Computervaardigheden training. Hoofdstuk 4 e-learning. CH4-v1.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Transcriptie

1 Computervaardigheden training Hoofdstuk 4 e-learning CH4-v1.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

2 Hoofdstuk 4 E-learning

3 Inhoudsopgave Nederlands aan het Werk e-learning 3 E-learning opstarten 4 Inloggen 4 E-learning starten 5 Het scherm 7 Verschillende soorten oefeningen 8 2

4 Nederlands aan het Werk e-learning In de eerdere hoofdstukken heeft u geleerd om met de computer, met computerprogramma s en internet te werken. In de e-learning van Nederlands aan het Werk kunt u alles wat u geleerd heeft in de eerdere hoofdstukken ook gebruiken. De e-learning van Nederlands aan het Werk is een soort programma dat met behulp van internet gebruikt wordt. In dit hoofdstuk leren we: - De e-learning starten. - Het e-learningscherm. - De soorten oefeningen in de e-learning. 3

5 E-learning opstarten Inloggen Het starten van het programma doet u via internet. U heeft een internetadres, gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Deze krijgt u van uw docent. 1. Typ het webadres in de adresbalk. 2. Vul bij Naam en Wachtwoord uw gebruikersnaam en wachtwoord in. 3. Klik daarna op de knop Inloggen. U bent nu ingelogd in de portal. U ziet de volgende pagina. 4

6 E-learning starten 1. Binnen de portal klikt u op het plaatje boven E-learning (zie plaatje op de vorige pagina). 2. Selecteer uw cursus met het menu. U krijgt de volgende pagina te zien.hier ziet u een lijst van alle modules die u kunt opstarten. 3. Klik op het achterste icoontje om een module te openen. Elke module behandeld één cruciale praktijksituatie. 5

7 Het volgende scherm verschijnt. In het scherm staan zes lessen. Deze lessen komen standaard in elke module terug. De lessen zijn: 1. De begintoets: om te testen of u al wat van de praktijksituatie weet. Als u de toets heel goed maakt, mag u zelfs een aantal lessen overslaan. 2. Het verhaal: in deze les krijgt u korte fragmenten van de tv-serie. U kunt vragen beantwoorden over de fragmenten. 3. Oefenen met taal: in deze les krijgt u per cruciale handelingssituatie een aantal oefeningen. U gaat oefenen met onderwerpen die voor het examen belangrijk zijn. 4. Woorden leren: in deze les kunt u verschillende oefeningen maken waarbij u woorden leert die met de praktijksituatie te maken hebben. 5. De praktijkopdrachten: hier kunt u de praktijkopdrachten vinden. Deze kunt u zelf opslaan en uitprinten. Ook vindt u hier hulpkaarten die u kunt gebruiken om de praktijkopdrachten uit te voeren. 6. De eindtoets: in de eindtoets krijgt u nog een keer een test. Alles wat u geleerd heeft kunt u nog een keer testen. Aan het einde van de toets, ziet u hoeveel oefening u goed heeft gedaan. 4. Klik op de les Begintoets om met de praktijksituatie te beginnen. 6

8 Het scherm Hieronder ziet u het scherm van de e-learning. In het scherm zijn een aantal standaard knoppen te vinden. In het plaatje staat aangegeven wat de knoppen betekenen Woordenlijst bij deze module Titel huidige module Probleem op een pagina melden Hulp bij een oefening Terug naar het lesmenu Waar ben ik en hoever moet ik nog? Volume Vorige pagina Opnieuw afspelen Volgende pagina In het midden van de pagina is de ruimte waar de oefening gemaakt kan worden. Bij elke pagina hoort u iemand die de tekst op het scherm uitspreekt. 7

9 Verschillende soorten oefeningen De e-learning van Nederlands aan het Werk bestaat uit heel veel verschillende oefeningen. Er zijn ongeveer 40 verschillende oefeningen te maken. Hieronder worden de belangrijkste oefeningen in het kort uitgelegd. Meerkeuzevraag Meerkeuzevraag Klik op een O om het antwoord te selecteren. Klik op verstuur om het antwoord te versturen. U krijgt feedback of het antwoord goed of fout is. Deze vragen zijn ook mogelijk met meerdere goede antwoorden. Meerkeuze afbeeldingsvraag Meerkeuzevraag met afbeelding Bekijk de afbeelding. Klik op de O om het antwoord aan te geven. Er is slechts één antwoord mogelijk. Het komt wel eens voor dat het plaatje niet helemaal te zien is. U kunt dan op het plaatje zelf klikken om het uit te vergroten. Meerkeuze geluidsvraag (variant 1) Meerkeuzevraag met geluidsfragmenten Lees eerst de vraag. Luister dan naar alle geluidsfragmenten. Klik op een O om het antwoord aan te geven. 8

10 Meerkeuze geluidsvraag (variant 2) Meerkeuzevraag met geluidsfragment Klik op het geluidsicoon: Beluister dan het geluidsfragment. Kies één antwoord. Meerkeuze videovraag Meerkeuzevraag met videofragment Bekijk het filmpje en kies één antwoord. Paren maken (variant 1) Woorden/zinnen bij elkaar slepen Klik en sleep de juiste woorden of zinnen naar de goede kolom. 9

11 Paren maken (variant 2) Geluidsfragmenten naar afbeeldingen slepen Luister naar het geluidsfragment. Sleep dan het icoon naar de goede oplossing. U moet op Play klikken om het geluidsfragment af te spelen. Paren maken (variant 3) Woorden en zinnen naar het geluidsfragment slepen. Luister naar het geluidsfragment en bekijk het plaatje. Sleep dan de juiste zin onder het juiste plaatje. Sleepvraag dialoog Sleepvraag met dialoog Klik en sleep het juiste plaatje om de dialoog compleet te maken. 10

12 Sleepvraag met plaatje Woordvolgorde Woorden in een afbeelding plaatsen Woorden in de juiste volgorde zetten Kijk naar het plaatje en de nummers in het plaatje. Sleep het woord dat bij het nummer hoort naar het goede vakje. Soms zijn niet alle nummers in het plaatje te zien. Klik dan op het plaatje zelf om het groter te maken. Maak goede zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten. U kunt de woorden naar de goede plek slepen. Zinsvolgorde Zinnen in de juiste volgorde zetten Klik en sleep de zinnen in de goede volgorde. Er ontstaat dan een gesprek. 11

13 Ontbrekende letters Ontbrekende woorden Ontbrekende letters invullen Ontbrekende woorden invullen met behulp van geluidsfragmenten Maak goede woorden door de ontbrekende letters in te vullen. Klik op een leeg vakje en typ de juiste letter. Als alle letters goed zijn ingevuld komt in het onderste vakje met de nummers een woord te staan. Klik op het geluidssymbool. Klik op het lege vak om het woord na te typen. Kruiswoordpuzzel De woorden naar de juiste plaats in de puzzel slepen Klik op een zwart vlakje om een omschrijving te lezen. Klik en sleep het juiste woord naar de juiste regel. 12

14 Woordzoeker Vuilnisbakvraag Woordzoekerpuzzel Woorden naar de vuilnisbak slepen Zoek de woorden in het linker rijtje in de puzzel. Klik en sleep om de woorden te markeren. Wanneer u een woord heeft gevonden, wordt dit afgevinkt in het lijstje. Lees de vraag. De woorden die niet in het rijtje horen, sleept u naar de vuilnisbak. Woord/geluidsvraag De juiste woorden aanklikken met behulp van geluidsfragmenten Lees de zin en luister naar het geluidsfragment. Klik het woord aan, dat in het geluidsfragment te horen was. 13

15 Formulier Het juiste gebied aanklikken Lees de vraag. Klik het juiste gebied op het veld aan. Dit wordt rood gekleurd. Klik daarna op Verstuur. Documenten downloaden Slide voor het downloaden van documenten Voor de praktijkopdrachten heeft u documenten nodig. Deze documenten kunt u downloaden en uitprinten. Klik op het icoon om de opdracht te downloaden. 14