Aanwezig: de heer R. van Bavel LokaalBelang. mevrouw B. de Jongste-van Heijst (later) LokaalBelang

Transcriptie

1 Verslag van Input gehouden op donderdag 22 november 2018 Voorzitter: Griffier: Plv. griffier de heer J. van Baardwijk de heer G. Kocken mevrouw J. Louer Aanwezig: de heer R. van Bavel LokaalBelang de heer J. van Dinther LokaalBelang de heer A. van Hamond LokaalBelang mevrouw B. de Jongste-van Heijst (later) LokaalBelang de heer W. Lodenstijn LokaalBelang de heer H. de Vaan LokaalBelang mevrouw I. Klerks VVD de heer E. Knops VVD de heer C. Kuijten VVD de heer F. Spierings VVD de heer H. van Tuyl VVD mevrouw C. de Bruijn CDA de heer R. Spohr CDA de heer R. Stanneveld CDA de heer E. Bell GroenLinksaf de heer B. Bögemann GroenLinksaf mevrouw A. Pouw GroenLinksaf de heer S. Slaats GroenLinksaf mevrouw I. Langermans D66 mevrouw S. Schuijffel D66 de heer L. Ottens PvdA de heer J. van Groos ChristenUnie mevrouw S. Metz ChristenUnie de heer W. van Veelen ChristenUnie de heer H. van Zelst SGP mevrouw Y. IJpelaar Lijst IJpelaar mevrouw E. Snoeren Lijst IJpelaar Afgemeld: de heer R. Frodyma Lokaal Belang de heer T. Klerx Lokaal Belang mevrouw J. Paulides CDA mevrouw S. van den Udenhout GroenLinksaf de heer R. Tiemstra SGP Portefeuillehouders: Notulen: de heer R. Bakker de heer J. van den Hoven (vanaf vragenronde) de heer A. Kleijngeld (vanaf vragenronde) mevrouw R. Odabasi-Seker notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig Verslag van Input, 22 november

2 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen harte welkom. 2. Informatieronde 2.a Baanbrekers 2.0 Dit punt is mede geagendeerd op het verzoek van de Waalwijkse raadsleden in het algemeen bestuur van Baanbrekers. Wethouder Bakker leidt het onderwerp in. De heer Kansouh (directeur Baanbrekers) verzorgt een presentatie: bijlage 1. Tijdens de presentatie worden de volgende vragen gesteld: Mevrouw De Bruijn informeert of mensen die geen uitkering hebben, maar wel werk zoeken ook worden opgenomen binnen Baanbrekers. De heer Kansouh verwijst naar pagina 49 van het koersdocument waar de doelgroepen zijn beschreven. Desgevraagd geeft hij aan dat de formulering aangepast moet worden. Mevrouw De Jongste informeert wie de diagnose stelt. Om het zuiver te houden is het wellicht verstandig om hierbij iemand van buitenaf te betrekken. Sommige beperkingen op medisch gebied zijn moeilijk te traceren door niet deskundigen. De heer Kansouh antwoordt dat dit door interne mensen wordt gedaan. Vanuit Baanbrekers wordt aangevuld dat in het geval er geen goede diagnose gesteld kan worden hulp ingeschakeld wordt. Het UWV bepaalt of iemand een indicatie krijgt om beschut werk te doen of een baanafspraak krijgt. Baanbrekers verzorgt vervolgens de plaatsing. Betrokkene bekijkt met de werkgever welke mogelijkheden er zijn en vervolgens ligt het aan de arbeidsvorm wat voor contract er komt. De heer Ottens merkt op dat het afstemmen van de vraag op het aanbod niet nieuw is. Hij is benieuwd wat dit tot nog toe heeft opgeleverd, wat men nu echt anders gaat doen en wat dit moet opleveren. De heer Kansouh antwoordt dat er niet vanaf morgen anders gehandeld gaat worden. De missie blijft dezelfde. Er worden wel concrete afspraken met werkgevers gemaakt en gezocht naar mogelijkheden. Investering in de ontwikkeling van mensen vanuit de vraagkant. De heer Ottens herhaalt dat dit niet nieuw is. Hij vraagt wat er niet goed is gegaan en wat daaraan verbeterd wordt of anders wordt gedaan. De heer Kansouh antwoordt dat men niet ziek hoeft te zijn om beter te worden. Wat goed gaat, gaat men nog beter doen. Desgevraagd geeft hij aan dat werkgevers actiever benaderd zullen worden. Kijken naar kansen, aanspreken op verantwoordelijkheid richting de maatschappij, concrete afspraken over warme overdracht, randvoorwaarden invullen, helpen bij het oplossen van problemen. Mevrouw De Bruijn vraagt hoe er begeleid gaat worden en wat er gedaan wordt als na een half jaar blijkt dat het niet gevolgd is. Verslag van Input, 22 november

3 De heer Kansouh reageert dat een goede match vaak al het halve werk is. Er moet een goede diagnose gesteld worden aan de vraagkant en aan de aanbodkant. Met de werkgever worden specifieke afspraken gemaakt over het opvangen van mensen. De werkcoach wordt ingezet om de mensen te helpen aarden. Mevrouw Klerks is benieuwd welke doelen Baanbrekers concreet wil behalen met dit plan en waar men aan het einde van het jaar op afgerekend mag worden. De heer Kansouh antwoordt dat dit een lastige vraag is. Er is geen spoorboekje. Het algemeen bestuur heeft gevraagd om verschillende best practices. Er is geïnvesteerd in het ophalen van ervaringen elders. Hij gaat zijn best doen om zo veel mogelijk mensen inclusief te laten worden, maar hij weet nog niet waar hij eindigt. Desgevraagd geeft hij aan dat hij zich ervan bewust is dat hij niet iedereen kan helpen aan een baan. De verbetering van de afgelopen jaren wordt vastgehouden. Hij hoopt ieder jaar dezelfde successen te behalen ondanks het feit dat sommige groepen lastig te begeleiden zijn. Mevrouw De Bruijn merkt op dat de arbeidsmarkt aantrekt en vraagt waarom deze regio moeilijker aansluit dan andere regio s. De heer Kansouh antwoordt hij niet de indruk heeft dat deze regio moeilijker is dan andere regio s. De heer Van Dinther geeft aan dat de regio bijzonder is omdat de wethouder zich nogal inzet voor transport en logistiek. Dit zal ongetwijfeld bijdragen aan het BNP waardoor het voor de centrale overheid aantrekkelijk is. Hij vraagt in hoeverre de arbeidsmigranten die hierdoor aangetrokken worden een bedreiging of een voordeel zijn. Hij wijst in dit kader op de invloed van het verdringingseffect. De heer Kansouh denkt niet dat er sprake van verdringing is, maar er zijn wel verschillende behoeften in de markt waarop ingespeeld moet worden afhankelijk van de personen die beschikbaar zijn in de kaartenbak. De heer Van Dinther vraagt of in het geval er geen match gemaakt kan worden een advies wordt afgegeven aan het dagelijks bestuur om in te zetten op een bepaalde soort werkgelegenheid. Voorts vraagt hij in hoeverre de grote vraag naar mensen in de logistiek belemmerend is voor de diversiteit van de markt. De heer Kansouh zou graag zien dat er steeds wordt benaderd vanuit een win-winsituatie rekening houdend met de behoeften vanuit de maatschappij. Er was een tekort aan lassers waarna er afspraken zijn gemaakt met werkgevers. Mensen met een technische achtergrond hebben een opleiding gevolgd terwijl de uitkering werd doorbetaald. Hierdoor wordt een maatschappelijk probleem opgelost, worden mensen geholpen en zijn zij vervolgens uit de uitkering. De heer Van Dinther begrijpt dat het een wisselwerking moet zijn maar door eenzijdig in te zetten op transport en logistiek, zonder dit af te keuren, zou dit mensen kunnen belemmeren om mensen aan het werk te helpen. De heer Kansouh corrigeert dat een win-winsituatie zijn voorkeur heeft, maar dat kan niet altijd. De mens blijft centraal staan. De heer Lodenstijn refereert aan nuggers en de dienstverlening die hiervoor wordt aangeboden. Het gaat hierbij wel om verschillende doelgroepen waardoor de dienstverlening wellicht te weinig aansluit bij wat nodig is. Hij is van mening dat er Verslag van Input, 22 november

4 maatwerk geboden moet worden gebaseerd op de diagnose die voor de betrokkene is gesteld. De heer Kansouh antwoordt dat vanuit de diagnose bekeken wordt welk traject het beste is om uiteindelijk het doel te bereiken. Vanuit Baanbrekers wordt aangevuld dat daarom het woord (niet) tussen haakjes is geplaatst. Omdat er een wettelijke verplichting is voor nuggers op grond van de Participatiewet wordt hen hetzelfde traject geboden. Desgevraagd wordt aangegeven dat dit ook extra coaching en begeleiding omvat als dat nodig is. De heer Kansouh vervolgt dat via maatwerk wordt bepaald welke instrumenten ingezet worden. Mevrouw De Bruijn vraagt of bij de intake direct een arbeidsdeskundige wordt ingeschakeld om aan te geven wat de betrokken persoon wel en niet kan. Vanuit Baanbrekers wordt geantwoord dat wordt gewerkt met een sociaal medisch team. Als iemand zich meldt, wordt bekeken welke diagnose er gesteld kan worden. Als er twijfel is over de diagnose, wordt het sociaal medisch team ingezet. De heer Kansouh vult aan dat dit team ook bepaalt of er wordt ingezet op sociale activering, binnen of buiten Baanbrekers. Mevrouw Snoeren begrijpt dat de infrastructuur niet wijzigt en informeert hoe het vangnet in stand gehouden wordt. De heer Kansouh antwoordt dat er altijd een gezonde balans gevonden moet worden. Hij weet niet of er zaken worden afgestoten. Dit is ook afhankelijk van de conjunctuur. Mevrouw Snoeren merkt op dat er altijd mensen zijn die terug moeten komen om de één of andere reden. Voor hen moet wel voldoende werk en plaats zijn. De heer Kansouh onderschrijft deze opmerking. De heer Ottens had gehoopt dat er meer ingegaan zou worden op het nieuwe beschut werken en in hoeverre de groep die niet naar een reguliere werkplek kan toegang krijgt tot een fatsoenlijke beschutte werkplek. Vanuit Baanbrekers wordt geantwoord dat beschut werken niet altijd betekent dat mensen niet naar regulier werk kunnen. Het is een indicatie dat mensen meer begeleiding nodig hebben die ook bij een reguliere werkgever geboden kan worden. Mensen worden nu al geplaatst. Dit is een onderdeel van het vangnet zoals dit in het koersdocument staat. De heer Ottens geeft aan dat hij zorgen heeft voor mensen die ook met begeleiding niet in staat zijn in een reguliere werkomgeving te werken. Hij had gehoopt daar wat meer inzicht in te krijgen. Vanuit Baanbrekers wordt vervolgd dat er een beschermde werkomgeving geboden wordt voor degenen die dat nodig hebben. Het is het vangnet. Dit wordt ook gebruikt om de weerwerkstructuur overeind te houden. Verslag van Input, 22 november

5 De heer Lodenstijn vraagt of er voldoende vangnet overblijft als mensen van een SWbedrijf naar een reguliere werkgever gaan mochten zich weer economisch mindere jaren aandienen. Voorts informeert hij hoe Waalwijk aan de baanafspraken voldoet op dit moment. De heer Kansouh antwoordt op de laatste vraag dat er al heel veel kennis binnen de organisatie is waardoor men weet met wie men moet praten. De essentie is niet anders, geprobeerd wordt om mensen zo snel mogelijk aan regulier werk te helpen daar waar dit kan. Afhankelijk van welke deal er wordt gemaakt vanuit de warme overdracht kan dit gevolgen hebben. Met elkaar moet bekeken wordt waar het kantelpunt ligt, blijft Baanbrekers in staat om de mensen te kunnen begeleiden. Soms moeten er andere keuzes gemaakt worden, maar dat is aan het algemeen bestuur. De voorzitter bedankt de heer Kansouh en de beide dames voor de informatie en verzoekt de wethouder om aan te geven wanneer er voorstellen vanuit Baanbrekers richting de gemeente komen. Wethouder Bakker geeft aan dat in december het algemeen bestuur van Baanbrekers het koersdocument bevestigt. Daaruit volgt een Kadernota die van belang is voor de vaststelling van de begroting. Deze Kadernota wordt met de raad gedeeld en daar kan een zienswijze op ingediend worden die vervolgens politiek bediscussieerd wordt in de raad. Naar aanleiding van de presentatie geeft hij aan dat dat de laatste bijstandscijfers goed zijn. De AB-leden hebben kennis kunnen nemen met de benchmark ten opzichte van andere gemeenten. Waalwijk is koploper in de daling van het aantal wwgerechtigden en er is een daling in de bijstand. Bol.com heeft een prijs gewonnen op het gebied van participatie. Dit bedrijf is een grote trekker voor mensen uit de kaartenbak en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De projecten die hiervoor lopen worden erg gewaardeerd. Binnen de MET is een nieuwe leerlijn geopend met Bol.com. De grootschalige logistiek biedt een heleboel voordelen voor de werkgelegenheid. De heer Van Groos verzoekt de wethouder op het moment dat er wordt gesproken over Baanbrekers voor het verkrijgen van een integraal beeld aan te geven hoe groot de groep is die aanspraak moet maken op dagbesteding en wat de kosten hiervoor zijn. Wethouder Bakker verzekert dat niet iedereen van het granieten bestand dagbesteding heeft. Dit bestand zou wellicht maatschappelijk geactiveerd moeten worden zodat de nadelige effecten die het zonder perspectief thuis zitten met zich meebrengt wellicht wat verzacht kunnen worden. Dit wordt weggehaald bij Baanbrekers omdat het meer deel uit maakt van de begeleiding van mensen bij wie de uitkering weinig van doen heeft met de wijze waarop zij participeren in het maatschappelijk leven. Het is niet zo dat iedereen uit het granieten bestand direct een WMO indicatie krijgt met de daar bijbehorende financiële consequenties. Geprobeerd wordt om deze mensen zo veel mogelijk te laten participeren. 2.b Smart city Wethouder Bakker verzorgt een presentatie: zie bijlage 2. Naar aanleiding van de presentatie worden de volgende vragen gesteld: De heer Spierings informeert in hoeverre dit plan samen met de samenleving wordt onderzocht zodat er zaken worden ontwikkeld waar de samenleving ook op zit te wachten Wethouder Bakker antwoordt dat er geen zaken ontwikkeld gaan worden. Er zijn innovaties beschikbaar die een oplossing voor een probleem kunnen zijn. Hij ziet in Verslag van Input, 22 november

6 Waalwijk bijvoorbeeld wel eens een vuilnisbak waar rommel naast ligt, waar de slimme afvalbak een oplossing zou kunnen zijn. Er wordt geen denktank geformeerd om allerlei technische oplossingen te bedenken. Waalwijk moet vooral putten uit de mogelijkheden die de markt al heeft uitgevonden. Bij problemen die zich voordoen kan steeds bekeken worden of technologie een oplossing kan bieden. De heer Spierings benadrukt het belang om de samenleving in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Wethouder Bakker reageert dat er lijnen zijn voor burgerparticipatie. Inwoners worden altijd betrokken, dat gaat niet altijd goed, maar daar moet ook weer van geleerd worden. Ook dit project wordt in een soortgelijke structuur opgepakt. Mevrouw Pouw vraagt of je in een smart systeem kan zien waar je bent verbonden met 5G. Zij vraagt vervolgens hoe ervoor gezorgd wordt dat mensen die stralingsgevoelig zijn gebruik kunnen maken van de openbare ruimte. Zij vraagt voorts of de gemeente verantwoordelijk is voor gezondheidsklachten die mensen ervaren. Wethouder Bakker antwoordt dat er inderdaad veel discussies zijn over straling, maar 5G komt er gewoon. Steeds meer apparaten communiceren via het internet en er komen steeds meer gebruikers waardoor de capaciteit omhoog moet. Dat kan alleen door gebruik te maken van nieuwe technologie. Hij is geen expert op het gebied van gezondheidseffecten, maar de invloed van de straling wordt minder omdat er wordt gewerkt met kleinere zenders en hogere frequenties. De heer Bögemann informeert wie bepaalt wat Waalwijk nodig heeft. Wethouder Bakker antwoordt dat er ervaringen worden opgedaan met innovaties die het leven in Waalwijk kunnen veraangenamen. Bij zaken die worden ervaren als een probleem moet bekeken worden of technologie kan helpen (verkeersregelinstallaties, afvalcontainers, overlast in de openbare ruimte, slechte verlichting, geluidsmetingen A59, metingen luchtkwaliteit bij fabrieken). De heer Bögemann vraagt hoe een eventuele denktank eruit zou kunnen zien. Wethouder Bakker vervolgt dat de organisatie in Waalwijk zich bezighoudt met het aandragen van oplossingen voor problemen die geconstateerd zijn. Deze oplossingen heeft de gemeente over het algemeen niet zelf verzonnen. Hierbij moet ook gekeken worden naar technologische oplossingen. Hij wil niet met een groep een hele reeks van dingen verzinnen enkel om het budget op te pakken. Wat hem betreft dus geen denktank. De heer Slaats bedankt de wethouder dat hij de raad meeneemt bij zaken die het leven beter kunnen maken. Aan dit proces zitten wel strategische vraagstukken. Bijvoorbeeld welke risico s loopt de gemeente als zij investeringen doet. De raad moet zich hierover uitspreken. Hij verzoekt de wethouder de raad mee te nemen in deze strategische vraagstukken. Hij noemt als voorbeeld de gemeenten Eindhoven en Amsterdam die een verordening hebben opgesteld hoe zij omgaan met de daken in de stad. Op het moment dat er pilots moeten worden opgeschaald moet daar een goede werkwijze voor gevonden worden. Wethouder Bakker antwoordt dat er binnen de gemeente strategische capaciteit is ingeruimd voor het onderwerp smart city en bekeken wordt wat daarvoor in andere gemeenten geregeld wordt. Vanuit deregulering wordt meegenomen dat niet alles dicht Verslag van Input, 22 november

7 geregeld wordt, maar dat er experimenteerruimte wordt behouden. Hij onderschrijft dat de raad betrokken dient te zijn en stelt voor om als daar behoefte aan is wat meer sessies aan dit onderwerp te wijden. Het is een onderwerp waarin wat hem betreft stappen gemaakt moeten worden. De voorzitter bedankt de wethouder voor de presentatie en sluit de bespreking over dit onderwerp. 3. Vragenronde 3.a Legesverordening 2019 en verordening OZB 2019 De heer Van Groos geeft aan dat dit de laatste twee belastingverordeningen zijn die worden vastgesteld. De verordening reclamebelasting heeft dit jaar niet op de agenda gestaan. Hij vraagt of het de bedoeling is dat de raad zich hier nog over buigt. Hij verwijst vervolgens naar de motie die is aangenomen bij de begrotingsbehandeling die oproept om de opbrengst van de OZB met 1% te verlagen, maar in het raadsvoorstel staat dat is gekozen voor een tarief waarbij het gemiddelde aanslagbedrag even hoog is als vorig jaar. Hij informeert of dit wel een juiste vertaling van de motie is. Wethouder Van den Hoven antwoordt ten aanzien van de reclamebelasting dat inderdaad is afgewacht wat de BIZ zou gaan brengen. De raad beslist begin volgend jaar over de indexering. Met betrekking tot de vraag over de 1% geeft hij aan dat hij nagaat of één en ander op de juiste manier is verrekend. De heer Van Zelst merkt op dat de reclamebelasting per maand gaat en vraagt of het mogelijk is om dit in de raad van december te behandelen. Wethouder Van den Hoven zegt dit graag toe mits dit mogelijk is. 3.b Najaarsbericht 2018 De heer Van Groos merkt op dat overhevelingen normaal gesproken ten laste worden gebracht van het rekeningresultaat. Dit is echter niet toereikend. Hij vraagt waarom hierover niets wordt gemeld in het raadsvoorstel. Er staat slechts dat vermeld dat overhevelingen ten laste moeten worden gebracht van de algemene reserve. Hij vraagt voorts of het gebruik van de term overheveling niet misleidend is omdat nu voor de tweede maal voor dezelfde taak budget wordt gevraagd aan de raad. Wethouder Van den Hoven zegt schriftelijke beantwoording toe. 3.c Tariefexperiment parkeren De heer Van Groos geeft aan dat het college de overstap van de fiets naar de auto lijkt te accepteren en vraagt of het met het oog op duurzaamheid en leefbaarheid niet dringend gewenst is dat bezoekers van het centrum met de fiets komen en of de wethouder op dit punt tot actie overgaat. Hij vraagt voorts of gezien het debacle met het BIZ het centrummanagement wel moet worden gezien als de spreekbuis van alle ondernemers in het centrum van Waalwijk. Als fatale datum wordt 1 december genoemd waardoor de gemeenteraad genoodzaakt is om het raadsvoorstel als een A-stuk aan te merken. Verslag van Input, 22 november

8 Wethouder Van den Hoven antwoordt dat het college inderdaad graag wil dat mensen op de fiets naar het centrum komen, maar dat kan niet afgedwongen worden. Formeel gezien spreekt het centrummanagement niet namens alle ondernemers, maar nu de BIZ niet is opgericht wordt op zeer korte termijn met alle partijen die de BIZ zouden vormen gesproken over de gevolgen en consequenties. De fatale datum wordt opgeschoven tot na de datum van de raadsvergadering. De heer Van Groos verduidelijkt dat de vraag over de fiets is ingegeven door het feit dat de tariefverlaging voor het parkeren zal leiden tot meer bezoek met de auto. Deze discussie komt terug in de aanstaande raadsvergadering. De tekst met betrekking tot het centrummanagement is naar zijn mening niet meer actueel. Wethouder Van den Hoven beaamt dit. 3.d Herziening beleidsnotitie arbeidsmigratie Deze vraag is geagendeerd door de fracties van de ChristenUnie en D66. De heer Van Groos geeft aan dat er lange tijd bedrijventerreinen werden ontwikkeld waarop bedrijfswoningen waren toegestaan. Rond de eeuwwisseling heeft de raad op initiatief van het college besloten dat wonen op bedrijventerreinen onwenselijk is omdat dit vanwege milieuvoorschriften te veel beperkingen oplegt aan de aanwezige bedrijven. Hij vraagt waarom dit nu niet meer als belemmerend wordt gezien. Hij vraagt voorts waarom aan het toestaan van huisvestingsinitiatieven door werkgevers de voorwaarde is gekoppeld dat deze gericht moeten zijn op kort verblijf. Is dit omdat die initiatieven zich alleen mogen richten op huisvesting in de buurt van het bedrijf of zijn er nog andere redenen? Hij informeert afsluitend of de mening van de arbeidsmigranten is meegenomen in de notitie. Mevrouw Schuijffel wijst op het onderscheid in drie groepen arbeidsmigranten en vraagt hoe ervoor gezorgd wordt met betrekking tot de huisvesting dat deze groepen zich daadwerkelijk scheiden. Zij zou liever zien dat er twee groepen komen; kort, middel en lang en permanent. In de notitie vindt zij niets terug over hoe omgegaan wordt met arbeidsmigranten die permanent in Waalwijk willen wonen. Zij informeert wat dit betekent voor de bouw van sociale huurwoningen en de voorrang op de wachtlijsten. Wethouder Bakker reageert dat wonen op bedrijventerreinen inderdaad als ongewenst is aangemerkt. Grootschalige opvang voor arbeidsmigranten moet niet onder wonen worden verstaan, maar onder verblijven. De locaties op het RWB-terrein en het NH hotel zijn door de opzet en het regime van regels geschikt voor kort verblijven, maar niet voor wonen. Deze locaties worden toegestaan voor een periode van maximaal 10 jaar. De wetgeving over contouren rondom bedrijven is inmiddels veranderd waardoor milieucirkels zich moeten beperken tot de grenzen van het betreffende bedrijventerrein. Genoemde locaties zijn alleen op kort verblijf gericht omdat het niet de bedoeling is dat er op industrieterreinen wordt gewoond. De mening van de arbeidsmigranten is meegenomen in het beleid. Er is een rapport opgesteld over de culturele en historische achtergronden van arbeidsmigranten, waarin specifiek de leefwereld van de Poolse gastarbeider is meegenomen. Deze sluit aan bij de onderverdeling in groepen met de bijbehorende verwachtingen. In de richting van D66 antwoordt hij dat bedrijven die mensen inhuren die langer blijven een ander contract aanbieden waardoor zij niet meer in een short stay verblijf mogen verblijven. Langer blijven betekent de reguliere woningmarkt op. De scheiding tussen mid stay en long stay is inderdaad wat moeilijker te maken. Er is een paragraaf Verslag van Input, 22 november

9 opgenomen over integreren en daarnaast is er een disclaimer opgenomen. Eén en ander heeft altijd een vrijwillig karakter. Mevrouw Schuijffel verduidelijkt dat zij bedoelt hoe er wordt omgegaan met de huisvesting van deze mensen en wat dit betekent voor de bouwopgave van de gemeente. Wethouder Bakker antwoordt dat mensen die naar Waalwijk komen om zich te vestigen j zich moeten oriënteren op de huizenmarkt die meebeweegt met de prognoses. Het is niet altijd zo dat deze mensen altijd in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Mevrouw Schuijffel vraagt of er al rekening wordt gehouden met deze groep. Wethouder Bakker antwoordt dat de prognose samen met de Provincie wordt opgesteld. Er wordt rekening gehouden met groei van de bevolking als gevolg van arbeidsmigratie al dan niet vanuit Oost-Europese landen of gewoon vanuit de rest van het land omdat mensen een baan vinden die past bij hun profiel. De heer Van Groos begrijpt dat aan werkgevers de beperking wordt opgelegd dat alleen voor de mensen die kort verblijven huisvesting mag worden geregeld omdat in de buurt van bedrijventerreinen geen middellang en lang verblijf gewenst is, maar dat wil nog niet zeggen dat werkgevers niet iets ten zuiden van de A59 zouden kunnen regelen. Wethouder Bakker merkt op dat het niet verboden is dat bedrijven woningen regelen voor hun medewerkers, maar dit is wel op de reguliere woningmarkt. De heer Bögemann wijst op een grote groep mensen uit Azië die het werk gaat overnemen van de arbeidsmigranten die op dit moment het werk doen en vraagt of hier al rekening mee gehouden is. Wethouder Bakker is van mening dat er geen onderscheid moet worden gemaakt op basis van afkomst. Het zijn allemaal mensen die komen werken. Er worden geen onderzoeken gedaan bij mensen met een andere afkomst. Er is wel onderzoek gedaan onder mensen die al in Waalwijk verblijven, dat zijn voornamelijk Polen. 3.e Integraal Veiligheidsbeleid De heer Van Groos vraagt of de raad nog iets over dit raadsvoorstel heeft te zeggen omdat in punt 4 staat niet van toepassing (n.v.t). Op basis van de tekst in het raadsvoorstel zou verondersteld kunnen worden dat de raad het focusdocument vaststelt, maar uit het besluit blijkt dat dit bij het college ligt. Hij verzoek om verduidelijking. Portefeuillehouder Kleijngeld antwoordt in algemeenheid dat de raad een inbreng heeft anders zou het niet worden voorgelegd, maar er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat een aantal maanden geleden akkoord is gegaan met het Veiligheidsplan van Zeeland en West-Midden-Brabant waarmee één en ander wel moet matchen. Hij hoopt dat de behandeling in de raden van Gilze en Rijen, Loon op Zand en Waalwijk dezelfde uitkomst zal hebben. Hij weet niet welke interpretatie hoort bij niet van toepassing maar binnen de zojuist aangegeven beperking is er wel degelijk beleidsvrijheid. Het focusdocument is de jaarlijkse uitwerking van het IVP zoals dit al acht jaar wordt gedaan. Het college stelt dit vast en informeert de raad uitgebreid. Verslag van Input, 22 november

10 Mevrouw IJpelaar merkt op dat een speerpunt van het IVP is overlast en het bundelen van zorg en veiligheid. Over 13 maanden wordt de nieuwe wet verplichte GGZ ingevoerd. Dit betekent een overheveling die voor overlast en gevoel van onveiligheid kan gaan zorgen. Zij vraagt welke gevolgen dit heeft voor het veiligheidsbeleid. Zij vraagt voorts hoe de mensen in de wijken straks worden opgevangen. Afsluitend vraag zij of er concreet wordt nagedacht wie hierbij straks de regie neemt. Portefeuillehouder Kleijngeld reageert dat wanneer naar aanleiding van andere wetgeving de samenleving verandert daar vanuit veiligheid op ingespeeld moet worden. Bij bijvoorbeeld verwarde personen moet actueel ingespeeld worden op dat wat men tegenkomt. Als blijkt dat de maatschappelijke effecten van nieuwe regelgeving dusdanig is wordt dit besproken. Mevrouw IJpelaar heeft al eerder gewezen op de capaciteit van de politie. Zij vreest dat de druk nog groter wordt in verband met verwarde personen. Portefeuillehouder Kleijngeld doet binnen de kaders die er zijn zijn uiterste best. Binnen het totaal van het politieoptreden in Nederland is hij niet ontevreden over de capaciteit in de Langstraat. Er zijn 8 personen bijgekomen. Hij komt er met de dag meer achter dat het niet altijd verstandig is dat blauw op straat zichtbaar is, maar dat het ook belangrijk is dat er meer aan cybercrime wordt gedaan. Als de maatschappij verandert zal de politie dat altijd merken en daarom wordt de politie als zeer dienstbaar instituut aangemerkt. Mevrouw de Jongste mist in het overzicht het betrekken van de burgers die toezicht houden. Portefeuillehouder Kleijngeld antwoordt dat de inzet van burgers in buurtpreventieteams betekent dat Waalwijk boven de middenmoot uit steekt. Mevrouw de Jongste vraagt of dit ook op het focusblad vermeld zou kunnen worden. Portefeuillehouder Kleijngeld bekijkt of dit praktisch gezien mogelijk is. Mevrouw IJpelaar roept op ook de apps mee te nemen. 3.f Actualisering Meerjaren Investeringsprogramma Onderwijshuisvesting De heer Van Groos geeft aan dat de rapportage onderwijshuisvesting ooit aan de raad is gepresenteerd, maar nooit als vertrekpunt is vastgesteld. Hij vraagt waarom het college deze rapportage toch als uitgangspunt heeft genomen. Voorts vraagt hij waarom het college de investering voor deze plannen nooit heeft geregeld. Deze problematiek ontbreekt bovendien in het overdrachtsdocument. Wethouder Odabasi begrijpt de vraag volkomen, maar kent de overwegingen van het vorige college niet om dit wel of niet de raad voor te leggen. Zij zegt toe dat zij één en ander gaat checken. De heer Van Groos merkt op dat de wethouder er vanuit mag gaan dat dit geen overwegingen van het vorige college zijn geweest. Verslag van Input, 22 november

11 Wethouder Odabasi vervolgt dat zij dan niet weet hoe zij deze vraag moet beantwoorden. Portefeuillehouder Kleijngeld verduidelijkt dat het overdrachtsdocument als bedoeling heeft om zo veel mogelijk aan te geven wat de majeure ontwikkelingen zijn waarvan het verstandig is om over na te denken hoe hier in de toekomst mee omgegaan moet worden. Dit wil niet zeggen dat het overdrachtsdocument voor 100% compleet is. Als daarin een omissie is, wordt dit geconstateerd door de raad. 3.g Beschikbaar stellen krediet voor inpandige uitbreiding basisschool Teresia De heer Van Groos verwijst naar de rapportage die door het bestuur in samenwerking met de gemeente is opgesteld en begrijpt dat de scholen werken met een plafond in de vorm van bijzonder toelatingsregels. Het college neemt het plan als vertrekpunt in financiële zin, maar er is geen grens aangegeven. Hij verzoekt om verduidelijking. Wethouder Odabasi antwoordt dat er voor alle scholen een plafond in leerlingaantallen is vastgelegd. Voor de Teresiaschool is dat 250 leerlingen. Op dit moment is de huisvesting al krap. Op de zolderverdieping zijn provisorisch twee lokalen ingericht. Het plan is in de afstemming met de andere schoolbesturen meegenomen. De bekostiging was niet beschikbaar voor de kaderstelling waardoor dit niet is opgenomen. Zij weet niet waarom één en ander niet in het overdrachtsdocument is opgenomen. Er zijn op dit moment twee lokalen in Buurthuis De Amstel en twee lokalen op de zolderverdieping. Zij vindt het niet verantwoord om nog een jaar op deze manier door te gaan en daarom is één en ander als preprioriteit ingezet. De heer Van Groos bedankt de portefeuillehouder voor het open antwoord. Tijdens de raadsvergadering zal blijken hoe de raad hierover beslist. 3.h 2e herijking deelbegroting Jeugdhulp 2018 Regio Hart van Brabant De heer Van Groos merkt op dat er voorgesteld wordt om voorlopig een deel van het tekort te dekken uit de algemene reserve. De reserve transities die hiervoor was bedoeld is al uitgeput door allerlei afboekingen, onder andere de extra personele lasten voor het uitbreiden van het Team WijZ. Hij vraagt of dit achteraf bezien wel een handige werkwijze is geweest. Wethouder Odabasi antwoordt dat op dat moment de nood bij Team WijZ om de reorganisatie te bekostigen hoog was. Daarnaast is er altijd een reserve voor het Sociaal Domein waarin vorig jaar een overschot was dat naar de algemene reserve is gegaan. Een tekort wordt gedekt uit de algemene reserve. Het besluit is destijds genomen, wijs of niet, zij staat er nog steeds achter. Het overschot van 2017 is inmiddels bekend. Een andere oplossing heeft zij op dit moment niet. De heer Van Groos wijst op de oproep richting Hart van Brabant om uiterlijk 12 december een zienswijze te geven. Hij acht de kans groot dat in het portefeuillehoudersoverleg blijkt dat hier anders over gedacht wordt en vraagt hoe de wethouder denkt dat op te lossen. Verslag van Input, 22 november

12 Wethouder Odabasi gaat deze discussie aan binnen de jeugdcommissie. Zij heeft begrepen dat het besluit nog dit jaar genomen moet worden. Zij gaat zich inzetten voor een schriftelijke stemming. 4. Sluiting De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering. Verslag van Input, 22 november