afvalstoffen op het buitenterrein met een capaciteit daarvan van 1000 m³ of meer) en 28.4 onder d (het bewerken, verwerken of vernietigen van autowrakken), van bijlage 1 van het Ivb zijn wij het bevoegd gezag voor de betreffende inrichting. Binnen de inrichting zijn geen installaties aanwezig die zijn aan te merken als een gpbv-installatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Wm.

2 Wij hebben de ambtshalve wijziging van de oprichtingsvergunning ingeschreven onder nummer MPM PROCEDURE AMBTSHALVE WIJZIGEN VERGUNNING 2.1 Algemeen Met betrekking tot de ambtshalve wijziging van de verleende oprichtingsvergunning, wordt de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en hoofdstuk 13 van de Wm voorgeschreven procedure gevolgd. Met betrekking tot de beslissing ter zake en de inhoud van de te wijzigen voorschriften zijn de artikelen 8.6 tot en met 8.17 van de Wm van toepassing. Als adviseurs zijn bij de procedure betrokken: - het college van Burgemeester en Wethouders van Lingewaard; - Stadsregio Arnhem Nijmegen. In onze brief van 25 januari 2008 (MPM13548) hebben wij Mefigro uitgenodigd een keuze te maken op welke wijze het bedrijf de maximale geluidniveau s in de vergunning wil realiseren. Hierbij bestond de keuze uit het ambtshalve aanpassen van de vergunning waarbij een maximaal geluidsniveau van 70 db(a) kan worden vergund of een verzoek door Mefigro tot aanpassing van de vergunning waarbij, indien sprake is van een uitzonderlijke situatie, een maximaal geluidsniveau van 75 db(a) kan worden aangevraagd. Door Mefigro is geen keuze gemaakt. Derhalve hebben wij Mefigro in onze brief van 20 februari 2008 (MPM13548) aangekondigd de verleende oprichtingsvergunning ambtshalve te wijzigen. Op deze aankondiging hebben wij geen reacties ontvangen. 3 AFSTEMMING/COÖRDINATIE WET MILIEUBEHEER MET ANDERE WET- OF RE- GELGEVING 3.1 Wet verontreiniging oppervlaktewateren De lozing van afvalwater ondergaat ten opzichte van de bestaande situatie geen wijzigingen. Een gecoördineerde procedure is niet aan de orde. 3.2 Woningwet Deze procedure omvat geen bouwkundige uitbreidingen en/of nieuwbouwactiviteiten waarvoor een bouwvergunning ingevolge de Woningwet is vereist. Derhalve is de afstemmingsregeling in de Woningwet en de Wm niet van toepassing. 4 OVERWEGINGEN 4.1 Aanleiding Wij zijn voornemens een grenswaarde te stellen aan de door de inrichting veroorzaakte maximale geluidsniveaus ten gevolge van enkele specifieke activiteiten. In de geldende oprichtingsvergunning en veranderingsvergunning zijn geen grenswaarden gesteld aan het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L Ar,LT ) en het maximale geluidsniveau (L Amax ) die de inrichting kan veroorzaken. Wel zijn enige middelvoorschriften aan de oprichtingsvergunning verbonden om geluidhinder door lawaaimakende werkzaamheden te beperken. 2

3 In onze brief van 25 januari 2008, nr. MPM13548 hebben wij Mefigro gemeld een tweetal klachten met betrekking tot geluidsoverlast te hebben ontvangen. Naar aanleiding van deze klachten hebben wij op 9 en 10 januari 2008 een onderzoek ingesteld en geluidsmetingen verricht. De resultaten van de metingen zijn opgenomen in het rapport Geluidsmetingen bij Mefigro B.V. Polder 27 te Gendt, gemeente Lingewaard, d.d. 9 en 10 januari 2008, nr. GLU Uit de meetresultaten is het volgende gebleken: - Op 9 januari 2008 heeft het maximale geluidsniveau in de dagperiode de waarde van 70 db(a) 115 maal overschreden en op 10 januari 2008 heeft het maximale geluidsniveau in de dagperiode de waarde van 70 db(a) 348 maal overschreden; - Op 9 januari 2008 heeft het maximale geluidsniveau in de dagperiode de waarde van 80 db(a) zesmaal overschreden en op 10 januari 2008 heeft het maximale geluidsniveau in de dagperiode de waarde van 80 db(a) 74 maal overschreden, met een maximum van 89 db(a). Tijdens de metingen en het onderzoek is vast komen te staan dat de gemeten maximale geluidsniveaus veroorzaakt werden door werkzaamheden die binnen de inrichting van Mefigro aan Polder 27 te Gendt plaatsvonden. De hoge geluidswaarden worden voornamelijk veroorzaakt door handelingen met staalplaten of staalconstructies (mechanische bewerkingen) en het storten (laten vallen) van staalplaten of staalconstructies in containers of op een verharde ondergrond. Maximale geluidsniveaus van deze hoogte zijn (zeer) hinderlijk voor de omgeving. Om de hinder voor de omgeving ten gevolge van piekgeluiden te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken verbinden wij aan de verleende oprichtingsvergunning grenswaarden aan het maximale geluidsniveau dat de inrichting kan veroorzaken. 4.2 Toetsingskader Het toetsingskader voor het stellen van geluidsgrenswaarden is neergelegd in de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening van oktober 1998 (verder de Handreiking). Een gemeentelijke nota industrielawaai is niet vastgesteld. Op basis van de beschikbare kennis omtrent hinder door maximale geluidsniveaus wordt sterk aanbevolen dat de maximale geluidsniveaus niet hoger mogen zijn dan de volgende grenswaarden: - 70 db(a) voor de dagperiode (7.00 uur uur); - 65 db(a) voor de avondperiode (19.00 uur uur); - 60 db(a) voor de nachtperiode (23.00 uur-7.00 uur). Vaste jurisprudentie geeft aan dat waarden voor het maximale geluidsniveau van 70, 65 en 60 db(a) in de dag-, avond- en nachtperiode ten hoogste aanvaardbaar zijn. Het vergunnen van maximale geluidsniveaus hoger dan de grenswaarden dient in de overwegingen van de vergunning te worden gemotiveerd. Tenminste moet worden aangegeven welke technische en/of organisatorische maatregelen zijn getroffen om de nadelige gevolgen voor het milieu te beper-ken, voorzover zij niet kunnen worden voorkomen. Op de vorenbedoelde grenswaarden kan zich voor de dagperiode nog de volgende ontheffingsmogelijkheid voordoen: In het geval dat er sprake is van een voor de bedrijfsvoering onvermijdbare situatie waarin technische noch organisatorische maatregelen soelaas bieden om het geluidsniveau te beper-ken, zou los van het vorenstaande de grenswaarde van 70 db(a) voor de dagperiode met ten hoogste 5 db(a) mogen worden overschreden. Deze uitzonderlijke bedrijfssituaties dienen in de vergunning te worden aangegeven. Uiteraard is de uitzondering ter beoordeling van de vergunningverlenende instantie. Het gebruik van de ontheffingsmogelijkheid dient te worden gemotiveerd. In bestaande en vergunde situaties bestaat de mogelijkheid om maximale geluidniveaus van 75 db(a) toe te staan, indien maatregelen geen soelaas bieden. 3

4 4.3 Nieuwe voorschriften In de geldende vergunning(en) zijn geen doelvoorschriften gesteld aan het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en het maximaal geluidsniveau. Wel staat vast dat een deel van de huidige bedrijfsvoering dusdanig veel geluid produceert, dat dit volgens het huidige toetsingskader niet zal kunnen worden vergund. De (lawaaimakende) werkzaamheden bij Mefigro vinden in de dagperiode ( uur) plaats. In de oprichtingsvergunning is in voorschrift E.22 een verbod opgenomen om lawaaimakende werkzaamheden te verrichten in de uren gelegen tussen en uur, alsmede op zondagen en algemeen erkende feestdagen. Gezien het voorstaande stellen wij een grenswaarde aan het L Amax die uitsluitend geldt in de dagperiode. Daarnaast geldt de grenswaarde alleen voor handelingen met metalen voorwerpen, zoals het snijbranden, zagen of gebruik van pneumatisch gereedschap en het storten (laten vallen) van metalen voorwerpen of staalconstructies in containers of op een verharde ondergrond. Dit om noodzakelijke activiteiten als de aan- en afvoer grond- en afvalstoffen en intern transport met een vorkheftruck of kraan niet onmogelijk te maken. De maatgevende woning van derden waarbij de piekgeluidsniveaus vanwege de inrichting het hoogst zullen zijn, is gelegen aan Polder 32A. Het stellen van een grenswaarde bij deze woning zal er toe leiden dat ook bij andere in de omgeving gelegen woningen wordt voldaan aan de grenswaarde. Voor de hoogte van de grenswaarde voor het L Amax sluiten wij aan bij de grenswaarde de in de Handreiking sterk wordt aanbevolen, namelijk 70 db(a) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden. Niet is gebleken dat geen (technische of organisatorische) maatregelen kunnen worden getroffen om het veroorzaakte maximale geluidsniveau te beperken tot 70 db(a) bij de bedoelde woning. Voorts verbinden wij een meetverplichting aan de vergunning ter controle van de gestelde grenswaarde. Gelet op voorgaande overwegingen verbinden wij ambtshalve nieuwe geluidsvoorschriften aan de geldende oprichtingsvergunning. 5 CONCLUSIE Gelet op de voorstaande overwegingen verbinden wij nieuwe voorschriften aan de oprichtingsvergunning d.d. 11 november 1980, kenmerk A/C2, inhoudende het stellen van een grenswaarde aan het maximale geluidsniveau en een meetverplichting. De nieuwe voorschriften bieden de grootst mogelijke bescherming tegen de piekgeluidsniveaus die de inrichting kan veroorzaken. 6 BESLUIT Overwegende het hiervoor vermelde en gelet op de desbetreffende bepalingen in de Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk de Wet milieubeheer (Wm) en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten en het gestelde in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. HEBBEN WIJ BESLOTEN I Ingevolge artikel 8.23, lid 1, van de Wm, aan de vergunning d.d. 11 november 1980, kenmerk A/C2, de bijgaande nieuwe voorschriften te verbinden. 4

5 Nieuwe voorschriften maximale geluidsniveau a Het maximale geluidsniveau (L Amax ) veroorzaakt door de volgende in de inrichting verrichte werkzaamheden: a het snij- of plasmabranden, het gebruik van motorzagen, het gebruik van persluchtgedreven (hand)gereedschap of andere mechanische bewerkingen van metalen voorwerpen, zoals trailers, voertuigen of vliegtuigen, b het storten (laten vallen) van metalen voorwerpen, staalconstructies of bewerkte delen van trailers, voertuigen of vliegtuigen in containers of op een verharde onder-grond, mag op het volgende beoordelingspunt niet meer bedragen dan de in de onderstaande tabel vermelde waarde. Beoordelingspunt 1 Woning Polder 32A 70* L Amax (db(a)) in dagperiode ( uur) De ligging van het beoordelingspunt is weergegeven op de figuur in bijlage II van deze beschikking. * De grenswaarde geldt op een beoordelingshoogte van 1,5 meter boven het plaatselijke maaiveld. b c d Binnen een maand na het in werking treden van deze beschikking moet een controlemeting worden uitgevoerd van de maximale geluidsniveaus veroorzaakt door de inrichting. De meting moet worden uitgevoerd wanneer een of meer van de in voorschrift a) genoemde werkzaamheden worden verricht. De meet- en rekenresultaten moeten inzicht geven in het door de inrichting veroorzaakte maximale geluidsniveau (L Amax ) op het in voorschrift a) genoemde beoordelingspunt. Drie dagen voor de geplande datum van de geluidmeting dient Gedeputeerde Staten hiervan op de hoogte worden gesteld zodat de toezichthouder hierbij aanwezig kan zijn. De resultaten van de controlemeting moeten binnen 1 maand na uitvoering van de meting schriftelijk aan Gedeputeerde Staten van Gelderland worden overgelegd. Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresulta-ten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrie-lawaai, uitgave Arnhem, 12 maart

6 Bijlage I Begrippen GELUIDSNIVEAU IN DB(A) Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in db(a). MAXIMALE GELUIDSNIVEAU (L AMAX ) Het maximaal te meten A-gewogen geluidsniveau gemeten in de meterstand fast gecorrigeerd met de meteocorrectieterm Cm. 6

7 Bijlage II Beoordelingspunt geluid 7

8