CVDR. Nr. CVDR83587_1. Ziekteverzuimprotocol

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR83587_1 12 juli 2016 Ziekteverzuimprotocol Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst beleidsregel Ziekteverzuimprotocol Gemeente Heerlen afdeling Personeel Organisatie en Informatiebeleid februari 2009 Inhoudsopgave Inleiding 2 Algemene begripsbepaling 3 1. Eerste ziektedag Ziekmeldingsprocedure Vakantie en ziekte Overige situaties Ziek tijdens het werk Ongeval tijdens het werk Ziekteverzuim in verband met zwangerschap Ziekte en ongeval veroorzaakt door derden Contact tussen werknemer en leidinggevende Contact tussen werknemer en bedrijfsarts Contact tussen werkgever en bedrijfsarts Privacyaspecten Bijhouden ziekteverloop Frequent kortdurend verzuim 9 2. Herstelmelding Week 6: Probleemanalyse Opstellen probleemanalyse en advies door bedrijfsarts Contact tussen werknemer en leidinggevende Deskundigenoordeel Week 8: Plan van aanpak Opstellen en procedure plan van aanpak Bijstellen plan van aanpak Week 26 (tweede half jaar): Verlagen van de bezoldiging Week 42: Ziekmelding bij UWV Week 50-52: Eerstejaarsevaluatie Week 87: Eindevaluatie Week 91: Indienen WIA-aanvraag Week Bedrijfsarts Bedrijfsmaatschappelijk werker Inwerkingtreding 17 Inleiding Iedere gemeente is verplicht om een protocol vast te stellen waarin alle regels zijn opgenomen die te maken hebben met ziekteverzuim. Deze verplichting komt voort uit artikel 7:9, lid 4 van de CAR. Het artikel luidt als volgt: Het college stelt een protocol vast, waarin de regels zijn opgenomen met betrekking tot de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begeleiding van ziekteverzuim, verplichtingen omtrent ziek- en herstelmeldingen daaronder begrepen, de arbeidsgezondheidskundige begeleiding en de daarbij in acht te nemen procedures. Dit artikel is de basis voor het verzuimprotocol van de Gemeente Heerlen. Het verzuimprotocol is opgesteld aan de hand van de Wet verbetering Poortwachter (WVP) en het Handvat Verzuimprotocol opgesteld door de VNG. Het is sinds 1 januari 2006 niet meer verplicht om voor het totale pakket van Arbo-dienstverlening aangesloten te zijn bij een gecertificeerde Arbodienst. Bedrijven en overheidsinstellingen kunnen de Arbo-activiteiten zelf uitvoeren, hetgeen momenteel ook op grote schaal gebeurt. Binnen deze eigen aanpak moeten organisaties wel beschikken over een gediplomeerde 1

2 interne preventiemedewerker en moet de specifieke dienstverlening van de bedrijfsarts wel uitgevoerd worden door een gecertificeerde bedrijfsarts. De Gemeente Heerlen kent een interne preventiemedewerker. De diensten van de bedrijfsarts worden ingehuurd bij Arboned. De begeleidende administratieve taken worden door de afdeling POI uitgevoerd. De rol van de leidinggevende is neergelegd in de term casemanager en wordt met dit protocol verduidelijkt. Ons hernieuwde verzuimprotocol geeft het procesverloop bij ziekteverzuim weer. Een bruikbaar naslagwerk voor iedereen van de Gemeente Heerlen, die te maken krijgt met ziekteverzuim. N.B.: Waar hij of zijn staat kan ook zij of haar worden gelezen Algemene begripsbepaling A. Werkgever; de Gemeente Heerlen. B. Werknemer; hij die door of vanwege de Gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan (zie ook CAR Gemeente Heerlen artikel 1:1 lid 1a). C. Eerste ziektedag; de eerste werkdag tijdens de ziekte. D. Werkdag; een dag waarop de werknemer arbeid moet verrichten en dus recht heeft op bezoldiging. Ook op een verlofdag (vakantiedag of ADV/compensatiedag) moet ziekte worden doorgegeven, omdat er recht is op bezoldiging. E. Leidinggevende; de direct leidinggevende. F. Casemanager; in eerste instantie de leidinggevende, echter als de leidinggevende niet hiervoor kiest, dan kan hiervoor door hem een andere persoon worden aangewezen. G.Verzuimgesprek: het eerste contact tussen de leidinggevende en de zieke werknemer, op met moment van ziekmelding of in ieder geval op de eerste ziektedag. H.Verzuiminterview: een (telefoon)gesprek tussen de leidinggevende en de medewerker waarin aan de hand van een vragenlijst wordt ingeschat of er sprake is van kortdurend of langdurend verzuim. I.Verzuimdossier: het dossier waarin de casemanager alle acties en afspraken vastlegt rondom de re-integratie van de werknemer Eerste ziektedag 1.1 Ziekmeldingsprocedure A.De werknemer meldt zich op de eerste ziektedag zo spoedig mogelijk, in ieder geval voor uur, ziek bij zijn leidinggevende of bij het afdelingssecretariaat als de leidinggevende niet bereikbaar is. Als voor de werknemer afwijkende werktijden gelden dan moet hij zich uiterlijk 15 minuten voor aanvang van zijn werktijd ziek melden. B.Als sprake is van een vangnetgeval, zoals ziek wegens zwangerschap of ziek als gevolg van bevalling, moet de werknemer dit bij de ziekmelding doorgeven. C.De leidinggevende (of bij afwezigheid diens vervanger) is verplicht om de werknemer op de eerste ziekteverzuimdag te bellen als er nog geen contact is geweest met de werk nemer (verzuimgesprek). D.Als de werknemer zich niet rechtstreeks bij de leidinggevende heeft ziek gemeld, moet hij thuis of op zijn verpleegadres blijven totdat hij telefonisch is benaderd door de leidinggevende. E.De leidinggevende of het afdelingssecretariaat verwerkt de ziekmelding in het programma Verzuimmanager voor 10:15 uur. Als sprake is van een vangnetgeval, moet dit in het programma worden aangegeven. F. De zieke werknemer moet ervoor zorgen dat hij voor de werkgever bereikbaar blijft. G. Als sprake is van een vangnetgeval doet de afdeling POI voor de 4e ziektedag een aanvraag bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) voor een ziektewetuitkering. 1.2 Vakantie en ziekte A. Als de werknemer tijdens zijn vakantie ziek wordt, moet hij het volgende doen: - de werknemer meldt zich ziek volgens de ziekmeldingsprocedure; - de werknemer vermeldt zijn vakantie- en/of verpleegadres. Als hij niet kan bellen, stuurt hij een fax of ; -zodra de werknemer weer thuis is, neemt hij contact op met zijn leidinggevende. -4-2

3 De werknemer moet aantonen dat hij ziek is (geweest) met een officiële verklaring van de behandelende arts, voorzien van datum en handtekening, en de rekening van het consult. Verlof wordt gecompenseerd als aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan. B. Op vakantie gaan tijdens arbeidsongeschiktheid is toegestaan mits: - dit het herstel van de werknemer niet in de weg staat; dit ter beoordeling aan de bedrijfsarts; -de werkgever hiermee akkoord gaat. De bedrijfsarts geeft daartoe aan de werknemer een 'verklaring van geen bezwaar' af, met een kopie naar de werkgever. De werknemer blijft in dit geval gedurende zijn vakantie arbeidsongeschikt, er worden dus geen vakantiedagen afgeschreven. 1.3 Overige situaties Ziek tijdens het werk Als de werknemer ziek wordt tijdens het werk geeft hij dit door aan zijn leidinggevende of diens vervanger voordat hij naar huis gaat Ongeval tijdens het werk Als er sprake is van een ongeval tijdens de uitoefening van het werk, dan moet de werknemer dit uitdrukkelijk bij de ziekmelding (laten) vermelden. Bij een ongeval tijdens werktijd moet er door de leidinggevende een ongevallenregistratieformulier (op te vragen bij de afdeling POI) worden ingevuld. Als er sprake is van een ziekenhuisopname dan moet de afdeling POI het ongeval melden bij de Arbeidsinspectie Ziekteverzuim in verband met zwangerschap Als de werkneemster voorafgaand aan het zwangerschapsverlof of na het bevallings - verlof ziek wordt en de ziekte verband houdt met haar zwangerschap, dan moet zij dit nadrukkelijk opgeven bij de ziekmelding. De werkgever kan dan namelijk aanspraak maken op een ziektewetuitkering via het UWV Ziekte en ongeval veroorzaakt door derden Als de ziekte of arbeidsongeschiktheid veroorzaakt is door derden, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij een auto-ongeluk, een medische fout of een beet van een hond, dan moet de werknemer dit aangeven bij zijn ziekmelding. Werkgever en werknemer kunnen dan namelijk via het Bureau Schadeafhandeling (BSA) de (loon)schade verhalen. Voorwaarde is wel dat de werknemer kan aantonen dat een ander aansprakelijk is Contact tussen werknemer en leidinggevende A.De leidinggevende is verantwoordelijk voor het voeren van het verzuimgesprek en het verkrijgen van de noodzakelijke informatie. B.De werknemer geeft bij zijn ziekmelding de oorzaak van zijn verzuim door en moet in ieder geval melden wat de beperkingen zijn om het werk te doen. De werknemer is niet verplicht de precieze klachten door te geven (privacy), maar mag dat wel. Als de werknemer van mening is dat de oorzaak van zijn ziekte verband houdt met zijn werk(plek), wordt hij verzocht om dit aan te geven bij zijn leidinggevende en/of de P&O-adviseur, zodat er samen zo snel mogelijk aan een oplossing kan worden gewerkt. De werknemer kan ook rechtstreeks contact opnemen met de bedrijfsarts of de bedrijfsmaatschappelijk werker van de Gemeente Heerlen. De werknemer zal in ieder geval moeten melden wat de beperkingen zijn om het werk te doen. C.Andere onderwerpen die aan de orde komen tijdens het verzuimgesprek zijn het over - nemen van taken en het afzeggen van afspraken, werkzaamheden die de werknemer wel kan uitvoeren (aangepast werk etc.) en eventuele acties die door de werkgever uitgevoerd kunnen worden om snelle re-integratie mogelijk te maken. Behalve van gedeeltelijke hervatting/herstelmelding kan ook sprake zijn van werken op thera peutische basis. De medewerker blijft in dat geval formeel volledig ziek. D.De leidinggevende heeft uiterlijk op de vierde ziektedag een (telefonisch) verzuiminterview met de werknemer. Hierin moet, aan de hand van de in overleg met de bedrijfsarts hiervoor samengestelde vragenlijst, duidelijk worden of sprake is van te verwachten kortdurend of langdurend verzuim. Deze vragenlijst wordt in het verzuimdossier gevoegd en de bedrijfsarts krijgt een kopie. E.De contacten tussen leidinggevende en werknemer worden schriftelijk vastgelegd en in het verzuimdossier gevoegd. F.De werknemer mag zijn verzuimdossier altijd inzien. Dat geldt ook voor de bedrijfsarts en de P&O-adviseur. G. Als de werknemer dit wenst, krijgt hij een kopie van (delen van) het verzuimdossier. H. Ten aanzien van de contacten tussen werkgever en werknemer is er nadrukkelijke 3

4 sprake van tweerichtingsverkeer Contact tussen werknemer en bedrijfsarts A.Als de werkgever, de werknemer of de bedrijfsarts kennis dragen van feiten en omstandig - heden die direct ingrijpen wenselijk of noodzakelijk maken voor beperking van de verzuimduur, moet direct contact plaatsvinden tussen de bedrijfsarts en de werknemer. B.De bedrijfsarts ziet de werknemer, in andere gevallen dan onder A., voor het eerst op het spreekuur uiterlijk in de derde week van het verzuim. C.Op verzoek van de werkgever en/of de bedrijfsarts kan een eerdere oproep voor het spreekuur of een spoedoproep voor het spreekuur plaatsvinden. Veelvuldig kort verzuim kan reden zijn voor de leidinggevende om te (laten) onderzoeken wat er aan de hand is. D.De werknemer moet de leidinggevende en/of de bedrijfsarts de gelegenheid bieden tot een (huis)bezoek. Als dat niet in de eigen woning is of op het verpleegadres, moet er een andere mogelijkheid geboden worden. E. De werknemer geeft alle relevante informatie omtrent zijn klachten aan de bedrijfsarts. F. Indien de werknemer niet in staat is op het spreekuur te komen, moet hij dit melden bij de bedrijfsarts. De bedrijfsarts neemt contact op om een latere afspraak te maken of voor een telefonisch spreekuur. G. De afspraken tussen werknemer en bedrijfsarts worden schriftelijk vastgelegd. H. Er is minimaal iedere zes weken contact tussen de bedrijfsarts en de werknemer. 1.6 Contact tussen werkgever en bedrijfsarts A.De bedrijfsarts informeert de leidinggevende binnen twee werkdagen nadat de werknemer op het spreekuur is geweest per over de mate van arbeidsongeschiktheid, de prognose ten aanzien van de verzuimduur, herstelbevorderende maatregelen en de datum van een eventueel vervolgcontact. De leidinggevende informeert, waar nodig, de P&O-adviseur. B.De leidinggevende kan, afhankelijk van situatie en behoefte, contact opnemen met de bedrijfsarts voor telefonisch overleg. Telefonisch overleg tussen de leidinggevende en de bedrijfsarts wordt door de leidinggevende schriftelijk vastgelegd in het verzuimdossier van de desbetreffende werknemer C. Van elk spreekuurcontact ontvangt de werkgever een rapportage van bevindingen en prognose. Zonodig vindt mondeling overleg met de leidinggevende plaats. D.In een Sociaal Medisch Team (SMT) worden het verzuimbeleid in brede zin en de prognose van werkhervatting van alle relevante verzuimgevallen uitvoerig besproken. Bij het SMT, waarvan het afdelingshoofd voorzitter is, zijn aanwezig: de bedrijfsarts, de bedrijfsmaatschappelijk werker, de P&O-adviseur en eventueel de direct leidinggevende. De leidinggevende noteert in het verzuimdossier dat de casus is besproken in het SMT. 1.7 Privacyaspecten A.De bedrijfsarts heeft een geheimhoudingsplicht ten aanzien van de medische gegevens en andere bijzonderheden die de persoonlijke levenssfeer betreffen. Normaal gesproken zijn deze gegevens niet relevant voor een advies aan de leidinggevende over de mate en de duur van de arbeidsongeschiktheid, noodzakelijke behandelingen en eventuele aanpassingen die kunnen worden getroffen in het kader van werkhervatting. B.Als de bedrijfsarts het wenselijk acht deze gegevens aan derden, waaronder de werk - gever, te verstrekken, dan is daarvoor toestemming van de werknemer nodig. C. De leidinggevende is verantwoordelijk voor het opbergen van individuele ziekteverzuimgegevens. D. Naast de werknemer kunnen alleen de leidinggevenden, POI medewerkers en de casemanager over deze gegevens beschikken, voor zover zij deze direct nodig hebben voor de uitvoering van hun taak. E.Medische gegevens worden beheerd door de bedrijfsarts en zijn niet toegankelijk voor andere personen. 1.8 Bijhouden ziekteverloop A.Het bijhouden van het ziekteverloop is in principe verplicht maar alleen relevant bij dreigend langdurig verzuim. B. De leidinggevende is verantwoordelijk voor het bijhouden van het ziekteverloop. C. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de inhoud en aanlevering van de stukken ten behoeve van het verzuimdossier. 4

5 Frequent kortdurend verzuim Als sprake is van frequent kortdurend verzuim, dat wil zeggen meer dan 3 ziekmeldingen binnen 12 maanden, heeft de leidinggevende hierover een gesprek met de werknemer. Als de leidinggevende dat nodig acht, kan hij de bedrijfsarts vragen deze werknemer op te roepen voor het spreekuur Herstelmelding A.De medewerker meldt zich op de eerste dag dat hij zich weer in staat voelt om geheel of gedeeltelijk te kunnen werken, (gedeeltelijk) hersteld bij zijn de leidinggevende, of bij het afdelingssecretariaat als de leidinggevende niet bereikbaar is. B.In het geval van een langdurig ziekteverzuim zal in de meeste gevallen de bedrijfsarts een advies geven over de (gedeeltelijke) hersteldatum. C.De leidinggevende of het afdelingssecretariaat verwerkt de (gedeeltelijke) herstelmelding in het programma Verzuimmanager. D.De leidinggevende heeft na terugkeer van de werknemer op de eerste (gedeeltelijke) werkdag met hem een terugkeergesprek. Het doel van dit gesprek is tweeledig. Enerzijds is het belangrijk om even bij te praten en anderzijds biedt het de mogelijkheid om afspraken te maken over het werkrooster, inzetbaarheid en eventuele aanpassingen aan de werkplek van de werknemer Week 6: Probleemanalyse 3.1 Opstellen probleemanalyse en advies door bedrijfsarts A.De probleemanalyse en het re-integratieadvies worden binnen zes weken na de eerste ziektedag, of zoveel eerder als nodig is, opgesteld door de bedrijfsarts. B.De leidinggevende ontvangt de probleemanalyse en gebruikt deze bij het maken van een plan van aanpak voor re-integratie. Het re-integratieadvies gaat in op de beperkingen en de medisch verantwoorde mogelijkheden om te werken. C. De werknemer krijgt eveneens de probleemanalyse. D. Met de toestemming van de werknemer kan de bedrijfsarts ook contact opnemen met de huisarts en/of specialist van de werknemer om medische gegevens uit te wisselen. Deze informatie valt onder het medisch beroepsgeheim en zal door de bedrijfsarts niet aan de leidinggevende worden doorgegeven. 3.2 Contact tussen werknemer en leidinggevende De leidinggevende bespreekt de probleemanalyse met de werknemer. 3.3 Deskundigenoordeel A.Als de werknemer het niet eens is met uitspraken van de bedrijfsarts of met voorstellen of activiteiten van zijn werkgever dan kan hij een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. B. Ook de werkgever kan een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. C. Het oordeel van het UWV is niet bindend, maar telt zwaar bij een gerechtelijke beoordeling. Kosten zijn voor de aanvrager (voor werknemers en werkgevers is dat ongeveer 50,-) Week 8: Plan van aanpak 4.1 Opstellen en procedure plan van aanpak A.Bij dreigend langdurig ziekteverzuim moet, in alle gevallen waarin een mogelijkheid bestaat tot terugkeer naar arbeid, een plan van aanpak worden opgesteld door de werkgever en de werknemer. B.Via het programma Verzuimmanager krijgt de leidinggevende het signaal dat een plan van aanpak opgesteld moet worden. C.De P&O-adviseur en de leidinggevende bespreken op basis van de probleemanalyse van de bedrijfsarts hoe het plan van aanpak er in grote lijnen uit ziet. D. De leidinggevende stelt vervolgens een concept plan van aanpak op. E. De leidinggevende en/of de casemanager en de betrokken medewerker bespreken het concept plan van aanpak. In dit gesprek wordt de definitieve versie van het plan van aanpak vastgesteld en door de leidinggevende en de werknemer getekend. F. In het plan van aanpak komen de volgende zaken aan de orde: 5

6 - wie wordt de casemanager; - waartoe leidt het plan; - acties van de werkgever om terugkeer te bespoedigen; - acties medewerker om de terugkeer te bespoedigen; - afspraken over contact tussen bedrijfsarts en door medewerker geraadpleegde behandelaars; - bij herplaatsing elders: afspraken over re-integratiebedrijf; - welke termijnen worden voor de acties afgesproken; - op welke momenten worden de afgesproken acties geëvalueerd. G. De werknemer en de bedrijfsarts krijgen een kopie van het plan van aanpak. H. De bedrijfsarts toetst het plan van aanpak Bijstellen plan van aanpak A.Het plan van aanpak wordt zo vaak als nodig is geëvalueerd en bijgesteld, maar in ieder geval: - ten minste na zes weken; - als de medewerker niet meer in de organisatie kan terug keren en een re-integratiebedrijf ingeschakeld moet worden. B.De procedure voor het opstellen van het plan van aanpak geldt ook voor de bijgestelde versies van het plan van aanpak Week 26 (tweede half jaar): Verlagen van de bezoldiging De zieke medewerker heeft gedurende het eerste half jaar recht op 100% van zijn loon. Vanaf de zevende ziektemaand wordt er een korting toegepast op de bezoldiging, zoals vermeld in hoofdstuk 7 van de CAR/UWO. Over de uren die de medewerker werkt of scholing volgt in het kader van zijn re-integratie, heeft hij recht op 100% loondoorbetaling. 6. Week 42: Ziekmelding bij UWV De afdeling POI verzorgt in de 42e week de ziekmelding bij het UWV. 7. Week 50-52: Eerstejaarsevaluatie A.De leidinggevende (eventueel met de casemanager) en de werknemer evalueren de gevoerde re-integratieactiviteiten van het afgelopen jaar en stellen deze, waar nodig, bij. B.Zowel de evaluatie als de bijstelling(en) worden schriftelijk vastgelegd in het verzuimdossier Week 87: Eindevaluatie A. De werknemer ontvangt van het UWV een WIA aanvraagformulier. B. De leidinggevende (eventueel met de casemanager) en werknemer stellen samen het re-integratieverslag1 op en gebruiken hierbij alle beschikbare documenten (inhoud van het verzuimdossier). C.De afdeling POI zorgt ervoor dat het werkgevers gedeelte van de WIA-aanvraag (o.a. loongegevens) wordt ingevuld. D.De leidinggevende en de werknemer kunnen, in overleg met de afdeling POI en het UWV gezamenlijk verzoeken de wachttijd voor de WIA met maximaal één jaar te verlengen. Hier kan de voorkeur aan worden gegeven als zeker is dat herstel of re-integratie in een andere functie binnen deze periode mogelijk is en de werknemer liever geen WIA-keuring wil ondergaan. 1 Het re-integratieverslag is een samenvatting van het bijgehouden verzuimdossier. Het bestaat uit drie delen: de werkgeversbijdrage, een medisch deel en de werknemersbijdrage. De werkgeversbijdrage bevat het plan van aanpak en gegevens met betrekking tot de uitvoering daarvan. De werknemersbijdrage bevat het oordeel van de medewerker over het gehele traject (inspanningen van mede - werker, werkgever en Arboarts). De Arboarts levert het medische deel. De werknemer krijgt een kopie van het werkgeversdeel en het medische deel. Als de werknemer dat wenst, hoeft 6

7 hij de werkgever geen kopie te geven van het werknemersdeel (privacy). Het opstellen van het werkgeversgedeelte van het re-integratieverslag is een verantwoordelijkheid van de werk - gever ten opzichte van het UWV en dient als verantwoording achteraf voor verrichte reïntegratie-inspanningen. Voldoet de werkgever niet aan de wettelijke verplichting ten aanzien van het reïntegratieverslag, dan bepaalt het UWV dat de werknemer recht heeft op doorbetaling van bezoldiging en wordt geen WIA-uitkering toegekend. Voldoet de werknemer niet aan zijn plicht tot medewerking dan gelden de sancties uit hoofdstuk 7 van de CAR/UWO Week 91: Indienen WIA-aanvraag A.De werknemer dient de WIA-aanvraag plus het re-integratie - verslag in bij het UWV. B.Tussen week 91 en 104 neemt het UWV de WIA-aanvraag in behandeling. Het UWV beoordeelt onder andere de re-integratie-inspanningen van werkgever en werknemer. 10. Week 104 A. Start WIA-uitkering, indien van toepassing. B. Afhankelijk van het oordeel van het UWV kan de werknemer formeel herplaatst worden na het tweede ziektejaar. Voor werknemers die na 1 juli 2007 zijn ziek geworden, gelden hiervoor specifieke voorwaarden (zie hoofdstuk 7 van de CAR/UWO). C.Afhankelijk van het oordeel van het UWV kan de werkgever ontslag verlenen aan de werknemer. Dat kan niet eerder dan 2 jaar na de eerste ziektedag. Voor werknemers die na 1 juli 2007 zijn ziek geworden, kan dat niet eerder dan 3 jaar na de eerste ziektedag (zie hoofdstuk 7 van de CAR/UWO voor de specifieke voorwaarden) Bedrijfsarts De bedrijfsarts is op vaste dagen in het gemeentekantoor aanwezig. Alle werknemers kunnen een afspraak met hem maken voor het open spreekuur dat bedoeld is voor mensen die vragen hebben maar niet ziek zijn. Afspraken kunnen worden ingepland via de afdeling POI. 12. Bedrijfsmaatschappelijk werker Alle werknemers kunnen rechtstreeks een afspraak met de bedrijfsmaatschappelijk werker maken. Dat kan op eigen initiatief of na doorverwijzing door de bedrijfsarts of de leidinggevende. Daarnaast is er een inloopspreekuur waar de werknemer terecht kan zonder afspraak. 13. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2009 en kan worden aangehaald als Ziekteverzuimprotocol Aldus vastgesteld door de Algemeen Directeur op 16 januari