Een nieuw leerplan wiskunde in de eerste graad. Sessie 2 Meetkunde. Werkgroep

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een nieuw leerplan wiskunde in de eerste graad. Sessie 2 Meetkunde. Werkgroep"

Transcriptie

1 Een nieuw leerplan wiskunde in de eerste graad Sessie 2 Meetkunde Werkgroep Sabine Beringhs, Linda Duponcheel, Gerd Hellemans, Daisy Peelmans, Björn Carreyn, Hilde De Maesschalck, Maggy Van Hoof, Andre Van der Spiegel Schooljaar

2 INHOUD DEEL I : Congruentie Bijlage 1 : Congruente figuren in ontwikkelingen van regelmatige veelvlakken Bijlage 2 : Oefeningen Bijlage 3: Probleemoplossend denken Bijlage 4 : Onderzoeksopdrachten DEEL II : Werkvormen Tekst Webquest Bijlage 5 : Congruentiespel Bijlage 6 : BZL / BZW DEEL III : Parate kennis Bijlage 7 : Discussietekst DEEL IV : Evaluatie Bijlage 8 : Toetsen 2

3 Deel I - Congruentie A Situering in het leerplan 1 De doelstellingen uit het leerplan Meetkundige kennis en vaardigheden gebruiken om ruimtelijke en vlakke situaties te modelleren M34 Ruimtelijke en vlakke situaties onderzoeken en daarbij meetkundige concepten en relaties voorstellen en verwoorden. Meetkundige relaties herkennen, onderzoeken, verwoorden en gebruiken M41 Congruente figuren herkennen. 27 M42 De congruentiekenmerken van driehoeken formuleren en illustreren door tekening. 40 U De congruentie van twee figuren illustreren door aan te geven door welke verschuiving, spiegeling of draaiing de ene figuur een beeld is van de andere. Meet- en tekenvaardigheid ontwikkelen M48 Met behulp van passer een hoek construeren waarvan de hoekgrootte gelijk is aan die van een gegeven hoek, en de werkwijze verklaren met congruentiekenmerken. 2 Pedagogisch-didactische wenken a) Komen tot het begrip congruentie De leerlingen kunnen vlakke figuren en patronen in vlakke figuren (zoals bij friezen, behangpapier, figuren van Escher ) onderzoeken op transformaties, congruentie en gelijkvormigheid. Zo krijgen ze een natuurlijke, betekenisvolle basis. Vanuit het basisonderwijs kennen de leerlingen congruente figuren als figuren die gelijk zijn van vorm en grootte, figuren die door 'verplaatsen' op elkaar kunnen gelegd worden. Deze kennis kan nog intuïtief gebruikt worden bij het onderzoeken van allerlei realiteitsgebonden materiaal op congruente figuren. Het begrip zal nu verfijnd worden naar gelijkheid van overeenkomstige zijden en hoeken. 3

4 b) De congruentiekenmerken Het overtekenen of construeren van een driehoek leidt op een natuurlijke wijze tot de vraag naar congruentiekenmerken: met behulp van welke elementen, zo klein mogelijk in aantal, kan de driehoek volledig bepaald worden? Voor een aantal leerlingen volstaat deze ontegensprekelijke manier van tekenen als verklaring van de kenmerken. Het gebruiken van de congruentiekenmerken in verklaringen wordt ingeoefend in een stapsgewijs proces. In een eerste stap worden ze toegepast in eenvoudige, snel te herkennen situaties (bijv. bewijs in een gegeven figuur de congruentie van twee aangeduide driehoeken). Ook de vraag waarom twee gegeven driehoeken niet congruent zijn, blijkt een goede oefening te zijn om de kenmerken te herkennen. Daarna wordt overgegaan naar meer complexe toepassingen (bijv. bewijs de gelijkheid van twee hoeken), waarbij de leerling zelf op zoek moet gaan naar de driehoeken, waarvan de congruentie gebruikt zal worden. Zowel de transformaties als de congruentiekenmerken zijn geen doel op zich, maar dienen om eigenschappen van vlakke figuren te bewijzen. Als uitbreiding kan een verband gelegd worden tussen congruentie en transformaties. Het aspect 'verplaatsing' bij congruente figuren (zie M41) kan geïllustreerd worden met behulp van transformaties, zonder evenwel een formeel bewijs op te stellen. c) Bewijzen dat driehoeken congruent zijn Het argumenteren en bewijzen van meetkundige eigenschappen biedt een ideale kans om alle fasen van het redeneren te doorlopen. Vanaf een onderzoek op voorbeelden en tegenvoorbeelden,al of niet gesteund door ict-gebruik (meetkundige software), kunnen leerlingen komen tot het behoorlijk formuleren van een vermoeden of hypothese. In het onderzoeksproces worden ze al geconfronteerd met argumenten, die bij het opstellen van een verklaring nog moeten verfijnd worden. Zoals in het onderdeel redeneervaardigheden uit het leerplan is beschreven (5.1) wordt dit proces afgesloten met het uitschrijven van een ordelijk bewijs. Ordelijk betekent dan niet alleen overzichtelijk en net geschreven, maar ook volgens logische gevolg trekkingen (zonder dat er noodzakelijk logica bij betrokken wordt). Het opstellen van een meetkunde bewijs bestaat gewoonlijk uit volgende drie fasen. - De eerste fase is het ontdekken van de kernidee van het bewijs. o Welke transformatie beeldt een figuur af op zichzelf of op een andere figuur? o Welke congruente driehoeken kunnen gebruikt worden? o Welke hulplijn(en) moet(en) getekend worden? - Dan volgt het verfijnen van de redenering, het verklaren. o Waarom wordt figuur 1 precies op zichzelf of op figuur 2 afgebeeld? o Waarom zijn de driehoeken congruent? o Waarom mag die eigenschap in deze situatie toegepast worden? - Pas daarna volgt in een derde fase het ordelijk uitschrijven van het gevonden bewijs. In het onderdeel redeneervaardigheden in het leerplan werd ruim ingegaan op de aanpak ervan in de lessen. Merk nog op dat het al of niet bewijzen van een eigenschap geen rechtstreeks verband houdt met het ter beschikking zijn van eigenschappen. In de eerste graad is het mogelijk dat aan leerlingen (of aan bepaalde groepen van leerlingen) een bewering als eigenschap geconfirmeerd wordt op gezag van de leraar. Beter dan de onmogelijke taak op te nemen alles te willen bewijzen, worden duidelijke en overzichtelijke bewijzen als model voor een bepaalde wijze van redeneren aangeboden (zie de eigenschappen opgesomd bij het basisbeheersingsniveau). 4

5 Het doel van bewijsvaardigheid is niet (uitsluitend) te overtuigen van de juistheid van de bewering, maar wel denkwijzen en denkprocessen te ontwikkelen die leiden tot het beredeneren en het argumenteren van een bewering. Dat is wat het grootste deel van de leerlingen zal overhouden van bewijsvaardigheid : het onderbouwen van hun standpunten, die later niet noodzakelijk wiskundig zullen zijn, met argumenten. Zoals aangegeven in deel 5.1 (leerplan) kan het verwerven van redeneervaardigheid maar stapsgewijze verlopen. De eerste graad legt hier de basis voor de verdere ontwikkeling ervan in de tweede en de derde graad (en al of niet afhankelijk van de gekozen doorstroming). Meetkunde biedt heel wat kansen om dat proces te ondersteunen vanuit het voorafgaand onderzoek op voorbeelden, vanuit het gebruik van figuren en vanuit het gebruik van enkele duidelijke standaardschema s, die het opstellen van een bewijs vereenvoudigen. (Bijv. bij congruentie. Welke driehoeken? Welk congruentiegeval? Welke overeenkomstige elementen in de driehoeken?) Ervaring toont dat een aantal leerlingen met dergelijke schematische steun wel zelf tot het bewijs kan komen. Andere leerlingen hebben die schema s helemaal niet nodig. Toch kan het eveneens voor hen een hulp zijn om hun denken beter te leren structureren. Gezien de zeer heterogene samenstelling van de leerlingengroepen en de uiteenlopende moeilijkheidsgraad van bewijzen moeten de aanbevelingen soepel geïnterpreteerd worden. De leraar zal de mogelijkheden, om hier al of niet verder op door te gaan, moeten afwegen tegen de beheersingsniveaus die de leerlingen van de klasgroep aankunnen. Met andere woorden, hier liggen heel wat kansen tot differentiatie en verdieping. B Situering in het schooljaar In het leerplan worden er vijf lestijden voorzien voor de aanbreng van het meetkundig concept "congruentie" en de daarbij horende congruentiekenmerken. C Toepassing: bewijzen van eigenschappen van vlakke figuren met behulp van congruentie De verdere toepassing van het begrip congruentie zit verweven in het argumenteren, redeneren, bewijzen, vooral bij de verdere studie van vlakke figuren (driehoeken, vierhoeken). Hierbij zijn heel wat kansen om gedifferentieerd te werken. Leerlingen vertrouwd maken met het gebruik van heuristische methoden en het werken met een gereedschapskist kan hier ook een plaats krijgen. 5

6 D Leerproces bij de leerlingen 1 Beginsituatie a) Voorkennis In het vierde en vijfde leerjaar van het basisonderwijs leerden leerlingen: - Gelijkheid van grootte en vorm ontdekken en verwoorden in vlakke figuren - Eenvoudige figuren van gelijke vorm en grootte tekenen op geruit papier - Gelijkvormigheid ontdekken en verwoorden in vlakke figuren - Eenvoudige gelijkvormige figuren tekenen op geruit papier In het zesde leerjaar van het basisonderwijs leerden leerlingen: - Met een geodriehoek hoeken meten en tekenen tot op 1 nauwkeurig. In het secundair onderwijs werd er reeds voldoende aandacht besteed aan de notatie van lengte van een lijnstuk, grootte van een hoek,. Ook leerden leerlingen in het eerste leerjaar A - Een hoek tekenen waarvan de grootte in graden gegeven is. - Een hoek meten tot op één graad nauwkeurig - Een hoek tekenen met dezelfde hoekgrootte als een gegeven hoek. - Ruimtelijke en vlakke situaties onderzoeken en daarbij meetkundige concepten en relaties voorstellen en verwoorden. Opmerkingen - Het is handig om even in de lagere scholen in de buurt na te vragen hoe het gebruik van de geodriehoek aan bod komt in de lessen. Dit gebeurt niet overal op eenzelfde manier. Misschien kunnen hier afspraken rond gemaakt worden. Ook de collega-leerkrachten uit het eerste jaar worden hier best bij betrokken. - De elementen die worden aangegeven in de beginsituatie kunnen gebruikt worden bij het opstellen van diagnostische toetsen. document doorstroming basisonderwijs - secundair onderwijs VVKSO eerste graad 6

7 b) Diagnostische toets Voorbeeld 1: Teken de figuur over zoals gevraagd. Schrijf voluit hoe je onderstaande wiskundige notaties zou lezen Voorbeeld: A: het punt A a) [ CD]:... b) c d :... c) DÊF :... d) XY :... e) Â :... 7

8 2 Het begrip congruentie (ca. 1,5 lestijd) a) Congruente figuren rondom ons Media - PowerPoint, bijv. Kijken rondom ons - foto's en boeken meebrengen naar klas - figuren van Escher - boeken Islamitische patronen - foto's vanuit de schoolomgeving Doel We komen tot de vaststellingen dat er in de omgeving en de realiteit figuren zijn die - niet dezelfde vorm en grootte hebben - dezelfde vorm hebben, maar niet noodzakelijk dezelfde grootte gelijkvormige figuren - dezelfde vorm hebben en dezelfde grootte congruente figuren Suggestie van werkvormen Aan de hand van een leergeprek met een PowerPointpresentatie kunnen we het meetkundige concept (congruentie) voorstellen en verwoorden. Dit duurt zo een tien minuten. PowerPoint: Kijken rondom ons Leerlingen kunnen vanuit hun leefomgeving een collage maken met foto's en objecten die gelijkvormig of congruent zijn. Bijlage 1: Congruente figuren in ontwikkelingen van de regelmatige veelvlakken GeoGebra 1: 1_tetraeder.ggb Internet - Escher in the classroom: Op de website vind je heel wat informatie over het maken van "Escherfiguren". Klik hiervoor op het icoon van Escher in the classroom. De bouwplaten die je in bijlage 1 vindt, kun je ook daar in afbeeldingformaat downloaden. 8

9 b) Classificatie van de vlakke figuren Media - Verschillende vlakke figuren (driehoeken, vierhoeken, cirkels) YouTube: Suggestie van werkvormen - klasgesprek over het groeperen van vlakke figuren volgens de indeling die gemaakt is met de foto's uit de realiteit. c) Congruente figuren: wiskundige notatie We verdiepen ons nu in het concept "congruentie". Aan de hand van de vorige voorbeelden kan er gemakkelijk tot een definitie* worden gekomen. - Invoeren van het symbool. F 1 F 2 Symbool Voorbeeld We lezen dit als 9

10 F 1 F 2 F 1 is congruent met F 2 10

11 Mogelijke opdrachten: - Vanuit patronen en regelmaat congruente figuren herkennen en overtekenen. - notatie inoefenen werkblad vlakke figuren Noteer in symbolen welke figuren met elkaar congruent zijn. Noteer in symbolen welke figuren met elkaar gelijkvormig zijn f 1 f 2 f 3 f 4 f 5 f 6 f 7 f 8 f 9 f 11 f 10 f 12 f 13 f14 11

12 d) Congruente figuren: afspraak bij het noteren Aan de hand van onderstaande figuren kunnen de begrippen overeenkomstige lijnstukken, overeenkomstige punten en overeenkomstige hoeken aangebracht worden. Je kan even goed de begrippen onmiddellijk aanbrengen met twee driehoeken. Begrippen: [AB] en [DE] zijn overeenkomstige lijnstukken [BC] en [DE] zijn overeenkomstige lijnstukken [AC] en [DE] zijn overeenkomstige lijnstukken A en D zijn overeenkomstige hoekpunten B en E zijn overeenkomstige hoekpunten C en F zijn overeenkomstige hoekpunten  en ˆD zijn overeenkomstige hoeken ˆB en Ê zijn overeenkomstige hoeken Ĉ en ˆF zijn overeenkomstige hoeken ABC DEF Definitie in symbolen ABC DEF AB = DE en  = ˆD BC = EF en ˆB = Ê AC = DF en Ĉ = ˆF e) Klassikaal oefenen 12

13 f) Gedifferentieerde oefeningen Oefeningen op het elementaire niveau Oefening 1 Hieronder zie je een tegelpatroon. Geef de congruente figuren een zelfde kleur. Oefening 2 Welke van onderstaande figuren zijn congruent en welke gelijkvormig? a) Deze figuren zijn congruent met elkaar: b) Deze figuren zijn gelijkvormig met elkaar: 13

14 Oefening 3 Teken een telkens een congruente figuur met driehoek 1 vierkant 2 zeshoek 3 OEFENINGEN OP HET BASISNIVEAU Oefening 4 Wanneer zijn twee cirkels congruent? Oefening 5 Waar of niet waar? Vierkanten met dezelfde omtrek zijn altijd congruent. Vierkanten met dezelfde oppervlakte zijn altijd congruent. Driehoeken met dezelfde omtrek zijn altijd congruent. Driehoeken met dezelfde oppervlakte zijn altijd congruent. Cirkels met dezelfde omtrek zijn altijd congruent. Cirkels met dezelfde oppervlakte zijn altijd congruent. 14

15 Oefening 6 Noteer in symbolen dat onderstaande driehoeken congruent zijn. Oefening 7 Noteer in symbolen welke driehoeken op de figuur congruent zijn. Oefening 7 a) Plaats de volgende punten in een assenstelsel. A(6,5) B(4,1) C(2,2) J(-1,-1) K(-3,0) b) We willen een congruente driehoek tekenen met de driehoek ABC. Met welke zijde uit de driehoek ABC zal [JK] een overeenkomstige zijde zijn? d) Bepaal nu een punt L zodat er een congruente driehoek ontstaat met de driehoek ABC. Hoeveel mogelijkheden zijn er? 15

16 e) Geef de coördinaat van elk mogelijk punt. f) Schrijf in symbolen dat de twee getekende driehoeken congruent zijn. GeoGebra 2: 2_congruentie_coordinaten.ggb schermafdruk na stap 1 16

17 OEFENINGEN OP HET VERDIEPINGSNIVEAU Oefening 8 Vierendelen Wie in Frankrijk de koning vermoordde werd gevierendeeld. Vierendelen was ook een oude maat om graan te wegen. Ook in de meetkunde wordt geprobeerd figuren in vieren te delen. Verdeel elke figuur in 4 congruente figuren. Eventueel kan een tip worden toegevoegd. Oefening 9 Het vierkant hiernaast is onderverdeeld in 16 congruente vierkanten. Als je de bovenste gearceerde driehoek wil afbeelden op de onderste gearceerde driehoek, dan kan dit gebeuren door. Oefening 10 Een vierkante vloer is bedekt met congruente vierkante tegels. De tegels op de twee diagonalen van de vloer zijn zwart. Alle andere tegels zijn wit. Alle andere tegels zijn wit. Als er 101 zwarte tegels zijn, dan is het totaal aantal tegels gelijk aan 17

18 3 Ontdekken van congruentiekenmerken bij driehoeken a) Komen tot de congruentiekenmerken Bedoeling? Als twee driehoeken congruent zijn, dan gelden zes gelijkheden. ABC DEF AB = DE en  = ˆD BC = EF en ˆB = Ê AC = DF en Ĉ = ˆF Volgens de definitie is het omgekeerde ook waar: als deze 6 gelijkheden gelden dan zijn de twee driehoeken congruent. We willen nu op zoek gaan of het altijd nodig is om alle 6 gelijkheden aan te tonen. Misschien volstaat het om er een beperkt aantal aan te tonen. Media Een combinatie van meetkundesoftware zoals GeoGebra, transparanten en bord is hier mogelijk. We bevelen het gebruik van ICT en GeoGebra het meest aan! Internet: Suggestie van werkvormen - Leerlingen laten onderzoeken welke mogelijke combinatie van gelijkheden leiden tot een congruentiekenmerk. Laat leerlingen hun bevindingen verwoorden. - Per twee werken, of in groep werken kan het denken bevorderen. Leerlingen confronteren met situaties die leiden naar een congruentiekenmerk, maar evenzeer naar met tegenvoorbeelden van niet correcte situaties. (niet elk onderzoek leidt tot een eigenschap of kenmerk) 18

19 b) Congruentiekenmerken met GeoGebra Het kenmerk ZHZ GeoGebra 3: congruentiekenmerk_zhz.ggb 19

20 o n d e r z o e k c o n g r u e n t i e k e n m e r k e n Naam:... Klas:... Wiskunde - 2e gemeenschappelijk jaar - Vakleerkracht: Björn Carreyn Stap 1: Een eerste paar overeenkomstige zijden 0 Teken een eerste overeenkomstige zijde [ DE] zodat AB = DE. 0 Controleer met GeoGebra. Vink "Eerste gemeenschappelijke zijde" aan. Stap 2: Een paar overeenkomstige hoeken 0 Teken een overeenkomstige hoek Ê zodat ˆB = Ê. 0 Controleer met GeoGebra. Vink "Een gemeenschappelijke hoek" aan. Stap 3: Een tweede paar overeenkomstige zijden. Je kunt nu ofwel vanuit het punt D ofwel vanuit het punt E een zijde tekenen om een driehoek te vormen. Maar is de dan gevormde driehoek altijd congruent met de gegeven driehoek? 20

21 ONDERZOEK 1 Afspraak We zullen eerst vanuit het punt E de zijde contrueren. Zo is Ê de ingesloten hoek. 0 Teken vanuit het punt E een cirkelboog met r = BC. 0 Noem het snijpunt met het been van de hoek E, het punt O 0 Welke vaststelling kun je doen? 0 Controleer met GeoGebra: vink onderzoek 1 aan 0 Formuleer jouw besluit, hou rekening met de startvoorwaarden bij onze constructie. ONDERZOEK 2: 0 Maak een nieuwe tekening. Herneem de eerste twee stappen We construeren vanuit het punt D een zijde. In dit geval is Ê niet de ingesloten hoek. 0 Teken vanuit het punt D een cirkelboog met r = AC. 0 Wat stel je vast? 0 Noem het snijpunt dat het verst van E ligt H. 0 Teken de driehoek DEH 0 Welke vaststelling kun je doen? 0 Controleer met GeoGebra: vink onderzoek 2a aan 0 Noem het andere snijpunt G. 0 Teken de driehoek DEG. 0 Welke vaststelling kun je doen? 0 Controleer met GeoGebra: vink onderzoek 2b aan. 0 Formuleer jouw besluit aan de hand van de twee vaststellingen, hou rekening met de startvoorwaarden bij onze constructie. Stap 4: Het komen tot een kenmerk Probeer aan de hand van de vorige onderzoeken het congruentiekenmerk te verwoorden. 21

22 c) Oefeningen Het is belangrijk om de nodige aandacht te besteden aan de taalvaardigheid en het verwoorden van o.a. de congruentiekenmerken. Vragen zoals "Formuleer het congruentiekenmerk ZZZ in woorden." moeten zeker niet uit de weg gegaan worden. Soms kunnen de congruentiekenmerken op een andere manier getoetst worden. Dit vraagt van de leerlingen een ruimere kijk. Voorbeeld - Teken, indien mogelijk, een driehoek STV die niet congruent is aan driehoek DEF zodat: ST = DE ˆD = Ŝ = 25 TV = EF - Is het mogelijk om een driehoek STV te tekenen die niet congruent is met driehoek DEF? Leg uit waarom wel of waarom niet? 22

23 4 Bewijzen met behulp van congruentie a) Diagnostische toets: voorkennis van de congruentiekenmerken XPZ XYP Noteer onder de figuur op basis van welk congruentiekenmerk je dit kunt besluiten. a) b) P c) P Y P X Y X Y Z X Z Z d) X e) f) X P X Z P Y Z Z Y P Y Schrijf op in symbolen welke driehoeken congruent zijn. Noteer onder de figuur op basis van welk congruentiekenmerk je dit kunt besluiten. Noteer met symbolen a) Het lijnstuk CD:... b) de rechten c en d vormen een rechte hoek:... c) de hoek A en de hoek B zijn even grote hoeken:... d) De lengte van het lijnstuk RT:... e) M is het midden van het lijnstuk AB:... 23

24 b) Waarom moet je bewijzen? Media: Filmpje wiskundemeisjes wiskunde.m4v - compilatie fragmenten schooltv - Is het echt waar? Fragment 1: Waarom moet er bewezen worden. In dit fragment wordt er aan de hand van een eenvoudig voorbeeld aangetoond waarom er moet bewezen worden. Fragment 2: Het denken van een wiskundige - een duidelijk bewijs. Aan de hand van een kauwgomballenautomaat wordt er aangetoond dat je niet zomaar alles mag geloven. Een wiskundige wil namelijk zeker zijn voor alle gevallen. 24

25 c) Bewijzen met congruentie Methode 1 : leerlingen ondersteunen met een gegeven structuur Illustratie 1: flowchart (uit: Discovering Geometry) Gegeven: Te bewijzen: AC = AD CB = DB Ĉ = ˆD Bewijs: Voorbeeld 2: Gegeven: Te bewijzen: [ ] [ ] M is het midden van AB M is het midden van CD AC = BD Bewijs: 25

26 Illustratie 2 : een schema Gegeven: vierhoek ABCD Â 1 = Â 2 AB = AD Te bewijzen: BC = DC Bewijs: In... en... geldt: Congruentiekenmerk:... Dus: Dus... want... Illustratie 3 : een tabel Tekening Gegeven Te Bewijzen Bewijs AC = AD CB = DB ACB ADB ACB ADB Verklaring = = = congruentiekenmerk:... Dus: ACB ADB 26

27 Methode 2 : leerlingen ondersteunen met een stappenplan We bevorderen denk- en redeneervaardigheid door het volgen van een stappenplan. Voorbeeld 1 Gegeven: Te Bewijzen: AB // CD AB = CD CB snijdt AD in M CM = BM a) Maak een passende tekening en duid de gegevens aan op de tekening. b) Zoek in je wiskundekennis hoe je gelijkheid van even lange lijnstukken kunt bewijzen. c) Welke driehoeken herken je in de figuur? d) Welk congruentiekenmerk kun je hier gebruiken? e) Schrijf de elementen van het congruentiekenmerk uit en verklaar telkens waarom. f) Welke conclusie kun je nu trekken? g) Schrijf alle elementen uit de vorige stappen uit tot één volwaardig bewijs. Voorbeeld 2: Gegevens visualiseren: met ondersteuning van GeoGebra Gegeven: vierhoek ABCD AB = AD CB = CD Te Bewijzen: a) ABC ADC b) AC is een deellijn van de hoeken  en Ĉ GeoGebra 4: 4_congruentie_oefening7.ggb 27

28 Voorbeeld 3: Opbouw stappenplan: met ondersteuning van GeoGebra Gegeven: Ô OA = OC OB = OD Te Bewijzen: OAD OCB 28

29 GeoGebra 5: 5_congruentie_oefening6.ggb Methode 3: Open opdrachten (opdracht gegeven in woorden, geen ondersteuning gegeven, niet noodzakelijk een figuur gegeven) Voorbeeld - de deellijn van de tophoek van een gelijkbenige driehoek verdeelt die driehoek in twee congruente driehoeken. - de hoogtelijn uit de top van een gelijkbenige driehoek verdeelt die driehoek in twee congruente driehoeken. Ingevulde versie van een leerling: De zwaartelijn uit de top van een gelijkbenige driehoek verdeelt die driehoek in twee congruente driehoeken. GeoGebra 6: 6_congruentie_oefening8.ggb - Als men op de benen [AB en [AC van een hoek BÂC gelijke stukken AB = AC afmeet en in B en C de loodlijnen opricht op de benen, dan snijden deze loodlijnen elkaar in een punt P. Toon aan dat het punt P op de deellijn ligt van de hoek BÂC. Stappen in het denkpatroon van de leerling: - Het maken van de tekening met aanduiden van de gegevens - Het nadenken over wat er moet bewezen worden. - Het zoeken naar de juiste driehoeken. - Het zoeken naar het congruentiekenmerk. - Het opschrijven van het bewijs. 29

30 5 Toepassingen: eigenschappen vlakke figuren a) Het tweede gemeenschappelijk leerjaar leerplan VVKSO - wiskunde eerste graad b) Voorbeeld uit het tweede jaar Voorbeeld: eigenschappen vierhoeken In een parallellogram zijn de overstaande hoeken even groot.. Maak een passende tekening aan de hand van jouw gegevens. Welk(e) wiskundig(e) concept(en) zul je gebruiken om deze eigenschap te bewijzen? transformaties evenwijdigen en een snijlijn congruentie Toon de eigenschap aan. Schrijf jouw redenering wiskundig. Maak gebruik van de figuur bij vraag a Gegeven: Te Bewijzen: Bewijs: 6 Congruentie en toepassingen Bijlage 2: oefeningen Opdracht: noteer bij de oefeningen het beheersingsniveau voor leerlingen van de eerste graad, tweede gemeenschappelijk leerjaar a. Denk vooral in functie van alle leerlingen van het tweede jaar. Internet: 30

31 Bijlage 3 : Probleemoplossend denken Bijlage 4 : Onderzoeksopdrachten 7 Congruentie in het verdere curriculum 31

32 DEEL II Werkvormen 1 Hoekenwerk Contractwerk - Groepswerk met experts Voorbeelden: zie sessie 1 2 Spelvorm Bijlage 5 : congruentiespel 3 Webquest Voorbeeld symmetrie 4 BZL / BZW Bijlage 6 5 Opdrachten met gebruik van ICT Voorbeelden 32

33 Suggesties voor didactische aanpak per kleiner onderdeel: - diagnostische toets over kennis uit het basisonderwijs of vroeger geziene onderdelen - klassikaal of via taken definities en regels aanbrengen - klassikaal formuleren van definities en regels - klassikaal oefenen: E-B-V - gedifferentieerd oefenen: E-B-V, individueel of in groepjes, met moetjes en magjes - gemengde oefeningen op het onderdeel en de vorige onderdelen: E-B-V - diagnostische toets over het onderdeel: E-B-V - toets over het onderdeel: E-B-V na een groter geheel: - groepswerk: E-B-V, met moetjes en magjes - groepswerk met experts: E-B-V - hoekenwerk (rekenhoek, computerhoek, spelhoek, vraagstukkenhoek,...): E-B-V, met moetjes en magjes - contractwerk: E-B-V, met moetjes en magjes - diagnostische toets over het geheel: E-B-V - toets over het geheel: E-B-V Deel III - Parate kennis Bijlage 7: Discussietekst Deel IV - Evaluatie Bijlage 8 33

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP OEFENINGEN 1 Kleur de figuren die congruent zijn met elkaar in dezelfde kleur. 2 Gegeven: PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP Gevraagd: Zijn de driehoeken congruent? Verklaar. 3 Gegeven: Gevraagd: Is

Nadere informatie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie Euclides van Alexandrië (ca. 265-200 v.chr.) Thales van Milete (ca. 624 v.chr. - 547 v.chr.) INHOUDSOPGAVE Algemene begrippen..blz. 1-3 - Stelling en bewijs

Nadere informatie

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig Vlakke Meetkunde Les 1 Congruentie en gelijkvormig (Deze les sluit aan bij het paragraaf 1 van Vlakke Meetkunde van de Wageningse Methode. Vlakke Meetkunde kun je downloaden vanaf de site van de Open Universiteit.

Nadere informatie

1 Het midden van een lijnstuk

1 Het midden van een lijnstuk Inleiding Deze basisconstructies worden aan de leerlingen gegeven in de vorm van werkbladen voor zelfstandig werken. Met behulp van een beginschets van de gegevens en de constructiebeschrijving maken de

Nadere informatie

werkschrift driehoeken

werkschrift driehoeken werkschrift driehoeken 1 hoeken 11 Rangschik de hoeken van klein naar groot. 14 b Teken een lijn l met daarop een punt A. Teken met je geodriehoek een lijn die l loodrecht snijdt in A. c Kies een punt

Nadere informatie

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden.

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. 7.0 Voorkennis Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. Voorbeeld definitie: Een gestrekte hoek is een hoek van 180 ; Een rechte hoek is een hoek van 90 ; Een parallellogram is een vierhoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN 1 / 6 H2 Vlakke figuren Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN 1. Wat moet ik leren? (handboek p. 46-74) 2.1 Herkennen van vlakke figuren In verband met een veelhoek: a) een veelhoek op de juiste wijze benoemen.

Nadere informatie

Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur.

Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur. VRAAG 1 Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur. VRAAG 2 Duid in de onderstaande figuur de overeenkomstige zijden en hoeken van de congruente driehoeken aan met eenzelfde

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor

Nadere informatie

A CONGRUENTIE EN GELIJKVORMIGHEID /46

A CONGRUENTIE EN GELIJKVORMIGHEID /46 PROEFWERK WISKUNDE SCHOOLJAAR 2007-2008 Vakleerkracht(en): K. De Beer, K. Verbouw, B. Carreyn Klas: 2 MW c Periode 2 Beurt 2 Sint-Pieterscollege Klasnummer: Datum: 2008-03-12 Sint-Jozefshandelsschool Weststraat

Nadere informatie

Vandaag 11/22/11$ ALS WE KIEZEN VOOR BEWIJZEN, LATEN WE DAN NIET TOVEREN. Moeilijk onderdeel van de leerstof

Vandaag 11/22/11$ ALS WE KIEZEN VOOR BEWIJZEN, LATEN WE DAN NIET TOVEREN. Moeilijk onderdeel van de leerstof 2 3 ALS WE KIEZEN VOOR BEWIJZEN, LATEN WE DAN NIET TOVEREN ErasmushogeschoolBrussel Lerarenopleiding LSO anne.schatteman@ehb.be Vandaag 2 Moeilijk onderdeel van de leerstof 3 Bewijzen worden behandeld

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,

Nadere informatie

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] 1 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn. De twee rode hoeken (F-hoeken) zijn gelijk.

Nadere informatie

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Meetkunde, Moderne Wiskunde, pagina 1/10 Rechthoekige driehoek In een rechthoekige driehoek is een van de hoeken in 90.

Nadere informatie

Eigenschappen van driehoeken

Eigenschappen van driehoeken 5 igenschappen van driehoeken it kun je al een hoek meten de verschillende soorten driehoeken definiëren 3 de verschillende soorten hoeken definiëren 4 de eigenschappen van de verschillende soorten hoeken

Nadere informatie

Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv

Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv Docentenhandleiding bij de DWO-module Lijnen van betekenis Deze handleiding bevat tips voor de docent bij het gebruiken van de module Lijnen van betekenis, een module

Nadere informatie

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus CEVA-DRIEHOEKEN Eindwerk wiskunde 010 Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi Soetemans Dokus Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1. Info over Giovanni Ceva... 4 1.. Wat zijn Ceva-driehoeken?... 4 1.3. Enkele voorbeelden...

Nadere informatie

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructie 1 Het lijnstuk AB Neem vanuit A een afstand tussen de benen van de passer die wat groter is dan van A tot het geschatte midden

Nadere informatie

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33) - 1- Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33) Hoekeenheden (boek pag 1) Hoofdeenheid om hoeken te meten is de grootte van de rechte hoek de graad :...... notatie :... de minuut :...

Nadere informatie

1 Cartesische coördinaten

1 Cartesische coördinaten Cartesische coördinaten Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-d Analytische Meetkunde Cartesische coördinaten Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er

Nadere informatie

Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014

Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014 Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014 Punt Pu1 Zorg dat Toon assen aan staat. Teken een punt in het vlak. Wijzig de naam naar X (hoofdletter!) (rechtsklikken op het punt voor openen snelmenu). Sleep

Nadere informatie

Wiskunde 1b Oppervlakte

Wiskunde 1b Oppervlakte PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS SECUNDAIR ONDERWIJS Auteur: Greet Verhelst, Eddy Greunlinx Lector: Academiejaar 2016-2017 Inhoudsopgave 1 Veelhoekig gebied... 4 2 van een veelhoekig gebied...

Nadere informatie

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] 2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen

Nadere informatie

INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6

INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6 INHOUDSTBEL 1. TRNSFORMTIES (fiche 1)...3 2. SYMMETRIE (fiche 2)...4 3. MERKWRDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6 4. VLKKE FIGUREN: DRIEHOEKEN (fiche 4)...7 5. VLKKE FIGUREN: BIJZONDERE VIERHOEKEN

Nadere informatie

Voorbereiding : examen meetkunde juni - oplossingen Naam:. Klas:...

Voorbereiding : examen meetkunde juni - oplossingen Naam:. Klas:... - 1 - Opmerking: Maak ook steeds oefeningen uit toets jezelf! uit je boek. Hermaak ook de oefeningen uit je map Etra opgaven: Nr. Opgave Wegens welk congruentiekenmerk zijn volgende driehoeken congruent?

Nadere informatie

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

Voorkennis meetkunde (tweede graad) Voorkennis meetkunde (tweede graad) 1. Vlakke meetkunde Lengten van de zijden en grootte van de hoeken van driehoeken en vierhoeken - De som van de hoeken van een driehoek is 180 - Bij een rechthoekige

Nadere informatie

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7 Extra oefeningen hoofdstuk 7: Vlakke figuren 1 Teken binnen een cirkel met straal 6 cm een tweede cirkel met straal 2 cm. Wat is de kleinste en wat is de grootst mogelijke afstand tussen beide middelpunten?

Nadere informatie

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 -

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 - Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 - De driehoek : Congruentiekenmerken van een driehoek kennen Soorten lijnen in een driehoek kennen Bissectricestelling kennen Stelling van het zwaartelijnstuk

Nadere informatie

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens Dag van de wiskunde Kortrijk 26 november 2009 Ideeën voor de klaspraktijk Spreker: E. Jennekens 1. De provincie West-Vlaanderen is 3144 km² groot. Kun je de hele wereldbevolking, 6,7 miljard, verwelkomen

Nadere informatie

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d

LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d LEERPLANSTUDIE Tweede graad TSO/KSO leerplan d 1 Leerplannen Eerste graad A-stroom (D/2009/7841/003) In voege sinds 1 september 2009 Tweede graad KSO/TSO (D/2002/0279/048) In voege sinds 1 september 2002

Nadere informatie

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Antwoordmodel - Vlakke figuren Antwoordmodel - Vlakke figuren Vraag 1 Verbind de termen met de juiste definities. Middelloodlijn Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op. Bissectrice Deelt een hoek middendoor.

Nadere informatie

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer. Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 : De driehoek

Hoofdstuk 5 : De driehoek Hoofdstuk 5 : De driehoek - 89 1. Congruente figuren Figuren die elkaar volkomen kunnen bedekken noemen we congruente figuren. Congruente figuren hebben dezelfde vorm (~ ) en dezelfde grootte (=). Als

Nadere informatie

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

GEOGEBRA 5. Ruimtemeetkunde in de tweede graad. R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. GEOGEBRA 5 Ruimtemeetkunde in de tweede graad R. Van Nieuwenhuyze Hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com GeoGebra in de tweede graad Roger

Nadere informatie

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat 2-9000 Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat 2-9000 Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht Hoofdstuk 1 : Hoeken -1 - Complementaire hoeken ( boek pag 7) Twee hoeken zijn complementair als... van hun hoekgrootten... is. Supplementaire hoeken ( boek pag 7) Twee hoeken noemen we supplementair als...

Nadere informatie

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] 12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] Stelling van de constante hoek: Voor de punten C en D op dezelfde cirkelboog AB geldt: ACB = ADB. Omgekeerde stelling van de constante hoek: Als punt D aan dezelfde

Nadere informatie

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde Overzicht eigenschappen en formules meetkunde xioma s Rechten en hoeken 3 riehoeken 4 Vierhoeken 5 e cirkel 6 Veelhoeken 7 nalytische meetkunde Op de volgende bladzijden vind je de eigenschappen en formules

Nadere informatie

Redeneren en bewijzen in de vlakke meetkunde

Redeneren en bewijzen in de vlakke meetkunde Redeneren en bewijzen in de vlakke meetkunde Leerlijn voor de Onderbouw VWO van het College Hageveld Opgesteld juni 2012 Visie van de sectie Wiskunde: Redeneren is een essentiële vaardigheid voor een VWO-leerling.

Nadere informatie

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel Cabri-werkblad Negenpuntscirkel 0. Vooraf - Bij dit werkblad wordt kennis verondersteld van de eigenschappen van parallellogrammen, rechthoekige driehoeken en van de elementaire eigenschappen van de koordenvierhoek.

Nadere informatie

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: 14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64

Nadere informatie

1 Coördinaten in het vlak

1 Coördinaten in het vlak Coördinaten in het vlak Verkennen Meetkunde Coördinaten in het vlak Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er niet uitkomt, ga je gewoon naar de Uitleg, maar bekijk het probleem

Nadere informatie

Analytische Meetkunde

Analytische Meetkunde Analytische Meetkunde Meetkunde met Geogebra en vergelijkingen van lijnen 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Meetkunde met Geogebra... 6 Stelling van Thales...... 7 3 Achtergrondinformatie Auteurs

Nadere informatie

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting 1 Lijnen en rechten Hoe kunnen lijnen zijn? gebogen of krom gebroken recht We onthouden: Een rechte is een rechte lijn. c a b Een rechte heeft geen begin- en

Nadere informatie

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4. 3 Driehoeken 8. 4 Vierhoeken 12

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4. 3 Driehoeken 8. 4 Vierhoeken 12 Katern 3 Meetkunde Inhoudsopgave 1 Hoeken 2 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4 3 Driehoeken 8 4 Vierhoeken 12 5 Lijnen in een driehoek 15 Inleiding De vlakke meetkunde is de meetkunde die zich afspeelt

Nadere informatie

Open het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het

Open het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het Practicum I Opgave 1 Tekenen van een driehoek In de opgave gaan we op twee verschillende manieren een driehoek tekenen. We doen dit door gebruik te maken van de werkbalk (macrovenster) en van het invoerveld.

Nadere informatie

Soorten lijnen. Soorten rechten

Soorten lijnen. Soorten rechten Soorten lijnen ik zeg ik teken ik noteer ik weet een punt A A een rechte a a Een rechte heeft geen begin- en eindpunt. een halfrechte [A een halfrechte heeft B] een beginpunt of een eindpunt een lijnstuk

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 99-99 : Tweede Ronde De Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw is een officiële foreign coordinator voor de welbekende AHSME-competitie (American High School Mathematics Examination

Nadere informatie

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen 1540 1610 Margot Rijnierse Inleiding In de tijd van Ludolph van Ceulen hadden de meetkundige geleerden belangstelling voor de geschriften van de oude Grieken,

Nadere informatie

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's Cabri-werkblad Driehoeken, rechthoeken en vierkanten 1. Eerst twee macro's Bij de opdrachten van dit werkblad zullen we vaak een vierkant nodig hebben waarvan alleen de beide eindpunten van een zijde gegeven

Nadere informatie

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN een rechte lijn A het punt A a de rechte a een kromme lijn of een kromme een gebroken lijn a A b a B het lijnstuk [AB] evenwijdige rechten a // b een plat oppervlak of een

Nadere informatie

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal Meetkundige constructies Leerlingmateriaal Nynke Koopmans Roeland Hiele Historical Aspects of Classroom Mathematics Universiteit Utrecht, juni 2013 Inleiding Inleiding Een meetkundige constructie is een

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 018 tijdvak 1ti maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Nadere informatie

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ... PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...

Nadere informatie

Het document Discussietekst: Aanzet tot een document van parate kennis en vaardigheden (bijlage 3) kan hierbij ook ingeschakeld worden.

Het document Discussietekst: Aanzet tot een document van parate kennis en vaardigheden (bijlage 3) kan hierbij ook ingeschakeld worden. Bijlage 4 uit de tekst Aansluiting van de tweede graad op het nieuwe leerplan in de eerste graad A (april 2011) Wat kennen en kunnen alle leerlingen op het einde van de 1 s t e graad? Aandacht voor de

Nadere informatie

2 Lijnen en hoeken. De lijn

2 Lijnen en hoeken. De lijn 1 Inleiding In het woord meetkunde zitten twee woorden verborgen: meten en kunnen. Deze periode gaat dan ook over het kunnen meten. Meetkunde is een oeroude kennis die al duizenden jaren geleden voorkwam

Nadere informatie

Taalbeleid in wiskunde Transformaties van het vlak

Taalbeleid in wiskunde Transformaties van het vlak Taalbeleid in wiskunde Transformaties van het vlak Leerplan: Doelgroep: Beginsituatie: Wiskunde 1 ste graad A-stroom 2 de leerjaar A De leerlingen hebben alle transformaties van het vlak (spiegeling, puntspiegeling,

Nadere informatie

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde 1 Junior Wiskunde Olympiade 005-006: tweede ronde Volgende benaderingen kunnen nuttig zijn bij het oplossen van sommige vragen 1,1 1,71 5,61 π,116 1 ls a a 17 a m = a 006, met a R + \{0, 1}, dan is m gelijk

Nadere informatie

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN een rechte lijn A het punt A a de rechte a een kromme lijn of een kromme een gebroken lijn a A b a B het lijnstuk [AB] evenwijdige rechten a // b een plat oppervlak of een

Nadere informatie

Vlakke meetkunde en geogebra

Vlakke meetkunde en geogebra Vlakke meetkunde en geogebra Open de geogebra-app. Kies het algebra- en tekenvenster. Aan de linkerkant zie je het algebravenster en rechts daarvan het tekenvenster met een x-as en een y-as. Om een rooster

Nadere informatie

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten januari 2008 De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten Inleiding Eén van de bekendste meetkundige plaatsen is de middelloodlijn van een lijnstuk. Deze lijn bestaat uit alle punten die gelijke afstand

Nadere informatie

Voorbereiding : examen meetkunde juni - oplossingen =

Voorbereiding : examen meetkunde juni - oplossingen = Voorbereiding : eamen meetkunde juni - oplossingen - - Opmerking: Maak ook steeds oefeningen uit toets jezelf! uit je boek. Hermaak ook de oefeningen uit je map Etra opgaven: Nr. Opgave. Wegens welk congruentiekenmerk

Nadere informatie

Meetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi

Meetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Meetkunde gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Trainingsweekend 23 25 januari 2009 Als je een meetkundig probleem aan het oplossen bent, stuit je vaak op verschillende oplossingen voor de verschillende

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We

Nadere informatie

Een andere dimensie van GeoGebra Andre Heck (Universiteit van Amsterdam), Nationale Wiskunde Dagen 2019

Een andere dimensie van GeoGebra Andre Heck (Universiteit van Amsterdam), Nationale Wiskunde Dagen 2019 Een andere dimensie van GeoGebra Andre Heck (Universiteit van Amsterdam), A.J.P.Heck@uva.nl Nationale Wiskunde Dagen 2019 Nationale Wiskunde Dagen 2019 Een andere dimensie van GeoGebra 1 / 36 Overzicht

Nadere informatie

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG) Lesbrief GeoGebra Inhoud: 1. Even kennismaken met GeoGebra 2. Meetkunde: 2.1 Punten, lijnen, figuren maken 2.2 Loodlijn, deellijn, middelloodlijn maken 2.3 Probleem M1: De rechte van Euler 2.4 Probleem

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B

GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B Heel tof? R. Van Nieuwenhuyze Oud-hoofdlector wiskunde aan Odisee, Brussel Auteur Van Basis tot Limiet en van Nando roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com Roger Van Nieuwenhuyze

Nadere informatie

Spelen met passer en liniaal - werkboek

Spelen met passer en liniaal - werkboek Spelen met passer en liniaal - werkboek Basisconstructie 1: het midden van een lijnstuk (de middelloodlijn) Gegeven: lijnstuk AB. Gevraagd: het midden van lijnstuk AB. Instructie Teken (A, r) en (B, r)

Nadere informatie

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Hoofdstuk 8 : De Cirkel - 163 - Hoofdstuk 8 : De Cirkel Eventjes herhalen!!!! De cirkel met middelpunt O en straal r is de vlakke figuur die de verzameling is van alle punten die op een afstand r van O liggen. De schijf met middelpunt

Nadere informatie

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2 Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus

Nadere informatie

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder? H1 Vlakke figuren 2 BBL 1.1 Eigenschappen van vlakke figuren 1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

Nadere informatie

ICT-implementatieplan 1e graad - wiskunde

ICT-implementatieplan 1e graad - wiskunde ICT-implementatieplan 1e graad - wiskunde 1) Het gebruik van rekenmachine a) Visie correct gebruik van de rekenmachine Tijdens de lessen wiskunde willen we het gebruik van de rekenmachine correct aanleren:

Nadere informatie

Blok 6B - Vaardigheden

Blok 6B - Vaardigheden B-a Etra oefening - Basis Eigenschap C is ook een definitie van een rechthoek. A: Als de diagonalen wel even lang zijn maar elkaar niet middendoor delen, is de vierhoek geen rechthoek. Denk ijvooreeld

Nadere informatie

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter. WERKBOEK 3 Meetkundige begrippen Les 11 Dit kan ik al! Ik ken verschillende soorten lijnen. Ik weet wat een punt en een lijn is en kan die tekenen en noteren. Ik kan van een figuur zeggen of het een driehoek,

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 8 juli 04 Tijd: 4.00-7.00 uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een

Nadere informatie

R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

R. Van Nieuwenhuyze. Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. R. Van Nieuwenhuyze Hoofdlector wiskunde, lerarenopleiding HUB, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@gmail.com Van Nieuwenhuyze Roger Probleemoplossend werken in de tweede graad

Nadere informatie

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg 1 Middelpunten Verkennen Middelpunten Inleiding Verkennen Probeer vanuit drie gegeven punten (niet op één lijn) die op een cirkel moeten liggen het middelpunt van die cirkel te construeren. Je kunt hem

Nadere informatie

Let op: Indien van toepassing: schrijf berekeningen bij de opdrachten. Gebruik bij de tekeningen een passer en geodriehoek/hoekmeter.

Let op: Indien van toepassing: schrijf berekeningen bij de opdrachten. Gebruik bij de tekeningen een passer en geodriehoek/hoekmeter. Vestiging: Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 3T-WIS-S-01 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen :Geodriehoek,

Nadere informatie

Vlakke Meetkunde Les 3 Koordenvierhoeken en iso-hoeklijnen

Vlakke Meetkunde Les 3 Koordenvierhoeken en iso-hoeklijnen Vlakke Meetkunde Les 3 Koordenvierhoeken en iso-hoeklijnen (Deze les sluit aan bij het paragraaf 3 en 4 van Vlakke Meetkunde van de Wageningse Methode. Vlakke Meetkunde kun je downloaden vanaf de site

Nadere informatie

Bedoeling: Doelen: Leerplandoelen wiskunde (VVKBaO):

Bedoeling: Doelen: Leerplandoelen wiskunde (VVKBaO): Bedoeling: De leerlingen leren M.C. Escher en zijn werken kennen. Ze ontdekken ook wat regelmatige vlakvulling is en maken kennis met de drie soorten symmetrie die Escher in zijn werken gebruikt. Na het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden Hoofdstuk LIJNEN IN Klas N Wiskunde 6 perioden . DE VECTORVOORSTELLING VAN EEN LIJN VOORBEELD. Gegeven zijn de punten P (, ) en Q (, 8 ). Gevraagd: de vectorvoorstelling van de lijn k door P en Q. Methode:

Nadere informatie

Actualisering leerplan wiskunde Eerste graad A-stroom. Deel 2 Meetkunde

Actualisering leerplan wiskunde Eerste graad A-stroom. Deel 2 Meetkunde Actualisering leerplan wiskunde Eerste graad A-stroom Deel 2 Meetkunde Sessie 5 Begeleiding wiskunde Leerplancommissie wiskunde VVKSO Stuurgroep Hilde De Maesschalck, Maggy Van Hoof, Philip Bogaert, Michel

Nadere informatie

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30 uur - 6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN Brugpakket 8: Vlakke figuren 1 Vlakke figuren 1.1 Vlakke figuren: Veelhoeken en niet-veelhoeken Een veelhoek is enkel begrensd door rechte lijnen. OEFENING Zet een kruisje

Nadere informatie

handleiding pagina s 1005 tot 1015 1 Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en 156 5 Cd-rom

handleiding pagina s 1005 tot 1015 1 Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en 156 5 Cd-rom week 32 les 2 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 1005 tot 1015 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina 812: gelijkvormig / vervormen pagina 813: patronen pagina 814: kubus pagina

Nadere informatie

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Tweepuntsperspectief I

Tweepuntsperspectief I 1 G Tweepuntsperspectief I 1. We verlaten even het perspectief en bekijken een vierkant ABCD op ware grootte. M is het middelpunt van het vierkant. PQ is een horizontale lijn door M. Zeg dat P en Q de

Nadere informatie

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde Vierhoeken Vierkant Rechthoek Parallellogram Ruit Trapezium Vlieger Vierhoek 1. Vierkant zijde zijde Een vierkant is een vierhoek met vier rechte hoeken én vier

Nadere informatie

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat, 00 Brussel VOET EN WISKUNDE Inleiding: vorming Een actuele denkwijze over wiskundevorming gaat uit van competenties. Het gaat om een

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I Eindexamen vwo wiskunde B 04-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte

Nadere informatie

Vlakke Analytische Meetkunde

Vlakke Analytische Meetkunde Vlakke Analytische Meetkunde L. Van Maldeghem L. Van Hyfte Handleiding voor 3 Latijn-Wiskunde, 3 Grieks-Latijn 5 3 Moderne Talen-Wiskunde, 3 Economie-Wiskunde 2 Hoofdstuk 1 Vectoren en transformaties 1.1

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 07 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 4 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 7 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

GEOGEBRA IN DE EERSTE GRAAD. Kan dit wel? R. Van Nieuwenhuyze. Docent wiskunde en statistiek aan Ehsal, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet.

GEOGEBRA IN DE EERSTE GRAAD. Kan dit wel? R. Van Nieuwenhuyze. Docent wiskunde en statistiek aan Ehsal, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. GEOGEBRA Kan dit wel? IN DE EERSTE GRAAD R. Van Nieuwenhuyze Docent wiskunde en statistiek aan Ehsal, Brussel. Auteur Van Basis tot Limiet. roger.van.nieuwenhuyze@skynet.be Geogebra in de eerste graad

Nadere informatie

Werkblad Cabri Jr. Constructie van bijzondere vierhoeken

Werkblad Cabri Jr. Constructie van bijzondere vierhoeken Werkblad Cabri Jr. Constructie van bijzondere vierhoeken Doel Het construeren van bijzondere vierhoeken: parallellogram, ruit, vierkant. Constructies 1. Parallellogram (eerste constructie) We herhalen

Nadere informatie