3.3 Mobiliteitsbevordering

Transcriptie

1 Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas 3.3 Mobiliteitsbevordering Inhoud blz. 1. Inleiding 2 2. Vormen van mobiliteit 3 3. Regelgeving 5 4. Werkwijze Veenplas 5 5. Slot 6 6. Doelstellingen en voorwaarden 7 7. Ontwikkeling formatie in meerjarenperspectief 7 8. Coördinatie van mobiliteit 9 9. Plaatsingscommissie Belangstellingsregistratie / inventarisatie Voorwaarden voor succesvolle mobiliteit Invoeringsprocedure mobiliteitsplan Bijlagen 11 1

2 1. Inleiding Toen De Veenplas werd opgericht was personele mobiliteit één van de prioriteiten. Hiervoor is een tweetal redenen aan te geven. Deze redenen hebben als overeenkomst dat ze direct van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs. Ook geldt voor beide redenen dat ze voor zowel individuele personeelsleden als ook voor de totale organisatie voordelen op kunnen leveren. De eerste, erg belangrijke reden is het effect dat personele mobiliteit kan hebben op het welbevinden van medewerkers. ( Integraal personeelsbeleid) De stimulerende en motiverende werking die er vanuit kan gaan, alsmede het bieden van loopbaanperspectief, zijn aspecten die kunnen leiden tot een grotere arbeidssatisfactie en aan een betere kwaliteit van de organisatie. Personele mobiliteit is een middel dat bijdraagt tot handhaving/verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in een zich steeds veranderende omgeving. De tweede reden is de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Deze maakt het voor leerkrachten aantrekkelijk om voor een werkgever te kiezen die tegemoet kan en wil komen aan de individuele loopbaanwensen. Om kwalitatief goed personeel binnen te halen en vooral binnen te houden is het voor werkgevers in het primair onderwijs pure noodzaak leerkrachten mogelijkheden te bieden voor loopbaanontwikkeling. Schooloverstijgende mobiliteit biedt extra mogelijkheden. In dit verband moet ook het voordeel van de inzet van specifieke kwaliteiten van leerkrachten worden genoemd. De juiste man/vrouw op de juiste plaats! Wanneer een organisatie erin slaagt, om in goed overleg, specifieke kwaliteiten van medewerkers daar in te zetten waar die kwaliteiten op dat moment het meest nodig zijn, mag er vanuit worden gegaan dat dit de kwaliteit van de gehele organisatie op een hoger peil brengt. Wij hopen dat dit mobiliteitsbeleid zal bijdragen aan het behoud of de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs dat door de scholen van De Veenplas wordt aangeboden. Dit mobiliteitsbeleid zal na drie jaar worden geëvalueerd en in overleg worden bijgesteld. Vastgesteld, na instemming van de GMR, in de vergadering van het AB van 5 maart 2001 H.S.J. Mank, voorzitter A.J.M.Otto, secretaris... 2

3 2. Vormen van mobiliteit Mobiliteit is het vermogen van medewerkers om zich mentaal, functioneel en geografisch te willen verplaatsen ten behoeve van zichzelf en/ of ten behoeve van de organisatie. Deze definitie geeft aan dat het begrip mobiliteit erg ruim kan worden opgevat. Er is dus ook op verschillende wijzen onderscheid te maken als er gesproken wordt over personele mobiliteit. Mobiliteit naar plaats. Mobiliteit naar functie. Interne mobiliteit. Externe mobiliteit. Vrijwillige mobiliteit. Verplichte mobiliteit. 2.1 Mobiliteit naar plaats. Met mobiliteit naar plaats wordt in het onderwijs bedoeld, het uitvoeren van dezelfde werkzaamheden op een andere werkplek (school). Hier is ook nog het onderscheid te maken tussen mobiliteit binnen de school en mobiliteit tussen scholen. Mobiliteit binnen de school is het wisselen van groep. Een leerkracht die enkele jaren les heeft gegeven aan een bepaald leerjaar gaat lesgeven aan een ander leerjaar. (Schoolgebonden mobiliteit) Van mobiliteit tussen scholen is sprake wanneer een leerkracht overstapt van school A naar school B. (Schooloverstijgende of bovenschoolse mobiliteit). Op elke, onder De Veenplas ressorterende school, zal worden vastgelegd hoe schoolgebonden personele mobiliteit gestalte krijgt. 2.2 Mobiliteit naar functie. Hiervan is sprake wanneer een leerkracht binnen de organisatie benoemd wordt in een andere functie. In dit verband worden ook de termen verticale en horizontale mobiliteit gebruikt. Met verticale mobiliteit wordt het veranderen van functieniveau bedoeld. Omdat het RPBO vooralsnog slechts de functies; directeur, adjunct-directeur, groepsleraar en onderwijsassistent kent, is er binnen het primair onderwijs nauwelijks sprake van verticale mobiliteit. Toch is er een ontwikkeling gaande waardoor er een variant op verticale mobiliteit gaat ontstaan. Het betreft hier interne begeleiders, remedial teachers, ICT.-coördinatoren, bouwcoördinatoren, ook wel genoemd het middenmanagement. Zij hebben (nog) geen functie die hun takenpakket duidelijk maakt, maar hebben, in veel gevallen, andere taken dan de groepsleraren. Wanneer een groepsleraar binnen de eigen school of op een andere school intern begeleider of bouwcoördinator wordt, zou je kunnen spreken van verticale mobiliteit op taakniveau. 2.3 Interne en externe mobiliteit. Met interne mobiliteit wordt in dit plan bedoeld, de mobiliteit op bestuursniveau. Wanneer een leerkracht overstapt van school A naar school B en beide scholen vallen onder hetzelfde schoolbestuur, is er sprake van interne mobiliteit. Externe mobiliteit is daarom het overstappen naar een school van een ander schoolbestuur. 2.4 Vrijwillige mobiliteit. Zoals de term al aangeeft, gaat het hier om situaties waarin een leerkracht zelf de keuze maakt van functie of van school te willen veranderen. Jaarlijks wordt middels het belangstellingsregistratieformulier de mobiliteitswens van leerkrachten geïnventariseerd. Voorts is vrijwillige mobiliteit een vast onderdeel van het functioneringsgesprek. 2.5 Verplichte mobiliteit. Deze vorm van mobiliteit bestaat al langer. Wanneer een school te maken krijgt met terugloop van formatie en er dientengevolge leerkrachten in het RDDF geplaatst moeten worden, is een bestuur verplicht binnen haar organisatie te zoeken naar overplaatsingsmogelijkheden. 3

4 Ook in geval van disfunctioneren of in een conflictsituatie kan een schoolbestuur een leerkracht verplichten de werkzaamheden op een andere school te gaan uitvoeren. De mobiliteit die in deze notitie vooral wordt beschreven, is de vrijwillige mobiliteit. Verplichte mobiliteit komt ook aan de orde als gevolg van de Raamovereenkomst. Dit houdt in dat in deze notitie vooral beschreven wordt hoe personeelsleden op vrijwillige basis kunnen overstappen naar een andere school binnen het bestuur. Hierbij is het mogelijk de overstap te combineren met het vervullen van een andere taak of functie. 4

5 3. Regelgeving. Raamovereenkomst Primair onderwijs die inmiddels verlengd is met één jaar. In artikel 20 wordt de mobiliteit genoemd. Er staat letterlijk: 1. De werkgever en de werknemer spannen zich beiden in om de mogelijkheden van mobiliteit van de werknemers binnen de school en naar andere scholen van de werkgever te bevorderen. 2. De werkgever bevordert via samenwerking met andere werkgevers binnen het onderwijs de mogelijkheid van externe mobiliteit. 3. Mobiliteit van werknemers is vast gespreksonderwerp tijdens de te voeren functioneringsgesprekken. 4. Werkwijze De Veenplas. De Veenplas onderscheidt twee varianten van personele mobiliteit. A. Situaties waarin medewerkers zelf aangeven in aanmerking te willen komen voor een andere functie of werkplek. Vrijwillige mobiliteit op initiatief van de werknemer. B. Situaties waarin sprake is van verplichte mobiliteit. (Formatieve redenen, conflictsituaties, disfunctioneren, advies van de bedrijfsarts.) Voor de twee varianten van mobiliteit geldt dat belangen van individuele personeelsleden en scholen alsmede het belang van de organisatie als geheel, een rol spelen. De Veenplas neemt zich voor in gevallen waar sprake is van strijdige belangen, een zodanige beslissing te nemen dat kwalitatief goed onderwijs prevaleert. 4.1 Vrijwillige mobiliteit op initiatief van de werknemer. Alle leerkrachten in vaste dienst, bij De Veenplas, krijgen jaarlijks in september/ oktober de gelegenheid een belangstellingsregistratie in te vullen. (bijlage 1). Onder verantwoordelijkheid van het Mobiliteitscentrum (MC) worden deze belangstellingsregistraties verzameld en beheerd. Tevens worden vacatures op scholen van De Veenplas centraal gemeld bij het MC.( Taken en werkwijze komen bij hoofdstuk 8 en 9 aan de orde) Voordat externe kandidaten in aanmerking kunnen komen voor invulling van een vacature, wordt de vacature eerst gemeld bij alle interne personeelsleden. Melding van een interne vacature gebeurt schriftelijk via bijgevoegd formulier ( zie bijlage 2) De hier geschetste interne procedure wordt gevolgd voor vacatures waarvan de ingangsdatum 1 augustus is. Bij gelijke geschiktheid geniet een leerkracht die al bij de Veenplas werkt de voorkeur. Uitgangspunt is dat bij tussentijdse vacatures in principe geen interne procedure plaats vindt om beheersmatige redenen. Het hele proces kost teveel tijd voor de betrokkenen en het duurt te lang voordat een vacature kan worden ingevuld. Directeur Voor de vacature voor de functie van directeur geldt dat er altijd een interne procedure wordt gevoerd. Tegelijkertijd wordt er een externe procedure opgestart. Bij gelijke geschiktheid gaat de interne kandidaat voor. 5

6 4.2 Verplichte mobiliteit. De Veenplas stelt zich tot doel verantwoord en zorgvuldig personeelsbeleid te voeren. Het voldoen aan verplichtingen jegens individuele personeelsleden is daarom een vanzelfsprekendheid. Indien personele mobiliteit dient te worden gebruikt om aan verplichtingen jegens personeelsleden te voldoen, is dit dan ook geen punt van discussie. De raamovereenkomst primair onderwijs kent zgn. kaders voor de bestuursbenoeming. Deze kaders zijn speciaal toegevoegd om het personeel te beschermen tegen willekeurige overplaatsing naar een andere school. Daarin is ondermeer bepaald dat de school (of scholen) van tewerkstelling schriftelijk moet(en) worden vastgelegd op de akte van benoeming. In een viertal gevallen is volgens de raamovereenkomst, gedwongen overplaatsing (verplichte mobiliteit) mogelijk. a. Indien er sprake is van een formatietekort op een school. b. In geval van een conflictsituatie, waarbij om weer tot een werkbare situatie te komen een of meer bij het conflict betrokken personen op een andere school worden geplaatst. c. In geval van disfunctioneren. d. Op advies van de bedrijfsarts. Het bestuur van De Veenplas zal gedwongen mobiliteit daarom uitsluitend en alleen dan gebruiken indien er sprake is van een situatie genoemd onder a,b,c of d. Een actief beleid gericht op het bevorderen van vrijwillige mobiliteit moet ondermeer tot gevolg gaan hebben dat verplichte mobiliteit zo beperkt mogelijk zal worden gebruikt. Het criterium dat door het schoolbestuur gehanteerd wordt als er, onverhoopt, wegens een formatietekort op een school, toch gebruik gemaakt moet worden van verplichte mobiliteit, is de volgorde op de bestuurlijke afvloeiingslijst. (De laagst geplaatste leerkracht, van de betreffende school, op deze lijst komt het eerst voor verplichte mobiliteit in aanmerking. Er zal ieder jaar zo n lijst gemaakt moeten worden die aan de personeelsleden wordt uitgedeeld) 5. Slot Wij hechten eraan hier te benadrukken dat personele mobiliteit een instrument is om de eerder genoemde doelen te bereiken. Het streven naar meer mobiliteit moet zeker geen doel op zich worden. De belangen van de individuele medewerker en de belangen van de schoolorganisatie dienen zorgvuldig te worden afgewogen en op elkaar te worden afgestemd. Vanwege de grote invloed die mobiliteitsbeleid heeft op vele andere deelgebieden van personeelsbeleid, ligt het voor de hand dat het onderdeel moet uitmaken van het integrale personeelsbeleid. Mobiliteitsbeleid dat past binnen het totale beleid van een school of een bestuur heeft een duidelijke meerwaarde. Wij hopen deze meerwaarde in de jaren dat dit beleid operationeel is, te mogen ervaren. Na drie jaar zal dit beleid worden geëvalueerd. 6

7 6. Doelstellingen en voorwaarden In haar overleg van 13 en 14 april 2000 in Noordwijkerhout heeft het directieberaad van De Veenplas besloten de onderstaande doelstellingen en voorwaarden in het kader van mobiliteit te hanteren: 6.1 Doelstellingen: Een brede basis voor loopbaanontwikkeling voor leraren Goed personeel kunnen behouden voor De Veenplas Verhogen van kennis, motivatie, kwaliteit en arbeidsvreugde Het bieden van een andere werkomgeving Verminderen van burn-out en ziekteverzuim. 6.2 Voorwaarden: Mobiliteit op basis van vrijwilligheid Goede voorlichting aan personeel Procedure met goede randvoorwaarden Bovenschools denken 7. Ontwikkeling formatie in meerjarenperspectief 7.1 Kwantitatief: Uitstroom van personeel: ( pensionering, vut, e.d.) 21, 6% van het huidige personeel zit momenteel in de leeftijdscategorie jaar. Wij verwachten dat 8% in de komende 5 jaar zal uitstromen Doorstroom van personeel: 12,5 % van het personeel is per schooljaar in de afgelopen 2 jaar van baan veranderd. Wij verwachten dat deze tendens zich verder zal verhevigen zodat 15 % van het huidige personeel mogelijk van baan zal veranderen Instroom van nieuw personeel: Vanwege de uitstroom en doorstroom van personeel moeten we er rekening mee houden dat er jaarlijks 15 % nieuw personeel zal moeten instromen Personeel met wachtgeld: Op dit moment bedraagt het aantal personeelsleden met een wachtgelduitkering Langdurig ziekteverzuim: Op dit moment bedraagt het aantal personeelsleden met langdurig ziekteverzuim: Prognose-ontwikkeling van de leerlingenaantallen voor de komende vier jaren Kl. Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does Vosseschans Tweeklank Totaal

8 7.1.7 Ontwikkeling formatieformules: effect klassenverkleining op omvang personeelsbestand: De gefaseerde invoering van de klassenverkleining zal het personeelsbestand in de komende vier jaar met 4,6 FTE toenemen Ontwikkeling arbeidsvoorwaarden ( Bapo, sabbatsverlof) In de komende vier jaar zal 13,5 % van het personeel gebruik maken van de Baporegeling waardoor 12,5 % extra personeel zal moeten worden aangetrokken. In de komende vier jaar zal 1% van het personeel gebruik maken van sabbatsverlof waardoor 1 % extra personeel zal moeten worden aangetrokken. 7.2 Kwalitatief Leeftijdsopbouw Kl. Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does Vosseschans Tweeklank Totaal Samenstelling personeel naar geslacht: Verhouding full-timersdeeltijders Vrouw man full-time deeltijd Kl. Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does Vosseschans Tweeklank Totaal Duur van het dienstverband Kl. Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper 11 1 Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does Vosseschans Tweeklank Totaal

9 7.2.5 Beschikbaarheid IB ICT RT NT2 Kl. Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does Vosseschans Tweeklank Totaal Conclusies: Er zijn veel meer vrouwen dan mannen. De meeste leerkrachten zijn tussen de 40 en 50. De vergrijzing wordt een probleem. Er zijn meer parttimers dan fulltimers. De helft van de mensen is korter dan 10 jaar in dienst, Het leerlingenaantal daalt licht maar heeft geen consequenties voor wat betreft ontslag i.v.m. de klassenverkleiningsmaatregel. Gewenste situatie: Er zullen meer mannen aangenomen moeten worden Er zijn meer leerkrachten benoemd moeten worden in de leeftijdsklasse jaar Binnen de teams zal ernaar gestreefd moeten worden de leeftijdsopbouw gelijkmatiger te laten worden. 8. Coördinatie van mobiliteit Het mobiliteitscentrum (MC) komt in handen van de werkgroep personeelsbeleid en die werkt volgens van te voren afgesproken regels. 8.1 Wat zijn de kerntaken Informatie verstrekken over mobiliteit aan bestuur directie en personeel ( vraagbaakfunctie) Verzamelen, beheren van personeelsgegevens m.b.t. mobiliteit. Coördineren van de procedure en het bewaken van het tijdspad Het matchen van vraag en aanbod. Een MC-lid heeft zitting in de plaatsingscommissie ( zie hfdst. 9) Het MC evalueert jaarlijks het beleid en doet schriftelijk verslag over haar activiteiten. 8.2 Werkwijze MC Eind September: Update, inventariseren van mobiliteit. Schriftelijke vraagstelling aan alle personeel met de vraag of ze nog mobiel willen zijn. Daarnaast gaat het ook om vragen die betrekking hebben op deeltijd, uitbreiding dan wel verminderen van werktijd of werken buiten De Veenplas. ( Bijlage 1) November- December : Evaluatie mobiliteitsbeleid afgelopen schooljaar. In november moet bekend zijn bij het MC wat de formatie per school voor het komend schooljaar zal worden met de consequenties. Februari: directieberaad doornemen hoe er wordt gehandeld. Voor 1 maart: vacatures worden gemeld via een standaardformulier bij het MC ( Bijlage 2) 9

10 Na 1 maart, voor 15 april vindt matching van vraag en aanbod en worden plaatsingsgesprekken gehouden. Matching vraag en aanbod o lopende verplichtingen ( RDDF, wachtgeld, onvrijwillige mobiliteit, flexwet) o Vrijwillige mobiliteit ( geregistreerd in databank MC) o Overig personeel: interne advertentie richting alle Veenplasscholen. Reactie naar werkgroep PB. o In totaal maximaal 2 matches binnen de genoemde periode. Na 15 april externe werving. Vanaf dat moment worden sollicitanten vanuit De Veenplas gelijkwaardig behandeld aan externe sollicitanten. Tussen april en zomervakantie wordt het bestand weer bijgewerkt. In overleg met de betrokkene en de directie zal een kort kennismakingsprogramma worden opgesteld ter voorbereiding op de nieuwe werkplek. ( denk aan bijvoorbeeld: een klassenbezoek, bijwonen van een teamvergadering enz.) Er komt een standaard-evaluatieformulier ( na de zomervakantie) dat ingevuld wordt door de kandidaten die betrokken zijn geweest bij de procedure. 9. Plaatsingscommissie: ( zie ook hfdst 8) De plaatsingscommissie bestaat uit leden van de werkgroep personeelsbeleid. Voor 1 maart: vacatures en de profielen worden gemeld via een standaardformulier bij MC ( Bijlage 2) MC bekijkt of er matching tussen vraag en aanbod mogelijk is. Alleen de hoofdlijnen uit de profielschets worden hierbij meegenomen. De verdere invulling van het profiel wordt door de betreffende school zelf beoordeeld. Het MC benadert kandidaten en directies voor een plaatsingsgesprek. Via een standaardformulier worden de betreffende gegevens aan de ontvangende school verstrekt. (bijlage 3) Bij het plaatsingsgesprek zijn aanwezig: één lid van het MC ( om de procedure te bewaken), de kandidaat en de directeur van de ontvangende school. Indien een kandidaat naar de mening van de directeur van de ontvangende school voldoet aan de profielschets, dient de kandidaat te worden aangenomen. Deze kandidaat dient binnen één week aan te geven in te stemmen met de plaatsing op een andere school. Het besluit voor plaatsing van de kandidaat wordt schriftelijk gemeld aan het sectiebestuur van de ontvangende school, het algemeen bestuur, en de directeur van de school waar de kandidaat vandaan komt. Dit gebeurt middels eens standaardformulier ( bijlage 4) door het betrokken lid van het MC. Dit gebeurt binnen één week. De overige kandidaten ontvangen binnen één week bericht van het MC dat ze zijn afgewezen. (bijlage 5) De leden van het MC hebben als enigen toegang tot de personeelsgegevens van het mobiliteitscentrum. Aan de directeur van de betreffende school wordt alleen een uittreksel van de betreffende kandidaten gegeven. 10

11 10. Belangstellingsregistratie / inventarisatie mobiliteitswensen personeel Opzet belangstellingsregistratieformulier Dit gebeurt middels het programma Caleidoscoop. ( bijlage 1). Hiervan wordt in ieder geval ingevuld: Persoonsgegevens Taakervaring, Nascholing, Wens tot mobiliteit, Voorkeuren voor welke bouw Deskundigheid Loopbaangegevens. In een later stadium kunnen kernkwaliteiten, persoonlijke kwaliteiten en eventuele extra kwaliteiten van het betreffende personeelslid worden ingevuld. Het personeel wordt geïnformeerd over en voorbereid op de voorgenomen belangstellingsregistratie / inventarisatie van mobiliteitswensen door de directeur Het formulier waarop de gegevens van het betreffende personeelslid zijn ingevuld, dient door zowel het personeelslid zelf als door de directeur van de school te worden ondertekend voor akkoord. De gegevens worden via ter beschikking gesteld van het MC. 11. Voorwaarden voor succesvolle mobiliteit De werkgroep Velo maakt een voorstel voor bovenschoolse nascholing De leden van het mobiliteitscentrum ontvangen een tijdsvergoeding voor de school in fré s uit de personele reserves van het AB. Dit wordt jaarlijks door het directieberaad vastgesteld en als voorstel naar het AB gestuurd. Andere aanvullende voorwaarden: - Veelvuldige mobiliteit van personeel tussen scholen kan leiden tot discontinuïteit. Daarom kan maximaal 10% van het totale personeel van de Veenplas per jaar in aanmerking komen voor mobiliteit. Hetzelfde percentage geldt ook voor mobiliteit per school met een minimum van één. - Een directeur mag niet rechtstreeks, een personeelslid binnen de Veenplas benaderen voor de invulling van een vacature ( headhunting) - Ieder personeelslid binnen de Veenplas kan in principe in aanmerking komen voor mobiliteit. 12. Invoeringsprocedure mobiliteitsplan Personeel is ingelicht via een studiemiddag in februari 2000 Concept-mobiliteitsplan komt aan de orde in november 2000 binnen het directieberaad en in december 2000 in het Algemeen Bestuur. Het AB neemt een voorgenomen besluit in december 2000 Het besluit wordt voorgelegd aan de GMR. Het personeelsdeel dient instemming te verlenen. Het ouderdeel dient advies te verlenen. Afrondingsprocedure eind januari. Het bestuur neemt een definitief besluit in februari. Op iedere school dient een goedgekeurd exemplaar te liggen van het mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan wordt ingevoerd met ingang van het schooljaar Tot die tijd zal er gewerkt worden met een overgangsplan. ( zie bijlage 6) 13. Bijlagen: Belangstellingsregistratieformulier (bijlage 1) Meldingsformulier interne vacature en profielschets (bijlage 2) Formulier beknopte gegevens personeelslid (bijlage 3) Formulier bij aanname van personeel ( bijlage 4) Formulier bij afwijzing van personeel ( bijlage 5) Overbruggingsplan mobiliteit schooljaar ( bijlage 6) 11

12 Bijlage 1. Aan: Het onderwijzend personeel van De Veenplas Betreft: Belangstellingsregistratie personeelsleden. Geachte heer/mevrouw, Een belangrijk streven van bestuur van De Veenplas is het voeren van zorgvuldig en efficiënt personeelsbeleid. Binnen dat streven past ruim aandacht voor het welbevinden van personeelsleden. De kwaliteit van het onderwijs op onze scholen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mate waarin medewerkers met plezier en voldoening werken. Een van de voordelen van een wat grotere organisatie is dat de werkgever meer mogelijkheden heeft tegemoet te komen aan wensen van werknemers. Vandaar deze belangstellingsregistratie. De antwoorden die u geeft op onderstaande vragen worden vertrouwelijk behandeld en dienen enkel en uitsluitend om in kaart te brengen waar de wensen van individuele personeelsleden liggen. Door uw antwoorden te leggen naast de wensen die de afzonderlijke scholen m.b.t. personeelsinzet kenbaar hebben gemaakt, is het voor ons beter mogelijk leerkrachten betrekkingen aan te bieden die passen bij hun wensen. Het is zeer zeker niet de bedoeling de informatie te gaan gebruiken om mobiliteit d.m.v. dwang te forceren. Evenmin kunnen aan het kenbaar maken van wensen rechten worden ontleend. Op basis van de ingevulde belangstellingsregistraties zullen personeelsleden van De Veenplas op de hoogte worden gehouden van interne vacatures die in meer of mindere mate overeenkomen met hun wensen. Betrokkenen kunnen vervolgens zelf bepalen of ze al dan niet gebruik gaan maken van de mogelijkheid intern te solliciteren. Wij hopen, en gaan er vanuit, dat vrijwillige schooloverstijgende mobiliteit op deze manier positief zal bijdragen aan de arbeidssatisfactie van u allen. Wilt u zo vriendelijk zijn de vragen te beantwoorden en het formulier vervolgens in bijgaande (evt. gesloten) envelop in te leveren bij de directeur van uw school. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Het team MobiliteitsCentrum, George Reurings Kees Vonk Kees Hagenaars 12

13 Belangstellingsregistratie. Naam: Scho(o)l(en): Functie: 0 Administratief Medewerker 0 Schoonmaak/conciërge 0 Onderwijsassistent 0 Leerkrachtondersteuner 0 Groepleerkracht in groep(en). 0 Vakleerkracht voor het vak: 0 Adjunct-directeur 0 Directeur Werktijdfactor:.. 1. Vervult u op uw school een of meerdere van de volgende taken? O Interne leerlingbegeleider. O ICT-er O Remedial teacher. O Bouwcoördinator. O Andere taken waarvoor lesgebonden uren zijn verminderd. Kunt u hier ook aangeven hoeveel tijd u per week beschikbaar heeft voor bovenstaande taken en hoelang u die taken al vervult? 2. Hebt u voor de uitvoering van bovenstaande taken speciale scholing gevolgd? (Of volgt u deze nu?) Zo ja, welke en wanneer? 3. Ambieert u een of meerdere van bovenstaande taken of functies? 4. Hebt u, in relatie tot de eerdere vragen, wensen op het gebied van na- of bijscholing? 5. Hebt u voorkeuren op het gebied van de lesgebonden taken? (voor bepaalde groepen of werkwijzen bijvoorbeeld) 13

14 6. Overweegt u komend schooljaar gebruik te gaan maken van bapo, ouderschapsverlof of onbetaald verlof? 14

15 7. Wilt u komend schooljaar in aanmerking komen voor wijziging van uw betrekkingsomvang (werktijdfactor)? Van. Naar. 8. Wilt u op de hoogte gehouden worden gehouden van vacatures binnen De Veenplas die in meer of mindere mate met uw wensen overeenkomen? 9. Zijn er, in dit kader, naar uw idee, andere zaken waarmee bovenschools of op schoolniveau rekening moet worden gehouden? 10. Ruimte voor opmerkingen en/of suggesties: 15

16 Bijlage 2 Meldingsformulier vacature & profielschets Mobiliteitscentrum Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Algemeen Naam basisschool:... Contactpersoon:... Telefoonnummer: Vacature ontstaat per:... Voor de functie van:... Voor (bouw)groep(en):... Omvang functie in uren:... Op werkdagen:... Profiel van de kandidaat Werk- / taakervaring: Bij voorkeur nascholing gevolgd op het gebied van: Voor de functie gewenste kernkwaliteit(en): Persoonlijke kwaliteiten: Overige: 16

17 Bijlage 3 Formulier beknopte gegevens personeelslid Naam: School: datum Taakervaring (Na)scholing adv-vervanger adaptief onderwijs J / N mobil ambulant begeleider ambulant begeleider coördinator adv bedrijfs-hulpverlening J / N mobil coördinator arbo coaching leraren coördinator bovenbouw computer in de groep J / N mobil coördinator bovo computer systeem beheer coördinator energie gedrag en gedragsproblemen coördinator ict (informatie en comm. Techn.) het jonge kind (O)nd coördinator mediatheek ict (informatie en communicatie technologie) (M)idd coördinator middenbouw intercultureel onderwijs (B)ov coördinator nascholing interne begeleiding (N)iet coördinator naschoolse activiteiten kinder speel- en praatgroep (G)ee coördinator naschoolse opvang klassenmanagement coördinator onderbouw middenmanagement (O)nd coördinator overblijf motorische remedial teaching (M)idd coördinator schoolschoonmaak nt2 (Nederlands als 2e taal) (B)ov coördinator stagiaires remedial teaching (N)iet ehbo-er schoolmanagement (V)ers financieel beheer sociaal emotionele ontwikkeling (G)ee intern begeleider speciaal onderwijs leerlingadministratie speltherapie A = le leraar nt2 supervisie/intervisie B = le mentor stagiaires video-interactie-begeleiding C = le mr-lid zorgverbreding D = le mr-voorzitter zwemleider E = le multimedia expert *andere (na)scholing F = le onderhoud computers G = le onderhoud gebouw H = le personeelsadministratie I = nie personeelszorg (lief en leed) J = ni public relations remedial teacher schoo sabaso/wsns-leraar schoo supervisie geven schoo taak-/extra hulp leraar schoo vertrouwenspersoon leerlingen/ouders schoo verzuimregistratie schoo vormgever (schoolkrant/ouderinfo) schoo *andere taak schoo 17

18 Bijlage 4 Formulier bij aanname van personeel Aan:... Hierbij deelt het Algemeen Bestuur van de SKB De Veenplas U mede dat U bent geplaatst als.( functie) op de basisschool ( naam van de school) met ingang van.( datum) Hoogachtend: namens het Algemeen Bestuur lid Mobiliteitscentrum De Veenplas 18

19 Bijlage 5 Formulier bij afwijzing van personeel Aan:... Hierbij deelt het Algemeen Bestuur van de SKB De Veenplas U mede dat we in uw geval afzien van plaatsing als ( functie) op de basisschool..( naam van de school) Voor een mondelinge toelichting kunt u contact opnemen met de directeur van de betreffende school. Hoogachtend: namens het Algemeen Bestuur lid Mobiliteitscentrum De Veenplas 19

20 Bijlage 6 Overbruggingsplan mobiliteit schooljaar De streefdatum voor de invoering van het mobiliteitsplan voor de scholen van de Veenplas is 1 augustus Om te komen tot een verantwoorde overbrugging vanaf heden tot de bovengenoemde datum, heeft de werkgroep personeelsbeleid een overbruggingsplan opgesteld. De inhoud van het plan luidt als volgt: Voor 1 maart worden de functioneringsgesprekken op alle scholen afgerond. De leerkracht vult het belangstellingsregistratieformulier in. Dit wordt opgestuurd naar het MC per adres basisschool De Rietkraag Maarten Freeke-Wije TP Nieuwkoop. Voor 1 maart moet dit binnen zijn. Van de scholen wordt verwacht dat het meldingsformulier vacature en profielschets naar het MC wordt gestuurd. Ook voor 1 maart Voor 15 april vindt matching plaats en worden plaatsingsgesprekken gehouden. Zie verder blz. 10 mobiliteitsbeleidsplan. 20