Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2005
|
|
- Sarah Smet
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2005 Vlaamse Overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Ellipsgebouw Koning Albert II laan 35 bus Brussel Els Bernaerts Els Demuynck Jonathan Platteau Boris Tacquenier Ester Van Broekhoven
2 December 2007 Afdeling Monitoring en Studie Ellipsgebouw (6de verdieping) - Koning Albert II-Laan 35, bus Brussel (wegbeschrijving) Tel Fax ams@vlaanderen.be Vermenigvuldiging of overname van gegevens zijn toegestaan mits expliciete bronvermelding: Bernaerts E., Demuynck E., Platteau J., Tacquenier B., Van Broekhoven E. (2007) Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw Beleidsdomein landbouw en visserij, afdeling monitoring en studie, Brussel. Vlaamse overheid 1
3 Inhoudstafel Inleiding De akkerbouwsector Structurele kenmerken Rentabiliteit... 6 Bedrijfstak akkerbouw... 6 Bedrijfsresultaten De melkveesector Structurele kenmerken Rentabiliteit Bedrijfstak rundvee en voedergewassen Bedrijfsresultaten De rundvleessector Structurele kenmerken Rentabiliteit Bedrijfstak rundvee en voedergewassen Bedrijfsresultaten De varkenssector Structurele kenmerken Rentabiliteit Bedrijfstak vermeerdering Bedrijfstak vetmesting Bedrijfsresultaten De groente- en aardbeiensector Structurele kenmerken Rentabiliteit Rentabiliteit glasgroentebedrijven Rentabiliteit bedrijven met overwegend groenten in open lucht Rentabiliteit champignonbedrijven Rentabiliteit aardbeibedrijven Rentabiliteit groente- en aardbeibedrijven: samenvattend overzicht De fruitsector (exclusief de aardbeisector) Structurele kenmerken Rentabiliteit De sierteeltsector (exclusief boomkwekerij) Structurele kenmerken Rentabiliteit Rentabiliteit potplantenbedrijven Rentabiliteit azaleabedrijven Rentabiliteit snijbloemenbedrijven Rentabiliteit sierteeltbedrijven (exclusief boomkwekerij): samenvattend overzicht Samenvattend overzicht Landbouw Tuinbouw Bijlagen Bijlage 1: Methodologische toelichting Waarnemingsveld
4 Steekproef Wegingssysteem Rentabiliteit Bijlage 2: Definities indicatoren Bijlage 3: Lijst met figuren Bijlage 4: Lijst met tabellen
5 Inleiding Voorliggend rentabiliteitsverslag beoogt een technisch-economische analyse van de land- en tuinbouwactiviteit. De resultaten 2005 berusten op de verwerking van de boekhoudgegevens van 650 Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven, die deel uitmaken van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). Ter vergelijking worden ook de indicatoren van 2001, 2002 en 2003 weergegeven. Deze zijn gebaseerd op de gegevens uit het boekhoudnet van het voormalige Centrum voor Landbouweconomie. Dit boekhoudnet werd vanaf 2004 grondig hernieuwd o.a. door de introductie van een nieuw boekhoudpakket 1. Er werd geopteerd om de gegevens van 2004, het overgangsjaar, omwille van betrouwbaarheidsredenen niet op te nemen in het rapport. Inhoudelijk worden eerst voor de belangrijkste bedrijfstypes de structurele en technisch economische indicatoren weergegeven. Achtereenvolgens komen volgende sectoren aan bod: akkerbouw, melkvee, rundvlees, varkens, groenten-aardbeien, fruit en sierteelt. De rentabiliteitsindicatoren zijn geen gewone rekenkundige gemiddelden, maar worden berekend door een systeem van weging, waarbij de waargenomen waarden worden geëxtrapoleerd naar de verschillende sectoren. De weging beperkt zich niet tot de sectoren alleen. Op basis van de gewogen gemiddelden van de bedrijfstypes worden gewogen gemiddelden voor respectievelijk de gehele landen tuinbouwsector berekend. Deze resultaten worden ondergebracht in het hoofdstuk samenvattend overzicht. Voor een correcte interpretatie van de kengetallen worden achteraan in de publicatie de gebruikte definities en een methodologische toelichting opgenomen. Inzake de opgestelde statistieken, dienen volgende beschouwingen in acht te worden genomen: - de resultaten van voorgaande jaren zijn niet altijd 100% vergelijkbaar met deze van Door de grondige hernieuwing van het boekhoudpakket zijn immers een aantal definities en concepten gewijzigd, zodat niet voor alle indicatoren de volledige reeks kon worden opgesteld. - de kengetallen die in dit rapport worden opgenomen hebben alleen betrekking op de ondernemingen die behoren tot het waarnemingsveld dat gedekt wordt door het boekhoudnet, namelijk de bedrijven waarvan de economische bedrijfsomvang voldoende groot is om beschouwd te worden als beroepsmatig en met uitsluiting van een aantal types van bedrijven. - bij de beoordeling van de resultaten dient rekening gehouden te worden met de boekhoudkundige principes die door het AMS voor de bedrijfseconomische boekhouding worden toegepast (toegerekende lonen voor eigen arbeid, toegerekende rente op geïnvesteerde kapitalen, afschrijvingen op vervangingswaarde, ). - alhoewel getracht wordt om de bedrijven via een correcte steekproeftrekking te selecteren, vertegenwoordigen de bestudeerde bedrijven vanuit statistisch standpunt niet op een volmaakte wijze het bestudeerde universum. Voor sommige (sub)sectoren zijn de kengetallen gebaseerd op een beperkt aantal waarnemingen. De cijfers dienen dan ook met de nodige omzichtigheid te worden geïnterpreteerd. 1 Voor meer informatie wordt verwezen naar: De Becker R. (red.) (2007) Het Vlaamse LandbouwmonitoringsNetwerk: Wat & Hoe?. Beleidsdomein landbouw en visserij, afdeling monitoring en studie, Brussel. 4
6 1. De akkerbouwsector 1.1. Structurele kenmerken Vlaanderen telt in gespecialiseerde akkerbouwbedrijven met beroepsmatig karakter of een stijging van 9,8% ten opzichte van 2001 (Tabel 1). Tabel 1: Structuur van de gespecialiseerde akkerbouwsector (productierichting 1, sge 4, geen openbare instellingen), 2001 en aantal bedrijven ha akkerbouw per bedrijf 30,19 32,43 waarvan granen 46,2% 51,2% aardappelen (excl. pootgoed) 19,3% 18,5% suikerbieten 20,7% 17,5% ha cultuurgrond per bedrijf 42,09 43,45 Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Ongeveer 75% van hun bewerkte oppervlakte is bestemd voor akkerbouwteelten, wat erop wijst dat veel bedrijven naast akkerbouw ook nog andere landbouwactiviteiten hebben. Dit percentage is toegenomen ten opzichte van 2001, wat duidt op een verdere specialisatie. Er treedt een voortdurende schaalvergroting op. Het areaal akkerbouwgewassen en de oppervlakte cultuurgrond per bedrijf zijn toegenomen, maar er is een grote spreiding tussen de bedrijven (Figuur 1). Figuur 1: Verdeling volgens grootteklasse, % 40% 30% 20% 10% 0% >100 ha akkerbouw aantal bedrijven ha akkerbouw Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 5
7 De voornaamste akkerbouwgewassen zijn granen, aardappelen en suikerbieten. Zij vertegenwoordigen samen 87% van het akkerbouwareaal. Ten opzichte van 2001 is het aandeel van de granen vergroot, ten nadele van suikerbieten en aardappelen. Wintertarwe is, met een aandeel van 69%, het belangrijkste graangewas. De oppervlakte aardappelen verdeelt zich als volgt: 87% bewaaraardappelen en 13% vroege Rentabiliteit De analyse van de financiële bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op de boekhoudresultaten van 57 bedrijven, met gemiddeld 46,2 ha cultuurgrond. De gegevens van de bedrijfstak akkerbouw hebben betrekking op alle bedrijven met desbetreffende teelt. Bedrijfstak akkerbouw Wintertarwe De graanoogst was redelijk, maar lager dan de hoge rendementen van 2003 (Tabel 2). Als gevolg van de weersomstandigheden waren er ook kwaliteitsproblemen. Tabel 2: Evolutie van de opbrengstcijfers van wintertarwe, rendement (kg/ha) gemiddelde prijs (euro/100kg) 11,7 10,5 13,5 10,5 opbrengst graan (euro/ha) De graanprijs evenaart het niveau van De hoge prijs in oogstjaar 2003 was te wijten aan lagere graanopbrengsten in Europa als gevolg van een langdurige droogte. In 2004 was de Europese graanvoorraad opnieuw ruimer door een recordoogst met lagere prijzen als gevolg. Ook in het begin van verkoopseizoen 2005 bleef de prijsdruk nog bestaan door een ruim aanbod. De Europese graanoogst 2005 was echter laag door de droogte zodat de graanprijs 2005 opnieuw verbeterde. Dit resulteert in een geldelijke opbrengst graan van 877 euro per ha. Als gevolg van regionale verschillen in de korrelopbrengst, varieert dit kengetal naargelang de landbouwstreek. De Polders en de Leemstreek behalen betere resultaten dan het Vlaams gemiddelde. (Tabel 3) Tabel 3: Regionale opbrengstcijfers van wintertarwe, 2005 Polders Zandstreek Zandleemstreek Leemstreek rendement (kg/ha) gemiddelde prijs (euro/100kg) 10,5 10,6 10,5 10,2 opbrengst graan (euro/ha)
8 De variabele kosten voor wintertarwe bedragen in euro per ha. Hiervan nemen bestrijdingsmiddelen het grootste aandeel voor hun rekening (Figuur 2). De kosten voor meststoffen, bestrijdingsmiddelen en energie zijn gestegen ten opzichte van Figuur 2: Verdeling van de variabele kosten per ha wintertarwe, 2005 energie 11% overige 1% zaai- en pootgoed 13% werk door derden 26% meststoffen 17% bestrijdingsmiddelen 32% Bewaaraardappelen De oogst 2005 werd gekenmerkt door matige rendementen (Tabel 4). Plaatselijk waren er problemen met doorwas, met als gevolg een laag onderwatergewicht, fijne sortering en vrij hoge percentages drijvers. Verder was ook het Vlaamse areaal gedaald ten opzichte van 2004, zodat de totale aardappelproductie lager was. Uit Europese cijfers blijkt dat de productievermindering zich niet alleen in Vlaanderen voordeed, maar in de gehele EU. Deze lagere producties hadden een positief effect op de prijsvorming en op de geldelijke opbrengst per ha. Zij bereikten echter niet het hoge niveau van Tabel 4: Evolutie van de opbrengstcijfers van bewaaraardappelen, rendement (kg/ha) gemiddelde prijs (euro/100kg) 9,1 5,9 11,3 10,9 opbrengst (euro/ha) De opbrengstcijfers variëren naargelang de streek. De Zandleemstreek noteert in 2005 de beste resultaten qua geldelijke opbrengst. Er is ook een regionaal prijsverschil (Tabel 5). De aardappelprijs aan teler is o.a. afhankelijk van het aandeel aardappelen onder contract, het aandeel thuisverkoop en de aardappelvariëteit. 7
9 Tabel 5: Regionale opbrengstcijfers van bewaaraardappelen, 2005 Polders Zandstreek Zandleemstreek Leemstreek rendement (kg/ha) gemiddelde prijs (euro/100kg) 10,6 11,9 10,9 10,2 opbrengst (euro/ha) Wat de kosten betreft, geeft Figuur 3 een verdeling van de variabele kosten per ha (1.568 in 2005). Net zoals bij de graangewassen is het aandeel van de kosten van bestrijdingsmiddelen het grootst. Ten opzichte van 2003 zijn de voornaamste evoluties: een daling van de kosten voor pootgoed en een stijging van de kosten voor bestrijdingsmiddelen en meststoffen. Figuur 3: Verdeling van de variabele kosten per ha bewaaraardappelen, 2005 energie 6% overige 3% w erk door derden 18% zaai- en pootgoed 25% bestrijdingsmiddelen 36% meststoffen 12% Suikerbieten De suikerbietenteelt 2005 kenmerkt zich door een matige productie en lage prijzen, zodat de geldelijke opbrengst de laagste is van de beschouwde periode (Tabel 6). Tabel 6: Evolutie van de opbrengstcijfers van suikerbieten, rendement (kg/ha) gemiddelde prijs (euro/100kg) 4,7 4,3 4,3 4,0 opbrengst (euro/ha)
10 De suikerprijs wordt o.a. beïnvloed door de hoeveelheid quotumsuiker (A+B) ten opzichte van de hoeveelheid suiker buiten quotum. Tot 2005/06 bleven de prijzen voor de bieten geleverd binnen quotum redelijk stabiel. Deze prijzen zullen echter met de MTR vanaf 2006/07 gevoelig dalen. De prijs van de C-bieten (verkocht op de wereldmarkt) vertonen een fluctuerend verloop. In de campagne 2005/06 was de wereldmarktprijs zeer gunstig. De markt reageerde op de voorgestelde productiedaling in het kader van de hervormingen van het Europees suikerbeleid, en de te verwachten stijgende vraag naar bio-ethanol in Brazilië, die het aanbod op de wereldmarkt deed dalen. De prijzen voor C-suiker blijven echter onder deze van de prijzen binnen quotum. Het Europees suikerregime liet ook toe om de gesubsidieerde uitvoerhoeveelheden onder controle te houden door eventueel de quota te beperken via een systeem van declassering van quotumsuiker naar C-suiker voor een bepaalde campagne. Voor het verkoopseizoen 2005/06 was er een belangrijke declassering (-11,39%). Dit houdt in dat het aandeel C-bieten gevoelig gestegen is. De uiteindelijk betaalde prijs aan producent wordt naast de hoeveelheid A+B en C eveneens beïnvloed door het suikergehalte. Voor 2005 bedraagt de suikeropbrengst 16,9 %. Er zijn duidelijk regionale verschillen in de opbrengstcijfers, vooral qua fysieke productie (Tabel 7). De Polders, op de voet gevolgd door de Leemstreek, noteren de hoogste geldelijke opbrengst per ha. Tabel 7: Regionale opbrengstcijfers van suikerbieten, 2005 Polders Zandstreek Zandleemstreek Leemstreek rendement (kg/ha) suikergehalte (%) 16,9 17,0 16,7 17,2 gemiddelde prijs (euro/100kg) 4,1 3,9 4,0 4,0 opbrengst (euro/ha) De toegerekende kosten belopen in euro per ha, waarvan het werk door derden de belangrijkste kostenfactor is. Vooral de kosten voor zaaigoed zijn toegenomen ten opzichte van (Figuur 4) 9
11 Figuur 4: Verdeling van de variabele kosten per ha suikerbieten, 2005 energie 6% overige 4% zaai- en pootgoed 20% w erk door derden 34% meststoffen 13% bestrijdingsmiddelen 23% Bedrijfsresultaten Opbrengsten In Figuur 5 wordt de structuur van de opbrengsten weergegeven. Hieruit blijkt dat veel gespecialiseerde akkerbouwbedrijven naast de akkerbouwteelten ook nog andere activiteiten uitoefenen. De opbrengsten uit marktbare gewassen maken ongeveer 54% uit van de totale opbrengsten. De MTR-compensatiebedragen zijn echter in de post overige opbrengsten geklasseerd. Figuur 5: Structuur van de opbrengsten per ha voor de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven, 2005 overige opbrengsten 11% pluimvee 27% marktbare gew assen 54% varkens 3% rundvee en voedergew assen 5% 10
12 De totale opbrengsten uit marktbare gewassen zijn lager gesitueerd dan in de periode De toename van de opbrengsten uit andere activiteiten heeft dit gecompenseerd zodat de totale opbrengsten deze van 2003 evenaren. Kosten Ook langs kostenzijde is het duidelijk dat veel akkerbouwbedrijven een gemengd karakter hebben (Figuur 6). De kosten voor de berekende lonen, de veevoeders en de kosten voor grond- en gebouwenkapitaal zijn de drie voornaamste kostenrubrieken en nemen samen 59% van de kosten voor hun rekening. De kosten per ha overstijgen deze van , wat ook hier vooral toe te schrijven is aan de nevenactiviteiten. Enkele belangrijke evoluties met betrekking tot de marktbare gewassen zijn: een daling van de kosten van zaai- en pootgoed en meststoffen en een stijging bij de bestrijdingsmiddelen Figuur 6: Structuur van de kosten per ha voor de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven, 2005 w erk door derden 5% overige kosten 8% zaad en pootgoed 5% betaalde lonen 1% veevoeders 20% berekende lonen 25% meststof f en 3% bestrijdingsmiddelen 6% grond- en gebouw enkapitaal 14% werktuigkosten 10% energie 3% Inkomen De totale opbrengsten zijn niet toereikend om de totale kosten te dekken, zodat het netto bedrijfsresultaat negatief is en de opbrengsten-kostenverhouding kleiner dan Ook het familiaal arbeidsinkomen (netto bedrijfsresultaat vermeerderd met toegerekende lonen voor familiale arbeid) per ha is relatief laag. Uitgedrukt per familiaal arbeidseenheid, betekent dit euro of 68% van het vergelijkbaar inkomen. Gemiddeld werken er 1,42 familiale arbeidskrachten op de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven. De vergoeding die een bedrijf bekomt voor zijn eigen arbeidskrachten en zijn kapitaal is het bedrijfsinkomen. Dit kengetal bedraagt in euro per ha of euro per familiale arbeidskracht. 11
13 Tabel 8: Bedrijfsresultaten van de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven, Oppervlakte cultuurgrond (ha) 40,6 39,1 41,4 46,2 Aantal VAK 1,46 1,55 1,50 1,49 Rentabiliteit Opbrengsten/ha cultuurgrond marktbare gewassen rundvee en voedergewassen varkens pluimvee overige opbrengsten Totale opbrengsten Kosten/ha cultuurgrond zaad en pootgoed veevoeders meststoffen bestrijdingsmiddelen energie 117 werktuigkosten 358 grond- en gebouwenkapitaal berekende lonen betaalde lonen werk door derden overige kosten 302 Totale kosten Netto bedrijfsresultaat/ha cultuurgrond Opbrengst per euro kosten Familiaal arbeidsinkomen/ha cultuurgrond
14 2. De melkveesector 2.1. Structurele kenmerken In Vlaanderen zijn er in gespecialiseerde melkveebedrijven, waarvan 73,5% sterk gespecialiseerd en 26,5% matig gespecialiseerd (Tabel 9). Tabel 9 : Structuur van de gespecialiseerde melkveesector (productierichting 411, 412 of 41, sge 4, geen openbare instellingen), 2001 en 2005 sterk gespecialiseerd matig gespecialiseerd gespecialiseerd (PR 411) (PR412) (PR41) aantal bedrijven aantal melkkoeien per bedrijf ha cultuurgrond/bedrijf ,0 31,3 31, ,2 34,1 33,4 ha grasland en voedergewassen/bedrijf ,4 24,9 27, ,1 26,1 28,3 Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Ten opzichte van 2001 is het totaal aantal gespecialiseerde melkveehouders gedaald (-5,3%), maar er is een duidelijke verschuiving van matig naar sterk gespecialiseerd. Zowel op de sterk als de matig gespecialiseerde ondernemingen vermindert het aantal melkkoeien. De melkquotaregeling en de toename van de melkgift per koe hebben bijgedragen tot deze evolutie. Op bedrijfsniveau bestaan er grote verschillen: 22% van de melkkoeien wordt gehouden op bedrijven met meer dan 75 melkkoeien, terwijl 21% van de bedrijven minder dan 25 melkkoeien heeft (Figuur 7). De bedrijven bewerken gemiddeld 33,4 ha per bedrijf en deze oppervlakte vergroot. Het grootste aandeel van de cultuurgrond (gemiddeld 85%) is bestemd voor grasland en voedergewassen. 13
15 Figuur 7: Verdeling van de gespecialiseerde melkveebedrijven volgens aantal melkkoeien, % 40% 30% 20% 10% 0% >100 aantal melkkoeien aantal bedrijven aantal melkkoeien Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 2.2. Rentabiliteit Voor de analyse van de financiële bedrijfsresultaten worden enkel de sterk gespecialiseerde bedrijven (productierichting 411) in beschouwing genomen om de invloed van andere bedrijfstakken zoveel mogelijk uit te schakelen. Het betreft de resultaten van 102 bedrijven, met een melkproductie van liter melk, 76 GVER en 35,3 hectare cultuurgrond. Bedrijfstak rundvee en voedergewassen De gemiddelde melkgift per koe evenals de melkproductie per bedrijf zijn toegenomen. Meer dan 90% van de geproduceerde melk is bestemd voor de zuivelfabriek. (Tabel 10) De financiële opbrengst per ha van de bedrijfstak rundvee en voedergewassen is hoger dan in 2003, maar lager dan 2001 en Zij bestaat voor 82% uit de opbrengsten uit melkproducten. Dit laatste kengetal is teruggelopen als gevolg van een melkprijsdaling. In 2005 werd de prijsondersteuning in het kader van de MTR immers verder afgebouwd en vervangen door een melkpremie. Deze premie is niet opgenomen in de opbrengsten rundvee en voedergewassen. Houdt men echter rekening met de melkpremie (2,44 euro per 100 liter in 2005), stijgt de melkprijs uit boven het niveau van 2002 en De hoge prijzen in 2001 waren o.a. toe te schrijven aan de goede prijzen voor kaas. Door de BSE-perikelen in 2001 waren veel Europese consumenten meer kaas en minder vleeswaren gaan verbruiken, wat de kaasprijs en indirect ook de melkprijzen positief beïnvloedde. 14
16 Tabel 10: Evolutie van de opbrengstcijfers melk, melkgift per koe (liter/koe) vetgehalte (g/liter) 43,7 43,3 43,8 43,4 melkproductie (liter/bedrijf) waarvan: - bestemd voor de melkerij (%) 94,2 93,8 94,5 94,3 - gevoederd aan vee (%) 3,1 3,6 2,8 2,9 prijs per liter aan melkerij (euro/100 liter) 33,91 30,83 30,74 29,02 opbrengst rundvee en voedergewassen (euro/ha) waarvan: - opbrengst melkproducten overige opbrengst rundvee en voedergewassen De overige opbrengsten rundvee en voedergewassen vertoonden een positieve evolutie als gevolg van een prijsverbetering bij de runderen (Figuur 8). Deze prijsstijging was het gevolg van een beperkt Europees aanbod. Ook de prijs van nuchtere kalveren zat in de lift. Figuur 8: Evolutie van de prijs van koeien (euro per 100kg) en nuchtere kalveren (euro per stuk), Bron: BIRB, BVK en marktberichten goed gevormd 55% verwerking nuchtere kalveren Langs kostenzijde bereikten de variabele kosten 568 euro per GVER. De bijkomende voederkosten maken hiervan reeds 41% uit (Figuur 9). 15
17 Figuur 9: Verdeling van de variabele kosten per GVER, 2005 overige 12% zaad- en pootgoed 5% meststoffen 7% w erk door derden 15% bestrijdingsmiddelen 3% energie 9% diergeneeskundige zorgen 8% bijkomende voederkosten 41% Bedrijfsresultaten Opbrengsten In Figuur 10 wordt de structuur van de opbrengsten weergegeven. De opbrengsten uit rundvee en voedergewassen nemen 82% voor hun rekening. Figuur 10: Structuur van de opbrengsten per ha voor de gespecialiseerde melkveebedrijven, 2005 overige opbrengsten 11% marktbare gew assen 5% varkens 2% rundvee en voedergew assen 82% 16
18 De totale opbrengsten per ha zijn net iets onder de goede resultaten van 2001 gesitueerd, alhoewel de opbrengsten rundvee en voedergewassen lager zijn. Er dient echter opgemerkt te worden dat de melkpremie en de overige premies in het kader van de MTR niet opgenomen worden in de rubriek rundvee en voedergewassen, maar in de overige opbrengsten. Dit verklaart de sterke stijging bij de rubriek overige opbrengsten. Kosten De kosten voor de berekende lonen, grond- en gebouwenkapitaal en de veevoeders zijn de drie voornaamste kostenrubrieken en nemen samen 67% van de kosten voor hun rekening (Figuur 11). Enkele belangrijke kostenevoluties ten opzichte van de periode zijn: daling voor veevoeders en meststoffen en een toename voor bestrijdingsmiddelen en werk door derden. Figuur 11: Structuur van de kosten per ha voor de gespecialiseerde melkveebedrijven, 2005 w erk door derden 5% overige kosten 8% zaad en pootgoed 2% veevoeders 12% meststoff en 2% bestrijdingsmiddelen 1% diergeneeskundige zorgen 2% energie 3% berekende lonen 36% werktuigkosten 10% grond- en gebouw enkapitaal 19% Inkomen Het inkomen in de gespecialiseerde melkveebedrijven is in 2005 gunstig geëvolueerd. De totale opbrengsten blijven echter ontoereikend om de totale kosten (inclusief de vergoeding voor eigen arbeid) te dekken, zodat het netto bedrijfsresultaat negatief is en de opbrengsten per euro kosten kleiner dan Het familiaal arbeidsinkomen, uitgedrukt per familiale arbeidseenheid, bereikt euro of 70% van het vergelijkbaar inkomen. Gemiddeld werken er 1,5 familiale arbeidskrachten op de gespecialiseerde melkveebedrijven. De vergoeding die een bedrijf bekomt voor zijn eigen arbeidskrachten en zijn kapitaal (het bedrijfsinkomen) bedraagt in euro per ha of euro per familiale arbeidskracht. 17
19 Tabel 11: Bedrijfsresultaten van de sterk gespecialiseerde melkveebedrijven, Oppervlakte cultuurgrond (ha) 33,3 32,0 32,5 35,3 Aantal ha grasland en voedergewassen 30,3 28,8 28,9 30,5 Aantal melkkoeien 50,7 49,1 45,2 48,2 Aantal VAK 1,47 1,4 1,45 1,51 Rentabiliteit Opbrengsten/ha cultuurgrond marktbare gewassen rundvee en voedergewassen varkens pluimvee overige opbrengsten Totale opbrengsten Kosten/ha cultuurgrond zaad en pootgoed veevoeders meststoffen bestrijdingsmiddelen diergeneeskundige zorgen 105 energie 126 werktuigkosten 432 grond- en gebouwenkapitaal berekende lonen betaalde lonen werk door derden overige kosten 351 Totale kosten Netto bedrijfsresultaat/ha cultuurgrond Opbrengst per euro kosten Familiaal arbeidsinkomen/ha cultuurgrond
20 3. De rundvleessector 3.1. Structurele kenmerken De gespecialiseerde vleesveesector met beroepsmatig karakter (exclusief bedrijven met mestkalveren) telt in bedrijven, of een daling van 7,4% (Tabel 12). Tabel 12: Structuur van de gespecialiseerde vleesveebedrijven (productierichting 42, sge 4, geen openbare instellingen), 2001 en aantal bedrijven aantal runderen per bedrijf ha cultuurgrond/bedrijf 26,2 27,7 ha grasland en voedergewassen per bedrijf 23,3 23,8 Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie De bedrijfsoppervlakte is gestegen, terwijl het aantal runderen op deze bedrijven licht daalde. De grootte van het bedrijf varieert echter sterk van bedrijf tot bedrijf (Figuur 12). Er wordt ongeveer één derde van de runderen gehouden op bedrijven met meer dan 200 stuks. Het betreft 13% van de ondernemingen. Figuur 12: Verdeling volgens grootteklasse, % 40% 30% 20% 10% 0% < >500 aantal runderen aantal bedrijven aantal runderen Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 19
21 3.2. Rentabiliteit De analyse van de financiële bedrijfstoestand is gebaseerd op de resultaten van 21 gespecialiseerde grondgebonden vleesveebedrijven (PR 42), met gemiddeld 102 GVER en 43,9 hectare cultuurgrond. Bedrijfstak rundvee en voedergewassen De financiële opbrengsten per ha uit rundvee en voedergewassen benaderen deze van 2002, maar zijn hoger dan 2001, het jaar dat de sector getroffen werd door de BSE-crisis (Tabel 13). Tabel 13: Evolutie van de opbrengstcijfers vlees, opbrengst rundvee en voedergewassen (euro/ha) De prijzen van de vleesstieren bereikten het niveau van 2002, terwijl de prijzen van de koeien het hogere prijsniveau van 2003 evenaarden (Figuur 13). Figuur 13: Evolutie van de verkoopprijzen van de levende dieren in euro per 100 kg, stieren dikbil stieren goed gevormd koeien dikbil koeien goedgevormd Bron: BIRB Langs kostenzijde bedroegen de variabele kosten 423 euro per GVER. De bijkomende voederkosten maken hiervan reeds 48% uit (Figuur 14). De diergeneeskundige zorgen nemen eveneens een belangrijk aandeel in, wat o.a. te wijten is aan het feit dat bij de dikbilkoeien de keizersnede sterk ingeburgerd is. 20
22 Figuur 14: Structuur van de variabele kosten per GVER, 2005 w erk door derden 12% overige 4% zaad en pootgoed 3% meststoffen 6% energie 8% bestrijdingsmiddelen 3% diergeneesk. zorgen 16% veevoeder 48% Bedrijfsresultaten Opbrengsten De totale opbrengsten per ha zijn het laagst in de beschouwde periode. In Figuur 15 wordt de structuur van de opbrengsten weergegeven. De opbrengsten uit rundvee en voedergewassen nemen 63% voor hun rekening. Er dient wel opgemerkt te worden dat de premies (zoogkoeienpremies, ) in de overige opbrengsten opgenomen zijn. De bedrijven hebben vaak een gemengd karakter. In de steekproef zijn dit vooral bedrijven met marktbare gewassen. Figuur 15: Structuur van de opbrengsten per ha voor de gespecialiseerde rundvleesveebedrijven, 2005 overige opbrengsten 24% marktbare gewassen 12% varkens 1% rundvee en voedergewassen 63% 21
23 Kosten De totale kosten per ha zijn eveneens het laagst in de beschouwde periode. Enkele belangrijke evoluties ten opzichte van het gemiddelde zijn: een daling voor de meststoffen en veevoeders en een stijging voor bestrijdingsmiddelen en werk door derden. De berekende lonen, de veevoeders en de kosten ivm het grond- en gebouwenkapitaal zijn de drie voornaamste kostenrubrieken en nemen samen 62% van de kosten voor hun rekening (Figuur 16). Figuur 16: Structuur van de kosten per ha voor de gespecialiseerde rundvleesbedrijven, 2005 w erk door derden 5% berekende lonen 34% overige kosten 9% zaad en pootgoed 2% veevoeders 14% meststoffen 3% bestrijdingsmiddelen 2% diergeneeskundige zorgen energie 5% 3% werktuigkosten 9% grond- en gebouw enkapitaal 14% Inkomen De totale opbrengsten zijn onvoldoende om de totale kosten (inclusief de vergoeding voor eigen arbeid) te dekken, zodat het netto bedrijfsresultaat negatief is en de opbrengsten per euro kosten kleiner dan Het familiaal arbeidsinkomen ligt zeer laag. Uitgedrukt per familiale arbeidseenheid, bereikt dit kengetal euro of 40% van het vergelijkbaar inkomen. Gemiddeld werken er 1,4 familiale arbeidskrachten op de gespecialiseerde vleesveebedrijven. De vergoeding die een bedrijf bekomt voor zijn eigen arbeidskrachten en zijn kapitaal (het bedrijfsinkomen) bedraagt in euro per ha of euro per familiale arbeidskracht. 22
24 Tabel 14: Bedrijfsresultaten van de gespecialiseerde rundvleesbedrijven, Oppervlakte cultuurgrond 37,5 38,4 34,1 43,9 Aantal ha grasland en voedergewassen 31,6 31,8 29,0 34,0 Aantal VAK 1,45 1,37 1,35 1,41 Rentabiliteit Opbrengsten/ha cultuurgrond marktbare gewassen rundvee en voedergewassen varkens pluimvee overige opbrengsten Totale opbrengsten Kosten/ha cultuurgrond zaad en pootgoed veevoeders meststoffen bestrijdingsmiddelen diergeneeskundige zorgen 153 energie 86 werktuigkosten 295 grond- en gebouwenkapitaal berekende lonen betaalde lonen werk door derden overige kosten 297 Totale kosten Netto bedrijfsresultaat/ha cultuurgrond Opbrengst per euro kosten Familiaal arbeidsinkomen/ha cultuurgrond
25 4. De varkenssector 4.1. Structurele kenmerken De gespecialiseerde varkenssector telt in bedrijven. In Tabel 15 worden enkele structurele kenmerken weergegeven. Er werd een opdeling gemaakt naar specialisatie: fokkerij (zeugen aanwezig maar geen mestvarkens), mesterij (vleesvarkens aanwezig maar geen zeugen) en andere. De gecombineerde bedrijven vormen de grootste groep. Het totaal aantal bedrijven is gedaald met 17% en deze daling is voelbaar bij alle specialisaties. De afname werd mede beleidsmatig gestimuleerd door het milieubeleid (opkoopregeling, ). Tabel 15: Structuur van de gespecialiseerde varkenssector (productierichting 501, sge 4), 2001 en 2005 aantal bedrijven aantal varkens per bedrijf aantal zeugen per bedrijf ha cultuurgrond/bedrijf fokkerij mesterij andere ,32 6,41 13, ,05 6,90 14,90 Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Het gemiddeld aantal varkens op deze bedrijven neemt toe. Er is echter een groot verschil naargelang de specialisatie en tussen de bedrijven onderling (Figuur 17). Figuur 17: Verdeling volgens grootteklasse, Alle bedrijven 30% 20% 10% 0% < >2500 aantal varkens aantal bedrijven aantal varkens 24
26 2. Bedrijven met zeugen 60% 40% 20% 0% < >500 aantal zeugen aantal bedrijven aantal zeugen Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 4.2. Rentabiliteit De financiële bedrijfsresultaten hebben betrekking op 56 gespecialiseerde bedrijven (productierichting 501) met gemiddeld omgerekende varkens en met 15,9 hectare cultuurgrond. Er dient opgemerkt te worden dat in het boekhoudnet relatief weinig bedrijven zijn die op contract werken, wat een invloed heeft op de bedrijfsresultaten. Voor de berekening van de gegevens per bedrijfstak, worden de bedrijven geselecteerd met meer dan 75 fokzeugen voor de vermeerdering en meer dan 300 mestvarkens voor de vetmesting. De meeste bedrijven in de steekproef zijn gecombineerde bedrijven, zodat deze ondernemingen in beide bedrijfstakken in aanmerking worden genomen. Bedrijfstak vermeerdering De gespecialiseerde zeugenhouderij scoort technisch steeds beter: het aantal worpen per zeug en het aantal grootgebrachte biggen stijgen en het sterftepercentage daalt (Tabel 16). Tabel 16: Evolutie van de opbrengstcijfers zeugenhouderij, gemiddeld aantal aanwezige zeugen aantal worpen per zeug per jaar 2,11 2,13 2,16 2,16 aantal grootgebrachte biggen per zeug per jaar 18,0 18,5 19,1 19,9 sterftepercentage biggen 15,5 13,8 13,8 13,2 opbrengsten zeugenhouderij (euro/gem. aanwezige zeug) opbrengsten per euro voederkosten (euro)
27 De geldelijke opbrengst per zeug bereikte in 2005 een waarde boven het gemiddelde , maar onder het hoge niveau van De prijsevolutie vertoonde een gelijkaardige ontwikkeling (Figuur 18). De hoge prijzen in 2001 waren het gevolg van de BSE-crisis in de rundveesector. Bij de biggenprijzen werd de opgaande trend van 2004 verder gezet, terwijl de zeugenprijzen stabiliseerden. Figuur 18: Evolutie van de prijs van biggen en zeugen (euro/100kg), biggen zeugen Bron: BIRB Langs kostenzijde bereikten de variabele kosten per zeug 531 euro. De voederkosten nemen hiervan 69% voor hun rekening (Figuur 19). De totale voederkosten benaderden het niveau van Figuur 19: Verdeling van de variabele kosten per zeug, 2005 w erk door derden 2% overige variabele 7% energie 10% diergeneeskundige zorgen 12% veevoeder 69% Bovenstaande ontwikkelingen resulteren in 2005 in een opbrengst per euro voederkosten vergelijkbaar met het gemiddelde , maar beduidend lager dan de gunstige resultaten van
28 Bedrijfstak vetmesting Gemiddeld worden er meer vleesvarkens gehouden per bedrijf. De financiële opbrengsten per gemiddeld aanwezig vleesvarken liggen iets hoger dan in 2001 (Tabel 17). Tabel 17: Evolutie van de opbrengstcijfers vleesvarkenshouderij, aantal vleesvarkens opbrengsten vleesvarkenshouderij (euro/gem. aanwezig vleesvarken) opbrengsten per euro voederkosten (euro) De financiële opbrengst wordt o.a. beïnvloed door de verkoopprijs van de varkens, die in Figuur 20 wordt weergegeven. In 2001 waren de prijzen gunstig. Door de BSE-affaire nam de consumptie van rundvlees af in een aantal lidstaten en dit deels ten voordele van de varkensvleesconsumptie, wat de prijs positief beïnvloedde. Daarna deed zich de omgekeerde beweging voor tot In 2004 herstelde de prijs opnieuw door een goede Europese export. In 2005 stabiliseerde de prijs door een toegenomen concurrentie op de internationale markt. Figuur 20: Evolutie van de prijs van vleesvarkens (euro/100kg), Bron: BIRB Verder hebben de inventarisverandering en de overgangen een impact op de financiële opbrengsten (zie definitie omzet en aanwas). In 2005 was er een positieve inventarisverandering en lag de biggenprijs lager dan in 2001, zodat het uiteindelijk financieel resultaat hoger gesitueerd is dan in Langs kostenzijde bedragen de variabele kosten 120 euro per gemiddeld aanwezig vleesvarken. Er dient wel opgemerkt te worden dat de aankoop en overgang van biggen verwerkt wordt in de omzet en 27
29 aanwas. De totale voederkosten nemen 90% in en zijn in de beschouwde periode gevoelig gedaald. (Figuur 21) Figuur 21: Verdeling van de variabele kosten per vleesvarken, 2005 energie 2% diergeneesk. zorgen 4% werk door derden 1% overige variabele 3% veevoeder 90% Bovenstaande ontwikkelingen resulteren voor 2005 in een sterke stijging van de opbrengst per euro voederkosten. Bedrijfsresultaten Opbrengsten Uit de structuur van de bedrijfsopbrengsten van de gespecialiseerde bedrijven blijkt dat 88% afkomstig is van de varkens, wat wijst op een zeer sterke specialisatie (Figuur 22). De totale opbrengsten per omgerekend varken zijn toegenomen en benaderen het niveau van Figuur 22: Structuur van de opbrengsten per omgerekend varken voor de gespecialiseerde varkensbedrijven, 2005 overige opbrengsten 1% pluimvee 5% marktbare gewassen 5% rundvee en voedergewassen 1% varkens 88% 28
30 Kosten De totale kosten per omgerekend varken zijn vergelijkbaar met De veevoeders, de berekende lonen en de kosten ivm het grond- en gebouwenkapitaal zijn de drie voornaamste kostenrubrieken en nemen samen 79% van de kosten voor hun rekening. (Figuur 23) Figuur 23: Structuur van de kosten per omgerekend varken voor de gespecialiseerde varkensbedrijven, 2005 overige 8% berekende lonen 17% w erk door derden 2% veevoeders 51% grond- en gebouw enkapitaal 11% werktuigkosten 3% diergeneesk. energie zorgen 4% 4% Inkomen Het inkomen in de gespecialiseerde varkensbedrijven is vergelijkbaar met 2001 en ligt hoger dan het gemiddelde van De totale opbrengsten overschrijden de totale kosten (inclusief de vergoeding voor eigen arbeid), zodat het netto bedrijfsresultaat positief is en de opbrengsten per euro kosten groter dan Het familiaal arbeidsinkomen per omgerekend varken resulteert net onder het niveau van Het bedrijfsinkomen bedraagt in ,8 euro per omgerekend varken. 29
31 Tabel 18: Bedrijfsresultaten van de gespecialiseerde varkensbedrijven, Oppervlakte cultuurgrond (ha) 13,63 14,72 13,7 15,86 Aantal omgerekende varkens (gemiddeld aantal aanwezige per jaar) Aantal VAK 1,42 1,42 1,36 1,51 Rentabiliteit per omgerekend varken Opbrengsten marktbare gewassen 13,6 13,9 15,0 14,0 rundvee en voedergewassen 5,2 5,3 4,4 3,3 varkens 253,3 204,2 189,5 248,8 pluimvee 6,4 6,9 7,0 13,0 overige opbrengsten 3,6 3,6 3,7 4,1 Totale opbrengsten 282,1 234,0 219,6 283,2 Kosten zaad en pootgoed 1,7 2,1 1,9 1,7 veevoeders 136,5 131,7 130,3 135,9 meststoffen 0,8 1,0 0,8 0,9 bestrijdingsmiddelen 1,4 1,7 1,6 1,8 diergeneeskundige zorgen 11,1 energie 9,6 werktuigkosten 7,2 grond- en gebouwenkapitaal 30,1 29,2 28,7 28,4 berekende lonen 45,5 46,8 44,2 43,7 betaalde lonen 0,2 0,2 0,6 0,2 werk door derden 9,2 8,8 8,2 6,1 overige kosten 17,5 Totale kosten 262,2 258,0 250,2 264,0 Netto bedrijfsresultaat per omgerekend varken 19,9-24,1-30,7 19,2 Opbrengst per euro kosten Familiaal arbeidsinkomen per omgerekend varken 65,3 22,8 13,5 62,9 30
32 5. De groente- en aardbeiensector 5.1. Structurele kenmerken In Vlaanderen zijn er in gespecialiseerde groente- en aardbeibedrijven met beroepsmatig karakter of een daling met 4,7% ten opzichte van De daling is merkbaar bij alle specialisaties, behalve voor de bedrijven met overwegend groenten in open lucht (Tabel 19). Tabel 19: Structuur van de gespecialiseerde groentebedrijven gespecialiseerde glasgroentebedrijven bedrijven met overwegend groenten in open lucht champignonbedrijven aardbeibedrijven gespecialiseerde groentebedrijven aantal bedrijven ,99 5,55 0,18 1,99 2,68 ha groenten per bedrijf (1) ,12 6,64 0,21 2,23 3, ,08 13,38 0,92 6,03 5,69 ha cultuurgrond per bedrijf (2) ,26 15,21 0,44 6,71 7,01 (1) de oppervlakte die in aanmerking wordt genomen is afhankelijk van de specialisatie: oppervlakte aardbeien, groenten in open lucht, glasgroenten en champignons voor respectievelijk de gespecialiseerde aardbeibedrijven, bedrijven met overwegend groenten in open lucht, glasgroentebedrijven en champignonbedrijven (2) exclusief de oppervlakte witloofforcerie en champignons Bron: eigen berekeningen, FOD Economie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie De gespecialiseerde glasgroentebedrijven vormen de grootste groep. De gemiddelde oppervlakte glasgroenten bedraagt 1,12 ha, waarvan tomaten, kropsla en paprika de grootste oppervlakte (samen 80%) voor hun rekening nemen. Bij de bedrijven met overwegend groenten in open lucht 2 vormen witloof, prei en bloemkool de voornaamste groenten met samen ruim 67% van de totale oppervlakte groenten in open lucht. Vollegrondsgroenten worden op deze bedrijven vaak gecombineerd met andere land- en tuinbouwteelten, zodat het aandeel van groenten in open lucht slechts 44% bedraagt van de totale oppervlakte cultuurgrond op de bedrijven. Op de aardbeibedrijven vindt men zowel aardbeien onder glas, onder plastiekkappen als in open grond. Ongeveer 21% van de oppervlakte aardbeien is onder glas en hoge plastiekkappen. Naast aardbeien worden op de aardbeibedrijven nog andere land- en tuinbouwgewassen geteeld. De oppervlakte aardbeien bedraagt slechts 33% van de oppervlakte cultuurgrond. De gemiddelde oppervlakte per bedrijf is gevoelig gestegen bij alle specialisaties. Er is echter een grote spreiding tussen de bedrijven onderling (Figuur 24). 2 De extensieve groenteteelt wordt niet als tuinbouwteelt maar als akkerbouwteelt beschouwd en maakt dus geen deel uit van de oppervlakte groenten in open lucht. 31
33 Figuur 24: Verdeling volgens grootteklasse, gespecialiseerde glasgroentebedrijven 50% 40% 30% 20% 10% 0% < are glas aantal bedrijven opp glasgroenten 2. bedrijven met overwegend groenten in open lucht 40% 30% 20% 10% 0% < 2,5 2, ha groenten in open lucht aantal bedrijven opp groenten in open lucht 3. champignonbedrijven 50% 40% 30% 20% 10% 0% < are champignons aantal bedrijven are champignons 32
34 4. aardbeibedrijven 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% < are aardbeien aantal bedrijven opp aardbeien Bron: eigen berekeningen, FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Departement Landbouw en Visserij 5.2. Rentabiliteit De analyse van de financiële resultaten zijn gebaseerd op de boekhoudresultaten van 125 gespecialiseerde groentebedrijven. Rentabiliteit glasgroentebedrijven Voor de analyse van de rendabiliteit worden enkel de sterk gespecialiseerde glasgroentebedrijven in rekening gebracht om de invloed van andere tuinbouwtakken zoveel mogelijk uit te sluiten. De glastuinbouwteelten leveren op deze bedrijven samen 98% van de totale geldopbrengsten (Tabel 20). Tabel 20: Bedrijfsresultaten van de sterk gespecialiseerde glasgroentebedrijven, euro per are, Totale opbrengsten waarvan tomaten Totale kosten Netto bedrijfsresultaat Opbrengsten per euro kosten Arbeidsinkomen per are Arbeidsinkomen per VAK De totale opbrengsten per are zijn in 2005 afgenomen met 11% ten opzichte van het goede jaar 2003, wat te wijten was aan de lagere prijsnoteringen voor enkele belangrijke glasgroenten (Tabel 21). 33
35 Tabel 21: Gemiddelde veilingprijzen voor de voornaamste glasgroenten, tomaten euro/kg 0,72 0,87 0,91 0,58 0,75 komkommers euro/stuk 0,29 0,26 0,30 0,27 0,30 kropsla euro/stuk 0,41 0,35 0,36 0,26 0,37 paprika euro/kg 1,37 1,21 1,55 1,30 0,96 Bron: VBT De prijs voor tomaten lag in 2005 beduidend lager dan in het uitstekend jaar Na zeer lage noteringen in 2004, herstelde de tomatenprijs in De slechte weersomstandigheden in het buitenland verkleinden het Europees aanbod in het voorjaar, hetgeen een positieve stimulans gaf aan de Belgische export van kwalitatief uitstekende tomaten. Tijdens de nazomer en de laatste maanden van 2005 lagen de middenprijzen echter onder de gemiddeldes van 2004 o.a. door een sterke concurrentie uit het zuiden. De gemiddelde komkommerprijs is even hoog dan in 2003, maar is gestegen ten opzichte van Vooral in het voorjaar werd een hogere prijs genoteerd door de mislukte oogsten in Italië en Spanje. De slaprijzen zijn in 2005 terug genormaliseerd in vergelijking met 2004 en zijn vergelijkbaar met De slaprijzen waren vooral in het begin van het jaar zeer goed als gevolg van een kleiner Europees aanbod door de ongunstige weersomstandigheden in het zuiden. In tegenstelling tot de meeste andere vruchtgroenten, was de prijs van paprika lager dan in 2003 en Vooral de tweede helft van het jaar scoorde laag. De aanzienlijke aanvoer uit Israel, het ruime Nederlandse aanbod en de tegenvallende export waren hiervoor verantwoordelijk. Wat de kosten betreft, zijn de totale kosten per are in 2005 gestegen in vergelijking met 2003, wat hoofdzakelijk toe te schrijven is aan de stijging van de energiekosten. In Figuur 25 wordt de verdeling van de kosten over de kostenrubrieken weergegeven. Hieruit blijkt dat de lonen (berekende plus betaald personeel) en de kost voor de energie voor verwarming meer dan de helft van de totale kosten uitmaken. Bovenstaande evoluties hadden in 2005 een negatieve invloed op de inkomensvorming. Het arbeidsinkomen per VAK bedraagt euro per arbeidseenheid of 78% van het vergelijkbaar inkomen. Hiermee ligt het arbeidsinkomen in % lager dan het hoge inkomen van Gemiddeld werken er 3,67 arbeidskrachten op de gespecialiseerde glasgroentebedrijven, waarvan 1,72 familiale arbeidskrachten. 34
36 Figuur 25: Structuur van de kosten per are voor de gespecialiseerde glasgroentebedrijven, 2005 Directe kosten teelten 3% Verkoopkosten 4% Kosten van grond- en gebouw enkapitaal 15% Overige materialen 2% Zaad en plantgoed 8% Energie voor verw arming 20% Overige onkosten 3% Meststoff en 3% Berekende lonen 18% Betaald personeel 15% Werk door derden 1% Werktuigkosten 7% Bestrijdingsmiddelen 1% Rentabiliteit bedrijven met overwegend groenten in open lucht De totale opbrengsten per ha zijn in 2005 licht afgenomen ten opzichte van 2003 (-5,5%). Uit de onderstaande Tabel 22 blijkt dat de tuinbouwteelten ongeveer 90% van de totale inkomsten van de bedrijven met overwegende groenten in open lucht leveren. Tabel 22: Bedrijfsresultaten van de bedrijven met overwegend groenten in open lucht, euro per ha, Totale opbrengsten waarvan tuinbouwteelten Totale kosten Netto bedrijfsresultaat Opbrengsten per euro kosten Arbeidsinkomen per ha Arbeidsinkomen per VAK De prijsevolutie is afhankelijk van de groentesoort. De gemiddelde prijs voor witloof en bloemkool lag in 2005 hoger dan in 2003, terwijl de prijs voor prei een sterke daling noteerde (-42%). (Tabel 23) Tabel 23: Gemiddelde veilingprijzen voor enkele belangrijke vollegrondsgroenten, witloof euro/kg 1,01 0,94 0,82 0,94 0,92 prei euro/kg 0,69 0,48 0,58 0,26 0,34 bloemkool euro/stuk 0,67 0,69 0,51 0,50 0,59 Bron: VBT De prijsvorming van witloof werd in het begin van het jaar positief gestimuleerd door de vorstschade in Spanje bij verschillende vollegrondsgroenten. Na een periode van dalende prijzen, zorgde een 35
37 schaarste in het Zuiden en een beperkte witloofproductie in Frankrijk voor een prijsstijging tijdens de zomermaanden. Het nieuwe seizoen startte met lage prijsnoteringen. Het warmere weer leidde tot een lagere consumptie. In november stegen de prijzen door een laag Europees aanbod. De witloofprijs bleef daarna tot het jaareinde zeer wisselvallig. Prei noteerde een prijsstijging in 2005 ten opzichte van de slechte prijsvorming in 2004, maar bleef op een lager niveau dan In het begin van het jaar waren de noteringen nog vrij laag door een groot Europees aanbod. In maart was er een tijdelijke prijsstijging door een productiedaling als gevolg van minder gunstige oogstomstandigheden. Het preiseizoen 2005/2006 startte beter dan 2004/2005. Het aanzienlijke aanbod op de binnen- en buitenlandse markten belemmerde een optimale prijsvorming tijdens de maanden november en december. De weersomstandigheden waren gunstig voor het oogsten zodat de aanvoer groot was. De vollegrondsbloemkolen verkochten in 2005 aan iets betere prijzen dan in 2003 en De goede prijzen tot september waren te wijten aan een beperkte eigen productie en een lage invoer vanuit Frankrijk tengevolge van de slechte weersomstandigheden. In het najaar groeide het aanbod en samen met een verminderde vraag ten gevolge van het zachtere weer, zorgde dit voor een prijsdaling. Langs de kostenzijde, zijn de totale kosten per ha gelijk gebleven in vergelijking met De grote stijging van de brandstofkosten in het afgelopen jaar weegt bij de meeste teelten weinig door in de kostprijs. In Figuur 26 wordt de verdeling van de kosten over de kostenrubrieken weergegeven. Hieruit blijkt dat één derde van de kosten voor rekening is van de berekende lonen. Daarnaast vallen ook de grote aandelen van de werktuigkosten, kosten van grond- en gebouwenkapitaal en de kosten voor zaad en plantgoed op. Figuur 26: Structuur van de kosten per ha voor de bedrijven met overwegend groenten in open lucht, 2005 Verkoopkosten 3% Directe kosten teelten 3% Overige onkosten 5% Kosten van grond- en gebouw enkapitaal 12% Zaad- en plantgoed 11% Berekende lonen 36% Energie verw arming 1% Meststoffen 2% Betaald personeel 7% Bestrijdingsmiddelen 3% Werktuigkosten 14% Werk door derden 3% Het arbeidsinkomen per volwaardige arbeidskracht van de bedrijven met overwegend groenten in open lucht is in 2005 duidelijk toegenomen, maar blijft lager dan in 2001 en Met euro komt het arbeidsinkomen overeen met 65% van het vergelijkbaar inkomen. Gemiddeld werken er 2,45 arbeidskrachten op de bedrijven, waarvan gemiddeld 1,78 familiale. 36
Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007
Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Els Bernaerts Tom Coulier Els Demuynck Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2007 Rentabiliteitsrapport
Nadere informatieRentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009
Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Andy Oeyen Boris Tacquenier Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2009 Andy Oeyen Boris Tacquenier
Nadere informatieRentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008
Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Tom Coulier Rentabiliteitsrapport Land- en tuinbouw 2008 Tom Coulier december 2009 Rapport, 85
Nadere informatieEconomische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013
ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013 2015 Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2013 Entiteit: Departement Landbouw en Visserij Afdeling: Monitoring en Studie
Nadere informatiePRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012
AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto
Nadere informatieProductierekening 2005
Productierekening 2005 December 2006 Els Demuynck Els Bernaerts Jonathan Platteau Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel De productierekening
Nadere informatieAANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN
Els Bernaerts, Els Demuynck VLAANDEREN UW VARKENS ANDEEL S GESTEGEN STIJGING RUNDVEE TABEL BASIS INBOUWWAARDE BELANG KOSTEN DRIJVENFAK GROENTEN AGRARISCHE MILJARD ERINGSKAART MELK MILJOEN LANDBOUWBEDRIJVEN
Nadere informatieDE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW
FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto
Nadere informatieTECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK
FOCUS 2013 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2010-2012 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij
Nadere informatiePRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013
FOCUS 214 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 213 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto
Nadere informatieTECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK
FOCUS 2014 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2011-2013 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij
Nadere informatieEconomische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw
Studie Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2011 Wim Raes, Els Bernaerts, Els Demuynck, Andy Oeyen en Boris Tacquenier Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw
Nadere informatieDE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW
FOCUS DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2015 INHOUD 1. Blik op de productierekening 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto toegevoegde waarde 5. Meer informatie 6. Overzicht
Nadere informatieMAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR
Nadere informatieProductierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie
Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2006-2007 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Els Bernaerts Els Demuynck Jonathan Platteau Productierekening van de Vlaamse
Nadere informatieNAAM: DANNY BILLENS LEEFTIJD: 55 PLAATS: OETINGEN (GOOIK) TEELT: BIOLOGISCH FRUIT
NAAM: DANNY BILLENS LEEFTIJD: 55 PLAATS: OETINGEN (GOOIK) TEELT: BIOLOGISCH FRUIT In 1987 nam Danny Billens het tuinbouwbedrijf van zijn vader over. Drie jaar later schakelde hij over op biolandbouw. Hij
Nadere informatieTechnische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010
Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 14 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 14 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie 1. Blik op de conjunctuurindex 2. Landbouw per deelsector 3. Tuinbouw
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. Index opnieuw dalend 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie
Nadere informatieProductierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2009
Productierekening van de Vlaamse land- en tuinbouw 2009 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Els Bernaerts Els Demuynck Jonathan Platteau Productierekening van de Vlaamse land-
Nadere informatieDe rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf
0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar 2003 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 2.05 Centrum voor januari 2005 Landbouweconomie
Nadere informatieDe waalse landbouw in cijfers
De waalse landbouw in cijfers 2017 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 13 december 2017
PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische
Nadere informatieDe waalse landbouw in cijfers
De waalse landbouw in cijfers 2015 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2017 INHOUD 1. Index stijgt lichtjes 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Meer informatie 1. INDEX STIJGT
Nadere informatieTechnische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren
Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2007 2009 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck
Nadere informatieTechnische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2006-2008
Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2006-2008 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck,
Nadere informatieVARKENSPRO VLEESVARKENS FOD INFORMATIE KGAANTAL PRODUCTIE PRIJS VARKENSSTAPEL TON OPBRENGSTEN ALGEMENE DERKOSTEN BIGGEN
Els Bernaerts, Els Demuynck ECONOMIE KOSTEN BEDRIJVEN ECONOMISCHE VARKENS DERKOSTEN BIGGEN DEPARTEMENT STATISTIEK VARKENSΜ VLAANDEREN ZEUG TON OPBRENGSTEN KGAANTAL GESPECIALISEERDE EURO EIDSINKOMEN BIGGENPRIJS
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Investeringen 5. Belemmeringen 6. Meer informatie 1. VLAAMSE
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX OPNIEUW DALEND 1. Index opnieuw dalend Na drie opwaartse rondes daalt de conjunctuurindex van de Vlaamse
Nadere informatieTON PRIJS KOSTEN EVOLUTIE VLAANDEREN WINTERTARWE S HANDEL AARDAPPELAREA AREAAL SUIKERHOUDENDE EURO OPPERVLAKTE SALDO PROVINCIES
Els Bernaerts, Els Demuynck SALDO PRODUCTIEVOLUME BEDRIJVEN GRANENAKKERBOUW AARDAPPELEN AKKERBOUW PRODUCTIE GEWASSEN PRODUCTEN PROVINCIES UITVOER AANDEEL IALISEERDE PRIJS HANDEL KORRELMAÏS CULTUURGROND
Nadere informatieDe waalse landbouw in cijfers
De waalse landbouw in cijfers 2018 Productiefactoren - 2016* 1990 2000 2010 2016 Aantal bedrijven 29.083 20.720 14.502 12.870 Totale oppervlakte (ha) Gemiddelde oppervlakte per bedrijf (ha) Werkkrachten
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2017 INHOUD 1. Index klimt verder uit dal 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Belemmeringen 5. Administratieve taken 6. Meer informatie 1.
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2016 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2016 INHOUD 1. Index klimt uit dieptepunt 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen en impact weer 5. Meer informatie
Nadere informatieDe waalse landbouw in cijfers
De waalse landbouw in cijfers 2016 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen
Nadere informatieDE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS
DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Update : Februari 2014 Opmerking Om redenen van administratieve vereenvoudiging berust de enquête van 2011 niet meer op de landbouwers die hebben deelgenomen aan de landbouwtelling
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 14 december 2016
PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische
Nadere informatieKostprijsanalyse en rentabiliteitsbepaling vollegrondsgroenten 2008 en 2009
Kostprijsanalyse en rentabiliteitsbepaling vollegrondsgroenten 2008 en 2009 Februari 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Eline de Regt Stijn Jourquin Kostprijsanalyse en
Nadere informatieINDICATIEVE KOSTPRIJSBEREKENING VOOR DE VARKENSHOUDERIJ
INDICATIEVE KOSTPRIJSBEREKENING VOOR DE VARKENSHOUDERIJ 2 «De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.» INHOUD INHOUD...
Nadere informatieP r o d u c t i e r e k e n i n g v a n d e V l a a m s e l a n d - e n t u i n b o uw
P r o d u c t i e r e k e n i n g v a n d e V l a a m s e l a n d - e n t u i n b o uw 2 0 1 0 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Els Bernaerts Els Demuynck Jonathan Platteau
Nadere informatieDE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS. Foto : DGARNE DDV
NL DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Foto : DGARNE DDV 2010 2 Produktiefactoren* Aantal bedrijven 15.500 waarvan 73% voltijds Tewerkstelling 25.839 personen in de landbouwsector, namelijk 18.846 arbeidseenheden
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2016 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2016 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Belemmeringen en weersellende 5. Meer informatie 1. VLAAMSE CONJUNCTUURINDEX
Nadere informatie1.1 Veestapel. Figuur 5.1: Evolutie van de varkensstapel in Vlaanderen, 1.000 stuks, 1997-2007
Varkens De varkenshouderij is vanuit economisch oogpunt een heel belangrijke sector binnen de Vlaamse land- en tuinbouw. Ze kan opgedeeld worden in twee deelsectoren: vermeerdering en vetmesting. Actuele
Nadere informatieDEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ
v.u. Jules Van Liefferinge depotnr. D/2015/3241/316 www.vlaanderen.be/landbouw DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ PRODUCTIEWAARDE, MILJOEN EURO, 2014 overige 167 223 325 512 602 1.460 844 712 355 179 102
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX STABIEL 1. Index stabiel De conjunctuurindex van de Vlaamse land- en tuinbouw blijft nagenoeg gelijk op 79.
Nadere informatieGrotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs
Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere
Nadere informatieDe rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf
0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar 2002 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 2.03 juni 2004 Centrum voor Landbouweconomie Ministerie
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUW- CONJUNCTUURINDEX VOORJAAR 2019
DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUUR- INDEX VOORJAAR 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Rapport DE VLAAMSE LANDBOUW- CONJUNCTUURINDEX VOORJAAR 2019 www.vlaanderen.be Colofon Samenstelling Departement Landbouw
Nadere informatieImpact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten
Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie
Nadere informatieMarktontwikkelingen varkenssector
Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te
Nadere informatieDE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX
AMS FOCUS DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij. Blik op de conjunctuurindex. Landbouw per deelsector. Tuinbouw per deelsector
Nadere informatieO v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n
O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n Boekjaar 2006 L a n d b o u w m o n i t o r i n g s n e tw e r k
Nadere informatieRentabiliteits- en kostprijsanalyse granen voor de korrel
Studie Rentabiliteits- en kostprijsanalyse granen voor de korrel Resultaten van bedrijven uit het Landbouwmonitoringsnetwerk September 2012 Stijn Jourquin Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid
Nadere informatieGrondgebonden veeteelt
Grondgebonden veeteelt De rundveehouderij kan ingedeeld worden in twee specialisaties: de vleesvee- en de melkveehouderij. In dit hoofdstuk worden, na een globale analyse van de sectorstructuur, beide
Nadere informatieAARDAPPELEN FOCUS. van het Landbouwmonitoringsnetwerk 2015 1 INLEIDING INHOUD. 1. Inleiding 2. Aardappelteelt in Vlaanderen 3. Resultatenrekeningen
FOCUS AARDAPPELEN Rentabiliteits- en kostprijsanalyse op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Aardappelteelt in Vlaanderen 3. Resultatenrekeningen 3.1 Vroege aardappelen
Nadere informatieHET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING
631.16 HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING Proefstation voor de Akker- en Weidebouw OVERDRUK UIT LANDBOUWVOORLICHTING 16. 6. 288-292. 'S-GRAVENHAGE, JUNI 1959 HET GEBRUIK
Nadere informatieOnderbenutting toeslagrechten: campagne
Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari
Nadere informatieRENTABILITEITSANALYSE VARKENS. Vrints Goedele 26 mei 2015
RENTABILITEITSANALYSE VARKENS Vrints Goedele 26 mei 2015 INHOUD 1. Prognose van het arbeidsinkomen 2. Economische resultaten Kostenstructuur Economische resultaten Vermeerdering Afmesting Gesloten bedrijven
Nadere informatieCrelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015
Crelan Vertrouwensindex Land- en tuinbouwsector 2015 Belangrijkste resultaten Het vertrouwen van de landbouwers daalt in België, vooral in de melkveesector. De evaluatie van het financieel resultaat loopt
Nadere informatiePOP UP BOERENMARKT. 31 december 2014, Roeselare
POP UP BOERENMARKT 31 december 2014, Roeselare Diestsevest 32 bus 3b 3000 Leuven T 016 47 99 98 F 016 47 99 95 info@groenekring.be www.groenekring.be Pop up boerenmarkt sensibiliseert consumenten over
Nadere informatieInkomensraming land- en tuinbouw Welkom door Jack van der Vorst, algemeen directeur Social Sciences Group
Inkomensraming land- en tuinbouw 215 Welkom door Jack van der Vorst, algemeen directeur Social Sciences Group 1 Actuele ontwikkeling van resultaten en inkomens in de land- en tuinbouw 215 16 december 215
Nadere informatieDEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG BEHEERSCOMITÉ VARKENS 19 SEPTEMBER 2018 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatievan de Vlaamse landbouw
Sociaal-economische situering van de Vlaamse landbouw 1 Structurele en economische beschrijving 1.1 Productiefactoren 1.1.1 Arbeid Volgens de meitelling 2007 zijn er 62.511 personen regelmatig tewerkgesteld
Nadere informatieImpact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015
Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten september 2015 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 20 oktober 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatiegespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf
De markt voor de varkenshouderij in Nederland Structuur In Nederland worden op ongeveer 1. bedrijven varkens gehouden. Het aantal bedrijven met varkens is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen (figuur
Nadere informatieFinanciële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant
Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) VERTROUWELIJK Vraagstelling
Nadere informatie1 VARKENSSECTOR. voorzitter: Luis Carazo verslaggever: Lieve De Smit
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 21 april 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieSL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ
Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economie Research (voorheen LEI wageningen UR) m L ; I āīŕ 1 I SL WAGENINGEN
Nadere informatieRENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT
RENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT 2016 Studie RENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Auteurs: Joeri Deuninck en Dirk
Nadere informatiePachtafhankelijke bedrijven in beeld
Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.
Nadere informatieRentabiliteits- en kostprijsanalyse sla
Rapport Rentabiliteits- en kostprijsanalyse sla Resultaten van bedrijven uit het Landbouwmonitoringsnetwerk Ellen Maertens, Joeri Deuninck en Joost D hooghe Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid
Nadere informatieOVERZICHTSFICHE LANDBOUW IN VLAANDEREN
OVERZICHTSFICHE LANDBOUW IN VLAANDEREN Landbouw in Vlaanderen, een blik in de tijd De landbouwsector en het platteland ondergingen na de Tweede Wereldoorlog een ware metamorfose. Het agrarisch bedrijf
Nadere informatieFinanciële Analyse. G.E. Sloten. Grote markt BC. Brabant :10. Versie:
Financiële Analyse G.E. Sloten Grote markt 1 2345 BC Brabant - 17:10 Versie: 2017.19 Inhoud 1 Structuur van het bedrijf 2 Totaal bedrijfsresultaat 3 Beschikbare liquide middelen 4 Samenvatting sector Fokzeugenhouderij
Nadere informatieakkerbouw structuur. areaal
Akkerbouw De akkerbouw omvat een brede waaier van gewassen: granen, nijverheidsgewassen (suikerbieten, vlas, koolzaad, enz.), aardappelen en droog geoogste peulvruchten. De analyse in dit hoofdstuk wordt
Nadere informatieSCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 21 juni 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieRabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015
Rabobank Food & Agri Kwartaalbericht Varkens Q3 2015 Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? De Rabobank verwacht een moeizaam derde kwartaal voor de Nederlandse varkenssector. Aan het einde
Nadere informatieHerverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen. Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie
Herverdeling van de rechtstreekse steun binnen Vlaanderen Ex-ante evaluatie van de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri
Nadere informatieFinanciële Analyse. D.E. Momelkveebedrijf. Pinkenlaan AB KOEDORP :52. Versie: Check FM 2_0 2017_06_11
Financiële Analyse D.E. Momelkveebedrijf Pinkenlaan 12 1234 AB KOEDORP 15-06-2017-8:52 Versie: Check FM 2_0 2017_06_11 Inhoud 1 Structuur van het bedrijf 2 Totaal bedrijfsresultaat 3 Beschikbare liquide
Nadere informatieDe cijfers zijn exclusief BTW en subsidie zoals toeslagrechten. De specialisatie van de melkveehouderij
Melkveehouderij VAC consult Een zoektocht naar een evenwichtige balans tussen groei en ontwikkeling Met het oog op de afschaffing van het melkquotum op 31 maart 2015, verandert de ondernemingsomgeving
Nadere informatieVlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij
Rapport Vlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij Aanvulling: actuele tendensen voor 2011 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij VLAAMSE BEDRIJFSECONOMISCHE RICHTWAARDENSCHAPPEN
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieTUINBOUW BEDRIJVEN OPBRENGSTEN
Els Bernaerts, Els Demuynck GLASGROENTEN HANDEL APPELEN TUINBOUW BEDRIJVEN OPBRENGSTEN GROENTETEELT FRUITBLOEMKOOL DER INKOMEN SIERTEELT OPENLUCHT ECIALISEERDE WORTELEN PRODUCTIE GESPECIALISEERDE ARBEIDSINKOMEN
Nadere informatieBeschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006
Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties
Nadere informatieOekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be)
Landbouw in Oekraïne 12/05/2011 Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be) Oekraïne is groter dan elk land van de EU. De goede ligging van het land, gecombineerd met de vruchtbare bodems, geeft
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 23 april 2015 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieMeer zicht op de cijfers
Meer zicht op de cijfers Analyse technische en economische resultaten K&K bedrijven in vergelijking met andere praktijkbedrijven November 2001 Rapport 8 Koeien & Kansen; Pioniers duurzame melkveehouderij
Nadere informatieActuele ontwikkeling resultaten en inkomens in land- en tuinbouw 2018
Actuele ontwikkeling resultaten en inkomens in land- en tuinbouw 2018 17 december 2018 Wageningen Economic Research & CBS Inhoud Olaf Hietbrink Wageningen Economic Research Cor Pierik CBS, Macro economische
Nadere informatieDe rendabiliteit van het landbouwbedrijf
0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het landbouwbedrijf Boekjaar 2001 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 2.01 april 2003 Centrum voor Landbouweconomie
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 22 juni 2017 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatie30-11-2015 PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS. 2015 is prognose bedragen exclusief btw
PROGRAMMA DE ROL VAN DE ADVISEUR Woensdag 2 december 2015 Ontwikkelingen en trends Uitbreiden zin of onzin? Toekomst bedrijven Risicomanagement / prijsfluctuaties De succesvolle melkveehouders De rol van
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatie2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17
2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5
Nadere informatieRabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015
Rabobank Food & Agri Kwartaalbericht Varkens Q2 2015 Druk op varkensvleesmarkt blijft De vooruitzichten voor de Nederlandse varkenshouderij voor het tweede kwartaal 2015 blijven mager. Ondanks de seizoensmatige
Nadere informatieFinanciële Analyse. Frank de Boer. Aston Martinnlaan NB. Oud-Beijerland :56. Versie: Check FM 2_0 2016_09_05
Financiële Analyse Frank de Boer Aston Martinnlaan 70 3261 NB Oud-Beijerland 31-10-2016-15:56 Versie: Check FM 2_0 2016_09_05 Inhoud 1 Structuur van het bedrijf 2 Totaal bedrijfsresultaat 3 Beschikbare
Nadere informatieANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN
Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand
Nadere informatieInzetten op duurzame groei. Sonja De Becker Voorzitter Boerenbond
Inzetten op duurzame groei Sonja De Becker Voorzitter Boerenbond 1 Visie In Vlaanderen is er blijvend plaats voor een sterke land- en tuinbouw, die ondernemers en hun gezinnen een volwaardig inkomen en
Nadere informatieKostprijsanalyse. Aardappelen
Kostprijsanalyse Aardappelen April 2010 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Eline de Regt Joeri Deuninck Kostprijsanalyse Aardappelen Eline de Regt, Joeri Deuninck April 2010
Nadere informatieRAMING VAN DEBEDRIJFS UITKOMSTEN IN 1994 VAN DEBEDRIJVEN MET GROENTETEELT OPEN GROND,FRUIT EN BLOEMBOLLENTEELT
Drs. A. Boers Periodieke Rapportage 26-94 RAMING VAN DEBEDRIJFS UITKOMSTEN IN 1994 VAN DEBEDRIJVEN MET GROENTETEELT OPEN GROND,FRUIT EN BLOEMBOLLENTEELT Juli 1995 Landbouw-Economisch Instituut (LEI-DLO)
Nadere informatie