Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem. Definitief Ontwerp. In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem. Deel 2: Richtinggevend gedeelte

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem. Definitief Ontwerp. In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem. Deel 2: Richtinggevend gedeelte"

Transcriptie

1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem Definitief Ontwerp In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem Deel 2: Richtinggevend gedeelte Oktober 2003

2 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN: OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN BEVESTIGT DAT ONDERHAVIG PLAN TER INZAGE VAN HET PUBLIEK OP HET GEMEENTEHUIS WERD NEERGELEGD VAN: TOT:. OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE GEZIEN EN DEFENITIEF AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN. OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE MINISTER OP.. DE MINISTER VERANTWOORDELIJK VOOR RUIMTELIJKE ORDENING VOOR STUDIEBUREAU VANSTEELANDT BVBA... TOM VANSTEELANDT ZAAKVOERDER 1

3 Inhoud 1 VISIE 5 2 BASISDOELSTELLINGEN 6 3 RUIMTELIJK CONCEPT 8 4 SYNTHESEBEELD VAN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 14 5 GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MESO NIVEAU GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR UITGANGSPUNTEN ELEMENTEN VAN DE GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR STRATEGISCHE ACTIES GEWENSTE RUIMTELIJK ECONOMISCHE STRUCTUUR UITGANGSPUNTEN ELEMENTEN VAN DE GEWENSTE RUIMTELIJK ECONOMISCHE STRUCTUUR STRATEGISCHE ACTIES GEWENSTE NATUURLIJKE STRUCTUUR UITGANGSPUNTEN ELEMENTEN VAN DE GEWENSTE NATUURLIJKE STRUCTUUR STRATEGISCHE ACTIES GEWENSTE RECREATIEVE STRUCTUUR UITGANGSPUNTEN ELEMENTEN VAN DE GEWENSTE RECREATIEVE STRUCTUUR STRATEGISCHE ACTIES GEWENSTE AGRARISCHE STRUCTUUR UITGANGSPUNTEN ELEMENTEN VAN DE GEWENSTE AGRARISCHE STRUCTUUR STRATEGISCHE ACTIES GEWENSTE VERKEERSSTRUCTUUR UITGANGSPUNTEN HOOFDELEMENTEN VAN DE GEWENSTE VERKEERSSTRUCTUUR 84 6 GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MICRO - NIVEAU 91 2

4 6.1 KERN ZOMERGEM-RONSELE LANDELIJKE WOONKERN BEKE WOONKERN OOSTWINKEL 99 7 OVERZICHT VAN DE ACTIES PER DEELGEBIED DEELGEBIED ZOMERGEM RONSELE DEELGEBIED BEKE DEELGEBIED OOSTWINKEL DEELGEBIED CUESTA DEELGEBIED HISTORISCH LANDSCHAP RO DEELGEBIED GEOPEND BULKENGEBIED DEELGEBIED NOORDELIJK BOSGEBIED 111 3

5 INLEIDING In het voorgaande deelrapport werd vooreerst inzicht verworven in de globale en sectorale beleidsvisies om nadien de bestaande ruimtelijke structuur op lokaal niveau te analyseren, en dit zowel naar de verschillende deelstructuren als naar de te onderscheiden deelruimten toe. Analyse van de bestaande, historisch gegroeide ruimtelijke context, evenals het onderzoek naar de ruimtelijke behoeften van de belangrijkste maatschappelijke activiteiten, verschaften inzicht in zowel problemen, kwaliteiten als potenties. In dit tweede deelrapport worden deze problemen, kwaliteiten en potenties gepositioneerd binnen een globaal en coherent ruimtelijk kader, die de visie omtrent de gewenste ruimtelijke structuur van de gemeente belichaamt. Deze gewenste ruimtelijke structuur voor de gemeente dient geënt te zijn op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder deze van de toekomstige generatie in het gedrang te brengen. 1 Het algemeen ruimtelijk kader zal dan verder uitgewerkt worden aan de hand van een aantal ruimtelijke concepten, zodat de visie kan gekoppeld worden aan de bestaande ruimtelijke structuur, om uiteindelijk tot de gewenste ruimtelijke structuur te komen. Deze gewenste ruimtelijke structuur zal op zijn beurt terug opgesplitst worden per deelruimte en deelstructuur. 1 Agenda 21 van de Verenigde Naties; AROHM, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen,

6 1 VISIE Zomergem kan beschouwd worden als een landelijke gemeente met een beperkte centrumfunctie. De gemeente draagt een zeer duidelijke historisch gegroeide structuur: drie afgescheiden kernen (Zomergem-centrum, Oostwinkel en Beke), het kanaal dat de gemeente doorkruist van noord naar zuid en de cuestarug die het westelijk deel van de gemeente domineert. Tijdens de afgelopen decennia hebben een aantal ontwikkelingen deze duidelijke structuur wat vertroebeld. Het oorspronkelijk sterdorp Zomergem werd verder uitgerokken door een aantal lineaire uitlopers voornamelijk in de richting van Lovendegem. Grootschalige verkavelingen zorgden ervoor dat de mazen van het sterdorp opgevuld raakten. Zo ontstond één aaneengesloten woonband Zomergem Ronsele. Ook Beke en Oostwinkel kenden een voornamelijk lineaire uitbouw. De ruilverkavelingoperatie zorgde ervoor dat het oorspronkelijk kleinschalig bulkengebied omgevormd werd tot een monotoon landbouwlandschap. Enkel het historisch landschap Ro, het cuestagebied en het noordelijk bosgebied vertonen nog voldoende landschappelijke kwaliteiten. Een goed ruimtelijk beleid dient op gepaste wijze een antwoord te vinden op deze ontwikkelingen. De gemeente wenst een sturend beleid te voeren, op maat van de gemeente, en dit zowel ten aanzien van de harde als ten aanzien van de zachte functies. Bij het bepalen van de ontwikkeling- en valorisatieperspectieven voor de open ruimte functies dient het fysisch landschappelijk basisweefsel als sturend mechanisme. Ook op vlak van wonen en werken moeten voldoende ontwikkelingskansen geboden worden. Om het landelijk karakter van de gemeente te behouden, is het noodzakelijk deze functies te bundelen en ruimtelijk af te bakenen. Hierbij staan verweving van functies en samengebruik van de ruimte centraal. Naast een sturend beleid staat ook een geïntegreerde aanpak voorop. Zowel de verschillende deelstructuren als de onderscheiden deelruimten mogen niet los van elkaar worden beschouwd. De verdere uitwerking van de visie in basisdoelstellingen en ruimtelijke principes vormt de garantie voor het samenspel en de coherentie tussen de te nemen maatregelen. Om deze visie te concretiseren en te synthetiseren kunnen we volgende metafoor hanteren: Een ontwikkeling van de functies wonen en werken op het ritme van de open ruimte. 5

7 2 BASISDOELSTELLINGEN De visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Zomergem vormt het aanknopingspunt voor het formuleren van een aantal basisdoelstellingen voor het ruimtelijk beleid in de gemeente. Zomergem: aangenaam om wonen in een kwaliteitsvolle en leefbare omgeving Aangenaam in de zin van het aanpakken van het bestaande woningpatrimonium en het stimuleren van nieuwe projecten. Er moet een verscheidenheid ontstaan aan woningtypes en woonomgevingen. Tegelijk dient de woonomgeving herkenbaar te blijven voor zijn inwoners. Belangrijke elementen hierbij zijn de inrichting van de openbare ruimte, de aanleg van groenvoorzieningen en buurtspeelpleinen in de woongebieden. De aanleg van groen wordt hierbij niet beschouwd als opvulling van restruimten, maar eerder als structuurversterkend element. Uitbouw van multifunctionele en beheersbare kernen Multifunctioneel in de zin dat verschillende functies elkaar dienen te ondersteunen en versterken, wat een bijdrage voor de kwaliteit van de gemeente kan betekenen. Beheersbaar in de zin dat er bundeling van ontwikkelingen dient plaats te vinden zonder dat het buitengebied wordt aangetast. Het gaat hier met name om de groei van het woningpatrimonium en de bedrijventerreinen. De groei mag niet ongeremd zijn, de overzichtelijkheid en de bereikbaarheid van alle functies moet bewaard en versterkt worden om de gemeente leefbaar te houden. In de kernen dient aandacht besteed te worden aan specifieke inbreidingsmogelijkheden. Voorzien van voldoende ontwikkelingskansen voor lokale economische dynamiek Ook de aanwezige economische dynamiek bepaalt voor een deel het draagvlak van de gemeente. In Zomergem wordt deze dynamiek voornamelijk gegenereerd door kleinschalige bedrijven. Ook voor deze bedrijvigheid dienen voldoende ontwikkelingskansen gecreëerd te worden, weliswaar rekening houdend met de draagkracht van de omgeving 2. Deze draagkracht verschilt van gebied tot gebied en van activiteit tot activiteit. Het is uiteraard niet eenvoudig om de draagkracht van een gebied eenduidig vast te stellen. Toch zal een goed gemeentelijk beleid de draagkracht van elke plek en van de gebruikers ervan als norm voor ogen houden bij het nemen van beslissingen. 2 De draagkracht van een omgeving wordt bepaald door de mate waarin menselijke activiteiten binnen de ruimte kunnen plaatsvinden of worden toegevoegd zonder dat deze activiteiten onderling in conflict komen en zonder schade te berokkenen aan het landschappelijk weefsel en de ecologische werking van het betrokken gebied. 6

8 Erkennen van het ruimtelijk gedifferentieerd fysisch - landschappelijk weefsel als basis voor verdere ontwikkelingen Het fysisch - landschappelijk weefsel gevormd door het reliëf (cuesta ten aanzien van de depressie), de bodemkundige diversiteit (droge en zandige ten opzichte van lemige en natte bodems) en het rivieren- en bekenstelsel dient terug als drager van de ruimtelijke structuur te functioneren, die de plaatsing van ruimtelijke elementen bepaalt. Het fysisch - landschappelijk weefsel zal richtinggevend zijn ten aanzien van de verdere ruimtelijke invulling. Op die manier zal men bij het toekennen van functies steeds a-priori rekening moeten houden met de randvoorwaarden gesteld vanuit de fysisch - landschappelijke basisstructuur. Deze benadering vertrekt vanuit een ruimtelijk gedifferentieerd beleid. Dit veronderstelt per ruimtelijk onderscheiden gebied een min of meerdere mate van flexibiliteit ten aanzien van de fysisch - landschappelijke basisvorm. Zo zullen ecologisch-landschappelijk waardevolle gebieden zeer scherpe randvoorwaarden kunnen stellen ten aanzien van de verdere ruimtelijke invulling, terwijl in andere gebieden deze waakfunctie een mindere rol krijgt toebedeeld. Ondersteunen van de landbouwactiviteiten De landbouw is steeds belangrijk geweest voor Zomergem. Niet enkel als sector, maar ook ruimtelijk speelt de landbouw een grote rol. We kunnen gerust stellen dat de landbouw in Zomergem als drager van het open - ruimte gebied functioneert. De hieruit voortvloeiende verantwoordelijkheid moet (kunnen) opgenomen worden door de agrarische sector. Er dient een geslaagde wisselwerking tot stand te komen tussen de natuurlijke structuur en het menselijk handelen, waardoor bepaalde gebieden hun ecologisch - landschappelijke waarde en andere gebieden hun landbouwwaarde kunnen behouden of verhogen. Het verbeteren van de verkeersleefbaarheid Problemen inzake verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid kunnen opgelost worden door een duidelijke hiërarchie binnen het lokaal wegenstelsel te brengen. De weginrichting zal bepaald worden aan de hand van de functie van een weg, zowel binnen de lokale of regionale verkeersafwikkeling als in de globale ruimtelijke constellatie. Bij de concrete inrichting van de weg dient men rekening te houden met de verschillende weggebruikers (fietsers, voetgangers, auto s, ). Ook het wegbeeld speelt een belangrijke rol, niet enkel ten aanzien van de verkeersveiligheid en -leefbaarheid, maar evenzeer als identiteitsbepalende factor ten aanzien van de ruimere omgeving. Aanvullend beleid ten aanzien van recreatie De aanwezigheid van enkele waardevolle landschappen, boscomplexen, het provinciaal domein en de historische dorpskern(en) zorgt voor en belangrijke potentie ten aanzien van het recreatief medegebruik. De kanalen kunnen als drager fungeren voor een aantal recreatieve bewegingen (fietsen, wandelen, paardrijden, ) en aldus de recreatieve ankerpunten verder versterken. Met uitzondering van het provinciaal domein is hoogdynamische verblijfsrecreatie niet gewenst. Bovenvermelde recreatievormen kunnen enkel beschouwd worden in harmonie met de hoofdfuncties van de open ruimte. 7

9 3 RUIMTELIJK CONCEPT De visie en de basisdoelstellingen worden vertaald in een ruimtelijk concept voor de gemeente, samengesteld uit een aantal ruimtelijke principes. Deze principes moeten steeds geïntegreerd benaderd worden. Ze dienen als kapstok voor het verder ruimtelijk beleid van de gemeente. Principe 1: De Keigatbossen en het Leen als groene polen Langs de noordwestelijke flank van de gemeente komen twee uitgestrekte boscomplexen voor : de Keigatbossen en de bossen van het provinciaal domein het Leen. Deze bossen fungeren als kerngebieden binnen de ecologische structuur op lokaal en bovenlokaal niveau. Bij de ruimtelijke ontwikkeling van deze boscomplexen en hun omgeving zullen duidelijke afspraken gemaakt moeten worden omtrent de nevenfuncties in deze gebieden. Landbouw, natuur en recreatie zullen op elkaar afgestemd moeten worden. De bestaande natuurgebieden dienen zoveel mogelijk behouden en waar nodig versterkt te worden. Tevens worden een aantal zoekzones voor potentiële bosuitbreiding aangeduid. 8

10 Principe 2 : Het Schipdonkkanaal als groen - recreatieve slagader Het Schipdonkkanaal heeft een belangrijke landschapsstructurerende werking binnen de gemeente. Het visualiseert immers de overgang van het cuestagebied en het historisch landschap Ro naar het geopend bulkengebied. Het kanaal bundelt de landschapsvormende en waterafvoerende functie met een recreatieve en een ecologische rol. Langs de westelijke flank van het kanaal is momenteel reeds een vrijliggende fietsweg aanwezig. Zaak is nu om van hieruit verbindingen te realiseren met het ommeland. Het Sas te Schipdonk vormt een eerste verwelkoming in de gemeente. Ter hoogte van het groengebied aan de Azaleastraat wordt de lokale recreant uitgenodigd een bezoek te brengen aan Zomergem centrum en het cuestagebied. De Rostijneweg zorgt voor de verbinding met het provinciaal domein. Langs de oostelijke flank wordt voorzien in de aanleg van een ruiterpad. Tenslotte kan ook gemotoriseerde waterrecreatie (pleziervaart) in beperkte mate ondersteund worden, o.m. door de nodige infrastructuur te voorzien in het groengebied aan de Azaleastraat. Naast haar recreatieve rol bezit het kanaal een ecologisch verbindende functie. Ze verzorgt namelijk de verbinding tussen de natuur- en natuurontwikkelingsgebieden van Nevele en de bossen van het Leen. 9

11 Principe 3 : Kruipuit, Leischoot, Bekebos, Meirlare, Huizegaver en Overdam als samenhangende landbouwruimten tussen de kernen De kernen Oostwinkel, Beke en Zomergem worden omringd door een aantal uitgestrekte landbouwruimten die worden aangeduid met de toponiemen Kruipuit, Leischoot, Bekebos, Meirlare, Huizegaver en Overdam. Het betreft hoofdzakelijk hoog gewaardeerde landbouw-gebieden met goed gestructureerde percelen en een goede bodemgeschiktheid ten aanzien van akkerteelten en weilandgebruik. Zaak is nu om de landbouwfunctie in deze gebieden ruimtelijk te ondersteunen. Dit veronderstelt het vermijden van verdere versnippering, maatregelen ter bevordering van de interne landbouwstructuur en duidelijke afspraken in verband met de andere functies in het gebied. Belangrijk is dat de visueel ruimtelijke relatie tussen de verschillende gebieden behouden blijft. Principe 4: Cuesta, noordelijk bosgebied en Ro als samenhangende landbouwruimten rond de groene polen In de omgeving van de Keigatbossen en het Leen vinden we drie samenhangende landbouwruimten terug. Het betreft eveneens hoog gewaardeerde landbouwgebieden met goed gestructureerde percelen en een goede bodemgeschiktheid ten aanzien van akkerteelten en weilandgebruik. Daarnaast dragen deze gebieden een belangrijke landschappelijke waarde. Zaak is nu om de landbouwfunctie in hun waardevol kader ruimtelijk te ondersteunen. Dit veronderstelt het vermijden van verdere versnippering, het accentueren en versterken van de typerende landschapskenmerken, maatregelen ter bevordering van de interne landbouwstructuur en duidelijke afspraken i.v.m. het recreatief medegebruik. Belangrijk is dat de ruimtelijk visuele relatie tussen de cuestaheuvel en het lager gelegen depressiegebied behouden blijft en eventueel door gerichte landschapsbouw geaccentueerd wordt. 10

12 Principe 5: Bundeling en verweving van activiteiten binnen de hoofdkern Zomergem Nieuwe ontwikkelingen inzake wonen, kleinhandel, kleinschalige bedrijvigheid, worden zoveel mogelijk opgevangen in de hoofdkern Zomergem. Om deze taak op zich te nemen, wordt gestreefd naar een ruimtelijk kwaliteitsvol ensemble. Kerngerichte versterking en verweving van functies staan hierbij centraal. Nieuwe woonprojecten dienen zoveel mogelijk aan te sluiten op de centrale as Markt Dreef (verdichting). Dit wil niet zeggen dat de ruimte binnen de hoofdkern volledig volgebouwd wordt. In het afgebakend woonweefsel wordt de nodige verluchting voorzien, door onder meer pleinvorming, strategische groenaanleg, behoud van huidige groene longen, enz. Het streven naar een ruimtelijk samenhangend ensemble versterkt de identiteit van de kern, een identiteit die steeds gelinkt blijft met de ligging aan de rand van de cuesta. Bij een kwalitatieve randafwerking van de kern dient dan ook de nodige aandacht besteed te worden aan het dorpssilhouet van Zomergem. Principe 6: Een ontwikkeling op maat voor Oostwinkel Principe 7 : Beke : versterken van de woonkern De woonkern Oostwinkel dient op zijn eigen ritme verder ontwikkeld te worden. Een grootschalige uitbreiding van de kern zou niet gepast zijn. De aandacht dient vooral uit te gaan naar een herwaardering van het bestaand woonpatrimonium en van het openbaar domein. Ter versterking van de bestaande kern kan een beperkte woonuitbreiding voorzien worden, m.a.w. een uitbreiding op maat. Tijdens het openbaar onderzoek van het ontwerp- PRS werd er door de gemeente bezwaar ingediend tegen de declassering van Oostwinkel tot gehucht. In Beke dient vooral aandacht besteed te worden aan het herwaarderen van het bestaand woonpatrimonium, aan de inkleding van het openbaar domein en aan de transparantie van het woonweefsel. Tussen de Paterstraat en de Oude Staatsbaan is een beperkt inbreidingsproject mogelijk aangezien Beke als woonkern is geselecteerd. 11

13 Principe 8: Optimaliseren en beperkt uitbreiden van het lokaal bedrijventerrein Kruisstraat Ook de kleinschalige bedrijvigheid dient zoveel mogelijk gebundeld te worden in het kerngebied Zomergem. Dit kan echter enkel voor bedrijven die verweefbaar of verenigbaar zijn met het wonen. Voor moeilijk verweefbare, lokaal ambachtelijke bedrijven moet elders ruimte worden voorzien. Daarbij gaat onze aandacht uit naar het bestaand bedrijventerrein Kruisstraat. Om tot een optimaal ruimtegebruik te komen, zal de huidige ambachtelijke zone intern gereorganiseerd worden. Deze interne reorganisatie zal echter niet volstaan om de ruimtebehoefte op te vangen. Er wordt dan ook geopteerd voor een beperkte uitbreiding van het bedrijventerrein Kruisstraat Rechts in zuidelijke richting. De ontsluiting van het terrein dient gericht te zijn op de Kruisstraat. Voorts wordt de nodige aandacht besteed aan de landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein en staat ook op het bedrijventerrein zelf een kwalitatief en zuinig ruimtegebruik voorop. Te vermelden is dat het BPA nr. 3 Ambachtelijke zone Kruisstraat in juli 2003 bij ministerieel besluit werd goedgekeurd. 12

14 Principe 9: Leischoot Ronseledorp Oostwinkeldorp, Korteboeken, Kruisstraat, Durmstraat, Nekke - Gentweg en Spinhoutstraat als ontsluitingswegen voor de gemeente Het grootste deel van de gemeente bevindt zich op regionaal vlak in een soort verkeersluw gebied. Er is geen drukke verkeersas die een groot deel van de gemeente doorkruist. In Beke dient de nodige aandacht besteed te worden aan een leefbare doortocht van de N9. De assen Leischoot-Ronseledorp- Oostwinkeldorp, Korteboeken, Kruisstraat, Durmstraat, Nekke Gentweg en Spinhoutstraat fungeren als ontsluitingswegen voor de hoofdkern Zomergem. De Kruisstraat - en eventueel op lange termijn de Moerstraat functioneren als ontsluitingsweg voor het bedrijventerrein. 13

15 4 SYNTHESEBEELD VAN DE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR In dit structuurplan wordt dus voor Zomergem een ontwikkeling vooropgesteld op het ritme van de open ruimte. Deze visie werd in het vorig hoofdstuk gekoppeld aan 8 principes. Doel van dit hoofdstuk is deze ruimtelijke principes tezamen te brengen en verder aan te vullen om op die manier een synthesebeeld te krijgen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor de gemeente. Dit synthesebeeld wordt dan verder uitgewerkt per deelstructuur in hoofdstuk 5 en per deelruimte in hoofdstuk 6. De belangrijkste elementen van de gewenste ruimtelijke structuur worden weergegeven op kaart 1. Zomergem is een gemeente met een zeer duidelijke structuur : een centraal gelegen hoofdkern aan de rand van een heuvelrug, volledig omringd door uitgestrekte landbouwruimten. Het is juist deze open ruimte die de gemeente als troef wenst uit te spelen. In deze gebieden wordt de landbouw verder ruimtelijk ondersteund, weliswaar met behoud van de huidige landschappelijke kwaliteiten. Deze landschappelijke kwaliteiten zijn nog nadrukkelijk aanwezig in drie gebieden, met name het heuvelachtige cuestagebied, het lager gelegen gebied van Ro en de omgeving van de bossen van het Leen. In deze gebieden gaan landbouwgebruik en landschapsbeheer hand in hand. In de Keigatbossen, de Potterse bossen, Motte bossen en de bossen van het Leen primeert de natuurfunctie. In het zeer nat gebied rond het Sas te Schipdonk staat een verweving van de functies natuur en landbouw voorop. In de landbouwruimten van het geopend bulkengebied staat het behoud van het open en agrarisch karakter voorop. Het natuurvriendelijk inrichten en beheren van de waterlopen die het gebied doorkruisen creëert niet enkel een ecologische, maar ook een landschappelijke meerwaarde. In het zeer nat gebied rond Huizegaver staat een verweving tussen de functies natuur en landbouw centraal. Het Schipdonkkanaal doorkruist de gemeente van noord naar zuid. Doel is dit kanaal in te zetten als groen recreatieve slagader. Een brede strook rond het Schipdonkkanaal zal op natuurgerichte wijze heringericht worden. De jaagpaden langs het kanaal kunnen dan weer aangewend worden voor recreatieve doeleinden. Ter hoogte van Zomergem - centrum wordt de slagader verbreed door de aanleg van een soort parkbos waarin enkele recreatieve voorzieningen kunnen gehuisvest worden. De kern Zomergem Ronsele is gegroeid tussen de hellingen van het cuestagebied enerzijds en het Schipdonkkanaal anderzijds. In deze hoofdkern dienen de gemeentelijke ontwikkelingen inzake wonen, bedrijvigheid, handelszaken en voorzieningen gebundeld te worden. Dit alles voor zover het gaat om lokale activiteiten die kunnen verweven worden met 14

16 het wonen. Voor commerciële functies wordt hierbij verwezen naar de as Markt Dreef Motje. Naast het verweven van functies staat een optimaal ruimtegebruik voorop. Dit impliceert het streven naar een zo groot mogelijke verdichting, weliswaar op maat van de gemeente en mits behoud van de nodige verluchting in het woonweefsel. Twee strategische inbreidingsprojecten in het hart van Zomergem concretiseren dit verdichtingsprincipe. Voorts komt het erop aan om de bestaande woonomgevingen zo aangenaam mogelijk te maken, o.m. door een aantal gerichte ingrepen op het openbaar domein (bvb. groenaanleg, bankjes, kerkwegels renoveren, enz.). Het verdichten van het bestaand woonweefsel - door inbreidingsprojecten en het innemen van reeds bouwrijp gemaakte gronden - zal echter niet volstaan om de toekomstige woonbehoeften op te vangen. Hiervoor zal het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden noodzakelijk zijn. Prioriteit wordt gelegd bij het ontwikkelen van een deel van het woonuitbreidingsgebied tussen Kleitstraat en Rijvers, met name het gedeelte dat het nauwst aansluit op de kern van Zomergem. Aansluitend op het kerngebied vinden we een aantal woonlinten terug die fungeren als een soort aanloopzone tot de kern van Zomergem. Binnen deze woonlinten is nieuwbouw op onbebouwde percelen mogelijk en wordt gestreefd naar een degelijke landschappelijke afwerking (voldoende groenelementen, behoud openheid). De gemeente opteert ervoor om Oostwinkel verder als kern te ondersteunen. Dit weliswaar mits het respecteren van de eigen landelijke identiteit. Deze ondersteuning werd reeds duidelijk gemaakt met het BPA Oostwinkeldorp, waarmee voorzien werd in een aantal bijkomende woongelegenheden naast de aanleg van een multifunctioneel plein en de uitbreiding van het kerkhof. Ook in Beke wenst de gemeente op korte termijn werk te maken van een inbreidingsproject in het gebied tussen de Paterstraat en de Oude Baan. Dit inbreidingsproject gaat gepaard met een herwaardering van het omgevend openbaar domein en met een kwalitatieve uitbouw van het bestaande voorzieningenaanbod. Alle aandacht wordt hier gevestigd op het inbreidingsproject. Bij de selectie van Beke als woonkern kan het woonuitbreidingsgebied conform de woonprogrammatie beperkt aangesneden worden. Moeilijk verweefbare, lokaal ambachtelijke bedrijven worden verwezen naar het bedrijventerrein lans de Kruisstraat. Ook sterk ruimtebehoevende voorzieningen zoals een stelplaats voor de Lijn, een brandweerkazerne of een parking voor vrachtwagens kunnen aansluitend op het bedrijventerrein voorzien worden. De ontsluiting van het bedrijventerrein is gericht op de Kruisstraat. In de landbouwruimten rond de kernen vinden we tal van zone vreemde activiteiten terug, gaande van residentiële bebouwing over ambachtelijke bedrijven en horecazaken tot aan de landbouw gerelateerde bedrijven (manèges). Aangezien deze activiteiten aanleiding kunnen geven tot een ongecontroleerde versnippering van de open ruimte, wordt een aangepast beleid uitgestippeld. De concrete uitbreiding- of herbouwmogelijkheden van bestaande woongebouwen of van gebouwen met ambachtelijke activiteiten en de mogelijke functiewijzigingen van landbouwbedrijven dienen gebiedsgericht afgewogen te worden. Een afweging op het ritme van de open ruimte dus. 15

17 5 GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MESO NIVEAU De gewenste ruimtelijke structuur vormt de verdere uitwerking van de visie, de globale doelstellingen en de ruimtelijke principes. De gewenste ruimtelijke structuur wordt verder uitgewerkt voor de verschillende deelstructuren namelijk de nederzettingsstructuur, ruimtelijk - economische structuur, agrarische structuur, natuurlijke structuur, recreatieve structuur en verkeer en vervoer. 5.1 GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR Uit de analyse van recente bevolkingsgegevens blijkt dat Groot - Zomergem een geleidelijke groei van de bevolking kent, een groei die evenwel niet gelijk verdeeld is over de verschillende kernen. Zomergem en Ronsele kenden gedurende de periode een sterke bevolkingstoename, terwijl Beke en vooral Oostwinkel te kampen hadden met een ontvolking. Beide kernen kennen daarenboven een vrij sterke vergrijzing. Voor de hele gemeente is er sprake van een sterke gezinsverdunning: het aantal personen per gezin vermindert, terwijl het aantal gezinnen toeneemt. De gesloten bevolkingsprognose toont aan dat de bevolking tot 2007 zal stijgen om nadien terug af te nemen. Deze toename is vooral te wijten aan de veroudering van de bevolking. Het aantal woongelegenheden zou in 2007 toegenomen moeten zijn met 283 eenheden ten opzichte van het jaar Om te kunnen voldoen aan de behoefte aan nieuwe woningen is er ruimte nodig. Vervanging- en verbeteringsbouw vragen geen bijkomende ruimteinname. Bij het uittekenen van de krachtlijnen inzake de gewenste woonstructuur is het niet enkel van belang rekening te houden met de kwantitatieve woonbehoefte, maar ook met de kwalitatieve woonbehoefte. Gezien de tendensen inzake gezinsverdunning en vergrijzing dient men naar de toekomst toe een ruimer aanbod te creëren inzake kleinere wooneenheden. 3 Rekening houdend met het advies van de afdeling Ruimtelijke Planning op de woonbehoeftenstudie ( ) werd enkel verder gewerkt met de bekomen cijfers van de ruimtelijk structuurplan Vlaanderen methode. Rekening houdend met het adviezen van de afdeling Ruimtelijke Planning naar aanleiding van de structurele overlegmomenten op en en van de plenaire vergadering op werd de woonbehoefte verder geactualiseerd en werden de realisatiegraden voor onbebouwde percelen verder gedifferentieerd. 16

18 De aanwezigheid van voorzieningen in Zomergem - centrum wensen we in de toekomst te versterken en verder kwalitatief uit te bouwen. Daarbij dient het principe van verweving en bundeling van activiteiten voorop te staan. Tevens wordt ernaar gestreefd dat elke kern, met uitzondering van Ronsele die bij Zomergem - centrum aanleunt zou beschikken over de belangrijkste gemeenschapsvoorzieningen, in het bijzonder een lagere school, een uitleendienst van de openbare bibliotheek,.deze voorzieningen dragen immers een belangrijke functie ten aanzien van de leefbaarheid in de kern Uitgangspu nten een woonbeleid gericht op kernversterking met inbreiding en beperkte verdichting en gecontroleerde woonuitbreiding; bij elk bouwproject voldoende aandacht besteden aan een ruimtelijk kwalitatieve invulling en een verantwoorde inpassing in het bestaand weefsel; renovatie van het woningpatrimonium en optimaler gebruik van woningen bevorderen en sterk ondersteunen; creëren van aantrekkelijke woonmilieus, ingepast binnen het eigen landelijk karakter van de woonkern. tegengaan van woningbouw in landelijk gebied: geen verdere groei van lintbebouwing en geïsoleerde bebouwing; differentiatie van de nederzettingsstructuur. 17

19 5.1.2 Elementen van de gewenste nederzettingsstructuur Voor wat betreft de beleidselementen wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdelementen van de gewenste nederzettingsstructuur, dit zijn deze elementen waar nieuwe ontwikkelingen inzake wonen gestimuleerd worden en de elementen van de nederzettingsstructuur in de open ruimte waar het beleid zich vooral richt op het omgaan met bestaande elementen. 1) Hoofdelementen van de gewenste nederzettingsstructuur In het informatief gedeelte werd een analyse gemaakt van het bestaand nederzettingspatroon. Er werd een onderscheid gemaakt tussen de hoofdkern Zomergem - Ronsele, de landelijke kernen Beke en Oostwinkel, de woonlinten en kleinere woonconcentraties en de verspreide bebouwing. Deze analyse vormt de basis voor een ruimtelijk gedifferentieerd woonbeleid voor Zomergem. De selectie van hoofddorpen en woonkernen, evenals de taakstelling inzake de verdeling van de toekomstige woonbehoeften, komt toe aan de provinciale overheid. Het initiatief voor het nemen van acties in verband met het toekomstig woonbeleid ligt echter bij de gemeente. HOOFDDORP ZOMERGEM In het ontwerp provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost Vlaanderen wordt Zomergem geselecteerd als hoofddorp. Een hoofddorp is een woon- en leefkern die over een goede uitrustingsgraad beschikt. Het wordt beschouwd als de groeipool van de nederzettingsstructuur in het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, werken, voorzieningen gebundeld wordt. Gelet op de aaneengesloten bebouwing met de kern van Zomergem vormt Ronsele morfologisch een onderdeel van het hoofddorp Zomergem. Daarenboven is de bevolking van Ronsele volledig aangewezen op de diensten en handel van Zomergem-kern. Het gros van de gemeentelijke woonbehoeften wordt in het hoofddorp opgevangen. Hierbij dient prioritair aandacht besteed te worden aan het verbeteren van het bestaand woningpatrimonium en aan verdichtingmogelijkheden binnen het huidige woonweefsel. Daarnaast kunnen nieuwe woongebieden aangesneden worden, voorzover het woonuitbreidingsgebieden betreft die aansluiten bij de bestaande kern en die de schaal van de kern niet overstijgen. Het mogen immers géén losse fragmenten vormen. Het toekomstig woonbeleid kan echter niet gebaseerd zijn op een louter kwantitatieve uitbreiding, het is vooral van belang de woonomgeving aantrekkelijk te maken zodat het aangenaam is om wonen. Dit veronderstelt voldoende groenelementen die de woonkern mee inkleden, een kwalitatieve herinrichting van het openbaar domein en vooral een duidelijke en herkenbare structuur, een eigen identiteit. WOONKERN OOSTWINKEL Tot grote verrassing werd Oostwinkel in het ontwerp-prs niet meer geselecteerd als woonkern. Tijdens het openbaar onderzoek werd hiertegen bezwaar ingediend o.a. om volgende redenen: - de historiek van Oostwinkel 18

20 - de overvloedige aanwezige uitrustingen - discriminatie bij de beoordeling - de ministeriële beslissing inzake BPA nr 2 Oostwinkeldorp enz.. In tegenstelling tot de hoofddorpen zijn de woonkernen beperkter qua omvang en uitrustingsgraad. Toch hebben de woonkernen nog een zeker draagvlak om voorzieningen duurzaam in stand te houden. Zij staan in voor het opvangen en bundelen van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die in de verspreide bebouwing in de gemeente ontstaat. In woonkernen kunnen echter geen nieuwe lokale bedrijventerreinen ontwikkeld worden. Ook hier geldt het beleid moet gericht zijn op het intern versterken van het woonweefsel, op het realiseren van een gedifferentieerde woningvoorraad, op een voldoende woningdichtheid en op het attractief maken van de woonomgeving. WOONKERN BEKE Beke wordt in de gewenste nederzettingsstructuur aangeduid als woonkern. In Beke zelf zijn een aantal kerngebonden voorzieningen aanwezig waaronder een bibliotheek, parochiezaal, een basisschool en een kerk. Het woonweefsel vertoont een vrij transparante structuur. Het beleid is gericht op het herwaarderen en het kwalitatief versterken van het woningenbestand met respect voor de landelijke eigenheid. Daarnaast is het beleid gericht op een ruimtelijke ondersteuning van de aanwezige kerngebonden functies en voorzieningen en op een herwaardering en kwalitatieve inrichting van het openbaar domein. Voor renovatie, conservatie of nieuwbouw dienen duidelijke architectonische richtlijnen opgesteld te worden. Binnen de contouren van het bestaande woongebied met landelijk karakter is nieuwbouw mogelijk. Gelet op de selectie als woonkern kan er een beperkt gedeelte van het woonuitbreidingsgebied worden aangesneden. Het betreft het gedeelte dat het dichtst aanleunt bij het te realiseren inbreidingsproject. WOONPARK Het betreft een vrij gestructureerd woongebied met een zeer lage bebouwingsgraad. De aanwezige groenelementen geven het geheel een residentieel en park achtig karakter ( wonen in het groen ). Gezien de vrij perifere ligging van deze woonparken is een verdere uitbreiding ervan niet gewenst. Het aansnijden van onbebouwde percelen in het gebied zelf kan enkel verantwoord worden indien het gaat om een morfologische versterking én indien rekening gehouden wordt met het groen karakter. Voor het behoud van het groen karakter kan verwezen worden naar de omzendbrief dd betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Werden geselecteerd als woonpark : de huidige woonparken Peperhoek en Parklaan WOONLINTEN ALS UITLOPER VAN DE KERN Het betreft middelgrote tot grote (min. 10 woningen) lintvormige woongroeperingen die nog een duidelijke ruimtelijk functionele band hebben met het kerngebied. In de vrij dense en geordende bebouwing zijn hier en daar ambachtelijke activiteiten of activiteiten van commerciële aard aanwezig. 19

21 Het ruimtelijk beleid is gericht op het kwalitatief versterken van het woonlint en dit conform de voorschriften van het woongebied met landelijk karakter. De nadruk ligt op het verweven van de woonfunctie met kleinschalige ambachtelijke of commerciële activiteiten. Het is niet de bedoeling nieuwe grootschalige handelszaken of ambachtelijke bedrijven toe te laten. Het aspect verweefbaarheid heeft hier zowel betrekking op de aard van de activiteiten als op de schaal van de productie- en verkoopruimten. De weerhouden woonlinten als uitloper van de kern zijn : In volgende gevallen gaat het om reeds op het gewestplan als woongebied met landelijk karakter erkende linten : Korteboeken Kruisstraat, Bauwerwaan Nekke Gentweg Haagstraat, Stoktevijver. De gemeente wenst het woongebied langs de Gentweg verder uit te breiden in noordwestelijke richting. Het betreft een al dan niet vervallen verkaveling in agrarisch gebied, bestaande uit 7 uitgeruste loten. Met een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hierbij tot een bestemmingswijziging overgegaan worden om aldus deze al dan niet vervallen verkaveling dezelfde stedenbouwkundige voorschriften te geven als het aangrenzend woongebied met landelijk karakter. Hiervoor kunnen volgende argumenten aangegeven worden : Het gebied is gelegen langs de gewestweg N461 en bevindt zich op amper 1,8km van het centrum van Zomergem. Het vormt een lineaire uitloper van het kernwoongebied van Zomergem. De verkaveling is gesitueerd binnen een huizengroep. Het perceel wordt links en rechts ingesloten door residentiële bewoning, terwijl ook de achterliggende percelen een niet agrarische bestemming kregen (zoals tuinen met grote bergplaats) Als nutsleidingen zijn electriciteit en waterleiding aanwezig. Tevens zijn de nutsvoorzieningen inzake TV distributie reeds aangelegd. Ter hoogte van de betrokken verkaveling is de langsgracht, die de afwatering van de weg opvangt, over de volledige lengte van de verkaveling overwelfd. Het verkavelde perceel heeft een totale grootte van slechts 7226 m² en is verdeeld over vier eigenaars, wat een gebruik ervan voor agrarische of para agrarische doeleinden nagenoeg uitsluit, de bevestiging van de woonfunctie van het gebied waartoe de verkaveling behoort, verhindert bijgevolg geenszins de (gewenste) ontwikkeling van de agrarische functie die in de omgeving aanwezig is. De eigenlijke landbouwgronden zijn gelegen rechtover de verkaveling, aan de overzijde van de straat. Deze gebieden zijn niet gelegen in een kwetsbaar gebied noch in een geklasseerd landschap. Dit gebied zal aldus opgenomen worden in een ruimtelijk uitvoeringsplan RUP omgeving Nekke-Gentweg Naar aanleiding van een bouwvergunningsaanvraag voor een perceel werd een weigeringsbesluit dd ingevolge een negatief advies van de gemachtigde ambtenaar afgeleverd. Het advies was gebaseerd op de rechtspraak die de Raad van State had ontwikkeld in het arrest nr dd , inzake Pieters. Tegen dit weigeringsbesluit werd beroep ingesteld bij de Bestendige Deputatie en vervolgens bij de Minister. Deze laatste heeft nog geen definitieve uitspraak verleend. Indien het beroep wordt ingewilligd dan is er geen RUP vereist, indien het niet wordt ingewilligd dan is er voor het ongedaan maken van de rechtsonzekerheid een RUP vereist. WOONLINTEN LOSSTAAND VAN DE KERN Het betreft middelgrote tot grote (min. 10 woningen) lintvormige woongroeperingen die geen ruimtelijk functionele band hebben met het kerngebied. Zij vertonen een geordende structuur met een vrij dense bebouwing. In de woonlinten Langestraat en Peperhoek Moerstraat komen naast de residentiële woningen ook enkele agrarische bedrijfszetels voor. In het woonlint langs de Grote Baan komen enkele horeca en kleinhandelszaken voor. Het ruimtelijk beleid is gericht op het kwalitatief versterken van het woonlint en dit conform de voorschriften van het woongebied met landelijk karakter. De nadruk ligt op wonen met een gemengd agrarisch karakter. Voor het woonlint langs de Grote Baan dient nagegaan te worden in hoeverre de bestaande commerciële en ambachtelijke activiteiten verweven kunnen worden met de woonfunctie. Het aspect verweefbaarheid heeft hier zowel betrekking op de aard van de activiteiten als op de schaal van de productie- en verkoopruimten. De weerhouden woonlinten losstaand van de kern zijn : De bestaande woongebieden met landelijk karakter in de Langestraat, Grote Baan, Peperhoek Moerstraat. 20

22 2) Strategie zonevreemde woningen PROBLEMATIEK Hierboven werden de ontwikkelingsperspectieven geschetst voor de hoofdelementen van de nederzettingsstructuur. In deze paragraaf worden de elementen van de nederzettingsstructuur in de open ruimte behandeld. Zomergem wordt immers, net als vele andere gemeenten in het buitengebied, geconfronteerd met een groot aantal woningen buiten de kerngebieden en woonlinten. Het merendeel van deze verspreid gelegen woningen is zone vreemd. UITGANGSPUNTEN Vier centrale uitgangspunten staan voorop bij het behandelen van de zonevreemde woningen : Om de ruimtelijke dynamiek in de open ruimte gebieden niet verder te verhogen, kunnen geen bouwpercelen voor nieuwe woningen gecreëerd worden buiten de bestaande woongebieden (met landelijk karakter), dit met uitzondering van de gronden die deel uitmaken van een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling en van de gronden die deel uitmaken van de (al dan niet vervallen) verkaveling langs de Gentweg (zie hoger). Alle zonevreemde woningen worden behandeld conform de bepalingen van het meest recente decreet. De zienswijze van de bevoegde minister is de volgende: De huidige decreten moeten als een strikt minimum gezien worden. Zij dienen als tijdelijke juridische houvast tot de gemeenten in hun GRSP een aan de plaatselijke toestand getoetste afweging de meest ruime vrijwaring van het eigendomsrecht verzekeren. Dit houdt in dat er een waarborg is naar de toekomst toe. Dit houdt in dat indien een meer recent decreet van het Vlaams Parlement ruimere mogelijkheden zou bieden dan diegene voorzien in het GRSP, men bij de opmaak van het RUP dit eveneens zou kunnen verwerken. Bij het opmaken van RUP s zonevreemde woningen dient erop toegezien dat voor alle eigenaars dezelfde rechten en plichten kunnen gelden, zodat geen discriminatie ontstaat tussen de inwoners van Zomergem en voor zover geen decretaal verbod bestaat. Voor de historisch waardevolle en typerende gebouwen dienen specifieke richtlijnen opgesteld te worden, teneinde hun erfgoedkarakter maximaal te vrijwaren. Het gaat niet enkel om de zonevreemde woningen op zich, ook de (vaak historisch zeer waardevolle en beeldbepalende) woningbijgebouwen zijn zonevreemd. In de huidige wetgeving is hieromtrent sprake van een lacune: er worden geen specifieke richtlijnen opgesteld i.v.m. deze zonevreemde bijgebouwen. Om die reden wordt er dan ook geopteerd om bij de behandeling van de zonevreemde woningen uit te gaan van huiskavels in plaats van woningen. Dit begrip kan als volgt gedefinieerd worden conform het Ministerieel Besluit van , gewijzigd bij MB van : de terreinen die ofwel behoren bij een vergunde woning, ofwel bij de vergunde bedrijfsgebouwen en met deze woning of bedrijfsgebouwen een ononderbroken ruimtelijk geheel vormen. De begrenzing van de huiskavel vindt plaats op basis van een duidelijk herkenbaar specifiek gebruik of op basis van een in het landschap duidelijk herkenbaar element (bvb. meidoornhaag, grachtjes, enz.) 21

23 OPLOSSINGSWEGEN 4 Herbestemming als woonlint In sommige situaties kan het aangewezen zijn om concentraties van zonevreemde huiskavels als geheel te herbestemmen als woonlint. Evenals voor de als woongebied erkende woonlinten (zie hoger) is het beleid gericht op het kwalitatief versterken van het lint. Bestaande gebouwen kunnen zich ontwikkelen als gebouwen in een woongebied met landelijk karakter. Er zijn dus m.a.w. geen volumebeperkingen. Verderschrijdende verlinting moet echter tegengegaan worden. Nieuwbouw op nog onbebouwde gronden is uitgesloten, met uitzondering van de gronden die deel uitmaken van een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. Ook bestaande handelszaken, ambachtelijke bedrijvigheid en horeca kunnen via een RUP of BPA bestendigd worden. Herbestemming als woonkorrel Woonkorrels verschillen wezenlijk van woongebieden omdat de woonfunctie enkel bevestigd wordt voor de bestaande huiskavels. Voor elk van de huiskavels die deel uitmaken van een woonkorrel worden specifieke richtlijnen opgesteld inzake het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande gebouwen. Hierbij wordt in principe geen verband gelegd tussen het bestaande en het nieuw toegelaten bouwvolume. Binnen de bestaande bebouwing zijn functiewijzigingen (bvb. van wonen naar horeca) mogelijk, voor zover de nieuwe activiteit verenigbaar is met de woonfunctie en zolang de ruimtelijke dynamiek van de agrarische omgeving niet verder overschreden wordt. Specifiëring als woonstip Woonstippen verschillen wezenlijk van woonkorrels omdat het wonen (en eventueel ook andere functies zoals kleinschalige ambachtelijke bedrijvigheid, horeca en kleinhandel) hier enkel als medegebruik erkend wordt in een deelgebied dat in zijn geheel bestemd blijft voor een andere functie (landbouw, natuur of verweving tussen beide). Het wonen wordt dus m.a.w. bevestigd als overlay van een agrarische of natuurbestemming (op het gewestplan of op een gewestelijk of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan). Om de ruimtelijke dynamiek in de open ruimte gebieden niet verder te verhogen, kunnen geen bijkomende, zuiver residentiële woongelegenheden of bouwpercelen voor nieuwe woningen gecreëerd worden, dit met uitzondering van zuiver residentiële woningen die ontstaan door stopzetting van een agrarische bedrijvigheid. Verder is de mate van medegebruik (m.a.w. de bebouwingsmogelijkheden op de huiskavel) afhankelijk van de ruimtelijke draagkracht van het omringend open ruimtegebied. Verfijning op basis van bouwfyische toestand en erfgoedwaarde 4 Deze oplossingswegen zijn gebaseerd op de brochure : Gebiedsgericht beleid voor zonevreemd wonen. Handleiding voor de gemeente (2001). 22

24 Zowel voor de huiskavels in woonkorrels als voor de woonstippen kan een bijkomende verfijning gebeuren op basis van de bouwfyische staat van de woning en op basis van het historisch waardevol karakter ervan. De erfgoedwaarde van een huiskavel kan betrekking hebben op de tradtionele setting van de woongroepering (bvb. historisch rijgehucht met woningen op bepaalde afstand tot de straat), de setting van de gebouwen op de huiskavels (bvb. vierkantshoeve, hoofdgebouw evenwijdig aan de straatzijde, enz.) en op de historische waarde van de gebouwen zelf (in zijn geheel of op een onderdeel ervan). Hiertoe kan een inventaris of een toetsingskader opgebouwd worden ter evaluatie. Voor de meest waardevolle gebouwen kan een bescherming als monument aangevraagd worden. TOEPASSING : Herbestemming als woonlint Woongroepering rond het kruispunt Kruisstraat Moerstraat Langeboeken : De bebouwing vertoont een vrij gesloten structuur terwijl naast de woonfunctie ook commerciële activiteiten voorkomen. De woongroepering bevindt zich momenteel gedeeltelijk in ambachtelijke zone en agrarisch gebied. De agrarische en ambachtelijke bestemming van deze woongroepering is duidelijk achterhaald. Woningen in groengebied langs Grote Steenweg: Langs de Grote Steenweg zijn 4 woningen gelegen in groengebied. Dit groengebied was bedoeld als buffering tussen het achterliggend bedrijventerrein (ACLAGRO) en de woningen langs de Grote Steenweg. De bestemming groengebied is echter achterhaald, gezien de aanwezigheid van enkele woningen in het groengebied. Deze woningen maken bovendien geïntegreerd onderdeel uit van het woonlint langs de Grote Steenweg en de Kruisstraat. Herbestemming als woonkorrel Een woonkorrel dient aan volgende criteria te voldoen : OMVANG : het betreft een concentratie van minimaal 25 woningen DENSITEIT : er is sprake van een vrij dichte woongroepering, m.a.w. er zijn weinig gaten in het woonweefsel (door omhaagde boomgaarden, tuinen) FUNCTIES : het betreft een residentiële woongroepering gemengd met andere activiteiten (o.a. ambachtelijke bedrijvigheid), eventueel met gemengd agrarisch karakter LOKALE VERSTRENGELING : het betreft een woongroepering met historische wortels 5. LIGGING T.O.V. DE KERN: het betreft een woongroepering die aansluit op één van de hoofdelementen van de gewenste nederzettingsstructuur LIGGING T.O.V. DE GEWENSTE NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR : het betreft een woongroepering die niet gelegen is in een gebied met als hoofdfunctie natuur of in een ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied ONTSLUITING : de woongroepering wordt ontsloten door een voldoende uitgeruste openbare weg Op basis van deze criteria werden volgende groeperingen geselecteerd als woonkorrel : Leischoot Langestraat Oostwinkelbrug Stoktevijver Langeboeken Zomergem Boven Hoetsel Nekke 5 Als historische basis werden de topografische kaarten uit het einde van de 19 de eeuw gehanteerd (dépôt de la guerre, ). Om een woongroepering als historisch te beschouwen, moet minimaal de helft van de huidige bebouwing te herkennen zijn op deze kaart. 23

25 Korteboeken Rijvers Welke huiskavels tot één van deze woonkorrels behoren, zal bepaald worden in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Specifiëring als woonstip : richtlijnen per deelgebied De mate van medegebruik wordt hier bepaald door de ruimtelijke draagkracht van het betrokken deelgebied van de gewenste agrarische of natuurlijke structuur. We maken dan ook een onderscheid tussen : Woonstippen in een prioritair gebied voor natuur op lokaal niveau: In de gewenste natuurlijke structuur worden de Keigatbossen en het Mottebos als prioritaire gebieden voor natuur op lokaal niveau naar voren geschoven. Op het grondgebied van de gemeente Zomergem zijn er in de Keigatbossen 3 zonevreemde woningen aanwezig. Het beleid ten aanzien van de huiskavels gelegen in één van deze gebieden is gericht op het bevriezen van de huidige ingreep. Enkel onderhouds- en instandhoudingswerken en kleine werken vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunning zijn toegelaten. Een gebouw kan wel herbouwd of verbouwd worden op dezelfde plaats van een vergund gebouw in geval van heirkracht (indien de woning geheel of gedeeltelijk vernield of beschadigd werd door storm, enz.). Bewoning in deze gebieden blijft dus in principe mogelijk, tenzij andere maatregelen zoals aankoop door de overheid zich opdringen. Woonstippen in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta: Het betreft een gebied met een belangrijke functie in het landbouwkundig functioneren op lokaal niveau én dat een unieke landschappelijke waarde bezit. Voor deze huiskavels wordt een ontwikkelingsperspectief vooropgesteld waarbij bestaande gebouwen verbouwings-, uitbreidings- en herbouwmogelijkheden zullen krijgen conform de vigerende wetgeving. Om de landschappelijke kwaliteiten echter te handhaven en verder te versterken, worden bijkomende randvoorwaarden opgelegd in verband met de verschijningsvorm van de woning. Dit impliceert maatregelen inzake maximaal toegelaten verharding, specifiek materiaalgebruik voor de gebouwen en de noodzakelijke groenaanleg rond de sites. Woonstippen in het groen recreatief integratiegebied Schipdonkkanaal : In het groengebied tussen Azaleastraat Stoktevijver en het Schipdonkkanaal zijn 3 zonevreemde woningen aanwezig. Het betreft een gebied dat belangrijke potenties draagt zowel op recreatief als op ecologisch vlak. Voor deze huiskavels wordt een ontwikkelingsperspectief vooropgesteld waarbij bestaande gebouwen verbouwings-, uitbreidings- en herbouwmogelijkheden zullen krijgen conform de vigerende wetgeving. Om de landschappelijke kwaliteiten te handhaven en verder te versterken, worden bijkomende randvoorwaarden opgelegd in verband met de verschijningsvorm van de woning. Dit impliceert maatregelen inzake maximaal toegelaten verharding, specifiek materiaalgebruik voor de gebouwen en de noodzakelijke groenaanleg rond de sites. Woonstippen in het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied langs het Schipdonkkanaal: Er zijn tal van woningen, maar ook ambachtelijke bedrijven en horecazaken geheel of gedeeltelijk gelegen in het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied langs het Schipdonkkanaal. De eigenaars zijn hierdoor verplicht om bij nieuwbouw of verbouwingen afstand te doen van meerwaarde. Omtrent deze zonevreemde woningen kan geen uitspraak gedaan worden zolang er nog niets beslist is over het al dan niet verbreden van het Schipdonkkanaal. De gemeente pleit dan ook voor 24

26 het opheffen van de rechtsonzekerheid van de aangelanden : ofwel schrapt men de reservatiestrook, ofwel onteigent men. Overige woonstippen: Naast de geselecteerde woonkorrels komen ook nog vele kleinere al dan niet lintvormige - woongroeperingen voor in het landbouwgebied. Daarnaast vinden we ook een aantal geïsoleerde woningen terug. Voor deze huiskavels wordt een ontwikkelingsperspectief vooropgesteld waarbij bestaande gebouwen verbouwings-, uitbreidings- en herbouwmogelijkheden zullen krijgen conform de vigerende wetgeving. Het opsplitsen in meerdere wooneenheden is uitgesloten. 3) Ruimtelijk beleid inzake voorzieningen VERSTERKEN EN KWALITATIEF UITBOUWEN VOORZIENINGENAANBOD IN KERNEN De aanwezigheid van voorzieningen in Zomergem - centrum wensen we in de toekomst te versterken en verder kwalitatief uit te bouwen. Daarbij dient het principe van verweving en bundeling van activiteiten voorop te staan. Tevens dient ernaar gestreefd te worden dat elke kern, met uitzondering van Ronsele die bij Zomergem - centrum aanleunt zou beschikken over de belangrijkste gemeenschapsvoorzieningen, in het bijzonder een lagere school, een uitleendienst van de openbare bibliotheek,.deze voorzieningen dragen immers een belangrijke functie ten aanzien van de leefbaarheid van een kern. In het BPA Oostwinkel werd reeds ruimte geboden voor een beperkte uitbreiding van het kerkhof. De voorzieningencluster op het einde van de Bevrijdingsstraat nl. het containerpark, waterzuiveringsinstallatie, administratieve diensten dient verder kwalitatief uitgebouwd te worden. EEN NIEUWE VOORZIENINGENCLUSTER AANSLUITEND OP HET BEDRIJVENTERREIN Doel is om aansluitend op het bedrijventerrein Kruisstraat Rechts ruimte te bieden voor het hervestigen van de stelplaats van de Lijn, voor het hervestigen van de brandweerkazerne en voor het creëren van een nieuwe stelplaats voor vrachtwagens en van een bedrijfsverzamelgebouw (of doorgangsgebouw) voor nieuw startende bedrijfjes. worden. hervestigen van de stelplaats van de Lijn Het gemeentebestuur is geïnteresseerd in het verwerven van de huidige stelplaats van de Lijn met dienstwoning aan de kop van de Dreef. In overleg met de Lijn wordt er in de uitbreiding van de bedrijvenzone een nieuwe inplanting van 8000 m² voorzien. De Lijn heeft zich hieromtrent akkoord verklaard. In het Schepencollege wordt voor de huidige stelplaats vooral gedacht aan complementaire functies aan het wonen zoals het onderbrengen van een cultureel centrum en het huisvesten van bejaarden. hervestigen van de brandweerkazerne Momenteel is de brandweerkazerne gevestigd in de Blauwersstraat. De huidige gebouwen voldoen niet meer aan de nodige vereisten en zijn dringend aan renovatie en/of herbouw toe. Bovendien zijn er te weinig uitbreidingsmogelijkheden op de huidige site zelf, o.m. voor het vergroten van de parking en het voorzien van een veilige toegangsweg. Het Schepencollege heeft beslist om in het BPA ambachtelijke zone Kruisstraat een terrein voor te behouden voor de inplanting van een ruime brandweerkazerne. Een grondinname van ongeveer 4000 m² wordt vooropgezet. 25

27 creëren van een nieuwe stelplaats voor vrachtwagens De gemeente wordt geconfronteerd met het her en der parkeren van vrachtwagens langsheen de wegen. Hieraan wenst men dringend een oplossing te geven, o.a. door het uitvaardigen van een politiereglement en door het voorzien van een parking (ongeveer 8000m²). een bedrijvencentrum De gemeente wenst er een bedrijvencentrum op te richten. Hieronder verstaat men een samenhangend geheel van bedrijfs- en kantoorruimtes die tijdelijk aan starters en/of een nieuwe vestiging van een bestaand bedrijf ter beschikking worden gesteld, waarbij tevens gemeenschappelijke diensten, accommodatie en permanent advies en begeleiding worden aangeboden. Een grondinname van ongeveer 5.000m² wordt vooropgezet. In totaal wordt er voor deze voorzieningen een ruimte van max. 2,5ha voorzien aansluitend op het bedrijventerrein Kruisstraat Rechts en het bestaande Belgacomgebouw langs de Moerstraat. Deze ruimte is reeds aangeduid in het BPA Ambachtelijke zone Kruisstraat. AFWEGINGSKADER JEUGDTEHUIS DE KERHOEK Het jeugdtehuis de Kerhoek is gelegen aan de kruising van Meirlare met Kerhoek. De huidige site is ongeveer 1ha groot en omvat één langwerpig woongebouw. De site is volledig in agrarisch gebied gelegen en is aldus zonevreemd. Momenteel biedt het tehuis onderdak aan 16 jongeren. Men wenst dit aantal verder op te drijven, gezien er steeds meer jongeren begeleiding behoeven. Dit blijkt voldoende uit de recente evolutie inzake Bijzondere Jeugdzorg. Het betreft een tehuis voor adolescente jongens, die omwille van velerlei complexe problemen (tijdelijk) niet meer thuis kunnen verblijven. Deze jongens worden doorverwezen door de Jeugdrechtbank, het Comité van Bijzondere Jeugdzorg en soms door het OCMW. Herlokalisatie van het jeugdtehuis de Kerhoek is om pedagogische redenen uitgesloten. Het huidige gebouw dateert overigens van vóór de totstandkoming van het gewestplan. De site bevindt zich in het samenhangend landbouwgebied Meirlare. Dit landbouwgebied kenmerkt zich door het voorkomen van open, wijdse vlakten met grondgebonden landbouw en enkele verspreid gelegen landbouwzetels en hier en daar een kleine woongroepering (Kerhoek, Meirlare). Door de beperkte hoogte blijft de visuele impact van het gebouw nog vrij beperkt. De aanwezige activiteiten genereren een beperkte dynamiek in het landelijk gebied. Gezien de jongeren permanent verblijven op de site, blijft de aan- en afvoer van personenwagens vrij beperkt (in tegenstelling tot een school bijvoorbeeld). Om die redenen kan er dan ook geopteerd worden de site als dusdanig een meer geëigende bestemming te geven (bvb. als zone voor openbaar nut). Eventuele uitbreidingsmogelijkheden dienen verder onderzocht te worden in functie van de ruimtelijke draagkracht. 26

28 Volgende randvoorwaarden dienen hierbij te worden gerespecteerd : de nieuwe gebouwen dienen zo dicht mogelijk aan te sluiten op het bestaand gebouw bij de architectuur van de nieuwe gebouwen moet schaalbreuk met de agrarische omgeving vermeden worden. Aandacht dient te worden besteed aan een aangepaste landelijke bouwstijl de site dient op afdoende wijze landschappelijk ingekleed te worden. 27

29 5.1.3 Strategisch e acties Om bovenvermelde ontwikkelingsperspectieven te realiseren kunnen een aantal ruimtelijke beleidselementen worden aangehaald: Verdelen van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden : woonprogrammatie Realiseren en begeleiden van sociale bouwprojecten Optimaliseren van de bestaande woningvoorraad Opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen of bijzondere plannen van aanleg voor woonuitbreidings- en binnengebieden Behandelen zonevreemde woningen in ruimtelijke uitvoeringsplannen Opmaak RUP voor het zonevreemd jeugdtehuis de Kerhoek 1) Verdelen van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden : woonprogrammatie Uit de woningbehoeftenstudie kwam naar voren dat er een behoefte bestaat van 283 bijkomende woningen in de periode voor de eigen inwoners van de gemeente. De bouwgrondreserves aangegeven in het gewestplan (i.c. woongebied, woongebied met landelijk karakter en woonuitbreidingsgebied) volstaan ruimschoots om deze behoefte op te vangen. Vanuit het uitgangspunt van duurzaam ruimtegebruik is het echter niet te verantwoorden méér bouwgrond aan te snijden dan er werkelijk behoefte naar is en deze bouwgronden in één maal op de markt te brengen. Dit zou een verspreid bebouwingspatroon en een weinig gedifferentieerd woningaanbod opleveren ( wet van de sterksten ). Hiertegenover staat het voeren van een gefaseerd en een gericht woonbeleid, waarbij er per periode en per kern wordt gekeken naar de mogelijkheden om de woonbehoeften op te vangen. De gefaseerde ontwikkeling van de diverse woongebieden dient zoveel mogelijk vanuit het centrum te gebeuren, rekening houdend met het principe van kernversterking. Indien er moeilijk omzeilbare obstakels opduiken in verband met het verwerven en/of het realiseren van bebouwbare percelen in woonuitbreidings- en wooninbreidingsgebieden, dient voldoende flexibiliteit vertoond te worden ten aanzien van de woonprogrammatie. VERDELING VAN DE WOONBEHOEFTEN PER KERN Eerst en vooral dienen de woonbehoeften verdeeld te worden onder Zomergem-Ronsele, Oostwinkel en Beke, rekening houdend : Zomergem en Ronsele maken onderdeel uit van het hoofddorp het voorstel om Oostwinkel als woonkern te selecteren de aanduiding van Beke als woonkern. Te vermelden is dat volgens het ontwerp PRS (versie 19 maart 2003) Beke als woonkern wordt geselecteerd. Dit houdt in dat het woonuitbreidingsgebied desnoods beperkt kan aangesneden worden. 28

30 Hiervoor kunnen drie verdeelsleutels gehanteerd worden : Een verdeling op basis van het eigen groeiritme van de kern, m.a.w. een verdeling op basis van de berekende woonbehoeften per kern Een verdeling op basis van de verdeling van het aantal woningen in 1991, m.a.w. er wordt geopteerd om de verhouding van de woningvoorraad in 1991 tussen Zomergem-Ronsele, Oostwinkel en Beke te hanteren als te realiseren beleidskeuze in 2007 Een verdeling op basis van de gewenste nederzettingsstructuur. Zomergem Ronsele wordt duidelijk naar voren geschoven als hoofddorp, m.a.w. het gros van de woonbehoeften dient hier opgevangen te worden (86%). Hierbij gaan we niet enkel uit van de ontwikkeling van Zomergem Ronsele, maar in het hoofddorp wordt ook een deel van de woonbehoeften uit Oostwinkel en Beke opgevangen. 7% van de woonbehoeften wordt opgevangen in Oostwinkel, rekening houdend met de realisatie van een kernversterkend project. 7% van de woonbehoeften wordt opgevangen in Beke, rekening houdend met de inbreidingsmogelijkheden en het beperkt aansnijden fan het woonuitbreidingsgebied. De toepassing van deze verdeelsleutels leidt tot volgend resultaat : Tabel 1: Toepassing verdeelsleutels op gemeentelijke woonbehoefte Methodiek Zomergem - Ronsele Oostwinkel Beke Totale woonbehoeften Volgens woonbehoeften % 20 7% 25 9% 283 Volgens aantal woningen % 25 9% 23 8% 283 Volgens accentueren Zomergem % 20 7% 20 7% 283 Ronsele als hoofddorp Bron: eigen berekeningen Vanuit het vooropgestelde principe van kernversterking werd geopteerd voor een verdeelsleutel volgens het accentueren van Zomergem Ronsele als hoofddorp. Aldus bekomt men 243 bijkomende wooneenheden voor Zomergem Ronsele, 20 voor Oostwinkel en 20 voor Beke. WAAR VANGEN WE DE WOONBEHOEFTEN OP? De kwantitatieve opties inzake het te realiseren woningaanbod tot 2007 kunnen niet als quotum worden gehanteerd voor het afleveren van vergunningen binnen de woongebieden. De kwantitatieve opties moeten fungeren als toetskader voor de planning. 1. DOOR VERDICHTING IN ZOMERGEM - CENTRUM Onder verdichtingsmogelijkheden wordt het vervangen van eengezins- door meergezinswoningen verstaan binnen het bestaand woonweefsel. Verdichtingsprojecten komen tegemoet aan de vraag naar kleinere wooneenheden. Hiermee wordt ingespeeld op de behoefte van specifieke doelgroepen zoals starters, bejaarden en alleenstaanden. Bovendien worden door verdichting extra woongelegenheden gecreëerd zonder bijkomend ruimtebeslag. In de periode werden 16 nieuwbouwvergunningen voor meergezinswoningen afgeleverd, wat resulteerde in 92 nieuwe wooneenheden. Deze nieuwe wooneenheden zijn dus grotendeels door verdichting tot stand gekomen. Tijdens de voorbije 11 jaar kwamen er 29

31 dus gemiddeld 8 à 9 wooneenheden per jaar door verdichting bij. Deze verdichting werd uitsluitend gerealiseerd in Zomergem centrum, in de omgeving van de Markt en de Dreef. Indien de trend van de voorbije 11 jaar lineair wordt verder gezet, zouden er in de periode à 54 wooneenheden door verdichting kunnen bijkomen. De gemeente wenst deze trend echter niet lineair verder te zetten. Een verregaande verdichting zou immers botsen met het landelijk beeld van de kern. Op die manier wordt dan ook rekening gehouden met een toename van 30 wooneenheden door verdichting tijdens de periode Deze verdichtingsmogelijkheden gelden enkel voor de kern Zomergem Ronsele. 2. DOOR HET AANSNIJDEN VAN DE JURIDISCHE VOORRAAD In tweede instantie komen de reeds uitgeruste of bouwrijp gemaakte percelen aan bod. Op het moment van de terreinopname in juni 1998 waren er dat 214. Tijdens de jaren 1998, 1999 en 2000 werden 52 vergunningen afgeleverd voor de bouw van eengezinswoningen. We kunnen dus veronderstellen dat er op 1/1/2001 nog = 162 onbebouwde, uitgeruste percelen overblijven. Het betreft zowel percelen langs uitgeruste weg als kavels die deel uitmaken van een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling. Niet al deze theoretisch beschikbare kavels zullen de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt komen. In de literatuur 6 wordt aangenomen dat op een periode van 10 jaar ongeveer 30% van de uitgeruste gronden gerealiseerd zal worden. De toepassing van deze 30% - norm geeft volgend resultaat : Zomergem Ronsele : 45 onbebouwde percelen langs uitgeruste weg die zullen vrijkomen in de periode Oostwinkel : 2 onbebouwde percelen langs uitgeruste weg die zullen vrijkomen in de periode Beke : 2 onbebouwde percelen langs uitgeruste weg die zullen vrijkomen in de periode Te vermelden is dat de toepassing van de 30%-norm van de periode nagenoeg overeenkomt met de 45%-norm voor een periode van 10 jaar. Deze globale norm benadert de gemiddelde realisatiegraad (30% en 80%) van de provinciale taakstelling. 6 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AROHM, bestuur Ruimtelijke Ordening, Het Algemeen en Bijzonder Plan van Aanleg als actueel beleidsinstrument (1991)

32 3. DOOR DE REALISATIE VAN HET BPA NR. 2 - OOSTWINKELDORP Op basis van de woonbehoeftestudie werd gestart met de opmaak van een BPA voor het aansnijden van een deel van het woonuitbreidingsgebied te Oostwinkel. Uit de woonbehoeftestudie bleek duidelijk de nood aan bijkomende wooneenheden om een halt toe te roepen aan de ontvolking en vergrijzing van de deelgemeente. Het BPA nr. 2 Oostwinkeldorp werd definitief aanvaard door de gemeenteraad op na gunstig advies van de GECORO op Op werd het BPA bekrachtigd door ministerieel besluit. De totale oppervlakte van het BPA bedraagt 2,55 ha. Het grootste deel hiervan is gelegen in woonuitbreidingsgebied (1,59 ha). In het woonuitbreidingsgebied worden in totaal 18 nieuwe wooneenheden voorzien, waarvan 11 woningen van het open type, 4 van het half open type en 3 wooneenheden die deel uitmaken van één meergezinswoning. Daarnaast werd in het woonuitbreidingsgebied ruimte gecreëerd voor de uitbreiding van het kerkhof (0,225ha), voor de aanleg van een parking (0,009 ha) en voor de aanleg van een plein met park en speelruimte (0,4ha). Met dit BPA werd reeds voorzien in de nodige opvangmogelijkheden voor de kern Oostwinkel tot De rest van het woonuitbreidingsgebied kan dus niet aangesneden worden vóór DOOR HET AANSNIJDEN VAN BINNENGEBIEDEN IN ZOMERGEM EN BEKE In tweede instantie komen de grote aaneengesloten, nog niet bouwrijp gemaakte gronden in woongebied aan bod. Het betreft hier de zgn. binnengebieden. Enkel in Zomergem en Beke komen binnengebieden voor. ZOMERGEM RONSELE : In het kerngebied Zomergem Ronsele omvatten de binnengebieden een oppervlakte van 4,5 ha. 2,7 ha komt juridisch beschouwd echter niet in aanmerking voor bebouwing. Het betreft de achterliggende tuin van het voormalige brouwershuis in de Dekenijstraat 7 7 (gebied tussen Zandstraat, Kerkhofstraat, Dekenijstraat en Dreef) dat als beschermd dorpsgezicht werd gerangschikt (MB als uitbreiding van de bescherming van ). Rest er nog een oppervlakte van 1,8ha. Deze gronden zijn gelegen in of aansluitend op het kerngebied van Zomergem. Aldus kan een hogere bebouwingsdichtheid vooropgesteld worden : 20 woningen per ha. Concreet betekent dit meer gesloten bebouwingsvormen en eventueel een aantal meergezinswoningen. Op de 1,8 ha kunnen dus 36 woningen gerealiseerd worden. Het aansnijden van de binnengebieden dient best in twee fasen te gebeuren, waarbij er telkens 18 wooneenheden kunnen gerealiseerd worden. 7 Brief AROHM, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2001/0/INF/PM ( ) 31

33 BEKE : Het potentieel inbreidingsgebied in Beke bevindt zich tussen de Paterstraat, de Oude Staatsbaan en de Priemwegel. In het kader van het in opmaak zijnde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd door de gemeente reeds beslist een structuurschets van dit binnengebied op te maken, teneinde de woonpotenties van dit gebied van naderbij te bekijken. Op initiatief van de gemeente werden overlegvergaderingen georganiseerd met alle betrokkenen uit het binnengebied. Uit deze overlegvergaderingen en uit de opmaak van de structuurschets bleek duidelijk dat de mogelijkheid én de wil aanwezig is tot het realiseren van 8 loten (0,55ha) op korte termijn (minimaal streefcijfer). Indien de percelen ingenomen door een oudere woning en een loods ingecalculeerd worden, kunnen in dit binnengebied zelfs 18 loten gerealiseerd worden (1,55ha). Bij de selectie van Beke als woonkern kan desnoods het aanpalend woonuitbreidingsgebied conform de woonprogrammatie beperkt aangesneden worden. 5. BOUWPERCELEN TE REALISEREN DOOR UITBREIDING WOONGEBIED GENTWEG (OMGEVING NEKKE- GENTWEG) De gemeente wenst het woongebied langs de Gentweg verder uit te breiden in noordwestelijke richting. Het betreft een al dan niet vervallen verkaveling in agrarisch gebied, bestaande uit 7 uitgeruste loten. Met een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hierbij tot een bestemmingswijziging overgegaan worden om aldus deze al dan niet vervallen verkaveling dezelfde stedenbouwkundige voorschriften te geven als het aangrenzend woongebied met landelijk karakter. We gaan ervan uit dat deze 7 loten in eerste fase op de markt zullen komen. 6. AANSNIJDEN VAN WOONUITBREIDINGSGEBIEDEN Om de toekomstige vraag naar woningen op te vangen volstaan de aanwezige reserves in woongebied, woongebied met landelijk karakter en woonpark of in goedgekeurde, nietvervallen verkavelingen niet. Conform de Provinciale taakstelling kunnen er in de planperiode (tot 1 januari 2007) nog 109 bijkomende woongelegenheden worden gerealiseerd. Deze resterende woonbehoefte zal uitsluitend in Zomergem centrum opgevangen worden. Voor de kern Oostwinkel is de taakstelling wonen voor de periode immers reeds vervuld. "Er zijn 4 belangrijke argumenten om het woonuitbreidingsgebied Kleitstraat-Rijvers prioritair in te zetten voor woningbouw: - het dichtst bij de kern gelegen (passerfilosofie); - het betrokken gebied sluit perfect aan bij de hoofdas en Noord-Zuid woonband van het hoofddorp Zomergem-Ronsele; - een groot aantal gemeentelijke diensten en inrichtingen nl. het sportcentrum, bibliotheek, politie, parochiaal centrum, gemeentehuis, scholen, enz liggen binnen loopafstand. De 32

34 rechtstreekse verbinding voor fietsers en voetgangers via de K.L. Ledeganckstraat en de Azijnwegel voor voormelde diensten en inrichtingen is optimaal te noemen; - sluit aan bij goedgekeurde verkavelingen en bij een sociale verkaveling. Bij de realisatie van het BPA blijkt dat het mogelijk is enkele meerwaarden aan de bestaande verkaveling te geven. Te vermelden zijn hierbij het verhogen van de kaveldiepte, de nabijheid van openbaar groen en speelruimten, een toename van het wandel- en fietsnetwerk. Omwille van het schrijnend gebrek aan betaalbare, nieuwe woonkavels heeft de gemeente beslist om als voorafname op het GRS over te gaan tot de opmaak van een BPA voor het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied tussen Kleitstraat Rijvers (gemeenteraadsbeslissing 2 mei 2002). Het aansnijden van deze gebieden dient steeds te gebeuren vanuit het centrum (kerngericht). Rekening houdend met de ligging aan de rand van de dorpskern wordt een dichtheid van 15 woningen per ha vooropgesteld. Tijdens de planperiode zouden er op een oppervlakte van ongeveer 9ha maximaal 109 wooneenheden gerealiseerd kunnen worden. Deze woonheden worden best gefaseerd op de markt gebracht. - Bij de selectie van Beke als woonkern kan het aanpalend woonuitbreidingsgebied conform de woonprogrammatie beperkt aangesneden worden. 7. TE RESERVEREN WOONUITBREIDINGSGEBIEDEN Bovenvermelde volstaan ruimschoots om de woonbehoeften tot 2007 op te vangen. Volgende woonuitbreidingsgebieden worden in reserve genomen en kunnen niet aangesneden worden vóór 2007: Het woonuitbreidingsgebied 2 te Zomergem dat gelegen is tussen de K. Leopold III laan en de Guido Gezellestraat. Het betreft 5,5 ha. Het woonuitbreidingsgebied 3 te Zomergem dat gelegen is aan de Guido Gezellestraat en de Kapellestraat en aansluit bij de sociale woonwijk Molenpark. Het betreft 12,5 ha. Het meest westelijk gelegen deel van het woonuitbreidingsgebied 1 tussen Kleitstraat en Rijvers (7ha). Een deel van het woonuitbreidingsgebied te Oostwinkel. Met het BPA Oostwinkel werd reeds 1,6ha woonuitbreidingsgebied aangesneden. De overige 6,75ha van het woonuitbreidingsgebied dienen in reserve gehouden te worden. Het grootste deel van het woonuitbreidingsgebied te Beke. 33

35 SYNTHESE VERDELING WOONBEHOEFTEN Tabel 2: Synthese verdeling woonbehoeften Zomergem - Ronsele Oostwinkel Beke Totaal Woonbehoefte Minimaal te realiseren door : verdichting 30 (30) (30) aansnijden juridische voorraad 45 (45) 2 (2) 2 (2) 49 (49) (realisatiegraad van 45%) BPA nr. 2 - Oostwinkeldorp 0 18 (5) 0 18 (5) ( ) rekening houdend met een realisatiegraad van 80% over 10 jaar. Te herleiden op 3 jaar (18x0,8x0,3) het aansnijden van binnengebieden ( ) 36 (7) 0 18 (4) 54 (11) realisatiegraad van 30% over 10 jaar. Te herleiden tot 6 jaar (0,3x0,6) uitbreiding woongebied Gentweg ( ) realisatiegraad van 80% (0,8x0,1) 7 (1) (1) Maximaal te realiseren door : aansnijden van woonuitbreidingsgebied ( ) indien rekening wordt gehouden met de realisatiegraden. 125 (160) 0 (13) 0 (14) 125 (187) Volgens deze berekening kunnen er maximaal 187 woongelegenheden aangesneden worden in woonuitbreidingsgebieden nl. bij toepassing van de gangbare realisatiegraden. Volgens de werkwijze van het voorontwerp bedraagt dit slechts 125. Na toetsing aan de provinciale taakstelling Maximaal te realiseren door : aansnijden van woonuitbreidingsgebied Naar aanleiding van de plenaire vergadering inzake het BPA nr 4 Kleitstraat Rijvers werd er door de provinciale diensten berekend dat er binnen de planperiode (tot 2007) maximaal 109 nieuwe woningen in het woonuitbreidingsgebied kunnen gerealiseerd worden. Bij toetsing aan de provinciale taakstelling worden bovenvermelde cijfers dan ook herleid tot

36 Figuur 1: fasering aansnijding Oostwinkel Figuur 2: fasering aansnijding Zomergem - Ronsele 35

37 2) Realiseren en begeleiden van sociale bouwprojecten Op 1/1/2001 telde de gemeente 186 sociale huurwoningen, verdeeld over Zomergem (incl. Beke) (179) en Oostwinkel (7). Dit is 5,9% van het geschat aantal woningen in Hiermee zit de gemeente reeds boven het streefcijfer van 5% dat door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij wordt gehanteerd. Het komt er dus voor de gemeente vooral op aan om hun positie op dit vlak te handhaven. Daarenboven telt de gemeente nog 46 woningen die aangepast werden voor bejaarden (service flats) en in het bezit zijn van de gemeente of het OCMW. Op vlak van sociale koopwoningen is de situatie echter helemaal anders. De gemeente telt immers géén sociale koopwoningen. Om deze niche in de woningmarkt op te vullen, zal de gemeente bijkomende inspanningen moeten leveren. In de praktijk wordt ervan uitgegaan dat het procentueel aandeel sociale koopwoningen ongeveer 5% van het totaal aantal woningen moet bedragen. Dit betekent dat de gemeente in 2007 over 170 sociale koopwoningen zou moeten beschikken. Om de achterstand van de voorbije decennia in te lopen zou men dus jaarlijks 60% van de woonbehoeften moeten vrijmaken voor de realisatie van sociale koopwoningen. De richtlijn van 5% sociale koopwoningen in 2007 lijkt ons inziens dan ook té hoog gegrepen. Een streefcijfer van 2% is hierbij meer realistisch. Dit impliceert 12 bijkomende sociale koopwoningen in de periode Op die manier zal de gemeente in 2007 over 72 sociale koopwoningen beschikken. Deze sociale woonbehoefte dient beschouwd te worden als een verdere differentiatie van de algemene woonbehoefte. In het BPA Oostwinkeldorp werd 30% van het totaal aantal wooneenheden bestemd voor sociale doeleinden. In overleg met de sociale bouwmaatschappij en de Cel Huisvesting van ROHM Oost Vlaanderen zal voorzien worden in de aanleg van 3 sociale huurwoningen (één complex met drie woonunits), 2 sociale koopwoningen en 2 sociale kavels. Voorts zal de sociale woonbehoefte als volgt opgevangen worden : Bij de realisatie van de binnengebieden te Beke en Zomergem - centrumzal minimaal één vijfde van het totaal aantal wooneenheden voorzien worden voor kleinere woningen met als doelgroep bejaarden, mindervaliden, éénoudergezinnen. Bij het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied in Zomergem zal eveneens één vierde van het totaal aantal wooneenheden voorzien worden voor kleinere woningen met als doelgroep bejaarden, mindervaliden en éénoudergezinnen. De nadruk wordt hierbij gelegd op het realiseren van sociale koopkavels. Voorts zal er in het bestaand woonweefsel gezocht worden naar mogelijkheden voor het realiseren van sociale koopwoningen. - In elk geval dient er voor elke verkaveling van meer dan 1 ha rekening te worden gehouden met de provinciale taakstelling i.v.m. de invulling van het aantal sociale woningen. 36

38 3) Optimaliseren van de bestaande woningvoorraad Naast het uitbreiden van de woonoppervlakte moet voldoende aandacht besteed worden aan de bestaande woningvoorraad. Dit veronderstelt enerzijds het aanpakken van de leegstaande en ongezonde woningen, en anderzijds het ondersteunen van sanering, renovatie of vernieuwbouw van woningen met mindere woonkwaliteiten. Daarbij dient prioritair aandacht besteed te worden aan volgende gebieden: Oostwinkel - kern; Beke - kern; Motje (Zomergem); Woonkorrels Deze gebieden bevatten immers een verouderd woningenbestand, met een vrij hoog percentage aan woningen zonder klein comfort. In de omgeving van Motje brug is dit vooral een gevolg van hun ligging in de reservatiestrook voor de verbreding van het Schipdonkkanaal. De belasting op leegstaande en ongezonde woningen wordt verder onderzocht en in functie van gewestelijke richtlijnen doorgevoerd. Inzake renovatie, sanering en vernieuwbouw wordt optimaal gebruik gemaakt van de specifieke instrumenten en maatregelen die door de hogere overheid worden aangereikt. De gemeente zal (mogelijke) particuliere kandidaatrenoveerders extra ondersteunen. Deze ondersteuning behelst vooral aanmoediging, begeleiding bij premieaanvragen en steunmaatregelen van hogere overheden. 4) Opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen of bijzondere plannen van aanleg voor woonuitbreidings- en binnengebieden Opmaak BPA voor het woonuitbreidingsgebied Kleitstraat Rijvers De gemeente opteert duidelijk voor het aansnijden van een deel van het woonuitbreidingsgebied Kleitstraat Rijvers om de toekomstige woonbehoeften te kunnen opvangen. De gemeenteraad besliste reeds op en op om hiervoor een BPA op te maken. Dit BPA wordt beschouwd als een voorafname aan het GRS, waarbij terdege rekening zal gehouden worden met volgende randvoorwaarden : het BPA betreft een uitvoering van de vooropgestelde woonprogrammatie het aansnijden van het gebied dient steeds vanuit het centrum te gebeuren (kerngericht) de wooneenheden worden best gefaseerd op de markt gebracht er wordt een algemene woondichtheid van 15 woningen per ha vooropgesteld de overgang tussen de bebouwde en onbebouwde ruimte moet op een kwalitatieve manier vorm gegeven worden (eenvormigheid in beplanting, eenvormigheid in architectuur) architectuur en schaal moeten aansluiten op het bestaand woonweefsel de ontsluiting voor auto s kan gebeuren via Rijvers, de Kerkstraat, K.L. Ledeganckstraat of Kleitstraat. Voor fietsers en voetgangers dient gezocht te worden naar alternatieve ontsluitingsmogelijkheden die rechtstreeks toegang geven tot het centrumgebied. de aanwezigheid van kwalitatief versterkende groenelementen geeft kleur aan de verkaveling er dienen voldoende speelruimten te worden voorzien 37

39 Opmaak RUP voor binnengebied Zomergem centrum Het binnengebied tussen Dreef en Zandstraat zal opgenomen worden in een RUP voor het historisch centrumgebied van Zomergem (zie verder gewenste ontwikkeling voor de deelruimte Zomergem centrum). Opmaak RUP voor het aansnijden van het binnengebied en een deel van het aanpalend woonuitbreidingsgebied in Beke Het binnengebied tussen Bekestraat en Oude Staatsbaan en een deel van het aanpalend woonuitbreidingsgebied zullen opgenomen worden in een RUP voor het centrumgebied van Beke (zie verder gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor de deelruimte Beke). In het ontwerp- PRS werd Beke immers geselecteerd als woonkern zodat het woonuitbreidingsgebied conform de woonprogrammatie beperkt kan aangesneden worden. Verder zal er rekening moeten worden gehouden met een optimale verkeersafwikkeling en een aanvaardbare inbreiding. Opmaak RUP omgeving Nekke-Gentweg De gemeente wenst het woongebied langs de Gentweg verder uit te breiden in noordwestelijke richting. Het betreft een al dan niet vervallen verkaveling in agrarisch gebied, bestaande uit 7 uitgeruste loten. Met een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hierbij tot een bestemmingswijziging overgegaan worden om aldus deze al dan niet vervallen verkaveling dezelfde stedenbouwkundige voorschriften te geven als het aangrenzend woongebied met landelijk karakter. Te vermelden is dat volgens het College van Burgemeester en Schepenen de verkavelingsvergunning dd. 27 mei 1967 niet vervallen is. Anderzijds heeft de Minister nog geen uitspraak gedaan inzake een beroep tegen een weigeringsbesluit. Overleg met provincie omtrent woonlint langs Grote Baan Rond de verkeersproblematiek van de N9 Grote Baan, maar ook omtrent het woonlint en de bijhorende activiteiten langs deze weg, zal overleg gepleegd worden met de provincie of het Vlaams Gewest (in het kader van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan of de opmaak van een streefbeeld voor het ganse traject van de N9). 5) Behandelen van zonevreemde woningen in ruimtelijke uitvoeringsplannen De problematiek van zonevreemde woningen is uitdrukkelijk aanwezig binnen de gemeente. Voor deze zonevreemde woningen zijn momenteel de bepalingen van art. 145bis van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 13 juli 2001 van toepassing. Voor het einde van het zesde jaar na de inwerkingtreding van dit decreet wenst de gemeente te beschikken over een ruimtelijk uitvoeringsplan dat de stedenbouwkundige voorschriften bepaalt inzake de bestemming, inrichting en/of beheer van woningen, waarvoor thans de bepalingen van art. 145bis van toepassing zijn. De zienswijze van de hogere overheid inzake de behandeling van zonevreemde woningen conform de bepalingen van het meest recente decreet kan als volgt worden weergegeven: 38

40 De huidige decreten moeten als een strikt minimum gezien worden. Zij dienen als tijdelijke juridische houvast tot de gemeenten in hun GRSP een aan de plaatselijke toestand getoetste afweging de meest ruime vrijwaring van het eigendomsrecht verzekeren. Indien een nieuw decreet ruimere mogelijkheden zou bieden dan het huidige decreet dan moet men deze eveneens in een RUP kunnen verwerken. Bij het opmaken van RUP s zonevreemde woningen dient erop toegezien dat voor alle eigenaars dezelfde rechten en plichten kunnen gelden, zodat geen discriminatie ontstaat tussen de inwoners en voor zover er geen decretaal verbod bestaat. De gemeente neemt volgende beleidsinitiatieven : Voor de zonevreemde woningen gelegen in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied op de cuestarug wordt voorgesteld ze op te nemen in een RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden. De zonevreemde woningen die gelegen zijn in het groengebied tussen Stoktevijver Azaleastraat Beukenpark Motje en het Schipdonkkanaal en in het groengebied tussen het bedrijventerrein Grote Steenweg (ACLAGRO) en de Grote Steenweg zullen opgenomen worden in een RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden Voor de zonevreemde woningen op het kruispunt Kruisstraat Langeboeken Moerstraat wordt een onderscheid gemaakt tussen : de zonevreemde woningen op de ambachtelijke zones Kruisstraat Rechts en Kruisstraat Links : deze woningen zullen behandeld worden in het BPA nr. 3 Ambachtelijke zone Kruisstraat voor de zonevreemde woningen die gelegen zijn in agrarisch gebied kan een RUP opgemaakt worden, teneinde ze te herbestemmen als landelijk woongebied Voor de overige zonevreemde woningen zal een algemeen RUP opgemaakt worden. In dit RUP zullen de woonkorrels afgebakend worden. Voorafgaand aan dit algemeen RUP zal een voorstudie opgemaakt worden, waarin de historisch, landschappelijk en/of architecturaal waardevolle gebouwen geselecteerd worden en waarin de traditioneel ruimtelijke setting van de gebouwen in de woonkorrels verder onderzocht zal worden. Hiervoor kan een beroep gedaan worden op de inventarissen van het bouwkundig erfgoed van de afdeling Monumenten en Landschappen van het Vlaams Gewest. Het historisch waardevol karakter kan hierbij zowel betrekking hebben op een individueel gebouw (hoofd- of bijgebouw) als op de globale site (bvb. de boomgaard en typische grachten incluis). Voor de meest waardevolle gebouwen kan een beschermingsprocedure als monument of dorpsgezicht opgezet worden. Aan de hand van deze voorstudie worden specifieke architectonische richtlijnen opgesteld inzake verbouwen, herbouwen, uitbreiden of vervangingsnieuwbouw en inzake functiewijzigingen van zowel hoofdgebouwen als woningbijgebouwen, en dit conform de onder vermelde ontwikkelingsperspectieven en rekening houdende met de overige gewenste deelstructuren. 39

41 6) Opmaak RUP voor het zonevreemd jeugdtehuis de Kerhoek Momenteel biedt het tehuis onderdak aan 16 jongeren. Men wenst dit aantal verder op te drijven, gezien er steeds meer jongeren begeleiding behoeven. Zij worden doorverwezen door de Jeugdrechtbank, het Comité van Bijzondere Jeugdzorg,. Herlokalisatie blijkt om pedagogische redenen niet wenselijk. Het landschappelijk kader is immers voor de meeste jongeren een rustgevende factor in de pedagogische aanpak. Voor het jeugdtehuis Kerhoek kan de gemeente, na overleg met de provincie, een RUP opmaken, teneinde de bestaande site te bestendigen en een uitbreiding te voorzien. Volgende randvoorwaarden dienen hierbij gerespecteerd te worden : de nieuwe gebouwen dienen zo dicht mogelijk bij het bestaande gebouw voorzien te worden bij de architectuur van de nieuwe gebouwen dient een schaalbreuk met de agrarische omgeving vermeden te worden de site dient op afdoende wijze landschappelijk ingekleed te worden (aangepaste landelijke bouwstijl) 40

42 5.2 GEWENSTE RUIMTELIJK ECONOMISCHE STRUCTUUR Tussen 1982 en 1996 nam de werkgelegenheid toe met 286 eenheden en een stijging van 37%. Deze lokaal economische dynamiek situeert zich voornamelijk in de tertiaire sector, hoewel de bedrijven met het hoogst aantal werknemers terug te vinden zijn in de secundaire sector, meer bepaald in de bouwsector (ACLAGRO, Van Hecke, Claeys). De gemeente wordt geconfronteerd met een hoog aandeel aan kleinschalige, verspreide bedrijvigheid. De meeste bedrijven bevinden zich in agrarisch gebied, groengebied of parkgebied. Een oplossing bieden aan het probleem van zonevreemheid vormt dan ook een belangrijke doelstelling bij het bepalen van de gewenste ruimtelijk - economische structuur. Daarnaast dient er ruimte voorzien te worden voor nieuwe initiatieven. Het stimuleren van een zowel kwalitatief als kwantitatief onderbouwd handelsapparaat vormt een belangrijke bouwsteen voor de uitbouw van aantrekkelijke en leefbare woonkernen. Op het niveau van de kern staan verweven en bundelen van activiteiten voorop. De aandacht zal daarbij uitgaan naar winkelconcentratie te Zomergem - centrum. Ook ten aanzien van kleinschalige handels- en horecazaken stelt het probleem van zonevreemdheid zich nadrukkelijk Uitgangspu nten bundelen en verweven van activiteiten in de hoofdkern Zomergem - Ronsele, rekening houdend met de draagkracht van de omgeving en van de mensen; behoud en stimuleren van de lokale werkgelegenheid zonder verdere aantasting van de open ruimte; aan nieuwe bedrijven en aan bestaande zonevreemde bedrijven die geen verdere ontwikkelingsmogelijkheden meer hebben, moet de mogelijkheid worden aangeboden om zich op een uitgerust bedrijventerrein te lokaliseren of te herlokaliseren; onder bepaalde voorwaarden moet het mogelijk zijn dat een aantal zonevreemde bedrijven en een aantal bedrijven die zonevreemd willen uitbreiden zich ter plaatse verder kunnen ontwikkelen. 41

43 5.2.2 Elementen van de gewenste ruimtelijk economische structuur Voor wat betreft de beleidselementen wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdelementen van de gewenste ruimtelijk economische structuur, dit zijn deze elementen waar nieuwe ontwikkelingen op vlak van bedrijvigheid gestimuleerd worden, en de elementen van de ruimtelijk economische structuur in de open ruimte waar het beleid zich vooral richt op het omgaan met bestaande elementen. 1) Hoofdelementen van de gewenste ruimtelijk economische structuur BEDRIJVIGHEID IN HOOFDDORP ZOMERGEM - RONSELE In het hoofddorp Zomergem Ronsele staat het vermengen van economische functies met de residentiële functie voorop. Een gemengd gebied heeft aantrekkelijke kanten. Een mix van wonen en werken met winkels, horeca, enz. kan een gevarieerd en levendig straatbeeld bieden en een extra draagvlak opleveren voor voorzieningen. Dit vermengen kan echter niet met elke soort bedrijvigheid. Er dient een afweging plaats te vinden op niveau van elke kern welke soort bedrijvigheid wel kan en welke niet kan verweven worden. Hierbij worden zowel ruimtelijke als milieufactoren in rekening gebracht. Aan de rand van het hoofddorp zijn een aantal gedeeltelijk zonevreemde bedrijven gevestigd. Zij kunnen als dusdanig worden bestendigd indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het kerngebied én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. AMBACHTELIJKE BEDRIJVENZONES KRUISSTRAAT Het ambachtelijk bedrijventerrein staat in voor het opvangen van lokale bedrijven die moeilijk verweefbaar zijn in een woonomgeving of die zich wensen te herlokaliseren vanuit een zonevreemde site. Een ambachtelijk bedrijventerrein kan slechts ontwikkeld worden aansluitend op een hoofddorp (i.c. Zomergem Ronsele) of op een bestaand bedrijventerrein. Bij het realiseren van dit bedrijventerrein moet gezocht worden naar een ideale mix van ruimtelijke kwaliteiten, milieukwaliteiten en economische kwaliteiten. Tevens dient een oplossing te worden gezocht voor de uitbreidingsnood van zes bestaande bedrijven uit de ambachtelijke zone. Voor deze bedrijven (Van Laecke NV, Welvaert Kristoffel Construct, Lammens Eddy bvba, Arlo nv, Vervoer Flement en zoon en Vanden Berghe Hans) werd reeds een oplossing voorgesteld in het BPA Ambachtelijke zone Kruisstraat. Te vermelden is dat het BPA op goedgekeurd werd. 42

44 Dit zijn de elementen die instaan voor het opvangen van nieuwe ambachtelijke bedrijvigheid. Om nu te weten welk van de twee bovenvermelde elementen de meest geschikte lokatie is voor de vestiging van een nieuw bedrijf, kan volgend beoordelingskader worden toegepast : BEOORDELINGSKADER Gezien Zomergem in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen niet als economisch knooppunt werd aangeduid, draagt de gemeente géén taakstelling inzake het opvangen van nieuwe regionale bedrijven. Enkel lokale bedrijven die het product vormen van de eigen economische dynamiek komen aan bod. Lokaal verzorgende bedrijven zijn beperkt qua omvang, hebben een functionele relatie met de kern en dragen een beperkte (= lokale) reikwijdte. Regionale bedrijven worden doorverwezen naar de aangrenzende stedelijke gebieden Eeklo of Gent en de specifieke economische knooppunten Maldegem en Aalter. Naast het onderscheid lokaal regionaal is het van belang te weten of een bedrijf kan verweven worden in een woonomgeving of niet. Mogelijke criteria hiervoor zijn : Type bedrijfsactiviteiten : Gaat het om een zuiver ambachtelijk bedrijf (bvb. schrijnwerkerij), een ambachtelijk commercieel bedrijf (bvb. verkoop van eigen goederen) of een ambachtelijk agrarisch bedrijf (bvb. toeleverende, verwerkende of dienstverlenende agrarische bedrijvigheid)? Ruimtelijke bedrijfskenmerken : Milieuaspecten : Verkeersaspecten : Grootteorde en bebouwingsgraad van de bedrijfssite : 400 m² lijkt voor bestaande bedrijven wel een maximum om nog van vermenging te kunnen spreken De bebouwingsgraad van de bedrijfssite : grote, open opslagruimten in een woonomgeving dient vermeden te worden De schaal van de bedrijfsgebouwen dient in overeenstemming te zijn met de woonomgeving. Vooral de hoogte van de bedrijfsgebouwen is hierbij belangrijk. Te bepalen op basis van het milieuzoneringsprincipe : VLAREM wetgeving, VNG - methode 8 Verkeersgenererend karakter van de activiteit, hetgeen vooral speelt in woonstraten. Daar zijn alvast géén nieuwe transportbedrijven toegelaten, geen nieuwe bedrijven met méér dan 60 werknemers en geen bedrijven die door bezoekers en leveranciers het aantal bewegingen in de straat en in de aanpalende woonstraten, uitgedrukt in personenwagens equivalenten per dag, met méér dan 50 stuks 9 of met meer dan 10 % doen toenemen. Aard van de ontsluitingsinfrastructuur : is er een gemeentelijke ontsluitingsweg in de nabijheid van de voorgestelde site? 8 VNG staat voor Vereniging Nederlandse Gemeenten. Zij brachten een handleiding uit voor de beoordeling van bedrijven op basis van milieuaspecten. De VNG methode gaat uit van een milieuzonering als ruimtelijke scheiding tussen de milieubelastende bedrijven enerzijds en milieugevoelige gebieden anderzijds. VNG, Bedrijven en milieuzonering, in : Milieureeks nr. 9, tweede druk Dit komt overeen met vijf vrachtwagens per dag en twee bezoekers per uur. 43

45 Indien uit een beoordeling op basis van bovenvermelde criteria blijkt dat de nieuwe bedrijfsactiviteiten moeilijk verweefbaar zijn met de woonfunctie, wordt het bedrijf doorverwezen naar de ambachtelijke bedrijvenzone. Indien uit een beoordeling op basis van bovenvermelde criteria blijkt dat het bedrijf wél verweefbaar is, kan het bedrijf gevestigd worden op een locatie in het hoofddorp. 2) Beoordelingskader voor bestaande bedrijvigheid buiten het hoofddorp en de ambachtelijke zones In de open ruimte is de ontwikkeling van natuur en landbouw richtinggevend. Men moet dus op een ruimtelijk verantwoorde manier omgaan met deze activiteiten in de open ruimte. Uitgangspunt is dat men ook hier zoveel mogelijk tracht te verweven. Indien een bedrijf, kleinhandels- of horecazaak verweven zit in zijn omgeving, is het vanuit het principe van zuinig ruimtegebruik immers meer verantwoord deze activiteit ter plaatse te bestendigen dan het te herlokaliseren en op een andere plaats nog onbebouwde ruimte aan te snijden. Bovendien kunnen deze activiteiten belangrijke partners vormen in het streven naar een ruimtelijk kwalitatieve invulling van het landelijk gebied. Het gaat hier dan ook om een win win situatie : het behoud van de economische activiteiten en tegelijk het versterken van de ruimtelijke kwaliteiten. Dit kan echter niet overal en in gelijke mate. Maatwerk is dus vereist. In dit structuurplan zal dan ook een algemeen afwegingskader worden opgesteld dat kan worden gehanteerd bij de beoordeling van de ontwikkelingskansen van de bestaande ambachtelijke bedrijven, kleinhandels- en horecazaken in de open ruimte. BEOORDELINGSKADER Om tot een juiste beoordeling te komen, moet een gepaste afweging gemaakt worden tussen de dynamiek en de ruimtelijke impact van de activiteit enerzijds en het vermogen van de omgeving om die activiteit op te nemen anderzijds. STAP 1 : BEOORDELEN VAN DE RUIMTELIJKE IMPACT VAN DE BEDRIJVIGHEID In een eerste stap worden de kenmerken van de bedrijvigheid beschouwd in het licht van haar ruimtelijke impact. Deze impact is niet altijd eenduidig te bepalen. Ze kan immers zeer divers zijn, zowel in haar uitingsvorm als in haar oorsprong. Hinder en potentiële ruimtelijke veranderingen zijn immers niet steeds strikt te bepalen. Zowel de productieactiviteiten als de bedrijfsgebouwen kunnen aan de oorsprong van een bepaalde impact liggen. Volgende aspecten zijn van belang voor het beoordelen van de ruimtelijke impact van de bedrijvigheid : Type activiteiten : Gaat het om een zuiver ambachtelijk bedrijf (bvb. schrijnwerkerij), een ambachtelijk commercieel bedrijf (bvb. verkoop van eigen goederen) of een ambachtelijk agrarisch bedrijf (bvb. toeleverende, verwerkende of dienstverlenende agrarische bedrijvigheid)? 44

46 Gaat het om een zuiver commercieel bedrijf of een agrarisch commercieel bedrijf (bvb. verkoop van hoeveproducten)? Ruimtelijke bedrijfskenmerken : Milieuaspecten : Verkeersaspecten : Grootteorde en bebouwingsgraad van de bedrijfssite : 2000 m² lijkt voor bestaande bedrijven wel een maximum om nog van vermenging te kunnen spreken Benutting van de bedrijfsoppervlakte : grote, open opslagruimten in een woonomgeving dient vermeden te worden. Groenaanleg rond de bedrijfssite Beeldkwaliteit van de bedrijfsgebouwen Historische verwevenheid Te bepalen op basis van het milieuzoneringsprincipe : VLAREM wetgeving, VNG - methode 10 Aard van de ontsluitingsinfrastructuur : verhardingsbreedte van de weg, draagkracht van de wegconstructie (verhard, niet-verhard,.) Verkeersgenererend karakter van de activiteit : goederentransport, personenvervoer,.. STAP 2 : BEPALEN VAN HET DRAAGVERMOGEN VAN DE OMGEVING In een tweede stap wordt vertrokken van de omgeving zelf en wordt de economische activiteit geëvalueerd op basis van het type omgeving waarin het gelegen is. Voor het bepalen van het draagvermogen wordt een beroep gedaan op de overige gewenste deelstructuren : Ligging binnen de gewenste nederzettingsstructuur : Te bepalen op basis van het milieuzoneringsprincipe (schaal en aard van de activiteiten) Ligging binnen de gewenste natuurlijke structuur: Te beoordelen op basis van de ligging t.o.v. bestaande en te versterken natuurlijk waardevolle gebieden : Ligging ten opzichte van de Keigatbossen, de bossen van het Leen, Motte en de depressies aan het Sas te Schipdonk en te Huizegaver Ligging ten opzichte van het natuurverbindingsgebied langs het Schipdonkkanaal Ligging ten opzichte van weidegebieden Steenberg en Ro Ligging ten opzichte van de waterlopen met groenaccenten Ligging binnen de gewenste agrarische structuur: Ligging in of aansluitend op een waardevol open ruimte gebied is niet wenselijk : Ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebieden Verwevingsgebieden Is er nog een band met de (vaak oorspronkelijke) agrarische activiteiten? 10 VNG staat voor Vereniging Nederlandse Gemeenten. Zij brachten een handleiding uit voor de beoordeling van bedrijven op basis van milieuaspecten. De VNG methode gaat uit van een milieuzonering als ruimtelijke scheiding tussen de milieubelastende bedrijven enerzijds en milieugevoelige gebieden anderzijds. VNG, Bedrijven en milieuzonering, in : Milieureeks nr. 9, tweede druk

47 Kan de activiteit op lange termijn een meerwaarde betekenen voor de agrarische ontwikkeling (in het kader van plattelandsontwikkeling)? Ligging binnen de gewenste verkeersstructuur: Is de verkeersinfrastructuur en verkeersomgeving afgestemd op het mobiliteitsprofiel van het bedrijf? Zo dient zwaar vrachtvervoer op erfontsluitingswegen of doorheen een dorpskom vermeden te worden. Ligging binnen de gewenste recreatieve structuur: Betekent het bestendigen van het bestendigen van de activiteit een meerwaarde voor het recreatief medegebruik (bvb. horecazaak langs fietsroute, traditioneel ambachtelijke activiteiten,.) TOEPASSING BEOORDELINGSKADER 1. BEHANDELING AMBACHTELIJKE BEDRIJVEN In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan kan er geen uitspraak gedaan worden over de individuele ontwikkelingsmogelijkheden van ieder bedrijf. Wel kunnen volgende algemene uitspraken gedaan worden : Bestaande bedrijven die gelegen zijn in of aan de rand van het hoofddorp Zomergem Ronsele, de woonkern Oostwinkel, de landelijke woonentiteit Beke of de woonlinten kunnen als dusdanig bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woongebied én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. Het bestendigen of eventueel verder laten uitbreiden van bedrijven in het groengebied tussen Azaleastraat Stoktevijver en Schipdonkkanaal mag géén hypotheek vormen bij de verdere realisatie van het groen recreatief integratiegebied. Bestaande bedrijven die gelegen zijn in of aan de rand van een als woonkorrel geselecteerde woongroepering (zie 5.1.2) kunnen als dusdanig slechts bestendigd worden indien ze ruimtelijk ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in de woongroepering én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie en dat ze de ruimtelijke dynamiek van de agrarische omgeving niet overschrijden. Solitair gelegen bedrijven en bestaande bedrijven die gelegen zijn in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta kunnen niet verder bestendigd worden. Ze dienen zich op termijn te herlokaliseren. Er zijn in totaal 8 bedrijven gelegen in het reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied langs het Schipdonkkanaal. 7 bedrijven situeren zich in de directe omgeving van Motjesbrug, één bedrijf is gevestigd ter hoogte van Oostwinkelbrug. Omtrent deze bedrijven kan geen uitspraak worden gedaan zolang er nog niets is beslist over het al dan niet verbreden van het kanaal. De gemeente pleit dan ook voor het opheffen van de rechtsonzekerheid van de aangelanden : ofwel schrapt men de reservatiestrook, ofwel onteigent men. Indien de reservatiestrook wordt geschrapt kunnen deze bedrijven ter plaatse bestendigd worden, mits ze ruimtelijk ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in de woongroepering én indien 46

48 uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. 3. TOEPASSING BEOORDELINGSKADER VOOR KLEINHANDELS- EN HORECAZAKEN Naast ambachtelijke bedrijvigheden komen nog tal van andere zonevreemde bedrijvigheden voor. Het betreft hier voornamelijk horeca en kleinhandelszaken. Ook deze bedrijvigheden moeten ontwikkelingskansen krijgen in de mate dat ze niet strijdig zijn met de algemene opties van het structuurplan. Voor een afweging van deze zonevreemde bedrijvigheden zal eveneens bovenvermeld beoordelingskader gehanteerd worden. In het GRS kunnen geen uitspraken gedaan worden omtrent de individuele ontwikkelingsmogelijkheden van elke activiteit. Wel kunnen volgende algemene uitspraken gedaan worden : Bestaande kleinhandels- en horecazaken die gelegen zijn in of aan de rand van het hoofddorp Zomergem, de woonkernen Beke en Oostwinkel of de woonlinten kunnen als dusdanig bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woongebied én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. Bestaande kleinhandels- en horecazaken die gelegen zijn in of aan de rand van een als woonkorrel geselecteerde woongroepering (zie 5.1.2) kunnen als dusdanig slechts bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in de woongroepering én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie en dat ze de ruimtelijke dynamiek van de agrarische omgeving niet overschrijden. Solitair gelegen kleinhandels- en horecazaken en kleinhandels- en horecazaken die gelegen zijn in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta kunnen niet verder bestendigd worden, tenzij de kleinhandels- of horecazaak nog een zeer duidelijke binding heeft met de agrarische bedrijfsvoering (bvb. hoevetoerisme). De bestaande horecazaken die gelegen zijn langs de Grote Baan (snooker pool t Groenveld en dancing Kokorico) bezitten mede dankzij hun ligging een regionale uitstraling. Zij kunnen slechts ter plaatse bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woonlint én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. 47

49 5.2.3 Strategisch e acties Om bovenvermelde ontwikkelingsperspectieven te kunnen realiseren worden volgende acties ondernomen: verweving van functies binnen de woonkernen en het hoofddorp; opmaak BPA Ambachtelijke zone Kruisstraat overleg met provincie omtrent woonlint langs Grote baan (N9) opnemen verspreide bedrijvigheid in ruimtelijke uitvoeringsplannen relatie met sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. 1) Verweving van functies binnen de woonkernen Er dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke, maar aanvaardbare vermenging van verschillende functies en activiteiten binnen de afgebakende kernen. Het aspect verweefbaarheid heeft zowel betrekking op de aard van de activiteiten als op de schaal van de productie- en verkoopruimten. Dit betekent dat sommige activiteiten die moeilijk verweefbaar zijn in de kernen, zich elders (bedrijventerrein) dienen te vestigen. Alle andere functies moeten toegelaten en zelfs versterkt worden. 2) Opmaak BPA nr.3 Ambachtelijke zone Kruisstraat BEHOEFTE AAN RUIMTE VOOR LOKAAL AMBACHTELIJKE, MOEILIJK VERWEEFBARE BEDRIJVEN EN VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN De behoefte aan ruimte voor lokaal ambachtelijke, moeilijk verweefbare bedrijven kan ontstaan door : 1. bestaande bedrijven die zich wensen te herlokaliseren : In het kader van de opmaak van het BPA Ambachtelijke zone Kruisstraat werd de bedrijfsenquête verder uitgewerkt en geactualiseerd (2002). Hieruit blijkt dat een aantal bedrijven geïnteresseerd zijn om zich te herlokaliseren in de ambachtelijke bedrijvenzone. Samen wensen zij 3,8 ha aan te kopen. 2. nieuwe lokale bedrijfjes zich wensen te vestigen op een lokaal bedrijventerrein (lokaal economische dynamiek ) In de periode (zie tabel) waren er maar liefst 44 startende bedrijven of gemiddeld 10 bedrijven per 5 jaar.voor de periode kan men aldus rekenen op een bijkomende vraag van 10 x 2500m² = 2,5ha. Een gemiddelde oppervlakte van 2500 m² kan zeker niet overschat worden. Het gemeentebestuur blijft het initiatiefnemend karakter van de Zomergemse bevolking benadrukken. Dit blijkt voldoende uit het aantal startende bedrijven op tal van zonevreemde lokaties. Het voorzien van een bedrijvencentrum van ongeveer 0,5ha zal hieraan een gedeeltelijk antwoord kunnen bieden. Daarnaast dient men eveneens KMO-grond aan startende bedrijven ter beschikking te kunnen stellen. Aangezien de opvang van de lokale dynamiek voor de periode moeilijk kan gespecifieerd worden is de gemeente bereid deze vraag van 2,5 ha tot 1,5 ha te verminderen en als volgt op te splitsen: 48

50 0,5 ha voor het bedrijvencentrum 1,0 ha voor het uitbreiden van het bedrijventerrein Totale vraag van de lokale dynamiek : 1,5ha, waarvan 1ha voor het uitbreiden van het bedrijventerrein. 3. bestaande bedrijven die vanuit de ambachtelijke zone wensen uit te breiden In de huidige ambachtelijke zone Kruisstraat Rechts zijn er zes bedrijven gevestigd die in het uitbreidingsgebied van de KMO zone wensen uit te breiden. Het betreft gronden die reeds eigendom zijn van de betrokken bedrijven (samen 0,6ha). 4. bestaande bedrijven die genoodzaakt zijn zich te herlokaliseren omwille van de geplande verbreding van het Schipdonkkanaal Daarnaast zijn er nog een aantal bedrijven gelegen in de reservatiestrook voor de verbreding van het Schipdonkkanaal. In het ruimtelijk structuurplan vlaanderen wordt deze verbreding nog gezien als één van de drie mogelijkheden voor het verbeteren van de hinterlandverbindingen van de Zeebrugse haven. In 2001 raakten de eerste resultaten van de Maatschappelijke Impactstudie (MAIS studie) voor de ontsluiting van de Vlaamse Kusthavens bekend. Hieruit bleek dat de verbreding van het Schipdonkkanaal de voorkeur geniet op de andere alternatieven. Dit zal echter verder moeten blijken uit waterbeheersings- en mobiliteitsstudies (hinterland-verbindingen). Door de verbredingswerken zullen zeven bedrijven zich op termijn moeten hervestigen. Vier bedrijven wensen zich in de periode effectief te herlokaliseren, goed voor 0,95ha. Daarnaast bestaat er nog een duidelijke ruimtebehoefte voor een aantal te herlokaliseren voorzieningen en voor de vestiging van een bedrijvencentrum (zie 5.1.2). Rekening houdend met bovenvermelde elementen kan de behoefteraming als volgt worden samengevat: Tabel 2: behoefteraming bedrijventerrein AANBOD Volgens gewestplan 3,7 ha VRAAG Herlokalisatie zonevreemde bedrijven - 3,8 ha Uitbreiden ter plaatse - 0,6 ha Opvang lokale dynamiek ( ) - 1,0 ha Herlokalisatie ingevolge verbreding Schipdonkkanaal (periode ) - 0,95 ha Ruimte voor gemeenschapsvoorzieningen - 2,5 ha BEHOEFTE 5,15 ha BRON : Voorontwerp BPA nr. 3 Ambachtelijke zone Kruisstraat, toelichtingsnota (1 oktober 2002). WAAR KUNNEN WE DEZE BEHOEFTE OPVANGEN? 1. INVULLEN BESTAANDE AMBACHTELIJKE ZONES Deze behoefte kan in eerste instantie binnen de bestaande ambachtelijke zones Kruisstraat Links en Kruisstraat Rechts opgevangen worden. Uit de terreinanalyse blijkt dat enkel de zone Kruisstraat Rechts over nog niet aangesneden bedrijfskavels beschikt. Het gaat om een vrije oppervlakte van 3,7ha. Deze oppervlakte volstaat echter niet om de lokale behoefte op te vangen. 49

51 2. UITBREIDING AMBACHTELIJKE ZONE KRUISSTRAAT RECHTS Er wordt geopteerd voor een beperkte uitbreiding van de ambachtelijke zone Kruisstraat Rechts. Hiervoor kunnen volgende argumenten aangehaald worden : De uitbreiding gebeurt in aansluiting met een bestaand bedrijventerrein Het bedrijventerrein kan ontsloten worden via een gemeentelijke ontsluitingsweg Hierbij kan ingespeeld worden op de nood aan uitbreiding van een zestal bestaande bedrijven in de bedrijvenzone Kruisstraat Rechts. Deze bedrijven dringen eveneens aan op een bedieningsweg achteraan. De gronden die bij de uitbreiding betrokken zullen worden, dragen een minieme ecologische waarde (ruilverkavelingsgebied). OPMAAK BPA AMBACHTELIJKE ZONE KRUISSTRAAT Te vermelden is dat het BPA nr. 3 Ambachtelijke zone Kruisstraat op bij ministerieel besluit werd goedgekeurd. Volgende principes stonden hierbij voorop : - herschikken en herinrichten van de bestaande ambachtelijke bedrijvenzones teneinde tot een optimaal ruimtegebruik en een ruimtelijk kwalitatieve invulling te komen - een verdere uitbreiding van de ambachtelijke bedrijvenzone Kruisstraat Rechts - de nodige ruimte bieden voor het hervestigen van een aantal gemeenschapsvoorzieningen 1. HERSCHIKKEN EN HERINRICHTEN VAN VAN DE BESTAANDE AMBACHTELIJKE BEDRIJVENZONES Het huidig bedrijventerrein vertoont een nogal chaotische setting, en dit zowel op functioneel als op morfologisch vlak. Zaak is nu om naar de toekomst toe een coherent en ruimtelijk afgebakend geheel te komen. Efficiënt ruimtegebruik en een ruimtelijk kwalitatieve afwerking staan hierbij voorop. Een efficiënt ruimtegebruik veronderstelt dat een fijnere bebouwingskorrel wordt nagestreefd. Het uitsmeren van oppervlakte intensieve loodsen over vlakke en open gebieden moet aldus vermeden worden. Ook het bouwen in meerdere lagen kan op bepaalde plaatsen overwogen worden om de ruimte efficiënter te gebruiken. Tenslotte kan men ook ruimte besparen door het gemeenschappelijk gebruik van voorzieningen. Efficiënt ruimtegebruik veronderstelt eveneens een duidelijke, functionele scheiding. In de ambachtelijke bedrijvenzone Kruisstraat Links en Kruisstraat Rechts wordt men geconfronteerd met een vrij gemengd grondgebruik. Naast de ambachtelijke bedrijven met bijhorende bedrijfswoningen vindt men volgende functies terug : - 9 zuiver residentiële woonkavels, waarvan 1 als monument een beschermd statuut draagt (KB ) - 2 kleinhandelszaken - 1 zuiver agrarisch bedrijf - 1 gemeenschapsvoorziening (telefooncentrale Belgacom) Deze functies zijn in principe zone vreemd maar kunnen ter plaatse bestendigd en aldus zone eigen gemaakt worden. 50

52 De zone vreemde huiskavels worden herbestemd als specifiek woongebied, met dien verstande dat er géén nieuwe woonkavels gecreëerd kunnen worden teneinde het verspreid wonen tegen te gaan. Verder dient in de voorschriften een onderscheid gemaakt te worden tussen de woningen die deel uitmaken van het woonlint als uitloper van de kern en de geïsoleerd gelegen woning. Hiervoor gelden de ontwikkelingsperspectieven zoals geformuleerd onder van de gewenste nederzettingsstructuur. Ook de kleinhandelszaken kunnen als dusdanig herbestemd worden, gezien ze geïntegreerd zitten in een woonlint en rekening houdend met de beperkte ruimtelijke impact ervan. De agrarische bedrijfskavel verkrijgt een specifieke bestemming, aangepast aan de ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven (zie van de gewenste agrarische structuur). De bestaande gemeenschapsvoorziening kan eveneens zone eigen gemaakt worden, gezien het geïntegreerd zit in een woonlint en gezien de geplande clustering van gemeenschapsvoorzieningen in de uitbreidingszone van het bedrijventerrein Kruisstraat Rechts. Door het zone eigen maken van deze functies wordt in totaal 1,8ha van het oorspronkelijk areaal aan ambachtelijke bedrijventerrein onttrokken. Net als in een dorpskern, dient ook een bedrijventerrein een eigen, omgevingsvriendelijke identiteit op te roepen. Dit betekent een kwaliteitsvolle architectuur en een gepaste inkleding van de bedrijven en het bedrijventerrein (bufferzone). 2. UITBREIDEN VAN AMBACHTELIJKE BEDRIJVENZONE KRUISSTRAAT RECHTS Nieuwe bedrijfskavels kunnen voorzien worden aansluitend op de bestaande ambachtelijke bedrijvenzone Kruisstraat Rechts. In het BPA wordt uitgegaan van 3,2ha aan nieuwe bedrijfskavels. Teneinde de bijkomende verkeershinder op de Kruisstraat tot een minimum te herleiden wordt de ontsluiting van het bedrijventerrein slechts één knooppunt voorzien met de Kruisstraat. Voorts dient de mogelijkheid te worden onderzocht voor een ontsluiting via de Moerstraat. Daarnaast zal ook de nodige aandacht moeten besteed worden aan de toegankelijkheid en bereikbaarheid met het openbaar vervoer. De grootte van de nieuwe bedrijfskavels wordt afgestemd op het lokaal karakter van de bedrijven. Ook hier gelden de principes van efficiënt ruimtegebruik en een ruimtelijk kwalitatieve afwerking. Zo worden zowel ten aanzien van het achterliggend agrarisch gebied als ten aanzien van de woonkavels ruime bufferzones voorzien. 3. RUIMTE BIEDEN VOOR HET HERVESTIGEN VAN EEN AANTAL GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN Aansluitend op de ambachtelijke bedrijvenzone kan een ruimte van max. 2,6ha voorzien worden voor de herlokalisatie van gemeenschapsvoorzieningen (stelplaats van de Lijn, brandweerkazerne, parking vrachtwagens, bedrijvencentrum). 51

53 4. CONFRONTATIE BEHOEFTE BIJKOMEND AANBOD IN BPA NR.3 AMBACHTELIJKE ZONE KRUISSTRAAT Tabel 3: confrontatie behoefte aanbod in BPA Ambachtelijke zones Kruisstraat Bijkomende zones voor lokale bedrijven t.o.v. het gewestplan + 3,2 ha Bijkomende zone voor gemeenschapsvoorzieningen + 2,6 ha Compensatie met de oppervlakte van de gronden binnen de KMO zone die - 1,8 ha andere bestemming krijgen UITEINDELIJK SALDO 4,0 HA Op het bedrijventerrein volgens het gewestplan is nog 3,7ha beschikbaar voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Met het BPA nr. 3 Ambachtelijke zone Kruisstraat wordt een uitbreiding voorzien van 5,8ha waarvan 3,2ha voor ambachtelijke bedrijven en 2,6ha voor gemeenschapsvoorzieningen. Deze 5,8ha wordt reeds gedeeltelijk gecompenseerd door het herbestemmen van zonevreemde woningen, handelszaken, een landbouwbedrijf en een gemeenschapsvoorziening (samen goed voor 1,8ha). Aldus komt men tot een bijkomend saldo van 4ha lokaal bedrijventerrein en zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Dit ligt onder de aangetoonde behoefte van 5,1 ha. 3) Overleg met provincie omtrent woonlint langs Grote Baan Rond de verkeersproblematiek van de N9 Grote Baan, maar ook omtrent het woonlint en de bijhorende activiteiten langs deze weg, zal overleg gepleegd worden met de provincie of het Vlaams Gewest (in het kader van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en/of de opmaak van een streefbeeld voor het ganse traject van de N9). Na dit overleg zal blijken of de gemeente, dan wel de provincie een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakt, teneinde tot een herstructurering van het gebied te komen. Hierbij staan volgende uitgangspunten voorop : de bestaande horecazaken kunnen slechts bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woonlint én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. indien blijkt dat de bestaande horecazaken ter plaatse kunnen bestendigd worden, dienen de nodige maatregelen genomen te worden teneinde de bestaande situatie van de horecazaken te verbeteren (bvb. verbeteren van ontsluitings- en parkeermogelijkheden). er dient vermeden te worden dat er zich nieuwe horecazaken met regionale uitstraling komen vestigen. er dienen maatregelen genomen te worden teneinde tot een landschappelijke integratie van het woonlint te komen. de bestaande (al dan niet zonevreemde) ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn het woonlint worden eveneens behandeld in het RUP Het RUP kan eventueel gecombineerd worden met het RUP voor de landbouwovergangszone tussen Paterstraat, De Baetsstraat, Oude Staatsbaan en De Stijne (zie micro niveau Beke). 52

54 4) Behandelen verspreide bedrijvigheid in RUP s SECTORAAL BPA ZONEVREEMDE BEDRIJVEN Om een oplossing te kunnen bieden aan de meest urgente problemen, werd door de gemeente reeds in 1999 opdracht gegeven tot de opmaak van een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Deze sectorale studie kan beschouwd worden als een voorafname van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, gebruik makend van de bestaande regeling vastgelegd in omzendbrieven 97/01 en 00/01. In eerste fase werd een bedrijvenenquête georganiseerd. Hierbij werden 100 bedrijven ter plaatse ondervraagd. Uit deze inventarisatie bleek dat het aantal zonevreemde bedrijven een belangrijk aandeel van het totaal aantal bedrijven inneemt: 59 bedrijven werden als geheel of gedeeltelijk zonevreemd beschouwd, 10 bedrijven wensten zonevreemd uit te breiden. In het tweede deel van de toelichtingsnota werd een toetskader opgesteld voor de ambachtelijke gedeeltelijk of geheel zonevreemde bedrijven. Dit toetskader bestond uit twee luiken: een toetsing op basis van een beoordelingscriteria uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en een toetsing op basis van de gewenste ruimtelijke structuur uit het voorontwerp van dit ruimtelijk structuurplan. Volgende beoordelingscriteria uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werden gehanteerd als toetskader: - functionele verenigbaarheid van het bedrijf met zijn omgeving; - milieuhygiëne, bereikbaarheid en mogelijkheden van de huidige locatie; - ruimtelijke implicatie locatiebehoud ten opzichte van herlokalisatie; - draagkracht van de omgeving; - uitbreidingsbehoefte en continuïteit van het beleid. Dit beoordelingsschema werd gecombineerd met een ruimtelijke toetsing op basis van de gewenste ruimtelijke structuur in het eerste voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ( ). In eerste instantie werden in totaal 27 bedrijven opgenomen, met name : 1. Cornelis 10. Lembevinum 19. Van Holderbeke 2. De Fruyt 11. Steyaert 20. Van Landuyt 3. De Smet 12. Mouton 21. Verhoest 4. Debrock 13. Pattyn De Walsche 22. Vermeire 5. Declerck 14. Provyn 23. Vermeulen 6. Snoeck 15. Latomme 24. Verougstraete 7. Geerard 16. Sani service 25. Verwilst 8. Goossens 17. Standaert 26. Wallaert 9. Grijp 18. Van Hecke 27. Wittevrongel Na de eerste plenaire vergadering in december 2000 werd er beslist om voor zeven bedrijven de procedure stop te zetten, met name Geerard, Mouton, Standaert, Van Landuyt, Vermeulen, Wallaert en Wittevrongel. Voor de 20 andere bedrijven werd er op een ministeriële beslissing genomen waarbij 17 deelplannen werden goedgekeurd. Ondertussen besliste de gemeenteraad van een tweede trein op te starten. Door het sectoraal BPA krijgen een aantal bedrijven op korte termijn een oplossing voor hun zonevreemdheid. Het moet achter benadrukt worden dat het hier gaat om een tijdelijk instrument, bedoeld om op korte termijn een oplossing te bieden voor de rechtsonzekerheid en de uitbreidingsnood van een aantal zonevreemde bedrijven. 53

55 BEHANDELEN ZONEVREEMDE AMBACHTELIJKE BEDRIJVIGHEID IN RUP S Nu is het bedoeling om via ruimtelijke uitvoeringsplannen tot een meer fundamentele oplossing te komen. Belangrijk hierbij is dat er afstand wordt genomen van de sectorale benadering om plaats te ruimen voor meer gebiedsgerichte inzichten en doorwerkingen. Hieromtrent worden volgende beleidsinitiatieven voorzien: De bestaande ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn langs de Grote baan zullen opgenomen worden in een gemeentelijk of provinciaal RUP dat voor dit woonlint zal opgemaakt worden De bestaande (geheel of gedeeltelijk ) zonevreemde ambachtelijke bedrijven gelegen in het gebied tussen de De Baetsstraat, de Paterstraat, de Stijne en de Oude Staatsbaan zullen behandeld worden in het RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden. De bestaande (geheel of gedeeltelijk) zonevreemde ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in het groengebied tussen Stoktevijver Azaleastraat Beukenpark Motje en het Schipdonkkanaal zullen opgenomen worden in een RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden. De bestaande (geheel of gedeeltelijk) zonevreemde bedrijven rond het Motje die gelegen zijn in de reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied langs het Schipdonkkanaal, kunnen - na overleg met het Vlaams Gewest i.v.m. de toekomstige verbreding van het kanaal opgenomen worden in het RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden. De bestaande zonevreemde ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in de woongroepering rond het kruispunt Kruisstraat Langeboeken Moerstraat zullen behandeld worden in het RUP dat voor deze woongroepering zal opgemaakt worden (herbestemming tot woongebied met landelijk karakter). Bestaande ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in een als woonkorrel geselecteerde woongroepering kunnen behandeld worden in het algemeen RUP zonevreemde woningen. Bestaande ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta zullen behandeld worden in het RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden. Bestaande gedeeltelijk zonevreemde bedrijven die aansluiten op een bestaand woongebied (met landelijk karakter) kunnen opgenomen worden in een tweede uitvoeringsfase van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. 54

56 BEHANDELEN ZONEVREEMDE HORECA- EN KLEINHANDELSZAKEN IN RUP S Horeca- en kleinhandelszaken konden niet behandeld worden in een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (cfr. omzendbrief RO 00/01). Hieromtrent worden volgende beleidsinitiatieven voorzien: De zonevreemde horeca- en kleinhandelszaken van lokaal belang kunnen in een algemeen RUP-zonevreemde woningen of in een RUP van het betrokken deelgebied worden opgenomen. De bestaande horecazaken gelegen in of aansluitend op het woonlint langs de N9 (Grote Baan) zullen opgenomen worden in het RUP dat voor dit woonlint zal opgemaakt worden. De bestaande horecazaken Maurushoeve en Euro city zijn gelegen aan de rand van de woonkern Beke. Beide horecazaken kunnen bestendigd worden in een RUP indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woongebied én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. Bestaande horeca- en kleinhandelszaken die gelegen zijn in een als woonkorrel geselecteerde woongroepering kunnen behandeld worden in het algemeen RUP zonevreemde woningen. De bestaande horecazaak Herberg In den Hoorn gelegen langs de Gentweg kan verder behandeld worden in het RUP Ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebied van de cuesta. 55

57 5.3 GEWENSTE NATUURLIJKE STRUCTUUR In het informatief gedeelte werd reeds aangetoond dat de gemeente nog over een aantal belangrijke natuurlijke elementen beschikt alsook over een aantal gebieden die een zekere ecologische potentie dragen. De natuurlijke structuur wordt voornamelijk gedomineerd door de aanwezige boscomplexen, met name de Keigatbossen en de bossen van het Leen. Daarnaast onderscheiden we nog een aantal waardevolle weilandcomplexen met concentraties aan kleine landschapselementen (hagen, knotwilgenrijen, veedrinkpoelen, oevervegetatie, ). Deze gebieden vormen de hoekstenen voor de uitbouw van een lokaal ecologisch netwerk, waarbij dit netwerk op zijn beurt complementair functioneert ten aanzien van de netwerken op hogere schaalniveaus (in concreto respectievelijk de provincie en het Vlaams Gewest). Om te komen tot een volwaardig ecologisch netwerk op lokaal niveau zullen een aantal acute problemen en tendensen (verdwijnen van kleine landschapselementen, scheuren van grasland, reliëfwijzigingen, versnippering) moeten worden opgelost. In bepaalde gebieden zal eerder het accent gelegd worden op het behoud van het natuurlijk landschap, terwijl in andere gebieden het herstel van de oorspronkelijk aanwezige natuurwaarden primeert. Naast de mazen van het netwerk, vervullen ook de dragers een belangrijke rol. Het betreft de zgn. natte en droge ecologische infrastructuur, bestaande uit waterlopen, (weg)bermen, bomenrijen, Uitgangspu nten kanalen en beekvalleien als dragers van de ecologisch - landschappelijke structuur; afbakenen van goed gestructureerde gehelen en kwaliteitsvolle gebieden; bepalen en juridisch beschermen van de prioritaire landschappelijk waardevolle gehelen; bepalen van zoekzones voor bosuitbreiding; groene buffering ten aanzien van bedrijven en lijninfrastructuren; consequent beleid in stiltegebieden. 56

58 5.3.2 Elementen van de gewenste natuurlijke structuur Vertrekkende vanuit de basisdoelstelling het realiseren van een lokaal ecologisch netwerk, werden rekening houdende met de bestaande fysisch - landschappelijke en natuurlijke onderbouw en met het huidig ruimtegebruik volgende beleidscategorieën onderscheiden: DE BOSSEN VAN HET LEEN: VOORSTEL VAN PROVINCIE TOT SELECTIE ALS GEN OF GENO De selectie van het VEN, GEN s en GENO s gebeurt door het Vlaams Gewest. De afbakening ervan gebeurt door gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Een GEN (Grote Eenheid Natuur) is een aaneengesloten gebied : waar de natuurfunctie bovengeschikt is aan de andere functies en natuur als hoofdgebruiker voorkomt waar momenteel een overwegend hoge biologische waarde en een hoge toekomstwaarde aanwezig is waar de biologische waarde kan toenemen door een gericht natuurbeheer en een gebied dat de kern vormt die de duurzame instandhouding van ecotopen kan garanderen Het beleid in de Grote Eenheden Natuur is gericht op de ruimtelijke ondersteuning van het behoud en de verdere ontwikkeling van de huidige biologische waarde. De ruimtelijke ondersteuning houdt minimaal ruimtelijke randvoorwaarden in voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige ecotopen. Dit betekent concreet het behoud en de versterking van het niet bebouwd karakter, het kenmerkend a biotisch milieu (reliëf, microreliëf en hydrografisch patroon) en het kenmerkend biotisch milieu (heidevegetatie, biologisch waardevolle boscomplexen). Een GENO (Grote Eenheid Natuur in Ontwikkeling) is een aaneengesloten gebied waar de natuurfunctie bovengeschikt is aan de andere functies en natuur als hoofdgebruiker voorkomt, of waar dit op termijn gewenst wordt : waar momenteel een geringe biologische waarde of een sterk versnipperde natuur met hoge biologische waarde en een hoge toekomstwaarde bestaat waar op basis van de kenmerken van het fysisch systeem de potentie bestaat te evolueren naar een grote eenheid natuur waar de biologische waarde kan toenemen door middel van duidelijke veranderingen in het grondgebruik en aangepast natuurbeheer en een gebied dat een kern vormt die duurzame instandhouding van ecotopen kan garanderen. Het beleid in de Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling is gericht op de ruimtelijke ondersteuning van het behoud van de huidige biologische waarde en het herstel en de ontwikkeling van een hogere biologische waarde. De ruimtelijke ondersteuning houdt randvoorwaarden in voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige ecotopen. Verder houdt de ruimtelijke ondersteuning een gefaseerde omzetting in van het grondgebruik naar een gebruik dat het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige ecotopen toelaat. Dit betekent concreet het behoud en de versterking van het niet bebouwd karakter, het kenmerkend abiotisch milieu (reliëf, microreliëf en hydrografisch patroon) en het kenmerkend biotisch milieu (heidevegetaties, biologisch waardevolle boscomplexen). Visie van de gemeente : Aangezien de afbakening van het VEN in de omgeving van het Leen een gewestelijk materie is, dient de gemeente zich te beperken tot louter suggesties.. In het ecologisch functioneren van de gemeente vervullen de bossen van het Leen immers een cruciale rol. De ecologische kwaliteiten zijn dan ook richtinggevend voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling. De overige functies zijn ondergeschikt aan de natuurfunctie. De bossen van het Leen fungeren niet enkel als wandelgebied, maar ook als natuureducatief knooppunt, getuige daarvan de aanwezigheid van een bosklassencentrum, het bosinfocentrum en het cafetaria). De uitbouw van deze voorzieningen, evenals het openstellen van het gebied voor recreatief medegebruik, dient steeds in overeenstemming te zijn met de ecologische doelstellingen van het gebied. 57

59 Voor het agrarisch grondgebruik zal moeten uitgemaakt worden in welke mate het een meerwaarde kan genereren voor de ecologische doelstellingen van het gebied. De gebruiksmogelijkheden voor landbouw in deze prioritaire gebieden voor natuur zullen dan ook beperkt blijven tot (zeer) extensieve vormen als gevolg van beperkingen m.b.t. bemesting, veebezetting, biocidengebruik, enz. VOORSTEL TOT BOSUITBREIDING TEN ZUIDWESTEN VAN HET LEEN De selectie van bosuitbreidingsgebieden gebeurt door het Vlaams Gewest. De bosuitbreidingsgebieden worden dan ook afgebakend in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. De gemeente stelt voor om een gedeelte van deze bosuitbreiding te voorzien aansluitend op de bossen van het Leen. DE WAGEMAKERSBEEK, HET KANAAL GENT OOSTENDE, HET SCHIPDONKKANAAL EN DE LIEVE: VOORSTEL VAN DE PROVINCIE TOT SELECTIE ALS ECOLOGISCHE INFRASTRUCTUUR VAN BOVENLOKAAL BELANG Ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang zijn smalle lijnvormige landschapselementen die een belangrijke verbindingsfunctie hebben tussen diverse GEN- of GENO- gebieden maar té beperkt zijn om tot een GEN, GENO of natuurverbindingsgebied te behoren. Ze strekken zich meestal uit over het grondgebied van verschillende gemeenten. Voor de gemeente Zomergem werden het kanaal Gent Oostende, het Schipdonkkanaal, de Wagemakersbeek en de Lieve geselecteerd als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Visie van de gemeente : Het Schipdonkkanaal werd in het ruimtelijk concept voorgesteld als groene slagader. Deze ader is zeer belangrijk voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Het betreft hier niet enkel de ecologische infrastructuur an sich, maar ook een brede groenstrook langs beide zijden van het kanaal. Om die reden kan dan ook akkoord gegaan worden met de aanduiding als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. De Wagemakersbeek is ook erg belangrijk voor het ecologisch functioneren van de gemeente. Zij verzorgt immers de verbinding tussen de twee boskernen. Er kan dan ook akkoord gegaan worden met de selectie als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Gezien zijn perifere ligging is het kanaal Gent Oostende minder van belang voor het ecologisch functioneren van de gemeente zelf. Er kan wel akkoord gegaan worden met de selectie als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. De uitbouw van het natuurverwevingsgebied ter hoogte van het Sas zal het ecologisch functioneren van de as verder versterken. De Lieve doorsnijdt slechts een beperkt deel van de gemeente. Toch kan dit historisch kanaaltje een belangrijke rol vervullen in het ecologisch functioneren. De recreatieve fietsweg langs het kanaal functioneert eveneens op bovenlokaal niveau. 58

60 DE KEIGATBOSSEN EN HET MOTTEBOS ALS PRIORITAIRE GEBIEDEN VOOR NATUUR OP LOKAAL NIVEAU De Keigatbossen fungeren voornamelijk als wandelgebied. Eventueel kan een beperkte accommodatie voorzien worden ten behoeve van het recreatief medegebruik. Nieuwe gebouwen zijn hierbij uitgesloten. Het zijn gebieden die momenteel reeds belangrijke natuurwaarden dragen en een structurerende rol spelen in de natuurlijke structuur van de gemeente. Natuur vormt in deze gebieden de hoofdgebruiker. In deze gebieden zijn de ecologische kwaliteiten richtinggevend voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling. In bepaalde delen zal de nadruk eerder liggen op het behoud en conserveren van de bestaande toestand. In andere delen staat dan weer een actieve natuurontwikkeling voorop om de verloren gegane ecologische kwaliteiten (bvb. heischrale graslanden) in ere te herstellen. De overige functies in het gebied zijn ondergeschikt aan de natuurfunctie. Teneinde de natuurlijke draagkracht van deze gebieden niet verder te overschrijden zijn nieuwe gebouwen ten behoeve van andere functies uitgesloten. De gebruiksmogelijkheden voor landbouw in deze prioritaire gebieden voor natuur zullen dan ook beperkt worden tot (zeer) extensieve vormen als gevolg van beperkingen m.b.t. bemesting, veebezetting, biocidengebruik, enz. DE UITGESPROKEN DEPRESSIES TER HOOGTE VAN SCHIPDONK EN HUIZEGAVER ALS NATUURVERWEVINGSGEBIEDEN OP LOKAAL NIVEAU Een verwevingsgebied op lokaal niveau is een aaneengesloten gebied dat op gemeentelijk vlak belangrijk genoeg geacht wordt om er natuurwaarden te verweven met andere functies zoals landbouw, bosbouw en recreatie. Andere functies dan deze zijn hieraan ondergeschikt. Het beleid is gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functies natuur en landbouw. De ruimtelijke ondersteuning voor natuur houdt hier vooral stimulerende maatregelen in om de natuurwaarde te vegroten en voorwaarden te scheppen voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige ecotopen. De ruimtelijke ondersteuning voor landbouw houdt begeleidende maatregelen in om natuur- en landschapsbeheer als volwaardige component (ook financieel) te beschouwen in de bedrijfsvoering van de betrokken landbouwers. De gebieden dienen in ieder geval bouwvrij gehouden te worden. WATERLOPEN MET GROENACCENTEN OP LOKAAL NIVEAU De belangrijkste waterlopen fungeren als verbindende elementen tussen de verschillende deelgebieden van de natuurlijke structuur, zij het op lokaal niveau. Om deze verbindende functie te accentueren, kunnen op regelmatige afstand langsheen deze waterlopen stepping stones op vrijwillige basis ontwikkeld worden. Een natuurgericht bermbeheer versterkt de ecologische corridorfunctie van deze waterlopen. Daarbij dient echter blijvend aandacht besteed te worden aan de waterafvoerende functie van de waterlopen, in het bijzonder de waterlopen van 2 e en 3 e categorie. Daarbij dient er een voldoende brede strook, zoveel mogelijk aan weerszijden van de waterloop, ter beschikking te blijven voor de onderhoudswerken aan de waterloop. Tot slot dienen de drainagebuizen steeds boven de waterspiegel van de waterloop te kunnen lozen. Worden geselecteerd als waterlopen met groenaccenten op lokaal niveau : - Kruisstraatwaterloop; - Lijkstraatwaterloop; - Bellemstraatjeswaterloop; - Ronselhoekwaterloop; - Diepenbeek; - Vijverloop; 59

61 WEIDEGEBIEDEN OP LOKAAL NIVEAU Het betreft uitgestrekte weilandcomplexen op vochtige en schrale gronden met een concentratie aan kleine landschapselementen (vb. Steenberg, Ro). Omwille van de specifieke bodemgesteldheid (vochtige en schrale gronden) werden deze gronden reeds eeuwenlang aangewend als hooiland of graasweide. Door het langdurig permanent grondgebruik ontwikkelde zich een specifieke vegetatie. De traditionele homogene relatie tussen de fysische gesteldheid en het bodemgebruik is in deze gebieden nog zeer goed herkenbaar. Deze gronden dragen dan ook een belangrijke cultuurhistorische waarde. Om de fysisch landschappelijke structuurkenmerken die de basis vormen voor de landschappelijke en ecologische diversiteit evenals voor de cultuurhistorische waarde te behouden en waar mogelijk te versterken worden deze landbouwgebieden verder gespecifieerd als weidegebieden. Deze gebieden dienen bebouwingsvrij te worden gehouden. Het gebruik als weiland dient zoveel mogelijk behouden te blijven. De aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen die het weidelandschap als het ware inkleden wordt gestimuleerd. Worden geselecteerd als weidegebieden op lokaal niveau : - de waardevolle graslanden ter hoogte van de Steenberg; - de waardevolle graslanden in het gebied tussen de Rostraat, het kanaal Gent - Oostende en het Schipdonkkanaal; LANDSCHAPPELIJKE WAARDEVOLLE GEHELEN Dit zijn gebieden met een belangrijke landschappelijke waarde. Het beleid is gericht op het in evenwicht brengen van de (traditionele) relatie tussen de agrarische bedrijfsvoering en de kwaliteiten van de cultuurlandschappen. Wanneer in zulke gebieden veranderingsprocessen in de agrarische bedrijfsvoering een zodanige ruimtelijke impact met zich meebrengen dat de landschappelijke hoofdstructuur onder druk komt te staan, dient een dergelijke ontwikkeling zorgvuldig begeleid te worden. Het zoeken naar een evenwicht is een zaak van zorgvuldige ruimtelijke afweging en een daarmee verbonden inrichting en beheer. Worden geselecteerd als landschappelijk waardevolle gehelen : de ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebieden van de cuesta de ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebieden van het historisch landschap Ro de ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebieden van het noordelijk bosgebied GEBIED TUSSEN SCHIPDONKKANAAL EN AZALEASTRAAT ALS GROEN RECREATIEF INTEGRATIEGEBIED Het bestaand groengebied tussen Azaleastraat Stoktevijver en het Schipdonkkanal vervult omwille van zijn ligging belangrijke potenties, zowel ten aanzien van natuur als ten aanzien van recreatie. Een meer ecologische inrichting van het gebied kan een verdere versterking betekenen van het natuurverbindingsgebied langs het Schipdonkkanaal. Tegelijk krijgt het gebied een recreatieve meerwaarde. Belangrijk is dat er een goed evenwicht gevonden wordt tussen de recreatieve en ecologische doelstellingen voor het gebied. 60

62 5.3.3 Strategisch e acties 1) Opnemen Keigatbossen als groene pool in het RUP voor het ruimtelijk-functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta In eerste instantie zullen de ecologische doelstellingen voor het gebied aan bod komen. Voor de overige functies in het gebied worden volgende voorstellen gedaan: In verband met het agrarisch grondgebruik Van het op het gewestplan aangeduid natuur- en bosgebied (54ha) is ongeveer 15ha in gebruik voor landbouwdoeleinden 11. Het betreft géén aaneengesloten landbouwgebied, maar veeleer een aantal door bossen omgeven landbouwenclaves. In deze enclaves zal het agrarisch grondgebruik beperkt worden tot (zeer) extensieve vormen als gevolg van beperkingen m.b.t. bemesting, veebezetting, enz. Het inkomens- en vermogensverlies voor de landbouw dient voldoende gecompenseerd te worden. In verband met recreatief medegebruik Ten behoeve van het recreatief medegebruik moet een beperkte infrastructuur kunnen gerealiseerd worden, weliswaar rekening houdende met de vooropgestelde doelstellingen i.v.m. natuur en bosbeheer. In verband met de zonevreemde woningen (huiskavels) In het bosgebied zijn drie zonevreemde woningen aanwezig. Het beleid voor deze zonevreemde woningen is gericht op het bevriezen van de huidige ingreep. Enkel onderhouds- of instandhoudingswerken en kleine werken vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunning zijn toegelaten. Een woning kan wel herbouwd of verbouwd worden op dezelfde plaats van een vergunde woning in geval van heirkracht (indien de woning geheel of gedeeltelijk vernield of beschadigd werd door storm, enz.). Bewoning in deze gebieden blijft dus in principe mogelijk, tenzij andere maatregelen zoals aankoop door de overheid zich opdringen. 11 Informatie op basis van GIS bestand boskarteringsgegevens, GIS bestand gewestplan en meest recente orthofotoplans. 61

63 2) Voorstellen bij de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de bossen van het Leen De selectie en de afbakening van GEN s en GENO s dient te gebeuren via gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het is voor de gemeente echter niet duidelijk welk de perimeter zal zijn van deze gewestelijke RUP s. Zal men zich beperken tot de huidige in het gewestplan aangegeven natuur- en bosgebieden of zal men beide boscomplexen in hun ruimere omgeving benaderen? Dit RUP zal in eerste instantie een uitvoering zijn van de ecologische doelstellingen voor het gebied. Ten zuidwesten van de bossen van het Leen wordt een bosuitbreiding voorgesteld. Deze bosuitbreiding zal echter in het kader van het gewestelijk RUP moeten getoetst worden naar haalbaarheid toe. Hierbij zal zowel met ecologische en fysische (bodemgesteldheid) als met agrarische factoren moeten rekening gehouden worden. Voor de overige functies in het gebied worden volgende voorstellen gedaan : In verband met aanwezige recreatieve en educatieve accommodatie Het provinciaal domein vormt momenteel reeds een belangrijke aantrekkingspool voor recreanten uit het Meetjesland omwille van de aanwezige natuurwaarden, maar ook omwille van de (toeristisch-) recreatieve en natuur-educatieve infrastructuur, met name hert arboretum, de cafetaria, het heemkundig museum, het bosinfocentrum, de kampeerterreinen en de verblijfsaccommodatie voor verblijfsklassen. De gemeente stelt voor om de aanwezigheid van deze infrastructuur ook ruimtelijk te ondersteunen door ze een correcte bestemming te geven in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De infrastructuur kan beperkt uitgebreid worden voor zover verenigbaar met de ecologische doelstellingen van het gebied. In verband met de bosuitbreiding De bosuitbreiding dient gerealiseerd te worden aansluitend op de bestaande bossen. Deze bosuitbreiding zal in het kader van het gewestelijk RUP moeten getoetst worden naar haalbaarheid toe. Het inkomens- en vermogensverlies voor de landbouw dient voldoende gecompenseerd te worden. In verband met de zonevreemde constructies in de Hospitaalbossen De Hospitaalbossen zijn gelegen buiten het provinciaal domein, maar werden recent door de provincie aangekocht. Ze vormen ruimtelijk gezien een onderdeel van de bossen van het Leen. Op een aantal kavels in deze Hospitaalbossen (ook wel OCMW bossen genoemd) werden constructies opgericht, gaande van tuinhuisjes en bergplaatsen tot chalets. Gezien deze constructies strijdig zijn met de geldige voorschriften van de bestemming natuurgebied werd reeds voor enkele constructies de afbraak geboden. Momenteel dragen de bossen nog duidelijk de sporen van de verkaveling uit de zestiger en zeventiger jaren, maar er is een duidelijke tendens waarneembaar tot heroriëntering en juridische rechtzetting van het gebied. 62

64 3) Opnemen weidegebied Steenberg in RUP voor ruimtelijkfunctioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta Van het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied op de cuesta zal een gemeentelijk RUP opgemaakt worden. Dit ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied strekt zich uit vanaf het kruispunt Veldhoek St.-Jansstraat, via de noordoostelijke flank van de cuesta tot tegen Leischoot om dan rond de woonkorrel Rijvers via de Mottebossen de zuidelijke flank van de cuesta te bereiken. Het RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta weidegebied Steenberg het Mottebos als prioritair gebied voor natuur op lokaal niveau waterlopen met groenaccenten Vijverloop en Diepenbeek zonevreemde woningen in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta Bij de uitvoering van het beleidselement weidegebied Steenberg staan volgende uitgangspunten voorop : om de fysisch landschappelijke structuurkenmerken die de basis vormen voor de landschappelijke en ecologische diversiteit evenals de cultuurhistorische waarde te behouden en waar mogelijk te versterken worden deze landbouwgebieden verder gespecifieerd als weidegebieden. Voor alle duidelijkheid : het blijven dus agrarische gebieden, waarvoor de teeltwijze niet wordt opgelegd dit gebied dient bouwvrij te worden gehouden de aanleg van kleine landschapselementen gebeurt op vrijwillige basis, terwijl het onderhoud onderworpen is aan het natuurdecreet Bij de uitvoering van het beleidselement waterloop met groenaccenten staan volgende uitgangspunten voorop : op regelmatige afstand langs de waterloop kunnen stepping stones ontwikkeld worden, op vrijwillige basis voeren van een natuurgericht bermbeheer behoud van het meanderend patroon behoud van de waterafvoerende functie van de waterlopen 63

65 Voor de overige functies in het gebied staan volgende uitgangspunten voorop : In verband met het agrarisch grondgebruik Zie gewenste agrarische structuur (zie 5.5.3) In verband met recreatief medegebruik Ten behoeve van het recreatief medegebruik moet een beperkte infrastructuur kunnen gerealiseerd worden, weliswaar rekening houdende met de vooropgestelde doelstellingen i.v.m. natuur en bosbeheer. In verband met de zonevreemde woningen (huiskavels) Het betreft een gebied met een belangrijke functie in het landbouwkundig functioneren op lokaal niveau én dat een unieke landschappelijke waarde bezit. Voor deze huiskavels wordt een ontwikkelingsperspectief vooropgesteld waarbij bestaande gebouwen verbouwings-, uitbreidings- en herbouwmogelijkheden zullen krijgen conform de vigerende wetgeving. Om de landschappelijke kwaliteiten echter te handhaven en verder te versterken, worden bijkomende randvoorwaarden opgelegd in verband met de verschijningsvorm van de woning. Dit impliceert maatregelen inzake maximaal toegelaten verharding, specifiek materiaalgebruik voor de gebouwen en de noodzakelijke groenaanleg rond de sites. 4) Opmaak RUP weidegebieden Ro en verwevingsgebied Schipdonk De gemeente zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken voor de weidegebieden tussen de Rostraat, het Schipdonkkanaal en het kanaal Gent Oostende. Dit RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : weidegebieden Ro verwevingsgebied Schipdonk Lijkstraatwaterloop als waterloop met groenaccenten het Sas te Schipdonk als recreatieve introductie Eventueel kunnen ook de aangrenzende woningen opgenomen worden in dit gebiedsgericht RUP. Bij de uitvoering van het beleidselement weidegebieden Ro staan volgende uitgangspunten voorop : om de fysisch landschappelijke structuurkenmerken die de basis vormen voor de landschappelijke en ecologische diversiteit evenals de cultuurhistorische waarde te behouden en waar mogelijk te versterken worden deze landbouwgebieden verder gespecifieerd als weidegebieden. Voor alle duidelijkheid : het blijven dus agrarische gebieden, waarvoor de teeltwijze niet wordt opgelegd. dit gebied dient bouwvrij te worden gehouden de aanleg van kleine landschapselementen gebeurt op vrijwillige basis, terwijl het onderhoud onderworpen is aan het natuurdecreet. Bij de uitvoering van het beleidselement waterloop met groenaccenten staan volgende uitgangspunten voorop : 64

66 op regelmatige afstand langs de waterloop kunnen stepping stones ontwikkeld worden, op vrijwillige basis voeren van een natuurgericht bermbeheer behoud van het meanderend patroon behoud van de waterafvoerende functie van de waterlopen Bij de uitvoering van het beleidselement verwevingsgebied Schipdonk staan volgende uitgangspunten voorop : afbakening van het verwevingsgebied op basis van de natuurlijke bodemgesteldheid. Die bodemkundige afbakening van alluviale gronden is een objectieve benadering. het RUP beoogt in dit gebied een optimale verweving tussen de functies landbouw en natuur verhogen van de ecologische waarde van de aanwezige natte bospercelen door aangepast beheer stimuleren agrarisch natuurbeheer. Het inkomens- en vermogensverlies voor de landbouw dient voldoende gecompenseerd te worden. De uitvoering van het beleidselement recreatieve introductie zal besproken worden bij de gewenste recreatieve structuur (zie 5.4.3). 5) Opmaak RUP verwevingsgebied Huizegaver Voor de uitvoering van het beleidselement verwevingsgebied Huizegaver (gelegen ten ZO van ruilverkavelingsweg) zal een RUP opgemaakt worden. Hierbij staan volgende uitgangspunten voorop : afbakening van het verwevingsgebied op basis van de natuurlijke bodemgesteldheid. Die bodemkundige afbakening van alluviale gronden is een objectieve benadering. het RUP beoogt in dit gebied een optimale verweving tussen de functies landbouw en natuur verhogen van de ecologische waarde aanwezige natte bospercelen door aangepast beheer. Hierbij wordt verwezen naar het natuurdecreet. stimuleren agrarisch natuurbeheer. Het inkomens- en vermogensverlies voor de landbouw dient voldoende gecompenseerd te worden. 6) Opmaak RUP Schipdonkkanaal De gemeente zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken voor het gebied tussen Stoktevijver Azaleastraat en het Schipdonkkanaal. Dit RUP kan slechts opgemaakt worden na overleg met het Vlaams Gewest in verband met het al dan niet verbreden van het Schipdonkkanaal. Dit RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : groen recreatief integratiegebied Schipdonkkanaal als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang 65

67 zonevreemde woningen in het groen recreatief integratiegebied Schipdonkkanaal. In het kader van beide beleidselementen is het evenwel aangewezen om ook de bebouwing langs de Azaleastraat en Stoktevijver op te nemen in het RUP, en dit vanuit het perspectief van een kwalitatieve randafwerking. Het RUP kan tevens uitgebreid worden met het gebied rond Motjesbrug teneinde een oplossing te kunnen bieden aan de zonevreemdheidsproblematiek van een aantal woningen, ambachtelijke en aan de landbouw gerelateerde bedrijven in groengebied en in de reservatiestrook voor de verbreding van het Schipdonkkanaal en voor de uitvoering van het beleidselement recreatiepool Motje. Bij de uitvoering van de beleidselementen groen recreatief integratiegebied en natuurverbindingsgebied Schipdonkkanaal staan volgende uitgangspunten voorop : Ten behoeve van de ecologische functie zullen bepaalde delen bebost worden, andere delen zullen weiland blijven doch deze zullen op ecologische wijze ingericht en beheerd worden (bijvoorbeeld door lokale vernatting, graven van poelen, enz). Tegelijk krijgt het gebied een recreatieve meerwaarde, o.m. door de aanleg van een aanlegsteiger voor pleziervaartuigen, door de aanleg van een fiets- en voetgangersverbinding met het centrum en door de aanleg van een speelbos. Ten behoeve van de overige functies in het gebied, staan volgende uitgangspunten voorop : In verband met het agrarisch grondgebruik Momenteel is het grootste deel van het gebied in gebruik voor landbouwdoeleinden. Het gebied sluit echter niet aan op een aaneengesloten landbouwgebied. Het betreft dan ook een soort landbouwenclave. In deze enclave zal het agrarisch grondgebruik beperkt worden tot (zeer) extensieve vormen als gevolg van beperkingen m.b.t. bemesting, veebezetting, enz. Het inkomens- en vermogensverlies voor de landbouw dient wel voldoende gecompenseerd te worden. In verband met de zonevreemde woningen (huiskavels) in groen recreatief integratiegebied In het groengebied tussen Azaleastraat Stoktevijver en het Schipdonkkanaal zijn 3 zonevreemde woningen aanwezig. Het betreft een gebied dat belangrijke potenties draagt zowel op recreatief als op ecologisch vlak. Voor deze huiskavels wordt een ontwikkelingsperspectief vooropgesteld waarbij bestaande gebouwen verbouwings-, uitbreidings- en herbouwmogelijkheden zullen krijgen conform de vigerende wetgeving. Om de landschappelijke kwaliteiten te handhaven en verder te versterken, worden bijkomende randvoorwaarden opgelegd in verband met de verschijningsvorm van de woning. Dit impliceert maatregelen inzake maximaal toegelaten verharding, specifiek materiaalgebruik voor de gebouwen en de noodzakelijke groenaanleg rond de sites. In verband met de zonevreemde woningen in het groengebied tussen bedrijventerrein Grote Steenweg (ACLAGRO) en de Grote Steenweg In het groengebied tussen het bedrijventerrein ACLAGRO en de Grote Steenweg zijn 4 zonevreemde woningen gevestigd. Zij kunnen in het RUP herbestemd worden tot woongebied met landelijk karakter In verband met de zonevreemde ambachtelijke bedrijven De bestaande ambachtelijke bedrijven die niet werden opgenomen in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met het wonen. Deze bestendiging mag géén hypotheek vormen voor de toekomstige inrichting van het groen recreatief integratiegebied. 66

68 In verband met de zonevreemde aan de landbouw gerelateerde bedrijven De bestaande aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid kan ter plaatse bestendigd worden, indien de reservatiestrook voor de verbreding van het Schipdonkkanaal wordt geschrapt, mits het ruimtelijk geïntegreerd kan worden én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat de activiteit verweefbaar is met de woonfunctie. In verband met het voetbalterrein Motje Het voetbalterrein kan ter plaatse bestendigd worden en er kan bovendien bijkomende ruimte voorzien worden voor de Landelijke Rijvereniging, de bolderclub of tennispleinen. 7) Stimuleren opmaken beheersplannen bestaande bossen In de bossen kunnen de natuurlijke kwaliteiten gewaarborgd of verbeterd worden door het opstellen van een bosbeheersplan. Dergelijk beheersplan is verplicht voor alle bossen groter dan 5ha. Toch werd nog niet voor alle bossen groter dan 5ha een beheersplan opgesteld. Het doel is dan ook om voor alle bossen groter dan 5ha binnen de planperiode (tot 2007) een beheersplan op te stellen. Voor de bossen die eigendom zijn van de gemeente of het OCMW kan de gemeentelijke overheid zelf de nodige initiatieven nemen. Voor privé bossen zal de gemeentelijke overheid eerder een stimulerend beleid voeren. Indien voor sommige bossen reeds een goedgekeurd beheersplan bestaat, moet worden nagegaan of bijsturing wenselijk is. 8) Subsidiëring van kleine landschapselementen ter versterking van de ecologische infrastructuur Het behoud en de ontwikkeling van de ecologische infrastructuur in bijvoorbeeld het natuurverbindingsgebied kan voornamelijk gewaarborgd worden via gemeentelijke verordeningen. Om de basiskwaliteit over het volledige grondgebied van de gemeente te garanderen kan de gemeente bovenop de reeds bestaande subsidiemogelijkheden, een eigen (gebiedsgericht) subsidiereglement voor kleine landschapselementen uitwerken. De nadruk dient hierbij gelegd te worden op de waterlopen met groenaccenten en de weidegebieden. 67

69 5.4 GEWENSTE RECREATIEVE STRUCTUUR Het provinciaal domein het Leen vormt, tezamen met de historische kern van Zomergem een belangrijk ankerpunt voor de uitbouw van een lokaal recreatief netwerk, waarbij de verbindingen gevormd worden door vrijliggende fiets - en wandelwegen, eventueel gecombineerd met beperkte mogelijkheden inzake waterrecreatie (pleziervaart, kanovaren, ). Ook het eiland ter hoogte van Schipdonk draagt een belangrijke potentie om te fungeren als recreatief introductiegebied ten aanzien van de recreatieve exploratie van de meer noordelijk gelegen, landschappelijk waardevolle gebieden. Hoogdynamische verblijfsrecreatie is, met uitzondering van het provinciaal domein, niet gewenst. Bovenvermelde recreatievormen kunnen enkel beschouwd worden in harmonie met de hoofdfuncties van de open ruimte. Recreatie kan enkel worden ontwikkeld als nevenactiviteit, zonder daarbij de ontwikkelings - en valorisatieperspectieven ten aanzien van landbouw en natuur te ondermijnen. Men spreekt dan ook van recreatief mede gebruik Uitgangspu nten Verhoging van de landschapsbeleving ten behoeve van het recreatief medegebruik; Behoud van een voldoende aanbod aan recreatieve voorzieningen binnen de gemeente. De in aanmerking komende recreatievoorzieningen dienen echter aan een aantal randvoorwaarden te voldoen o.a. inzake ruimtelijke draagkracht en verenigbaarheid. 68

70 5.4.2 Elementen van de gewenste recreatieve structuur In de gewenste recreatieve structuur kunnen volgende elementen onderscheiden worden : HET LEEN ALS NATUUR- EN LANDSCHAPSKNOOPPUNT MET REGIONALE UITSTRALING Natuur- en landschapsknooppunten zijn belangrijke wandelgebieden. Deze wandelgebieden dragen een regionale uitstraling. De recreatieve functie is hierbij echter steeds ondergeschikt aan de ecologische functie. In functie van het recreatief medegebruik kan in deze natuur- en landschapsknooppunten kleinschalige ondersteunende accommodatie voorzien worden. Voorbeelden hiervan zijn horeca, educatief gebouwtje, parking, speeltuin, enz. Deze accommodatie kan een belangrijke structurerende werking hebben als toegang tot het domein. Door een goede locatiekeuze wordt bvb. in belangrijke mate de doordringbaarheid bepaald. De uitbouw van deze infrastructuren dient steeds in overeenstemming te zijn met de ecologische doelstellingen voor het gebied. Visie van de gemeente De gemeente treedt het voorstel van de provincie bij om het Leen aan te duiden als natuur- en landschapsknooppunt. Het provinciaal domein vormt momenteel reeds een belangrijke aantrekkingspool voor recreanten uit het Meetjesland omwille van de aanwezige natuurwaarden, maar ook omwille van de (toeristisch-) recreatieve en natuur-educatieve infrastructuur, met name het arboretum, de cafetaria, het heemkundig museum, het bosinfocentrum, de kampeerterreinen en de verblijfsaccommodatie voor verblijfsklassen. De gemeente stelt voor om de aanwezigheid van deze infrastructuur ook ruimtelijk te ondersteunen door ze een correcte bestemming te geven in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De infrastructuur kan beperkt uitgebreid worden voor zover verenigbaar met de ecologische doelstellingen van het gebied. De gemeente dringt ook aan op het recreatief toegankelijk maken van het domein via de Rostyneweg. HET KANAAL GENT OOSTENDE EN HET SCHIPDONKKANAAL ALS GEBUNDELDE NETWERKEN Het gebundeld netwerk is de drager van de toeristisch recreatieve bewegingen. Het zijn goed uitgeruste verbindingsassen om aan recreatief langeafstandsverkeer plaats te bieden. Het beleid voor deze gebundelde netwerken is gericht op het optimaliseren van recreatieve langeafstandsbewegingen. Bij deze optimalisatie moet rekening gehouden worden met alle toeristisch recreatieve netwerkbewegingen : fietsen, wandelen, paardrijden, skaten, kanoën, pleziervaarten, enz. Een gebundeld netwerk dient dus méér dan één gebruikersgroep. De verschillende snelheden en benodigde verhardingen van de activiteit spelen hierbij een rol. De meest kwalitatieve invulling van de ruimte voor deze bewegingen is de realisatie van een verkeersarme omgeving en de infrastructuur voor een non stop beweging. Hierbij dient in belangrijke mate rekening te worden gehouden met de beleidsopties inzake de gewenste natuurlijke structuur (i.c. natuurverbindingsgebied voor het Schipdonkkanaal en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang voor het kanaal Gent Oostende). Visie van de gemeente Langs het Schipdonkkanaal is momenteel reeds over het hele grondgebied van de gemeente op de linkeroever een vrijliggende fietsweg aanwezig. Doel is om de lokale fietsroutes hierop aan te sluiten. Dit veronderstelt de nodige bewegwijzering en infrastructuur om de recreant a.h.w. uit te nodigen het gebied verder te verkennen. Ter hoogte van de Azaleastraat wordt dit duidelijk gemaakt met een soort recreatieve link, waarbij ook kan gedacht worden aan een aanlegsteiger voor pleziervaartuigen. Op de rechteroever van het kanaal opteert de gemeente voor de aanleg van een ruiterpad. Ook langs het kanaal Gent Oostende is een vrijliggende fietsweg aanwezig. Deze bevindt zich op het grondgebied van de buurgemeente Nevele. De gemeente opteert ervoor om beide fietswegen aan elkaar te 69

71 linken. Dit kan onder meer door het voorzien van de nodige infrastructuur en info borden ter hoogte van het Sas te Schipdonk. BOVENLOKALE FIETSROUTES vanuit de gemeente wordt het voorstel gedaan een aantal routes aan te duiden waarop het bovenlokaal recreatief verkeer wordt gekanaliseerd. De jaagpaden langs de kanalen werden reeds vermeld in het kader van het gebundeld netwerk. Daarnaast worden een aantal routes voorgesteld die aansluiten op het gebundeld netwerk van het Schipdonkkanaal : Rohoek Uitgem Haagstraat - Bauwerwaan voor de verbinding met de Keigat- en Drongengoedbossen (Knesselare) Rostyneweg Langestraat Veldhoek voor de verbinding tussen het provinciaal domein het Leen en de Keigatbossen. Voorwaarde hierbij is wel dat het domein ook via de Rostyneweg toegankelijk wordt gemaakt. Het jaagpad langs de Lieve is momenteel reeds ingericht als vrijliggende fietsweg. RECREATIEPOOL DEN BOER Het bestaand sportcomplex Den Boer vervult momenteel reeds een belangrijke rol als recreatiepool voor binnen- en buitensporten binnen de gemeente. Het sportcomplex bestaat uit een sporthal, een zwembad, vijf tennisvelden en twee voetbalvelden. Zaak is om deze recreatiepool intern te versterken door een optimaal en meervoudig ruimtegebruik na te streven. Belangrijk hierbij zijn het creëren van veilige en comfortabele voetgangers- en fietsverbindingen met de kern van Zomergem. RECREATIEPOOL MOTJE Achter de bebouwing langs de Grote Steenweg bevindt zich momenteel één voetbalterrein met bijhorende accommodatie. Dit voetbalterrein is volledig zonevreemd. Het terrein vervult echter een belangrijke potentie gezien zijn ligging aan de rand van het kerngebied. Recreatiepool Motje kan namelijk een aanvullende rol spelen ten aanzien van recreatiepool Den Boer. De nadruk zal hierbij vooral gelegd worden op buitensporten. In eerste instantie kan het bestaand voetbalterrein ter plaatse bestendigd worden. Gezien de directe toegang tot het ruiterpad langs het Schipdonkkanaal kan een beperkte accommodatie voorzien worden voor de Landelijke Rijvereniging (ruiterclub). Tevens wordt er ruimte geboden voor een aantal binnensporten zoals krulbollen. Hierbij dient echter benadrukt te worden dat deze binnensporten beperkt moeten blijven in oppervlakte. Tenslotte wenst de gemeente de mogelijkheid te behouden tot de aanleg van 5 à 6 tennisvelden in deze recreatiepool. Ook op deze site staat het meervoudig ruimtegebruik voorop. De uitbreiding van de site dient zoveel mogelijk te gebeuren in de richting van de bebouwing. Het complex dient bovendien voldoende landschappelijk ingekleed te worden. Het moet bovendien op een veilige en comfortabele manier toegankelijk zijn vanuit de kern Zomergem. GEBIED TUSSEN SCHIPDONKKANAAL EN AZALEASTRAAT ALS GROEN RECREATIEF INTEGRATIEGEBIED Het bestaand groengebied tussen Azaleastraat Stoktevijver en het Schipdonkkanal vervult omwille van zijn ligging belangrijke potenties, zowel ten aanzien van natuur als ten aanzien van recreatie. Een meer ecologische inrichting van het gebied kan een verdere versterking betekenen van het natuurverbindingsgebied langs het Schipdonkkanaal. Tegelijk krijgt het gebied een recreatieve meerwaarde. Belangrijk is dat er een goed evenwicht gevonden wordt tussen de recreatieve en ecologische doelstellingen voor het gebied. 70

72 HET SAS TE SCHIPDONK ALS RECREATIEVE INTRODUCTIE Het sas (of de sluis) ter hoogte van Schipdonk bevindt zich op het kruispunt van het Schipdonkkanaal en het kanaal Gent-Brugge. Als kruispunt van deze twee groen-blauwe assen draagt het gebied een potentie voor het ontwikkelen van een beperkt natuur - recreatief knooppunt. Bovendien bezit deze omgeving met het Sas een belangrijk relict voor de bewogen geschiedenis van de kanaaldorpen. Een ontdubbelen van de Vlaanderenroute zorgt ervoor dat de omgeving van het Sas kan fungeren als een ankerpunt op deze bekende route. Info borden zullen de fiets- en wandelrecreanten inlichten over de historische achtergrond van het sas en de kanalen. Tevens kunnen ze de recreanten uitnodigen voor een verdere exploratie van de noordelijk gelegen regio, met het Leen, de historische kern van Zomergem, maar ook het Drongengoed (Knesselare) als potentiële rustplaatsen. Naast info borden kan eveneens de nodige infrastructuur voorzien worden om de fietser of wandelaar even tot rust te laten komen (bank, afdak met bijhorende accommodatie). Het accent dient te liggen op zachte recreatie. De inrichting van de omgeving van het Sas te Schipdonk is duidelijk een bovenlokaal planningselement. In die zin kunnen er in het richtinggevend gedeelte louter suggesties worden geformuleerd. LOKAAL RECREATIEF NETWERK Het betreft een lokaal netwerk voor zachte recreatievormen als fietsen, wandelen of paardrijden. Dit lokaal recreatief netwerk zorgt voor veilige en comfortabele verbindingen tussen de woonplaats en de ontspanningsruimten zoals de recreatiepolen, de bossen, lokale bezienswaardigheden, enz. Ze geven tevens ontsluiting naar de gebundelde netwerken langs de kanalen.volgende wegen behoren tot het lokaal recreatief netwerk : Rohoek Rostraat Durmstraat G. Gezellestraat Daalmstraat- Rijvers Meirlare Stoktevijver Moerstraat Langeboeken met aftakking ter hoogte van Huizegaver naar Lovendegem toe - Peperhoek 71

73 5.4.3 Strategisch e acties Om bovenvermelde ontwikkelingsperspectieven te realiseren kunnen volgende acties ondernomen worden: Inrichten van het Sas te Schipdonk als recreatieve introductie; Opmaak RUP Schipdonkkanaal Uitdoven geïsoleerde recreatiezone 1) Inrichten van het Sas te Schipdonk als recreatieve introductie Het sas ter hoogte van Schipdonk bevindt zich op het kruispunt van het Schipdonkkanaal en het kanaal Gent-Brugge. Als kruispunt van deze twee groen-blauwe assen draagt het gebied een potentie voor het ontwikkelen van een beperkt natuur - recreatief knooppunt. Bovendien bezit deze omgeving met het Sas een belangrijk relict voor de bewogen geschiedenis van de kanaaldorpen. Een ontdubbelen van de Vlaanderenroute zorgt ervoor dat de omgeving van het Sas kan fungeren als een ankerpunt op deze bekende route. Info borden zullen de fiets- en wandelrecreanten inlichten over de historische achtergrond van het sas en de kanalen. Tevens kunnen ze de recreanten uitnodigen voor een verdere exploratie van de noordelijk gelegen regio. Naast info borden kan eveneens de nodige infrastructuur voorzien worden om de fietser of wandelaar even tot rust te laten komen (bank, afdak met bijhorende accommodatie). De recreatieve infrastructuur dient in elk geval gericht te zijn naar zachte recreatie. De gemeente Nevele voorziet in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ter hoogte van het Sas aan de zuidelijke zijde van het kanaal Gent-Oostende de uitbouw van een recreatiezone. Een verdere invulling van het gebied gebeurde aan de hand van een BPA (BPA - Durmen). Hierin voorziet men reeds een zone voor natuur - recreatieve infrastructuur. Het gaat echter om uiterst zachte vormen van recreatie (fiets- en wandeltoerisme). Een ander, in opmaak zijnde, uitvoeringplan (RUP Vaardeken2), duidt het deel van het eiland in het Schipdonkkanaal dat tot Nevele behoort aan als zone voor natuur - recreatieve infrastructuur. Dit gebeurde in overleg met de gemeente Zomergem. De omgeving van het Sas zal opgenomen worden in het RUP weidegebieden Ro en verwevingsgebied Schipdonk. 2) Opmaak RUP Schipdonkkanaal De gemeente zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken voor het gebied tussen Stoktevijver Azaleastraat en het Schipdonkkanaal. Dit RUP voorziet de uitvoering van de beleidselementen groen recreatief integratiegebied en recreatiepool Motje. Het beleidselement groen recreatief integratiegebied werd reeds uitvoerig besproken bij de gewenste natuurlijke structuur. 72

74 Bij de uitvoering van het beleidselement recreatiepool Motje staan volgende uitgangspunten voorop : de nadruk ligt op de buitensporten. Voor deze buitensporten kan de nodige accommodatie voorzien worden (kantine, clublokalen), maar de bebouwing dient in oppervlakte beperkt te blijven. In beperkte mate kan ruimte geboden worden voor een aantal binnensporten zoals krulbollen; meervoudig ruimtegebruik staat voorop. de aanwezige recreatieve activiteiten dienen complementair te zijn met de activiteiten in Den Boer. een uitbreiding van de huidige site in de richting van het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied dient vermeden te worden het complex dient op voldoende landschappelijk ingekleed te worden de terreinen dienen op een veilige en comfortabele manier toegankelijk te zijn vanuit het centrum van Zomergem. Belangrijk hierbij zijn het creëren van veilige en comfortabele voetgangers- en fietsersverbindingen met de kern van Zomergem. 3) Uitdoven geïsoleerde recreatiezone Op het gewestplan zijn er voor de gemeente geen zones aangeduid waar de recreatieve functie primeert, een klein eiland in het ruilverkavelinggebied niet te na gesproken dat gebruikt wordt voor telegeleide vliegtuigjes. Rekening houdend met het geïsoleerd karakter van het gebied en gezien het feit dat het niet aangewezen is dat dit gebied aangeduid wordt als toeristisch - recreatief knooppunt of ingeschakeld wordt in een netwerk van toeristisch - recreatief belang is het wenselijk dat deze zone een uitdovend karakter krijgt. Gelet op de gerechtelijke uitspraken, het schorsingsarrest van de milieuvergunning, de aantasting van het stiltegebied en van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving suggereert de gemeente aan de hogere overheid om van zodra het terrein niet meer voor telegeleide vliegtuigjes wordt gebruikt de achterhaalde bestemming te midden van het agrarisch gebied te wijzigen. Een alternatieve recreatieve voorziening op dit ruimtelijk geïsoleerd eiland dient in elk geval onmogelijk gemaakt te worden. 73

75 5.5 GEWENSTE AGRARISCHE STRUCTUUR Zomergem kan beschouwd worden als een agrarische gemeente, met een nog vrij belangrijke primaire sector, en dit zowel qua tewerkstelling als qua ruimtegebruik. De agrarische activiteiten vormen dan ook het raamwerk van de open ruimte. De algemene trend in de evolutie van de land- en tuinbouw is er één van schaalvergroting, weliswaar gecombineerd met een afname van het aantal bedrijven. Zomergem behoort niet tot de klassieke tuinbouwgemeenten. Het zwaartepunt ligt van oudsher bij akkerbouw en veeteelt. Tijdens de tweede helft van de 20 e eeuw vond een accentverschuiving plaats van een landbouweconomie gebaseerd op een grote diversiteit aan gewassen in combinatie met veeteelt naar een landbouweconomie die bijna volledig wordt gedomineerd door de geïntensiveerde veeteelt. Deze trend tot intensivering van de veeteelt zet zich ook in de rest van Vlaanderen door. Eén van de gevolgen daarvan is de mestproblematiek die steeds meer ruimtelijke ontwikkelingen in landelijke gemeenten gaat bepalen. De intensivering van de veeteelt en de moderne productietechnieken zorgden tevens voor een landschappelijke vervlakking. De landbouwlandschappen beginnen steeds meer op elkaar te lijken, identiteitsbepalende factoren verdwijnen alsmaar meer en meer. Een gebiedsgericht en gedifferentieerd landbouwbeleid is noodzakelijk. Daarbij dienen voldoende ontwikkelingsperspectieven geboden worden aan de bestaande agrarische bedrijvigheid en kan nieuwe bedrijvigheid gebiedsgericht toegelaten worden. Het is echter zeer belangrijk om a-priori te definiëren welke soort bedrijvigheid waar toegelaten wordt. Het kan immers niet de bedoeling zijn de agrarische bedrijfsgebouwen als broedplaats te laten fungeren voor nieuwe ambachtelijke bedrijven Uitgangspu nten ruimtelijke randvoorwaarden scheppen voor een langetermijnperspectief voor de land - en tuinbouw in functie van de lokale situatie per deelgebied; het voeren van een gebiedsgericht, gemeentelijk land - en tuinbouwbeleid; het streven naar een economisch gezonde (= bedrijfscontinuïteit) en duurzame landbouw; optimale afstemming van de land- en tuinbouw met de andere functies in de open ruimte; 74

76 5.5.2 Elementen van de gewenste agrarische structuur 1) Hoofdelementen van de gewenste agrarische structuur In het informatief gedeelte zijn op basis van het bodemgebruik en de blijvende ruimtelijke factoren en vanuit de bestaande elementen van de agrarische structuur verschillende zones afgebakend. Op basis van deze kaart en rekening houdend met de huidige problematiek en de toekomstmogelijkheden binnen de landbouwsector, werden deze zones gegroepeerd onder volgende grote gebieden: RUIMTELIJK FUNCTIONEEL SAMENHANGENDE LANDBOUWGEBIEDEN OP LOKAAL NIVEAU Dit zijn gebieden waar de ruimtelijke dynamiek vooral wordt gegenereerd door landbouwactiviteiten, die ruimtelijk functioneel samenhangend zijn en die aansluiten op andere grote landbouwgebieden die doorlopen op het grongebied van de buurgemeenten. Ze beslaan een min of meer grote oppervlakte en dragen een relatief lage bebouwingsgraad : akkers en weilanden worden afgewisseld met verspreid gelegen landbouwzetels. Andere functies zijn slechts in beperkte mate aanwezig en zijn veelal ontstaan vanuit de agrarische bedrijfsvoering. Het beleid is gericht op het ondersteunen van het agrarisch grondgebruik ten behoeve van de beroepslandbouw. Hier kunnen maatregelen genomen worden die de agrarische structuur optimaliseren in functie van de beroepslandbouw (bvb. ruilverkaveling, kavelruil, enz.). De nadruk ligt op de zuiver agrarische bedrijfsvoering. De relatief lage bebouwingsgraad mag in de toekomst slechts beperkt toenemen. Bijkomende agrarische bedrijfszetels zijn uitgesloten, maar een uitbreiding van de bestaande bedrijfsinfrastructuur is mogelijk. Het afbakenen van ontwikkelingsgebieden voor glastuinbouwbedrijven is een provinciale taak. In het ontwerp- PRS is er o.a. volgende actie opgenomen: De provincie bakent, in overleg met de gemeenten, in PRUP s ontwikkelingsgebieden voor glastuinbouw af en start in dit verband een voorbereidend onderzoeksproject op. Hieraan zal het gemeentebestuur constructief meewerken. Als suggestie naar de provincie voor mogelijke gebieden voor serreteelt wordt verwezen naar het open bulkengebied en naar de ruilverkavelingsgebieden. Een uitbreiding van de bestaande bedrijfsinfrastructuur is mogelijk. Deze moet echter aansluiten op de bestaande bedrijfsgebouwen en moet verenigbaar zijn met de landschappelijke structuur (eventueel gepaard gaande met erfbeplanting), de landbouwstructuur en de overige functies van het gebied. Bestaande bedrijven kunnen omgeschakeld worden naar landbouwaanverwante bedrijvigheid (o.a. hoevetoerisme, beperkte thuisverkoop, enz...). De mogelijkheden kunnen bij het opmaken van de voorziene RUP's en/of verordeningen aan een aantal plaatselijke criteria worden getoetst, o.m. inzake landschappelijke inkadering, ecologische randvoorwaarden en ontsluitingsmogelijkheden. Voor de toelaatbare gebruiks- en functiewijzigingen wordt er verder verwezen naar de van toepassing zijnde regelgeving. In bestaande agrarische bedrijfsgebouwen waarvan de landbouwactiviteit definitief is stopgezet, kan de woonfunctie blijven bestaan en kunnen de gebouwen eventueel ingezet worden voor laagdynamische toeristisch-recreatieve activiteiten. Erfbeplanting en onderhoud van kleine landschapselementen dient gestimuleerd te worden om de waarde van het landschap te behouden en te versterken (inpassen in de fysieke omgeving). Volgende gebieden worden opgenomen als ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebieden op lokaal niveau : Omgeving Kruipuit Omgeving Leischoot Omgeving noordelijk bosgebied Omgeving Bekebos 75

77 Omgeving Meirlare Omgeving Huizegaver Omgeving Overdam Omgeving Ro Omgeving cuesta Omschakelingen van bestaande bedrijven naar glastuinbouw en aan de landbouw gerelateerde bedrijven dienen aan een aantal plaatselijke criteria te worden getoetst o.m. inzake landschappelijke inkadering, ecologische randvoorwaarden en ontsluitingsmogelijkheden. LANDBOUWOVERGANGSZONES OP LOKAAL NIVEAU Dit is een landbouwgebied dat voor het grootste deel aansluit bij een ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied, maar dat zelf ruimtelijk functioneel minder samenhangend is. Het gebied beslaat een kleinere oppervlakte waarbinnen de andere functies wonen en bedrijvigheid in belangrijkere mate voorkomen dan in het gebied waar het bij aansluit. Het beleid is gericht op het ruimtelijk ondersteunen en kwalitatief versterken van de mogelijkheden voor land- en tuinbouwbedrijven. Hierbij moet naar een zo goed mogelijk evenwicht gezocht worden met de andere niet agrarische functies. Dit evenwicht veronderstelt een zo efficiënt mogelijk ruimtegebruik rekening houdend met de leefbaarheid van elke functie. Een betere afstemming van de wetgeving op de ruimtelijke ordening en de milieuwetgeving staat hierbij voorop. Land- en tuinbouw blijft evenwel de hoofdfunctie. Nieuwe agrarische bedrijven (bvb. tuinbouwbedrijf) kunnen toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de land- en tuinbouwstructuur en met de overige functies van het gebied. De nadruk ligt bij de zuiver agrarische bedrijfsvoering. Een uitbreiding van de bestaande bedrijfsinfrastructuur is mogelijk, voor zover deze verenigbaar is met de landbouwstructuur en de overige functies van het gebied. Op het agrarisch bedrijf kan een toeleverende en verwerkende activiteit voorkomen, op voorwaarde dat de relatie met de land- of tuinbouwactiviteit substantieel is voor het voortbestaan van de toeleverende of verwerkende activiteit. In ieder geval moet voorkomen worden dat bestaande agrarische bedrijfszetels fungeren als broedplaats voor nieuwe startende ambachtelijke bedrijven die geen relatief hebben met de landbouw. Voorbeelden zijn een garagist, bouwonderneming, aannemer in wegeniswerken, enz. Voor de toelaatbare gebruiks- en functiewijzigingen wordt er verder verwezen naar de van toepassing zijnde regelgeving. Volgende gebieden worden opgenomen als landbouwovergangszones op lokaal niveau : omgeving Daalmen (gebied tussen Hoekstraat en Eikendreef te Ronsele) omgeving Rijvers omgeving Bauwerwaan Nekke omgeving Motje omgeving De Stijne LANDBOUWEILANDJES OP LOKAAL NIVEAU Een landbouweiland is een ruimtelijk geïsoleerd landbouwgebied dat niet aansluit bij een ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied, maar volledig omsloten is door voornamelijk residentiële bebouwing. Het gebied beslaat een relatief beperkte oppervlakte. Het beleid in deze gebieden is gericht op de ruimtelijke ondersteuning van het agrarisch grondgebruik als open ruimte functie en van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen. De gebieden dienen immers in hun huidige waarde versterkt te worden als verluchting van de omringende woonomgeving. De eilandjes zelf dienen bouwvrij gehouden te worden. Nieuwe agrarische bedrijfszetels zijn dan ook uitgesloten. 76

78 Volgenden gebieden worden opgenomen als landbouweilandjes : gebied ingesloten tussen k. Leopold III laan en Guido Gezellestraat indien dit woonuitbreidingsgebied niet aangesneden wordt (zie gewenste nederzettingsstructuur, scenario B gebied ingesloten tussen Eikendreef en Daalmstraat woonuitbreidingsgebied Beke. In de gewenste nederzettingsstructuur wordt dit gebied aangeduid als te reserveren woonuitbreidingsgebied gebied ingesloten tussen Peperhoek, kanaal Gent Oostende en Schipdonkkanaal LANDBOUW IN WEIDELANDSCHAP OP LOKAAL NIVEAU Dit zijn gebieden die hun onbebouwd karakter moeten behouden omwille van in stand te houden of verder te ontwikkelen ruimtelijke en/of landschappelijke kwaliteiten. Grondgebonden landbouw kan hierin een belangrijke rol spelen. Meer specifiek betreft het weilandcomplexen op vochtige en schrale gronden met een traditioneel grondgebruik. Om de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van deze gronden te behouden en waar mogelijk te versterken, wordt geopteerd voor een aanduiding als weidegebied. De aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen die het weidelandschap als het ware inkleden dient gestimuleerd te worden. In de RUP s worden er voor de bestaande bedrijven en zonevreemde woningen specifieke ontwikkelinsmogelijkheden uitgewerkt. Inzake de omschakelingsmogelijkheden van bestaande bedrijven wordt er verwezen naar het eerste hoofdelement van de gewenste agrarische structuur nl. de ruimtelijk functioneel samenhangende landbouwgebieden op lokaal niveau. Het betreft volgende gebieden: - het weilandencomplex ter hoogte van de Steenberg; - de omgeving rond de Lijkstraatwaterloop in het gaaf gebleven bulkengebied; - de weilandcomplexen in het gebied tussen de Rostraat, het kanaal Gent Oostende en het Schipdonkkanaal. LANDBOUW IN NATUURVERWEVINGSGEBIEDEN OP LOKAAL NIVEAU Een verwevingsgebied op lokaal niveau is een aaneengesloten gebied dat op gemeentelijk vlak belangrijk genoeg geacht wordt om er natuurwaarden te verweven met andere functies zoals landbouw, bosbouw en recreatie. Andere functies dan deze zijn hieraan ondergeschikt. Het beleid is gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functies natuur en landbouw. De ruimtelijke ondersteuning voor natuur houdt hier vooral stimulerende maatregelen in om de natuurwaarde te vegroten en voorwaarden te scheppen voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige ecotopen. De ruimtelijke ondersteuning voor landbouw houdt begeleidende maatregelen in om natuur- en landschapsbeheer als volwaardige component (ook financieel) te beschouwen in de bedrijfsvoering van de betrokken landbouwers. De gebieden dienen in ieder geval bouwvrij gehouden te worden. Volgende gebieden worden opgenomen als verwevingsgebied op lokaal niveau : de uitgesproken depressie ter hoogte van Schipdonk de uitgesproken depressie ter hoogte van Huizegaver 77

79 2) Elementen van de agrarische structuur in gebieden die prioritair zijn voor natuur of in groen-recreatieve gebieden Het betreft de landbouwactiviteiten in GEN of GENO, bosuitbreidingsgebied, prioritaire gebieden voor natuur en groen recreatief integratiegebied. Het agrarisch grondgebruik in deze gebieden is momenteel reeds beperkt tot kleine landbouwenclaves. In deze enclaves zal het agrarisch grondgebruik beperkt worden tot (zeer) extensieve vormen als gevolg van beperkingen m.b.t. bemesting, veebezetting, enz. Het inkomens- en vermogensverlies voor de landbouw dient wel voldoende gecompenseerd te worden. 3) Elementen van de agrarische structuur in woongebied en op ambachtelijk bedrijventerrein Het agrarisch grondgebruik in deze gebieden is momenteel reeds beperkt tot kleine landbouwenclaves. De landen tuinbouwbedrijven gelegen in woongebied kunnen slechts bestendigd worden indien de activiteit verenigbaar is met de woonfunctie. Het gaat hier dan vooral om milieufactoren. Het landbouwbedrijf dat gelegen is op het ambachtelijk bedrijventerrein verkreeg reeds de gepaste bestemming in het BPA Kruisstraat. 4) Beoordelingskader voor aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid Wat betreft de agrarische bebouwingsmogelijkheden kan een onderscheid gemaakt worden tussen zuiver agrarische bedrijven en aan de landbouw gerelateerde bedrijven. AGRARISCHE BEDRIJVEN Agrarische bedrijven in hoofd- of nevenberoep zijn bedrijven die dierlijke of plantaardige producten voortbrengen voor de markt. De bedrijven zijn grondgebonden of grondloos en oefenen beroepsmatig de landbouwactiviteit uit. AAN DE LANDBOUW GERELATEERDE BEDRIJVIGHEID Daarnaast worden we in het landbouwgebied geconfronteerd met een veelheid aan functies die vaak in min of meerdere mate een ruimtelijk functionele band hebben met de zuiver agrarische bedrijfsvoering. Zo kan een onderscheid gemaakt worden tussen lokaal toeleverende en verwerkende bedrijven, kleinhandels- en dienstverleningsbedrijven en toeristisch recreatieve bedrijven. In het algemeen kan gesteld worden dat elke omschakeling aan een aantal plaatselijke criteria dient te worden getoetst o.m. inzake landschappelijke inkadering, ecologische randvoorwaarden en ontsluitingsmogelijkheden. 1. LOKAAL TOELEVERENDE EN VERWERKENDE BEDRIJVEN Lokaal toeleverende en verwerkende bedrijven verzorgen de toelevering van landbouwgrondstoffen noodzakelijk voor of de verwerking van landbouwproducten afkomstig van de beroepslandbouwactiviteiten in de omgeving. Ze zijn klein van omvang en sluiten qua schaal aan bij de omgeving. Voorbeelden zijn een lokaal conditioneringsbedrijf voor verse producten, loonwerkers, lokale mestverwerking, verkoop van veevoeders en meststoffen (ook aan particulieren), enz. Dergelijke lokale toeleverende en verwerkende bedrijven dienen op dezelfde manier behandeld te worden als de lokaal ambachtelijke bedrijven. In principe kunnen dergelijke lokale toeleverende en verwerkende bedrijven uitbreiden en nieuwe bedrijven zich dan ook inplanten in de ambachtelijke zones (zie 5.2.2). 78

80 De bestaande, verspreid gelegen lokaal toeleverende en verwerkende bedrijven, worden op dezelfde manier behandeld als de verspreid gelegen ambachtelijke bedrijvigheid (zie 5.2.2). 2. KLEINHANDEL EN DIENSTVERLENINGSBEDRIJVEN Bepaalde kleinhandelsbedrijven kunnen land- en tuinbouwproducten en/of grondstoffen verdelen. Zij onderscheiden zich van de lokaal toeleverende en verwerkende bedrijven doordat ze niet exclusief op de beroepslandbouw gericht zijn. Voorbeelden zijn tuincentra. Bepaalde vormen van dienstverlening zijn evenmin exclusief op de beroepslandbouw gericht. Voorbeelden zijn veeartsen, centra voor kunstmatige inseminatie, proefbedrijven, dierenklinieken en asielen. In principe kunnen dergelijke kleinhandels- en dienstverleningsbedrijven uitbreiden en nieuwe bedrijven zich vestigen in in de kernen en de woonlinten als uitloper van de kern, voor zover deze functies verweefbaar zijn met het wonen. De term verweving heeft hier zowel betrekking op de aard als op de schaal van de activiteiten. Het centrum voor kunstmatige inseminatie (CV FLIP) is gelegen op het ambachtelijk bedrijventerrein Kruisstraat Links en kan aldaar verder bestendigd worden. De overige bestaande kleinhandels- en dienstverleningsbedrijven zullen beoordeeld worden aan de hand van het in het kader van de gewenste ruimtelijk economische structuur vermeldde beoordelingskader (zie 5.2.2). 3. TOERISTISCH RECREATIEVE BEDRIJVEN Bepaalde toeristisch recreatieve bedrijven kunnen dierlijke of plantaardige producten voortbrengen, evenwel niet voor de markt. Zij hebben in de eerste plaats een verzorgend karakter ten aanzien van toerisme en recreatie. Voorbeelden zijn kinderboerderijen, manèges, dierentuinen en kleinschalig verblijfstoerisme. Nieuwe toeristisch recreatieve bedrijven zijn enkel toegelaten op een bestaande agrarische bedrijfszetel, voor zover verenigbaar met de natuurlijke structuur, de landbouwstructuur en de overiuge functies van het gebied en zolang de uitbreiding van de bestaande agrarische bedrijfsgebouwen beperkt blijft en er geen nieuwe, losstaande gebouwen opgericht worden in functie van deze activiteit. De bestaande manège Den Draver is gelegen langs de Spinhoutstraat en sluit aan op de woonkorrel Hoetsel. De activiteit kan slechts als dusdanig bestendigd worden indien ze ruimtelijk geïntegreerd kan worden in de woongroepering én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verenigbaar is met de woonfunctie en dat ze de ruimtelijke dynamiek van de agrarische omgeving niet verder overschrijdt. Een uitbreiding van de bestaande gebouwen dient zoveel mogelijk beperkt te blijven. De gebouwen dienen landschappelijk geïntegreerd te worden, o.m. door het voorzien van de nodige bufferzones en door een beperking van de hoogte der gebouwen. 79

81 5.5.3 Strategisch e acties Om bovenvermelde ontwikkelingsperspectieven te kunnen realiseren worden volgende acties ondernomen : opmaak ruimtelijk uitvoeringsplan voor ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta opmaak ruimtelijk uitvoeringsplan voor landbouwovergangszone tussen Paterstraat, De Baetsstraat, Oude Staatsbaan en De Stijne opmaak RUP weidegebieden Ro en verwevingsgebied Schipdonk opmaak RUP verwevingsgebied Huizegaver behandelen van bestaande, verspreid gelegen aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid in ruimtelijke uitvoeringsplannen 1) Opmaak ruimtelijk uitvoeringsplan voor ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta Van het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied op de cuesta zal een gemeentelijk RUP opgemaakt worden. Dit ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied strekt zich uit vanaf het kruispunt Veldhoek Leischoot, via de noordoostelijke flank van de cuesta tot tegen Leischoot om dan rond de woonkorrel Rijvers via de Mottebossen de zuidelijke flank van de cuesta te bereiken. Het RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta weidegebied Steenberg het Mottebos als prioritair gebied voor natuur op lokaal niveau waterlopen met groenaccenten Vijverloop en Diepenbeek zonevreemde woningen in het ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta Bij de uitvoering van het beleidselement ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied staan volgende uitgangspunten voorop : de gebieden die momenteel bouwvrij zijn, dienen bouwvrij gehouden te worden de aanleg van kleine landschapselementen gebeurt op vrijwillige basis, terwijl het onderhoud onderworpen is aan het natuurdecreet. rond de bestaande agrarische bedrijven wordt een perimeter aangeduid waarbinnen een uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur mogelijk is. de mogelijke functiewijzigingen van bestaande agrarische bedrijfszetels dienen nader omschreven te worden in de stedenbouwkundige voorschriften 80

82 Lokaal herstel van het aanwezige drevenpatroon (o.m. door aanplanten van streekeigen boomsoorten langs de openbare wegen) Aan het RUP wordt eveneens een beplantingsplan toegevoegd, waarbij concrete maatregelen worden voorgesteld : voor het realiseren van erfbeplanting op de agrarische bedrijfszetels voor het voorzien van de nodige buffering rond het knooppunt aardgas voor het realiseren van de nodige laanbeplanting langsheen openbare wegen De overige beleidselementen werden reeds besproken bij de gewenste natuurlijke structuur (zie 5.3.3). 2) Opmaak RUP landbouwovergangszone Beke Voor de landbouwovergangszone tussen de Paterstraat, De Baetsstraat, Oude Staatsbaan en De Stijne zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt worden. Dit RUP voorziet de uitvoering van volgende beleidselementen : landbouwovergangszone (geheel of gedeeltelijk) zonevreemde ambachtelijke bedrijven in landbouwovergangszone Beke Bij de uitvoering van het beleidselement landbouwovergangszone staan volgende uitgangspunten voorop : rond de bestaande agrarische bedrijven wordt een perimeter aangeduid waarbinnen een uitbreiding van de bedrijfsinfrastructuur mogelijk is. de mogelijke functiewijzigingen van bestaande agrarische bedrijfszetels dienen nader omschreven te worden in de stedenbouwkundige voorschriften De ambachtelijke bedrijven werden reeds besproken bij de gewenste ruimtelijk economische structuur (zie 5.2.3). 3) Opmaak RUP weidegebieden Ro en verwevingsgebied Schipdonk Dit RUP werd reeds toegelicht bij de gewenste natuurlijke structuur (zie 5.3.3). 4) Opmaak RUP verwevingsgebied Huizegaver Dit RUP werd reeds toegelicht bij de gewenste natuurlijke structuur (zie 5.3.3). 81

83 5) Behandelen van bestaande, verspreid gelegen aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid in ruimtelijke uitvoeringsplannen Binnen de gemeente zijn een aantal aan de landbouw gerelateerde bedrijven aanwezig. De gemeente wenst hieromtrent volgend initiatief te nemen : De bestaande aan de landbouw gerelateerde bedrijven kunnen behandeld worden in het algemeen RUP - zonevreemde woningen. 82

84 5.6 GEWENSTE VERKEERSSTRUCTUUR Op werd het verkeersplan Zomergem door de Staatssecretaris voor Veiligheid goedgekeurd. In deze studie werden een aantal interessante knelpunten aan het licht gebracht en een aantal voorstellen gedaan die grotendeels overgenomen werden bij het uitwerken van de gewenste verkeersstructuur. Perifeer ten opzichte van Zomergem bevinden zich een aantal regionale ontsluitingswegen, die slechts in beperkte mate verkeersproblemen veroorzaken voor de gemeente. Enkel de N461 en de N9 overschrijden een deel van het grondgebied, waarbij de N9 ter hoogte van Beke een belangrijke fysische barrière vormt. De N461 werd in het concept richtinggevend gedeelte van het provinciaal ruimtelijk structuurplan niet geselecteerd als secundaire weg, omwille van de minimale functie binnen de regionale verkeersafwikkeling. Toch kan deze weg een belangrijke rol vervullen ten behoeve van de ontsluiting van de dorpskern in de richting van Nevele. Naast de problemen in verband met de ontsluiting van de gemeente en het vrij hoog percentage aan doorgaand verkeer in Zomergem - centrum worden nog een aantal andere opties geformuleerd, grotendeels gebaseerd op het Verkeersplan, maar die verder geïmplementeerd dienen te worden in een mobiliteitsplan. Tenslotte wenst de gemeente nog te wijzen op de ruimtelijke impact van de eventuele verbreding van het Schipdonkkanaal. Deze verbreding legt immers een zware hypotheek op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. In een dergelijk geval zal het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dienen geactualiseerd te worden Uitgangspu nten optimalisering van het wegennet door categorisering; het ontmoedigen van (zwaar) doorgaand verkeer in de dorpskernen en de verblijfsgebieden; verhogen van verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid; uitbouw van een lokaal fietsroutenetwerk; 83

85 5.6.2 Hoofdelem enten van de gewenste verkeersstructuur een gemeentelijk mobiliteitsbeleid voeren; het opstellen van een categorisering van het wegennet ten behoeve van het gemotoriseerd verkeer; aandringen op het schrappen van het tracé van de R43 - ring rond Eeklo; verminderen van de verkeersdruk binnen de verblijfsgebieden; uitbouwen van een lokaal (functioneel en recreatief) fietsroutenetwerk; in overleg met AWZ en de gemeente Nevele een parallelweg te voorzien ter hoogte van Durmenbrug. 1) Een gemeentelijk mobiliteitsbeleid voeren De maatregelen uit het Verkeersplan dienen verder geïmplementeerd te worden in het in opmaak zijnde gemeentelijk mobiliteitsplan, uitgaande van een mobiliteitsconvenant. Door samenwerking met belangen- en beleidsactoren (de Lijn, AWV, maar ook vertegenwoordigers van scholen, oudercomités en gemeentepolitie) kan immers een duurzaam mobiliteitsbeleid worden nagestreefd, waarbij zowel probleemvelden die specifiek betrekking hebben op de verschillende verkeersmodi (fietsverkeer, autoverkeer, gemeenschappelijk vervoer) als ruimtelijk - planologische probleemvelden (locatiebeleid, doortochtenbeleid, ) aan bod zullen komen. Een aantal maatregelen voorgesteld in het Verkeersplan dienen verder uitgevoerd te worden, o.a. de herinrichting van een aantal onveilige kruispunten. Bij prioriteit dienen er dan ook rooilijnplannen te worden opgemaakt om te voorkomen dat onveilige toestanden door de besluitvorming, o.a. door het afleveren van bouwvergunningen, bestendigd worden. 2) Opstellen van een categorisering van het wegennet ten behoeve van het gemotoriseerd verkeer Een categorisering van het wegennet heeft tot doel de verkeersintensiteiten op hun juiste niveau te kunnen evalueren naar hun specifieke functie en draagkracht. Voor de categorisering wordt, vanuit een langetermijnperspectief, uitgegaan van de gewenste (hoofd)functie van de weg ten aanzien van de bereikbaarheid enerzijds en de leefbaarheid anderzijds. Bij de categorisering van het wegennet wordt uitgegaan van een consequente toepassing van de categorisering zoals deze bepaald is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (hoofd- en primaire wegen) enerzijds en in het ontwerp provinciaal ruimtelijk structuurplan anderzijds (secundaire wegen). 84

86 Volgende categorisering wordt vooropgesteld: voorstel van de provincie tot selectie van de N9 als secundaire weg type II: - In het ontwerp provinciaal ruimtelijk structuurplan wordt het deel van de N9 tussen de R43 en de aansluiting met de R4 - west geselecteerd als secundaire weg type II. Dit zou betekenen dat deze weg niet langer als verbindingweg tussen Gent en Eeklo zal fungeren. Deze functie zal immers waargenomen worden, enerzijds door de as R4 - N49, anderzijds door de as E40 N44. De N9 behoudt enkel een ontsluitende taak naar de verschillende snelle verbindingswegen die het Meetjesland omzomen. Een lagere richtsnelheid en een beperkter dwarsprofiel zal het barrière - effect gevoelig doen verminderen. Bij de doortocht van Beke zal de N9 dienen omgebouwd te worden om aan de leefbaarheids- en veiligheidseisen te voldoen. De herprofilering van deze weg dient vanuit regionaal perspectief te worden beschouwd; lokale wegen: - gemeentelijke ontsluitingswegen (lokale wegen type 1): Deze wegen staan in voor de ontsluiting en bereikbaarheid van de hoofdkern, en hebben in principe geen doorgaande functie (niet van gewestelijk belang). Op deze wegen primeren de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid op de afwikkelingssnelheid. Hun verbindende functie is zowel intra-gemeentelijk (ontsluiting van de verschillende deelgemeenten ten opzichte van elkaar) als inter-gemeentelijk (aangrenzende gemeenten). Het zijn de volgende assen: De N461 voor de verbinding met Hansbeke. Hierbij wordt er verwezen naar het ontwerp PRS waarin de N461 niet geselecteerd is als secundaire weg. Het is een weg met een te geringe regionale verkeersfunctie die volgens de provincie moet instaan voor de ontsluiting van Zomergem en Hansbeke, maar die geen regionale ontsluitingsweg naar de E40 kan zijn. Er wordt derhalve gekozen voor een lokale weg type 1. Dit betekent een aanpassing van het snelheidsregime, degelijke fietspaden, enz. De as Motje - Kruisstraat voor de verbinding met Lovendegem, de N9 en de R4. Deze weg staat eveneens in voor de ontsluiting van het bedrijventerrein langsheen de Kruisstraat; De as Kerkstraat - Nekke als verzamelweg vanuit de kern Zomergem-Ronsele t.o.v. de N461; De as Korteboeken - Paterstraat - Oude Staatsbaan die Zomergem verbindt met Beke en Waarschoot, met specieke aandacht voor de doortocht te Beke; De as Kleitstraat - Ronselestraat - Leischoot die Zomergem verbindt met Ronsele, Oostwinkel, Adegem en Eeklo met specifieke aandacht voor door-tochten te Oostwinkel en Ronsele; De Durmstraat voor de verbinding enerzijds met Merendree, anderzijds met Lovendegem en de R4 via de weg langs het kanaal. Ter ontlasting van de Zomergemstraat wordt geopteerd voor een nieuwe verbinding tussen de Durmstraat en de weg langsheen het kanaal. Deze weg dient echter grotendeels op het grondgebied van de gemeente Nevele gerealiseerd te worden. Met het Nevels gemeentebestuur bestaat hierover reeds een consensus. In het ontwerp - uitvoeringsplan Vaardeken van de gemeente Nevele wordt voor de aanleg van deze weg reeds een reservatiestrook voorzien. - Gebiedsontsluitingswegen (lokale weg type II): Deze wegen staan in voor de ontsluiting en bereikbaarheid van kleinere, ruimtelijke entiteiten (landelijke kern, wijk) en hebben dus geen doorgaande functie. Op deze wegen primeren de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid op de afwikkelingssnelheid. Hun verbindende functie is voornamelijk intra-gemeentelijk (ontsluiting van de verschillende woonkernen ten opzichte van elkaar en vooral ten opzichte van de hoofdkern). Het betreft volgende assen: 85

87 De as Hoekestraat - Stoktevijver voor de verbinding van Oostwinkel en Ronsele met Waarschoot; De as Zandstraat - H. Claeysstraat; De as Azaleastraat - Stoktevijver, evenals de as Lt. Dobbelaerestraat - Stoktevijver en Daalmstraat - Stoktevijver; De as Moerstraat - Langeboeken. - Erfontsluitingswegen (lokale weg type 3): Alle andere wegen of straten die een loutere erffunctie hebben, hetzij woonstraten (binnen verblijfsgebieden), hetzij landelijke wegen (buiten verblijfsgebieden). 3) Aandringen op het schrappen van het tracé van de R43 - ring rond Eeklo Het huidig tracé van de R43, nl. het gedeelte tussen Beke en de N499 (Eeklo-Aalter), werd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen niet weerhouden als hoofdweg of primaire weg. De regio is fel gekant tegen de aanleg van bovenvermeld gedeelte. Hierbij worden er zowel ecologische, recreatieve en landbouwkundige motieven aangehaald. Via het Streekplatform Meetjesland werd reeds aangedrongen op het schrappen van het tracé. Op het grondgebied van Eeklo werden reeds een aantal alternatieven uitgewerkt. 4) Hoogspanningsluchtlijnen en aardgasleidingen Gelet op het panoramisch karakter van de cuesta en de visuele hinder wordt er door de gemeente bij de hogere overheid aangestuurd op het ondergronds brengen van de 150 kv hoogspanningsluchtlijn Eeklo-Aalter. Het ondergronds brengen kan enkel wanneer het gebeurt via gestuurde boringen ( directional drilling ). Inzake de aardgasleidingen wordt er door de gemeente een stipte naleving van de vergunningsvoorwaarden afgedwongen. Het betreft o.a. de vereiste landschappelijke inkleding van de afsluitersknooppunten en onderstations en het herstel van de bodemstructuur. 5) Verminderen van de verkeersdruk binnen de verblijfsgebieden De categorisering van de wegen vormt het verkeersplanologisch kader voor de ontwikkeling van de gewenste verkeersstructuur. Het zou echter fout zijn de vormgeving van gemeentelijke verkeersnetwerken louter te herleiden tot een zgn. boomstructuur, waarbij een hiërarchisch hogere categorie automatisch meer verkeer, meer doorstroming, een hogere snelheid en minder leefbaarheid betekent. De realiteit is complexer. Daarom dient uitgegaan te worden van meer gedifferentieerde ordeningsprincipes, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verkeersgebieden en verblijfsgebieden. Dit onderscheid is geënt op het concept van conflictbeheersing: - verkeersgebieden: weinig of geen bebouwing, verkeerskarakter primeert, conflicten worden zoveel mogelijk geëlimineerd, bvb. door maximale scheiding van de verkeersdeelnemers; 86

88 - verblijfsgebieden: meer bebouwing en activiteiten, verblijfsfunctie primeert; de verkeersdeelnemer heeft zijn volle aandacht nodig voor interactie met allerlei andere weggebruikers en moet zijn verkeersgedrag aldus aanpassen aan de verblijfsomgeving; conflicten worden duidelijk gepresenteerd. De gewenste verkeersstructuur wordt aldus afgestemd op de mogelijke afbakening van de verblijfsgebieden. De overgang tussen verblijfsgebieden en verkeersgebieden (buitenpoorten) dient steeds duidelijk gemarkeerd te worden door sterke ingrepen, die ruimtelijk en verkeerstechnisch zo geconcipieerd worden dat ze leiden tot de gewenste snelheidsremming. Binnen deze verblijfsgebieden dienen snelheidsremmende maatregelen te worden genomen. Straten in centrumgebied met overwegend gesloten bebouwing en / of een concentratie van centrumvoorzieningen en handelsactiviteiten of woonstraten met enkel bestemmingsverkeer dienen ingericht te worden als zone In Zomergem - centrum werd reeds bij de recente dorpskernvernieuwing een zone - 30 ingevoerd. Ook de andere kernen, Oostwinkel, Ronsele en Beke kunnen op die manier geherwaardeerd worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de traditionele verkeersingrepen, zoals verkeersdrempels, wegversmallingen, maar evenzeer van groenaanleg, pleinaccentuering, Vooral in Beke is er nood aan een herinrichting van de hoofdstraat. Het profiel van de huidige weg is immers veel te ruim en nodigt uit voor overdreven snelheid. Voor het overige dient in de verblijfsgebieden een zone - 50 concept te worden gehandhaafd. De poorten als overgang tussen de verblijfs- en de verkeersgebieden situeren zich ter hoogte van: voor Zomergem - Ronsele: - kruising Ronselestraat - R. Leerstraat; - omgeving Nekke - Haagstraat - Bauwerwaan; - kruising Grote Steenweg - Korte Boeken; - Omgeving Durmstraat Weldadigheidsstraat; voor Beke: - kruising Bekestraat - Paterstraat; - kruising Grote Baan - Oude Staatsbaan; voor Oostwinkel: - de grens met Maldegem; - omgeving Langestraat - Leischoot; 6) Uitbouwen van een lokaal (functioneel en recreatief) fietsroutenetwerk De hoofdstructuur voor het fietsverkeer (zie Figuur 3) is erop gericht om veilige fietsverbindingen tussen de verschillende woonbuurten en de fietsaantrekkende activiteiten in Zomergem (scholen, centra), alsook in de landelijke kernen, weer te geven. De wensstructuur is gebaseerd op volgende uitgangspunten. De fietsvoorzieningen moeten: - zo direct mogelijke verbindingen vormen; - een hoge mate aan comfort bieden (zo weinig mogelijk stoppen); - zoveel mogelijk in een aantrekkelijke omgeving gesitueerd zijn. 87

89 In het verkeersplan van Zomergem werd er een fietspadenplan uitgewerkt. Dit plan ligt hoofdzakelijk aan de basis van de voorgestelde wensstructuur. Binnen het lokaal fietsroutenetwerk onderscheidt men een hoofdfietswegennet en een aanvullend fietswegennet. Hoofdfietswegennet: - Afwerken van bestaande fietspaden op de hoofdroutes: Uitermate belangrijk is de afwerking van de bestaande fietspaden op de hoofdroutes in Zomergem. Het betreft: de as Zomergem - Lovendegem via de Kruisstraat; de as Zomergem - Ursel via Nekke en de Gentweg; de as Zomergem - Kruipuit via Kleitstraat en Leischoot; de as Zomergem - Beke via Korteboeken en de Oude Staatsbaan te Beke; de as Ronsele - Waarschoot via Stoktevijver; - Langsheen de drie kanalen (Schipdonk, Lieve en Gent-Brugge): Een belangrijke (o.a. recreatieve) as die verschillende punten in de gemeente en daarbuiten verbindt is het Schipdonkkanaal. Het linker jaagpad werd als fietspad aangelegd en wordt intens gebruikt. Belangrijke aandachtspunten zijn verder: ter hoogte van Oostwinkelbrug moet er een verbinding naar Eeklo mogelijk zijn (door of langs het Leen); sluipverkeer dient onmogelijk gemaakt te worden; het rechter jaagpad nl. aan de buitenzijde van het kanaal dient als ruiterpad voorbehouden te worden; het aanleggen van goede en veilige verbindingen. Verder dienen eveneens de twee fietsroutes langsheen de Lieve en het Kanaal Gent-Brugge als hoofdroutes te worden gecatalogeerd. Dit is hoofdzakelijk in functie van recreatief medegebruik. Aanvullend fietswegennetwerk Nieuwe fietsvoorzieningen worden voorzien langs volgende assen: - de as Kasteeldreef - Vijverstraatje - Langestraat - Rostyneweg voor de verbinding met het Leen; - de Hoekstraat en Eikendreef; - de Zandstraat en Claeysstraat; - de Dekenijstraat; - de as Azaleastraat - Stoktevijver, evenals de as Lt. Dobbelaerestraat - Stoktevijver en Daalmstraat - Stoktevijver; - de as Boven - Durmstraat; - de as Moerstraat - Langeboeken - Paterstraat - Bekestraat; - de as Meirlare - Lievestraat; - de as Nekke - Spinhoutstraat - Hansbeke Volgende aanvullende fietsvoorzieningen werden uit oogpunt van behoud van overzichtelijkheid niet op Figuur 3 aangeduid. Het betreft: 88

90 - De talrijke ruilverkaveling- en landbouwwegen die uitermate geschikt zijn voor recreatief medegebruik nl. voor fietsers en ruiters; - Een hele reeks kerkwegels en buurtwegen die als fiets- en voetgangerswegen kunnen worden aangelegd. Figuur 3: wensstructuur van het fietsverkeer Eeklo/Maldegem Legende hoofdfietswegennet aanvullend fietsewegennet waterweg gemeentegrens Maldegem Waarschoot/Eeklo Eeklo/Gent Ursel Lovendegem/Gent Lovendegem/Gent Aalter 7) Reservatie- en erfdienstbaarheidgebied langs het Schipdonkkanaal Aangezien het een bovenlokaal planningselement betreft, beperkt de gemeente zich tot het formuleren van suggesties naar de hogere overheid. Zolang er hieromtrent geen beslissing is genomen zal de gemeente blijven ijveren voor het behoud van de groene slagader. Reeds meer dan twintig jaar hypothekeert het reservatie- en erfdienstbaarheidgebied met als grondkleur groengebied langsheen het Schipdonkkanaal honderden eigendommen. Nu zijn een hele reeks bedrijven en horecazaken bij nieuwbouw of verbouwingen verplicht afstand te doen van meerwaarde. Om die reden wordt dan ook gepleit voor het opheffen van de rechtsonzekerheid voor de aangelanden: ofwel schrapt men de reservatiestrook ofwel onteigent men. 89

91 Door de gemeente Zomergem wordt aangedrongen op het schrappen van het reservatie- en erfdienstbaarheidgebied. Een verbreding van het Schipdonkkanaal betekent een belangrijke inbreuk op het huidig ruimtelijk functioneren van de gemeente. Het verbrede Schipdonkkanaal zal immers een belangrijk barrière effect teweegbrengen, en dit niet enkel op landschappelijk en ecologisch vlak, maar ook vanuit verkeerskundig en sociaal oogpunt. Zo zullen het woonlint langs de Kruisstraat en het gehucht Durmen van het hoofdkerngebied gescheiden worden. Bij het formuleren van de gewenste ruimtelijke structuur werd er bewust geen rekening gehouden met een eventuele verbreding van het Schipdonkkanaal. Op het moment dat er beslist wordt het kanaal te verbreden, zal het structuurplan immers moeten aangepast worden om de ruimtelijke impact van dit gebeuren te bestuderen en maatregelen te formuleren om het barrière effect te minimaliseren. 90

92 6 GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR OP MICRO - NIVEAU In het informatief gedeelte werden een aantal deelruimten behandeld, die bepalend zijn voor het functioneren van de gemeente. Achtereenvolgens werden op micro - niveau uitgewerkt: - de hoofdkern Zomergem-Ronsele, met het gebied langs het Schipdonkkanaal als specifiek aandachtsgebied; - de landelijke woonkern Oostwinkel; - de landelijke woonkern Beke. Figuur 4: aanduiding van de deelruimten Oostwinkel Zomergem- Ronsele Beke 91

93 6.1 KERN ZOMERGEM-RONSELE Bij de analyse van de deelstructuren op meso - niveau werd Zomergem Ronsele vooropgesteld als hoofddorp. Deze kern dient uitgebouwd te worden tot een leefbare en attractieve kern. Daarbij staan verdichting en bundeling van menselijke activiteiten als basisvoorwaarden voor een goed ruimtelijk beleid centraal, weliswaar telkens rekening houdend met de draagkracht van elke plek. Op die manier wordt gestreefd naar kernversterking waarin tegelijk ruimte wordt geboden voor toekomstige ontwikkelingen en aandacht wordt besteed aan kwaliteit en aan de vormgeving van ingrepen. Nieuwe initiatieven moeten op een geïntegreerde manier aan de kern gekoppeld worden en kunnen de dynamiek van het streven naar ruimtelijke kwaliteit en kernversterking verder genereren. Daarbij vormt de ruimtelijke invulling van de toekomstige woongebieden wellicht de voornaamste uitdaging. Kernversterking betekent het verweven en verdichten van functies, het aantrekkelijk maken van de kern, het creëren van continuïteit en het afbakenen van de kern. Streven naar kwaliteit betekent aandacht besteden aan de identiteit van de gemeente, aandacht voor architecturale aspecten, het aantrekkelijk maken van het openbaar domein, groeninbreng, aandacht voor het beeldende en het monumentale en aandacht voor diversiteit. Het recente dorpskernvernieuwingsproject vormde een eerste belangrijke ingreep om de attractiviteit van de kern te versterken. VERSTERKEN VAN HET HISTORISCH HART VAN DE GEMEENTE Zomergem-Centrum beschikt over een concentratie aan beschermde monumenten en dorpsgezichten (zie Figuur 5), namelijk de Sint - Martinuskerk, de Dekenij, het gemeentehuis, de dorpspomp en de achterliggende tuin van het brouwershuis. Voorgesteld wordt om van het historisch kerngebied een RUP op te maken, teneinde de historische en architecturale kwaliteiten ten volle te kunnen beschermen. Via het RUP kan de bestemming woongebied gewijzigd worden in de bestemming woongebied met culturele, historische en / of esthetische waarde. In een dergelijk gebied moeten de ordenings-maatregelen worden bepaald, rekening houdend met de culturele, historische en / of esthetische waarde van het gebied. Indien het aangevraagde project een invloed kan hebben op de culturele, historische en of esthetische waarde is het benevens de wettelijke verplichtingen aangewezen de Afdeling Monumenten en Landschappen te raadplegen. De visueel aanwezige, historische waarde vormt een belangrijk kader van waaruit een aantal randvoorwaarden kunnen gesteld worden ten aanzien van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, maar sluit geen innoverende en integrerende projecten uit. 92

94 GRS ZOMERGEM Figuur 5: beschermde monumenten en dorpsgezichten met aanduiding van de minimale afbakening van het woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde Dreef Zandstraat DRIE STRATEGISCHE PROJECTEN IN HET HART VAN DE GEMEENTE Het gebied tussen de Dreef en de Zandstraat komt potentieel in aanmerking voor een grootschalig inbreidingsgebied (bijna 4ha). Het hart van dit binnengebied wordt echter ingenomen door de als dorpsgezicht beschermde (M.B als uitbreiding van de bescherming van ) tuin van de voormalige dorpsbrouwerij (2,7ha). In een schrijven dd bevestigt de Afdeling ROHM Oost Vlaanderen dat de beschermde tuin juridisch gezien wél in aanmerking komt voor bebouwing, maar dat een grootschalig inbreidingsproject echter uitgesloten is. Een voorstel tot bebouwing zal steeds dienen rekening te houden met de typische eigenschappen en kenmerken van de tuin. Er zijn in dit binnengebied echter nog twee kleinere onbebouwde percelen aanwezig (samen goed voor ongeveer 0,8ha). Gezien de ligging van deze percelen met zicht op de beschermde tuin als groene long en op wandelafstand van de belangrijkste voorzieningen en handelszaken (Dreef, markt), komen deze gebieden in aanmerking voor een strategisch woonproject met service flats voor bejaarden of sociale woningbouw. De gebieden kunnen ontsloten worden via de bestaande onverharde toegangen tot de Kerkhofstraat en de Zandstraat (naast de school) of via een verbrede toegang tot de Dreef. Op lange termijn zou het vrijkomen van de schoolgebouwen in de Dreef nr. 10 aangegrepen kunnen worden om een tweede strategisch vernieuwingsproject door te voeren. Een gedeelte van de schoolgebouwen kan men omvormen tot enkele wooneenheden, terwijl een ander deel een socio - culturele functie kan krijgen. Beide strategische (woon)projecten zouden een belangrijke kwalitatieve meerwaarde kunnen bieden, niet enkel voor dit binnengebied, maar voor Zomergem in het algemeen. Beide projecten dienen echter steeds naar een optimale overeenstemming te zoeken met het groen karakter van dit binnengebied en met de historische vormgeving van de omgevende woonstraten. Ten behoeve van beide projecten kan een architectuur/stedenbouw-wedstrijd worden uitgeschreven. Op basis van het winnende project wordt dan een RUP opgemaakt, waarin de beide projecten in hun relatie tot het ganse binnengebied (gebied tussen Dreef, de 93

95 Kerkhofstraat en de Zandstraat) worden beschouwd. Dit RUP kan dan gecombineerd worden met de opmaak van het RUP voor het historisch kerngebied. Tenslotte komen ook de terreinen van de voormalige stelplaats van de Lijn in aanmerking voor een strategisch project. Hierbij wordt vooral gedacht aan complementaire functies aan het wonen zoals een cultureel centrum of het huisvesten van bejaarden. Gezien de zichtlocatie aan de kop van de Dreef wordt een kwaliteitsvolle architectuur nagestreefd. EEN GESTRUCTUREERD KERNGEBIED Een kwalitatieve invulling van het centrumgebied zal de identiteit van het hoofddorp in zijn geheel versterken en de attractiviteit als commercieel centrum versterken. Hierdoor kan men een halt toeroepen aan de verdere verspreiding en versnippering van de commerciële functies. Om tot een kwalitatieve invulling te komen dient men een continu gestructureerd kerngebied te ontwikkelen dat begint aan de Dreef (eerste deel vanaf de Kruisdreef) over de markt en M.Steyaertplein tot aan Boven. Dit kerngebied wordt ontsloten door aantrekkelijke aanloopstraten die telkens beginnen met een duidelijke binnenpoort. De poort is een plek waar de overgang tussen bebouwing (al dan niet los) en het commercieel centrum leesbaar wordt. Hieronder dienen diverse aan de plek gebonden ruimtelijke ingrepen te worden verstaan. Dit kunnen een overgang in straat- en pleinaanleg, een drempel of andere verkeerstechnische ingrepen, een markant gebouw of een herkenningspunt (beeldhouwwerk), straatmeubilair, verlichtingselementen, een parkeerhaven of een combinatie ervan zijn. De bestaande socio-economische as langs de Dreef dient verder opgevuld te worden zodat deze straat zijn functie als visuele toegangsweg tot de historische kern waardig kan vervullen. Tevens vormt de Dreef de schakel tussen het activiteitengebied rond den Boer, de commerciële as langs het Motje en het kerngebied. De Dekenijstraat vormt op zijn beurt de verbinding tussen de historische kern en de subkern Boven - Blauwersstraat. De verdichting van de dorpskern wordt niet enkel bekomen door het realiseren van inbreidingsprojecten, maar evenzeer door het stimuleren van de uitbouw van meergezinswoningen en appartementen in het kerngebied. Hierbij dient echter schaalbreuk voorkomen te worden. Vooral het tweede deel van de Dreef, die volop in ontwikkeling is, leent zich hiertoe. CREËREN VAN STRUCTURERENDE GROENELEMENTEN IN HET KERNGEBIED De tuinen van de Dekenij en van het rustoord en de als dorpsgezicht beschermde tuin van de brouwerij vormen belangrijke elementen in het versterken van het groen karakter van de historische kern. Het verhogen van de toegankelijkheid van deze domeinen is dan ook een voorwaarde voor de verdere integratie van deze resterende groenfragmenten. Dan spreekt men niet meer over resterende groenfragmenten, maar over structurerende groenelementen. De bestaande (kerk)wegels vormen hierbij een belangrijk aanknopingspunt. Enerzijds maken zij de binnengebieden toegankelijk voor fietsers en voetgangers, anderzijds zijn deze kerkwegels een voornaam element uit het collectief geheugen van de Zomergemnaars. Een heropwaardering van deze paden met de nodige voorzieningen 94

96 (verlichting, zitbanken,.) zal een belangrijke bijdrage leveren aan de kwalitatieve invulling van het woonweefsel. EEN GEFASEERDE INVULLING VAN DE WOONGEBIEDEN MET EEN OPVANGFUNCTIE Het groot deel van de woonbehoeften kan opgevangen worden binnen de huidige contouren van het woongebied (met landelijke karakter), woonpark of in niet vervallen, goedgekeurde verkavelingen. De gemeente opteert ervoor een deel van het woonuitbreidingsgebied Kleitstraat Rijvers aan te snijden. Omwille van de hoogdringendheid is reeds beslist hiervoor een BPA op te maken. Bij het aansnijden van het gebied dient rekening te worden gehouden met de bij de gewenste nederzettingsstructuur vermelde randvoorwaarden. De uitbreiding zal gefaseerd verlopen, waarbij een minimale dichtheid van 15 woningen per ha. wordt vooropgesteld. Bovendien wordt minstens 25% van het totaal aantal woonenheden voorzien voor kleinere (sociale)woningen. DUIDELIJKE SCHEIDING KERNGEBONDEN BEBOUWING OPEN-RUIMTE GEBIED; INTEGRATIE VAN GROENELEMENTEN IN HET BEBOUWD WEEFSEL De hoofdkern Zomergem Ronsele dient duidelijk afgebakend te worden ten aanzien van het omringende open ruimte gebied, zeker ten aanzien van de landschappelijk waardevolle gehelen ten westen van de kern. Ter hoogte van de lineaire ontwikkelingsassen langsheen de verschillende invalswegen is er eerder sprake van een morfologische gradiëntzone als overgang tussen de hoofdkern en de omliggende open ruimte gehelen. Deze overgangszones kenmerken zich onder de vorm van woonlinten. In de reeds geformuleerde ontwikkelingsperspectieven ten aanzien van deze woonlinten wordt gesteld dat nieuwe bebouwing slechts toegelaten is indien het gaat om een morfologische versterking én indien er sprake is van een landschappelijke integratie. Op die manier wordt de rol van deze gebieden als morfologische gradiëntzone tussen de hoofdkern en de omliggende open ruimte gehelen beklemtoond. Ook in het groengebied tussen Azaleastraat, Stoktevijver en het Schipdonkkanaal dient men tot een duidelijke afbakening te komen van de aanwezige, al dan niet zonevreemde bebouwing om aldus de potenties van het groengebied op natuur recreatief vlak ten volle te kunnen benutten. Gezien zijn ligging bevat dit groengebied immers een belangrijke meerwaarde ten aanzien van het strakke, bebouwde weefsel van de hoofdkern. Deze elementen worden opgenomen in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het groengebied. De afbakening van de bebouwde ruimte vormt niet enkel een onderdeel van het uitvoeringsplan voor het groengebied maar is ook van belang bij de ontwikkeling van de woongebieden met een opvangfunctie. Bij de realisatie van deze woonuitbreidingsgebieden wordt immers gestreefd naar een zeer duidelijke scheiding tussen het woongebied en de omringende open - ruimte. Een visuele baken kan het onderscheid verscherpen ( tot hier en niet verder ). Anderzijds dient in het woongebied voldoende aandacht te worden besteed aan groenelementen. Deze groenelementen dragen dan veelal een sociale functie (speelruimten, park). 95

97 HISTORISCHE KERN RONSELE De historische kern van Ronsele blijft beperkt tot de bebouwing in de omgeving van het kerkplein. Het woonpark Parklaan en de woningen langs Stoktevijver worden omwille van de ruimtelijke discontinuïteiten tussen deze bebouwing en de woningen rond het kerkplein als aparte entiteit beschouwd. Ronsele-kern is gelet op de aaneengesloten bebouwing met de kern van Zomergem duidelijk een onderdeel van het hoofddorp Zomergem. Binnen de hoofdkern Zomergem - Ronsele wordt ervoor geopteerd de toekomstige woonmogelijkheden te concentreren in Zomergem - centrum. Het bestaande, kleinschalig weefsel van de deelkern dient zoveel mogelijk behouden te blijven. Enkel de onbebouwde percelen in het woongebied (met landelijk karakter) kunnen aangesneden worden. Het kerkplein vormt te Ronsele het belangrijkste structurerend element. De vorm van het huidige dorpsplein refereert naar het vroegere gebruik als gemeenschappelijke weide in het middeleeuws landbouwsysteem. De heraanleg van het dorpsplein kan een belangrijke impuls betekenen voor deze deelkern. Door het (her) aanplanten van bomen langsheen de Eikendreef kan de ruimtelijke relatie tussen de historische kern en het Schipdonkkanaal beklemtoond worden. EEN GROEN RECREATIEF INTEGRATIEGEBIED AAN DE RAND VAN HET HOOFDDORP Het huidige groengebied tussen het Schipdonkkanaal, de Azaleastraat en Stoktevijver draagt belangrijke potenties zowel op ecologisch als op recreatief vlak. Een meer ecologische inrichting van het gebied kan een verdere versterking betekenen van de ecologisch verbindende functie van het Schipdonkkanaal. Tegelijk krijgt het gebied een recreatieve meerwaarde. Zo kunnen o.m. een aanlegsteiger voor pleziervaartuigen, een speelbos en wandel- en fietspaden voorzien worden. Belangrijk is dat er een goed evenwicht wordt gezocht tussen de ecologische en recreatieve doelstellingen voor het gebied. Deze potenties kunnen verder onderzocht worden in het RUP dat voor dit gebied zal opgemaakt worden. Dit RUP kan eventueel uitgebreid worden met het gebied rond Motjesbrug, teneinde een aantal ruimtelijke problemen in deze omgeving op te lossen. 96

98 6.2 LANDELIJKE WOONKERN BEKE EEN KWALITATIEVE INVULLING VAN HET HART VAN DE LANDELIJKE WOONKERN Binnen de afgelijnde woonkern dient prioriteit te worden verleend aan het begeleiden van een beperkt inbreidingsproject. Het potentieel inbreidingsgebied bevindt zich in het hart van de dorpskern, tussen de bebouwing langsheen de Bekestraat, Paterstraat en de Oude Staatsbaan. In het kader van het in opmaak zijnde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd door de gemeente een structuurschets van dit binnengebied opgemaakt, teneinde de potenties inzake huisvesting verder in detail te bestuderen. Op initiatief van de gemeentelijke overheid werden overlegvergaderingen georganiseerd met alle betrokkenen van het binnengebied. Uit deze overlegvergaderingen en uit de opmaak van een structuurschets bleek duidelijk dat de mogelijkheid én de wil aanwezig was tot het realiseren van 8 loten (0,55 ha.) op korte termijn (minimaal richtcijfer). Indien de percelen ingenomen door een oudere woning en een loods ingecalculeerd worden, kunnen in het binnengebied zelfs 18 loten gerealiseerd worden (1,55 ha.) (maximaal richtcijfer). Dit is echter weinig waarschijnlijk. In het ontwerp PRS wordt Beke als woonkern geselecteerd zodat een beperkte aansnijding van het woonuitbreidingsgebied mogelijk wordt. Met dit RUP wenst men tot een meer kwalitatieve invulling van het hart van deze woonkern te komen, waarbij naar een optimale verweving wordt gezocht tussen het nieuwe en het bestaand woonweefsel en de gemeenschapsvoorzieningen. In het RUP kan er plaats worden voorzien voor een mogelijke uitbreiding van de gemeenschapsvoorzieningen (bvb. jeugdhuis, speeltuin) en voor structurerende groenelementen. Bij het realiseren van een woonproject in dit gebied staan volgende randvoorwaarden voorop: het RUP betreft een uitvoering van de vooropgestelde woonprogrammatie - Fietsers en voetgangers kunnen gebruik maken van de Priemwegel. er wordt een algemene woondichtheid van 15 woningen per ha vooropgesteld OPMAAK RUP VOOR LANDBOUWOVERGANGSZONE TUSSEN PATERSTRAAT, DE BAETSSTRAAT, OUDE STAATSBAAN EN DE STIJNE De grens tussen kerngebonden bebouwing en open - ruimte is op bepaalde plaatsen slechts zeer vaag aanwezig. Vooral ten zuiden van Beke tasten zonevreemde uitbreidingen van bedrijven gelegen langs de Oude Staatsbaan of de Paterstraat alsook een verlaten voetbalterrein met bijhorende accommodatie (kantine) het oorspronkelijk agrarisch grondgebruik aan. Teneinde tot een herstructurering te komen, dient een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan van het gebied te worden opgemaakt. KWALITATIEVE HERINRICHTING VAN DE OUDE STAATSBAAN Gezien de ligging van Beke aan de drukke N9 dient vooral het zwaar verkeer uit de dorpskern en de verblijfsgebieden te worden geweerd. De onveilige kruispunten moeten veiliger gemaakt worden. Het betreft in het bijzonder het kruispunt van de Bekestraat met de 97

99 Paterstraat en van de Oude Staatsbaan met de N9. Voorts dient sluipverkeer te worden vermeden (De Stijne, de Baetsstraat en de trekweg langs de Lieve) en moet het profiel van de weg in overeenstemming gebracht worden met zijn functie. De Bekestraat en de Paterstraat hebben een té beperkt wegprofiel, terwijl de Oude Staatsbaan té breed is. Een herinrichting van de Oude Staatsbaan volgens het zone 30 - concept zal het verblijfskarakter van het dorp verder versterken en de integratie tussen beide delen van de woonkern bevorderen. Ook de verbinding tussen Beke en Zomergem-centrum dient te worden geoptimaliseerd. HET LIEVEKANAAL ALS GROEN RECREATIEVE AS Het huidig tracé van de R43 dient geschrapt te worden. Hierbij worden zowel ecologische, recreatieve en landbouwkundige motieven aangehaald. De trekweg langs de Lieve wordt aangewend voor toeristisch - recreatieve doeleinden. Maatregelen worden genomen om het autoverkeer op de trekweg te vermijden. De horecazaken Maurushoeve en Euro city zijn gelegen aan de rand van de landelijke woonentiteit Beke. Beide horecazaken kunnen bestendigd worden in een RUP indien ze ruimtelijk geïntegreerd kunnen worden in het woongebied én indien uit een analyse van milieu- en mobiliteitsaspecten blijkt dat ze verweefbaar zijn met de woonfunctie. 98

100 6.3 WOONKERN OOSTWINKEL In het ontwerp-prs wordt de historische deelgemeente Oostwinkel niet langer als woonkern geselecteerd. Het niet geselecteerd zijn van Oostwinkel als woonkern in het ontwerp-prs wordt door het gemeentebestuur niet aanvaard. Hiervoor wordt er eveneens verwezen naar het bezwaarschrift van de gemeente naar aanleiding van het openbaar onderzoek. Ter verdediging werden volgende elementen opgenomen: - in het voorontwerp-prs werd Oostwinkel wel als woonkern geselecteerd - voor Oostwinkel heeft men enkel het inwonersaantal van de statisctische sector centrum in rekening gebracht - een discriminerende normering voor de selectie als woonkern - de aanwezigheid van een belangrijk uitrustingsniveau - een declassering van de historische woonkern tot een gehucht druist in tegen de ministeriële goedkeuring van het BPA nr2 ( ) - de aanwezigheid van een zestal zonevreemde bedrijven (sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, goedgekeurd op ). EEN GEFASEERDE INVULLING VAN EEN BEPERKT DEEL VAN HET WOONUITBREIDINGSGEBIED ALS EEN KWALITATIEVE MEERWAARDE TEN AANZIEN VAN HET BESTAANDE WEEFSEL Oostwinkel wordt sinds het einde van de jaren 60 geconfronteerd met ontvolking en een sterke vergrijzing. Deze tendensen hebben een negatieve invloed op de leefbaarheid van de woonkern. Op basis van de woonbehoeftenstudie werd dan ook gestart met de opmaak van een BPA voor het aansnijden van een deel van het woonuitbreidingsgebied te Oostwinkel. Het BPA nr.2 Oostwinkeldorp werd definitief aanvaard door de gemeenteraad op na gunstig advies van de GECORO op Op werd het BPA door ministerieel besluit bekrachtigd. De totale oppervlakte van het BPA bedroeg 2,55ha. Het grootste deel hiervan is gelegen in woonuitbreidingsgebied (1,59ha). In het woonuitbreidingsgebied worden in totaal 18 nieuwe wooneenheden voorzien. Ook de bestaande woningen langs Oostwinkeldorp die uitgeven op het woonuitbreidingsgebied werden in het BPA opgenomen, teneinde deze woningen van goed toegankelijke garages en bergplaatsen te voorzien. De ontsluiting van het gebied werd voorzien via Oostwinkeldorp. Langs de noordelijke zijde van het woonuitbreidingsgebied werd een reservatiezone voor wegenisaanleg voorzien, teneinde een verdere aansnijding van het woonuitbreidingsgebied niet te hypothiceren. Bij het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied werd tevens aandacht besteed aan de functioneel - morfologische relatie tussen de oude dorpskern en de woningen van het uitbreidingsgebied. Deze ruimtelijke relatie werd geconcretiseerd door het voorzien van een 99

101 uitbreidingszone voor het bestaande kerkhof en door de aanleg van een (dorps)plein en een park met speelruimte en groenelementen. Op die manier creëert men niet enkel een nieuwe, kwalitatieve woonomgeving, maar kan men tevens een meerwaarde bieden ten aanzien van de algehele ruimtelijke kwaliteit en, vanuit een ruimer perspectief, ten aanzien van de leefbaarheid van de landelijke kern. Bij het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied werd tenslotte rekening gehouden met het beschermd statuut van de boerderij in de Langestraat en van de St.-Jans Onthoofdingskerk. OOSTWINKEL ALS RUSTPUNT IN EEN LOKAAL RECREATIEF NETWERK: Ook op recreatief vlak dient de verbinding tussen het provinciaal domein, de Keigatbossen en het Drongengoed (Knesselare) verder uitgebouwd te worden. Deze verbinding bestaat al gedeeltelijk via de Drongengoedroute, maar kan verder verfijnd worden door een vlottere fietsverbinding mogelijk te maken met de hoofdgebouwen van het provinciaal domein (bosinfo-centrum, museum). De als monument geklasseerde kerk, een aantal horecazaken en een aantal zitbanken kunnen op deze route als rustpunt fungeren, waar via info-borden de plaatselijke historiek wordt toegelicht. 100

102 7 OVERZICHT VAN DE ACTIES PER DEELGEBIED In hoofdstuk 5 werden de visie en het ruimtelijk concept verder uitgewerkt per deelstructuur. Aan elke gewenste deelstructuur werden verschillende acties gekoppeld, ter uitvoering van de betreffende deelstructuur. Dit leverde soms een sectoraal en dus gefragmenteerd beeld op. In hoofdstuk 6 werden drie gebieden nader onderzocht op micro niveau, met name de kernen Zomergem Ronsele, Oostwinkel en Beke. Doel van dit laatste hoofdstuk is de in de vorige twee hoofdstukken vermelde acties naast elkaar te plaatsen en te ordenen, zodat het duidelijk is voor welke acties ondernomen worden in welk gebied. Voor het bepalen van deze gebieden wordt uitgegaan van de geselecteerde deelruimten en van de onderscheiden landschapseenheden (zie informatief gedeelte): deelgebied Zomergem Ronsele met uitloper Kruisstraat omvat de aaneengesloten woonkern Zomergem Ronsele, het groen-recreatief integratiegebied tussen Azaleastraat en Schipdonkkanaal, de omgeving van Motjesbrug en het woonlint Kruisstraat en de ambachtelijke zones Kruisstraat deelgebied Beke omvat de woonkern en het woonlint langs de N9 deelgebied Oostwinkel deelgebied cuesta omvat de Keigat-, Potterse, Mottebossen en omringende landbouwgebieden deelgebied historisch landschap Ro omvat het gebied ten zuiden van Zomergem Ronsele en de as Hoetsel Berkenstraat deelgebied geopend bulkengebied omvat voor het grootste deel het voormalige ruilverkavelingsgebied deelgebied noordelijk bosgebied wordt omgrensd door het Schipdonkkanaal en Stoktevijver 101

103 7.1 DEELGEBIED ZOMERGEM RONSELE Visie Acties Randvoorwaarden Bundelen en verweven van de activiteiten binnen de hoofdkern Zomergem - Ronsele 1. Opmaak RUP voor het gebied tussen Dreef, Kerkhofstraat en Zandstraat Eventueel stedenbouw- architectuurwedstrijd voorafgaand aan het RUP Opmaak van dit RUP kan gecombineerd worden met actie 2 2. Opmaak RUP/bouwverordening voor het historisch hart van de gemeente Markt M. Steyaertsplein Dekenij Brouwerij met achterliggende tuin : gebied herbestemmen als woongebied met culturele, historische en/ of esthetische waarde Opmaak van dit RUP kan gecombineerd worden met actie 1 3. Opmaak BPA voor woonuitbreidingsgebied Kleitstraat Rijvers - uitvoering van de woonprogrammatie beschermd statuut van de tuin van de dorpsbrouwerij ontsluiting voor auto s via Kerkhofstraat, Zandstraat of Dreef. Voor fietsers en voetgangers dient gezocht te worden naar alternatieve ontsluitingsmogelijkheden die rechtstreeks toegang geven tot het centrumgebied algemene woondichtheid van 20 woningen per ha mogelijkheden inzake sociale woningbouw / bejaardenwoningen nieuwe ingrepen en vernieuwende interpretaties zijn mogelijk maar zij moeten getoetst worden aan het historisch kader de inrichting van het openbaar domein respecteert en accentueert de historische vormgeving uitvoering van de woonprogrammatie min. 1/4 kleinere wooneenheden aansnijden steeds vanuit het centrum wooneenheden gefaseerd op de markt brengen algemene woondichtheid van 15 woningen per ha overgang bebouwde onbebouwde ruimte kwalitatief vormgeven architectuur en schaal aansluitend op bestaand woonweefsel ontsluiting voor auto s via Rijvers, Kerkstraat, K.L. Ledeganckstraat of Kleitstraat. Voor fietsers en voetgangers dient gezocht te worden naar alternatieve ontsluitingsmogelijkheden die rechstreeks toegang geven tot het centrumgebied 102

104 Optimaliseren en beperkt uitbreiden van het lokaal bedrijventerrein Kruisstraat 4. Opmaak BPA Ambachtelijke zone Kruisstraat Herschikken en herinrichten bestaande ambachtelijke bedrijvenzones Verdere uitbreiding van de ambachtelijke bedrijvenzone Kruisstraat Rechts Nodige ruimte bieden voor het hervestigen van een aantal gemeenschapsvoorzieningen 5. Opmaak RUP voor woongroepering Kruisstraat Moerstraat - Langeboeken Herbestemming woongroepering tot landelijk woongebied, zonder dat het aantal woningen kan toenemen aanwezigheid van kwalitatief versterkende groenelementen voldoende speelruimten zonevreemde functies op de huidige ambachtelijke zones zone eigen maken, rekening houdend met de geformuleerde ontwikkelingsperspectieven van de betrokken deelstructuur (landbouw, kleinhandel, wonen, gemeenschapsvoorzieningen) uitbreiding beperken tot 3,2ha voor nieuwe bedrijfskavels en 2,6ha voor gemeenschapsvoorzieningen het terrein is bestemd voor lokaal ambachtelijke bedrijven en gemeenschapsvoorzieningen die moeilijk verweefbaar zijn in een woonomgeving veilige ontsluitingsmogelijkheden en bereikbaarheid openb. vervoer kwalitatieve vormgeving op het bedrijventerrein en kwalitatieve randafwerking (bufferzones) zonevreemde ambachtelijke bedrijven behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd verenigbaar met de woonfunctie (toepassing beoordelingskader) 103

105 Het Schipdonkkanaal als groen recreatieve slagader 6. Opmaak RUP Motje-Azaleastraat Opmaak van het RUP na overleg met het Vlaams Gewest i.v.m. het al dan niet verbreden van het Schipdonkkanaal Gebied tussen Stoktevijver Azaleastraat Beukepark Motje en Schipdonkkanaal Aangrenzende bebouwing langs Azaleastraat en Stoktevijver opnemen in RUP RUP kan uitgebreid worden met het gebied rond Motjesbrug groen recreatie integratiegebied : ecologisch beheer graslanden, bebossing, recreatieve infrastructuur (aanlegsteiger, fiets- en wandelverbindingen) aanleg speelbos. agrarisch grondgebruik beperken tot (zeer) extensieve vormen. Inkomens en vermogensverlies voor de landbouw dient wel voldoende gecompenseerd te worden zonevreemde ambachtelijke bedrijven die niet werden opgenomen in het sectoraal BPA, behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd, verenigbaar met de woonfunctie (toepassing beoordelingskader) en geen hypotheek betekenen voor realisatie groen recreatief integratiegebied aan de landbouw gerelateerd bedrijf (veevoederhandel) behandelen in RUP. Kan ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd, verenigbaar met de woonfunctie (beoordelingskader). zonevreemde woningen in het groen recreatief integratiegebied : conform vigerende wetgeving + bijkomende randvoorwaarden ivm verharding, materiaalgebruik, groenaanleg zonevreemde woningen in het groengebied tussen bedrijventerrein Grote Steenweg (ACLAGRO) en Grote Steenweg : herbestemmen als woongebied met landelijk karakter bestendigen voetbalterrein Motje + uitbreiding met andere recreatieve activiteiten (Paardensport, bolderbaan, tennispleinen). Nadruk op buitensporten, voldoende landschappelijke integratie. 104

106 7.2 DEELGEBIED BEKE Visie Acties Randvoorwaarden 7. Opmaak RUP voor het gebied tussen Bekestraat, Paterstraat en Oude Staatsbaan In het RUP kan tevens plaats worden voorzien voor een mogelijke uitbreiding van de voorzieningen en voor structurerende groenelementen uitvoering van de woonprogrammatie algemene woondichtheid van 15 woningen per ha mogelijkheden inzake sociale woningbouw / bejaardenwoningen Beke : versterken van de landelijke identiteit 8. Opmaak RUP voor landbouwovergangszone tussen Paterstraat, De Baetsstraat, Oude Staatsbaan en de Stijne Herstructurering van het gebied Opmaak van dit RUP kan gecombineerd worden met actie 9 9. Overleg met provincie i.v.m. woonlint N9 Na overleg met de provincie zal blijken dat de gemeente, dan wel de provincie een RUP zal opmaken Opmaak van dit RUP kan gecombineerd worden met actie 8 kwalitatieve randafwerking van de woonkern Beke zonevreemde ambachtelijke bedrijven behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd en verenigbaar met de woonfunctie (toepassing beoordelingskader) bestaande horecazaken behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd en verenigbaar met de woonfunctie (toepassing beoordelingskader) maatregelen ter verbetering van de bestaande verkeerssituatie (ontsluiting, parking) landschappelijke integratie bestaande ambachtelijke bedrijven behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd en verenigbaar met de woonfunctie (toepassing beoordelingskader) 105

107 7.3 DEELGEBIED OOSTWINKEL Visie Acties Randvoorwaarden 10. Realisatie BPA nr. 2 - Oostwinkeldorp BPA werd goedgekeurd bij MB uitvoering van de woonbehoeftenstudie : met dit BPA werd reeds voorzien in de nodige opvangmogelijkheden voor de kern Oostwinkel tot De rest van het woonuitbreidingsgebied kan dus niet aangesneden worden vóór ruimte voor uitbreiding Kerkhof, aanleg parking, aanleg plein met park en speelruimte : kernversterkend project Een ontwikkeling op maat voor Oostwinkel 106

108 7.4 DEELGEBIED CUESTA Visie Acties Randvoorwaarden Keigatbossen als groene pool. Eventueel opnemen in het RUP ruimtelijk-functioneel samenhangende landbouwgebieden van de cuesta (actie 11) Via gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aanduiden van het Leen als VEN voorstellen i.v.m. : agrarisch grondgebruik : beperken tot extensieve vormen recreatief medegebruik mogelijk maken zonevreemde woningen : enkel onderhouds- en instandhoudingswerken (met uitzondering van heirkracht) Keigatbossen en het Leen als groene polen 11. Opmaak RUP ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied van de cuesta omvat het gebied vanaf het kruispunt Veldhoek St.-Jansstraat, via de noordoostelijke flank tot tegen Leischoot om dan rond de woonkorrel Rijvers via de Mottebossen de zuidelijke flank van de cuesta te bereiken afbakening weidegebied Steenberg waterlopen met groenaccenten Vijverloop en Diepenbeek afbakenen bouwvrije gebieden lokaal herstel van oorspronkelijk drevenpatroon, landschappelijke integratie knooppunt aardgas en erfbeplanting rond landbouwzetels bepalen ontwikkelingsperspectieven bestaande agrarische bedrijfszetels zonevreemde woningen : conform vigerende wetgeving + bijkomende randvoorwaarden ivm verharding, materiaalgebruik, groenaanleg Cuesta als samenhangende landbouwruimte rond de groene polen 107

109 12. Opmaak RUP omgeving Nekke-Gentweg betreft een al dan niet vervallen verkaveling in agrarisch gebied, bestaande uit 7 uitgeruste loten. Met een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hierbij tot een bestemmingswijziging worden overgegaan om aldus deze al dan niet vervallen verkaveling dezelfde stedenbouwkundige voorschriften te geven als het aangrenzend woongebied 13. Opnemen woonkorrel Rijvers in algemeen RUP zonevreemde woningen Afbakening woonkorrel in algemeen RUP zonevreemde woningen Herbestemmen woongroepering als woonkorrel Wordt gecombineerd met actie 15, 17 Voorstudie voorafgaand aan RUP : selectie waardevolle gebouwen en bestuderen historisch ruimtelijke setting van de gebouwen landschappelijke integratie geen nieuwe woningen op onbebouwde gronden, met uitzondering van de gronden die deel uitmaken van een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling architectonische richtlijnen inzake verbouw, herbouw, uitbreiden of vervaningsnieuwbouw op basis van de selectie van historisch waardevolle elementen en rekening houdend met de historisch ruimtelijke setting van de woonkorrel landschappelijke integratie van de woonkorrel (o.m. door laanbeplanting langs de openbare weg) Bepalen functiewijzigingen agarische bedrijven conform de beleidselementen ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied en landbouwovergangszone 108

110 7.5 DEELGEBIED HISTORISCH LANDSCHAP RO Visie Acties Randvoorwaarden Ro als samenhangende landbouwruimte rond de groene polen 14. Opmaak RUP weidegebieden Ro en verwevingsgebied Schipdonk omvat het gebied tussen de Rostraat, het Schipdonkkanaal en het kanaal Gent Oostende eventueel kunnen de aangrenzende woningen ook in het RUP behandeld worden 15. Opnemen woonkorrels en overige zonevreemde woningen in algemeen RUP zonevreemde woningen Afbakening woonkorrel in algemeen RUP zonevreemde woningen Herbestemmen woongroeperingen Hoetsel Nekke en Zomergem-boven als woonkorrel Wordt gecombineerd met actie 13, 17 afbakening weidegebieden Ro waterloop met groenaccenten : Lijkstraatwaterloop afbakenen bouwvrije gebieden verwevingsgebied Schipdonk : op basis van bodemgesteldheid Sas te Schipdonk als recreatieve introductie : info borden, rustplaats (zachte recreatie) aandacht voor recreatieve toegankelijkheid van het gebied : fietsroutes, wandelpaden doorheen weidegebieden op oude landwegels, enz. geen nieuwe woningen op onbebouwde gronden, met uitzondering van de gronden die deel uitmaken van een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling Voor woningen die deel uitmaken van de woonkorrel : architectonische richtlijnen inzake verbouw, herbouw, uitbreiden of vervangingsnieuwbouw op basis van de selectie van historisch waardevolle elementen en rekening houdend met de historisch ruimtelijke setting van de woonkorrel Woningen die niet tot een woonkorrel behoren :verbouwen, herbouwen en uitbreiden conform vigerende wetgeving landschappelijke integratie van de woningen (o.m. via gerichte erfbeplanting) zonevreemde ambachtelijke bedrijven en de aan de landbouw gerelateerde bedrijven (manège) die deel uitmaken van de woonkorrel behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd en verenigbaar met de woonfunctie toepassing beoordelingskader) en indien ze de ruimtelijke dynamiek van de agrarische omgeving niet overschrijden bepalen functiewijzigingen agarische bedrijven conform de beleidselementen ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied en landbouwovergangszone 109

111 7.6 DEELGEBIED GEOPEND BULKENGEBIED Visie Acties Randvoorwaarden Kruipuit, Leischoot, Bekebos, Meirlare, Huizegaver en Overdam als samenhangende landbouwruimten tussen de kernen 16. Opmaak RUP verwevingsgebied Huizegaver omvat een gebied aan de grens met Lovendegem ten ZO van de ruilverkaveling 17. Opnemen woonkorrels en overige zonevreemde woningen in algemeen RUP zonevreemde woningen Afbakening woonkorrel in algemeen RUP zonevreemde woningen Herbestemmen woongroeperingen Leischoot, Langestraat Oostwinkelbrug, Stoktevijver, Korteboeken en Langeboeken als woonkorrel Wordt gecombineerd met actie 12, Opmaak RUP zonevreemd jeugdtehuis de Kerhoek Herbestemmen zonevreemd jeugdtehuis Overleg met de provincie gezien regionale uitstraling van het jeugdtehuis afbakening verwevingsgebied op basis van de natuurlijke bodemgesteldheid optimale verweving tussen natuur en landbouw aandacht voor recreatieve toegankelijkheid van het gebied : fietsroutes, wandelpaden doorheen weidegebieden op oude landwegels, enz. geen nieuwe woningen op onbebouwde gronden, met uitzondering van de gronden die deel uitmaken van een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling Voor woningen die deel uitmaken van de woonkorrel : architectonische richtlijnen inzake verbouw, herbouw, uitbreiden of vervangingsnieuwbouw op basis van de selectie van historisch waardevolle elementen en rekening houdend met de historisch ruimtelijke setting van de woonkorrel Woningen die niet tot een woonkorrel behoren :verbouwen, herbouwen en uitbreiden conform vigerende wetgeving zonevreemde ambachtelijke bedrijven en horecazaken die deel uitmaken van de woonkorrel behandelen in het RUP. Zij kunnen ter plaatse bestendigd worden indien ruimtelijk geïntegreerd en verenigbaar met de woonfunctie toepassing beoordelingskader) en indien ze de ruimtelijke dynamiek van de agrarische omgeving niet overschrijden Bepalen functiewijzigingen agarische bedrijven conform de beleidselementen ruimtelijk functioneel samenhangend landbouwgebied en landbouwovergangszone Maatregelen voor het accentueren van de waterloop die doorheen de woonkorrel Leischoot stroomt architectuur van de gebouwen mag géén schaalbreuk veroorzaken met de agrarische omgeving landschappelijke inkleding van de site 110

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare Bindend gedeelte Inhoud 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN VAN UIT DE GEWENSTE DEELSTRUCTUREN... 2 1.1 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Richtinggevend gedeelte

Richtinggevend gedeelte 116/183 43-03/26000512 DEEL 3 Richtinggevend gedeelte Leeswijzer In het voorgaande informatief gedeelte werd een analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gemaakt door vanuit een globale en sectorale

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk

Nadere informatie

13.2 Gewenste nederzettingsstructuur

13.2 Gewenste nederzettingsstructuur 154/183 43-03/26000512 13.2 Gewenste nederzettingsstructuur Kaart 16: gewenste nederzettingsstructuur De gewenste nederzettingsstructuur is de gewenste samenhang van alle soorten nederzettingen. De ontwikkelingsopties

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:... DE VOORZITTER

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou Structuurplan "De Watounaar" Bewonersplatform Watou. Ruimtelijke Ordening Watou. De diverse planinstrumenten van toepassing op het grondgebied van Poperinge. Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Inhoud mei 2004 Globale toekomstvisie Schematische weergave kaart 1 Gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur Schematische weergave kaart 2 Gewenste agrarische structuur Schematische weergave

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Schelde-Dender gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Polder van Vlassenbroek, Grote

Nadere informatie

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Quintyn Gebroeders bvba' te Zulte Verordenend grafisch plan 267V2 269Z 271S2

Nadere informatie

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN MEISE Deel 3: Bindend gedeelte Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Meise 1 september 2006 167 Deel 3: Bindend gedeelte Ontwerp Gemeentelijk

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem. Definitief Ontwerp. In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem. Deel 3 : Bindend gedeelte

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem. Definitief Ontwerp. In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem. Deel 3 : Bindend gedeelte Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zomergem Definitief Ontwerp In opdracht van : Gemeentebestuur van Zomergem Deel 3 : Bindend gedeelte Oktober 2003 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD

Nadere informatie

KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE

KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE Kaart nr. 1: Kaart nr. 2: Kaart nr. 3: Kaart nr. 4: Kaart nr. 5: Kaart nr. 6: Kaart nr. 7: Kaart nr. 8: Kaart nr. 9: Kaart nr. 10: Kaart nr. 11: Kaart nr. 12: Kaart

Nadere informatie

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 RUP Cardiff nv Gemeente Zulte Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017 Gemeentelijk RUP 'Cardiff nv' te Zulte Verordenend grafisch plan 1121B3 Legende Perimeter RUP art. 1: Zone

Nadere informatie

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur 121/183 43-03/26000512 12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur De beschreven visie wordt vertaald in een ruimtelijk concept voor Opwijk. Concepten zijn de ruimtelijke vertaling van de visie.

Nadere informatie

In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba

In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Maldegem In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem Bindend gedeelte december 2005 Studiebureau Vansteelandt bvba Stationsstraat 3a 9810 Eke (Nazareth) tel: 09/243 81

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN RUP Peerlaarstraat en RUP Eertberglei gemeente Bonheiden, informatieavond 10 februari 2015 13004_PT_006_informatieavond relevante begrippen gewestplan, plan van

Nadere informatie

Speerpunt 2018 Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke - Ordening

Speerpunt 2018 Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke - Ordening Ruimtelijke - Ordening 1 2 Woord vooraf Een gemeente die zijn Ruimtelijke Ordening serieus neemt, streeft ernaar dat dit gedragen wordt door de meerderheid van zijn inwoners. Om draagkracht te verkrijgen

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015 Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015 Stedenbouwkundige verordening betreffende de differentiatie van woonvormen binnen de stad Dilsen-Stokkem. Deze verordening wordt best samen met de toelichting

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN Ontwerp definitieve vaststelling Stedenbouwkundige voorschriften 184446\RAP\ZEMST_04_ontwerp_voorschriften_d Gemeente Zemst De Griet 1 1980 Zemst

Nadere informatie

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 2: Selectie economische knooppunten en economisch netwerk (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 3: Planningsprocessen

Nadere informatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie ~" Provincie Oost-Vlaanderen. Gemeente Sint-Gillis-Waas 1 8 JAN. 2006 aanwezig André Denys,. gouverneur-voorzitter Marc De Buck, Alexander Vercamer, Ivan Verleyen, Frans Van Gaeveren 3e Directie Dienst33

Nadere informatie

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS GAVERE - BINDEND GEDEELTE 1 INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 3 1.1. RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 3 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Technum Afdeling Ruimtelijke Planning Leiepark 18 9051 Gent T 09 240 09 11 F 09 240 09 00 INHOUD 1 OPVOLGING, OVERLEG EN SAMENWERKING...

Nadere informatie

RUP zonevreemde woningen

RUP zonevreemde woningen RUP zonevreemde woningen Gemeente Sint-Gillis-Waas Informatievergadering 18 oktober 2010 1 Doel van de toelichting Voorlopige vaststelling 2 september 2010 Reeds enkele jaren bezig met opmaak RUP Openbaar

Nadere informatie

13/ / Informatief deel

13/ / Informatief deel 13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante

Nadere informatie

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013 Gemeente Staden Juni 2013 Opdracht: Opdrachtgever: Opdrachthouder: Gemeentebestuur Staden Marktplaats 2 8840 Staden Adoplan bvba Vaartlaan 28/1 9800 Deinze Tel: 09/241.53.70 Fax: 09/241.53.79 office@adoplan.be

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm Grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften december 2018 Gemeentelijk

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL 7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL ART.7.0. BASISRECHTEN Deze cluster situeert zich binnen de perimeter noordelijke en oostelijke open ruimte. De zonevreemde woningen zijn gelegen in ruimtelijk kwetsbaar

Nadere informatie

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A,

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A, 1 BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A, herziening en uitbreiding 2 1. SITUERING VAN HET BPA Het Bpa is gesitueerd in de deelgemeente Dadizele, ten zuidwesten van de kerk en de Marktplaats, meer bepaald ten zuiden

Nadere informatie

RUP Kachtem Izegem. Bewonersvergadering te Meilief 14/09/2016

RUP Kachtem Izegem. Bewonersvergadering te Meilief 14/09/2016 RUP Kachtem Izegem Bewonersvergadering te Meilief 14/09/2016 Inhoud Procedure Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Aanleiding tot het

Nadere informatie

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Dossier WUU582 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Wuustwezel November 2006 Provincie Gemeente

Nadere informatie

Bijlage III. De bespreking van deze deelgebieden is hieronder weergegeven.

Bijlage III. De bespreking van deze deelgebieden is hieronder weergegeven. Bijlage III De N43 is een belangrijk structuurbepalend element in de ruimte tussen Gent en Kortrijk, en situeert zich als historische ontwikkelingsas tussen de oude as van de Leie en de nieuwe as van de

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Waasland gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Durmevallei Bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Definitief ontwerp Kaartenbundel richtinggevend gedeelte september 2011 Gent 20-02-2008 Ontwerpteam: Annelies De Clercq Cindy Van Caeneghem port arthurlaan 11!

Nadere informatie

Informatiebrochure. Burgmeester Yvan T Kint Schepen Walter De Donder Secretaris Juliaan Van Ginderdeuren

Informatiebrochure. Burgmeester Yvan T Kint Schepen Walter De Donder Secretaris Juliaan Van Ginderdeuren Voorwoord Nieuwsbrief Informatiebrochure Gemeente Affligem Kruishoutem Ontwerp van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem De gemeente heeft een ontwerp van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Gebied 1 Bakels Broek / Galgenbeemd Art. 3 N Art. 1 Achtergrond: Gescande kadastrale plans - Toestand 01.01.01 - Bron KADSCAN (OC GIS Vlaanderen-AKRED) GEWESTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Onderdelen

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Provinciale ruimtelijke beleidsvisie Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Goedgekeurd deputatie 24.04.2008 DOELSTELLING STAND VAN ZAKEN KADER Doel van de beleidsnota (1) Visie op grootschalige

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

Voorstelling RUP Functionele Cluster. 13 oktober 2009

Voorstelling RUP Functionele Cluster. 13 oktober 2009 Voorstelling RUP Functionele Cluster 13 oktober 2009 Inleiding: Wat is een RUP? 3 stappen: Plannen: visie structuurplan (2006) Uitvoeren: bestemming, beheer, inrichting en verordeningen RUP s (gewestplan,

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer.

In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. De gemeente Ledegem is gestart met de opmaak van het RUP Vierschaere. In bijlage bezorgen wij U de vereiste documenten voor de ontheffingsaanvraag tot opmaak van een planmer. Geformuleerde adviezen (Provincie

Nadere informatie

Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen. Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016

Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen. Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016 Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016 Inhoud Ruimtelijk rendement Zonevreemd Ruimtelijk beleid Agrarische

Nadere informatie

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN.

ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. De commissie, vergaderd in besloten zitting van 15 november en 29 november

Nadere informatie

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND Art6.6 bufferzone GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied Woongebied Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND PLAN C - EIGENDOMSSTRUCTUUR 13 PLANNINGSCONTEXT Relatie met het structuurplan Vlaanderen

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Historisch gegroeid bedrijf

Historisch gegroeid bedrijf gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Agristo te Harelbeke Bijlage III: toelichtingsnota tekst 1 Inhoudsopgave $ 4 5 5 4< < BF

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften GEMEENTE HERSELT RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten Stedenbouwkundige voorschriften Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van - Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter,

Nadere informatie

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011 RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011 GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:...

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t

Nadere informatie

Herziening GRS Dendermonde

Herziening GRS Dendermonde Herziening GRS Dendermonde Toelichting deelkern Appels 5 december 2011 Openbaar onderzoek 31 oktober tot 29 januari 2011 1 Inleiding Tweede toelichtingsronde Alle opmerkingen zijn bekeken en overwogen

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

RUIMTELIJKE PLANNING EN STEDENBOUW. Grim Sekeris MAR Haacht

RUIMTELIJKE PLANNING EN STEDENBOUW. Grim Sekeris MAR Haacht RUIMTELIJKE PLANNING EN STEDENBOUW Grim Sekeris MAR Haacht 2015 0478 23 16 36 Grimwald.Sekeris@telenet.be Ruimtelijke ordening in een notedop Geschiedenis Doelstellingen Samenhang Haacht Andere wetgeving

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE GRS LIERDE BINDEND GEDEELTE I INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 2 1.1. WOON- EN LEEFSTRUCTUUR 2 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR 3 1.3.

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP DEELPLAN 1: AFSCHAFFING RESERVATIE- EN ERFDIENSTBAARHEIDSGEBIED STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Opdrachtgever: Stad Landen 8 maart 2012 Titel Opdrachtgever

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Joachim Coens c.s. Stuk 563 (2000-2001) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 5 februari 2001 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Joachim Coens c.s. houdende wijzigingen van decreten betreffende de ruimtelijke ordening,

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

TEKSTEN. ruimtelijk structuurplan kalmthout. gemeente kalmthout 31 maart 2006

TEKSTEN. ruimtelijk structuurplan kalmthout. gemeente kalmthout 31 maart 2006 TEKSTEN ruimtelijk structuurplan kalmthout gemeente kalmthout 31 maart 2006 colofon Het ruimtelijk structuurplan Kalmthout is opgemaakt in opdracht van de gemeenteraad. De ontwerper is Studiegroep Omgeving

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Haspengouw-Voeren Natuur-, bos- en landbouwgebieden Jongenbos en vallei van de Mombeek

Nadere informatie

Info-avond. WUG Ommegang

Info-avond. WUG Ommegang Info-avond WUG Ommegang 17.06.2016 VOORSTELLING - collectief van inwoners, buren en vrienden - ontstaan naar aanleiding van opmaak verkavelingsplan WUG Ommegang - bezorgd omwille van de grote impact op

Nadere informatie

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Dit bezwaarschrift telt 26 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Deel 3 : bindende bepalingen. F:\2001\042\Inh\GRS\VO_OW\ _OW_BG1_LCR.doc

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Deel 3 : bindende bepalingen. F:\2001\042\Inh\GRS\VO_OW\ _OW_BG1_LCR.doc DENTERGEM Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ontwerp Deel 3 : bindende bepalingen F:\2001\042\Inh\GRS\VO_OW\ 184524_OW_BG1_LCR.doc Gemeentebestuur Dentergem Kerkstraat 1 8720 Dentergem Grontmij afdeling

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

SumResearch Urban Consultancy

SumResearch Urban Consultancy SumResearch Urban Consultancy GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LEDE Deel III: bindend deel SumResearch / Ruimtelijk Structuurplan Lede bindend deel - i INHOUD 1. INLEIDING 1 2. PRIORITEITEN OF ACTIES

Nadere informatie

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED Willebroek, 11 december 2017 Iva-Innova Gemeente Willebroek Pastorijstraat 1 2830 Willebroek u/ref.mail: alex.vanbeersel@willebroek.be o/ref Volgnr.: 2017/763 Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017,

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonuitbreidingsgebied Sint Pieter Kuurne

Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonuitbreidingsgebied Sint Pieter Kuurne Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonuitbreidingsgebied Sint Pieter Kuurne 1. Situering Kuurne 1. Situering plangebied - Gelegen ten noord westen van het centrum van Kuurne, nabij de kern van Sint-Pieter

Nadere informatie

Maldegem- RUP Woonuitbreidingsgebieden

Maldegem- RUP Woonuitbreidingsgebieden Maldegem kent een aantal grote en minder grote woonuitbreidingsgebieden (WUG) op haar grondgebied. Er liggen nog heel wat onbebouwde gronden in woonzone; dat zijn echter vaak individuele gronden of kavels

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 3 e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw Provincieraadsbesluit betreft verslaggever PROVINCIAAL RUP 'MUSEUMSITE VELZEKE' TE ZOTTEGEM Definitieve vaststelling de heer Marc De Buck De Provincieraad,

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf Makro te Antwerpen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Openruimtegebieden Beneden-Nete

Openruimtegebieden Beneden-Nete ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio Neteland Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

Deel I. Situering gemeente

Deel I. Situering gemeente Deel I. Situering gemeente Hoofdstuk 1. Algemeen Erpe-Mere ligt in het zuidoostelijke deel van de provincie Oost-Vlaanderen, op de zuidrand van de dicht bebouwde Vlaamse Ruit. De gemeente behoort administratief

Nadere informatie

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK STRUCTUURPLAN GLABBEEK Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Glabbeek Dit plan werd opgesteld onder de verantwoordelijkheid van: (voor ARCADIS Gedas) Gezien en definitief vastgesteld door de Gemeenteraad

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie