Vergadering van De commissie Bestuur en Middelen. 24 januari Status verslag Concept. SGP en ChristenUnie de heer Schonewille, de heer Stoop

Transcriptie

1 Verslag Vergadering van De commissie Bestuur en Middelen Vergaderdatum 24 januari 2018 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer Mevrouw Walkate Verslag van de openbare vergadering van de commissie Bestuur en Middelen, gehouden op 24 januari 2018 in het provinciehuis te Den Haag AANWEZIG: Voorzitter: Griffier: de heer Weide mevrouw Pieters VVD de heer Van Staalduinen, de heer Brill PvdA mevrouw Matil PVV de heer Braam CDA mevrouw Kip, de heer Stolk, de heer Van der Bent SP de heer Metselaar D66 mevrouw Meurs GroenLinks mevrouw Sahin SGP en ChristenUnie de heer Schonewille, de heer Stoop 50PLUS de heer Bakx Partij voor de Dieren - AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: mevrouw Baljeu, mevrouw Bom-Lemstra Tevens aanwezig: de heer Van Kreveld, voorzitter Bezwarencommissie de heer Maas, afdeling Ontwikkeling en Grondzaken AGENDA: 1. Opening procedurevergadering 2. Opening overlegvergadering 3. Verslag vorige vergadering 4. Besluitenlijst vorige vergadering 5. Bespreekstukken 6. Sluiting 2. Opening overlegvergadering De VOORZITTER opent de overlegvergadering om uur en heet de gedeputeerden, de aanwezigen op de publieke tribune en de trouwe webcastkijkers thuis van harte welkom. 2a. Mededelingen Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Zwerus. Pagina11/16

2 2b. Vaststellen van de agenda De VOORZITTER stelt voor om de agenda vast te stellen. De agenda wordt vastgesteld. 2c. Spreekrecht Er hebben zich geen insprekers gemeld. 2d. Rondvraag De VOORZITTER deelt mee dat er geen rondvraag is ingediend. 3. Conceptverslag commissie Bestuur en Middelen van 6 december 2017 Het verslag wordt vastgesteld. 4. Conceptbesluitenlijst commissie Bestuur en Middelen van 6 december 2017 De besluitenlijst wordt vastgesteld. 5. Bespreekstukken 5a. Jaarverslag Bezwarencommissie 2016 De heer VAN KREVELD heeft 121 adviezen uitgebracht op bezwaren tegen besluiten van GS en PS. Er zijn 91 bezwaarschriften ingetrokken, wat betekent dat er informeel overleg is geweest en dat het niet tot een behandeling van de bezwaarschriften is gekomen. 50% van de bezwaren is in de adviezen gegrond verklaard. In 10% van 116 zaken zijn GS contrair gegaan. Het ging hierbij om gelijksoortige zaken. De rechtbank heeft de Bezwarencommissie voor een deel van die zaken gelijk gegeven en GS voor het andere deel. In het jaarverslag 2015 heeft de commissie aanbevelingen gedaan die door GS zouden worden opgevolgd. De commissie vindt dat het met de punten waarover zij zorgen had, goed gaat. Dat gaat over de zorgvuldige voorbereiding van de bezwarenprocedures, een goede bediening van de commissie en een tijdige informatieverschaffing. In het jaar 2016 heeft de commissie ook geen problemen ervaren met het inlevingsvermogen van de ambtenaren. De procedures verlopen plezierig en hopelijk ook voor de burger. In het jaarverslag 2016 doet de commissie één aanbeveling. De genomen besluiten worden soms algemeen gemotiveerd. De besluiten moeten concreet worden gemotiveerd. Dat eist extra inspanning maar voor betrokkenen is dat essentieel. Mevrouw KIP vraagt of de heer Van Kreveld het gevoel heeft dat de verminderde indiening van bezwaarschriften een dalende trend is. De heer VAN KREVELD denkt dat het aantal bezwaarschriften op en neer gaat en dat je niet kunt spreken van een dalende trend. Pagina 2/13

3 Mevrouw SAHIN vraagt wat er met een concreet besluit wordt bedoeld. Hoe moeten de besluiten worden verbeterd? De besluiten van de Omgevingsdienst worden alleen nog maar op het internet gezet en worden niet meer in de huisaan-huisbladen gezet. Zal dit invloed hebben op het aantal bezwaarschriften omdat sommige mensen niet digitaal vaardig zijn? De heer VAN KREVELD heeft zich geabonneerd op de kennisgevingen van de gemeente en de provincie van besluiten, aanvragen en mandaatregelingen. Als je eenmaal weet dat je je hierop kunt abonneren, dan wordt de informatievoorziening beter. De heer BRAAM vindt de cijfers mooi en nog mooier worden. Als er meer naar de bezwaarmakers was geluisterd, dan waren de cijfers misschien nog beter geweest. De heer VAN KREVELD merkt op dat, in het geval de commissie met de ambtenaren en de betrokkenen spreekt en men niet tot elkaar kan komen, er tijdens de zitting iets duidelijk wordt. In andere gevallen wordt er te weinig met elkaar gesproken. Het percentage gegrondverklaringen is niet erg. De provincie doet haar best om zorgvuldig besluiten te nemen, maar het gaat niet altijd goed. Het is goed dat er een bezwarenprocedure is zodat dit kan worden gerepareerd voordat de zaak bij de rechter komt. Als 50% van de bezwaren slaagt, dan komt het alsnog goed. De heer BRILL vindt het goed dat de termijnen in bijna alle gevallen worden gehaald. Wat hem opvalt, is dat de provincie voor 34% van haar beroepen in het ongelijk wordt gesteld. Wat zijn de oorzaken daarvan? Mevrouw BALJEU merkt op dat het percentage beroepen dat ongegrond wordt verklaard niet afwijkt van het percentage bij de andere provincies. De oorzaken van het percentage ongegrondverklaringen heeft te maken met de thema s, onderwerpen en procedures waarmee de provincie te maken heeft. Bij de volgende rapportage kunnen GS hieraan aandacht besteden. De VOORZITTER merkt op dat de vraag van mevrouw Sahin de volgende vergadering door de heer Vermeulen wordt beantwoord. Mevrouw KIP wil de commissie een compliment maken omdat daar veel werk wordt verzet. Spreekster vindt het een compliment waard dat een Natuurbeschermingswetzaak binnen de termijnen wordt behandeld. Spreekster is ook blij dat de aanbevelingen van de commissie door GS zijn opgevolgd. Het is fijn dat er stukken zijn toegevoegd over de administratieve beroepen en de vergelijking met andere provincies over het verloop van hogere rechtsgangen. Mevrouw BALJEU sluit zich aan bij de complimenten aan de Bezwarencommissie omdat daar goed werk wordt verricht. Ook complimenteert zij de ambtelijke organisatie omdat haar werkwijze in de bezwarenprocedure is verbeterd. De heer VAN KREVELD zal de complimenten overbrengen aan de collega s, de secretaris en de plaatsvervangende secretarissen van de commissie. Pagina 3/13

4 De VOORZITTER concludeert dat de gedeputeerde heeft toegezegd dat GS bij de volgende rapportage dieper zullen ingaan op de vraag waarom een derde van de beroepen gegrond wordt verklaard. 5b. Nota Grondbeleid De heer STOOP vindt dat de nota voortbouwt op de basis die is gelegd. De nota speelt in op de dynamiek die bij de wet- en regelgeving, het grondbeleid en de provincie aan de orde is. Deze nota is minder kaderstellend en wil meer aansluiten bij de huidige trends. Spreker is positief over de genoemde kernwaarden. De nota omschrijft een grondbeleid dat de maatschappelijke opgaven faciliteert. Tot de inwerkingtreding van de nieuwe wet geldt het huidige wettelijke kader. Dat wijkt op een aantal punten af van het toekomstige wettelijke kader. Spreker hoopt dat er voldoende flexibiliteit aan de orde is zodat de provincie zichzelf niet in de wielen rijdt. De fractie is positief over de nota. Mevrouw MEURS is niet beducht voor te weinig flexibiliteit, maar eerder voor te veel flexibiliteit. Kan de gedeputeerde die zorg wegnemen? Is er ook een versie van de nota voor dummy s? Daarmee bedoelt spreekster niet de inwoners van de provincie maar zij wijst hierbij op zichzelf. Hebben er al botsproeven plaatsgevonden? Waarom heet de nota Naar een opgavengericht grondbeleid? Is dit niet een opgavengericht grondbeleid? Kan de titel worden veranderd in nota Grondbeleid ? Haar fractie gaat akkoord met het voor vier jaar vaststellen van de nota Grondbeleid. Ook stemt de fractie in met het intrekken van het Uitvoeringskader strategische aankopen. Spreekster is positief over de nota, zeker over het idee om de instrumenten en rollen te koppelen in het kwadrantenniveau. Snappen de partners de cultuuromslag en gaan zij daarin ook mee? Wat gaat de provincie daaraan doen? Met welke partners is de nota afgestemd? De kernwaarden zijn niet scherp. In een paar opsommingen zijn ze verschillend omschreven. De kernwaarden moeten duidelijk zijn omdat zij een centrale rol vervullen. De provincie moet hierbij streven naar consistentie, voorspelbaarheid en transparantie. Dat is op dit punt niet helemaal gelukt. De heer BRAAM merkt op dat de nota prima past binnen de kaders die het college heeft vastgesteld. Dat zijn niet de kaders die de PVV in beeld heeft. De PVV kan op verschillende punten niet met de nota instemmen. Spreker is het eens met D66 die de opmerking heeft gemaakt dat de nota vol staat met wollige en bureaucratische teksten. De heer VAN STAALDUINEN zegt dat de nota past binnen de trend van de netwerkende overheid. Zij is meer gericht op kernwaarden en minder op kaderstellende regels. Het is goed dat in de nota de rol van de provincie aansluit bij het kwadrantenmodel van de NSOB. Hoe kan door het flexibel inzetten van het instrumentarium en het leveren van maatwerk het risico op willekeur worden beperkt en op welke manier stuur je daarop? De heer VAN DER BENT staat achter de kaderstellende tien kernwaarden die in het stuk zijn opgenomen. Met de schriftelijke beantwoording van de vragen door GS over de marktconformiteit gaat spreker akkoord. Het CDA vindt dat er een grens is aan het onteigeningsmiddel, zeker als het ten koste gaat van agrarische Pagina 4/13

5 gronden. De verantwoording voor het kopen en verkopen van grond is niet in de nota beschreven. Het BBV geeft daar kaders voor en ook in de begroting is daar een paragraaf voor. Als GS van tevoren het vertrouwen krijgen, dan is het belangrijk om achteraf verantwoording af te leggen. De heer METSELAAR kan zich vinden in de voorgestelde besluiten en de fractie sluit zich graag aan bij de suggestie om een versie voor dummy s uit te brengen. Een aantal punten in de nota is zo ingewikkeld opgeschreven dat het moeilijk is om de tekst te begrijpen. De heer BAKX is geen voorstander van het strategisch aankopen van gronden. De fractie ziet meer in een goede definiëring van welke plekken binnen de beschikbare gronden voor bepaalde doelen worden bestemd. De Aanvullingswet grondeigendom moet onder de Omgevingswet komen te vallen. De fractie is voor een faciliterend grondbeleid en is niet voor een actief grondbeleid. De grond blijft in particuliere handen en de provincie draagt zorg voor de aanleg van de publieke voorzieningen. De kosten hiervan worden verhaald op de ontwikkelaar van deze gronden. Is de gedeputeerde het hiermee eens? De fractie is kritisch over de toepassing van de Wet voorkeursrecht in het geval deze wet wordt gebruikt voor de strategische verwerving van gronden voor bouwgrond voor bedrijven en woningen. De hieraan verbonden risico s laat spreker graag over aan de normale marktontwikkeling in de vastgoedsector. Het is de vraag of de provincie bij de verkoop van gronden haar invloed verliest. Via de VRM en de nauwe samenwerking met gemeenten die bestemmingsplannen vaststellen, kan de provincie nog voldoende invloed uitoefenen op de ontwikkeling van deze gronden. Hoe verhoudt zich de opvatting dat grondbezit geen doel op zich is met het strategisch verwerven van gronden via de Wet voorkeursrecht? Hoe wordt de definitieve waarde van gronden bepaald als er geen overeenstemming tussen koper en verkoper wordt bereikt? Mevrouw MATIL wil dat elke vier jaar een nota Grondbeleid wordt opgesteld. Ook moeten GS verantwoording afleggen over de strategische aankopen. Dat zou ook moeten gebeuren voordat die aankopen worden gedaan. Haar indruk is dat de rol van PS kleiner wordt. Kan er een betere verantwoording komen anders dan via jaarverslagen en tussentijdse rapportages? Mevrouw SAHIN zal bij elke maatschappelijke opgave bekijken welke strategie GS kiezen. Wie bepaalt wat een strategische aankoop is? Politieke partijen kunnen verschillende opvattingen hebben over strategische aankopen. Hoe worden de afwegingen bij strategische aankopen voor het bereiken van doelen aan PS gerapporteerd? Mevrouw BOM-LEMSTRA deelt mee dat de titel van de nota wordt veranderd in nota Grondbeleid Het grondbeleid kan als een van de instrumenten worden ingezet voor het bereiken van opgaven waarvoor de provincie verantwoordelijk is. GS gaan met PS in gesprek als de opgaven worden behandeld. Dit beleid sorteert voor op de Omgevingswet. Mocht de Omgevingswet onverhoopt niet doorgaan, dan zal de provincie ook nog opgavengericht werken. Daarbij horen afstemmen, netwerken en bekijken hoe je bepaalt in welk kwadrant je je bevindt afhankelijk van de opgave. Er zijn nog geen Pagina 5/13

6 botsproeven gedaan. In het BBV is afgesproken dat de nota elke vier jaar wordt geactualiseerd. Aan de andere kant kan het zijn dat er niet veel is veranderd. Wel kan het beleid worden aangepast indien de maatschappij verandert. De vraag is gezien nut en noodzaak en inzet van mensen of het nodig is elke vier jaar een nieuwe nota Grondbeleid vast te stellen. De nota is afgestemd met Hollands Landschap, gemeenten, medeoverheden, adviseurs voor particulier grondbezit en rentmeesters. Als er een opgave voorligt, dan gaan GS bekijken in welk kwadrant zij zich bevinden. Zij bekijken wat hun taak en rol is. Dan wordt bepaald welk instrumentarium wordt aangewend waarbij rekening wordt gehouden met de kernwaarden. PS mogen deze manier van werken door GS vanuit de sturingsfilosofie verwachten. Van tevoren moet worden bepaald welke kernwaarden bij opgaven van toepassing zijn. In de paragrafen Grondbeleid in de begroting wordt uitgebreid gerapporteerd over het grondbeleid. Willekeur kan worden voorkomen door met elkaar te bepalen hoe de inzet zal zijn. Daarbij worden de kernwaarden in acht genomen. Bij de bespreking van de opgaven wordt bepaald of er sprake is van faciliterend of actief grondbeleid. Grondbeleid is geen doel op zich. Bij elke opgave wordt bekeken wat er nodig is en welke gronden daarvoor moeten worden gekocht. Bij die opgaven wordt bepaald of er strategische aankopen nodig zijn. Die bevoegdheid ligt bij GS. Voor de aan- of verkoop van gronden vindt een taxatie plaats. Als er vervolgens nog onduidelijkheid over de prijs is, dan wordt er naar de jurisprudentie gekeken. In de praktijk betekent dit dat partijen er dan met elkaar uitkomen. De heer MAAS deelt mee dat de provincie bij aankoop van gronden ook deskundigen van de tegenpartij inhuurt, zodat de tegenpartij in staat is om op deskundige wijze het gesprek met de provincie te voeren. De deskundige kan niet alleen zijn deskundigheid inbrengen, maar kan er ook voor zorgen dat er een zakelijk debat wordt gevoerd. Indien partijen er niet uitkomen, kan dit tot een onteigening leiden. Dit komt bijna niet voor. Mevrouw BOM-LEMSTRA overlegt met PS over de opgaven. Daar wordt de inzet van het grondbeleid bepaald. Achteraf rapporteren GS wat daarmee is gedaan. In het verleden wees PS in overleg met GS een gebied aan waar dingen moesten gaan gebeuren. Die manier bestaat niet meer omdat GS werken op grond van opgaven. Strategische aankopen zijn een bevoegdheid van GS maar worden gedaan nadat met PS de opgaven zijn besproken. Tweede termijn De heer STOOP zou het systeem van elke vier jaar een nieuwe nota opstellen, niet achterwege willen laten. Als de nota nog actueel is, dan kunnen GS het voorstel doen om de looptijd van de nota te verlengen. Ook kan het voorstel worden gedaan om hem voor de volgende periode vast te stellen. Mevrouw MEURS vraagt hoe de botsproeven er in de planning uitzien. In de dummyversie die de commissie in bezit heeft, gaat het onderste plaatje alle kanten op. Spreekster vindt het overzicht een instrumentenkoffer maar zij vindt het geen leidraad voor de werkwijze en de gedachtegang van de provincie. Pagina 6/13

7 De heer VAN STAALDUINEN lijkt het prima om vast te houden aan de vierjarige cyclus. Mevrouw BOM-LEMSTRA vindt het goed om aan de vierjaarstermijn vast te houden. Alle beleidsterreinen worden vanuit de integraliteit bekeken. De heer MAAS merkt op dat grondbeleid een instrument is en onderdeel uitmaakt van de opgave. De provincie heeft ervaring opgedaan met het bekijken wat de effecten zijn van de gekozen aanpak en of die haalbaar is. Ook wordt bedacht wat er mis kan gaan. Mevrouw BOM-LEMSTRA wil ingaan op het onderste tekeningetje waar de pijlen alle kanten uitgaan. Dat duidt erop dat elke opgave maatwerk is. Bij elke opgave kan een ander instrument op een bepaalde manier worden ingezet. Dat kan bij elke opgave anders uitpakken. De provincie wil op die manier op het grondbeleid sturen. Daarbij zijn de kernwaarden uitgangspunten. De VOORZITTER constateert dat de nota als hamerstuk op de PS-agenda wordt gezet. Over vier jaar wordt weer een nota aan PS gepresenteerd. 5c. Tussenrapportage Slimmer en sterker bestuur in Zuid-Holland 2017 De heer BAKX beschouwt de motie 679 als afgedaan. De vormen van samenwerking moeten niet worden gezocht om vooral zaken bestuurlijk gemakkelijk voor elkaar te krijgen, maar de samenwerking moet worden aangegaan om de democratische legitimiteit haar werk te laten doen zodat de inwoners begrijpen waarom die samenwerking tot stand is gekomen en waarom er een schaalvergroting plaatsvindt. Zijn fractie heeft vaak het gevoel dat de inwoners onvoldoende zijn betrokken bij het proces. Uit onderzoek blijkt dat 70% van de gemeenteraadsleden niet op de hoogte is van het proces voor herindeling en gemeenschappelijke regelingen. Het vastleggen van principes voor behoorlijke samenwerking, vooral voor democratie, legitimiteit en verantwoording is erg belangrijk voor zijn fractie. Uit onderzoek van het COELO blijkt dat de resultaten van de herindelingen en schaalvergrotingen zowel inhoudelijk als financieel niet positief zijn. Besparing van kosten en verbetering van dienstverlening na herindeling is nog niet aangetoond. Er zijn zelfs situaties waarbij het voorzieningenniveau niet beter is geworden maar juist slechter werd. Volgens het boek van de heer Van Oevelen met de titel Provincie in het nauw heeft de democratie een opfrisbeurt nodig. Dit onderwerp moet bediscussieerd worden. Waarom moet er alleen nationaal en lokaal aandacht worden geschonken aan democratische vernieuwing? Er moet ook in de provincie daaraan aandacht worden geschonken. Daarvoor zal de fractie voorstellen doen. Waarom is het initiatiefvoorstel van zijn fractie voor het monitoren van decentralisaties en transities niet aangenomen? Daarmee had de provincie haar voordeel kunnen doen. De samenwerkingstrein kan niet doordenderen zonder de democratische legitimiteit en voldoende betrokkenheid van de inwoners. Mevrouw MATIL deelt mee dat motie 609 als afgedaan kan worden beschouwd. Kan de motie ook bij andere regio s worden toegepast? Kan er een bijeenkomst worden georganiseerd waarbij verschillende partijen met elkaar praten over het Pagina 7/13

8 van onderop dingen organiseren? Het is jammer dat er in veel regio s nog geen goede samenwerking tot stand is gekomen. Wil de gedeputeerde de commissie informeren over de wens van sommige regio s om te gaan samenwerken zodat PS daarin een rol kunnen spelen? Spreekster heeft behoefte aan een bijeenkomst waar GS hun beschouwing over democratische legitimatie kunnen geven. De PvdA zou het prettig vinden als GS op die bijeenkomst ingaan op dossiers die binnen de gemeenten aan de orde zijn, zoals het tekort in de jeugdzorg. De provincie houdt immers financieel toezicht op de gemeenten. Mevrouw SAHIN heeft net als 50PLUS zorgen over de democratische legitimiteit. Het is verstandig om een bijeenkomst te organiseren met raadsleden en eventueel met deskundigen. Er moet een enquête onder de raadsleden worden gehouden met de vraag tegen welke problemen zij aanlopen op dit gebied. De bijeenkomst moet goed worden voorbereid, misschien door deze Statencommissie. De rapportage over de ontwikkelingen in de regio is goed opgesteld, waarvoor zij de ambtelijke organisatie complimenten wil geven. In de Leidse regio wordt verschillend gedacht over samenwerken, ook binnen de gemeenteraden. Spreekster vindt dat de provincie geen afwachtende houding moet aannemen. Zij zou graag willen dat de gedeputeerde samen met de Statencommissie zich intensiever met de regio gaat bemoeien. De heer METSELAAR is terughoudend ten aanzien van herindelingen. De fractie is voor de inbreng van onderaf. Het is goed dat de provincie vanaf het begin is betrokken bij het tot stand komen van het regionale eindbeeld. Het is niet duidelijk hoe wordt gemeten of gemeenten onvoldoende vooruitgang boeken. Hoe wordt de regie dan genomen en hoe kunnen de bewoners daarbij een rol spelen? De fractie wil graag kennisnemen van de toegezegde handreiking Kernen democratie. Spreker wil ook graag deelnemen aan een beschouwing van de Raad voor Openbaar Bestuur over de effecten van de bovengemeentelijke samenwerking. De fractie wil motie 695 aanhouden omdat de vragen die de fractie nog heeft voor haar relevant zijn. De heer STOLK deelt mee dat het CDA positief is over het werken met tussenrapportages. Het geeft een helder beeld van de voortgang die wordt geboekt nadat een beleidsnota is vastgesteld. De tussenrapportage gaat wel gepaard met een hoop achterliggende stukken en rapporten. Het gevaar bestaat dat het niet duidelijk is wat er wordt besloten. Het is goed dat GS sterk inzetten op het doen of laten doen van nader onderzoek. Spreker wil wijzen op een onderzoek dat vorige week is aangeboden aan de vaste Kamercommissie van de organisatie Public SPACE. Daarin is goed onderzoek gedaan naar betrokkenheid van inwoners en burgers bij gemeentelijke herindelingen en grenscorrecties. Daarin worden beelden geschetst waaruit de provincie lessen kan trekken. Het CDA heeft als uitgangspunt bij dit onderwerp vertrouwen in het lokaal bestuur. Het is aan gemeentebesturen zelf om na te denken over hun eigen toekomst. Zij ontwikkelen daarover ideeën en bepalen hun agenda. De provincie moet voorkomen dat zij de houding aanneemt goed te weten wat goed is voor de gemeenten. De maatschappelijke opgaven moeten leidend zijn in de beleidslijn van de provincie. Die maatschappelijke opgaven worden primair door de gemeenten zelf bepaald en niet door de provincie. Wat betekent een regionaal consistent eindbeeld? Welke criteria gelden hiervoor en hoe worden die getoetst? Pagina 8/13

9 Op het moment dat het begrip bestuurskracht moeilijk te hanteren is, kan het niet altijd worden gebruikt om dingen in gang te zetten. Het is een goede lijn om gezamenlijk zaken aan te pakken. Die lijn moet nog verder worden uitgewerkt omdat het provinciale instrumentarium beperkt is. Het lijkt niet logisch dat gemeenten worden heringedeeld omdat zij te afhankelijk zijn geworden van samenwerkingsverbanden. De samenwerkingsverbanden zijn aangegaan omdat de rijksoverheid veel taken naar de gemeenten heeft overgeheveld. Dat behoeft enige verheldering. Wat is de inzet van het college op dit punt? Dat geldt ook voor de aangekondigde wetswijziging van de WGR. Het zou goed zijn als de provincie meedenkt over bestuurlijke verantwoording afleggen en meer grip op gemeenteraden krijgen. Misschien kan de te wijzigen WGR de provincie een actieve rol geven. Het CDA heeft reserves bij het toenemende aantal ambtelijke fusies en de effectiviteit daarvan. Kan de gedeputeerde de kou uit de lucht nemen ten aanzien van de provinciale regie in de Leidse regio? Het is al een stap voorwaarts dat de vijf gemeenten een agenda hebben opgesteld voor de ambities en de uitdagingen. Zij willen nu de gemeenteraadsverkiezingen afwachten om met de nieuwe raden en de nieuwe colleges te bekijken in welke vorm de samenwerking het beste gestalte kan krijgen. Spreker ziet geen enkele reden om bij voorbaat uit te spreken dat dit niet vertrouwenwekkend is. Kan de gedeputeerde al een reactie geven op de brief van de burgemeesters van Voorne? De heer BRILL is blij dat de moties van de VVD in het stuk door GS zijn ingebracht. Motie 763 kan als afgedaan worden beschouwd. De provincie hoort vanaf het begin betrokken te zijn bij de samenwerkingsverbanden. Dit is in het regeerakkoord terug te vinden en komt overeen met de ervaringen van de fractie. De provincie moet de vinger aan de pols houden bij grensstreken van de provincie, gezien de ervaring met Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De fractie kan zich vinden in de rapportage over de verschillende gebieden. Het lijkt zinvol om na de verkiezingen langer stil te staan bij de ontwikkelingen en daarvoor in de agenda van de commissie tijd in te ruimen. Op welke wijze gaat de gedeputeerde reageren op de brief van de drie gemeenten op Voorne? Volgt zij de visie van de drie gemeenten? Uit de brief van GS over het regeerakkoord 2017 blijkt dat de provincie er financieel niet zo slecht voorstaat. Het beleid sluit op verschillende punten aan bij het regeerakkoord. Het overzicht en kansen voor Zuid-Holland had spreker graag eerder willen ontvangen. Mevrouw MEURS is blij met de actieve rol van GS om de commissie over alle ontwikkelingen te informeren. Ook is spreekster verheugd over de rol die de gedeputeerde heeft gespeeld om te proberen in bepaalde regio s bepaalde ontwikkelingen tot stand te brengen of te helpen versnellen. De fractie steunt het voorstel van de gedeputeerde om een bijeenkomst met raadsleden en de ROB te houden over de democratische legitimering van de gemeenschappelijke regelingen. De bestuurlijke onderwerpen in het regeerakkoord zijn in overeenstemming met en ondersteunend aan het provinciaal beleid. De versterkte rol die het Rijk aan de provincies geeft, moet actief worden opgepakt. Is de gedeputeerde het met D66 eens dat de provincie in sommige gevallen een herindelingsproces moet starten? D66 sluit zich aan bij de opvatting van de VVD om na de vorming van de nieuwe colleges te bekijken wat de nieuwe stand van Pagina 9/13

10 zaken is en daarover met de commissie het gesprek aan te gaan. Spreekster zou graag het onderzoek naar de ambtelijke fusies daarbij betrekken. De heer SCHONEWILLE vindt het lastig om integraal op de stukken te reageren omdat daarin veel is veranderd. De fractie zou graag opheldering willen hebben over de brief over het regeerakkoord. Wordt die per commissie besproken? Over de tabel in het totaaloverzicht zou hij duidelijkheid willen krijgen. Datzelfde geldt voor de impact van het regeerakkoord. Is er een financiële impact of een beleidsimpact? Is de impact positief of negatief? Waarom moet er 24 miljoen euro extra worden gereserveerd, gezien de financiële impuls die het nieuwe regeerakkoord aan de provincie geeft? Moet de provincie blij zijn met meer middelen, terwijl zij moeite heeft om het geld uit te geven? Is het essay van de heren Teisman en Voermans een probeersel en is het stuk een persoonlijke visie van de schrijvers? Het stuk legt de nadruk op het regelen van zaken en veel minder op het controleren ervan. Hoe kijkt de gedeputeerde daartegen aan? Het controleren van zaken is voor de fractie ook belangrijk. Het stuk zegt niets over de rol van de burger en de duidelijkheid rondom bevoegdheden. Dat vindt zijn fractie wat vreemd. Spreker vraagt zich af of het beeld van een kameleon niet op gespannen voet staat met een betrouwbare overheid. Er wordt gesuggereerd dat afhankelijk van de situatie een andere kleur kan worden aangenomen. De fractie is bang dat een overheid op het ene moment dit zegt en op het andere moment dat zegt. Wat denkt de gedeputeerde hiervan? Aan het voorstel voor een bespreking met raadsleden zou de fractie graag bestuurders toevoegen. Zou hierbij de Drechtraad niet moeten worden betrokken omdat die een bijzondere vorm heeft? Mevrouw BALJEU merkt op dat de tabel in de brief van GS over het regeerakkoord onderwerpen aangeeft die terugkomen in het bestuursakkoord. Op het moment wordt er met het kabinet, het IPO en de VNG vooral gesproken over het bestuursakkoord en wat daarin moet worden geregeld. Het is nog onbekend hoeveel geld er in het kader van het bestuursakkoord moet worden afgedragen. Het financiële plaatje is nog afhankelijk van het bestuursakkoord. Het thema is ingewikkeld omdat er verschillend over wordt gedacht, zowel binnen de provincie als binnen de gemeenteraden. GS willen met PS in gesprek blijven omdat het soms ingewikkelde trajecten zijn. Samenwerkingsvormen of een herindeling zijn langdurige trajecten. Die moeten worden ondersteund door de nodige documenten die niet voor besluitvorming voorliggen. In het regeerakkoord wordt niet ingevuld hoe de provincie de regie moet nemen. Hoe het gesprek met elkaar wordt aangegaan, zal van de regio afhangen. De minister wil naar de WGRregelingen kijken in het licht van de discussie over de democratische legitimatie. De VNG, het IPO en de provincie zullen met de minister gaan spreken. Zij kunnen dan zien hoe de minister hiertegen aankijkt en zullen ook zelf inbreng leveren. Om bestuurskracht te meten, wordt bekeken of er opgaven worden gerealiseerd. Ook wordt gekeken naar de voortgang bij samenwerkingsverbanden. Er kan geen definitie van bestuurskracht worden gegeven omdat die in elke situatie net iets anders is. Gesprekken hierover zijn in verschillende regio s gevoerd. In sommige regio s zal samenwerking van onderop gebeuren. Indien zij er niet uit kunnen komen, zullen zij de hulp van de provincie inroepen. Soms is een regio na een aantal onderzoeken met een verkenner bezig om naar een vorm van samenwerking te zoeken. De Leidse regio is heel belangrijk voor de provincie. De Pagina 10/13

11 gemeenten in de regio zijn het wel eens over de gezamenlijke ambities, maar de uitvoering ervan lukt niet. De provincie zou heel graag met de regio meedenken. PS zouden kunnen aangeven dat zij het belangrijk vinden dat er beweging komt in een eventuele samenwerking. Het is goed dat PS het gesprek met de regio hebben gevoerd. PS zijn dan op de hoogte wat er in die regio gebeurt. Dat kan ook in andere regio s plaatsvinden. Voorne is zelf aan het denken over stappen om sterker te worden. Hierover zal spreekster binnenkort met de drie gemeenten in gesprek gaan. Binnenkort wordt een stuk over ambtelijke fusies aan de commissie voorgelegd. Een essay is een stuk dat op persoonlijke titel is geschreven. GS willen het stuk met de commissie delen omdat het een bijdrage kan leveren aan discussies en afwegingen die de komende jaren aan de orde zijn. De democratische legitimatie is ook van toepassing op de provincie. De bijeenkomst met de raadsleden kan worden ingevuld, waarbij de ideeën van de Statenleden daarvoor worden meegenomen. GS controleren de regelingen voor samenwerking en in dat kader houden zij ook financieel toezicht op de gemeenschappelijke regelingen. De opmerkingen van de heer Stolk over het overhevelen van taken door het Rijk die soms nopen tot samenwerken met andere gemeenten, moeten in de discussie met het Rijk worden gemaakt. De heer STOLK vindt dat de provincie het kabinet erop moet wijzen dat het zelf heeft uitgelokt dat gemeenten te lang en te veel afhankelijk zijn van gemeenschappelijke regelingen die ook nog eens onvoldoende transparant zijn. Op grond hiervan moet er worden ingegrepen. Mevrouw BALJEU denkt dat de gemeenten dit het allereerste zullen doen. Het is niet gezegd dat er nooit meer heringedeeld hoeft te worden als er geen taken meer worden overgeheveld. De provincie heeft steeds meer ingezet op partnerschap. GS en de CdK willen heel graag het goede gesprek blijven voeren. Spreekster hoopt dat het beeld van de ivoren toren niet bij de Statenleden aanwezig is. De heer STOLK zegt dat dit het beeld is waarmee de provincie te kampen heeft. De provincie moet voorbeelden laten zien dat het anders kan. Mevrouw SAHIN vindt dat de heer Stolk een negatief beeld schetst van de provincie. Waaruit leidt hij af dat de provincie maar een kant wil opgaan, namelijk naar herindeling? De heer STOLK antwoordt dat hij hierover berichten in de kranten leest. Ook ziet hij dat dit in de campagnes binnen de gemeenten een rol gaat spelen. Mevrouw SAHIN herkent dit beeld niet. De Leidse regio vindt juist dat de provincie haar rol steviger mag pakken om de regio te helpen. De heer BRILL meldt dat hij de opmerking van de heer Stolk niet zo goed kan plaatsen. De afgelopen tijd heeft hij veel contacten gehad met de gemeentelijke bestuurders. Hij heeft niet het gevoel gekregen dat de provincie niet welkom is en als arrogant en belerend overkomt. Spreker hoort steeds meer geluiden van de gemeenten dat er toch iets moet gebeuren, ook al zullen zij dat niet in de verkiezingen uitdragen. Pagina 11/13

12 Mevrouw MEURS heeft ook andere verhalen over de provincie gehoord dan de heer Stolk nu verwoordt. Mevrouw BALJEU heeft de hulp van PS nodig om het door de heer Stolk geschetste beeld weg te nemen en om een goed gesprek met gemeenten en regio s aan te gaan, wat de inhoud hiervan dan ook is. De VOORZITTER concludeert dat de moties als afgedaan worden beschouwd, behalve de motie van de SP. De gedeputeerde stemt in met een overleg met de ROB. Kan de commissie aangeven wanneer zij met de BAR wil spreken? Wil zij met de raadsleden of de bestuurders spreken? Tweede termijn De heer BAKX zou het op prijs stellen om ook een delegatie van inwoners te betrekken bij de bijeenkomst met raadsleden en bestuurders. Mevrouw MATIL wil ook na de verkiezingen met de regio s in gesprek komen. Het is goed om na de bespreking van het stuk over ambtelijke fusies met een wethouder of raadslid te spreken. Het is voor de onderwerpen jeugdzorg en andere thema s waarbij de gemeenten met elkaar moeten samenwerken om de dossiers op een goede manier af te werken, belangrijk dat de democratische legitimatie wordt besproken. Mevrouw SAHIN is het eens met mevrouw Matil om vooraf casuïstiek met Statenleden en raadsleden te bespreken. Spreekster zou geen bestuurders voor de bijeenkomst willen uitnodigen omdat het daar gaat om de rol van volksvertegenwoordiger. De aanwezigheid van inwoners kan verwarrend voor hen zijn omdat zij niet weten wat hun rol is op de bijeenkomst. De heer STOLK wil graag gesprekken voeren met de andere regio s à la het gesprek met de Leidse regio. Als er regio s zijn die daaraan behoefte hebben, dan zou spreker hieraan gehoor willen geven. Het vervolggesprek met de BAR lijkt hem prima. Daarbij zou de fractie ook een aantal raadsleden willen betrekken. Het gesprek moet niet alleen worden gevoerd met een burgemeester of met de voorzitter van het samenwerkingsverband. De heer BRILL wil met nader te bepalen regio s gesprekken voeren. Het is niet raadzaam om inwoners daarbij te betrekken. Eerst moet van de raadsleden en de bestuurders worden gehoord wat hun standpunt is en welke mogelijkheden zij zien. De commissie moet eerst bespreken hoe de bijeenkomsten moeten worden ingevuld. Mevrouw MEURS wil het gesprek hierover in de commissie voortzetten op basis van goede informatie. Daarnaast moet het gesprek na de vorming van de nieuwe colleges weer worden opgepakt met de regio s waar het relevant is. Vervolgens kan worden bepaald welke regio s de commissie wil uitnodigen. Pagina 12/13

13 De heer SCHONEWILLE vraagt zich af of de inwoners iets aan een dergelijke discussie hebben. De aanwezigheid van inwoners is niet zo n goed idee. De kameleonkwaliteit gaat ervan uit dat het wel goed komt. Als je je maar heel goed aanpast aan je doelgroep en je situatie, dan kom je er wel uit met elkaar. Dat is de teneur. De fractie denkt dat het gevaar bestaat dat de inwoner misschien niet meer weet waaraan hij toe is. Als hij met het ene orgaan praat, hoort hij iets heel anders dan bij een ander orgaan. Mevrouw BALJEU wil wel uitdragen dat er een consistent beleid wordt gevoerd. Dat geeft in verschillende rollen met verschillende petten wel een kameleoneffect. Dat moet dan worden uitgelegd. Er is een aantal bijeenkomsten gepland om over deze thema s te spreken. De nieuwe raadsleden worden in de zomer geïnformeerd over de rol van de provincie. Aan het einde van het jaar wordt een bestuursbijeenkomst gehouden waar een bepaald thema wordt behandeld. De VOORZITTER concludeert dat de commissie na de nieuwe collegevorming van gemeenteraden een update zal vragen aan GS hoe zij kijken naar de bestuurlijke samenwerking in de diverse regio s. Aan de hand van dat stuk en de bespreking ervan in de commissie wordt bekeken met welke regio s zij wil spreken. De commissie gaat akkoord met een overleg met de ROB. Met de heer Aboutaleb wordt op14 februari 2018 een gesprek gevoerd. In juni 2018 wordt een kleine raadsledenbijeenkomst georganiseerd over MRDH-gerelateerde onderwerpen. In september 2018 wordt een bijeenkomst georganiseerd met alle nieuwe raadsleden. 6. Sluiting De VOORZITTER bedankt de aanwezigen voor hun aanwezigheid en inbreng en sluit de vergadering om uur. Pagina 13/13