Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 2

Transcriptie

1

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Introductie Starten met de wizard Workshop 1 Maak je eigen visitekaartje Workshop 2 Nieuwsbrief Publiceren zonder wizard Soorten frames Rechthoeken Vormen Selecteren en groeperen van meerdere objecten Tekst laten overlopen in andere tekstvakken Decoratieve initiaal Achtergrond (kleur/figuur) Achtergrond van een publicatie Publicaties eenvoudig opslaan Tips voor een goede publicatie...12 Inhoudsopgave 2

3 1 Introductie Publisher is een onderdeel van de MS Office-suite. Het is een lay-out programma voor pagina s dat wordt gebruikt voor desktop publishing (DTP). Men kan de pagina s van brochures en nieuwsbrieven of visitekaartjes, pamfletten, affiches dus met meer fantasie ontwerpen dan met een gewone tekstverwerker zoals MS Word. Karakteristiek voor Publisher is dat alle objecten en alle tekst in vakken of frames (kaders) staan. Men kan dus niet rechtstreeks in een pagina typen zoals in een tekstverwerker. Elk van die frames kan men willekeurig van plaats verwisselen. Een document in MS Publisher heet Publicatie Publisher is gemakkelijk te gebruiken omdat het vooraf opgemaakte snelle publicatiesjablonen aanbiedt. Introductie 3

4 2 Starten met de wizard Bij het openen van Publisher wordt er een publicatiegalerij geopend met ingebouwde sjablonen. Publisher bevat 1600 sjablonen voor de lay-out van publicaties. Het venster is verdeeld in twee delen, een linkerdeel dat een taakvenster bevat en een rechterdeel dat een voorbeeldweergave bevat. Figuur 1: startscherm MS Publisher Aan de linkerzijde bevindt zich het taakvenster. Het taakvenster bevat een uitschuiflijst met de volgende mogelijkheden: Publicaties om af te drukken, Website & , Ontwerpsets en Lege publicaties. Publicaties om af te drukken zijn publicaties gesorteerd per publicatie. Bv.: wenskaarten, briefkaart, Website & eenvoudig en website maken met Publisher is een koud kunstje. Je moet enkel voor de inhoud van de website zorgen. Ontwerpsets: de publicaties gesorteerd volgens de ontwerpset. Deze sjablonen zijn dezelfde als bij Publicaties om af te drukken, alleen staan ze anders gesorteerd. Lege publicaties, heeft verschillende sjablonen, waarbij u een ontwerp volledig vanaf nul kan invullen. De pagina s zijn leeg, enkel instellingen zoals paginagrootte, aantal pagina s, uitlijning of randen vindt u hier. Indien je een sjabloon gevonden hebt, dan klik je op het sjabloon en past de inhoud aan. Starten met de wizard 4

5 3 Workshop 1 Maak je eigen visitekaartje Stap 1: open Microsoft Publisher. Stap 2: kies onder Publicaties om af te drukken voor Visitekaartjes : Je krijgt nu een 50-tal voorbeelden te zien. Stap 3: kies een sjabloon: Heb je jouw keuze gemaakt dan klik je op het sjabloon. Je kan dit sjabloon altijd wijzigen. Als dit de eerste maal is dat je in Publisher werkt dan zal men naar jouw gegevens en/of bedrijfsgegevens vragen. Je kan deze gegevens achteraf altijd wijzigen. Stap 3: Vul jouw gegevens in: Indien je jouw persoonlijke gegevens wil wijzigen dan ga je naar Bewerken en kies je onderaan voor Persoonlijke gegevens. Figuur 2: persoonlijke gegevens aanpassen Stap 4: Opties wijzigen: Opties Visitekaartje: je kan hier bepalen of het logo op het visitekaartje moet staan, verder kan je de afdrukstand bepalen en het aantal exemplaren per vel. Publicatieontwerpen: indien je niet tevreden bent over het huidige sjabloon kan je nog altijd kiezen voor een ander sjabloon, de ingevulde gegevens zullen niet verloren gaan. Kleurenschema s: Publisher biedt jouw een aantal kleurenpaletten aan. Klik je op een kleurpalet dan zal jouw visitekaartje automatisch veranderen. Lettertypeschema s: dit spreekt ook voor zich. Je kan hier het lettertype kiezen voor jouw kaartje. Stap 5: Logo wijzigen: Bij de Opties Visitekaartje klik je onder Logo op toevoegen. Klik met de rechtermuisknop op het logo en kies voor Wizard voor dit object. Vervolgens klik je op Opties Logo. Nu kan je zelf een afbeeldingen invoegen vanuit het bestand. Workshop 1 Maak je eigen visitekaartje 5

6 4 Workshop 2 Nieuwsbrief Stap 1: open Microsoft Publisher. Stap 2: kies onder Publicaties om af te drukken voor Nieuwsbrieven : Je krijgt nu een 60-tal voorbeelden te zien. Stap 3: kies een sjabloon: Heb je jouw keuze gemaakt dan klik je op het sjabloon. Je kan dit sjabloon altijd wijzigen. Stap 4: opties wijzigen: Opties Nieuwsbrief: de eerste optie die we kunnen bepalen is of we enkelzijdig of dubbelzijdig gaan afdrukken. Vervolgens kan je de adres van de klant toevoegen of weglaten. Pagina-inhoud: hier bepaal je hoeveel kolommen een pagina moeten bevatten. Je kan dit toepassen op alle pagina s of op één pagina. Publicatieontwerpen: : indien je niet tevreden bent over het huidige sjabloon kan je nog altijd kiezen voor een ander sjabloon, de ingevulde gegevens zullen niet verloren gaan. Kleurenschema s: biedt jouw een aantal kleurenpaletten aan. Klik je op een kleurpalet dan zal jouw nieuwsbrief automatisch veranderen. Om zelf een kleurenschema te maken klik je onderaan op Aangepast kleurenschema. Figuur 3: kleurenschema s aanpassen Lettertypeschema s: dit spreekt ook voor zich. Je kan hier het lettertype kiezen voor jouw kaartje. Je hebt nu een voorgevormde nieuwsbrief. Publisher geeft jouw ook aan hoeveel tekens je per artikel kan/mag gebruiken. Hij geeft je verder nog enkele tips over de nieuwsbrief en over de verschillende koppen die je kan gebruiken. Onderaan kan je navigeren tussen de verschillende pagina s van de nieuwsbrief. Je kan hier ook eenvoudig nieuwe pagina s toevoegen door met de rechtermuisknop op de nummers te klikken. Figuur 4: pagina's nieuwsbrief (navigatie) Workshop 2 Nieuwsbrief 6

7 5 Publiceren zonder wizard Uiteraard kan je ook een publicatie maken zonder de wizard en de sjablonen. Je kan dan vertrekken vanuit een lege afdrukpublicatie. Klik dan op Lege publicaties en kies dan vervolgens welk formaat je wenst. Figuur 5: lege publicatie mogelijkheden Vervolgens krijg je een lege publicatie. Werkbalken Liniaal Werkveld Buiten werkveld Figuur 6: lege publicatie Publiceren zonder wizard 7

8 5.1 Soorten frames Objecten selecteren Tekstvak (tekstframe ) Tabel invoegen (tabelframe) WordArt invoegen Afbeeldingsframe Frames Lijn Pijl Ovaal Rechthoek AutoVormen Ontwerpgalerie Tekstframe Zoals de naam laat vermoeden, dient een tekstframe om gewonen tekst aan te maken. Deze tekst kan je in verschillende lettertypes gaan zetten. Hoe maken? Ga met de muisaanwijzer naar het tekstframe-icoon en klik daarop. Ga dan in het werkveld staan en klik maar houd de muisknop nog ingedrukt. Trek nu het frame door je muis te verschuiven. De grootte en de plaats kan je achteraf nog aanpassen. Ga tenslotte de muisaanwijzer in het frame staan en typ je tekst WordArt-frame Een WordArt-frame gebruiken we voor speciale titels, woorden die in het oog moeten springen. Hoe maken? Ga met de muisaanwijzer naar het WordArt-icoon en klik daarop. Ga dan in je werkveld staan en klik maar houd de muisknop ingedrukt. Trek nu een frame door je muis te verschuiven. Nu krijg je een venster Tekst invoeren te zien, voer in dit venster je tekst in en klik op Voorbeeld bijwerken. De tekst in het WordArt-frame zal zich nu automatisch aanpassen naar grootte. Indien je achteraf de tekst wilt wijzigen dubbelklik je op het frame Figuurframe Een figuurframe dient om figuren aan te maken. Deze figuren kan je in verschillende grootte zetten. Het figuurframe kan je zoals elk frame op gelijk welke plaats zetten. Hoe maken? Ga met de muisaanwijzer naar het figuurframe-icoon en klik daarop. Trek vervolgens nu een frame door met je muis te verschuiven. Je krijgt nu een nieuw venster om je figuur te selecteren. Publiceren zonder wizard 8

9 5.2 Lijnen Lijnen worden niet gebruikt om tekst te gaan onderlijnen, daar wordt de knop u voor gebruikt, maar wel om lijnen te gaan tekenen, pijlen te trekken, Kleurlijn Pijlstijl Lijn/randstijl Streepstijl Lijnkleur: bij het tekenen of selecteren van een lijn, verandert de menubalk bovenaan automatisch. De knoppen voor het bewerken van lijnen verschijnen zoals weergegeven in de tekening hierboven. Klik op de knop lijnkleur om de gewenste kleur te kiezen. Lijndikte en stijl: klik op deze knop om de gewenste dikte en stijl te bepalen. Streepstijl: klik op deze knop om de gewenste streepstijl te bepalen. Pijlstijl: kies met deze knop de gewenste pijl. Aan het uiteinde van de lijn zal nu de gekozen pijl verschijnen. 5.3 Rechthoeken Naast het tekenen van rechthoeken en vierkanten kan je rechthoeken nog gebruiken om navigeerknoppen (binnen een website) te maken. Rechthoeken kunnen enkel een omranding weergeven of kunnen met een kleur opgevuld zijn. Voorbeelden: 5.4 Vormen Tekst Publisher beschikt over een aantal basisvormen. Door de gewenste vorm te kiezen, kan je door klik en sleep een vorm tekenen. Figuur 7:basisvorm in Publisher 3D-stijl, je kan deze vormen ook een 3D-schaduw of 3D-stijl geven. Klik hiervoor op de knoppen die je hier ziet. Publiceren zonder wizard 9

10 5.5 Selecteren en groeperen van meerdere objecten Selecteren Klik op een object. Houd je shifttoets ingedrukt en klik op een ander object. Wanneer meerdere objecten geselecteerd zijn, verschijnt een groeperingsteken. Groeperen Onder de selectie verschijnt een pictogram, objecten groeperen. Klik je hierop, dan worden deze objecten als groep beschouwd. Geef je nu een opvulkleur, dan krijgt de volledige groep deze kleur. Je kan jouw objecten ook groeperen door met de rechtermuisknop te klikken en te kiezen voor Groeperen. 5.6 Tekst laten overlopen in andere tekstvakken Om tekst te laten overlopen naar een ander tekstvak ga je als het volgt te werk. Stap 1: klik in je eerste tekstvak Stap 2: klik op het pictogram Tekstframes koppelen. Je muisaanwijzer is veranderd in een melkkannetje. Stap 3: klik nu in het tekstvak waar de tekst verder moet lopen. Zo kan je ook en derde tekstvak koppelen. Het tweede pictogram op de werkbalk kan je gebruiken om tekstvakken van elkaar te ontkoppelen. Het derde pictogram gebruik je om naar een vorig tekstvak te gaan en het vierde om naar een volgend tekstvak te gaan. 5.7 Decoratieve initiaal Stap 1: Maak een tekstvak en typ een alinea tekst, bestaande uit enkele regels tekst. Stap 2: klik vervolgens in je tekstvak met je rechtermuisknop en kies voor Tekst wijzigen Decoratieve initiaal. Stap 3: maak je keuze uit de verschillende mogelijkheden en klik op toepassen om reeds een voorbeeld te zien of klik op ok. Aangepaste decoratieve initiaal Klik in je tekst en kies voor Tekst wijzigen Decoratieve initiaal Tabblad Aangepaste decoratieve initiaal. Figuur 8:decoratieve initiaal Publiceren zonder wizard 10

11 5.8 Achtergrond (kleur/figuur) Om de achtergrond van je publicatie te wijzigen kan je een andere kleur of afbeelding kiezen. Klik hiervoor in het menu Opmaak op Achtergrond. In het taakvenster kan je een keuze maken uit de verschillende achtergronden. Bij iedere achtergrond kan je kiezen of dit voor 1 pagina of meerdere pagina s dient te gebeuren. A chtergrond aanpassen Klik op meer achtergronden. Nu kan je zelf een kleurovergang instellen, je kan eventueel kiezen om een afbeelding te gebruiken. 5.9 Achtergrond van een publicatie Wat is de achtergrond? De achtergrond is de plaats waar je elementen neerzet die op elke pagina van een publicatie moeten worden herhaald, zoals kop- en voetteksten, paginanummers of afbeeldingen. Je moet deze elementen niet te plaatsen op elke pagina waar je ze wil opnemen, maar je kan dit eenmalig op de achtergrond doen. Deze elementen worden dan automatisch herhaald. De achtergrond noemen we tevens de basispagina. Hoe ga je naar achtergrond of voorgrond? Om naar de achtergrond te gaan, klik je in het menu Beeld op Basispagina of druk op CTRL + M. Om je erop te wijzen dat je op de achtergrond of de basispagina bezig bent, staat onderaan in de statusbalk de letter A. Om naar de voorgrond te gaan, klik je in het menu Beeld op Basispagina of druk op CTRL + M. Een object dat op de voorgrond staat naar de achtergrond plaatsen en omgekeerd?! Selecteer het object en klik in het menu Schikken op Op de achtergrond plaatsen Publicaties eenvoudig opslaan Klik op het icoontje Opslaan in de werkblak Standaard of klik in het menu Bestand op Opslaan of klik op CTRL + S. Zoek een map waar je het bestand wenst op te slaan en typ een bestandsnaam. Een publicatie krijgt steeds als extensie pub Standaardmap wijzigen Publisher geeft altijd dezelfde map weer waar je publicaties worden bewaard. Indien je deze locatie wenst te wijzigen, klik in het menu Extra onder Opties op Algemeen. In dit venster vind je twee mappen, de map die standaard geopend wordt bij het openen of opslaan van je publicaties en de map die standaard geopend wordt bij het openen of opslaan van je figuren. Om een map te wijzigen, selecteer je deze map, klik je op de knop Wijzigen en zoek de gewenste map. Publiceren zonder wizard 11

12 Automatisch opslaan Bij het maken van een publicatie vergeet je immers de tijd. Daarom kan je instellen dat je computer om de zoveel tijd zelf vraagt om je werk op te slaan. Klik daarom in het menu op Extra Opties Opslaan. Geef hier het aantal minuten op dat dient tussen twee herinneringen bij het opslaan Tips voor een goede publicatie Ontwerpprincipes Hanteer volgende principes: Eenvoud Samenhang Contrast Doelgroep? Voor wie maak je dit ontwerp? Tips Gelijke randen bij kaders in éénzelfde publicatie. Dezelfde lettertypes en effecten voor dezelfde titels. Teveel variatie komt slordig over. Maak gebruik van witte ruimtes rond titels. Gebruik contrasten, maar niet te kwistig. Het principe dat geldt voor één soort publicatie is niet noodzakelijk geldig voor een andere publicatie. Planning Kies een ontwerp, een A4-formaat, katern, visitekaartje, folder of iets anders. Maak een raster voor de lay-out, waar komen je titels, figuren, etc Welke teksten, objecten dienen op iedere pagina te komen, plaats deze op de basispagina. Voeg teksten en objecten toe. Afwerking. Publiceren zonder wizard 12