Rapportage Regionaal Account Jeugdhulp Noord-Veluwe

Transcriptie

1 Rapportage Regionaal Account Jeugdhulp Noord-Veluwe 2017-Q1 Inclusief opmerkingen RRJ, Financials en Toegang 1

2 Inhoudsopgave Inleiding Ontwikkelingen vanuit perspectief Cliënt Cliëntaantallen ZiN en PGB Cliëntaantallen ZiN regionale in- en uitstroom eerste kwartaal Inzet expertise CJG, uitsplitsing Basis-GGZ en de specialistische GGZ en verwijzingen in Q Afname justitiële maatregelen Verhouding ambulant en residentieel Inzicht in duur zorg Ontwikkelingen vanuit perspectief Aanbieder Aantal zorgaanbieders Regionale realisatie per voorziening GGZ zorgaanbieders LVB zorgaanbieders JOH zorgaanbieders JB/JR zorgaanbieders Bovenregionale zorgaanbieders Landelijk gecontracteerde zorgaanbieders Sturingsinformatie versus budgetreserveringen Wachttijden Ontwikkelingen vanuit perspectief Gemeente Uitgaven jeugdhulp op basis van de sturingsinformatie Voogdij instellingen per gemeente clienten in WLZ Kosten Meerzorg Focus Voortgang kwaliteitsdialoog Jeugd Voortgang (werkgroep) transformatie van jeugdhulp Voortgang inkoop Bijlage I. Regionaal in- en uitstroomcijfer...16 Bijlage II. Per gemeenten differentiatie instroom cliënten...17 Bijlage III. Uitstroom per gemeente...18 Bijlage IV. Per gemeente verhouding Basis-GGZ en specialistische GGZ cliënten in behandeling...19 Bijlage V. Per gemeente het aantal justitiele maatregelen...20 Bijlage VI. Per gemeente intra- en extramuralisering LVB, JOH en over alle zorgvormen heen...21 Bijlage VII. Regionale wachtlijsten...22 Bijlage VIII. Financieel overzicht Q Bijlage IX. Cijfers vanuit Stichting Jeugd en Gezin...27 Bijlage X. Cijfers vanuit Buurtzorg Jong

3 Inleiding In de eerste kwartaalrapportage van 2017 infomeren wij u grotendeels op dezelfde manier over de gegevens rondom de hulp aan onze clienten in de regio Noord Veluwe als in de voorgaande jaren 2015 en Het RAJ rapporteert hiermee aan de opdrachtgever het dagelijks bestuur van RNV. De rapportage is besproken en zonodig voorzien van opmerkingen en adviezen uit de gremia RRJ en financials van de zes deelnemende gemeenten en de POH s Welzijn en Bedrijfsvoering. Daarnaast zijn de cijfers besproken en geduid met de SJNV en Buurtzorg Jong. Deze kwartaalrapportage is opgebouwd uit de voor u bekende thema s: 1. Cliënt 2. Aanbieder 3. Gemeente 4. Focus komende periode De gegevens zijn grotendeels afkomstig van de gecontracteerde zorgaanbieders die maandelijks via de regionale monitor rapporteren. In de kwartaalgesprekken, die gevoerd worden door het regionaal account jeugd (RAJ), worden deze gegevens zowel op juistheid als inhoud besproken. De overige gegevens, bijvoorbeeld de landelijke zorg (LTA), komen bij het RAJ via het aanleveren van facturaties. Niet alle gecontracteerde zorgaanbieders hebben de sturingsinformatie aangeleverd via de regionale monitor. Bij het missen van deze gegevens is er voor de financiën gekeken naar de productieverantwoording 2016, ingediende facturen 2017 en/of de budgetreserveringen 2017 om een schatting te maken van de realisatie en prognose. Op het gebied van aantallen is er enkel naar de regionale monitor gekeken, omdat andere bronnen niet eenduidige informatie opleveren. Voor alle hoofdstukken geldt daarom dat de gebruikte aantallen niet volledig zijn. Er is sprake van een (te) grote onzekerheidsmarge van boven de 3% die ook de accountant als norm aangeeft op de aantallen. Deze informatie moet dus als richtinggevende en trendmatige sturingsinformatie worden gezien. Bij de maandelijkse financiële rapportage, in dit geval die over mei 2017, zal een meer valide overzicht aan u worden aangeboden. Overigens is vanuit historisch perspectief bekend dat Q2 het meest realistisch beeld geeft over het totale boekjaar, vanwege compleetheid van de cijfers inclusief de seizoensinvloeden. De zorgaanbieders die niet tijdig de informatie hebben aangeleverd via de regionale monitor zullen via een brief hierop aangesproken worden. Mochten gegevens alsnog niet tijdig worden geleverd, dan wordt er gehandhaafd met mogelijke sancties. Een advies over het inzetten van sancties zal aan u indien nodig worden voorgelegd. Daarnaast wordt hierin de samenwerking met Initi8 opgezocht om de aanlevering van de gegevens meer en sneller te monitoren. In de vorige kwartaalrapportage is aangegeven dat er in afstemming met de gemeenten en het RAJ een evaluatie met betrekking tot de kwartaalrapportage zou plaatsvinden. Begin 2017 heeft deze evaluatie plaatsgevonden met als belangrijkste agendapunten vorm, inhoud en frequentie van aanlevering. Deze evaluatiepunten zullen in de MARAP besproken worden zodra deze in het RRJ zijn besproken. De gegevens vanuit het voorveld zijn (nog) niet volledig bekend bij het RAJ. Waar wel zicht op is, zijn de aantallen afkomstig vanuit de Stichting Jeugd Noord-Veluwe (SJNV) en Buurtzorg Jong met betrekking tot de dossiers en de gemiddelde behandelduur. Van de SJNV en Buurtzorg Jong (Putten) hebben wij informatie ontvangen over 2015, 2016 en De verkregen informatie biedt nog geen basis voor verdere analyses. Daarom is er in deze kwartaalrapportage voor gekozen om de gegevens in Bijlage IX en X te vermelden. De gemeenten voeren momenteel de gesprekken met het voorveld om de ontbrekende informatie zo snel mogelijk (volledig) te verkrijgen. Met vriendelijke groet, Sijmen Schoeman Manager Regionaal Account Jeugd 3

4 1. Ontwikkelingen vanuit perspectief Cliënt 1.1. Cliëntaantallen ZiN en PGB Dit hoofdstuk is geschreven op basis van de gegevens uit Initi8 over Zorg in Natura en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wanneer het gaat over PGB. De cijfers PGB worden via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan de gemeenten verstrekt. De gemeenten verstrekken deze informatie weer aan het account jeugd. Het afgelopen kwartaal hebben de gemeenten Harderwijk en Ermelo niet tijdig hun PGB gegevens aangeleverd aan het Regionaal Account Jeugdhulp. Hierdoor zijn deze gegevens niet meegenomen in de kwartaalrapportage. Deze gegevens zijn op dit moment wel ontvangen, maar konden niet meer worden meegenomen in de analyses. In tabel 1 worden dit aangegeven als niet aangeleverd. Op peildatum is er zicht op 3351 cliënten. Hierbij merken wij op dat de aantallen PGB-cliënten in Harderwijk en Ermelo niet zijn meegenomen. Vandaar dat we geen correcte vergelijking kunnen maken met het aantal cliënten van het vorige kwartaal voor PGB. Voor ZiN-clienten is dit wel mogelijk: ZiN, van 3165 cliënten naar 3301 cliënten, een stijging van 136 cliënten (+ 4,3%). PGB, van 258 cliënten naar 250 cliënten in de gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Het aantal PGB-cliënten in deze gemeenten is gedaald met 3,1%. De stijging in het aantal ZiN cliënten is onder andere te verklaren door administratieve afsluiting van de DBC s eind 2016 en heropening in Regionaal gezien is voor de vier gemeenten een daling van acht PGB-cliënten te zien. In tabel 1 wordt de verdeling van het aantal cliënten ZiN en PGB per gemeente weergegeven op de verschillende peildata. Tabel 1. Gemeente Aantal unieke cliënten ZiN peildatum Aantal unieke cliënten ZiN peildatum Aantal unieke cliënten PGB peildatum Aantal unieke cliënten PGB peildatum Elburg Ermelo Niet aangeleverd Harderwijk Niet aangeleverd Nunspeet Oldebroek Putten Totaal Cliëntaantallen ZiN regionale in- en uitstroom eerste kwartaal 2017 Een unieke cliënt kan vanuit meerdere zorgvormen hulp ontvangen, dit betekent dat de stijging van één unieke cliënt kan leiden tot een stijging in meerdere zorgvormen. Daarom kan niet het vergelijk worden gemaakt met de stijging van 4,3% in het aantal unieke cliënten genoemd in de vorige paragraaf. Op regionaal niveau is in bijlage I. goed de piek te zien in januari qua instroom. Dit heeft, zoals eerder benoemd, te maken met de administratieve afsluiting van de DBC s. Een andere reden kan zijn dat de beheersmaatregelen, ingezet eind september heeft geleid tot een vertraging van de instroom in Q De beheersmaatregelen zijn in 2016 ingezet omdat veel organisaties hun reservering bereikten of overschreden. In 2017 is dan weer ruimte binnen de reservering, een reden om cliënten op dat moment in te laten stromen. Dit laatste is een aanname die wij zullen toetsen bij de organisaties in mei/juni

5 De ingezette beheersmaatregelen zijn de volgende: 1. Stop op aanname van nieuwe jeugdigen, deze worden door de opdrachtnemer in overleg met opdrachtgever doorverwezen voor vergelijkbare zorg naar een andere zorgaanbieder, die nog wel ruimte heeft in zijn budgetreservering. Het belang van het kind en het ontvangen van de meest geschikte hulp is daarbij het uitgangspunt. 2. Wanneer er geen vergelijkbare zorg aanwezig is, dan wordt de jeugdige, na overleg met opdrachtgever op de wachtlijst geplaatst. Opdrachtgever informeert de relevante partijen van de opnamestop. 3. Zodra opdrachtgever akkoord geeft op start van de Jeugdhulp kan opdrachtnemer starten met de ondersteuning van de cliënt. 4. Opdrachtgever heeft in het geval dat opdrachtnemer vroegtijdig zijn budgetreservering overschrijdt, in het uiterste geval het recht om een tariefsverlaging éénzijdig op te leggen. De uitwerking/wijze van verrekenen wordt in overleg met opdrachtnemer nader uitgewerkt. Wat betreft de uitstroom constateren wij dat de uitstroom in Q achterblijft op de uitstroom in Q Waardoor dit wordt veroorzaakt is onbekend. Hiervoor is nader onderzoek nodig wat wij inmiddels hebben ingezet door dit te besprken in de kwartaalgesprekken met de aanbieders. Het gevolg van de verhoogde instroom en een verlaagde uitstroom is een stijging van het totaal aantal cliënten in Q ten opzichte van Q In de verschillende de bijlagen II. en III. wordt ingezoomd op de instroom en uitstroom per gemeente per zorgvorm. In de bijlage I. wordt weergegeven de regionale in- en uitstroom van de cliënten in het vierde kwartaal van 2016 en in het eerste kwartaal van 2017 en vergelijking hiertussen. In bijlage II. is grafisch weergegeven hoe het totaal aantal ingestroomde cliënten ZiN per gemeente per zorgvorm, zich verhoudt ten opzichte van de nieuw ingestroomde clienten in het vierde kwartaal van Inzet expertise CJG, uitsplitsing Basis-GGZ en de specialistische GGZ en verwijzingen in Q Voor het slagen van de transformatie is het belangrijk dat expertise die in het werkveld beschikbaar is van de achterkant naar de voorkant van het veld (en waar nodig uiteindelijk naar de burger) verschuift. In dat kader zijn met een drietal GGZ-aanbieders afspraken gemaakt over de inzet van een GZ-psycholoog in het CJG. Deze inzet is gestart, zie onderstaande opsomming: Gemeente Oldebroek: Elburg: Nunspeet: Harderwijk: Ermelo: Putten: Inzet door gemeente Oldebroek heeft sinds mei 2016 een pilot gestart waarin een GZ-psycholoog van Dimence gestationeerd is bij het CJG. Elburg heeft sinds januari 2017 een pilot gestart waarin een GZ-psycholoog van Dimence gestationeerd is bij het CJG. Nunspeet heeft sinds september 2016 een pilot gestart waarin een GZ-psycholoog van Eleos gestationeerd is bij het CJG. Harderwijk heeft sinds september 2016 een pilot gestart waarin een GZ-psycholoog van Accare gestationeerd is bij het CJG. Ermelo heeft sinds oktober 2016 een pilot gestart waarin een GZ-psycholoog van Accare gestationeerd is bij het CJG. Sinds 2015 huurt Buurtzorg Jong GGZ-expertise in. Daarnaast is er vanaf oktober 2016 een meer gebalanceerde samenstelling dan ervoor: minder JOH-deskundingen, meer GGZ-expertise. Hoewel de gemeenten de wens hebben om snel effecten te zien (afname van GGZ-zorg en verlegging van de verwijzingsstromen van huisartsen naar het CJG), dient de effectmeting van pilots een langere periode te beslaan. Bij de verandering in de percentages op de volgende pagina (verwijzingen door huisartsen van 50% naar 55%, verwijzingen door het CJG van 29 % naar 30 %) zien we een verschuiving nog niet terug. Gezien de looptijd van deze pilots is het nog te vroeg om hier conclusies aan te verbinden. 5

6 Basis-GGZ en S-GGZ Er is regionaal gezien een stijging van GGZ cliënten. In Ermelo daalt het aantal GGZ cliënten licht, veroorzaakt door een sterke daling binnen de specialistische GGZ. De andere gemeenten laten een stijging zien. Bijlage IV. toont de verhouding tussen basis en specialistische GGZ. Daarbij valt op dat er voornamelijk specialistische GGZ wordt geboden. Verwijzingen Via de regionale monitor (INITI8) kunnen we ook de verwijzers zien. Het aantal verwijzingen via de gemeentelijke toegang is met 1% toegenomen in Q1 van 2017 ten opzichte van Q (zie onderstaande tabel). Verwacht was dat door de inzet van GGZ-expertise bij de CJG s en BJZ dat er meer verwezen zou worden via de gmeentelijke toegang. We zien veel verschillen op lokaal niveau bij het aantal verwijzingen. Zo is in Nunspeet (van 25% in Q naar 35% in Q1 2017) en Oldebroek (29% naar 46%) het percentage clienten dat wordt verwezen gestegen en in Putten het percentage clienten dat wordt verwezen via de gemeentelijke toegang gedaald (van 39% naar 24%). Er nog meer verschillen zichtbaar in de verwijzingen ten opzichte van het vierde kwartaal De regionale huisartsen en overige medici verwijzen momenteel 55% door ten opzichte van 50% in het vierde kwartaal Van ongeveer 9% is in het eerste kwartaal van 2017 niet bekend wie de verwijzer is. Dit is minder dan in het vierde kwartaal van 2016 (13%). Met name in Nunspeet is het aantal onbekende verwijzers fors gedaald: van 25% naar 9%. Ook in Elburg is het aantal onbekende verwijzers flink gedaald: van 21% naar 9%. Verwijzers Verwijzing huisarts, medisch specialist en jeugdarts Verwijzing gemeentelijke toegang Onbekend Gemeente Q4 Q1 Q4 Q1 Q4 Q1 Q4 Q1 Elburg 26% 45% 43% 43% 21% 9% 4% 4% Ermelo 63% 60% 17% 18% 19% 14% 1% 7% Harderwijk 52% 59% 29% 27% 16% 7% 3% 4% Nunspeet 46% 58% 25% 35% 25% 9% 6% 2% Oldebroek 36% 41% 29% 46% 20% 4% 10% 7% Putten 46% 50% 39% 24% 11% 17% 3% 1% Regionaal 50% 55% 29% 30% 13% 9% 3% 4% GI 1.4. Cliënten landelijk zorg Landelijk gecontracteerde zorgaanbieders zijn verplicht een verzoek om toewijzing te sturen waarin zij onder andere kenbaar maken voor de desbetreffende cliënt, gebruik te willen maken van hun landelijke contract. We zien op dit moment dat niet iedere aanbieder zich hieraan houdt. Dit signaal leggen wij neer bij de VNG die het contractmanagement voert over deze organisaties. Daarnaast gaan wij dit beleid ook handhaven. Dit betekent dat landelijke zorg wat niet eerst is aangemeld, vooralsnog niet betaald zal worden. Hierdoor doen we ook recht aan de rechtmatigheid van betalingen. Wanneer het verzoek tot toewijzing wordt ontvangen door ons, hebben wij ook beter zicht op de aantallen en de kosten die gekoppeld zijn aan het zorgtraject. De landelijke zorg wordt door twee zorgaanbieders ingevoerd in de regionale monitor. Op dit moment hebben wij zicht op 33 cliënten die landelijke zorg ontvangen. Zoals eerder genoemd heeft de stijging van het aantal cliënten met landelijke zorg te maken met de landelijke zorgaanbieders die bij het afsluiten van het traject, veelal aan het einde van een kalenderjaar, hun zorg factureren. Dit jaar zijn er nog geen facturen ontvangen. Wij zullen opnieuw bij de VNG dit probleem van het onvolledig en zeker niet tijdig kunnen prognosticeren aankaarten en om een oplossing vragen. Ook rechtmatigheid van betalingen speelt hier een rol. De rapportages die wij vanuit de VNG ontvangen zijn nog steeds volledig financieel ingericht en zeggen niets over het aantal cliënten in landelijke zorg. Bovendien blijkt uit de financiële analyse van de gegevens van de landelijke rapportages VNG en de facturatie aan het account dat deze van elkaar verschillen. Ook in de gegevens die de VNG 6

7 toont en die wij uit Initi8 halen van twee organisaties verschillen. De rapportage VNG laat ongeveer een kwart zorgafname zien ten opzichte van genoemde informatiebronnen vanuit het account Lichte stijging justitiële maatregelen In bijlage V is het aantal JB/JR maatregelen in Q en Q weergegeven. We zien lichte stijgingen bij de gemeenten Ermelo, Nunspeet, Oldebroek en Putten. De andere twee gemeenten dalen licht. Voor het totaal aantal lopende maatregelen in Q en Q is een lichte stijging waar te nemen. In de contracten met de organisaties die drang en dwang leveren is afgesproken dat de verlaging van het budget met 10% zal worden opgevangen door de transformatie (meer drang, minder dwang) versneld door te voeren. Hierover zijn wij in gesprek met betreffende organisaties Verhouding ambulant en residentieel Voor deze paragraaf zijn de zorgvormen LVB en JOH uitgelicht, dit is weergegeven in bijlage VII. De reden dat deze zorgvormen worden uitgelicht, is het doel voor deze zorgvormen nl. zoveel als mogelijk ambulant te gaan werken. Binnen de GGZ wordt voornamelijk ambulant gewerkt, terwijl de bovenregionale en landelijke zorgvormen voornamelijk residentiële producten zijn. Binnen de LVB zijn enkel bij de cliënten die ambulant geholpen worden, enige schommelingen te zien. Deze zijn niet significant. Binnen de JOH is een daling van het aantal cliënten te zien, zowel op het ambulante en residentiële gedeelte. In zijn totaliteit zien we dat de ambulante zorgvormen veel meer worden afgenomen dan de residentiële. Dit geldt voor iedere gemeente. Bij alle gemeenten wordt deze positieve verhouding veroorzaakt door het groot aantal cliënten dat ambulant geholpen wordt binnen de GGZ Inzicht in duur zorg Uit Initi8 zijn op dit moment geen representatieve gegevens te onttrekken met betrekking tot de gemiddelde duur van zorg. Dit komt doordat de gemiddelde behandelduur van het aantal uitstromers per maand wordt berekend. Het gemiddelde van de uitstromers van voorgaande kwartaal wordt daarin niet meegenomen. Dit leidt tot een situatie waarin de gemiddelde behandelduur per maand sterk van elkaar verschilt. Op dit moment kunnen we over de duur van zorg geen conclusies trekken. Voor de MARAP Q2 gaan we zorgen dat wij wel zicht krijgen op representatieve gegevens zodat we de gemiddelde behandelduur van uitgestroomde cliënten per zorgvorm kunnen weergeven. 7

8 2. Ontwikkelingen vanuit perspectief Aanbieder 2.1. Aantal zorgaanbieders In de jeugdzorgregio Noord-Veluwe werken wij met 54 regionaal gecontracteerde aanbieders. In het Gelderse samenwerkingsverband zijn er voor de bovenregionale zorg contracten afgesloten met negen zorgaanbieders, waarvan zeven actief zijn in onze regio. Vier van de negen bovenregionaal gecontracteerde aanbieders hebben ook een regionaal contract. Naast de 54 regionaal gecontracteerde zorgaanbieders zijn er 27 zorgaanbieders, veelal kleinere zorgaanbieders, met een declaratiecontract of betaalovereenkomst. Hierbij gaat het om de inzet van specifieke zorg voor een klein aantal cliënten. Het overgrote deel van deze contracten zijn overloop van 2015/2016. Een betalingsovereenkomst (20) betreft zorg voor specifiek genoemde cliënten en declaratieovereenkomst (7) vraagt een kleine budgetreservering. De VNG heeft voor zeer specifieke vormen van jeugdhulp landelijke contracten afgesloten. In 2016 waren er 15 landelijk gecontracteerde zorgaanbieders actief in de regio Noord-Veluwe Regionale realisatie per voorziening Iedere aanbieder van jeugdhulp in onze regio heeft een of meerdere contracten met daarin een budgetreservering voor De budgetreservering is een basisbedrag minus 5% reservering ten behoeve van de Transformatiefee. Het basisbedrag wordt berekend op basis van een extrapolatie van de aangeleverde productiegegevens 2016 tot en met Q3. De reservering per contract wordt bijgesteld op basis van de definitief goedgekeurde realisatie Contractueel zijn de zorgaanbieders met een (boven)regionaal contract of declaratieovereenkomst verplicht om sturingsinformatie aan te leveren via Initi8. Dit betreft in totaal 64 aanbieders met 68 contracten. Voor de zorgaanbieders die geen sturingsinformatie hebben aangeleverd wordt de realisatie en prognose bepaald op basis van de methode zoals genoemd in de inleiding. De overige aanbieders met een betaalovereenkomst zijn contractueel niet verplicht de sturingsinformatie aan te leveren. Op basis van uitbetaalde facturen wordt de productie van deze partijen meegenomen in de realisatie en prognose. Eind 2016 zijn de voorlopige budgetreserveringen 2017 gebaseerd op een doorberekening van de tot en met Q3 aangeleverde productiegegevens per zorgaanbieder. Onderstaande reserveringen en prognoses van overschrijdingen zijn op basis van de voorlopige budgetreserveringen. De reserveringen worden op basis van de definitief goedgekeurde realisatie 2016 aangepast. Op basis van de sturingsinformatie Q zijn er van de 68 contracten: contracten waarvan de prognose is dat ze de voorlopige budgetreservering 2017 gaan overschrijden zorgaanbieders waarvan de prognose is dat ze de voorlopige budgetreservering 2017 niet gaan overschrijden. In juni worden de voorlopige budgetreserveringen op basis van de productieverantwoordingen 2016 aangepast. Hierdoor is het waarschijnlijk dat het aantal zorgaanbieders met de prognose overschijding van de budgetreservering kleiner wordt. Op basis van de overschijdingen zullen beheersmaatregelen worden ingezet. Omdat de beheersmaatregelen voor het grootste gedeelte effect hebben op cliënten die op dat moment al aangemeld zijn voor zorg is actie van het voorveld nodig, zijnde het CJG, Buurtzorg Jong en de beïnvloeding van huisartsen door beleid. 8

9 GGZ zorgaanbieders In de regio Noord-Veluwe zijn er 41 zorgaanbieders met een contract voor het bieden van GGZ-zorg. Dit betreft 33 regionale contracten, zeven betaalovereenkomsten en één declaratiecontract. Van de 33 zorgaanbieders die gegevens dienen te leveren is de prognose dat 16 zorgaanbieders overschrijden ten opzichte van de gestelde budgetreserveringen en zeventien blijven binnen de budgetreservering. De GGZ realisatie Q1 bedraagt EUR. De prognose GGZ voor het jaar 2017 bedraagt EUR LVB zorgaanbieders In onze regio zijn 23 zorgaanbieders actief met een LVB contract. Dit betreft 13 regionale contracten, zes betaalovereenkomsten en vier declaratiecontracten. Van de 17 zorgaanbieders die gegevens dienen aan te leveren voor sturingsinformatie is de prognose dat 13 zorgaanbieders over de budgetreservering gaan en vier binnen de budgetreservering blijven. De LVB realisatie Q1 bedraagt EUR. De prognose LVB realisatie voor het jaar 2017 bedraagt EUR JOH zorgaanbieders In de regio Noord-Veluwe zijn 17 zorgaanbieders actief binnen het JOH werkveld. Dit betreft zeven regionale contracten, zeven betaalovereenkomsten en twee declaratiecontracten. Van de tien zorgaanbieders die gegevens aan dienen te leveren voor sturingsinformatie is de prognose dat zes zorgaanbieders de budgetreservering gaan overschrijden en vier binnen de budgetreservering blijven. De JOH realisatie Q1 bedraagt EUR. De prognose JOH realisatie voor het jaar 2017 bedraagt EUR JB/JR zorgaanbieders Drie zorgaanbieders in de regio Noord-Veluwe zijn gecontracteerd voor het leveren van JB/JR diensten. Van deze drie zorgaanbieders is de prognose is dat twee de budgetreservering gaan overschrijden en één er onder blijft. De JB/JR realisatie Q1 bedraagt EUR. De prognose JB/JR realisatie voor het jaar 2017 bedraagt EUR. Wanneer buiten de regio Noord-Veluwe JB/JR activiteiten worden uitgevoerd, dan wordt dit niet gedaan door het gecontracteerde aanbod, maar door andere gecertificeerde instellingen. De kosten hiervoor worden geboekt onder het budget van Jeugdbescherming Gelderland Bovenregionale zorgaanbieders In het Gelderse samenwerkingsverband zijn negen zorgaanbieders gecontracteerd voor bovenregionale jeugdzorg, waarvan zeven zorgaanbieders actief zijn in onze regio. Van deze zeven zorgaanbieders is de prognose is dat twee van de zorgaanbieders over de budgetreservering heen gaan en vijf er binnen blijven. De bovenregionale (BR) realisatie Q1 bedraagt EUR. De prognose BR realisatie voor het jaar 2017 bedraagt EUR. 9

10 Landelijk gecontracteerde zorgaanbieders De landelijke gecontracteerde zorgaanbieders zijn gecontracteerd door de VNG zonder verplichting van het aanleveren van sturingsinformatie. Echter is een aantal landelijke zorgaanbieders ook regionaal gecontracteerd waardoor zij hun landelijke productie ook in Initi8 doorgeven. Twee landelijke zorgaanbieders hebben sturingsinformatie doorgegeven. Op basis van de door hen aangeleverde gegevens is de realisatie voor landelijke productie EUR met een prognose voor het jaar 2017 van EUR Sturingsinformatie versus budgetreserveringen Bij zowel de LVB, de JOH als JB/JR is de huidige prognose dat de realisatie in het jaar 2017 de gezamelijke budgetreserveringen zal overschrijden. De grootste geprognotiseerde overschrijding is bij de LVB. Aangezien de budgetreserveringen nog worden aangepast, niet alle zorgaanbieders gegevens (juist) hebben aangeleverd en een prognose op basis van drie maanden minder betrouwbaar is, verwachten wij dat de gegevens in Q2 een duidelijker beeld geven van het zorggebruik in de jeugdzorgregio Noord-Veluwe. 10

11 2.4. Wachttijden Vanaf 2017 hebben regionaal gecontracteerde zorgaanbieders de contractuele eis om de informatie rondom wachtlijsten te vermelden op de website. Bij zorgaanbieders met een declaratiecontract of betalingsovereenkomst is deze eis niet opgenomen in het contract. Het gaat bij deze contracten om geringe aantallen waar op basis van ervaringsgegevens geen wachttijden ontstaan. Daarnaast hebben bovenregionale zorgaanbieders (3) ook geen contractuele verplichting. Van de 54 gecontracteerde aanbieders hebben momenteel 32 een vermelding van de wachtlijst op hun website. Van de 27 zorgaanbieders met een declaratiecontract, betalingsovereenkomst of bovenregionaal contract hebben zes een vermelding op hun website. Ten opzichte van het vierde kwartaal 2016 is het aantal zorgaanbieders die vermelding hebben op de site, toegenomen van 29 naar 32. Binnen de norm aanmelding is het aantal zorgaanbieders dat onduidelijk of onvolledig is over de wachttijd gelijk gebleven: één. Het aantal zorgaanbieders zonder wachttijd of met een wachttijd binnen de norm is gestegen van 15 naar 18. Het aantal zorgaanbieders met langere wachttijd dan de norm is gelijk gebleven: 13*. Binnen de norm behandeling is het aantal zorgaanbieders dat onduidelijk of onvolledig is over de wachttijd gestegen van één naar vier. Het aantal zorgaanbieders zonder wachttijd of met een wachttijd binnen de norm is gestegen van 15 naar 17. Het aantal zorgaanbieders met langere wachttijd dan de norm is gedaald van 13 naar 11*. Ondanks de contractuele eis sinds 2017 om informatie omtrent de wachtlijsten op de website te plaatsen, is er maar een kleine stijging te zien in het aantal zorgaanbieders met zichtbare wachttijd-informatie. Van de zorgaanbieders die de wachttijdgegevens niet leveren wordt een melding gemaakt. De zorgaanbieders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de verplichting. Als binnen één maand de gegevens alsnog niet gepubliceerd zijn volgen er mogelijke sancties.daarnaast wordt de contractuele eis omtrent de wachtlijst meegenomen in de kwartaalgesprekken met de aanbieders. Het account zal de wachtlijsten (blijven) monitoren. Over de lengte van de wachttijd zijn geen contractuele eisen opgesteld. Hiervoor dient het beleid een norm te ontwikkelen voor de aanvaardbare wachttijden. In bijlage VIII is een overzicht van de wachttijd per aanbieder te vinden. Daarnaast is een overzicht van de gehanteerde normen in de bijlage opgenomen. *Wachtlijst is een lijst waarop personen worden geregistreerd die op inschrijving wachten voor de zorg. Met wachttijd wordt gedoelt op de tijdsduur die een persoon moet wachten om de zorg te verkrijgen, dit kan zijn de het intakegesprek of de behandeling. Voor de wachttijden zijn er normen opgesteld door commissie Treek (VWS) voor de GGZ, de zogenaamde Treeknormen. Voor de andere zorgvormen zijn er geen landelijke normen en zijn de normen herleid vanuit de Treeknorm. De gehanteerde normen zijn te vinden in bijlage VIII. 11

12 3. Ontwikkelingen vanuit perspectief Gemeente 3.1. Uitgaven jeugdhulp op basis van de sturingsinformatie 2016 Naar aanleiding van de cijfers over 2016 uit Initi8 en de prognose voor 2017, is het reëel te veronderstellen dat de raming van de primaire begroting per 1 januari 2016 ( EUR.) flink tekort zal schieten. Op 5 april 2017 heeft het Dagelijks Bestuur van RNV besloten akkoord te gaan met de eerste begrotingswijziging 2017 waarin de noodzakelijke verhoging van het jeugdbudget met EUR. is opgenomen uitgaande van de primaire begroting 2016 (in 2016 is de voorgestelde begrotigingswijziging dus niet doorgevoerd). De begrotingswijziging 2017 wordt meegenomen in de achtmaands rapportage van de RNV. Onderstaande tabel geeft de geprognosticeerde uitgaven 2017 weer afgezet tegen de ramingen van de eerste begrotingswijziging 2017, dus inclusief de verhoging van EUR. Daaruit blijkt dat voor 2017 aanvullend een tekort wordt verwacht van EUR. We willen nogmaals aangeven dat het sturingsinformatie betreft waar in de lineaire prognose geen rekening gehouden wordt met: 1. Aanbieders die mutaties en/of facturen indienen via de financiële administratie. Dit kan het uiteindelijke resultaat, in 2018 te controleren door de accountant, beïnvloeden; 2. Er is sprake van een lineaire prognose. Met eventuele veranderende omstandigheden zoals uitstroom van cliënten wordt geen rekening gehouden; 3. De transformatie die dit jaar wordt ingezet door de zorgorganisaties; 4. Mogelijk door ons in te zetten beheersmaatregelen gedurende het jaar Deze kunnen gelijk zijn aan de eerder genoemde beheersmaatregelen ingezet in 2016; 5. Een onvolledige uitnutting van de afgegeven PGB s; 6. Een mogelijke bijstelling van het macrobudget tijdens de mei- en septembercirculaire 2017 of de samen met Ermelo aangevraagde compensatieregeling woonplaatsbeginsel en voogdij; 7. Het compensatiebedrag voogdij-woonplaatsbeginsel in 2017 over 2015 in ieder geval 2.2. miljoen EUR. In Q2 (juli 2017) kan een meer valide prognose mbt de kosten worden opgeleverd Gemeente Begroting in EUR. Prognose in EUR. Begroting minus Realisatie in EUR. Elburg Ermelo Harderwijk Nunspeet Oldebroek Putten Totaal uitgaven In de vorige kwartaalrapportage is te zien dat voor veel zorgvormen het aantal unieke cliënten in Q afnam ten opzichte van Q In Q zien we echter een stijging van het aantal cliënten. De uitstroom in Q1 ligt lager dan die in Q4 2016, terwijl de instroom in Q1 hoger is dan in Q We zullen gedurende Q2 deze groei van cliënten en de ontwikkeling van kosten nauwlettend in de gaten houden en waar mogelijk bijsturen. Het RAJ heeft geen invloed op de instroom, daar deze wordt geregeld door Buurtzorg Jong, Stichting Jeugd en de medisch specialisten. Wij kunnen wel sturen op doorstroom en uitstroom. De doorstroom is contractueel vastgelegd per zorgvorm. Daarnaast kunnen ook beheersmaatregelen worden ingezet om de kosten te beheersen. Momenteel zien wij op basis van de sturingsinformatie een overschrijding op het totaal jeugdbudget van EUR. Het gaat hierbij om een situatie waarbij alle geconsumeerde zorg betaald wordt. De eventuele effecten van de door de gemeenten ingezette beheersmaatregelen zijn verwerkt. Het betreft de volgende beheersmaatregelen: 1. Stop op aanname van nieuwe jeugdigen, deze worden door de opdrachtnemer in overleg met opdrachtgever doorverwezen voor vergelijkbare zorg naar een andere zorgaanbieder, die nog wel ruimte heeft in zijn budgetreservering. Het belang van het kind en het ontvangen van de meest geschikte hulp is daarbij het uitgangspunt. 12

13 2. Wanneer er geen vergelijkbare zorg aanwezig is, dan wordt de jeugdige, na overleg met opdrachtgever op de wachtlijst geplaatst. Opdrachtgever informeert de relevante partijen van de opnamestop. 3. Zodra opdrachtgever akkoord geeft op start van de Jeugdhulp kan opdrachtnemer starten met de ondersteuning van de cliënt. 4. Opdrachtgever heeft in het geval dat opdrachtnemer vroegtijdig zijn budgetreservering overschrijdt, in het uiterste geval het recht om een tariefsverlaging éénzijdig op te leggen. De uitwerking/wijze van verrekenen wordt in overleg met opdrachtnemer nader uitgewerkt. Voor wat betreft de financiële effecten van deze beheersmaatregelen is het nog te vroeg om hierover conclusies te trekken. Nader onderzoek en analyses door het account in 2017 is nodig om conclusies te trekken. Daarnaast zijn er aanvullende maatregelen gericht op transformatie en kwaliteit genomen. Deze cijfers tonen nog steeds de noodzaak aan van beheersmaatregelen in 2017 en zo mogelijk maatregelen op lange(re) termijn. De beheersmaatregelen waren per september 2016 van kracht. De beheersmaatregelen blijven voor overschrijdende partijen onverkort van kracht Voogdij instellingen per gemeente Als in een gemeente een residentiële voorziening is gevestigd met een bovenregionale/landelijke functie, dan worden de inwonende cliënten van deze instelling in de meeste gevallen ingeschreven op het adres van die gemeente. Bij instellingsvoogdij geldt dan het adres van de instelling. In dit geval is dus de gemeente waar de instelling is gevestigd, financieel verantwoordelijk. Voor de gemeente Ermelo is dit in onze regio van toepassing wat hoge kosten met zich meebrengt. Deze kosten waren in 2015 meer dan 4 miljoen EUR. Op dit moment zijn we druk doende met de financiële afrekening over 2016, de kosten voogdij 2016 zijn daarom nog niet inzichtelijk. De kosten van het eerste kwartaal 2017 zijn weergegeven in onderstaande tabel. Deze gegevens zijn verkregen uit Initi8. Bij de gemeente Ermelo zien we slechts een prognosebedrag van slechts EUR. Dit komt niet overeen met het jaar In de financiële rapportage over mei 2017 zal een herstel op deze cijfers worden gecommuniceerd omdat dan de verantwoording 2016 is afgerond. Gemeente Kosten voogdij Q1 Kosten voortvloeiende uit voogdij Q1 Totaal kosten voogdij Q1 Prognose kosten voogdij 2017 Elburg Ermelo Harderwijk Nunspeet Oldebroek Putten Totaal Vanuit de regio is er inmiddels een onderzoek geweest en een voorstel gedaan richting het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om deze regeling voogdij-woonplaatsbeginsel (financieel) beter te organiseren clienten in Wlz Zorg en ondersteuning voor jongeren die 18 jaar worden, kan worden voortgezet binnen de Wmo, de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet. Er zijn een aantal zorgvormen die kunnen doorlopen tot de 23 e verjaardag en onder de Jeugdwet gefinancierd blijven, bijv. pleegzorg en jeugdreclassering. Nader onderzoek in het eerste kwartaal heeft uitgewezen dat: - Het 34 kinderen betreft die ouder dan 18 waren bij aanvang zorg. Waarvan bij 30 kinderen de zorg terecht doorloopt, en bij 4 kinderen nader onderzoek is ingesteld. - Dit is ongeveer 30% in plaats van de in eerdere kwartaalrapportages geschatte 20% van de clienten LVB (18+). Meer dan de helft van deze kinderen zijn binnengekomen via een maatregel. De totale kosten voor 13

14 deze kinderen waren in 2016 ongeveer naar schatting EUR. - De gemiddelde kosten voor deze cliënten zijn ongeveer EUR. Zorgaanbieders dienen deze zorg (financieel) onder een andere wet te brengen. Desbetreffende zorgaanbieders waren verplicht vóór 1 april 2017 gemotiveerd aan te geven waarom de hulp moet worden gecontinueerd. Is dit niet het geval dan worden de betalingen voor deze groep clienten aan de zorgaanbieders beeindigd. Een alternatief is het overhevelen van middelen uit de WMO naar Jeugd. Op basis van de inventarisatie van de ingeschreven cliënten in de monitor van Initi8, is om opheldering gevraagd bij de aanbieders naar de stand van zaken. Hieruit volgt dat cliënten getoond in Initi8 veelal zijn uitgeschreven bij de zorgorganisatie of onder de jeugdhulp. Oorzaak dat deze cliënten nog wel in Initi8 worden getoond is dat aanbieders in Initi8 geen einddatum opgeven. Er zijn overigens geen ten onrechte betalingen gedaan voor deze groep.met Initi8 zal naar dit probleem gekeken worden en gezocht worden naar een oplossing. Ook zijn cliënten overgeschreven naar de WMO. Van een beperkt aantal aanbieders moeten wij nog een nadere toelichting ontvangen over de status van het verblijf, met name in de LVB sector. Per saldo gaat het nog om 21 cliënten die zorg ontvangen bij 9 verschillende aanbieders. Van s Heerenloo en GGZ Centraal komt er nog aanvullende informatie op korte termijn. Deze 21 cliënten vallen onder de dispensatiemaatregelen, of worden uitgeschreven bij het vervallen van de beschikking Kosten Meerzorg Meerzorg is die aanvullende zorgbehoefte die niet uit de reguliere zorgfinanciering, behorende bij de productcode, gefinancierd kan worden. Dit betreft een bovenmatige zorgvraag die met additionele financiering ondersteund moet worden. De beoordeling van meerzorg wordt gedaan door het CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise), een onafhankelijk en objectief orgaan. De beoordeling wordt samengevat in een rapportage waarbij de additionele inhoud van de zorg, uren kwantificering en kosten op jaarbasis worden benoemd. Op dit moment zijn er drie cliënten uit Ermelo die meerzorg ontvangen. Het CCE beoordeelt momenteel de aanvraag meerzorg voor vijf nieuwe cliënten uit Ermelo en één cliënt uit Oldebroek. Rekening houdende met goedkeuring door het CCE van ook deze cliënten worden de totale kosten meerzorg over 2017 geprognosticeerd op ,00 EUR. door s Heeren Loo Groot Emaus. De lopende vragen zijn niet meegenomen in de geprognosticeerde kosten. 14

15 4. Focus Voortgang kwaliteitsdialoog Jeugd Het programma met betrekking tot het monitoren van kwaliteit, de kwaliteitsdialoog, is de afgelopen maanden ingezet. Dit jaar zal het RAJ doorgaan met het programma de kwaliteitsdialoog. De uitvoeringscontrole, een modulair in te zetten instrument binnen het programma, zal in afstemming met de gemeenten vooralsnog met tien organisaties worden ingezet in De bevindingen van deze uitvoeringscontrole zullen uiteraard worden gedeeld met zowel de gemeenten als de aanbieders Voortgang (werkgroep) transformatie van jeugdhulp In samenwerking met gemeenten, verwijzers en zorgaanbieder is er de afgelopen maanden door middel van divere bijeenkomsten gezamenlijk (verder) invulling gegeven aan: 1. Transformatie 2. Versterkte toegang 3. Kwaliteit 4. Bedrijfsvoering Het RAJ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de punten Kwaliteit en Bedrijfsvoering. In 4.1. is genoemd hoe het thema kwaliteit door het RAJ vooralsnog wordt georganiseerd. Voor wat betreft het punt Bedrijfsvoering krijgt deze in 2017 de volgende focus: - De aanscherping en het handhaven houdt onder andere in het aansporen van zorgaanbieders en Initi8 om aan te leveren en het toepassen van de nieuwe inkoopafspraken; - Het digitaliseren van het berichtenverkeer; - De beperking van het aantal productcodes; voor de aanbesteding 2018 zal rekening gehouden worden met het aantal productcodes en zal gebruik gemaakt worden van de landelijke productcodelijst; - Het vervallen van de DBC-bekostigingssystematiek; Verdere vermindering van de administratieve lasten. Momenteel worden in afstemming met de gemeenten en aanbieders bovenstaande punten opgepakt. Door middel van de kwartaalrapportages wordt de voortgang gerapporteerd. 4.3 Voortgang inkoop 2018 Met ingang van 1 januari 2018 moeten nieuwe afspraken gemaakt zijn met de zorgaanbieders van Jeugdhulp. De overeenkomsten voor Jeugdhulp lopen tot 31 december 2017 van rechtswege af. In afstemming met de gemeenten levert het RAJ inhoudelijke bijdrage aan de inkoop van

16 Bijlage I. Regionaal in- en uitstroomcijfer (Periode 1 oktober 2016 tot en met 30 maart 2017) 16

17 Bijlage II. Per gemeenten differentiatie instroom cliënten (Periode 1 oktober 2016 tot en met 30 maart 2017) Aantal instromers BR Aantal instromers JOH Aantal instromers LVB Aantal instromers GGZ Aantal instromers JB/JR 17

18 Bijlage III. Uitstroom per gemeente Aantal uitstromers BR Aantal uitstromers JOH Aantal uitstromers LVB Aantal uitstromers GGZ Aantal uitstromers JB/JR 18

19 Bijlage IV. Per gemeente verhouding Basis-GGZ en specialistische GGZ cliënten in behandeling (Periode 1 oktober 2016 tot en met 30 maart 2017) Verhouding Basis-GGZ en Specialistische GGZ 19

20 Bijlage V. Per gemeente het aantal justitiele maatregelen 20

21 Bijlage VI. Per gemeente intra- en extramuralisering LVB, JOH en over alle zorgvormen heen (Periode 1 oktober 2016 tot en met 30 maart 2017) Verhouding ambulant/residentieel 21

22 Onduidelijk/ onvolledig Voldoet niet aan de treeknorm Wachtlijst binnen treeknorm Onduidelijk/ onvolledig Voldoet niet aan de treeknorm Wachtlijst binnen treeknorm Bijlage VII. Regionale wachtlijsten (Periode 1 oktober 2016 tot en met 30 maart 2017) Wachtlijsten Totaal Vermelding website Treeknorm aanmelding Treeknorm behandeling Geen Vermelding Q4 Totaal aantal zorgaanbieders in regio Q1 Totaal aantal zorgaanbieders in regio * Enkel de regionaal gecontracteerde zorgaanbieders met een contractuele verplichting om de wachtlijst op de website te plaatsen, zijn opgenomen in dit overzicht. Gehanteerde normen GGZ (treeknorm*) JOH LVB JB JR * de treeknorm is vastgesteld door VWS. Intake: 4 weken, behandeling: 6 weken 6 weken tot behandeling Intake: 4 weken, behandeling: 6 weken Geen 22

23 Nr Organisatie Aangegeven wachtlijst op site t/m maart 2017 Zorgvorm Soort contract ts aangegeven op ergelijking met norm aanmelding Voldoet aan norm? norm behandeling Voldoet aan norm? 1 Accare Wel wachtlijsten op alle locaties. In Harderwijk is de aanmeldingstijd 4 weken en de behandelingstijd 2 weken. GGZ Nee 4 weken Ja 6 weken Ja 2 Agathos Thuiszorg onderdeel van Leliegroep Momenteel geen wachtlijst. LVB Nee 4 weken Ja 6 weken Ja De wachttijd locatie Putten tot intake is 2 weken. De wachttijd tot behandeling is 1 week. Overige locaties 3 Ars Curae buiten Veluwe zijn langer. GGZ Nee 4 weken Ja 6 weken Ja 4 Centraal Nederland 5 Cognito Praktijk Zwolle Harderwijk: Basisschool Het Startblok 3 weken, Basischool Het Talent 2 weken. Overige scholen in Harderwijk en overige gemeentes geen wachtlijst. Wachtlijst uit 2016 GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken Ja Algemene wachttijd van circa 6-8 weken. Binnen 4 weken uitnodiging voor intake GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken? 6 Driestar Educatief kinderen en jeugdigen 0 18 jaar: minimaal 8 weken GGZ Nee 4 weken? 6 weken Nee 7 Eleos, Gereformeerde GGZ (Stichting) Amersfoort: BGGZ 3 weken en SGGZ 3 weken tot intake, BGGZ 1 week en SGGZ 2 weken tot behandeling. GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken Ja Zwolle: BGGZ 1 weken en SGGZ 4 weken tot intake, BGGZ 2 weken en SGGZ 2 weken tot behandeling. Ja 4 weken Ja 6 weken Ja 8 GGZ Centraal Polikliniek voor 0-6 jarigen, 0 weken tot intake GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken? Polikliniek voor 6-12 jarigen, 10 weken tot intake Nee 4 weken Nee 6 weken? Polikliniek voor jarigen, 10 weken tot intake Nee 4 weken Nee 6 weken? 9 Intermetzo Intake: 4 weken Behandeling: 2 weken GGZ/LVB/JOH/ BR Ja 4 weken Ja 6 weken Ja 10 Karakter Tussen de 2 en 15 weken per zorgvorm GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 11 KBC-Dyslexie & Partners Geen wachttijd GGZ Nee 4 weken Ja 6 weken Ja 12 Leger des Heils Gelderland Per zorgvorm verschillende wachttijd: tussen de 2 en de 6 weken. JOH Nee - Ja 6 weken Ja 13 Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 2 weken tot intake JB JR Ja - ja - Ja 14 Gewoon Byzonder De aanmeldingswachttijd bij Herman 5 weken en bij Annebet 8 weken. De behandelingswachttijd bij Herman 2 weken en bij Annebet 2 weken. GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Ja 15 Psycho Praktijk Harderwijk Onze wachttijd voor het eerste gesprek en tevens start behandeling bedraagt op dit moment; minimaal 6 weken (peildatum ). GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 16 Psychologen Praktijk Putten B.V. Kinderen en jeugdigen 0 18 jaar: minimaal 8 weken GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 17 Dyslexie Collectief Momenteel geen wachtlijst. GGZ Nee 4 weken Ja 6 weken Ja 18 S.P.E.L. harderwijk Tot aan eerste afspraak en behandeling 6 a 8 weken. GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 19 Tactus Verslavingszorg 20 Harderwijk tot intake 3 weken en tot aan behandeling 10 weken. GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken Nee Wynie van den Berg, kinder- en jeugdpsychologe 4 a 6 weken GGZ Nee 4 weken ja 6 weken Ja 21 Yes We Can Clinics Wachttijd tot intake 2 weken, wachttijd na intake voor behandeltijd afhankelijk van de gemeente GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken? 22 Terwille Verslavingszorg Lelystad 2 weken GGZ Ja 4 weken Ja 6 weken Ja 23 Puer Vitae Puer Vitae heeft op dit moment geen wachttijden. Aanmelding: binnen 1 week Behandel wachttijd: binnen 1 week GGZ nvt 4 weken Ja 6 weken Ja 24 Ex Aequo Geen wachttijd GGZ Nee 4 weken Ja 6 weken Ja 25 VOF Actaut 26 De Nerflander 27 Dimence Groep De wachttijd tot intake is maximaal 5 weken. De wachttijd tot start begeleiding is in onderling overleg. Deze is minimaal 5 weken. LVB Nee 4 weken Nee 6 weken? Voor oriënterende kennismaking een korte wachttijd. Wachttijd tot intake/anamnese: ca. 4 tot 6 weken. GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee Zwolle: tussen de 0 en 6 weken intake, tussen 0 en 8 weken start GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 28 Bureau Authentès De wachttijd is 6 tot 8 weken GGZ Nee 4 weken Nee 6 weken Nee Voor Harderwijk 10 weken tot intake, geen tot 29 Dokter Bosman behandeling. GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Ja 30 De Binnenkijk Aanmeldingenstop per 16 december 2016 GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 31 Pro Juventus B.V. Wezep: BGGZ 10 weken/ SGGZ 18 weken tot aan behandeling. GGZ Ja 4 weken Nee 6 weken Nee 32 ME Kids Geen wachttijd LVB x Ja 4 weken Ja 6 weken Ja 23

24 33 Ambulante Begeleiding Het Spectrum Onduidelijk LVB x Nee 4 weken 6 weken 34 Braams & Partners B.V. GGZ x Nee 4 weken 6 weken 35 Careander LVB x Nee 4 weken 6 weken 36 Coöperatie Boer & Zorg B.A. LVB x Nee 4 weken 6 weken 37 De Driestroom (Stichting) In 'principe' geen wachtlijst. LVB Nee 4 weken 6 weken 38 EPP Kind en Jeugd B.V. GGZ x Nee 4 weken 6 weken 39 Icare LVB Nee 4 weken 6 weken 40 Jeugdbescherming Gelderland JB JR x Nee Lijn 5 Geen informatie LVB x Nee 4 weken 6 weken Duidelijkheid hierover bij de contactpersoon van de 42 Lindenhout client JOH/BR x Nee - 6 weken 43 Orthopedagogische Praktijk Ermelo GGZ x Nee 4 weken 6 weken 44 Pactum Jeugd- en Opvoedhulp Wordt niet duidelijk aangegeven, actuele informatie kan worden opgevraagd. JOH/BR x Nee - 6 weken 45 s Heeren Loo Geven aan zich aan de treeknormen te houden LVB/BR x Nee 4 weken 6 weken 46 Timon JOH x Nee - 6 weken 47 St Jansdal Geen vermelding over psychologie-zorg GGZ x 4 weken 6 weken 48 Vitree Niet vermeld voor de regio Noord-Veluwe LVB/JOH x Nee 4 weken 6 weken 49 William Schrikker Groep Geen vermelding GGZ x Nee 4 weken 6 weken William Schrikker Groep Jeugdbescherming 50 en Jeugdreclassering Geen vermelding JB JR x Ja Zorgboerderij de Klinkenberg LVB x Nee 4 weken 6 weken 52 Trias JOH x Nee - 6 weken 53 Praktijk Vivre GGZ x 4 weken 6 weken 54 Praktijk Bijzonder GGZ x 4 weken 6 weken Declaratiecontract of Betaalovereenstemming 55 A.T. Zorg Geen wachttijd GGZ Declaratiecontract Nee 4 weken Ja 6 weken Ja 56 Kobussen & Partners Psychologen B.V. BGGZ: 2 weken intake, 2 weken behandeling, SGGZ: 3 weken intake, 10 weken behandeling GGZ Betaalovereenkomst Nee 4 weken Ja 6 weken Nee 57 Fides Hulpverlening 3 maanden GGZ Betaalovereenkomst n.v.t. 4 weken Nee 6 weken Nee 58 Kappa Minimaal 2 maanden GGZ Betaalovereenkomst n.v.t. 4 weken Nee 6 weken Nee 59 J. Kuiken GGZ Betaalovereenkomst x Nee 4 weken 6 weken 60 Parlan Jeugd en Opvoedhulp JOH Declaratiecontract x Nee - 6 weken 61 Yorneo Laatste update 2013 JOH Betaalovereenkomst Nee - 6 weken Ja 62 Tugra Zorg & Welzijn LVB/JOH Betaalovereenkomst x Nee 4 weken 6 weken 63 Trajectum Geen gegevens Jeugd: wel WLZ, WMO en Justitie LVB Declaratiecontract Nee 4 weken Nee 6 weken Nee 64 Ambulante Zorg op Maat LVB Betaalovereenkomst x Nee 4 weken 6 weken 65 Autismehuis LVB Declaratiecontract x Nee 4 weken 6 weken 66 De Drijvende Ambachtschool LVB Declaratiecontract x Nee 4 weken 6 weken 67 De Rading JOH Betaalovereenkomst x Nee - 6 weken 68 De Welkamp LVB Betaalovereenkomst Nee 4 weken 6 weken 69 Youke Sterke Jeugd JOH Betaalovereenkomst x Nee - 6 weken 70 Praktijk de Engh Niet op de site GGZ Betaalovereenkomst x Nee 4 weken 6 weken 71 J.P. van Bent JOH Betaalovereenkomst n.v.t. -? 6 weken? 72 Zorgboerderij De Rietstulp LVB Betaalovereenkomst x 4 weken 6 weken 73 Campus Jeugdzorg JOH Declaratiecontract x - 6 weken 74 Philadelphia LVB Declaratiecontract 4 weken 6 weken 75 RIBW Arnhem en Veluwevallei JOH Betaalovereenkomst - 6 weken 76 Stichting Empower Zwolle LVB Betaalovereenkomst x 4 weken 6 weken 77 Passie voor Jeugd en Gezin Geen vermelding LVB Betaalovereenkomst x Ja 4 weken 6 weken 78 Praktijk Het Baken Geen vermelding LVB Betaalovereenkomst x Ja 4 weken 6 weken 79 Zideris Geen vermelding JOH Betaalovereenkomst x Ja - 6 weken 80 GGZ Christoph Geen vermelding GGZ Betaalovereenkomst x Ja 4 weken 6 weken 81 JAM Harderwijk Geen vermelding GGZ Betaalovereenkomst x Ja 4 weken 6 weken Bovenregionaal 82 Otto Gerhard Heldring Geen wachttijd BR Ja 4 weken Ja 6 weken Ja 83 Pluryn Hoenderloo Groep Onduidelijk BR Nee 4 weken? 6 weken? 84 Horizon Jeugdzorg en Speciaal Onderwijs BR x Nee 4 weken 6 weken 24