SOCIAAL PLAN HVC. 1 januari juni 2014

Transcriptie

1 Principe Akkoord 18 december 2012 SOCIAAL PLAN HVC 1 januari juni

2 De ondergetekenden, 1. N.V. HVC, Netwerk N.V., Flevo Collect, DRSH N.V. en N.V. ReinUnie, hierna te noemen HVC en 2. Abvakabo FNV CNV Publieke Zaak hierna gezamenlijk te noemen de vakorganisaties verklaren hierbij samen het navolgende Sociaal Plan te hebben gesloten. 2

3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Definities 3. Algemeen 3.1 Werkingsduur/ looptijd 3.2 Werkingssfeer 3.3 Informatieverstrekking door werknemer 3.4 Fiscale afwikkeling 3.5 Wijziging 3.6 Hardheidsclausule 3.7 Uitsluiting /nawerking 4. Procedure 4.1 Boventalligheid 4.2 Aanzegging boventalligheid 4.3 Herplaatsingstermijn 5. Van werk naar werk 5.1 Interne herplaatsing 5.2 Externe herplaatsing/ outplacement 6. Vrijwillig vertrekregeling 7. Beëindiging dienstverband 7.1. Procedure 7.2. Beeindigingsregeling 8. Overige bepalingen 9. Bezwarencommissie 10. Ondertekening Bijlage: 1 ( Aanvullende voorzieningen in verband met werkloosheid als gevolg van reorganisatie ) 3

4 1. Inleiding HVC en de vakorganisaties hebben op 18 december 2012 overeenstemming bereikt over dit Sociaal Plan dat is bedoeld om de negatieve sociale en financiële gevolgen zo goed mogelijk op te vangen voor de betrokken werknemers als gevolg van organisatiewijzigingen, vermindering van werkzaamheden of bedrijfssluiting of overplaatsing waarover de (C)OR heeft geadviseerd. Voorts geldt dat binnen HVC van oudsher verschillende groepen werknemers werkzaam zijn. Een aantal bedrijfsonderdelen van HVC hebben /hadden ook een Sociaal Plan. Die Sociaal Plannen zijn van toepassing op specifieke groepen HVC-werknemers en betreffen de van de cao afwijkende overeengekomen afspraken die in het verleden om bepaalde redenen zijn gemaakt. Het is uitdrukkelijk de wens van partijen om in plaats daar van daar waar het ziet op herplaatsing/ wijziging van standplaats dit overeengekomen Sociaal Plan uniform voor alle werknemers te laten gelden vanaf 1 januari Overige afspraken blijven in stand. Dit Sociaal Plan wordt aangemeld bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid teneinde de status van collectieve arbeidsovereenkomst in de zin van de Wet op de cao te verkrijgen. Waar in dit plan gesproken wordt van hem of zijn dient ook zij of haar gelezen te worden. 4

5 2. Definities Afspiegelingsbeginsel: De regel voor het bepalen van de ontslagvolgorde volgens (thans) artikel 4:2 lid 1 van het Ontslagbesluit en hoofdstuk 10 van de Beleidsregels ontslagtaak UWV. Indien sprake is van het vervallen van (een categorie) uitwisselbare functie(s) wordt niet aan het afspiegelingsbeginsel toegekomen. Het personeel van de categorie uitwisselbare functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. De verdeling van de ontslagen over de leeftijdsgroepen dient zo plaats te vinden dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies vóór en ná de inkrimping verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk is. Vervolgens wordt binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband boventallig verklaard. De peildatum van de afspiegeling is bepalend voor de indeling van de leeftijdsgroepen. Indien HVC aannemelijk maakt dat een werknemer over zodanige bijzondere kennis of bekwaamheden beschikt, dat zijn ontslag voor het functioneren van de onderneming te bezwaarlijk zou zijn, kan deze werknemer bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel buiten beschouwing worden gelaten. Boventalligheid: CAO: Dienstjaren: Diensttijd: Einddatum: Van boventalligheid is sprake wanneer een functie / arbeidsplaats naar het oordeel van HVC geheel of gedeeltelijk komt te vervallen wegens bedrijfseconomische redenen waarvoor de (C)OR om advies is gevraagd als omschreven in dit Sociaal Plan. Van de boventalligheid en de datum wordt door HVC mondeling en schriftelijk mededeling gedaan aan de werknemer. de collectieve arbeidsovereenkomst Afval & Milieu (Proces & Services) de onafgebroken volledig gewerkte jaren die de werknemer in dienst is bij HVC of diens rechtsvoorganger(s) waarbij een periode van zes maanden en een dag of meer wordt beschouwd als een volledig dienstjaar ten behoeve van de berekening van de beeindigingsvergoeding ex artikel 7 2 c. de onafgebroken volledig gewerkte jaren die de werknemer in dienst is bij HVC of diens rechtsvoorganger(s) per de datum van boventalligheid datum waarop het dienstverband tussen HVC en de werknemer eindigt. 5

6 Gewijzigde functie: HVC: Leeftijd: de functie van de werknemer wijzigt en die wijziging is zodanig ingrijpend dat niet meer gesproken kan worden van dezelfde (uitwisselbare) functie, maar van een nieuwe functie die niet uitwisselbaar is met de oude functie waardoor de oude functie vervalt. N.V. HVC, Netwerk N.V., Flevo Collect, DRSH N.V en N.V. ReinUnie. de leeftijd van de werknemer per de einddatum (ten behoeve van de berekening van de beeindigingsvergoeding ex artikel 7 2 c ) Loongerelateerde uitkering: de loongerelateerde uitkering als bedoeld in artikel 15 Werkloosheidswet. Maandsalaris: Schaalsalaris: Salaris: Passende functie: het laatstgenoten bruto schaalsalaris vermeerderd met de vaste persoonlijke toelage, de vakantie uitkering per maand, de vergoeding voor consignatiedienst, de vergoeding voor onregelmatig werken, het vaste deel van de resultaatsafhankelijke uitkering en ploegendienst. het bruto maandinkomen van de werknemer (inclusief garanties voor zover van toepassing op het salaris) zoals dat geldt op de einddatum zonder toeslagen en/of vergoedingen en/of vakantie uitkering. op grond van bijlage 1 van het Sociaal Plan ( Aanvullende voorzieningen in verband met werkloosheid als gevolg van reorganisatie ) is dat het door de werknemer laatstgenoten schaalsalaris vermeerderd met de vaste persoonlijke toelage(n), de vakantie-uitkering van 8% per maand, de vergoeding in geld voor consignatiediensten en de vergoeding in geld voor ploegendienst. een functie (a) waarvoor de werknemer geschikt is op basis van opleiding, ervaring, kennis en competenties, dan wel waarvoor de werknemer binnen drie maanden daarvoor geschikt te maken is en inzetbaar zal zijn naar het oordeel van HVC; en (b) die een maximale afwijking van één functieniveau (conform de Baarda systematiek) kent ten opzichte van het functieniveau van de laatst vervulde functie. 6

7 Uitwisselbare functie: uitwisselbare functies zijn functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn. De factoren voor de vaststelling van de uitwisselbaarheid van functies, worden in onderlinge samenhang beoordeeld. Vakorganisaties: elk van de partijen als genoemd op pagina 2. Vaststellingsovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst als bedoeld in artikel 7:900 e.v. BW, gesloten tussen HVC en de boventallige werknemer waarmee de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, op een bepaalde datum wordt beëindigd en waarin HVC en de boventallige werknemer de afspraken die gelden bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst opnemen. Werknemer: iedere werknemer (m/v) die werkzaam is bij HVC op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Overige begrippen: voor zover begrippen / definities niet in dit hoofdstuk of Sociaal Plan zijn gedefinieerd, gelden de definities in de cao / personeelshandboek HVC 7

8 3. Algemeen 3.1 Werkingsduur/looptijd Dit Sociaal Plan treedt in werking op 1 januari 2013 en eindigt op 30 juni 2014 zonder dat opzegging is vereist. Rechten en verplichtingen voortvloeiend uit dit Sociaal Plan blijven ook na afloop van de werkingssfeer van kracht als deze voor afloop van dit Sociaal Plan zijn ontstaan. Nawerking van dit Sociaal Plan is uitgesloten, na 30 juni 2014 kunnen er geen aanspraken meer ontstaan op de voorzieningen uit het Sociaal Plan. 3.2 Werkingssfeer Dit Sociaal Plan is van toepassing op elke werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met HVC voor onbepaalde tijd en van wie de arbeidsplaats komt te vervallen of wel wordt verplaatst door centralisatie / verplaatsing van de werkzaamheden als direct gevolg van een bedrijfseconomische of -organisatorische wijziging die kan leiden tot boventalligheid en in welk kader bij de centrale ondernemingsraad (COR) of de ondernemingsraad (OR) vóór 1 januari 2014 een adviesaanvraag wordt ingediend, met uitzondering van werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of personen die als uitzend- of inleenkracht en/of gedetacheerden werken en werknemers met wie om andere dan bedrijfseconomische en/of bedrijfsorganisatorische redenen de arbeidsovereenkomst eindigt (bijvoorbeeld als gevolg van disfunctioneren, vanwege een dringende reden, een einde wegens twee jaar arbeidsongeschiktheid, een opzegging op initiatief van de werknemer zelf, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en/of zoveel eerder eindigt als gevolg van afspraken tussen HVC en de werknemer). Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zijn uitgesloten van de voorzieningen van het Sociaal plan maar voor deze werknemers geldt dat een aparte outplacement voorziening wordt aangeboden, bestaande uit sollicitatie coaching. 3.3 Informatieverstrekking door werknemer De werknemer op wie dit Sociaal Plan van toepassing is, verplicht zich om HVC alle ter zake doende inlichtingen tijdig en naar waarheid te verstrekken die voor een juiste toepassing van dit Sociaal Plan noodzakelijk zijn. Het opzettelijk niet verstrekken van inlichtingen, het geven van onjuiste of onvolledige inlichtingen of het niet doorgeven van belangrijke wijzigingen tijdens de duur van dit Sociaal Plan kan gehele of gedeeltelijke uitsluiting van dit Sociaal Plan tot gevolg hebben en kan leiden tot terugvordering van de inmiddels betaalbaar gestelde bedragen. Het bovenstaande is eveneens van toepassing indien de werknemer niet of in onvoldoende mate voldoet aan de verplichtingen om medewerking te verlenen aan de herplaatsingsinspanningen, respectievelijk het actief zoeken naar ander werk, conform artikel 13.2 van de cao. 8

9 3.4 Fiscale afwikkeling Waar sprake is van betalingen volgens dit Sociaal Plan gaat het - tenzij uitdrukkelijk anders vermeld - altijd om bruto bedragen c.q. vergoedingen c.q. betalingen. HVC zal de wettelijk verplichte inhoudingen plegen. Vergoedingen worden door HVC slechts onbelast uitgekeerd voor zover de fiscale en/of sociale wetgeving zich hiertegen niet verzet en voor zover dat geen extra kosten voor HVC met zich brengt. 3.5 Wijziging Indien tijdens de werkingsduur van dit Sociaal Plan wijzigingen en/of onvoorziene omstandigheden plaatshebben, bijvoorbeeld relevante wijzigingen in wet- en regelgeving, en die effect hebben op de uitvoering van dit Sociaal Plan zullen partijen tijdig in overleg treden over wijziging van dit Sociaal Plan en het treffen van een voor alle partijen aanvaardbare oplossing. Dit geldt onder meer, maar niet uitsluitend, ten aanzien van de uitwerking van maatregelen die zijn aangekondigd met betrekking tot onder meer ontslag, opleiding, werkloosheidsuitkeringen en reiskostenvergoedingen. 3.6 Hardheidsclausule Als toepassing van dit Sociaal Plan in een individueel geval zou leiden tot een onbillijke situatie kan HVC van het Sociaal Plan afwijken ten gunste van de werknemer. 3.7 Uitsluiting/Nawerking Rechten en aanspraken voortvloeiend uit bepalingen uit Sociale Plannen en andere regelingen van HVC en/of eventuele rechtsvoorgangers en/of aan HVC verbonden vennootschappen/organisaties, die betrekking hebben op standplaatswijziging/ herplaatsing en eventuele rechten en aanspraken die daarmee samenhangen komen met de inwerkingtreding van dit Sociaal Plan, zijnde een cao, volledig te vervallen. In plaats daarvan gelden uitsluitend de rechten voortvloeiend uit de bepalingen van dit Sociaal Plan. Wanneer een werknemer in weerwil van hetgeen partijen in dit artikel zijn overeengekomen via rechterlijke tussenkomst aanspraak maakt op bepalingen uit voorgaande sociale plannen of andere regelingen zoals hierboven bedoeld, dan komen daarmee zijn aanspraken op grond van dit Sociaal Plan te vervallen. Eventueel reeds genoten vergoedingen op basis van dit Sociaal Plan zullen alsdan worden teruggevorderd en/of verrekend. 9

10 4. Procedure 4.1 Boventalligheid Bij het vaststellen van boventalligheid van de werknemer kunnen de volgende situaties zich voordoen: (a) de functie van de werknemer vervalt; (b) de functie van de werknemer blijft bestaan, maar het aantal formatieplaatsen in die functie vermindert als gevolg van wijzigingen in de organisatie dan wel het inkrimpen van activiteiten en voor een bepaalde categorie uitwisselbare functie(s) zijn meer werknemers beschikbaar dan het beschikbare aantal formatieplaatsen in de nieuwe organisatie in welk geval via de bepalingen van het Ontslagbesluit /Beleidsregels waaronder het afspiegelingsbeginsel de ontslagvolgorde wordt bepaald; (c) de functie van de werknemer wijzigt en die wijziging is zodanig ingrijpend dat niet meer gesproken kan worden van dezelfde (uitwisselbare) functie, maar van een nieuwe functie die niet uitwisselbaar is met de oude functie waardoor de oude functie vervalt. 4.2 Aanzegging boventalligheid De werknemer die als gevolg van de organisatiewijzigingen boventallig wordt, wordt van die boventalligheid zowel mondeling als schriftelijk zo tijdig als mogelijk op de hoogte gesteld. De werknemer wordt formeel als boventallige aangemerkt vanaf de datum van de schriftelijke bevestiging van het aanzeggingsgesprek. In het aanzeggingsgesprek wordt in ieder geval aan de werknemer meegedeeld dat er een keuze is tussen: 1. volgens onderstaande staffel (4.3) gedurende een periode naar werk zoeken, de voorzieningen volgens 7.2. b. en bijlage 1 van het Sociaal Plan zijn van toepassing; 2. met inachtneming van de geldende opzegtermijn uit dienst treden met een vergoeding als omschreven in artikel 7.2.c. Bij beide keuzes geldt dat de werknemer aanspraak kan maken op de outplacementvoorziening ex artikel Herplaatsingstermijn Indien is (schriftelijk) gekozen voor optie 1 ex artikel 4.2. eindigt het dienstverband met de werknemer uiterlijk na de toepasselijke periode conform onderstaande staffel. De opzegtermijn valt in alle gevallen binnen de herplaatsingstermijn. Diensttijd 15 jaar of langer : 16 maanden Diensttijd 10 tot 15 jaar : 12 maanden 10

11 Diensttijd korter dan 10 jaar : 8 maanden 5. Van werk naar werk HVC streeft er primair naar om de boventallige werknemer van werk naar werk te begeleiden. HVC gaat er vanuit dat werknemers dan ook bereid zijn hun volledige medewerking te verlenen aan zowel interne als externe herplaatsing. Er wordt een mobiliteitsadviseur aangewezen binnen HVC die zorgt voor de coördinatie van de inspanningen rond de interne en externe herplaatsing. Dit wordt geconcentreerd in een zogenaamd mobiliteitscentrum. Eens per kwartaal worden deze inspanningen geëvalueerd met partijen bij dit sociaal plan. 5.1 Interne herplaatsing Passende functie HVC zal zich inspannen om voor de boventallige werknemer werk te vinden in een passende functie binnen HVC. Daarbij zal de boventallige werknemer voorrang krijgen ten opzichte van interne en externe kandidaten. Indien er meer boventallige werknemers zijn voor dezelfde passende functie(s), zal een selectieprocedure plaatsvinden. HVC zal periodiek aan de vakorganisaties mededeling doen over de herplaatsingsinspanningen. Voor het vaststellen of sprake is van een passende functie bij HVC zullen de volgende criteria worden toegepast: - geschiktheid voor de functie op basis van opleiding, ervaring, kennis en competenties, dan wel binnen drie maanden daarvoor geschikt te maken en inzetbaar te zijn e.a. naar gemotiveerd oordeel van HVC; - een maximale afwijking (hoger /lager) van één functieniveau conform de systematiek van Baarda ten opzichte van het functieniveau van de laatst vervulde functie Standplaatswijziging/ verplaatsing Een werknemer kan redelijkerwijs een passende functie of wijziging van de standplaats vanwege verplaatsing van werkzaamheden niet weigeren indien de reistijd woon-werk minder dan 75 minuten enkele reis bedraagt (volgens [ snelste route]. Wel kan worden geweigerd bij een reistijd van 75 minuten of meer tenzij er in de oude functie of naar de oude standplaats al sprake is van een reistijd van 75 minuten of meer per enkele reis. HVC zal het beleid voeren dat werknemers na overplaatsing zo veel mogelijk weer worden ingezet daar waar mogelijk en passend, op een standplaats dicht(er) gelegen bij de woonplaats van de werknemer. De werknemer krijgt een reiskostenvergoeding conform de geldende regeling woonwerkverkeer binnen de desbetreffende onderneming genoemd onder HVC. Maximering tot 11

12 (totaal) 60 km geldt wel indien de standplaats van de werknemer op enig moment wijzigt op eigen initiatief en/of als gevolg van een vrijwillige sollicitatie. De werknemer van wie de reistijd per dag toeneemt, komt gedurende maximaal een jaar in aanmerking voor een compensatie in tijd (voor de extra reistijd): maanden: 100% maanden: 50% maanden: 25% De (extra) reistijd wordt vastgesteld op basis van vervoer per auto, ongeacht de feitelijke wijze van vervoer, met behulp van de snelste route Passende functie met lager salaris Indien een werknemer wordt herplaatst in een passende functie met een lager (bruto) schaalsalaris, dan ontvangt de werknemer het aan de nieuwe functie verbonden schaalsalaris en de overige binnen HVC gebruikelijke arbeidsvoorwaarden op basis van het aantal aangeboden arbeidsuren als ook eventuele garanties voor zover van toepassing op het salaris. Daarnaast ontvangt hij een persoonlijke toeslag ter grootte van het verschil tussen zijn laatstverdiende bruto schaalsalaris en het nieuwe bruto schaalsalaris welk met de algemene loonstijgingen wordt geïndexeerd Aanbod & weigering passende functie Een aanbod voor een passende functie wordt schriftelijk aan de werknemer gedaan. De werknemer dient binnen twee weken na dagtekening van dat schriftelijke aanbod de passende functie al dan niet schriftelijk te accepteren. De werknemer dient een passende functie redelijkerwijs te aanvaarden, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet kan worden gevergd. Bij aanvaarding van het passende aanbod heeft de boventallige werknemer geen aanspraken meer op de financiële regelingen en andere voorzieningen van het Sociaal plan behoudens het gestelde in de bepalingen hiervoor. Indien de werknemer het aanbod van een passende functie zonder gegronde reden niet aanvaardt of onvoldoende meewerkt aan het vinden van passende arbeid, een en ander ter beoordeling van HVC, dan wordt de werknemer uitgesloten van alle voorzieningen van het Sociaal Plan. De werknemer kan eventueel een verzoek om advies indienen bij de Bezwarencommissie. 5.2 Externe herplaatsing/outplacement Indien intern geen andere passende functie voor de werknemer voorhanden is, biedt HVC de boventallige werknemer outplacementbegeleiding aan voor de duur van zes maanden, dat verzorgd wordt door het door partijen geselecteerde outplacementbureau. De bemiddeling start zo spoedig mogelijk na de aanzegging en nadat bekend is geworden dat intern geen 12

13 herplaatsingsmogelijkheden voor de werknemer bestaan. Op basis van een intakegesprek wordt door het outplacementbureau met de werknemer een actieplan opgesteld waarin voor zover nodig afspraken worden vastgelegd ten aanzien van om-, her- of bijscholing. Voor werknemers ouder dan 50 jaar kan het traject met drie maanden worden verlengd als dat naar oordeel van het door partijen ingeschakelde outplacementbureau de kansen op de arbeidsmarkt doet vergroten en de werknemer zich voldoende inspant. 13

14 6. Vrijwillig vertrekregeling De werknemer van wie de arbeidsplaats niet vervalt als gevolg van organisatiewijzigingen, maar die door beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met HVC plaats maakt voor een andere werknemer van wie de arbeidsplaats wel komt te vervallen en met toestemming van HVC mag vertrekken, kan in aanmerking komen voor een eenmalige vergoeding ter hoogte van drie bruto maandsalarissen. HVC zal de werknemer niet aan de opzegtermijn houden. De werknemer die gebruik maakt van de vrijwillig vertrekregeling heeft naast de hiervoor genoemde eenmalige vergoeding geen recht op een aanvulling van zijn WW-uitkering en/of enige andere voorziening uit dit Sociaal Plan. Werknemers die naar het oordeel van HVC onmisbaar zijn, bijvoorbeeld vanwege specifieke kennis of ervaring, komen niet voor deze regeling in aanmerking. 14

15 7. Beëindiging dienstverband 7.1 Procedure Indien interne herplaatsing niet mogelijk is of op redelijke gronden is geweigerd door de werknemer, dan zal HVC de arbeidsovereenkomst met de boventallige werknemer beëindigen. Het heeft de voorkeur van HVC de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, middels een vaststellingsovereenkomst te beëindigen. De werknemer zal een beëindigingsvoorstel ontvangen van HVC, met onder meer de voorwaarden als hierna beschreven. In voorkomende gevallen en/of indien de werknemer niet instemt met een beëindiging met wederzijds goedvinden, zal HVC de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden dan wel het UWV om toestemming vragen om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen. De arbeidsovereenkomst eindigt uiterlijk na de herplaatsingstermijn of, in geval van keuze voor de regeling onder 7.2.c, zal de arbeidsovereenkomst worden beëindigd met inachtneming van de geldende opzegtermijn. Mocht zich tijdens de herplaatsingstermijn en/of opzegtermijn alsnog een passende functie voordoen welke leidt tot een plaatsing, zullen reeds gemaakte afspraken komen te vervallen. 7.2 Beëindigingsregeling De beëindigingsregeling die HVC de boventallige werknemer zal aanbieden, zal in ieder geval de volgende elementen bevatten: (a) Einddatum Bij bepaling van de einddatum van het dienstverband zal zoveel als mogelijk rekening worden gehouden met de fictieve opzegtermijn die voor HVC in individuele situaties geldt (mits werknemer en HVC overeenstemming bereiken). (b) Aanvulling op WW-uitkering Ingeval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werknemer op wie dit Sociaal Plan van toepassing is, heeft de werknemer die recht heeft op een loongerelateerde uitkering aanspraak op een aanvulling op de WW-uitkering, een en ander conform artikel 13.2 van de cao en bijlage 9 van de cao. Bijlage 9 is opgenomen als bijlage 1 van dit Sociaal Plan en geldt integraal. De werknemer heeft geen aanspraak op een aanvulling op de WWuitkering ingeval de werknemer een redelijk aanbod van passende arbeid (als bedoeld in dit Sociaal Plan) weigert of onvoldoende meewerkt aan het vinden van passende arbeid. 15

16 Extra aanvulling op lager loon elders Indien de werknemer een dienstbetrekking aanvaardt binnen de periode dat hij aanvulling op de WW uitkering ontvangt en het bruto loon (inclusief eventuele toeslagen en/of uitkeringen) in de nieuwe dienstbetrekking minder bedraagt dan de berekeningsgrondslag zoals omschreven in artikel 2 van bijlage 1 van dit Sociaal Plan, geldt dat de werknemer conform art. 9 van bijlage 1 1 van dit Sociaal Plan aanspraak heeft op aanvulling van dat bruto loon tot 100% van de berekeningsgrondslag. Hierbij geldt dat de duur van deze aanvulling ten minste zes maanden bedraagt. Indien de werknemer een dienstbetrekking aanvaardt binnen de herplaatsingstermijn en het bruto loon (inclusief eventuele toeslagen en/of uitkeringen) in de nieuwe dienstbetrekking minder bedraagt, is HVC bereid het (bruto) loon aan te vullen tot 100% van het laatst verdiende (bruto) salaris (zie definitie) van werknemer bij HVC gedurende de eerste twaalf maanden van het nieuwe dienstverband en vervolgens tot 90% van het laatst verdiende (bruto) salaris gedurende de daarop volgende twaalf maanden. Gedurende de periode waarin wordt aangevuld tot 90% van het laatstverdiende (bruto) salaris, geldt dat de aanvulling waarop de werknemer aanspraak maakt nooit meer zal zijn dan 20% van het laatstverdiende bruto salaris. De loonaanvulling wordt achteraf betaald op vertoon van bewijs van ontvangst van loon verdiend elders. Afkoop aanvulling WW uitkering Het recht op aanvulling op de WW uitkering kan op aanvraag van de werknemer tegen 50 % van de nominale waarde worden afgekocht per de eerste werkloosheidsdag. Als de werknemer hiervoor kiest, heeft hij conform artikel 11.2 van bijlage 1 van dit Sociaal Plan geen aanspraak meer op de regeling van de cao en bijlage 1 van dit Sociaal Plan, noch op de in dit artikel neergelegde aanvullingsregeling op lager loon elders. (c ) Beëindigingsvergoeding Ingeval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een boventallig verklaarde werknemer op wie dit Sociaal Plan van toepassing is, kan de werknemer ook kiezen voor een eenmalige beëindigingsvergoeding in de plaats van de voorgaande regeling onder (b). Die vergoeding wordt berekend aan de hand van de Kantonrechtersformule zoals die is vastgelegd in de Aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters. Bij de berekening van de vergoeding zal worden uitgegaan van het aantal gewogen dienstjaren (A) vermenigvuldigd met het bruto salaris (B) en vermenigvuldigd met een correctiefactor (C). 16

17 (A) De dienstjaren worden als volgt gewogen (waarbij in het kader van de afronding geldt dat een periode van een half jaar en één dag telt als een heel dienstjaar): - dienstjaren, afgerond op hele jaren, tot het bereiken van de leeftijd van 35 jaar tellen voor 0,5; - dienstjaren, afgerond op hele jaren, tussen de leeftijd van 35 en 45 tellen voor 1; - dienstjaren, afgerond op hele jaren, tussen de leeftijd van 45 en 55 tellen voor 1,5; - dienstjaren, afgerond op hele jaren, vanaf het bereiken van de leeftijd van 55 jaar tellen voor 2. (B) Voor de definitie van het salaris zie de definitie in hoofdstuk 2. (C) De correctiefactor wordt in het kader van dit Sociaal Plan vastgesteld op 0,9. Maximale vergoeding De beëindigingsvergoeding zal niet hoger zijn dan de redelijkerwijs te verwachten inkomstenderving tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. De inkomstenderving is daarbij gedefinieerd als het verschil tussen de som van de bruto salarissen (100%) vanaf de einddatum tot de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, en de te verwachten inkomsten van de werknemer na de einddatum tot de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Ten aanzien van de verwachte inkomsten wordt daarbij uitgegaan van het volgende: De werknemer ontvangt 75% gedurende de eerste 2 maanden en vervolgens 70% van het voor hem geldende bruto uitkeringsdagloon gedurende de periode waarin recht bestaat (of zou hebben bestaan) op de loongerelateerde uitkering krachtens de WW. De werknemer ontvangt daarna een IOAW of IOW-uitkering van 70% van het wettelijk bruto minimumloon. Afkoop aanvulling WW uitkering Het recht op aanvulling op de WW uitkering wordt geacht te zijn inbegrepen in de beëindigingsvergoeding. Als de werknemer kiest voor de beëindigingsvergoeding, heeft hij conform artikel 11.2 van bijlage 9 van de cao respectievelijk op grond van bijlage 1 van dit Sociaal Plan geen aanspraak meer op de regeling van de cao en dit Sociaal Plan, noch op de aanvullingsregeling op lager loon elders en /of enige andere voorziening. Mochten onverhoopt gelden gecumuleerd tot uitkering komen, behoudt HVC zich het recht voor tot terugvordering / verrekening over te gaan. 17

18 (d) Vrijstelling van werkzaamheden In beginsel wordt een boventallige werknemer na een korte periode van afronding en overdracht tot de einddatum vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden onder doorbetaling van het bruto maandsalaris. Er vindt geen opbouw van enig verlof plaats tijdens de periode van vrijstelling respectievelijk verlof opgebouwd in die periode wordt geacht te zijn genoten. (e) Eindafrekening Per de einddatum zal een eindafrekening van het dienstverband volgen, waarbij binnen een maand na de einddatum de vakantiebijslag, het vaste deel van de eindejaarsuitkering, en de resterende vakantiedagen pro rata aan de werknemer worden uitbetaald op het bij HVC bekende bankrekeningnummer van de werknemer. (f ) Snelle beslissersvergoeding Ingeval de werknemer binnen tien werkdagen na ontvangst van de beëindigingsregeling het voorstel uitdrukkelijk en integraal schriftelijk accepteert en de vaststellingsovereenkomst getekend heeft geretourneerd, ontvangt de werknemer een zgn. snelle beslissersvergoeding van een half bruto maandsalaris. 18

19 8. Overige bepalingen 8.1 Getuigschrift Werknemer ontvangt op het eerste verzoek binnen een maand een getuigschrift. 8.2 Studiekosten Indien de werknemer uit hoofde van een individuele of collectieve afspraak nog studiekosten aan HVC zou moeten terugbetalen, dan komt die verplichting per de einddatum te vervallen en zullen de studiekosten door HVC worden kwijtgescholden. 8.3 Pensioen Per de einddatum eindigt de deelname van de werknemer aan de pensioenregeling. 8.4 Eigendommen Werknemers die zaken van HVC in bruikleen hebben gekregen of andere zaken in hun bezit hebben die eigendom zijn van HVC, zoals laptops, mobiele telefoons, (lease-)auto s, etc., dienen deze uiterlijk op de werkdag voor de einddatum in goede staat in te leveren. 8.5 Concurrentiebeding Ingeval werknemer met HVC een concurrentiebeding is overeengekomen, geldt dat dit beding per de einddatum komt te vervallen. Dat geldt niet voor een overeengekomen relatiebeding, anti-wervingsbeding, geheimhoudingsbeding of daarmee vergelijkbare bedingen; die blijven na de einddatum gewoon van kracht. 8.6 Fietsplan Indien de werknemer uit hoofde van een individuele afspraak nog kosten aan HVC zou moeten terugbetalen uit hoofde van het fietsplan, dan komt die verplichting per de einddatum te vervallen en zullen de kosten door HVC worden kwijtgescholden. 8.7 Verlofopname Eventueel resterende niet genoten vakantiedagen worden uitgekeerd per de einddatum. Werknemer dient op gebruikelijke wijze vakantie op te nemen tijdens de periode van vrijstelling als ook tijdens ziekte. Een eventueel negatief saldo ontstaan na datum vrijstelling wordt niet verrekend. 19

20 9. Bezwarencommissie 9.1 Doelstelling en samenstelling De Bezwarencommissie is ingesteld om toe te zien op een juiste toepassing van het Sociaal Plan, hetgeen zijn uitdrukking vindt in de samenstelling. De Bezwarencommissie heeft tot taak er op toe te zien en er aan mee te werken dat de belangen van de direct bij de reorganisatie betrokken werknemers optimaal worden behartigd. Aan de Bezwarencommissie kunnen niet worden voorgelegd: 1. de mededeling dat de arbeidsplaats komt te vervallen; 2. het aanvragen van een ontslagvergunning bij het UWV Werkbedrijf; 3. het indienen van een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter. De Bezwarencommissie bestaat uit vier leden, te weten: - twee leden aangewezen door de vakorganisaties, niet zijnde werknemers die voor ontslag zullen worden voorgedragen - twee leden aangewezen door HVC De vier leden wijzen uit het midden van de leden van de Bezwarencommissie een voorzitter aan. 9.2 Werkwijze en advies In voorkomende gevallen komt de Bezwarencommissie bijeen zo spoedig mogelijk nadat de werknemer of HVC een schriftelijk verzoek heeft gedaan om advies. Indien gewenst hoort de Bezwarencommissie beide partijen en verzoekt zij om de in haar ogen benodigde informatie. De Bezwarencommissie kan zowel intern als extern advies inwinnen. De Bezwarencommissie brengt schriftelijk advies uit aan de Directeur Staf. Het advies zal uiterlijk binnen twee weken aan alle betrokkenen bekend worden gemaakt. Eventuele kosten, die de Bezwarencommissie maakt in verband met het uitoefenen van haar taak komen binnen redelijke grenzen voor rekening van HVC. 9.3 Geheimhouding De leden van de Bezwarencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle gegevens die hen ter kennis komen bij de uitoefening van hun werkzaamheden in het kader van de Begeleidingscommissie. 20

21 De Bezwarencommissie beëindigt haar werkzaamheden op de einddatum van dit Sociaal Plan. Werknemersleden van deze Bezwarencommissie ondervinden geen nadeel in hun positie als werknemer vanwege hun lidmaatschap. 21

22 Ondertekening Dit Sociaal Plan is overeengekomen in [plaats] op [datum] N.V. HVC/ Flevo Collect/DRSH N.V./Netwerk N.V./N.V. ReinUnie W.C.H. van Lieshout Directeur Abvakabo FNV E. Haneveld Bestuurder CNV Publieke Zaak A. Reijgersberg Bestuurder 22

23 Bijlage 1 Aanvullende voorzieningen in verband met werkloosheid als gevolg van reorganisatie Algemene bepalingen 1. Toepassing De bepalingen in deze bijlage zijn uitsluitend van toepassing op de werknemer wiens arbeidsovereenkomst met de werkgever is geëindigd, een einde van rechtswege uitgezonderd, wegens opheffing van zijn functie als gevolg van reorganisatie, bedrijfssluiting, of vermindering van werkzaamheden. 2. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Betrokkene: de werknemer als bedoeld in artikel 1 van de cao; b. Loongerelateerde uitkering: de loongerelateerde uitkering, bedoeld in artikel 15 van de WW; c. Minimumloon: het minimumloon, bedoeld in artikel 14, tweede lid, WW; d. Aanvulling op de WW-uitkering: de bovenwettelijke aanvulling op de WW of ZW-uitkering; e. Berekeningsgrondslag: het dagloon dat geldt voor de WW, zoals vastgesteld per de eerste werkloosheidsdag, zonder de maximumdagloongrens van artikel 9 Coördinatiewet sociale verzekering; f. Werkgever: de werkgever die is aangesloten bij de Werkgeversvereniging WENb. 3. Salarisbegrip 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder het salaris verstaan: het door de werknemer laatstelijk genoten schaalsalaris of, in geval van deeltijdarbeid, het daarvan afgeleide salaris, vermeerderd met: a. de vaste persoonlijke toelage(n) per maand; b. de vakantie-uitkering per maand als bepaald in de toepasselijke sector cao; c. de vergoeding in geld voor consignatiedienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden; d. vergoeding in geld voor ploegendienst. 2. Onder salarisschaal wordt verstaan het bedrag per maand dat aan de werknemer op grond van zijn indeling in de salarisregeling wordt toegekend. 3. Onder persoonlijke toelage wordt verstaan een vaste maandelijkse toelage op het schaalsalaris, uitgedrukt in een bedrag of in een percentage van dat schaalsalaris, die aan de werknemer voor onbepaalde tijd is toegekend, uitsluitend: a. wegens een uitstekende wijze van taakvervulling; b. als garantie wegens plaatsing in een lager gekwalificeerde functie; c. wegens bijzondere aan de werknemer te stellen eisen. Alle om andere redenen toegekende toelagen op het schaalsalaris, waaronder die voortvloeien uit een inconveniënt, tenzij anders bepaald, worden niet als tot een tot het salaris behorende vaste persoonlijke toelage aangemerkt. 23

24 4. Aanvulling op WW-uitkering Voor de betrokkene gelden voor de toepassing van het bepaalde in deze bijlage de bepalingen van het BW en de WW, voor zover hierna niet uitdrukkelijk anders is bepaald. 5. De aanspraak op aanvulling op de WW-uitkering 1. De betrokkene die recht heeft op een loongerelateerde uitkering, heeft aanspraak op een aanvulling op de WW-uitkering. De aanvulling op de WW-uitkering wordt per maand achteraf uitbetaald op vertoon van een bewijs van aanspraak op WW-uitkering. 2. Geen aanspraak op een aanvulling op de WW-uitkering bestaat in geval de betrokkene: a. een redelijk aanbod van passende arbeid weigert; of b. onvoldoende meewerkt aan het vinden van passende arbeid; of c. schriftelijk met de werkgever is overeengekomen dat geen aanspraak op een aanvulling op de WW-uitkering wordt gemaakt; d. in het geval dat een Sociaal Plan van toepassing is, geldt met betrekking tot het aanvaarden van passende arbeid hetgeen daarover in het Sociaal Plan is bepaald. Daarbij kunnen ook andere aanduidingen zoals gelijkwaardig en gelijksoortig van toepassing zijn. 6. Duur en hoogte van de aanvulling op de WW-uitkering 1. De duur van de aanvulling op de WW-uitkering is gelijk aan de duur van de loongerelateerde uitkering. De aanvulling eindigt als de WW-uitkering eindigt. 2. Gedurende de eerste helft van de voor de betrokkene geldende duur van de loongerelateerde WW-uitkering wordt de uitkering per dag aangevuld tot 90% van het laatstverdiende salaris. Vervolgens voor de overige duur tot 80% van het laatstverdiende salaris. 3. Als de WW-uitkering herleeft binnen de perioden bedoeld in lid 2, dan herleeft de aanvulling op de WW-uitkering voor resterende duur daarvan. Een opgeschorte WW-uitkering verlengt niet de in lid 2 genoemde perioden. 4. Bij de vaststelling van de duur van de perioden, bedoeld in het tweede lid, gedurende welke aanvulling op de WW-uitkering tot 90% van de berekeningsgrondslag plaatsvindt, wordt artikel 43 WW niet overeenkomstig toegepast. Bij de vaststelling van de duur van de perioden, bedoeld in het derde lid, gedurende welke aanvulling tot 90% en 80% van de berekeningsgrondslag plaatsvindt, worden perioden, waarin de betrokkene recht heeft gehad op aanvulling op de ZW-uitkering, mede in aanmerking genomen. 5. Voor de berekening van de hoogte van de aanvulling wordt de uitkering op grond van de WW geacht onverminderd te zijn ontvangen indien deze op grond van enige wettelijke bepaling geheel of gedeeltelijk is geweigerd, dan wel niet of niet geheel is betaald. Aanvulling op ZW-uitkering 7. Aanspraak op aanvulling op de ZW-uitkering De betrokkene die arbeidsongeschikt wordt of is en die aanspraak zou maken op aanvulling op de WW-uitkering als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest, heeft aanspraak op een aanvulling op zijn ZW-uitkering. 24

25 8. Duur en hoogte van de aanvulling op de ZW-uitkering 1. De duur van de aanvulling op de ZW-uitkering is gelijk aan de duur van de ZW-uitkering, maar ten hoogste aan het totaal aantal maanden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, verminderd met de periode waarin de betrokkene reeds recht op aanvulling op de WW-uitkering en aanvulling op de ZWuitkering heeft gehad. Indien na het einde van de ZW-uitkering het recht op WW-uitkering niet meer kan herleven in de loongerelateerde fase omdat er in die fase geen uitkeringsduur resteert, eindigt de aanvulling op de ZW-uitkering uiterlijk zodra de duur van de loongerelateerde uitkering zou zijn verstreken als de betrokkene niet ziek was geworden. 2. De ZW-uitkering wordt aangevuld tot het percentage, bedoeld in artikel 5, tweede lid, dat zou hebben gegolden als de betrokkene werkloos zou zijn gebleven of geworden. 3. In afwijking van het tweede lid: a. wordt de ZW-uitkering van een betrokkene die aansluitend op het einde van zijn dienstbetrekking recht heeft op een ZW-uitkering of die binnen 4 weken na het einde van zijn dienstbetrekking recht verkrijgt op een ZW-uitkering, gedurende ten hoogste 52 weken aangevuld tot 100% van de berekeningsgrondslag; b. wordt de uitkering op grond van artikel 29a ZW, met inachtneming van het eerste lid, aangevuld tot 100% van de berekeningsgrondslag. 4. Voor de berekening van de hoogte van de aanvulling op de ZW-uitkering wordt de uitkering op grond van de ZW geacht onverminderd te zijn ontvangen indien deze op grond van enige wettelijke bepaling geheel of gedeeltelijk is geweigerd, dan wel niet of niet geheel is betaald. Herplaatsing bevorderende regelingen 9. Loonaanvulling 1. In geval de betrokkene een dienstbetrekking aanvaardt binnen de periode dat hij een aanvulling op de WW-uitkering ontvangt en het loon in zijn nieuwe dienstbetrekking minder bedraagt dan de berekeningsgrondslag, ontvangt de betrokkene een aanvulling op zijn loon. 2. Het recht op loonaanvulling eindigt: a. voor zover de betrokkene arbeidsuren, alsmede het recht op onverminderde loonbetaling over die arbeidsuren, uit zijn nieuwe dienstbetrekking verliest; b. zodra de betrokkene het recht op loonbetaling uit zijn nieuwe dienstbetrekking verliest terwijl die dienstbetrekking blijft bestaan; c. zodra het loon in de nieuwe dienstbetrekking niet meer lager is dan de berekeningsgrondslag; d. als de uitkeringsduur ex artikel (betreffende duur en hoogte aanvulling WW-uitkering) is verstreken. 3. Als het recht op loonaanvulling is geëindigd op grond van het tweede lid, onderdeel a, b of c, heeft de betrokkene opnieuw recht op loonaanvulling indien de omstandigheid die het recht heeft doen eindigen heeft opgehouden te bestaan en de betrokkene binnen de duur, bedoeld in lid twee sub d, opnieuw voldoet aan de voorwaarden, gesteld in het eerste lid of tweede lid en het derde lid. Over een tijdvak waarin recht op loonaanvulling bestaat op grond van meer dan één recht op aanvulling, komt alleen het hoogste recht op aanvulling tot uitbetaling. 4. De loonaanvulling wordt berekend over het deel van de kalendermaand waarover de betrokkene recht heeft op loon uit zijn nieuwe dienstbetrekking. 25

26 5. De loonaanvulling is gelijk aan het verschil tussen het onverminderde loon in de nieuwe dienstbetrekking en de berekeningsgrondslag, tenzij de nieuwe dienstbetrekking (gemiddeld) een kleinere omvang heeft. In het laatste geval wordt de loonaanvulling naar rato verminderd. 6. De loonaanvulling dient binnen vier weken na het ontstaan van recht op loonaanvulling te worden aangevraagd. Tijdens de duur van de loonaanvulling zijn alle verplichtingen en sancties op grond van de WW van overeenkomstige toepassing. 7. De loonaanvulling wordt per maand achteraf betaald op vertoon van een bewijs van ontvangst van WW-uitkering. 8. Voor de toepassing van dit artikel wordt een loonaanvulling uit anderen hoofde of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende uitkering, waarop de betrokkene recht heeft, geacht deel uit te maken van het loon uit de nieuwe dienstbetrekking. 10. Herleving aanvulling WW-uitkering na een nieuwe dienstbetrekking 1. Voor zover de betrokkene die recht heeft op aanvulling op de WW-uitkering na aanvaarding van een nieuwe dienstbetrekking: a. opnieuw werkloos is en een nieuw recht op WW-uitkering heeft binnen de duur, bedoeld in het vierde en vijfde lid; b. recht heeft op een ZW-uitkering en een nieuw recht op WW-uitkering als bedoeld onder a. zou hebben verkregen als hij niet ziek zou zijn geweest, herleeft zijn recht op aanvulling op de WWuitkering overeenkomstig dit artikel. 2. Indien de betrokkene ter zake van zijn arbeidsurenverlies als betrokkene geen recht op aanvulling op de WW-uitkering heeft, maar dit recht wel zou hebben gehad als hij geen nieuwe dienstbetrekking had aanvaard, heeft hij recht op aanvulling op de WW-uitkering overeenkomstig dit artikel voor zover hij: a. een recht op WW-uitkering verkrijgt binnen de duur van de aanvulling op de WW-uitkering zoals die voor hem zou gelden per de datum van het arbeidsurenverlies als betrokkene; of b. recht heeft op een ZW-uitkering en een recht op WW-uitkering als bedoeld onder a. zou hebben verkregen als hij niet ziek zou zijn geweest. 3. De aanvulling op de WW-uitkering, bedoeld in het tweede lid, wordt blijvend geheel geweigerd indien deze blijvend geheel zou zijn geweigerd als er ten gevolge van het arbeidsurenverlies als betrokkene, een recht op WW-uitkering zou zijn ontstaan. 4. De aanvulling op de WW-uitkering, bedoeld in het eerste en tweede lid, duurt: a. voor de betrokkene, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk tot het einde van de duur van de aanvulling op de WW-uitkering die voor hem zou hebben gegolden als hij werkloos zou zijn gebleven; b. voor de betrokkene, bedoeld in het tweede lid, uiterlijk tot het einde van de duur van de aanvulling op de WW-uitkering waarop hij recht zou hebben gehad als hij aansluitend aan zijn arbeidsurenverlies als betrokkene werkloos zou zijn geworden. 5. Artikel 43 WW is niet van overeenkomstige toepassing op de uitkeringsduur, bedoeld in het vierde lid. Indien dit artikel binnen één recht op aanvulling op de WW-uitkering voor een tweede of volgende keer wordt toegepast, blijft de einddatum, vastgesteld bij de eerste toepassing, ongewijzigd. 26

27 6. De hoogte van de aanvulling op de WW-uitkering is gelijk aan het percentage van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, dat: a. op de betrokkene, bedoeld in het eerste lid, van toepassing zou zijn geweest als hij vanaf het moment waarop zijn recht op aanvulling op de WW-uitkering eindigde wegens de aanvang van zijn nieuwe dienstbetrekking, onafgebroken recht op aanvulling op de WW-uitkering zou hebben gehad; b. op de betrokkene, bedoeld in het tweede lid, van toepassing zou zijn geweest als hij vanaf het arbeidsurenverlies als betrokkene onafgebroken recht op aanvulling op de WW-uitkering zou hebben gehad. 7. Zolang en voor zover de betrokkene tegelijk recht heeft op een aanvulling op de WW-uitkering op grond van dit artikel en een WW-uitkering, een ZW-uitkering, een andere aanvullende uitkering of een uitkering die daar naar aard en strekking mee overeenkomt, heeft de aanvulling op de WWuitkering op grond van dit artikel het karakter van een aanvulling tot het percentage, bedoeld in artikel 5, tweede lid. Artikel 5, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. 11. Afkoop 1. De werkgever en de betrokkene kunnen overeenkomen dat het recht op aanvulling op de WWuitkering wordt afgekocht per de eerste werkloosheidsdag tegen een nader te bepalen percentage. 2. Indien het recht op aanvulling op de WW-uitkering is afgekocht, heeft de betrokkene geen enkele aanspraak op grond van deze regeling zolang hij niet opnieuw een recht op aanvulling op de WWuitkering heeft verkregen. 12. Tegemoetkoming in de verhuiskosten 1. Aan de betrokkene, die werkzaamheden gaat verrichten, kan op zijn aanvraag en onder door de werkgever volgens het bepaalde dit artikel te stellen voorwaarden een eenmalige tegemoetkoming worden verleend in de kosten van een daartoe noodzakelijke verhuizing. 2. De betrokkene heeft recht op vergoeding van verhuiskosten als: a. hij recht heeft op een aanvulling op de WW-uitkering waarvan de duur niet is verstreken of zonder de aanvaarding van werkzaamheden niet zal verstrijken binnen drie maanden na de ingangsdatum van de werkzaamheden; en b. hij werkzaamheden aanvaardt die naar verwachting ten minste zes maanden zullen duren; en c. die werkzaamheden leiden tot een beëindiging van zijn recht op de aanvulling op de WW-uitkering voor tenminste de helft van het aantal uren per week waarvoor hij onmiddellijk vóór de aanvang van die werkzaamheden recht had op aanvulling op de WW-uitkering; en d. de verhuizing noodzakelijk is voor het aanvaarden van de werkzaamheden; en e. de noodzakelijke verhuizing daadwerkelijk plaatsvindt tussen drie maanden vóór en twaalf maanden na de aanvang van de werkzaamheden. 3. De betrokkene heeft mede recht op vergoeding van verhuiskosten als hij recht op een bovenwettelijke uitkering als bedoeld in het eerste lid, sub a, zou hebben gehad als hij niet de nieuwe werkzaamheden had aanvaard in verband waarmee hij verhuist, en als hij tevens voldoet aan de voorwaarden gesteld in het eerste lid, sub b, d en e. 4. Verhuizing wordt geacht noodzakelijk te zijn voor het aanvaarden van werkzaamheden: - als de werkzaamheden bestaan uit een nieuwe dienstbetrekking, de betrokkene uit hoofde van die dienstbetrekking verplicht is binnen een bepaald gebied te wonen, de betrokkene buiten dat gebied woont, en hij naar dat gebied verhuist; 27

28 - als de reisafstand tussen de woonplaats van de betrokkene en diens standplaats voor de werkzaamheden vóór de verhuizing ten minste 50 kilometer en na de verhuizing ten hoogste 25 kilometer bedraagt. 5. Een schriftelijk verzoek om vergoeding dient binnen twee maanden na verhuizing te worden ingediend. 6. De vergoeding van verhuiskosten bedraagt 2.269,-. Als de betrokkene in verband met zijn nieuwe werkzaamheden uit anderen hoofde een vergoeding van verhuiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in mindering gebracht op dit bedrag. 13. Doorverwerking sancties UWV De aanvullingen op grond van dit hoofdstuk worden naar rato aangepast, als de betreffende uitkering door UWV geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, 28