Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet

Transcriptie

1 Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet ten behoeve van de kennissessie kostenbeheersing Sociaal Domein 6 december 218 Disclaimer: Aan de cijfers in dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Cijfers zijn afkomstig uit de volgende bronnen: Gemeentelijke voorzieningenadministratie; Productieverantwoordingen zorgaanbieders; Managementinformatiesystemen partnerorganisaties; Gemeentelijke financiële administratie; Open bronnen (CBS, waarstaatjegemeente.nl, etc.). Geen van deze bronnen is vooraf opgeschoond, wat betekent dat we ons baseren op ruwe data. De peildatum van de geraadpleegde informatie varieert van medio augustus tot medio september 218. Uitzondering hierop vormen de cijfers over de Participatiewet. De peildatum is eind november

2 Kostenniveau zorg in natura (ZIN) 216 en Kosten ZIN Jeugd 3.. Kosten ZIN Jeugd gecorrigeerd

3 Kostenniveau pgb (Jeugd) 216 en Tussen 216 en 217 zijn de kosten voor pgb s jeugdhulp met 132. afgenomen, van 428. in 216 tot 296. in

4 Afname Rijksbudget sociaal deelfonds Het Rijksbudget voor de jeugdwet afgenomen met ca.,475 mln euro tussen 216 en Budget Jeugd

5 Hebben meer Biltse jeugdigen hulp? In 217 hadden jeugdigen een openstaande jeugdhulpvoorziening, tegen 1.34 in 216. Een toename van ongeveer 1 procent Cliënten per jaar In totaal hebben vanaf unieke jongeren allerlei verschillende soorten van jeugdhulp ontvangen

6 Jeugdhulp in De Bilt versus Nederland In vergelijking met Nederland maken in De Bilt relatief minder jongeren tot 18 jaar gebruik van jeugdhulp. Jongeren met jeugdhulp Jaar De Bilt Nederland Eerste halfjaar 215 6,7% 8,2% Tweede halfjaar 215 6,8% 8,9% Eerste halfjaar 216 7,1% 8,9% Tweede halfjaar 216 7,6% 9,5% Eerste halfjaar 217 6,7% 9,4% Tweede halfjaar 217 6,8% 9,7% Eerste halfjaar 218 6,3% 9,2% Eenheid: % van alle jongeren tot 18 jaar Bron: 6

7 Instroom en uitstroom Jeugdwet (voorzieningen) Instroom voorzieningen Uitstroom voorzieningen Cijfers nog niet bekend Cijfers nog niet bekend Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q

8 Hoe komen jeugdigen in een zorgtraject? (verwijzers) Verwijzer Gecertificeerde instelling Gemeente Huisarts Jeugdarts Medisch specialist Rechter, Raad voor de kinderbescherming Verwijzer Gecertificeerde instelling 6,51% 6,77% Gemeente 17,8% 26,62% Huisarts 67,23% 57,26% Jeugdarts 2,81% 1,24% Medisch specialist 6,36% 7,93% RvK,%,15% 8

9 Waar verwezen zij naar toe? Doorverwijzingen naar zwaardere zorgcategorieën voornamelijk vanuit de gemeente en gecertificeerde instellingen. Vanuit de huisarts betreft het vrijwel uitsluitend ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder. Wel iets opvallends: Grote stijging in hoeveelheid doorverwijzingen naar het Diakonessenhuis vanuit huisartsen en medisch specialisten (216, instroom: 454 en 217, instroom: 69). Daarna (vermoedelijk) alsnog regelmatig verdere doorverwijzing ( Zorgpad ), via verwijzing medisch specialist/jeugdarts. Verwijzer en zorgcategorie Jaartal Verwijzer Totaal Gecertificeerde instelling Dagbehandeling Met verblijf: gesloten plaatsing 3 milieu/verblijf excl. Behandeling/verblijf incl. behandeling Met verblijf: overige residentieel 1 1 Overige 1 1 Stellen van diagnose/ambulante hulp Verblijf excl. Behandeling Verblijf excl. Behandeling/Crisishulp Vervoer Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder/overig residentieel Gemeente Dagbehandeling Met verblijf: gesloten plaatsing 3 milieu/verblijf excl. Behandeling/verblijf incl. behandeling Overige 4 4 Stellen van diagnose/ambulante hulp Verblijf excl. Behandeling Verblijf excl. Behandeling/Crisishulp Vervoer Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder/overig residentieel Zonder verblijf: daghulp op locatie van aanbieder Zonder verblijf: jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige Huisarts Met verblijf: gesloten plaatsing 3 milieu/verblijf excl. Behandeling/verblijf incl. behandeling 2 2 Met verblijf: overige residentieel Stellen van diagnose/ambulante hulp Verblijf excl. Behandeling/Crisishulp 2 2 Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder/overig residentieel Zonder verblijf: curatieve GGZ kindergeneeskunde Zonder verblijf: jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige 3 3 Jeugdarts Stellen van diagnose/ambulante hulp Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder/overig residentieel Medisch specialist Met verblijf: gesloten plaatsing 3 milieu/verblijf excl. Behandeling/verblijf incl. behandeling 2 2 Met verblijf: overige residentieel 7 7 Stellen van diagnose/ambulante hulp Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder/overig residentieel Zonder verblijf: curatieve GGZ kindergeneeskunde Eindtotaal

10 De toegang (CJG) Door de jaren heen is er een stijging te zien in het aantal meldingen bij het CJG. Aantal meldingen 218 is geëxtrapoleerd op basis van gegevens t/m Q Aantal meldingen

11 CJG (herkomst meldingen) 14 Herkomst melding We zien een toename van de mate waarin de huisarts het CJG weet te vinden. Ook de hoeveelheid burgers die aankloppen met zorgen over iemand anders neemt toe. Vanuit scholen is er wel sprake van een toename, maar lijkt de instroom nog wat gering. Over de achterkant van het proces binnen het CJG (output/outcome), is op dit moment geen informatie beschikbaar Burger over andere burger Burger over zichzelf Huisarts Overig Politie Professional School Veilig thuis/save

12 Unieke cliënten Wmo voorziening (immaterieel) 8 Unieke cliënten immateriële Wmo-voorzieningen In 216 hebben 459 personen gebruik gemaakt van Wmo begeleiding tegen 42 in 217. Dit is een lichte afname van zo n 8%. 6 Bij de huishoudelijke hulp zien een toename. In 216 maakte 566 personen hier gebruik van tegen 657 in 217. Een aanzienlijke stijging die, zoals te zien op de volgende sheet vooral te wijten is aan de HH BG HH

13 Ontwikkeling Wmo voorzieningen per categorie Wmo begeleiding Bij de begeleiding zien we een duidelijke toename van het aantal voorzieningen binnen de specialistische begeleiding (23 in 216 en 283 in 217). Dit lijkt vooral ten koste te gaan van de individuele en groepsbegeleiding. Ook bij dagbesteding is een toename waar te nemen. Aangezien het aantal personen dat deelneemt gelijk is gebleven lijkt hier voornamelijk sprake van een verschuiving. Wmo huishoudelijke hulp Binnen de huishoudelijke hulp zien we een stijging tussen 216 en 217, de stijging zit voornamelijk in de HH1. Aantal lopende voorzieningen Totaal Begeleiding Begeleiding groep Begeleiding individueel Begeleiding regulier Begeleiding speciaal Dagactiviteit 3 3 Dagbesteding regulier Dagbesteding speciaal Overig 6 6 Vervoer Huishoudelijke hulp HH HH Eindtotaal

14 MENS De Bilt (herkomst meldingen) Belangenbehartiger client casemanager dementie CJG familie (netwerk) gemeente GGD/Meldpunt Zorg en Overlast GGZ huisarts Niet geregistreerd persoon zelf PGA / TopX politie praktijkondersteuner praktijkverpleegkundige SAVE Team school Veilig Thuis wijkteam Woningbouwvereniging zorgverlener We zien een toename van de mate waarin de zorgverleners en inwoners MENS De Bilt weten te vinden. Ook het aantal meldingen van familieleden die aankloppen met zorgen over iemand anders neemt toe. Vanuit huisartsen en praktijkondersteuners is er wel sprake van een toename, maar lijkt de instroom nog wat gering. 14

15 Ontwikkeling senioren Aandeel senioren In De Bilt wonen relatief veel 6-plussers ten opzichte van de totale bevolking. Op 1 januari 218 was 3% van de bevolking in De Bilt 6 jaar of ouder. In Nederland betrof dit 25% van de totale bevolking. Ontwikkeling Tussen 1 januari 1988 en 1 januari 218 is het aandeel 6- plussers in de totale bevolking in de Bilt met 27% toegenomen. In heel Nederland was deze stijging 48%. Hoewel het aandeel senioren in De Bilt dus hoger ligt, stijgt deze minder snel dan landelijk gemiddeld. Aandeel 6-plussers in totale bevolking De Bilt Nederland 1 januari % 17% 1 januari % 17% 1 januari % 18% 1 januari 2 26% 18% 1 januari 25 25% 19% 1 januari 21 28% 22% 1 januari 217 3% 25% 1 januari 218 3% 25% Bron: Open Data, CBS 15

16 Ontwikkeling bestand Participatiewet In de periode januari 217 tot en met oktober 218 is het totale bijstandsbestand (Pw, IOAW, IOAZ en Bbz) met 1,4% gedaald Ontwikkeling doelgroep Participatiewet Totaal Pw, IOAZ, IOAW en Bbz 16

17 In- en uitstroom Participatiewet Vergelijking in- en uitstroom 217 en 218 jan-okt 217 jan-okt 218 In- en uitstroom Instroom t/m oktober Totaal Pw IOAZ IOAW Bbz Totaal Uitstroom Pw IOAZ 2 2 IOAW Bbz Totaal Instroom Uitstroom 17