Samenvatting en aanbevelingen n.a.v. visitatiegesprekken scholen van swvvo 3101 Noordlimburg. (kwaliteitsbeleid)

Transcriptie

1 Samenvatting en aanbevelingen n.a.v. visitatiegesprekken scholen van swvvo 3101 Noordlimburg. (kwaliteitsbeleid) 11 mei 2017 Vastgesteld door Dagelijks Bestuur. Marlies Willems Beleidsmedewerker BCO Onderwijsadvies Jan Raedts Coördinator passend onderwijs Noord-Limburg 1

2 1. Inleiding In het kader van het kwaliteitsbeleid van swvvo3101 heeft elke school voor 15 oktober een schoolondersteuningsplan t.b.v. het samenwerkingsverband opgesteld. Tevens hebben zij een rapportage over de resultaten van schooljaar gemaakt met extra aandacht voor de instroom en uitstroom van de leerlingen. De scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs en de scholen/voorzieningen voor gespecialiseerd onderwijs hebben een rapportage gemaakt met beleidsvoornemens voor schooljaar In de maanden november en december heeft er op elke school, voorziening een visitatiegesprek plaatsgevonden met de coördinator en de beleidsmedewerker van het SWV. Naast de bovengenoemde documenten is er tegelijkertijd gebruik gemaakt van -de leerlingenaantallen per 1 oktober (incl. DUO-overzicht), -het jaarverslag ondersteuningsloket 15-16, -het activiteitenplan Alle genoemde documenten zijn terug te vinden op de website van ons samenwerkingsverband: http//passendonderwijsnoordlimburgvo.nl onder de rubriek scholen. Vervolgens hebben we een conceptnotitie opgesteld. Deze is gedeeld en besproken met het Dagelijks Bestuur, het directeurenoverleg en het netwerk ondersteunings coördinatoren. In deze notitie beperken we ons tot de belangrijkste resultaten, conclusies en beleidsaanbevelingen voor het samenwerkingsverband. 2. Resultaten Passend onderwijs heeft bij alle scholen een hoge prioriteit! Bij alle gesprekken waren ook de schooldirecties intensief betrokken. In enkele gevallen is de bijdrage van het SWV en de gestelde doelen vanuit het SWV nog extra verduidelijkt. De ingediende schoolondersteuningsplannen en de ingediende rapportages zijn alle door de coördinatie SWV akkoord bevonden. Elke reguliere school heeft een duidelijke ondersteuningsstructuur o.l.v. een of meerdere ondersteuningscoördinatoren. Er is een ondersteuningsplein waar leerlingen buiten de lessen ondersteuning en begeleiding ontvangen. Er is doelgerichte aandacht voor leerlingen met meer ondersteuningsbehoeftes. Bij handelingsverlegenheid blijkt er een uitgebreid dossier (en ervaring) beschikbaar om het ondersteuningsloket van het SWV in te schakelen. Er blijken ook duidelijk meer maatwerkoplossingen binnen de reguliere scholen gevonden te worden dan bij de start van passend onderwijs gebruikelijk was. De tijdelijke mogelijkheid vanuit het VSV samenwerkingsverband op diverse terreinen heeft dit extra bevorderd. Ook wordt voor deze maatwerkoplossingen meer samenwerking met andere onderwijspartners gezocht en gevonden. De directeuren hebben de opdracht opgepakt om de toekomst op hun visie op onderwijsondersteuning opnieuw te bezien. De eerste resultaten hiervan nemen we mee in deze rapportage. De middelen van het SWV worden doelmatig ingezet en zijn in het algemeen een aanvulling op de eigen middelen en capaciteit van de scholen. 2

3 Wanneer we kijken naar de leerlingenstromen op hoofdlijnen, dan zien we op basis van de info van DUO per het volgende beeld. Tabel 1: Kengetallen OCW. Nummer SWV VO3101 Naam SWV Stichting Samenwerkingsverband VOVSO Noord-Limburg Aantal leerlingen lwoo pro overig vo totaal vo*) vso cat 1 vso cat 2 vso cat 3 vso totaal Deelnamepercentage voor norm budget lwoo/pro lwoo pro totaal ,528% 2,447% 11,975% Kort samengevat: We zien een lichte vermindering van het aantal LWOO leerlingen. Het aantal PRO leerlingen is echter gestegen. Het aantal VSO leerlingen is duidelijk gedaald (50). Deze daling is zowel bij categorie 1 als categorie 3. In vergelijking met 2012 hebben we procentueel meer lwoo en/of pro-leerlingen hetgeen een flink financieel tekort oplevert. Het aantal VSO leerlingen is duidelijk nog boven het landelijk gemiddelde. De vereveningsbijdrage VSO van OCW vermindert jaarlijks. Het is de uitdaging om de daling van het aantal VSO leerling naar het landelijk gemiddelde verder door te zetten. 3. Beleidsaanbevelingen We formuleren op basis van de gesprekken en de conclusies een aantal beleidsaanbevelingen, welke bij de uitwerkingen in de volgende paragrafen verder onderbouwd worden. a. Het directeurenoverleg heeft het initiatief genomen om de onderwijsondersteuning opnieuw te bezien. Dit project wordt gekoppeld aan de voorbereidingen van het 3

4 nieuwe ondersteuningsplan en een actualisering van de ondersteuningsprofielen van alle deelnemende scholen. Hun voorlopige visie en ambities hebben we in bijlage 1 opgenomen. b. Bij de reguliere VO scholen monitoren we het aantal zorgleerlingen, de interne arrangementen, de bovenschoolse arrangementen en de tussentijdse uitstroom naar het VSO. We gaan in overleg met alle scholen streefcijfers afspreken voor thuisnabij onderwijs voor leerlingen met ondersteuningsbehoeftes. Daarbij kijken we ook naar de uitstroom in de afgelopen jaren en de populatie van de scholen. We vragen de scholen ook op kwantitatief niveau doelen te formuleren voor hun schoolondersteuningsprofiel (en plan). Op het niveau van het SWV volgt een duidelijke monitoring en feedback. (evt. bijsturing) c. Het LWOO-beleid gaan we door de keuze voor opting-out LWOO omzetten in ondersteuning VMBO. De LWOO middelen worden ingezet om de VMBO afdelingen in zijn algemeenheid en specifiek voor leerlingen met ondersteuningsbehoeftes te versterken. Hierbij kijken we ook naar maatwerk, waarbij meerdere scholen samenwerken aan een programma voor bepaalde leerlingen. Ook de samenwerking met jeugdhulp wordt hiervoor benut. Docentvaardigheden en teamontwikkeling zijn kernwoorden hierbij. d. De doorstroom van ISK leerlingen naar VMBO gaan we versterken en op basis van de nieuwe ondersteuning VMBO -criteria stimuleren en faciliteren. Hier dient ook een link gelegd te worden met PRO en met MBO (entree en hoger) e. Begaafdheid en specifieke ondersteuningsbehoeften gaan we binnen het samenwerkingsverband verder vormgeven door een duidelijk geformuleerde basisondersteuning voor deze doelgroep binnen alle Havo-VWO afdelingen en door een extra ondersteuningsaanbod binnen de Da Vinci afdeling van College Den Hulster. Expertise toevoegen t.b.v. thuisnabij onderwijs in een reguliere omgeving. Leerlingen met Havo-VWO capaciteiten met bijv sterke ASS kenmerken worden binnen Maasland en vooralsnog aansluitend Blariacum College begeleid. De facilitering leidt tot een herziening van de inzet van de schoolgebonden LGF middelen en eventueel van de ambulante begeleiding. Communicatie met het primair onderwijs is hierbij van bijzonder belang. f. Vanuit het samenwerkingsverband formeren we professionele leergemeenschappen om het samen leren op specifieke gebieden vorm te geven. De doorstroom van ISK naar aansluitend (zo mogelijk regulier) onderwijs en begaafdheid in combinatie met specifieke ondersteuningsbehoeftes, maar ook de doelmatige inzet van middelen ondersteuning VMBO zijn voorbeelden hiervan. Per professionele leergemeenschap duidelijke doelen en opbrengsten formuleren. 4

5 g. Het Praktijkonderwijs wordt gezien als een gespecialiseerde onderwijsvorm voor een specifieke doelgroep. Namelijk leerlingen die moeite hebben met theoretisch leren en die voorbereid worden op de arbeidsmarkt zonder startkwalificatie. Door de lichte stijging van het aantal PRO leerlingen, dient het swv en/of de scholen hier het financieel tekort aan te passen. Deze keuze houdt tevens in dat de PRO-middelen in een apart programma komen en aangewend worden voor het PRO onderwijs. Tevens houdt dit in dat andere ondersteunende middelen van het SWV t.b.v. het PRO komen te vervallen. Ook bij het PRO is het belangrijk dat zij pilots brede symbiosetrajecten opzetten met het VMBO. Maar ook met het MBO mbt arbeidstoeleiding. h. De plaats van de BZV en de ontwikkeling van Syntheseklassen vanuit Velddijk wordt in onderlinge samenhang opnieuw bezien. De expertise van beide scholen/voorzieningen wordt zo goed mogelijk gebundeld en bij voorkeur naar de reguliere scholen gebracht. Dit levert meer maatwerk op en meer vertrouwen binnen de reguliere groep. Meer samenhang en meer samenwerken, waardoor de expertise gecombineerd wordt. Er zijn wat pilots uitgevoerd maar een duidelijk plan en een goed invoeringsplan zijn nodig. Dit wordt voor komend schooljaar wel duidelijk uitgezet. i. De samenwerking en de optimalisering van de doorstroom van leerlingen van de behandelschool de Wijnberg van de residentiele instelling en de vervolgscholen wordt verbeterd. Dit leidt tot nieuwe symbiosetrajecten en/of ondersteuningsarrangementen. j. Aanpak thuiszitters is een speerpunt in het komende schooljaar. Nieuw beleid wordt nu voorbereid. Het is zaak om de ervaringen met thuiszitters te benutten voor een gezamenlijke aanpak met leerplicht en jeugdhulp. Samen zijn we sterker. En we zorgen voor preventieve aanpak binnen de scholen. k. PRO Raayland, ISK Taalrijk en Mytylschool Ulingshof worden als volwaardige partner-scholen van ons samenwerkingsverband gezien, De teamleider en resp. schoolleider wordt ook toegevoegd aan ons directeurenoverleg, waarbij het natuurlijk mogelijk is, dat zij zich in de regel door een reeds participerende directeur van hun bestuur laten vertegenwoordigen. Ook in het netwerk ondersteuningscoördinatoren kunnen en mogen zij aansluiten. De jaarlijkse visitatiegesprekken mede op basis van de door hun ingediende plannen zullen ook bij hen plaatsvinden. l. Het streven om zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij en binnen de regio op te vangen wordt doorgezet. Dit geldt met name voor Ulingshof/Impuls en voor Da Vinci- Den Hulster om het aantal leerlingen op externe VSO scholen (met name Werkenrode-Groesbeek) en Berkenschutse (Heeze) te verminderen. 5

6 4. Samenvatting van de evaluaties, plannen en gesprekken a. Leerlingenstromen VMBO. In tabel 2 hebben we de leerlingensituatie samengevat van de vmboafdelingen. We hebben de leerlingenaantallen, het aantal lwoo leerlingen, het aantal nieuwkomers, het aantal leerlingen besproken in het eigen ondersteuningsteam en het aantal leerlingen, waarvoor een beroep gedaan is op het ondersteuningsloket weergegeven. Verder hebben we ook de uitstroom van leerlingen tijdens het schooljaar weergegeven. Tabel 2 Van regulier naar speciaal en gespecialiseerd vmbo Llnaan tal op Llnaan tal op Lwoo/ Pro Aantal nieuw- Komer s Aantal Bespr oken OT Aantal in Onderst eunings- Loket Aantal thuis- Zitters Aantal BZVtraject en Maasland Wild Veld Raay- Land PRO Veld dijk Wijn Berg Bouwens Dendron Raayland Blariacum Den Hulster Valuas Citaverde Totaal Conclusies We zien grote verschillen tussen de VMBO scholen/afdelingen. De meer stedelijke vmbo s en Citaverde College hebben procentueel veel meer lwooleerlingen. De stedelijke vmbo s hebben veel meer leerlingen binnen hun eigen ondersteuningsteam besproken, zij doen veel vaker een beroep op de BZV en de tussentijdse doorstroom naar VSO gedrag is aanmerkelijk hoger. Tegelijkertijd zien we in tabel 3 dat de instroom van deze scholen vanuit de gespecialiseerde voorzieningen ook aanmerkelijk hoger is. Tabel 3: Doorstoom van van speciaal en gespecialiseerd naar regulier Llnaan Llnaan Streef- Raay- Den- Cita- Va- Den Blari- Maas- Bou Wild Raay- tal op tal Getal Land Dron Verde Luas Hul- Acum land wen veld land Op 01- Ster s PRO 10-6

7 ISK Maasland BZV tot (2014-, totaal: 72) (- :t otaal 69) 80 Velddijk Impuls Wijnberg Raayland 2 PRO Ofschoon niet echt onderzocht bestaat bij ons wel het beeld dat de stedelijke vmbo s intern veel meer in ondersteuning investeren. Zij hebben meer tijd voor ondersteuningscoördinatoren en interne ondersteuningstrajecten. Anderzijds ontvangen zij ook meer middelen vanuit leerlinggebonden LGF, ambulante begeleiding en lwoo. b. Leerlingenstromen HAVO-VWO. In tabel 4 hebben de leerlingensituatie samengevat voor Havo-VWO. We zien hier grote verschillen in het aantal leerlingen dat binnen het ondersteuningsteam besproken wordt. Het aantal thuiszitters binnen deze afdelingen is zeker een aandachtspunt. Alhoewel de tussentijdse uitstroom van Havo-VWO leerlingen beperkt lijkt, is passend onderwijs voor Havo-VWO van steeds groter belang. We hebben geen zicht op de afstroom van VWO leerlingen naar Havo en die van Havo naar VMBO. Tabel 4: Van regulier naar speciaal en gespecialiseerd havo/vwo LLn aantal Lln aantal Aantal nieuwkomers Aantal lln besproken OT Aantal lln Ondersteuningsl oket Aantal thuiszitters BZV Maasland Wijnberg VSO Bouwens Dendron Raayland Blariacum Den Hulster

8 (+13 VAVO) (+24 VAVO) Valuas Totaal Een reductie van het aantal thuiszitters en uitstroom naar VSO dient gerealiseerd te worden door een betere ondersteuning van begaafde leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Een eerder ingestelde projectgroep komt hier voor 1 mei met een beleidsvoorstel vanuit zoveel mogelijk thuisnabij en regulier voortgezet onderwijs. De Da Vinci afdeling voor hoogbegaafdheid van College Den Hulster willen we doorontwikkelen tot een extra ondersteuningsarrangement voor begaafde leerlingen in samenhang met andere leerlingenkenmerken, die maatwerk vragen. In de onderbouw wordt vooral in speciale groepen gewerkt. In de bovenbouw gaat dit in samenhang met het tweetalig VWO op dit college. Deze Da Vinci afdeling had op 1 oktober 116 leerlingen, verdeeld over de 6 leerjaren. Er wordt vanwege het extra ondersteuningsaanbod een lichte groei verwacht. Hierdoor zal het SWV VO in mindere mate een beroep moeten doen op VSO scholen (Havo/VWO) buiten de regio. c. LWOO inpassing in passend onderwijs. Eerder is aangegeven dat het aantal LWOO leerlingen ook een indicator is voor de ondersteuningsbehoefte binnen het VMBO. Sinds de inpassing van LWOO binnen passend onderwijs willen we ons meer richten op leerlingen met ondersteuningsbehoeftes mede op advies van het basisonderwijs en bepalen we zelf welke leerlingen LWOO krijgen toegewezen. Deze visie heeft tot gevolg dat er in de huidige brugklassers al 100 leerlingen minder zijn met een aanwijzing LWOO dan in hogere leerjaren. (zie tabel 5) We willen deze trend doorzetten en de inzet van LWOO middelen met de scholen bespreken en evalueren om tot een optimalere ondersteuningsstructuur binnen het VMBO te komen. Tabel 5: LWOO regulier Lj 1 Lj 2 Lj 3 Lj 4 Totaal DUO Bouwens Dendron Raayland Blariacum Den Hulster Valuas Citaverde Maasland totaal (volgens DUO) d. PRO en passend onderwijs. 8

9 In tabel 6 zien we de leerlingenaantallen alsmede de instroom en uitstroom van de beide PRO-scholen/afdelingen. De PRO-scholen/afdelingen functioneren als gespecialiseerde schoolsoort voor leerlingen die te weinig cognitieve vaardigheden hebben om een VMBO diploma te halen. Voor elke leerlingen is dan ook een OPP met als doel succesvolle arbeidstoeleiding. Daar waar doorstroom naar VMBO toch mogelijk is, wordt hier vol op ingezet, echter het gebeurt slechts beperkt. Anderzijds zijn er ook een beperkt aantal VMBO-leerlingen die uiteindelijk toch op PRO lijken aangewezen te zijn. We nemen in onderstaande tabellen de gegevens van Wildveld en PRO Raayland samen. Tabel 6: instroom en uitstroom pro Totaal aantal leerlingen LLn aantal Lln aantal Wildveld Raayland pro Instroom basisonderwijs 14 speciaalbasisonderwijs 31 Voortgezet onderwijs 13 ISK 17 VSO 3 Ander PRO 5 totaal 83 Uitstroom arbeid 38 mbo 13 vo 2 vso 4 anders 9 totaal 67 e. Nieuwkomers, ISK en doorstroming Het aantal nieuwkomers is vorig kalenderjaar door de vluchtelingenstroom sterk gegroeid. Dit heeft geleid tot de opening van een tweede ISK voorziening (Taalrijk) in Hegelsom. Dit naast de bestaande ISK voorziening in Venlo. In tabel 7 is de uitstroom van deze voorzieningen in beeld gebracht. Daarbij zien we met name een groei in het PRO en veel meer nieuwkomers stromen door naar VMBO en het MBO (incl. entree-opleidingen). Deze doorstroom doet een groot beroep op maatwerk binnen het VMBO en praktijkonderwijs. 9

10 Tabel 7: instroom en uitstroom isk Totaal aantal leerlingen LLn Lln LLn aantal Lln aantal lwoo/pro ISK Valuas ISK Taalrijk x Instroom ISK Valuas basisonderwijs 9 nieuwkomers 40 totaal 49 Uitstroom ISK Valuas Regulier VO 17 PRO 17 MBO (incl entree) 24 anders 10 totaal 66 ISK Taalrijk is per 1 juli gestart. We hebben derhalve nog geen leerlingenstromen in deze notitie meegenomen. f. Maasland voor ondersteunend vmbo en havo. De instroom in Maasland is steeds meer vanuit de basisscholen (zie tabel 8). Ook de instroom vanuit het Speciaal Onderwijs is de laatste jaren flink gegroeid. Voor het VMBO is er sprake van een tweejarig traject, dat leidt tot het succesvol deelnemen aan de reguliere VMBO bovenbouw. In de regel blijkt dit succesvol. (85% tot 90%) Aandachtspunt is de doorlopende schoollijn voor de Havo-VWO leerlingen. Deze groepen bestaan slechts enkele jaren en er wordt nu met Blariacum aan een geleidelijke overgang naar leerjaar 3 en vervolgens de bovenbouw gewerkt. Dit is een complementaire extra ondersteuningsarrangement voor Havo/VWO leerlingen met ASS of vergelijkbare kenmerken. Tabel 8: instroom en uitstroom Maasland Totaal aantal leerlingen 10

11 aantral aantal op Maasland Instroom Maasland basisonderwijs 41 Speciaal basisonderwijs 13 Speciaal Onderwijs (incl cluster 2) 13 VO 2 Totaal 69 Uitstroom Maasland Blariacum College 43 Overig VO 22 VSO 8 totaal 73 De doorstoom naar Blariacum College is een keuze van de ouders en leerlingen vanwege de veiligheid en bekendheid met de school. Voor de Havo-leerlingen wordt dit vooralsnog ook geadviseerd vanwege de ondersteuning in havo-3 en verder. Het aantal leerlingen dat naar het VSO gaat is duidelijk hoger dan andere jaren. Dit is een extra aandachtspunt bij de toelatingsprocedure Maasland. g. Bovenschoolse Zorg Voorziening. (BZV) De BZV is een ondersteuningsarrangement voor leerlingen met meestal gedragsproblematiek binnen het VMBO met als doel succesvolle terugkeer naar het reguliere VMBO. Tabel 9: instroom en uitstroom BZV Instroom BZV VO (incl PRO) 49 ISK 2 Totaal 51 Uitstroom BZV Regulier VMBO (incl 39 PRO) MBO 3 11

12 VSO 7 Anders 4 Nog op BZV 18 Totaal 71 Het doel dat er tussen de 60 en 80 leerlingen per leerjaar door de BZV worden ondersteund is ook dit schooljaar behaald door de BZV. Bijna 70 % is teruggekeerd in het regulier onderwijs. In het algemeen blijken de leerlingen ook enige tijd na de terugkeer succesvol op het VMBO. Het aantal leerlingen dat doorverwezen wordt naar VSO lijkt iets gestegen. h. VSO expertise gedrag en syntheseklassen. We kijken in deze paragraaf vooral naar VSO expertise gedrag door VSO Velddijk. Tabel 10: instroom en uitstroom Velddijk Totaal aantal leerlingen LLn aantral Lln aantal Velddijk Instroom Velddijk basisonderwijs 2 Speciaal basisonderwijs 3 Speciaal onderwijs 16 VO scholen swvvo Ander VSO 8 Maasland 3 PRO en anders 3 totaal 61 Uitstroom Velddijk dagbesteding 10 arbeid 30 MBO 23 VO (SWVVO3101) 9 Ander VSO 22 anders 10 totaal 103 Het leerlingenaantal bij de Velddijk is behoorlijk afgenomen. Er zijn beduidend minder leerlingen aangemeld voor VSO voor schooljaar

13 We concluderen dat de eigen VO scholen de belangrijkste verwijzers zijn. Vanuit het PO is dat het speciaal onderwijs. Bij de uitstroom is arbeid en MBO het meest voorkomend. Opvallend is ook de doorstroom naar ander VSO. Naast VSO Velddijk zien we ook dat vanwege thuisnabij onderwijs in gemeente Peel en Maas vaker voor De Ortolaan (Heibloem) en vanuit Venray voor De Korenaer Stevensbeek gekozen wordt. Beide VSO scholen hebben een vergelijkbaar aanbod als Velddijk. i. VSO overig Naast de VSO scholen met expertise gedrag hebben we binnen de regio van ons SWV twee andere VSO scholen/afdelingen. VSO Impuls richt zich met name op zwakbegaafde leerlingen, veelal met het uitstroomperspectief dagbesteding. De VSO afdeling van Mytylschool Ulingshof is onlangs gestart met het doel om zoveel mogelijk leerlingen van hun SO-afdeling ook thuisnabij onderwijs te bieden in de leeftijd van 12j tot 18 j. Dit in samenwerking met VSO Impuls. Tabel 11: totaal aantal leerlingen Impuls/Ulingshof LLn aantral Lln aantal Impuls Ulingshof j. Residentiele leerlingen. De meeste residentiele leerlingen van ons SWV ontvangen VSO onderwijs op De Wijnberg in combinatie van specialistische jeugdzorg door Mutsaersstichting. De leerlingen worden ingeschreven op basis van plaatsbekostiging. Wanneer de behandeling door Mutsaerssticihting afloopt, dient er vervolgonderwijs gekozen te worden. Hetzij regulier VO of VSO. In tabel 12 wordt een overzicht gepresenteerd van de instroom en uitstroom van de leerlingen van VSO De Wijnberg (tussen en ). Geconstateerd wordt dat de communicatie met de afleverende en afnemende school van groot belang is en verbeterd kan worden. Het lijkt op dit moment te ontbreken aan beeldvorming zowel binnen de VO scholen als binnen de Wijnberg over gevolgde werkwijze. Dit is op dit moment één van de speerpunten van De Wijnberg in samenwerking met de andere scholen binnen het samenwerkingsverband. Ook zal er meer gekeken worden naar mogelijkheden voor syntheseprojecten. Tabel 12: instroom en uitstroom Wijnberg LLn Lln 13

14 aantral aantal Wijnberg Instroom leerlingen VSO De Wijnberg. School van herkomst aantal Primair onderwijs 4 VSO 12 Reguliere VO-scholen 23 swvvo3101 anders 3 totaal 42 Uitstroom leerlingen vanuit VSO De Wijnberg Reguliere VO scholen 14 (waarvan 5 Maasland) SWVVO3101 MBO 4 VSO 15 anders 5 totaal 38 k. Leerlingen op VSO-scholen buiten de regio. Dit betreft leerlingen die ervoor kiezen buiten de regio naar school te gaan, dan wel leerlingen die gedurende hun schoolloopbaan zijn verhuisd. Tabel 13: totaal leerlingen vso buiten regio LLn aantral Lln aantal Ortolaan Berkenschutse Werkenrode Overig VSO

15 Bijlage: onderwijsondersteuning vo opnieuw bezien In onderstaand stuk staat een samenvatting van de uitspraken van het overleg van (zie bijlagen). Met schuingedrukt onze ambities naar de toekomst (over 5 jaar), die wij tijdens het directieoverleg willen bespreken, aanvullen en concretiseren. Verder verwijzen we voor de filmpjes naar: url: Ww: bco Het filmpje van de groep van Jan R. staat hier niet bij, dit was te groot. Uitgangspunten: Passend onderwijs, thuisnabij voor alle leerlingen Elke leerling heeft recht op passend onderwijs, zo thuisnabij mogelijk. Goed onderwijs staat centraal. We hebben een sterke basisondersteuning en bieden voldoende variatie en contextrijke leerplekken op alle niveaus. We leveren maatwerk vanuit het perspectief van de leerling. Dit betekent dat we geloven in eigenaarschap van de leerling, ontwikkelingsmogelijkheden en groei. Hierbij arrangeren we effectieve samenwerkingsvormen tussen alle vormen van onderwijs binnen ons samenwerkingsverband. Niet alles kan binnen het reguliere onderwijs. Een realistische kijk is en blijft nodig. Gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen blijven nodig voor een dekkend netwerk van onderwijsondersteuning. Ambities: - Elke leerling die in het regulier onderwijs wordt aangenomen, voltooit daar succesvol zijn schoolloopbaan - Binnen iedere reguliere vo school zijn er arrangementen met andere scholen, bijvoorbeeld met elkaar, praktijkonderwijs of vso waarin leerlingen op maat worden bediend 15

16 - We weten van elkaar wie welke expertise in huis heeft en hebben netwerken om expertise te delen op specifieke thema s op basis van behoeften - De expert volgt de leerling in plaats van de leerling die naar de expert moet. - We hebben vóór vastgelegd wat het niveau van basisondersteuning is bij elke school, hoe de extra ondersteuning verdeeld is over de scholen en welke vormen van speciale ondersteuning er binnen ons samenwerkingsverband zijn. Het onderwijskundig landschap van het samenwerkingsverband is vastgelegd De leerling staat centraal, de docent is de spil en de deskundige het vliegwiel. We gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid, eigenaarschap en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. De leerling is betrokken bij zijn eigen ontwikkeling, dus bij het onderwijs en de ondersteuning die hij nodig heeft. Ambities: - Iedere leerling maakt mede zijn eigen ontwikkelingsplan en is daardoor verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. - We denken, geven onderwijs en ondersteunen vanuit ontwikkelingsperspectieven van de leerling (duidelijk afgestemd op de leerloopbaan). - We houden echte gesprekken met leerlingen. We gebruiken hun kennis en informatie bij het samen bepalen van de volgende doelen, die een bijdrage aan een optimalere leerloopbaan leveren. - Wij investeren in de behoefte aan relatie ( anderen waarderen mij en willen met mij omgaan ), in de behoefte aan autonomie ( ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen ) en in de behoefte aan competentie ( ik geloof en heb plezier in mijn eigen kunnen ) om welbevinden, motivatie, inzet en zin in leren bij onze leerlingen te bevorderen. De leraar staat centraal, prioriteit is de leraar met zijn/haar groep We gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid, eigenaarschap en ontwikkelingsmogelijkheden van de leraar. Binnen de school ervaart de leraar op hem of haar afgestemde ondersteuning bij de uitdagingen om passend onderwijs voor alle leerlingen te realiseren en het versterken van zijn mogelijkheden. De leraar is eigenaar van zijn eigen ontwikkeling en wordt hierin gefaciliteerd. Ambities: - Binnen iedere school is er daadkrachtige en effectieve expertise (intern en extern), die aansluit bij vraagstelling en ondersteuningsbehoeften van de individuele leraar en van de school. - Binnen iedere school werkt de leraar samen in een krachtig team waardoor het werk van de individuele leerkracht wordt versterkt. - De hulpvraag van de leraar wordt laagdrempelig en dichtbij opgepakt. - Wij investeren in de behoefte aan relatie, autonomie en competentie bij onze leraren. 16

17 Samenwerken op alle niveaus Binnen ons samenwerkingsverband zijn wij als onderwijspartners wederzijds van elkaar afhankelijk om te komen tot passend onderwijs voor iedere leerling. Hiervoor werken we onderling samen en met de leerling en zijn ouders, met de school van herkomst en met de verschillende ketenpartners vanuit de jeugdzorg en gemeenten. Het is duidelijk wie welke expertise kan bieden en daar kunnen we met zijn allen gebruik van maken. We hebben zicht op elkaars programma en expertise en weten die op alle niveaus met elkaar te verbinden. Ambities: - Het samenwerkingsverband functioneert zowel intern als extern als 1 geheel. Dit betekent dat er op alle niveaus een gezamenlijke verantwoordelijkheid is, we dezelfde taal spreken en iedereen verantwoording aflegt aan elkaar. - Samen werken = samen concrete doelen stellen en a.d.h.v. doelen samen ontwikkelen, groeien en aanpassen. - We weten wat de afzonderlijk scholen kunnen en waarop ze in ontwikkeling zijn. 17