Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO"

Transcriptie

1 Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO

2 Inhoud Voorwoord Visie en doelstelling SWV Organisatie SWV Gegevens SWV VO/ VSO Zuidoost-Drenthe Gewone en buitengewone leden van het SWV Inrichting organisatie Medezeggenschap VSO Cluster 1 en SWV in de regio Integrale en regionale ondersteuningsstructuur Inrichting ondersteuningsstructuur Ondersteuning per school Passende plek voor een leerling door indiceren Werkwijze van de PCL+ (Permanente Commissie Leerlingenzorg van het SWV) Basisondersteuning Extra ondersteuning Werkwijze Arrangementen Werken met een ontwikkelingsperspectief Toelaatbaarheidsverklaringen VSO Procedure aanvraag ondersteuningsmiddelen Aanwijzing LWOO en TLV PrO Partnerschap van school en ouder(s)/verzorger(s) Ondersteuningsverklaring Op overeenstemming gericht overleg Samenwerkingspartners Gemeenten Protocol Thuiszitters regio Zuidoost-Drenthe Jeugdzorg (Samenwerkingsverbanden) PO Aanpalende Samenwerkingsverbanden VO Borging van de kwaliteit

3 10.1 Kwaliteit basisondersteuning Communicatie vanuit het SWV Financieel beleid Bijlage 1 Referentiekader Passend Onderwijs Ondersteuningsplan Bijlage 2: De Plaatsingswijzer Bijlage 3: Handelingsgerichte Indicerings Trajectwijzer Bijlage 4: Handleiding PCL Bijlage 5: Dekkend aanbod van de regio Bijlage 6: Ondersteuningsverklaring ouder(s)/verzorger(s) (van een minderjarige leerling) Bijlage 7: Kwaliteitskader Basisondersteuning Bijlage 8: Algemene toelichting & leeswijzer Medezeggenschapstructuur (Reglement OPR) Bijlage 9: Samenstelling OPR.97 Bijlage 10: Protocol Medisch handelen en Medicijnverstrekking in het VO 98 Bijlage 11: Privacyreglement Verwerking Persoonsgegevens. 114 Bijlage 12: Begrippenlijst

4 Voorwoord Nieuwe kansen ziet het Samenwerkingsverband SWV Zuidoost-Drenthe VO bij de invoering van de Wet Passend Onderwijs (wet van 11 oktober 2012, Stb. 533). Op grond van deze wet is het bestaande Samenwerkingsverband VO Zuidoost-Drenthe vernieuwd en uitgebreid met de schoolbesturen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. De verandering in verantwoordelijkheden van het Samenwerkingsverband en de schoolbesturen heeft het SWV benut om de onderwijsinfrastructuur in de regio te verbeteren. Het SWV gelooft in de samenhang van het geheel aan ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen die tezamen het dekkende netwerk in de regio vormen. Dit dekkende netwerk beoogt dat alle leerlingen in de regio dichtbij hun eigen thuis onderwijs volgen. Deze ambitie betekent voor het nieuwe SWV Zuidoost-Drenthe VO dat elke leerling telt en elke leerling de juiste ondersteuning verdient. Het bieden van de juiste ondersteuning aan een leerling met ondersteuningsbehoefte werkt het SWV Zuidoost- Drenthe VO in samenwerking met maatschappelijke partners uit in één plan, voor één gezin, met één regisseur. Bij de uitvoering van het dekkende netwerk en het plan voor elke leerling staat samenwerking tussen VO scholen met gemeenten, ketenpartners, PO, MBO en ouders centraal. Door Passend Onderwijs hebben de scholen een zorgplicht. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze plicht is een aanleiding voor het SWV Zuidoost-Drenthe VO om het handelingsgericht werken van docenten in de gehele regio te versterken. Een uitdaging die van belang is voor het slagen van Passend Onderwijs op de reguliere scholen. Het versterken van het handelingsgericht werken zal vorm krijgen door individuele en groepsscholing. Het zal worden betaald vanuit het budget van het SWV en het budget van de aangesloten besturen. Hoe is het Ondersteuningsplan tot stand gekomen? De invoering van Passend Onderwijs omvat de juridische oprichting van het nieuwe SWV, de inhoudelijke uitwerking van de visie en ondersteuning in de regio en de financiële systematiek. In de drie werkgroepen Governance, Inhoud en Financiën zijn deze drie onderdelen uitgewerkt. Bestuurlijk construct: Met ingang van 08 januari 2014 is het SWV Zuidoost- Drenthe VO officieel opgericht. Vanaf eind 2012 is als bestuur i.o. samengewerkt aan de voorbereiding hierop; Inhoud: Vanuit de gezamenlijke visie is een standaard voor de basisondersteuning en extra ondersteuning in VO en VSO vastgesteld, Ondersteuningsplannen en -profielen per school vastgesteld en er is een nieuwe vorm van indiceren en arrangeren van de zorgbehoefte ontwikkeld; Financieel: er is een systematiek ontwikkeld voor het faciliteren van een sterke basis op school, voor extra en speciale ondersteuning. De systematiek houdt in dat 70% van de RZB-gelden worden verdeeld over de scholen. De bedrijfsvoering wordt hierop ingericht. Op 1 augustus 2014 starten we onze nieuwe werkwijze. Dit vraagt veel van alle betrokkenen met in het bijzonder van de scholen en de docenten. Gaandeweg zal de nieuwe werkwijze bijstelling vereisen; dit wordt vastgelegd in het Ondersteuningsplan. In dit Ondersteuningsplan wordt de koers van SWV Zuidoost-Drenthe VO beschreven. De nieuwe wet is hierbij het referentiekader (zie bijlage 1). Vanaf 1 augustus 2014 werken we met een vierjarig Ondersteuningsplan en een meerjarenbegroting. Dit plan is op besproken in een op overeenstemming gericht overleg (OOGO, zie hoofdstuk 9 ) met de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn, de gemeente Coevorden, de gemeente Vlagtwedde en de gemeente Emmen en heeft op instemming gekregen van de Ondersteuningsplanraad 3

5 van ons SWV. Er heeft afstemming plaats gevonden met de Samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs. Het plan is voor een jaar vastgesteld en wordt in 2015 geactualiseerd. Ondertekening door voorzitter SWV 4

6 1. Visie en doelstelling SWV De vormgeving van het Samenwerkingsverband is gebaseerd op de gezamenlijke visie van de schoolbesturen. De visie betekent dat elke leerling op de juiste plek komt op basis van de ondersteuningsbehoefte. Het SWV heeft de volgende doelstelling uitgewerkt om de visie zoveel als mogelijk te benaderen: Visie SWV VO/ VSO Zuidoost-Drenthe Een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen waarbij voor leerlingen met ondersteuningsbehoefte op maat zo thuisnabij mogelijk onderwijsarrangementen georganiseerd worden gebaseerd op de methodiek van het handelingsgericht werken. Het SWV creëert een integrale en regionale ondersteuningsstructuur die borgt dat: alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben Passend Onderwijs krijgen; er een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen is binnen en tussen de scholen (met een verbinding naar buiten); zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces door maken. Enerzijds is het ondersteuningspalet van de regio met de beschrijving van de ondersteuningsprofielen leidend voor de structuur. Anderzijds is het inzetten van menskracht en middelen van het SWV richtinggevend. Handelingsgericht Werken (HGW) In de visie is expliciet uitgesproken dat de methodiek van het handelingsgericht werken het uitgangspunt is. De methodiek is door Noëlle Pameijer en Tanja van de Beukering geïntroduceerd. Het HGW is een integrale aanpak bestaande uit zes uitgangspunten. Verschillende uitgangspunten zijn gemeengoed voor scholen, maar het gaat om de volledige toepassing van de zes uitgangspunten en de verbinding ertussen. Het HGW kan door elke school op eigen wijze worden vormgegeven. Centraal staat de driehoek: leerling-ouders-school. De uitgangspunten van het handelingsgericht werken zijn: De werkwijze is systematisch en transparant Consistente en transparante begeleiding door planmatig handelen volgens de vier logische stappen in de cyclus HGW (zie figuur 1). Deze aanpak resulteert in duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer. Realiseren Groepsplan uitvoeren Signaleren Behoefte aan extra begeleiding Plannen Leerlingen clusteren op behoefte en groepsplan opstellen Analyseren Het benoemen van onderwijsbehoefte Figuur 1. Cyclus Handelingsgericht Werken 5

7 Onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal: wat heeft de leerling nodig? HGW start met het signaleren van extra onderwijsbehoefte en het bepalen van deze onderwijsbehoefte en ontwikkelingsmogelijkheden qua leren, gedrag en werkhouding van de leerling. De aanpak wordt hierop afgestemd. De werkwijze is doelgericht De aanpak wordt uitgewerkt door leerkrachten in samenspraak met leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) in haalbare en toetsbare doelen ten aanzien van leren, werkhouding en sociaal en emotioneel functioneren. Na een afgesproken periode evalueert men de bereikte resultaten. Betrokkenen werken constructief samen, afstemming en wisselwerking Tijdens het gehele traject samenwerken met alle direct betrokkenen is belangrijk, zoals de groep, de docent, de school en de ouder(s)/verzorger(s). De omgeving moet goed afgestemd zijn op wat het kind nodig heeft. Een sterke betrokkenheid van de ouder(s)/verzorger(s) bij het onderwijs is wenselijk en het loont als de school daar steeds in investeert.. Mentoren en docenten maken het verschil De docenten en mentoren zijn de onderwijsprofessionals die het onderwijs afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen en zo het onderwijs passend maken. Positieve aspecten zijn van groot belang Dit gaat niet alleen om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouder(s)/verzorger(s). Als een leerkracht een negatief beeld heeft van de leerling, dan ziet hij vaak alleen nog maar het negatieve gedrag. Het is belangrijk dat de leerkracht dan zoekt naar positief gedrag, dan zijn er meer mogelijkheden om het probleem op te lossen. 6

8 2. Organisatie SWV 2.1 Gegevens SWV VO/VSO Zuidoost-Drenthe Naam SWV Administratief nummer Directeur Adres SWV VO/VSO Zuidoost-Drenthe VO Emmen e.o. De heer E. (Erik) Van de Waeter Angelsloërdijk 13a 7822 HK EMMEN Telefoon Het Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe heeft de rechtsvorm van een coöperatie en is opgericht op 08 januari De officiële naam van het Samenwerkingsverband luidt Coöperatie VO U.A.. De werknaam waarmee de coöperatie in het maatschappelijk verkeer optreedt, is SWV Zuidoost-Drenthe VO Het SWV bestrijkt de regio Zuidoost-Drenthe, waaronder de gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden, Vlagtwedde en Emmen, zoals weergegeven in de figuur. Figuur 2 Regio zuidoost Drenthe 2.2 Gewone en buitengewone leden van het SWV Gewone leden van het SWV: VO Stichting Esdal College, Scholengemeenschap voor Openbaar Voortgezet Onderwijs in Emmen en omstreken; Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Vlagtwedde; Stichting Agrarisch Opleidingscentrum Terra; Stichting Carmelcollege; Stichting Hondsrug College; Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg en omstreken; Stichting Praktijkonderwijs Emmen e.o.; 7

9 Gewone leden van het SWV: VSO Stichting Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland 4 voor leerlingen met ernstige gedrags- en/of psychiatrische stoornissen; College van burgemeester en wethouders van Emmen in de kwaliteit van bevoegd gezag van de Thriantaschool, afdeling Voortgezet Speciaal Onderwijs; Buitengewone leden van het SWV: VSO Stichting Orthopedagogisch Centrum de Ambelt; Stichting Het Poortje Jeugdinrichtingen. 2.3 Inrichting organisatie De coöperatie heeft een bestuur van drie leden en een algemene vergadering die een toezichthoudende rol vervult. Alle schoolbesturen met vestigingen in de regio zijn stemhebbende leden in de algemene vergadering. Daarnaast kunnen VSO-instellingen van buiten de regio deelnemen (zonder stemrecht) in de coöperatie. Twee instellingen van buiten de regio, de Ambelt uit Zwolle en het Poortje uit Groningen hebben voor het buitengewoon lidmaatschap geopteerd. In de statuten zijn de bestuurlijke en toezichthoudende verhoudingen verder uitgewerkt. Naast de bestuurlijke organen beschikt de coöperatie over een werkorganisatie die onder leiding staat van een directeur (zie figuur 1). De werkorganisatie bestaat uit twee onderdelen: het eerste onderdeel is belast met de voorbereiding en uitvoering van de wettelijke taken van het Samenwerkingsverband. Het tweede onderdeel van de werkorganisatie is qua personele omvang het grootst en omvat een lesplaats, een Tussenvoorziening en een Expertisecentrum. In het tweede onderdeel zijn school overstijgende ondersteuningsvoorzieningen ten behoeve van de scholen van het SWV georganiseerd. De bevoegdheden van de directeur zijn geregeld in het managementstatuut. 8

10 Verantwoording afleggen betrekken bij beleid Coöperatie VO Algemene vergadering 9 stemhebbende leden Bestuur 3 leden lidmaatschap benoemen toezicht houden Schoolbesturen in de regio SWV Zuidoost- Drenthe VO bevoegde gezagen en 2 opting-inners benoemen aansturen Externe bezwaren en geschillencom -missies PCL+ Proces van (advisering over) indicatiestelling en afhandeling bezwaren W e r k o r g a n i s a t i e SWV-onderdeel Wettelijke taken m.b.t. het SWV (beleidsvoorbereiding, evaluatie, geldstromen, Ondersteuningsplan Directeur OPDC-onderdeel Onderwijslocatie Tussenvoorziening Expertisecentrum leerlingen + LWOO vergoeding leerlingen (tijdelijk) diensten tegen vergoeding Colleges van B&W gemeenten SWV s VO SWV s PO Beleidsbepaling m.b.t. ondersteuningsvoorz. + middelenverdeling Ondersteuningsplan Beleidsvoorbereiding beleidsuitvoering afstemming instemming Ondersteuningsplanraa School ondersteuningsprofielen advies School MR-en Figuur 3. Organisatieschema 9

11 2.4 Medezeggenschap Het SWV heeft zowel een Ondersteuningsplanraad als een Medezeggenschapsraad. De Ondersteuningsplanraad heeft als taak het goedkeuren van het Ondersteuningsplan. De Medezeggenschapsraad vertegenwoordigt het personeel dat in dienst is van de coöperatie. De Medezeggenschap is geregeld in het Medezeggenschapsstatuut van de coöperatie in een reglement voor de Ondersteuningsplanraad en een reglement voor de Medezeggenschapsraad. De leden van de Ondersteuningsplanraad worden gekozen door de Medezeggenschapsraden van de scholen. De Medezeggenschapsraad van de coöperatie levert een waarnemer. 2.5 VSO Cluster 1 en 2 VSO Cluster 1 (blinden en slechtzienden) en VSO Cluster 2 (leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking) vallen niet onder de directe verantwoordelijkheid van het SWV. De bekostiging voor de leerlingen Cluster 1 en 2 loopt via de landelijke organisaties van Cluster 1 en 2. Voor Cluster 2 is dat Kentalis. Op aanvraag kan Kentalis een vergoeding aan een reguliere VO-school verstrekken als een leerling met een Cluster 2 beperking onderwijs volgt bij een reguliere school. Deze vergoeding valt buiten de verantwoordelijkheid van het SWV. De betreffende school en de (ouder(s)/verzorger(s) van de) desbetreffende leerling kunnen het aanvragen bij Kentalis. Met Kentalis zijn contacten opgebouwd om te onderzoeken of er vanaf het schooljaar leerlingen vanuit de De Dr. J. de Graafschool in Groningen kunnen worden overgeplaatst naar de regio Zuidoost-Drenthe om hier onderwijs en begeleiding te genieten. 10

12 3. SWV in de regio De regio in beeld De gegevens in dit hoofdstuk zijn bepalend voor de toekomstige doelstellingen van het SWV. Om de juiste keuzes te maken is een inventarisatie van de leerlingenstromen in de regio gemaakt. In bijgevoegde tabellen is het overzicht van de regio terug te vinden. Deze tabellen geven inzicht in: Deelname aan VSO, PrO, LWOO, VMBO, Havo en VWO en percentages in relatie tot het landelijk gemiddelde; Leerlingen die staan ingeschreven op vso Cluster 1 en 2 en leerlingen Cluster 1 en 2 die staan ingeschreven op scholen van het Samenwerkingsverband; Aantallen rugzakken, regionaal en per school ter ondersteuning van het schoolprofiel; Overzicht van leerlingenstromen. Conclusies Het aantal LWOO en Pro leerlingen is hoger dan het landelijk gemiddelde. Het aantal LWOO leerlingen daalt iets richting het landelijk gemiddelde, terwijl de afwijking bij de PrO leerlingen gelijk blijft (stijgt nog in de regio); Het aantal leerlingen in VSO lesplaatsen is beduidend lager dan het landelijk gemiddelde, maar stijgt wel in de regio; Het aantal leerlingen met een rugzakondersteuning is iets hoger dan het landelijk gemiddelde. Alle gegevens zijn gebaseerd op de cijfers van peildatum 1-10 van het betreffende jaar. Tabel 1. Leerlingen per schoolsoort van het regulier onderwijs in de regio (Bron: LWOO PrO Overig VO Totaal VO Tabel 2. Leerlingen in het speciaal onderwijs per categorie in de regio (Bron: VSO cat 1 VSO cat 2 VSO cat 3 VSO totaal Tabel 3. Aantal rugzakken binnen Cluster 3 en 4 (Bron: Cluster 4 Cluster 3 Totaal LG MG LZ ZMLK Rugzakken Tabel 4. Percentage LWOO en PrO ten opzichte van het landelijke beeld (Bron: LWOO PrO VO22.02 Landelijk VO22.02 Landelijk ,3% 10,1% 3,2% 2,8% ,1% 10,4% 3,1% 2,8% ,5% 10,7% 3,2% 2,9% 11

13 Tabel 5. Percentage VSO en Rugzakken ten opzichte van het het landelijke beeld (Bron: VSO cat 1 VSO cat 2 VSO cat 3 VSO totaal Rugzakken VO22.02 Landelijk VO22.02 Landelijk VO22.02 Landelijk VO22.02 Landelijk VO22.02 Landelijk ,3% 2,9% 0,1% 0,1% 0,2% 0,3% 2,6% 3,3% 1,6% 1,6% ,2% 3,0% 0,1% 0,1% 0,2% 0,3% 2,5% 3,4% 2,0% 1,8% ,2% 3,1% 0,1% 0,1% 0,2% 0,3% 2,5% 3,5% 2,1% 2,1% Tabel 6. Aantal rugzakken in het VO en in LWOO en PrO (Bron: Cluster 4 Cluster 3 Totaal LG MG LZ ZMLK Rugzakken In overige VO In LWOO en PrO Tabel 7. Aantal Rugzakken per school (Bron: BRIN Naam Totaal aantal lln Rugzakken % Rugzakken 00SU00 Opb. School v. ZMLK Emmen % 00ZF01 De Atlas % 00PF00 Carmelcollege Emmen ,1% 01NF10 Terra ,7% 12IR00 SGM de Nieuwe Veste ,0% Van Heeckerenlaan 12IR00 Sgm de Nieuwe Veste - PrO % 16IH00 RSG Ter Apel ,4% 16HI02 RSG Ter Apel % 16VP00 Hondsrug College ,5% 20LA00 Opb SGM Esdal College ,7% 20LA02 Opb SGM Esdal College ,1% 20LA03 Opb SGM Esdal College ,4% 20LA05 Opb SGM Esdal College % 20LA06 Opb SGM Esdal College ,6% 20LA07 Opb SGM Esdal College ,3% 20LA15 Opb SGM Esdal College % 26HX00 Praktijkschool Emmen % 12

14 VSO cluster 4 VSO cluster 3 Vmbo-Mbo 2 (3-6) Vwo (4-6) Havo (4,5) Havo/Vwo (3) Vmbo GL/TL (3,4) Vmbo BB/KB (3,4) PRO (1-6) Brugklas Figuur 8. Aantal leerlingen per schoolsoort (Bron: DUO) 13

15 Figuur 9. Aantal VMBO leerlingen met en zonder LWOO indicatie (Bron: DUO) Figuur 10. Verhouding omvang schoolsoorten t.o.v. landelijke verhouding (Bron: DUO) 14

16 4. Integrale en regionale ondersteuningsstructuur 4.1 Inrichting ondersteuningsstructuur Het SWV heeft als doelstelling om een integrale en regionale ondersteuningsstructuur in te richten. Naar aanleiding van deze doelstelling heeft het SWV op 17 januari 2013 een aantal uitgangspunten bij de inrichting geformuleerd, namelijk: We willen Passend Onderwijs beleidsrijk invullen; Leerlingen volgen zo thuis nabij mogelijk onderwijs; We organiseren daarom een zo dekkend mogelijke onderwijsinfrastructuur; We zijn voorstander van en werken mee aan: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur; We gaan voor preventie, namelijk het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten; We willen werk maken van samenwerking met gemeenten & ketenpartners; PO, MBO & ouder(s)/verzorger(s); We willen verder werk maken van de onderlinge samenwerking (VO-scholen); Ambitie op basisondersteuning VO-scholen (incl. monitoring door auditteam om de kwaliteit te bewaken); Binnen het SWV volgt geld ondersteuning; We hebben een OPDC. De inrichting op basis van de uitgangspunten heeft geleid tot de volgende ondersteuningsstructuur: Plaatsing op VSO Uitvoering: VSO Verantwoordelijk: VO/VSO : SWV Plaatsing op OPDC Uitvoering: OPDC Verantwoordelijk: VO/VSO : SWV Extra ondersteuning op eigen school Uitvoering: VO, VSO, ketenpartners Verantwoordelijk: VO : SWV Basisondersteuning op eigen school Uitvoering: VO Verantwoordelijk: VO : VO Figuur 11. Inrichting integrale en regionale ondersteuningsstructuur 15

17 Basisondersteuning op de eigen school Alle VO/VSO scholen in het SWV bieden basisondersteuning en extra ondersteuning aan: Basisondersteuning bestaat uit alle onderwijsarrangementen (ondersteuning) die binnen een reguliere VO-school wordt geboden voor leerlingen zonder Toelaatbaarheidsverklaring (verder te noemen TLV). De basisondersteuning geldt ook als minimum voor VSO-scholen binnen het SWV. Uitgangspunt van de basisondersteuning is dat het een positief pedagogisch basisklimaat betreft. Extra ondersteuning op de eigen school Extra ondersteuning zijn alle onderwijsarrangementen (ondersteuning) die binnen het SWV worden geboden voor leerlingen met een TLV (Toelaatbaarheidsverklaring) (Cluster 3 en 4 en ook leerlingen met een Aanwijzing LWOO/ TLV Pro). In het SWV gaan we geleidelijk de omslag maken van de huidige indicering naar de Arrangementen lichte en zware ondersteuning. Als plaatsing op de reguliere school (tijdelijk) geen optie is, dan is tijdelijke plaatsing op de lesplaats of de Tussenvoorziening van het OPDC, dan wel (zoveel mogelijk tijdelijke) plaatsing in het Speciaal Onderwijs (afhankelijk van de aard van de problematiek) aan de orde. Wanneer mogelijk wordt terugplaatsing naar het regulier onderwijs gerealiseerd. 1 Toelating tot een speciale voorziening buiten de eigen SWV-regio is in principe alleen aan de orde als dit gelet op de problematiek of gelet op de reisafstand noodzakelijk is. Met het oog op de lange termijn samenwerking gaan het SWV en de gemeenten met elkaar in gesprek om te kijken hoe indicering en Arrangementen vanuit het onderwijs zich verhouden tot toeleiding en toegang tot sociale ondersteuning, gefinancierd door gemeenten. Plaatsing op OPDC Het OPDC is een bovenschoolse tussenvoorziening binnen het SWV. De leerlingen staan ingeschreven op één van de scholen van het SWV en volgen maximaal twee leerjaren VMBO met LWOO op het OPDC. Het OPDC is een kleinschalige schakelvoorziening waarbij de individuele ontwikkelingslijnen van de leerlingen zo goed mogelijk worden hersteld door een interdisciplinair team. De leerlingen worden aangemeld door de reguliere VO-scholen op basis van een besluit van de PCL+. Het OPDC bestaat uit de volgende drie onderdelen: een Onderwijslocatie, Expertisecentrum en Tussenvoorziening. Zie voor meer informatie het ondersteuningsprofiel van het OPDC. Voor elke leerling die (tijdelijk) buiten de reguliere school geplaatst wordt, geldt een uitplaatsingsprotocol. Dit protocol regelt de standaardafspraken die gelden bij de tijdelijke uitplaatsing (maximaal 2 jaar) van leerlingen op het OPDC (in brede zin: Onderwijslocatie en Tussenvoorziening met een plaatsing voor korte ( 3 maanden) en lange termijn (6 maanden)). Bij elke uitplaatsing wordt dit protocol en eventuele maatwerkafspraken ondertekend door: a) de uitplaatsende school; b) het OPDC; c) de ouder(s)/verzorger(s) en/of de leerling. In het uitplaatsingsprotocol worden afspraken vastgelegd over: het Arrangement en de kosten daarvan; de verplichtingen van de uitplaatsende school; de verplichtingen van het OPDC; eventuele mandaten uitplaatsende school OPDC; 1 De toelatings- en terugplaatsingsprocedure is beschreven in het handleiding PCL+- en uitplaatsingsprotocol OPDC. 16

18 de verplichtingen van de ouder(s)/verzorger(s) en de leerling; informatie-uitwisseling; doelen en evaluatiemomenten; bezwarenprocedure ouder(s)/verzorger(s). Plaatsing op VSO De PCL + adviseert de directeur SWV in het toekennen of weigeren van de Toelaatbaarheidsverklaring (TLV). De directeur geeft de Toelaatbaarheidsverklaring af voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs. Ondersteuningsmiddel hiervoor is de H.I.T. vragenlijst. In deze TLV staat: het besluit van de directeur SWV ( op advies van de PCL+); de route naar de TLV ( po-vo, so-vso en tijdens het vo); de duur van de verklaring; procedure van beroep en bezwaar. Daarnaast wordt de beëindiging van de duur of inhoudelijke noodzaak van de Toelaatbaarheidsverklaring en procedure verlenging aangegeven. 4.2 Ondersteuning per school Elke VO- en VSO-school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Het profiel geeft aan welke basiszorg een school biedt en welke gespecialiseerde zorg zij eventueel met hulp van derden kan bieden en waar de grenzen van de zorg liggen. De PCL+ zal adviseren welke scholen het beste de zorg kunnen bieden die de leerling nodig heeft en de school van inschrijving zorgt voor een passende school. Voor alle scholen binnen het SWV zijn deze profielen opgesteld in samenwerking met adviesbureau KPC. Deze profielen zijn gebundeld in een matrix waarin de basis, breedte en dieptezorg van het SWV is beschreven. Deze matrix is vastgesteld in december 2012 als nulmeting en geeft het totale overzicht van het dekkend aanbod in de regio. Ambities en doelstellingen vanuit deze nulmeting: opwaarderen van de basisondersteuning in de scholen en creëren van een positief pedagogisch basisklimaat op scholen; leren van elkaars expertise t.a.v. opbrengstgericht, handelingsgericht werken in de klas. Op basis van de geïnventariseerde ondersteuningsvragen zal voor mei 2015 een gemeenschappelijke studiedag worden georganiseerd; meer gelijksoortige werkwijze binnen de interne ondersteuningsstructuur waardoor de stroomlijning verbetert; bewaken van de kwaliteit van de basisondersteuning op de scholen o.a. op basis van monitoring door een auditteam. De inhoud van alle ondersteuningsprofielen is schematisch weergegeven in Bijlage 5 Dekkend aanbod in de regio. Voor de scholen is het eigen schoolondersteuningsprofiel een uitgangspunt voor het op leerlingenniveau afspreken van een ontwikkelperspectief met de ouder(s)/verzorger(s). Kan de school aan een leerling op basis van het ondersteuningsprofiel geen adequate ondersteuning bieden, dan gaat de school op zoek naar een andere school die de gevraagde ondersteuning wel kan bieden. Het SWV is voornemens om de schoolondersteuningsprofielen en ontwikkelperspectief goed te laten aansluiten op ondersteuningsarrangementen m.b.t. het gezin. 17

19 Het SWV is initiator van de profielen. Door middel van de profielen stuurt het SWV op het dekkende ondersteuningsaanbod in de regio en de ontwikkeling van het aanbod. Zij signaleert sterktes en zwaktes in het aanbod en stelt middelen beschikbaar voor professionalisering. Daarnaast zorgt het SWV voor verantwoording. Op basis van het Ondersteuningsplan stelt elke school minstens één keer per vier jaren een schoolondersteuningsprofiel vast. De vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel per school valt onder het adviesrecht van de school-mr (artikel 11 onder r van de WMS). 4.3 Passende plek voor een leerling door indiceren In figuur 12 staan de stappen van indiceren op een rij die bepalend zijn voor de overgang tussen het basisonderwijs en het Voortgezet Onderwijs. Twee instrumenten worden daarbij standaard ingevuld: De digitale plaatsingswijzer (model Friesland): bepaalt het (didactisch) ontwikkelingsperspectief (zie bijlage 2); De Handelingsgerichte Indicering Trajectwijzer (H.I.T. vragenlijst ) om de juiste ondersteuning te bepalen (zie bijlage 3). Basisonderwijs 1. Gesprek tussen basisschool, ouder(s)/verzorger(s) en kind begin groep 8 over ontwikkelingsperspectief en onderwijsbehoefte 2. Aanmelding bij PCL+ in november 3. Opbouw onderwijskundig rapport door invullen Handelingsgerichte Indicerings Trajectwijzer en digitale plaatsingswijzer 4. PCL+ verwijst leerlingen door en adviseert welk Arrangement passend is Voortgezet onderwijs Figuur 12. De stappen van arrangeren tijdens overgang van een leerling van basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs Door deze manier van werken stromen de meeste leerlingen regulier door naar het VO via de toelatingscommissies. 2 Bovendien komt een groep leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte ruim op tijd in beeld. Deze leerlingen kregen voorheen vaak een rugzakje toegewezen. Door bij de overstap van PO naar VO deze beide documenten in te zetten als onderwijskundig rapport zijn we binnen het SWV in staat om de leerlingen een passende plek toe te delen met (indien nodig) de juiste ondersteuning. Deze ondersteuning zal steeds gericht zijn op de hulpvraag van de leerlingen en wel voor die periode dat dit nodig is. 2 Stroomschema is als bijlage toegevoegd in de handleiding PCL+. 18

20 Bij de overgang zijn de basisschool, de PCL+, de nieuwe VO-school, de ouder(s)/verzorger(s), het kind en mogelijk nog een aantal instanties betrokken. Al deze betrokkenen hebben behoefte aan systematische dossieropbouw en een zorgvuldig gebruik van gegevens. Het dossier dient te bestaan uit informatie uit het leerlingvolgsysteem en uit het onderwijskundig rapport. Digitale overdraagbaarheid is een centrale voorwaarde tijdens de gehele schoolloopbaan van de leerlingen. In dit kader zullen het Handelingsgerichte Indiceringsinstrument en de plaatsingswijzer digitaal beschikbaar gemaakt worden. In een convenant tussen PO en VO wordt vastgelegd wat het belang van systematische dossieropbouw is. Er wordt gestreefd naar een open en uniforme werkwijze in de aanlevering van gegevens (vaardigheden, niveau, leervorderingen en sociaal emotionele ontwikkeling) en digitalisering is daarbij een voorwaarde. 4.4 Werkwijze van de PCL+ (Permanente Commissie Leerlingenzorg van het SWV) De PCL+, ofwel de commissie van advies, is als toelatingscommissie de schakel tussen leerlingen en een passende plek in het voortgezet onderwijs. De PCL heeft in het verleden goed gefunctioneerd, gezien de jarenlange hoge score wat betreft het aanleveren van adviezen richting de RVC (regionale verwijzingscommissie die de indicaties voor LWOO en PrO afgeeft). Het SWV continueert de PCL, aangevuld met een vertegenwoordiger vanuit CJG en Cluster 3, binnen de vernieuwde ondersteuningsstructuur met een aangepaste werkwijze. Deze werkwijze is gebaseerd op vereenvoudiging, kortere lijnen, minder testen, onderscheid tussen basis- en extra ondersteuning, samenwerking tussen PO, VO en MBO en afstemming met gemeenten en zorgpartners. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de PCL+ bijlage 4. Instrumenten In dit kader zijn de Handelingsgerichte Indicerings Trajectwijzer (H.I.T.) en de digitale plaatsingswijzer opgesteld. Met behulp van de H.I.T. wil het SWV de gepaste ondersteuning en Arrangementen aan de leerlingen in de regio gaan toewijzen. De plaatsingswijzer bepaalt het (didactische) ontwikkelingsperspectief van de leerling en met behulp van de H.I.T. zullen die leerlingen gefilterd worden die lichte dan wel extra ondersteuning nodig hebben. Ook gedurende de onderwijsloopbaan van de leerling kan deze lijst gebruikt worden om tussentijdse ondersteuning toe te wijzen. Op deze wijze kan de PCL + de leerling die ondersteuning toewijzen die nodig is. De H.I.T. zal ook gebruikt worden om de Arrangementen voor de zij-instromers (leerlingen die tussentijds ondersteuning nodig hebben) te bepalen. De zorgcoördinatoren zullen de toets moeten doen met de H.I.T. lijst en leggen vervolgens de hulpvraag voor aan de PCL+. De H.I.T. is een nieuw opgestelde vragenlijst. Een groep specialisten in de PCL+ zal de huidige aanmeldingen toetsen aan de vragenlijst. Zo zal werkenderwijs de vragenlijst doorontwikkeld worden tot een ondersteuningsmiddel voor het SWV. Een evaluatiemoment met vertegenwoordigers van het PO en VO zal het verdere gebruik van de H.I.T. bepalen. De doelstelling van deze lijst is om samen met de digitale plaatsingswijzer in de overdracht van PO naar VO het onderwijskundig rapport te vervangen. Doorverwijzingscriteria De criteria voor doorverwijzing naar het LWOO, PrO en de criteria onderwijsbelemmering voor het clusteronderwijs worden gehandhaafd, zoals de PCL+ deze eerder hanteerde. De praktijk wijst uit dat deze criteria betrouwbaar zijn. Aan de hand van het onderwijskundig rapport/h.i.t. adviseert de PCL+ per leerling een Arrangement gekoppeld aan de onderwijsbehoefte en het ontwikkelingsperspectief. De Arrangementen bestrijken maximaal 2 jaar met een jaarlijkse tussenevaluatie. Het vervolgtraject wordt jaarlijks besproken in de PCL+. Het doorstromen van leerlingen is een vast bespreekpunt. 19

21 Voor alle extra ondersteuning en plaatsing in tussenvoorzieningen heeft het SWV een resultaatgerichte afspraak gekoppeld aan de kengetallen van afgelopen jaren in relatie tot de krimpcijfers. Jaarlijks dient een terugloop van 2% per tussenvoorziening/clusterschool gedurende 5 jaar te worden behaald om dan op een evenwichtig niveau te zijn beland. Facilitering PCL+ De PCL+ wordt integraal gefinancierd door het regionaal zorgbudget (RZB) uit het onderwijs, aangevuld met de jeugdzorggelden en afgestemd in het Ondersteuningsplan. De vraag ter ondersteuning vanuit de gemeenten voor de deelname van een generalist uit het CJG is voorgelegd in het OOGO. De gemeenten ondersteunen (verhoudingsgewijs) de facilitering van een generalist uit het CJG in dit objectiverend orgaan. Vanuit dit orgaan worden adviezen gegeven over (extra) ondersteuning en middelen gericht op het ontwikkelingsperspectief. Taken van de PCL+ De PCL+ wijst leerlingen een ondersteuningsarrangement toe op basis van de criteria voor LWOO, PrO en de criteria onderwijsbelemmering voor het clusteronderwijs; DE PCL+ verwijst (op verzoek) leerlingen naar een andere vorm van onderwijs/tussenvoorziening; De PCL+ commissie geeft een advies over de plaatsing van leerlingen; DE PCL+ beoordeelt de plaatsbaarheid van een leerling voor het V(S)O; De PCL+ geeft handelingsadviezen mee op basis waarvan het handelingsplan samen met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) opgesteld wordt. De mogelijkheden, maar ook de ondersteuning- en begeleidingsvraag van de leerling, staan hierbij centraal; Op aanvraag van scholen onderzoeken (laten) uitvoeren op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. De onderzoeksgegevens kunnen worden gebruikt voor een handelingsplan voor de leerling; Op verzoek advies uitbrengen over de inrichting van de bovenschoolse ondersteuning en voorzieningen; Het monitoren van de trajecten van leerlingen en koppelen aan de audits. 3 Samenstelling van de PCL+ commissie Het SWV beoogt een kleine PCL+ te vormen waarbij op afroep externe medewerkers voor uitleg of overleg uitgenodigd kunnen worden. De PCL+ wordt aangestuurd door een onafhankelijk voorzitter om de objectiviteit te bewaken. In de PCL+ wordt de verbinding met jeugdzorg gemaakt door de vertegenwoordiger van het CJG, uiteraard gekoppeld aan de hulpvraag. Een aandachtspunt van de PCL+ is dat er voldoende kennis vanuit alle expertise aanwezig dient te zijn. Om deze reden start de PCL+ met een specialist uit elke Cluster. In deze samenstelling leert men van elkaar en wordt de bemensing na overdracht van expertise uitgedund. Als de PCL+ na de proefperiode tot een vaste groep is ontwikkeld, wordt de deelname aan de PCL+ drie jaar gecontinueerd om de kennis te borgen en door te geven. Jaarlijkse evaluatie van de samenstelling vindt plaats. De gewenste samenstelling bij aanvang van PCL+ is: Een onafhankelijk voorzitter (mogelijk uit aangrenzend SWV); Een vertegenwoordiging vanuit het VO, twee deelnemers, waarbij de huidig gebruikte roulatiesystematiek tussen scholen gehanteerd wordt; Een vertegenwoordiger uit het Expertisecentrum Een vertegenwoordiger uit het PrO Een vertegenwoordiger uit het Cluster 3; Een vertegenwoordiger uit het Cluster 4; Een vertegenwoordiger uit het PO; 3 De werkwijze wordt uitgewerkt en beschreven. 20

22 Een generalist. Daar waar dit nodig is voor de onderbouwing van uitspraken aangaande plaatsingen van leerlingen zal er op afroep een deskundige worden uitgenodigd. Plaats van aanmelding van de leerlingen De vraag naar passende ondersteuning wordt zoveel mogelijk door de school en (eventuele) ketenpartners opgepakt. Als er multidisciplinair overleg nodig is, dan kan hier een advies aan de PCL+ gevraagd worden. De actueel ingevulde H.I.T. lijst dient als basis in het multidisciplinaire overleg. Het aanvragen van multidisciplinair overleg kan nodig zijn tijdens het uitvoeren van de ondersteuningsroute, wanneer het team advies wenst of speciale ondersteuning voor de leerling wil aanvragen. Dit gebeurt als de stappen uit de ondersteuningsroute zijn gezet en het team advies nodig heeft of als inzet van speciale ondersteuning nodig is. De PCL+ toetst de aanvraag voor speciale ondersteuning of de toelaatbaarheid tot een VSO-school en geeft een advies af. 4 Dossiervorming geschiedt volgens de standaardregels. 4 Fysiek aanmeldpunt wordt opgenomen in de stroomschema s en toelatingscriteria, zie handleiding PCL+. 21

23 5. Basisondersteuning Goed onderwijs blijft de kern. Dit willen we verder optimaliseren door de kwaliteit van de basisondersteuning op alle scholen van het SWV naar een hoger niveau te tillen. Het SWV heeft het minimale niveau van basisondersteuning voor alle VO- en VSO-scholen binnen het SWV bepaald. Alle leerlingen binnen het SWV kunnen gebruik maken van de basisondersteuning op de scholen. De school c.q. het bevoegd gezag is uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitwerking, de uitvoering en het bewaken van de kwaliteit van de basisondersteuning. Onderstaande uitwerking is een vaststelling (bestuurlijke miniconferentie juni 2013) van wat minimaal verwacht mag worden van elke school aan basisondersteuning op de vier domeinen zoals vastgesteld in het referentiekader: A. preventief handelen en preventieve licht curatieve interventies; B. ondersteuningsstructuur van de school; C. planmatig werken; D. basiskwaliteit van de school en de leraar. Met school wordt bedoeld de school van inschrijving. A. Preventief handelen en preventieve licht curatieve interventies: De school draagt zorg voor doorgaande leer- en ondersteuningslijnen van primair naar Voortgezet Onderwijs; De school draagt zorg voor doorgaande leer- en ondersteuningslijnen naar het vervolgonderwijs; De school beschikt over voldoende gegevens van de leerling om een doorgaande leerlijn te kunnen garanderen; De school biedt onderwijsprogramma s en leerlijnen op maat voor leerlingen; Er is een veilig schoolklimaat, zowel voor leerlingen als medewerkers; De school beschikt over specifieke onderwijsprogramma s en leerlijnen voor leerlingen met een meer of minder gemiddelde intelligentie; Op de school is diagnostische expertise aanwezig, die eventueel is georganiseerd in samenwerking met ketenpartners; Het schoolgebouw is fysiek toegankelijk voor alle leerlingen en de inrichting en het gebouw en de lesruimtes getuigen van een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving; De school organiseert de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dat nodig hebben; De school beschikt over ondersteunende didactische interventies; De school beschikt over (ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen; De school verzorgt dyslexie en dyscalculie begeleiding (conform de protocollen); De school beschikt over een protocol voor medische handelingen. B. Ondersteuningsstructuur van de school: De school heeft een helder toelatings- en plaatsingsbeleid; De mentor is de spil van de leerlingenbegeleiding op het eerstelijns niveau; Een mentor voert regelmatig doelgerichte, geplande gesprekken (individueel) met de leerling; De mentor consulteert collega s en ouder(s)/verzorger(s); De leerling kan gebruik maken van een leerlingbegeleider/counselor/orthopedagoog/ vertrouwenspersoon wanneer hij/zij behoefte heeft aan vertrouwelijke gesprekken; De school beschikt over een goed functionerend zorgteam/intern Zorg Advies Team (ZAT); Er is een goede aansluiting van het interne zorgcircuit van de school op het externe zorgcircuit; Het docententeam bespreekt de aanpak van de leerling in de leerling bespreking, zodat deze eenduidig is; 22

24 De school onderhoudt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden; De school heeft de taken en verantwoordelijkheden van medewerkers en de betrokkenheid van de ouder(s)/verzorger(s) bij de ondersteuning omschreven en in haar schoolplan vastgelegd; De school maakt volgens vaste afspraken gebruik van het externe zorgcircuit; De school heeft regelmatig overleg met de ouder(s)/verzorger(s). C. Planmatig werken: De leraren verzamelen en analyseren gegevens (didactisch en sociaal-emotioneel) van alle leerlingen; De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen; De leraren signaleren de leerlingen die specifieke aandacht nodig hebben; De leraar/mentor formuleert de onderwijsbehoeften van zijn (mentor)leerlingen en geeft aan welke doelen de komende tijd worden nagestreefd (didactisch en sociaal-emotioneel); De leraar onderzoekt op welke wijze de leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd kunnen worden; De leraar stelt een groepsplan op; Leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra ondersteuning; De school stelt voor leerlingen die (structureel) op één of meerdere punten een afwijkend onderwijsprogramma volgen (een Arrangement) een ontwikkelingsperspectief vast. D. Basiskwaliteit van de school en de leraar: De leerinhouden zijn gericht op brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt; De leraren stemmen aanbod, instructie verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen; De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van de ondersteuning; De leraar beschikt naast vakkennis, basis klassenmanagement en algemene pedagogisch-didactische vaardigheden ook over specifieke ondersteuningsvaardigheden; De leraar heeft voldoende vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om op professionele en planmatige wijze voor de individuele leerlingen en voor de groepen waarmee hij werkt, een krachtige leeromgeving tot stand te brengen; De leraar gaat uit van de positieve aspecten van een kind. De genoemde basisondersteuning betekent de beschikbaarheid van de volgende expertise dan wel functies: Mentor; Vertrouwenspersoon; Decaan; Zorg coördinator; Leerlingbegeleider/counselor; Jeugdarts/GGD; Schoolmaatschappelijk werk; Leerplichtambtenaar; Wijkagent; Docent NT2. Om duidelijkheid te creëren naar de betrokken partijen en de structuur in het soms noodzakelijke medische handelen en de medicijnverstrekking in het VO te waarborgen, zullen de scholen van het SWV handelen volgens het Protocol Medisch Handelen & medicijnverstrekking in het VO. Dit is door de GGD opgesteld en is als bijlage 10 toegevoegd. 23

25 Deze basisondersteuning omschrijft het kwaliteitsniveau van Passend Onderwijs dat de schoolbesturen voor V(S)O willen bereiken. De bestuurlijke vaststelling van deze standaard betekent dat alle schoolbesturen zich inspannen om in hun schoolbeleid het afgesproken niveau te bereiken. Deze standaard wordt dan ook verder uitgewerkt in het format voor Ondersteuningsplannen en -profielen per school. Het beschreven kwaliteitsniveau dient binnen vier jaar, de termijn van dit Ondersteuningsplan, te zijn gerealiseerd. Op deze manier willen we de doorstroom van de leerlingen optimaliseren en de schooluitval en daaraan gekoppeld de eventuele thuiszitters minimaliseren. Voor deze leerlingen wordt steeds in overleg met leerplicht een passende plek gecreëerd binnen het SWV. Voor het borgen van de kwaliteit verwijzen we naar hoofdstuk 10 en het kwaliteitsinstrument wat is terug te vinden in bijlage 7. 24

26 6. Extra ondersteuning 6.1 Werkwijze Arrangementen Leerlingen, voor wie de basisondersteuning niet voldoende is, komen in aanmerking voor extra ondersteuning. Dit kan in de vorm van de inzet van extra middelen of ondersteuning, bovenschoolse voorzieningen in het Samenwerkingsverband, het vso of de geïndiceerde jeugdhulpverlening. De komende tijd inventariseren onderwijs en gemeenten hoe vroege signalering en preventie op scholen goed aangesloten blijven op signalering en preventie in het zorgcircuit buiten de scholen en vice versa. Waar sprake is van extra ondersteuning wordt waarschijnlijk ook een beroep gedaan op door de gemeente gefinancierde vormen van zorg. Door verder te investeren in het planmatig en handelingsgericht werken wil het SWV bereiken dat de leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, deze ook effectief ontvangen. Vroege signalering is een belangrijke parameter van planmatig en handelingsgericht werken. De ambitie is om de ondersteuningsmiddelen zo efficiënt mogelijk aan het traject van de leerling te koppelen. Een evaluatie van de ingezette ondersteuning vindt minimaal eenmaal per jaar plaats met de betrokken ouder(s)/verzorger(s) en leerling. Scholen zijn verantwoordelijk voor het realiseren van aanvullende ondersteuning binnen de eigen school wanneer deze ondersteuning uitgaat boven de basiszorg en noodzakelijk is om de leerling met succes het onderwijs te kunnen laten volgen. De betreffende school kan hiervoor een aanvraag indienen bij de PCL+ van het SWV. De PCL+ beoordeelt de noodzaak van een aanvullende voorziening en kent zo nodig een Arrangement toe. De grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt door het Samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het Samenwerkingsverband. Het SWV kent 13 standaardarrangementen, zie tabel 8. Elk standaardarrangement bevat een genormeerd bedrag per periode (wordt nog vastgesteld, rekening houdend met de procentueel mindere inkomsten in de toekomst voor de regio) waarmee de school geacht wordt de aanvullende ondersteuning te kunnen financieren. De school maakt per leerling met een aanvullend budget een ontwikkelperspectief waarin de te verwachten uitstroombestemming, de ondersteunende werkzaamheden van de school en de flankerende ondersteuning van de ouder(s)/verzorger(s) zijn beschreven. Het ontwikkelperspectief wordt besproken met de ouder(s)/verzorger(s) en vastgelegd in een overeenkomst die door school en ouder(s)/verzorger(s) wordt ondertekend bij de aanvang van de ondersteuning en bij de evaluatie/afsluiting van de ondersteuning. 25

27 Tabel 8. Arrangementen per 1 augustus 2015 Type Code Toelichting 1 Aanwijzing Lwoo L1 Aanwijzing LWOO: reguliere VO 2 Onderwijslocatie L2 Aanwijzing LWOO Onderwijslocatie (OPDC) 3 TLV PrO P TLV PrO: Praktijkschool 4 TLV (CL3) C3.1 Midden 5 TLV (CL3) C3.3 Laag 6 TLV (CL3) C3.4 Hoog 7 LGF C3.5 Cluster 3 op reguliere school 8 TLV (CL4) C4.1 Laag 9 LGF C4.2 Cluster 4 op reguliere school 10 RZB Rz Eigenlijk LWOO, maar IQ>90 11 TV Kort* TVK Tussenvoorziening Kort 12 TV Lang* TVL Tussenvoorziening Lang 13 Rebound DNV Re Rebound De Nieuwe Veste * Verwijst naar de uitbreiding van de Tussenvoorziening naar een PLUS-voorziening met daaraan gekoppeld maatwerken bekostigd met VSV-trajectgelden. De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van Arrangementen. Een Arrangement bestaat uit vijf velden: tijd en aandacht; aangepaste materialen; schoolgebouw; inzet expertise, deskundigen; samenwerking met partners. Deze kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard, waarbij het uitgangspunt steeds blijft de leerling zo veel mogelijk te laten opstromen naar een reguliere vorm van onderwijs na zorgvuldige evaluatie. Tijdelijke aanvullende ondersteuning buiten de eigen school. Onder verantwoordelijkheid van de reguliere school kan een leerling tijdelijk in een voorziening buiten de eigen school worden geplaatst. Dat kan zijn de Tussenvoorziening, of de Onderwijslocatie van het OPDC of een VSO-voorziening. De reguliere school blijft verantwoordelijk voor de leerling en maakt afspraken met de externe voorziening over het onderwijsprogramma en de vorm van de externe ondersteuning. Omdat de leerling in principe niet meer ten laste van het eigen schoolbudget komt, vindt er een compensatie plaats door de reguliere school (bijvoorbeeld bij de Onderwijslocatie OPDC). De extra kosten worden opgenomen in een Arrangement. Deze extra ondersteuning kan de school zelf bieden en/of in samenwerking met externe partners. 26

28 De criteria voor de toekenning van de Arrangementen worden bepaald door het Samenwerkingsverband, ook de criteria voor LWOO en PrO (het SWV heeft recent gekozen de huidige landelijke criteria te behouden, zie verder hoofdstuk 7. Ook de beoordeling van de toelaatbaarheid voor Cluster 3 en 4 worden afgestemd binnen de PCL+. Randvoorwaarden voor toekenning middelen extra ondersteuning: Bij de toewijzing van extra middelen moet in aanmerking worden genomen dat een school in beginsel alleen een beroep kan doen op extra ondersteuning van het SWV als de basisondersteuning van de school op orde is. Door de kwaliteit van de basisondersteuning op hoog niveau te brengen en te houden wil het SWV de leerlingen zo goed mogelijk ondersteunen binnen het reguliere onderwijs. 6.2 Werken met een ontwikkelingsperspectief De Wet Passend Onderwijs geeft aan dat er voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen een ontwikkelingsperspectief moet zijn. Dit ontwikkelingsperspectief wordt vastgesteld in op overeenstemming gericht overleg met de ouder(s)/verzorger(s). De inhoud van het ontwikkelingsperspectief In aansluiting op de Algemene Maatregel van Bestuur (concept februari 2013) moeten de volgende onderdelen in het ontwikkelingsperspectief zijn opgenomen: Te verwachten uitstroombestemming van de leerling; De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling. In de onderbouwing wordt gewezen op de mogelijkheden van de leerling in relatie tot vereiste kennis en vaardigheden nodig voor de uitstroombestemming. Belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling worden beschreven; Ondersteuning en begeleiding: in het ontwikkelingsperspectief wordt de geboden ondersteuning en begeleiding beschreven en eventueel de afwijkingen van het onderwijsprogramma. Het is van belang dat de ouder(s)/verzorger(s) zo volledig mogelijk geïnformeerd worden over het ontwikkelingsperspectief. Ouder(s)/Verzorger(s) dienen op de hoogte te worden gebracht van de mogelijkheden van beroep en bezwaar. Wanneer ze niet kunnen instemmen met het ontwikkelingsperspectief, dan weten ze welke mogelijkheden ze hebben om hun bezwaar kenbaar te maken. Registratie en toezicht Scholen voor regulier onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven wanneer een leerling een ontwikkelingsperspectief heeft. Voor het (V)SO, Speciaal Basisonderwijs en Praktijkonderwijs geldt dat niet; daar hebben immers alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief. 6.3 Toelaatbaarheidsverklaringen VSO Vanaf 2014 krijgt het SWV de taak om te beslissen of een leerling wordt toegelaten tot het Voortgezet Speciaal Onderwijs. Het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of staat ingeschreven, vraagt hiervoor een Toelaatbaarheidsverklaring aan bij het SWV. Om te beslissen over de toelating van een leerling tot het Voortgezet Speciaal Onderwijs vraagt het SWV advies aan de PCL+. Een deskundige vanuit het veld van het speciaal onderwijs is hierin vertegenwoordigd (zie samenstelling PCL+). De school van deze leerling heeft al extra ondersteuning van het SWV gehad en er is een ontwikkelingsperspectief uitgeschreven dat ook conform is uitgevoerd. Echter de hulpvraag van de leerling blijkt overstijgend op de extra ondersteuningsmogelijkheden. De Wet Passend Onderwijs vraagt om in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) op zoek 27

29 te gaan naar een alternatief traject dat dat antwoord wel kan bieden. Eén van de mogelijkheden is dan het aanvragen van een Toelaatbaarheidsverklaring voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs. De toewijzing van een Toelaatbaarheidsverklaring is een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. Het is mogelijk om tegen die beslissing bezwaar te maken of in beroep te gaan. Bij een positief VSO-advies geeft het SWV een verklaring af met daarop vermeld het nummer van de Toelaatbaarheidsverklaring, de start- en einddatum en het overeengekomen bekostigingsniveau van de ondersteuning (categorie laag, midden of hoog). De duur van een Toelaatbaarheidsverklaring is minstens één jaar. De Wet Passend Onderwijs onderscheidt de volgende drie categorieën voor zware ondersteuning: categorie laag; categorie midden; categorie hoog, Wanneer bij de behandeling van de aanvraag duidelijk is dat een leerling niet terug zal keren naar het regulier onderwijs is een verklaring mogelijk die geldig is voor de gehele schoolloopbaan. De PCL+ zal de aanmeldingen, plaatsingen en terugplaatsingen monitoren. De inspectie neemt deze beslissingen op in het toezichtkader. Aanvullende regelingen op basis van wetgeving (o.a. naar aanleiding van tweede voortgangsrapportage d.d. juni 2013): Registratie van leerlingen die extra ondersteuning krijgen en waarvoor een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld. Deze gegevens moeten worden opgenomen in BRON (basisregistratie onderwijsnummer); Het SWV is bevoegd zonder toestemming van degene die het betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens te verwerken met betrekking tot leerlingen, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken, bedoeld in het zesde lid, onderdelen b tot en met d (toewijzen van ondersteuningsmiddelen). Het SWV verstrekt de gegevens, bedoeld in de eerste volzin, niet aan derden, met uitzondering van het bevoegd gezag van de school waar de desbetreffende leerling is aangemeld of ingeschreven. Het SWV bewaart de gegevens op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het Samenwerkingsverband en de deskundigen, bedoeld in het twaalfde lid (besluitvormers over toelaatbaarheid). Het SWV bewaart de gegevens tot drie jaar na afloop van: a. de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het Voorgezet Speciaal Onderwijs; b. de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven; c. de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school, voor zover het voor die toewijzing nodig was gegevens van de leerling als bedoeld in de eerste volzin te verwerken. 28

30 7. Procedure aanvraag ondersteuningsmiddelen Aanwijzing LWOO en TLV PrO Uitgangspunten o Het SWV Zuidoost-Drenthe VO kiest ervoor om geen opting out toe te passen, d.w.z. het kiest voor het handhaven van de huidige criteria (zie bijlage 1) en duur (gehele schoolloopbaan) waarbij de Aanwijzing LWOO (voorheen LWOO) en de Toelaatbaarheidsverklaring (TLV PrO) (voorheen PrO) door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL+) wordt afgegeven. o Alle VMBO scholen in het SWV Zuidoost-Drenthe VO beschikken over een licentie. o De scholen van het SWV Zuidoost-Drenthe VO kiezen ervoor om tijdens de komende periode tot 2018 nadrukkelijk in gesprek te gaan en beter te formuleren welke kwaliteit van de ondersteuning gekoppeld wordt aan een aanwijzing LWOO of TLV PrO. 1. De Procedure en besluitvorming voor ondersteuningstoewijzing Aanwijzing LWOO of TLV PrO a) De aanmelding A. Betreft de handelingen te verrichten door het Expertisecentrum Zuidoost Drenthe. 1. De aanmelding voor onderzoek zal door de ouder(s)/verzorger(s) en/of basisscholen (bao)/voortgezet Onderwijs (VO) verlopen via het Expertisecentrum. De onderzoeken vinden plaats op het Expertisecentrum. Voor de vermoedelijke toekomstige leerlingen van De Nieuwe Veste te Coevorden, Esdal College locatie Klazienaveen, Esdal College locatie Borger en de RSG Ter Apel vinden, vanwege geografische afstand, de onderzoeken plaats op de locatie zelf. De oproep voor aanmelding wordt door het SWV Zuidoost-Drenthe VO verricht door het Expertisecentrum. Daartoe worden standaardformulieren verspreid richting het (s)bao en in cc naar het VO. 2. Het Expertisecentrum is verantwoordelijk voor de uitnodiging van de leerlingen voor onderzoek. Het onderzoek zal in drie testrondes verlopen. De eerste testronde zal plaatsvinden in oktober/ november, de tweede in februari/maart en de derde en laatste testronde in april/mei. Na de derde testronde kan er nog een bezemronde voor onderzoek worden georganiseerd. Het aanwijzing LWOO/TLV PrO onderzoek wordt in overleg met het VO onder verantwoordelijkheid van het Expertisecentrum afgenomen. 3. Het Expertisecentrum zal vervolgens zorg dragen voor het verwerken van de afgenomen toetsen. 4. Het Expertisecentrum draagt zorg voor een goede communicatie met de ouder(s)/verzorger(s) en aanleverende bao/vo omtrent de resultaten van het onderzoek. 5. Het bao/vo draagt zorg voor het op te stellen dossier om in aanmerking te komen voor gelden uit Aanwijzing LWOO/TLV PrO. Dit dossier bestaat uit: a. Een door het bao/vo en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevuld en ondertekend Onderwijskundig Rapport/HIT (PO/VO) (inclusief een voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar derden) b. De resultaten van de digitale plaatsingswijzer 29

31 Het Expertisecentrum meldt in principe binnen twee werkweken of de aanmelding compleet is. Indien dit niet het geval is heeft de aanleverende bao/vo twee werkweken de tijd om de aanmelding compleet te maken. Dit alles met inachtneming van de wettelijk termijn van maximaal 10 werkweken in het kader van de zorgplicht. 6. Het Expertisecentrum draagt zorg voor het op te stellen dossier voor de aanvraag. Dit dossier bestaat uit: a. Een door het bao/vo en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevuld en ondertekend Onderwijskundig Rapport of Handelingsgerichte Indicerings Trajectwijzer (HIT) (PO/VO) (inclusief een voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar derden) b. De resultaten van de digitale plaatsingswijzer c. De onderzoeksresultaten d. Een op bovenstaand gebaseerd en ondertekend advies van een orthopedagoog/psycholoog 7. De volledige dossiers worden door het Expertisecentrum aangeleverd bij de PCL+. 8. Het Expertisecentrum draagt zorg voor de berichtgeving naar de ouder(s)/verzorger(s) en bao/vo. Opmerking: Met de scholen van speciaal basisonderwijs worden afzonderlijke afspraken gemaakt over de wijze waarop getoetst zal worden en hoe de leerlingendossiers aangedragen moeten worden naar de PCL+ B. Betreft de handelingen te verrichten door de PCL+. 1. De PCL+ schrijft in haar eerste vergadering van het nieuwe cursusjaar de vergaderingen uit voor het gehele cursusjaar. 2. Tijdens de vergaderingen in september wordt de handleiding van de PCL+ voor het komende cursusjaar vastgesteld. Deze handleiding wordt voorgelegd aan het Besturenoverleg in haar oktober vergadering. 3. Tijdens het behandelen van de dossiers formuleert de PCL+ per leerling het besluit als het gaat om een ondersteuningsadvies. Elk besluit is gebaseerd op de volgende gegevens: a. Een door het bao/vo en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevuld en ondertekend Onderwijskundig Rapport/HIT (PO/VO) (inclusief een voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar derden). b. De resultaten van de digitale plaatsingswijzer c. De onderzoeksresultaten d. Een op bovenstaand gebaseerd en ondertekend advies van een orthopedagoog/psycholoog Bij het ontbreken van één of meerdere gegevens zal de PCL+ het dossier niet in behandeling nemen, maar vragen om aanvullende gegevens. 4. Het advies kan betrekking hebben op: a. Een aanwijzing LWOO aanvraag b. Een TLV PrO aanvraag 5. De PCL+ levert alle besluiten (positief/negatief) via het Expertisecentrum digitaal aan de betreffende bao/vo. Het Expertisecentrum draagt zorg voor de overdracht van de dossiers naar de betreffende VO waar de leerling wordt/staat ingeschreven. Het Expertisecentrum zorgt ervoor dat de toekomstige VO van inschrijving de aanwijzing LWOO of TLV PrO ontvangt. 30

32 b) Aanvullende opmerkingen: a. Bovenstaande werkwijze maakt duidelijk dat de PCL+ in beginsel geen direct contact heeft met leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en bao/vo, alleen bij een bezwaarprocedure is er wel contact met ouder(s)/verzorger(s) en bao/vo. b. De PCL+ kan nader onderzoek gewenst vinden. Daartoe kan zij het Expertisecentrum opdracht geven. c. Van groot belang is dat de procedures goed gehanteerd worden. Dit ook met het oog op mogelijke bezwaar- en/of beroepsprocedures van de kant van de ouder(s)/verzorger(s). c) Wat betreft de zij-instroom Wanneer bij een leerling die reeds binnen het eerste leerjaar van het VO functioneert, aangetoond wordt dat hij/zij een aanwijzing LWOO nodig heeft, kan een aanvraag nog ingediend worden (zij-instroom). Dit kan alleen tijdens het eerste leerjaar van het VO. Wanneer bij een leerling die reeds binnen het VO functioneert met een aanwijzing LWOO/LWOO-beschikking, waarbij aangetoond wordt dat hij/zij een TLV PrO nodig heeft, kan een omzettingsaanvraag (voorheen bijzondere regeling) ingediend worden. Na toewijzing van de TLV PrO schakelt de leerling naar het Praktijkonderwijs. 2. De samenstelling van de PCL+ Onafhankelijk voorzitter (mogelijk uit aangrenzend SWV); Een vertegenwoordiging vanuit het VO, twee deelnemers, waarbij de huidig gebruikte roulatiesystematiek tussen scholen gehanteerd wordt; Een vertegenwoordiger vanuit het OPDC Z.O. Drenthe; Een vertegenwoordiger vanuit het Praktijkonderwijs, bestaat uit twee scholen, waarbij de huidig gebruikte roulatiesystematiek tussen scholen gehanteerd wordt; Een vertegenwoordiger vanuit het Cluster 3; Een vertegenwoordiger vanuit het Cluster 4; Een generalist uit het CJG Front Office medewerker PCL+ 3. Criteria, - signalerings- en testinstrumenten a. Tot 1 augustus 2018 blijven de landelijke criteria voor LWOO en PrO gelden. Deze criteria staan vermeld in het Inrichtingsbesluit WVO-SCHOLEN (zie bijlage 2). b. Het is verplicht om gebruik te maken van de vastgestelde screenings- en testinstrumenten, die jaarlijks via een ministeriële regelgeving worden gepubliceerd. c. Voor het bepalen van leerachterstanden wordt gebruikgemaakt van de in het LVS van de bao genoemde leerachterstanden (gebaseerd op het systeem van de Plaatsingswijzer). 31

33 4. Grensvlak aanwijzing LWOO/TLV PrO (Strijdige criteria) Middels een motivatie geeft de aanvragende school bij strijdige criteria aan of men kiest voor een aanwijzing LWOO of TLV PrO. Hierbij wordt gekeken naar aspecten als leerbaarheid, zelfvertrouwen, kwetsbaarheid, etc. De PCL+ neemt dit mee in haar advies en de directeur van het SWV Zuidoost-Drenthe VO in het besluit. Indien er een afwijkend advies/besluit genomen gaat worden, wordt dit voor de uiteindelijke besluitvorming besproken met de aanvragende school. Mocht blijken dat er afwijkend van de aanvraag een aanwijzing LWOO of TLV PrO nodig is, dan hoeft de aanvraag niet opnieuw te worden ingediend door de school, maar geschiedt dit op basis van de gegevens die zijn ingediend bij de oorspronkelijke aanvraag. 5. Communicatie met ouders - Bij de aanvraag tot ondersteuning is het van belang de ouder(s)/verzorger(s) te betrekken bij de vraag welk onderwijsaanbod het meest voor hun kind geschikt is. De ouder(s)/verzorger(s) hebben recht op inzage in het opgestelde leerling dossier en de aanvraag. - Om de gegevens uit het Onderwijskundig Rapport/ HIT door te kunnen geven aan de PCL+ moeten de ouder(s)/verzorger(s) op het Onderwijskundig Rapport/HIT aangeven dat zij daarmee akkoord gaan. De PCL+ gaat ervan uit dat de verklaring van de ouder(s)/verzorger(s) in het Onderwijskundig Rapport/HIT, alsmede de eventueel gevoerde gesprekken, voldoen aan de eisen die de Wet op de Privacy stelt t.a.v. het doorsturen van aan derden (PCL+, RVC en VO). - Wanneer een TLV PrO wordt aangevraagd zullen de ouder(s)/verzorger(s) een toestemmingsverklaring ouder(s) voor akkoord moeten tekenen (zie bijlage 3). 6. Beroep- en bezwaar Indien ouder(s)/verzorger(s) en/of bao/vo het niet eens zijn met een besluit van het SWV Zuidoost-Drenthe VO bestaat de mogelijkheid om hiertegen in bezwaar te gaan. De bezwaarprocedure staat beschreven in de handleiding PCL+ welke als bijlage in het Ondersteuningsplan is opgenomen 7. Tijdstip van de indiening van de aanvraag Alle dossiers van zorgleerlingen, die in aanmerking lijken te komen voor een aanwijzing LWOO of TLV PrO moeten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 juli in het bezit zijn van de PCL+. 8. Administratie van aanwijzingen LWOO en TLV PrO s De dossiers inclusief de aanwijzing LWOO/TLV PrO van de leerlingen worden door het Expertisecentrum doorgestuurd en bewaard op de school van inschrijving. De leerling volgt daar de les. 32

34 8. Partnerschap van school en ouder(s)/verzorger(s) Partnerschap van school en ouder(s)/verzorger(s) kan het rendement van extra onderwijsondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben verbeteren. Ouder(s)/verzorger(s) hebben een rol in het motiveren en ondersteunen van hun kind en dat heeft het meest effect als dit gebeurt in nauwe afstemming met de school. Partnerschap impliceert tweerichtingsverkeer, waarbij zowel de school als de ouder(s)/verzorger(s) inbreng heeft. In de benadering van ouder(s)/verzorger(s) door de school moet dit tweerichtingsverkeer zichtbaar tot uiting komen. Zoals uit de door OCW geïnitieerde monitor ouderbetrokkenheid naar voren komt is het belangrijk dat de verwachtingen en percepties van school en ouder(s)/verzorger(s) over en weer helder zijn en op elkaar worden afgestemd. Verschil in verwachtingen en percepties is een bron voor geschillen en leidt af van de primaire doelstelling: het bieden van passende ondersteuning. 8.1 Ondersteuningsverklaring Er is niet alleen een relatie tussen de school en de ouder(s)/verzorger(s), maar ook tussen het Samenwerkingsverband en de school. Het SWV stelt middelen uit de rijksvergoeding beschikbaar aan scholen om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen laten doormaken. Het SWV heeft er belang bij dat deze middelen effectief worden besteed en kan scholen vragen om de relatie met ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen die extra ondersteuning ontvangen te optimaliseren. Als hulpmiddel daarvoor heeft het SWV ten behoeve van de scholen een model-ondersteuningsverklaring ontwikkeld om scholen te faciliteren om de ouderbetrokkenheid uit de sfeer van de vrijblijvendheid te halen (zie bijlage 6). Het SWV wil dat alle scholen die door het SWV gefinancierde ondersteuningsvoorzieningen inzetten deze verklaring gebruiken en door ouders laten tekenen. Ouder(s)/verzorger(s) zijn niet verplicht de verklaring te ondertekenen, maar zij kunnen dan geen beroep doen op ondersteuning. Vanuit preventief oogpunt zou het ook goed te verdedigen zijn om af te spreken dat ouder(s)/verzorger(s) van alle leerlingen een vergelijkbare verklaring tekenen. Daarmee kantelt de relatie van de ouder(s)/verzorger(s) vragen en de school draait naar een wederkerige relatie, waarbij ook van de ouder(s)/verzorger(s) commitment en ondersteuning wordt gevraagd. In het geval de leerling 18 jaar of ouder is, dient de leerling te tekenen. In de door de leerling getekende verklaring kan ook worden opgenomen dat (bijzondere situaties daargelaten) de leerling ermee instemt dat de school in voorkomende gevallen ook de ouder(s)/verzorger(s) kan benaderen om de effectiviteit van onderwijs en ondersteuning te vergroten. Niet alleen het SWV financiert extra ondersteuning, de gemeenten doen dit ook. Het onderwijs, gemeente en gemeentelijk gefinancierde zorg werken in dit kader samen. Het SWV heeft in principe geen rechtstreekse relatie met de ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen die tot de school zijn toegelaten en daar zijn ingeschreven. Het SWV kan eventueel wel voor groepen ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen met een vergelijkbare ondersteuningsvraag een vorm van collectieve ondersteuning bieden in de vorm van zelfhulpgroepen/lotgenotengroepen e.d. Via lotgenotengroepen kunnen ouder(s)/verzorger(s) elkaar ondersteunen en krijgen ouder(s)/verzorger(s) een reëel beeld van wat van de ondersteuning van de school mag worden verwacht. Het SWV kan dergelijke projecten gericht op collectiviteiten van ouder(s)/verzorger(s) beter initiëren dan individuele scholen, vanwege de omvang van de populatie. 33

35 8.2 Op overeenstemming gericht overleg Vanaf 1 augustus 2014 zijn alle VO-scholen verplicht om voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven en in ieder geval voor leerlingen in het Praktijkonderwijs een ontwikkelperspectief vast te stellen (artikel 26 WVO). Eenzelfde verplichting geldt voor het VSO. Voorafgaand aan de vaststelling van het ontwikkelperspectief dient het schoolbestuur op overeenstemming gericht overleg met de ouder(s)/verzorger(s) te voeren met een jaarlijkse evaluatie. Als de ouder(s)/verzorger(s) en de school het niet eens kunnen worden over de extra ondersteuning die de school biedt, dan kan een onafhankelijke onderwijsconsulent helpen om partijen tot elkaar te brengen. Lukt dat niet en stelt de school het ontwikkelperspectief voor de leerling vast dan kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich wenden tot de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering, die een oordeel uitbrengt aan het bevoegd gezag (art. 27c WVO). Voor wat betreft een geschil over het ontwikkelperspectief heeft het oordeel van de Tijdelijke geschillencommissie voor het schoolbestuur de status van een advies. Voor zover de vaststelling van het ontwikkelperspectief als een Awbbesluit kan worden beschouwd, kunnen ouder(s)/verzorger(s) in het openbaar onderwijs bezwaar en beroep aantekenen. Voor ouder(s)/verzorger(s) in het bijzonder onderwijs zou de weg naar de burgerlijke (kort-geding) rechter nog kunnen openstaan, als vaststelling van het ontwikkelperspectief als een schending van de zorgplicht aan de school kan worden aangerekend. De ouder(s)/verzorger(s) hebben ook medezeggenschap in het Ondersteuningsplan. Dit gebeurt door roulerende deelname van een ouder/verzorger in de Ondersteuningsplanraad die instemt met het Ondersteuningsplan. 34

36 9. Samenwerkingspartners Het SWV werkt op verschillende gebieden samen met andere organisaties uit de regio. Op onderwijs met het primair onderwijs, aanpalend Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroepsonderwijs. Met de gemeenten en jeugdzorg op het gebied van zorg. Vooral de samenwerking met de gemeenten is van belang in het kader van de decentralisatie jeugdzorg per 1 januari Gemeenten De Wetgeving Passend Onderwijs verplicht Samenwerkingsverbanden om een Ondersteuningsplan op te stellen. Over het concept van het Ondersteuningsplan voeren Samenwerkingsverbanden op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de gemeente(n), omdat nieuw beleid en uitvoering van dat beleid over en weer gevolgen kan hebben. De gemeente is namelijk onder andere verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de leerplicht, het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting. Daarnaast wordt verwacht dat er na invoering van de Wet op het Passend Onderwijs geen thuiszitters meer zijn. Gemeenten worden per 1 januari 2015 door de decentralisaties verantwoordelijk voor de zorg voor jeugd. Volgens de nieuwe Wet op de Jeugdzorg moeten gemeenten met zowel met het Samenwerkingsverband PO als VO afspraken maken over de afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg. Anderzijds hebben Samenwerkingsverbanden in hun werkgebied meestal met meerdere gemeenten te maken. Dat betekent dat er ook met de gemeenten op een aantal terreinen nadere afstemming plaats zal moeten vinden. Ook is afstemming tussen de vier gemeenten onderling van belang. In de ontwikkeling van de decentralisatie jeugdzorg wordt al intensief samengewerkt en wordt gekeken hoe gezamenlijk beleid op een aantal onderdelen kan worden geformuleerd. Het SWV heeft een procedure inclusief een geschillenregeling opgesteld voor het voeren van OOGO. Deze procedure is afgestemd met de gemeenten. Sinds begin 2013 wordt regelmatig overleg gevoerd met de gemeenten. Het resultaat van de overleggen is als volgt. Zowel de gemeente als het SWV wil uitgaan van de dingen die we moeten doen. Van het mede daardoor gecreëerde draagvlak werken we verder met een ontwikkelagenda aan de zaken die we samen willen doen. Wanneer draagvlak en ambitie aanwezig is, wordt dit in een jaarlijkse ontwikkelagenda gezet. De eerste ontwikkelagenda zal in het najaar 2014 beschikbaar zijn. De gemeenten ondersteunen het voornemen van het Samenwerkingsverband VO om voor de komende jaren een ontwikkelagenda te volgen, gebaseerd op de ambities zoals in dit plan verwoord. De verwachting is dat er geen extra middelen ingezet hoeven te worden de komende tijd. De gemeenten realiseren zich wel dat het risico van verschuiving aanwezig is als in het overleg over de Ondersteuningsplannen de focus vooral gericht is op het plan zelf en in mindere mate op de financiële gevolgen. Zij willen dus vooraf goed zicht te krijgen op: "Welke zaken worden bekostigd vanuit de middelen waar het Samenwerkingsverband over gaat" en "Wanneer wordt een beroep gedaan op de budgetten waar de gemeenten verantwoordelijk voor zijn", zoals (vooralsnog) leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting, jeugdzorg en leerplicht. In het tijdpad van de ontwikkeling en de doorontwikkeling van het Ondersteuningsplan wordt dit punt opgenomen en de afspraken vastgelegd. Werken aan draagvlak is werken aan communicatie, het spreken van dezelfde taal en elkaar kennen. In gesprek blijven over de uitvoering en randvoorwaarden is essentieel. Gemeenten en SWV onderschrijven verder allen dezelfde essentie van Passend Onderwijs: leren, leerling, leerkracht en ondersteuning vanuit de basiszorg op scholen; 35

37 ouderparticipatie, hoe doe je het samen; hoe signaleer je zo vroeg mogelijk; daar waar dit het bovenstaande te boven gaat: hoe ondersteun je als samenleving? Tenminste éénmaal per jaar en verder zo dikwijls als het bestuur van de coöperatie of de gezamenlijke gemeentebesturen dat noodzakelijk achten, vindt er een informatief bestuurlijk afstemmingsoverleg plaats tussen het bestuur van de coöperatie en de bestuurlijk vertegenwoordigers van de gemeentebesturen over de uitvoering van het Ondersteuningsplan in relatie tot de gemeentelijke jeugdzorg. Dit afstemmingsoverleg is erop gericht om de uitvoering van het ondersteuningsbeleid en de gemeentelijke jeugdzorg zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De coöperatie en de gemeentebesturen wijzen elk ambtelijke vertegenwoordigers aan die het afstemmingsoverleg voorbereiden en die regelmatig overleg hebben over knelpunten en die elkaar informeren over relevante ontwikkelingen op het terrein van voortgezet onderwijs en jeugdzorg. Deze commissie (OOGO) voert overleg over het Ondersteuningsplan vanuit eigen verantwoordelijkheid over de afstemming PaO over onderstaande punten: 1. Jeugdzorg: We willen elkaars verantwoordelijkheden nog beter leren kennen en die ook uitspreken waarbij we ook onze ambitie delen. De gemeenten en het SWV delen de visie en tegelijkertijd ook de ambitie t.a.v. vroeg signalering en preventie. De scholen als vindplaats met daarbij de verbinding met de transitie jeugdzorg is een vanzelfsprekendheid. Het verzoek tot deelname van een generalist aan de PCL+ is gehonoreerd. Hoe vertaalt zich dat per gemeente, per gebied? Het is een intensieve klus: minimaal 30 keer per jaar, minimaal een dagdeel per week. Het grensverkeer moet goed worden georganiseerd. Vooral Vlagtwedde, i.v.m. andere organisatie transitie jeugdzorg. En (ook) de Front-Office/BackOffice lijnen moeten geregeld worden. Deze punten zullen verder nader worden uitgewerkt. 2. Leerlingenvervoer: vanuit de beschrijving van het al dan niet dekkende regionale ondersteuningsnetwerk worden afspraken gemaakt over welke leerlingen gebruik maken van leerlingenvervoer. De gemeenten vragen uitdrukkelijk om mogelijke effecten voor leerlingenvervoer zo vroeg mogelijk te melden. Dit wordt afgesproken. Het SWV verwacht nu niet al te veel veranderingen. Mocht dit toch aan de hand zijn, dan zal dit zorgvuldig worden aangegeven. Hierbij komt ook de positie van O2G2/Mytylschool ter sprake. Veranderingen en mogelijke effecten voor leerlingenvervoer worden zo vroeg mogelijk gemeld. De beleidsvrijheid die aan de uitvoering van het leerlingenvervoer wordt gegeven is een autonome bevoegdheid van iedere gemeente. Daarvoor is geen samenwerking tussen gemeenten vereist. De praktijk is dat er niet in alle gevallen één lijn door de verschillende gemeenten wordt gehanteerd. 3. Leerplicht: er wordt op dit moment een kwantitatieve analyse gemaakt van het aantal thuiszitters waarna optimale maatregelen worden afgesproken om thuiszitters te voorkomen. We hebben hierin een collectieve verantwoordelijkheid en zullen hierin korte lijnen met een snelle communicatie hanteren. We willen de kwaliteit in beeld krijgen en daarover afspraken maken. Onder 9.2 is het protocol thuiszitters toegevoegd. Dit wordt nog verder geconcretiseerd in werkafspraken. 4. Onderwijshuisvesting: We spreken af dat we de ambities van de scholen in het SWV t.a.v. de huisvesting in relatie tot Passend Onderwijs zullen delen. Scholen gaan in gesprek met de gemeenten wat dit inhoudt en wat de mogelijke gevolgen van die ambities zijn en de concretisering daarvan. 9.2 Protocol Thuiszitters regio Zuidoost-Drenthe Passend Onderwijs Met de invoering van Passend Onderwijs is een van de speerpunten het voorkomen en opvangen van thuiszittende leerlingen. Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs werkt samen met de RMC regio s aan de ontwikkeling 36

38 van een passend aanbod voor alle leerlingen. Thuiszitten is een vorm van verzuim, waarbij het regionale verzuimprotocol van toepassing is. In het huidige verzuimprotocol is geen rekening gehouden met de thuiszitters. De scholen zijn in het bezit van het verzuimprotocol. Doel Protocol Thuiszitters Het protocol thuiszitters richt zich enerzijds op thuiszittende leerlingen en anderzijds op het signaleren van trends in problematiek rond thuiszitten. Het kent de volgende doelstellingen: 1. Er wordt een kwantitatieve analyse gemaakt van het aantal thuiszitters; 2. Het terugbrengen van het aantal thuiszittende leerlingen in de regio; 3. Versnellen van de plaatsing binnen een passende onderwijsplek en/of dagbesteding; 4. Signaleren van de belangrijkste oorzaken van thuiszitten en knelpunten bij plaatsing; Doelgroep Thuis zittende leerplichtige kinderen/jongeren die in een V(S)O thuis horen of de overstap naar een vervolgopleiding (MBO) niet hebben gemaakt en geen startkwalificatie hebben. Definitie/wettelijke bepaling Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs. Oftewel thuiszitten is: met of zonder schoolinschrijving 5 langer dan vier weken niet volledig naar school gaan (of: > 75% verzuim). Kinderen met een vrijstelling van leerplicht worden niet beschouwd als thuiszitter. Uitgangspunten De school blijft verantwoordelijk voor een thuiszittende leerling en kan hierin aanspraak maken op het ondersteuningsbudget van het Samenwerkingsverband; Er is altijd één plan en verantwoordelijke voor de begeleiding van een thuiszittende leerling en de ouder(s)/verzorger(s) zijn daarbij betrokken; Er is altijd samenwerking tussen de school, het Samenwerkingsverband, de leerplicht, de ouder(s)/verzorger(s) en de leerling; Doel is hervatten van de schoolgang, zo snel mogelijk, uiterlijk binnen 1 maand na melding door de school bij het Samenwerkingsverband; De school handelt overeenkomstig het verzuimprotocol van de eigen gemeente. Werkwijze De problematiek rond een thuiszittende leerling vraagt meestal om een integrale aanpak. Drie partijen spelen een sleutelrol in de aanpak van het thuiszitten. De school, het Samenwerkingsverband en de afdeling Leerplicht van de woongemeente van de leerling hebben gezamenlijk de meeste kennis over een leerling en mogelijke andere betrokken instanties. Het is daarom van belang dat een thuiszittende leerling bij al deze drie partijen goed in beeld is. De school 1. handelt volgens het verzuimprotocol; meldt schoolverzuim via DUO bij de woongemeente van de leerling; 2. bespreekt veelvuldig verzuim in het interne zorgteam en met ouder(s)/verzorger(s) en contactpersoon team Jeugd en Gezin; 3. maakt een plan van aanpak met een heldere regie en contactpersoon; 5 Kinderen zonder schoolinschrijving zijn absoluut verzuimers en zijn als aparte groep in beeld bij Leerplicht. 37

39 4. meldt frequent, zorgelijk en ongrijpbaar ziekteverzuim bij het Samenwerkingsverband: (actie: hiervoor wordt een meldformulier opgesteld); 5. registreert een thuiszitter via de centrale verwijsindex zodra er zorg is; 6. houdt contact met de thuiszitter en de ouder(s)/verzorger(s); 7. biedt een aangepast onderwijsprogramma aan voor de thuiszittende leerling. Het Samenwerkingsverband 1. houdt bij welke thuiszitters er in de regio zijn, en wat daar aan gedaan wordt; 2. zoekt, daar waar de school er niet uitkomt, samen met de betrokkenen naar een oplossing voor de thuiszitter. De leerplichtambtenaar 1. neemt de verzuimmelding in behandeling en doet onderzoek naar de achtergronden van het verzuim; 2. naar aanleiding van de melding wordt er een interventie gepleegd, zoals bemiddeling, een formele waarschuwing, opmaken van een proces verbaal of het doen van een zorgmelding; 3. bespreekt bij stagnatie de thuiszittende leerling met het Samenwerkingsverband voor een gezamenlijke aanpak. Organisatie Binnen de LEA/OOGO met gemeenten ontmoeten betrokken organisaties elkaar regelmatig, daar komt het onderwerp thuiszitters regelmatig op de agenda. De LEA/OOGO bewaakt de afspraken in het protocol en de uitvoering ervan. 9.3 Jeugdzorg De regio van het SWV overlapt met twee jeugdzorgregio s, namelijk de jeugdzorgregio Drenthe (Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn) en de jeugdzorgregio Groningen (Vlagtwedde). Het is nog onduidelijk hoe de taakverdeling tussen de gemeenten en de jeugdzorgregio s vorm krijgt. Voor het SWV zijn de gemeenten in hun regio het directe aanspreekpunt. Met hen moet het SWV over het Ondersteuningsplan op overeenstemminggericht overleg voeren. Tijdens de looptijd van het eerste Ondersteuningsplan zal de relatie met de gemeenten annex jeugdzorgregio s verder vorm moeten krijgen. De conclusie is dat in dit stadium de transitie van de jeugdzorg nog niet voldoende uitgekristalliseerd is om de relatie tussen de onderwijs ondersteuning en de jeugdzorg in het Ondersteuningsplan inhoudelijk te kunnen duiden. Hier ligt een taak voor de komende jaren. We willen starten met die zaken die we moeten uitvoeren en zullen onze gezamenlijke visie en ambitie uitwerken in concrete afspraken. 9.4 (Samenwerkingsverbanden) PO Het Samenwerkingsverband VO heeft te maken met drie Samenwerkingsverbanden PO: het SWV Emmen/Borger-Odoorn (PO2202), het SWV Groningen voor Vlagtwedde (PO2001) en het SWV Ommen e.o. voor Coevorden (PO2304). Binnen het Samenwerkingsverband VO liggen ca. 125 vestigingen van scholen voor primair onderwijs, waarvan jaarlijks ca leerlingen instromen in het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs. Van deze instroom is voor de invoering van Passend Onderwijs bijna 20% (bijna 400 leerlingen) geïndiceerd voor VSO, PRO, LWOO en LGF. Om de instromende leerlingen in het Voortgezet Onderwijs goed te kunnen plaatsten en van passende ondersteuning te voorzien dient de overdracht van leerlingen door het PO naar het VO zorgvuldig plaats te vinden. Dat betekent dat het overdrachtsdossier de voor de plaatsing en toekenning van ondersteuningsvoorzieningen noodzakelijke informatie dient te bevatten en tijdig wordt aangeleverd. 38

40 Een van de eerste prioriteiten van het SWV is om goede afspraken te maken met het toeleverend primair onderwijs over de overdrachtsprocedure en de vorm en inhoud van de leerlingendossiers. In samenspraak met het toeleverend PO wordt een terugmeldingsprocedure ontwikkeld aan de hand waarvan retrospectief de schoolloopbaan van de leerling in het voortgezet onderwijs kan worden gerelateerd aan het schooladvies dat indertijd door het PO is verstrekt bij de overdracht van de leerling. Met deze terugmeldingsprocedure wordt beoogd de afstemming tussen PO en VO te verbeteren. 9.5 Aanpalende Samenwerkingsverbanden VO Het Samenwerkingsverband VO waarin een leerling woonachtig is, is verantwoordelijk voor de toelating van leerlingen tot ondersteuningsvoorzieningen en draagt daar ook de kosten van. Het SWV wil als bekostigend Samenwerkingsverband afspraken met aanpalende Samenwerkingsverbanden en de VSO en PrO scholen daarin over leerlingen die vanuit het SWV Zuidoost-Drenthe VO zich willen inschrijven op deze VSO en PrO scholen. De afspraken hebben betrekking op de informatieverschaffing vanuit de school richting SWV Zuidoost-Drenthe VO over het verloop van de schoolloopbaan en over de mogelijkheden van terugplaatsing in het regulier onderwijs, al dan niet met een extra (ambulante) ondersteuning. 39

41 10. Borging van de kwaliteit 10.1 Kwaliteit basisondersteuning Voor de evaluatie van kwaliteit van de basisondersteuning kiest het SWV voor zelfevaluatie van de VO- en VSO scholen aan de hand van het Instrument Kwaliteit Basisondersteuning (zie bijlage 7). Het instrument wordt ingezet als kwaliteitszorginstrument en brengt de ontwikkeling en ambitie van de school in beeld. De gedachte hierachter is dat scholen met ingang van 2014 niet direct allemaal hetzelfde niveau van basisondersteuning zullen hebben en dat het hier beschreven niveau voor de time-being is vastgesteld. Het SWV, de scholen in het bijzonder, zullen zich blijven ontwikkelen. Elke school zal per 1 augustus 2014 aan de standaards voor de basisondersteuning moeten voldoen. Uiterste maatregel wanneer een school niet voldoet, is uitsluiting van de coöperatie. Uit de open vakken in het instrument blijkt of de school voldoet aan de onderdelen van de basisondersteuning en welke acties nodig zijn om er aan te voldoen. De inhoud van de open vakken wordt gecommuniceerd met het SWV. Het delen van deze ambities en ontwikkelpunten biedt kansen voor samenwerking tussen scholen. Het instrument is dan ook nadrukkelijk bedoeld om schoolontwikkeling te stimuleren. De uitvoering is en blijft een verantwoordelijkheid van de school. Het staat de scholen vrij om te bepalen hoe zij de ontwikkelpunten en ambities in beeld willen brengen. De standaards en bijbehorende indicatoren in het instrument zijn de komende vier jaar richtinggevend voor de basisondersteuning in het SWV. Het SWV kan op basis van voortschrijdend inzicht en evaluatie de kaders voor basisondersteuning aanpassen. Om dit alles goed op elkaar af te stemmen en ook de kwaliteitscyclus als stimulans binnen de scholen te gebruiken wordt vanuit het SWV een auditteam aangesteld en gefaciliteerd. Dit auditteam zorgt voor transparantie en feedback naar de scholen en het SWV. Op deze manier worden de ontwikkelpunten duidelijk waarop de ondersteuning vanuit het SWV geboden moet worden en zeker ook de uitwisseling van expertise naar elkaar. 40

42 11. Communicatie vanuit het SWV Door de invoering van de Wet Passend Onderwijs en de wijzigingen die dit met zich meebrengt wensen wij veel zorg en aandacht te besteden aan de kwaliteit van de communicatie. In dit hoofdstuk vindt u hiervan de neerslag. 1. Uitgangspunten; Het Samenwerkingsverband positioneert zich in de komende jaren in een netwerk van scholen, instellingen en gemeenten. Vastgesteld kan worden dat door het Samenwerkingsverband veel taken op meerdere terreinen uitgevoerd moeten worden en dat het Samenwerkingsverband met veel onderscheiden doelgroepen te maken heeft. Om de communicatie met al deze groepen goed te laten verlaten verlopen, is een aantal beleidsuitspraken in algemene zin over communicatie van groot belang. Daarbij spelen de volgende beleidsuitgangspunten een rol: - het Samenwerkingsverband kenmerkt zich als een netwerkorganisatie. Dat betekent dat er veelvuldig contact is tussen alle partners van het verband; - er wordt gestreefd naar korte, open en transparante communicatielijnen, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de digitale en sociale media; - de werkprincipes van good governance worden nagestreefd. De werkprincipes van good governance betekenen zowel een verticale als een horizontale verantwoording naar alle partners. Bij verticale verantwoording is dat gericht op de overheid en bij horizontale verantwoording gaat dat in de richting van de bevoegde gezagen, de scholen, de ouder(s)/verzorger(s), leerlingen, de instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening. 2. Opzet en inzet van communicatiemiddelen; a) Onderhouden van een website Deze site heeft een aantal functies: - informeren: het geven van informatie over alle relevante ontwikkelingen inzake het Samenwerkingsverband (kengetallen, gebied, etc.); - communiceren: het uitwisselen van informatie, link met Ondersteuningsplan, jaarverslagen, informatiebrieven, links met andere websites ( / - ondersteuning bij administratieve processen: het gaat dan om het gebruik van de website voor aanmeldingen, indienen van verzoeken, inschrijven, kortom: een toolbox opbouwen. b) Communicatie via een nieuwsbrief; Het Samenwerkingsverband verspreidt eenmaal per kwartaal een nieuwsbrief aan de diverse belanghebbenden en doelgroepen (ouder(s)/verzorger(s), leerkrachten, ) Bedoeling hiervan is om deze doelgroepen te informeren over ontwikkelingen binnen het Samenwerkingsverband. Daarnaast wordt informatie verstrekt over landelijke en regionale ontwikkelingen die betrekking hebben op onderwijs en zorg. Deze nieuwsbrieven worden ook op de website van het SWV geplaatst. c) Beleidsdocumenten, rapportages e.d.; Regelmatig draagt het Samenwerkingsverband zorg voor de ontwikkeling en verspreiding van beleidsdocumenten, rapportages e.d. Door de wetgeving wordt verplicht om vierjaarlijks in ieder geval het Ondersteuningsplan samen te stellen. De praktijk zal zijn dat er aanmerkelijk meer documenten samengesteld en verspreid worden. Het Samenwerkingsverband hanteert voor de ontwikkeling van de al deze documenten vooral de gerichtheid op de doelgroep, leesbaarheid en toegankelijkheid als de belangrijkste uitgangspunten. d) Verslaglegging; jaarverslag; 41

43 Het Samenwerkingsverband verzorgt jaarlijks een jaarverslag. Daarin wordt teruggeblikt op de belangrijkste resultaten van dat jaar en wordt vanuit zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve blik gekeken naar alle activiteiten. Denk daarbij aan: overzicht van diverse typen van vergaderingen, scholingsactiviteiten, deelname van leerlingen aan voorzieningen, inzet van ondersteuningsmiddelen en vastgestelde effecten e.d. Wanneer een Samenwerkingsverband een monitoringbeleid voert en relevante data verzamelt, is het jaarverslag de plek om daarin verslag te doen van die activiteiten. Denk daarbij aan gegevens als: in-, door- en uitstroom, registratie van thuiszitters, deelname aan Arrangementen, aantal leerlingen dat gebruik maakt van extra ondersteuning, aantal leerlingen besproken in zorg- en adviesteam e.d. 42

44 12. Financieel beleid 1. Financieel beleid en weerstandsvermogen Het oude SWV, de stichting, wordt omgezet in een coöperatie. Hierbij wordt de geconsolideerde balans per met alle rechten en plichten overgezet naar de nieuwe coöperatie. De balans van het oude SWV per wordt ingebracht als openingsbalans, waarbij er een deel beklemd eigen vermogen bestemd blijft voor de verplichtingen van het oude OPDC. Na de start van de coöperatie wordt er een weerstandsvermogen gevormd uit de reeds bestaande vrije middelen die meegekomen zijn van het oude SWV. De reserve wordt naar rato van het aantal leerlingen aangevuld door de nieuwe toetredende deelnemers. Op deze wijze is er een gelijke inbreng van de deelnemers in het nieuwe SWV. Voor de toekomst wordt op basis van een risicoanalyse het benodigde weerstandsvermogen voor de coöperatie bepaald. Het streven is om binnen een periode van vijf jaar, gerekend vanaf , het benodigde weerstandvermogen te bereiken. In tabel 9 staat de geprognosticeerde openingsbalans na verwerking weerstandsvermogen. Tabel 9. Openingsbalans per (geprognosticeerd) Activa Passiva Vaste activa Eigen vermogen Bestemmingsreserves OPDC Weerstandsvermogen Vlottende activa Voorzieningen Liquide middelen Kortlopende schulden Totaal activa Totaal passiva Begroting Er is een meerjarenbegroting opgesteld voor de jaren 2014 (vanaf ) tot en met schooljaar In de begroting is rekening gehouden met de vereveningsbijdrage. De begroting geeft voor alle jaren een positief exploitatieoverschot, mede door de positieve vereveningsbijdrage. De gereviseerd begroting is hernieuwd vastgesteld in juni Vereveningsbijdrage In de begroting is de vereveningsbijdrage opgenomen. 4. Lichte ondersteuning De uitbetaling van de lichte ondersteuning, de RZB gelden, blijft tot ongewijzigd, dat geldt ook voor de doorbetaling aan de VO scholen. Hierna zal het uit de totale ondersteuningsmiddelen worden betaald. Omdat er medewerkers op deze gelden worden ingezet op de scholen voor de lichte zorg, is de verwachting dat er na genoemde datum een vergelijkbare regeling komt. De LWOO en PrO gelden worden rechtstreeks aan de scholen betaald en niet via het SWV. Het budget is macro door 43

45 de overheid vastgesteld. Bij overschrijding van het budget (vastgesteld plafond) door de deelnemende scholen binnen het SWV zal dit worden gekort op de middelen van de lichte ondersteuning. Deze situatie gaat in 2016 in en er is l binnen het SWV beleid op gemaakt hoe dit wordt verrekend. 5. Speerpunten Vanuit het uitgangspunt van een dekkende zorgstructuur zijn er Arrangementen opgesteld en deze worden vertaald in de begroting. 6. Gemeenten Met de gemeentes worden afspraken gemaakt om de verschillende beleidsterreinen met dezelfde doelgroep, namelijk de leerlingen, goed op elkaar af te stemmen. Hierbij moet gedacht worden aan de beleidsterreinen thuiszitters, leerlingenvervoer, de verbinding met de jeugdzorg en huisvesting. 7. Eigen Brinnummer Het nieuwe SWV krijgt een eigen brinnummer en de geldstromen komen rechtstreeks bij het SWV binnen. Niet zoals in de oude situatie via een van de deelnemende scholen, die als kassierschool fungeerde. Vanuit de oude situatie werd er al een financieel jaarverslag opgesteld, met accountantscontrole en verklaring. Dit zal in de nieuwe situatie gelijk blijven, waarbij het aan het bestuur is de accountant te benoemen. Dit is geen verandering ten opzichte van de oude situatie. 8. Administratieve organisatie Gelet op de toenemende complexiteit en meer dan verdubbeling van de geldstromen zal de administratieve organisatie moeten worden versterkt. Er ligt echter al een goede basis voor uitbreiding en versterking. Jaarlijks wordt voor 1 december een begroting opgesteld en goedgekeurd en voor 1 juli dient het financieel jaarverslag van het jaar ervoor te worden opgeleverd en goedgekeurd. 44

46 Bijlage 1: Referentiekader Passend Onderwijs Ondersteuningsplan Het Samenwerkingsverband maakt afspraken over de wijze waarop voor alle leerlingen een passende plek in het onderwijs kan worden gerealiseerd. De afspraken moeten worden vastgelegd in het Onderwijs Ondersteuningsplan. In de huidige wetgeving zijn de bepalingen over het Onderwijs Ondersteuningsplan in het primair en in het Voortgezet Onderwijs verschillend. In het kader van Passend Onderwijs moet het Onderwijs Ondersteuningsplan zowel in het primair als in het Voortgezet Onderwijs de volgende punten omvatten: De eerste 8 punten worden genoemd in het wettelijk kader; de laatste 4 vloeien voort uit de afspraken uit het referentiekader. 1. De wijze waarop voor elke leerling met een ondersteuningsvraag zo veel mogelijk Passend Onderwijs kan worden gerealiseerd. De ondersteuningsprofielen van alle scholen (regulier en speciaal) die deelnemen aan het Samenwerkingsverband zijn hier onderdeel van. 2. De afspraken (procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben gemaakt over de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, met inachtneming van de Wgbh/cz. 3. De beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de daarmee samenhangende bekostiging. 4. De procedure en criteria voor de plaatsing van leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs in het Samenwerkingsverband en op scholen voor Speciaal Onderwijs en Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs, de procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen van scholen voor Speciaal Onderwijs en Speciaal en Voortgezet Speciaal Onderwijs voor wie de periode waarop de Toelaatbaarheidsverklaring is verstreken. 5. De manier waarop ouder(s)/verzorger(s) worden geïnformeerd over de wijze waarop de ondersteuning voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in het Samenwerkingsverband is ingericht. 6. De wijze van samenwerking en afstemming met de (landelijke) voorziening(en) voor C1 en De procedure en het beleid over terug- en overplaatsing van leerlingen bij wie de Toelaatbaarheidsverklaring is verstreken. 8. De afspraken over de basisondersteuning. 9. De wijze waarop wordt vastgesteld wat het aandeel van de onderscheiden scholen is in de overdracht van de bekostiging voor materiële instandhouding in specifieke situaties. 10. De wijze waarop wordt vastgesteld wat het aandeel van de onderscheiden scholen is in de overdracht van de bekostiging van personeelskosten in specifieke situaties. 11. De wijze waarop in samenwerking met ketenpartners de multidisciplinaire beoordeling en integrale indicering en aanpak vorm krijgen op schoolniveau en op het niveau van het Samenwerkingsverband. 12. De afspraken tussen en binnen SWV PO en VO omtrent een effectieve overdracht van leerlingen naar een andere sector, school of opleiding. Het Onderwijs Ondersteuningsplan wordt ten minste eens per vier jaar opgesteld en is voor belanghebbende partijen in te zien. 45

47 Bijlage 2: De Plaatsingswijzer Door de digitale Plaatsingswijzer wordt de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs gebaseerd op de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals die zichtbaar wordt in het leerlingvolgsysteem van de school. Bij de Plaatsingswijzer staan de gegevens uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 centraal. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van de leerling bij: begrijpend lezen; rekenen en wiskunde; technisch lezen; spelling. De eerste twee onderdelen tellen hierbij het zwaarst. Per onderwijsniveau zijn er vier profielen waarop een leerling kan worden aangemeld. Dit heeft ermee te maken, dat een leerling niet altijd voldoet aan de eisen, die nodig zijn voor het betreffende onderwijsniveau. De profielen staan hieronder omschreven. Voor sommige profielen is het nodig, dat de basisschool extra informatie aanlevert. De Toelatingscommissie van de school voor Voortgezet Onderwijs beslist uiteindelijk over de plaatsing, na overleg met de basisschool. 1. Het Basisprofiel is het vereiste niveau voor het betreffende onderwijsniveau. 2. Het Plusprofiel is het profiel voor leerlingen die m.b.t. het betreffende onderwijsniveau wat over lijken te hebben en misschien in de toekomst kunnen opstromen naar een hoger niveau. 3. Het Bespreekprofiel is het profiel voor leerlingen die niet geheel voldoen aan de eisen voor het betreffende onderwijsniveau. Zo kan er zich een situatie hebben voorgedaan in het (school)leven van de leerling, waardoor het presteren op school tijdelijk negatief is beïnvloed. Door middel van een schriftelijke onderbouwing geeft de basisschool aan op grond waarvan men van mening is dat de leerling toch een plek zou moeten krijgen binnen het betreffende onderwijsniveau. 4. Het Disharmonisch profiel is het profiel voor leerlingen die (op basis van het leerlingvolgsysteem) niet aan de eisen voor het betreffende onderwijsniveau lijken te voldoen, maar waarvoor de verklaring gevonden wordt in een gediagnosticeerde leerstoornis (bijv. dyslexie) of een diagnose op sociaal-emotioneel gebied (bijv. pdd-nos). Ook hierbij geldt, dat de basisschool een schriftelijke onderbouwing aanlevert. Eisen per onderwijsniveau Per vakgebied worden in een Excel blad de vaardigheidsscores ingevoerd, die uiteindelijk een beeld geven van de best passende plek voor een leerling. Hieronder de globale informatie per onderwijssoort. PLAATSINGSWIJZER A: VWO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op A/I-niveau. PLAATSINGSWIJZER B: HAVO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op A- en B/II-niveau. 46

48 PLAATSINGSWIJZER C: VMBO-TL/MAVO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op C/III-niveau en heeft daarnaast ook B-scores. PLAATSINGSWIJZER D: VMBO-KL De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op hoog D- en lager C-niveau = IV-scores. PLAATSINGSWIJZER E: VMBO-BL De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald met overwegend E/V-scores en voor technisch lezen E-en D- scores / IV-scores. PLAATSINGSWIJZER F: PRO De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over het geheel genomen resultaten behaald op E/V-niveau. Door onderzoek is vastgesteld dat het IQ lager is dan 76. Op twee van de vier domeinen (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen) is sprake van een achterstand van 3 jaar of meer, waaronder in elk geval begrijpend lezen en/of inzichtelijk rekenen. 47

49 Bijlage 3: Handelingsgerichte Indicerings Trajectwijzer Kerngegevens Achternaam Voorvoegsel(s) Voorna(a)m(en) Roepnaam Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Geboortedatum Geslacht BSN Aanvragende school School van plaatsing Naam school BRIN nr. van aanvragende school Naam contactpersoon Startvragen 1. Is er op uw school op enige wijze extra ondersteuning geboden aan de leerling gedurende de schoolloopbaan? Heeft deze leerling een indicatie voor Clusteronderwijs die ambulant ingezet gaat worden Zo ja, welke? Heeft deze leerling een Clusterindicatie voor Cluster 3 of 4 (gehad) Zo ja, welke? 2a. Is er sprake van bijzonderheden in het gedrag? 2b. Is er sprake van een gediagnosticeerde gedragsstoornis? 3. Is er een intelligentietest geweest bij deze leerling? 4. Heeft deze leerling extra ondersteuning nodig om te kunnen functioneren in het Voortgezet Onderwijs? (Sociaal emotioneel, werkhouding) 5. Zijn er andere bijzonderheden bij deze leerling, die bij eerdere vragen niet aan bod kwamen, maar wel van belang kunnen zijn voor het vervolg van de onderwijsloopbaan van deze leerling? 6. Zijn er bijzonderheden in de thuissituatie die mogelijkerwijs van invloed zijn op het onderwijstraject? Schoolniveau Wat is het schoolniveau vanuit de plaatsingswijzer/ontwikkelingsperspectief? Huidig leerjaar Huidig schoolniveau Is er sprake van doublure(s) Zo ja, welk leerjaar? Is er sprake van wisseling van schoolniveau? Zo ja, toelichting Is er sprake van een LWOO/PrO beschikking? 48

50 Ondersteuning in huidige school? U heeft aangegeven dat er op uw school op enige wijze extra ondersteuning geboden is aan deze leerling. Welke ondersteuning heeft u geboden en wat is daar het effect van geweest? Gedrag U heeft aangegeven dat er sprake is van bijzonderheden in het gedrag, graag hieronder een beschrijving hiervan geven (internaliserend, externaliserend gedrag, TRF/SEV meezenden) U heeft aangeven dat er sprake is van een gediagnosticeerde gedragsstoornis Gestelde diagnoses Beschrijving van deze bijzonderheden Is er sprake van kenmerken van gedragsstoornissen? Is er sprake van kenmerken van de hiernaast genoemde stoornissen? Extra ondersteuning Is er naar aanleiding van het gedrag extra ondersteuning ingezet? Wat was de geboden ondersteuning en had dit effect binnen of buiten school? Gebruikt deze leerling medicatie? Heeft de leerling medicatie gebruikt in het verleden? Wat is de reden van het stoppen met de medicatie? Zo ja, welke? Wat is de dosering per keer? Wat is de frequentie? Wordt de medicatie thuis en/of op school gebruikt? Heeft de leerling hierbij ondersteuning nodig? Wie mag de medicatie (op school) toedienen? Protectieve factoren Welke kwaliteiten/kenmerken heeft deze leerling die hij/zij kan inzetten? Welke ondersteuning/vaardigheden hebben de leerkrachten de afgelopen jaren succesvol ingezet, om zo goed mogelijk met het gedrag van deze leerling om te gaan? Betrokken instanties Krijgt deze leerling of het gezin ondersteuning? Zo ja, welke ondersteuning? Is er in het verleden ondersteuning geweest die van belang is voor het onderwijs van nu? Welke organisatie(s) zijn bij het gezin betrokken (geweest)? Periode Hoeveel jaar? Is de hulpverlening gestopt? Zo ja, wat is daarvan de reden? Zo nee, wat is daarvan de reden? Is de aanwezigheid van hulpverlening/ondersteuning voldoende geweest waardoor deze leerling zich nu kan redden in het huidige onderwijs? Zo nee, wat is de gewenste ondersteuningsbehoefte? Hebt u bovenstaande met de ouder(s)/verzorger(s) besproken? En zo ja: herkennen zij zich er in? Hoe lang is er sprake van ondersteuning (geweest)? 49

51 Organisatie Intelligentie Er is een intelligentietest geweest. Wilt u hieronder de (meest recente) testgegevens invullen Graag profiel blz. meesturen Naam test Toelichting Onderzoeker Datum Totaal IQ Verbaal IQ Performaal IQ Verwachtingen extra ondersteuning in de toekomst U heeft aangegeven dat u verwacht dat deze leerling extra ondersteuning behoeft in een reguliere VO-setting In welke van onderstaande gebieden verwacht u dat deze leerling extra ondersteuning nodig heeft? U hebt aangegeven dat er bij deze leerling ondersteuning nodig heeft m.b.t. zijn/haar leeropbrengsten Is er sprake van een diagnose van Dyslexie, Dyscalculie of NLD Is er sprake van een diagnose van Is er sprake van kenmerken van Dyslexie, Dyscalculie of NLD? Is er sprake van kenmerken van Wordt er gebruik gemaakt van compenserende hulpmiddelen? Zo ja, welke? Is er sprake van een aangepaste leerroute? Zo ja, toelichting Kan de noodzakelijke aanvullende didactische begeleiding binnen het regulier Voortgezet Onderwijs geboden worden? Zo nee, wat is de ondersteuningsbehoefte van het kind? U heeft aangegeven dat u verwacht dat er extra ondersteuning nodig is op sociaal-emotioneel gebied Met betrekking tot welk aspect(en) verwacht u dat er extra ondersteuning nodig is? Welk aspect? Heeft de leerling behoefte aan: Ondersteuning bij het maken van huiswerk Stappenplannen en/of checklist (bijv. voor maken werkstuk) Overgangen tussen activiteiten afbakenen en verduidelijken Rustige werkplek Prikkelreductie Ordenen van benodigde materialen (spullen voor elkaar) Instructiebehoeften Heeft deze leerling extra/verlengde instructie nodig? Moet er gecontroleerd worden of instructie is overgekomen? Heeft deze leerling behoefte aan visuele ondersteuning bij auditief aangeboden informatie? Heeft de leerling behoefte aan auditieve ondersteuning bij visueel aangeboden informatie? Moet deze leerling leren omgaan met compenserende hulpmiddelen? (dyslexie/dyscalculie) Moet de taak opgedeeld worden in kleine leerstapjes? 50

52 Kan deze leerling omgaan met uitgestelde aandacht, minimaal 10 minuten? Toelichting Kan deze leerling na een (verlengde) instructie 10 minuten zelfstandig aan het werk? Heeft deze leerling begeleiding nodig bij het starten met een taak? Zijn er medische beperkingen, waardoor de zelfredzaamheid in het geding komt? (verklaring arts meezenden) Is er sprake van dusdanige fysieke beperking/chronische ziekte, waardoor deze leerling (deels) afhankelijk is van ondersteunende begeleiding en/of middelen? Is er sprake van beperkingen in zich bewegen: zich verplaatsen en/of lopen? Wordt er gebruik gemaakt van een loopondersteuning/rolstoel? Wordt er gebruik gemaakt van aangepast meubilair? Zijn er problemen op het gebied van toegankelijkheid? Is er sprake van beperking op gebied van deelname aan gym of andere motorische vakken? Is er ondersteuning nodig bij ADL vaardigheden/zelfverzorging? Kan deze leerling zelfstandig naar school komen? Is er sprake van een beperking in de communicatieve redzaamheid? Zijn er problemen op het gebied van handicapbeleving? U heeft aangegeven dat u verwacht dat er extra ondersteuning nodig is op motorisch gebied Motorische problematiek Toelichting grove motoriek Toelichting fijne motoriek Anders, namelijk.. Protectieve factoren Welke kwaliteiten heeft deze leerling die hij/zij in kan zetten om tot een goede werkhouding te komen? Welke ondersteuning/vaardigheden hebben de leerkrachten in de afgelopen jaren succesvol ingezet om de werkhouding te bevorderen? Relaties met anderen/sociale weerbaarheid Houdt deze leerling zich aan de schoolregels? Wordt deze leerling sociaal aanvaard binnen de groep? Kan deze leerling voldoende voor zichzelf opkomen? Is het gedrag van deze leerling leerkrachtafhankelijk? Gaat deze leerling gemakkelijk mee in risicovol gedrag van anderen? Gaat deze leerling over de grenzen van andere leerlingen heen? Gaat deze leerling over de grenzen heen van leerkrachten en/of OOP? Vormt deze leerling een bedreiging voor de veiligheid van anderen op school? Hoe ervaart u de sociale relaties die deze leerling heeft met: Andere leerlingen Leerkrachten OOP Toelichting Overige belemmerende factoren Is er sprake van veel verzuim als gevolg van beperkingen/aandoeningen? Hoeveel dagen? Is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim? Hoeveel dagen? Zo ja, is de leerplichtambtenaar ingeschakeld? 51

53 Is er sprake van psychosomatische klachten? Zo ja, is er sprake van medische betrokkenheid? Hoe lang bestaat deze problematiek en wat is de frequentie? Zijn er problemen als gevolg van verlies van gezondheid Zo ja, toelichting Is er sprake van verslavingsproblematiek? (denk aan drugs/games/alcohol) Zo ja, toelichting Andere aspecten Fysieke beperkingen Is er sprake van een medische diagnose? Welke diagnose? Diagnose Welke spierziekte? Gebruikt deze leerling medicatie? Zo ja, welke? Wat is de dosering per keer? Wat is de frequentie? Wordt de medicatie thuis en/of op school gebruikt? Heeft de leerling hierbij ondersteuning nodig? Wie mag de medicatie (op school) toedienen? Zijn er instanties betrokken bij deze leerling? Betrokken instanties bij deze leerling zijn: Instantie Communicatie ondersteuningsbehoefte Is er sprake van communicatieproblematiek? Welke problematiek? Anders, namelijk.. Zijn er medische beperkingen, waardoor de zelfredzaamheid in het geding komt? Is er sprake van dusdanige fysieke beperking/chronische ziekte, waardoor deze leerling (deels) afhankelijk is van ondersteunende begeleiding en/of middelen? Is er sprake van beperkingen in zich bewegen: zich verplaatsen en/of lopen? Wordt er gebruik gemaakt van een loopondersteuning/rolstoel? Wordt er gebruik gemaakt van aangepast meubilair? Zijn er problemen op het gebied van toegankelijkheid (gebouw)? Is er sprake van beperking op gebied van deelname aan gym of andere motorische vakken? Is er ondersteuning nodig bij ADL vaardigheden/zelfverzorging? Kan deze leerling zelfstandig naar school komen? Is er sprake van een beperking in de communicatieve redzaamheid? Zijn er problemen op het gebied van handicapbeleving? Thuissituatie Delen de ouder(s)/verzorger(s) de zorgen van school? Hebben de ouder(s)/verzorger(s) de zorg ingezet die nodig bleek? 52

54 Krijgen ouder(s)/verzorger(s) ondersteuning dan wel ondersteunende middelen (via de AWBZ) vanuit een zorginstelling? Zo ja, welk zorgzwaartepakket is toegekend? Hoe wordt deze ingezet? Zijn de omstandigheden in het gezin ondersteunend? Zo nee, toelichting Zijn personen in het derde milieu (oma, opa, tante, oom, etc.) ondersteunend voor de leerling? Is er sprake van opvoedproblematiek? Zo ja, toelichting Is de samenwerking huidige school-ouder(s)/verzorger(s) goed? Zo ja, toelichting Zo nee, toelichting Samenvattend Wat zijn de sterke punten van deze leerling? Wat zijn de sterke punten in de thuissituatie? Wat zijn de zorgen bij deze leerling? Welke ondersteuningsbehoefte acht u noodzakelijk voor deze leerling? Arrangement Zienswijze ouder(s)/verzorger(s) Hebt u bovenstaande met de ouder(s)/verzorger(s) besproken? En zo ja: herkennen zij hun kind hier in? Toelichting Verklaring De ouder(s)/verzorger(s) zijn geïnformeerd over de aanvraag en gaan akkoord met de (digitale) overdracht van de gegevens aan de betrokken commissies. De ouder(s)/verzorger(s) hebben kennis genomen van de inhoud van de HIT en de (eventueel) bijgevoegde bijlage(n). Zienswijze van de ouder(s)/verzorger(s) Toelichting Bijlagen 53

55 Bijlage 4: Handleiding PCL+ 1. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL+) 1.1 De taken van de PCL+ Taken van de PCL+ zijn: De PCL+ adviseert leerlingen een ondersteuningsarrangement op basis van de criteria voor LWOO, PrO, plaatsing OPDC Z.O. Drenthe en de criteria onderwijsbelemmering voor het clusteronderwijs De PCL+ adviseert (op verzoek) leerlingen naar een andere vorm van onderwijs/tussenvoorziening De PCL+ commissie adviseert over de plaatsing van leerlingen De PCL+ onderzoekt de plaatsbaarheid van een leerling voor het V(S)O De PCL+ geeft handelingsadviezen mee op basis waarvan het Ontwikkelingsperspectief (OPP) samen met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) opgesteld kan worden. De mogelijkheden, maar ook de ondersteuning- en begeleidingsvraag van de leerling staan hierbij centraal Op verzoek advies uitbrengen over de inrichting van de bovenschoolse ondersteuning en voorzieningen Als afgeleide van de primaire taak draagt de PCL+ zorg voor: a. Toezicht op de afgesproken uniformiteit t.a.v. de samenstelling van de dossiers b. Opstellen van een tijdpad voor de aanlevering van de adviezen d. Organiseren van een evaluatiebespreking over de toegepaste procedure betreft LWOO en PrO adviezen met de RVC Drenthe in november 2015 e. Opstellen van een jaarlijks verslag van haar werkzaamheden Bij het formuleren van het advies zal de PCL+ gebruik maken van een aantal deskundigen en de vastgestelde inhoudelijke criteria hanteren (bijgevoegd als bijlagen). 1.2 Samenstelling en bekostiging van de PCL+ Een aandachtspunt voor de vormgeving van de PCL+ is dat er voldoende kennis vanuit alle expertise aanwezig dient te zijn. In deze samenstelling leert men van elkaar en wordt de bemensing na overdracht van expertise uitgedund. Als de PCL+ na de proefperiode tot een vaste groep is ontwikkeld, wordt de deelname aan de PCL+ drie jaar gecontinueerd om de kennis te borgen en door te geven. Jaarlijkse evaluatie van de samenstelling vindt plaats. De PCL+ vergadert in principe elke week. De ene week als smalle PCL+, waarbij geadviseerd wordt omtrent Aanwijzing LWOO of TLV Pro, de andere week als brede PCL+, waarbij geadviseerd wordt omtrent TLV (Cluster 3 en Cluster 4) en de overige Arrangementen. De brede PCL+ wordt gevormd uit de smalle PCL+, aangevuld met externe deskundigen. De gewenste samenstelling van de PCL+ smal is: Onafhankelijk voorzitter (mogelijk uit aangrenzend SWV) Een vertegenwoordiging vanuit het VO, twee deelnemers Een orthopedagoog uit het OPDC Z.O. Drenthe Een vertegenwoordiger uit het PRO Een Front Office medewerker PCL+ De gewenste samenstelling van de PCL+ breed is: Onafhankelijk voorzitter (mogelijk uit aangrenzend SWV) Een vertegenwoordiging vanuit het VO, twee deelnemers Een orthopedagoog uit het OPDC Z.O. Drenthe Een vertegenwoordiger uit het PRO 54

56 Een orthopedagoog-generalist uit het Cluster 3 Een GZ-psycholoog uit het Cluster 4 Een generalist uit het CJG Een vertegenwoordiger uit bao (op afroep) Een Front Office medewerker PCL+ Daar waar dit nodig is voor de onderbouwing van uitspraken aangaande plaatsingen van leerlingen zal er op afroep een deskundige worden uitgenodigd. Bekostiging van de PCL+: De PCL+ wordt integraal gefinancierd uit het budget Lichte Ondersteuning uit het onderwijs, aangevuld met de jeugdzorggelden afgestemd in het Ondersteuningsplan. Het Dagelijks Bestuur laat jaarlijks een begroting voor de PCL+ opstellen. 2. Criteria en resultaatafspraak Als gevolg van de wetgeving passend onderwijs waarin SWV-en de keuze kunnen maken om de criteria voor LWOO en PrO aan te passen is er binnen ons Samenwerkingsverband gekozen om: Geen opting out toe te passen, d.w.z. het kiest voor het handhaven van de huidige criteria en duur (gehele schoolloopbaan) waarbij de Aanwijzing LWOO (voorheen LWOO)/Aanwijzing LWOO (plaatsing OPDC) en de Toelaatbaarheidsverklaring (TLV PrO) (voorheen PrO) door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL+) worden afgegeven. Een Aanwijzing LWOO kan afgegeven worden voor een leerling die in staat geacht wordt regulier VO te kunnen volgen, maar kan ook afgegeven worden voor een leerling waarbij een tijdelijke plaatsing op het OPDC wenselijk wordt geacht. Betreft het een Aanwijzing LWOO (plaatsing OPDC) dan is dat advies bindend. Alle VMBO scholen in het SWV Zuidoost-Drenthe VO beschikken over een LWOO-licentie. De scholen van het SWV Zuidoost-Drenthe VO kiezen ervoor om tijdens de komende periode tot 2018 nadrukkelijk in gesprek te gaan en beter te formuleren welke kwaliteit van de ondersteuning gekoppeld wordt aan een Aanwijzing LWOO of TLV PrO. Tevens zijn criteria voor de plaatsbaarheid op een VSO school opgesteld. Deze criteria hanteert het SWV bij de besluitvorming over de plaatsbaarheid van leerlingen op het VSO. Voor alle extra ondersteuning en plaatsing in de Tussenvoorziening heeft het SWV een resultaatgerichte afspraak gekoppeld aan de kengetallen van afgelopen jaren in relatie tot de krimpcijfers. Jaarlijks dient een terugloop van 2% per speciale school gedurende 5 jaar te worden behaald om dan op een evenwichtig niveau te zijn beland. 3. Procedure aanvraag Aanwijzing LWOO, Aanwijzing LWOO (plaatsing OPDC), TLV PrO, TLV (Cluster 3 en Cluster 4) en overige arrangementen * Het Bestuur van het SWV heeft besloten alle aanvragen Aanwijzing LWOO, Aanwijzing LWOO (plaatsing OPDC), TLV PrO, TLV (Cluster 3 en CL 4) en overige Arrangementen te laten verlopen langs de PCL+ van het SWV. Daarnaast is besloten dat het Expertisecentrum Zuidoost Drenthe van het SWV de gehele aanvraag verzorgt, in goed overleg met de samenwerkende V(S)O-scholen. 55

57 Uitgangspunten: Het advies van de basisschool (bao) en de uitkomsten van CITO LOVS zijn leidend voor het plaatsingsniveau. De toelatingscommissie VO maakt gebruik van de beide gegevens. Dit geldt voor alle leerlingen vanuit de reguliere bao. Voor leerlingen uit het sbao en SO zijn er steeds aanvullende testgegevens. Een uniforme werkwijze in de aanlevering van de gegevens ( vaardigheden, niveau, leervorderingen en sociaal emotionele ontwikkeling) is daarbij een voorwaarde. Twee instrumenten worden daarbij standaard ingevuld: 1. De plaatsingswijzer bepaalt het (didactisch) ontwikkelperspectief. 2. De handelingsgerichte vragenlijst om de juiste ondersteuning te bepalen. Om het belang hiervan te onderschrijven, leggen we dit vast in een convenant tussen PO en VO. Uiteraard zal hier voorafgaand zorgvuldig met besturen en coördinatoren SWV PO overleg gepleegd moeten worden om draagvlak te creëren en dit verder vorm te kunnen geven. Er wordt snelheid en efficiëntie geborgd door het ontwikkelingsperspectief en onderwijsbehoefte van de leerlingen eind groep 7 / begin groep 8 kenbaar te maken in een gesprek met ouders en kind, uiteraard op een digitale manier overdraagbaar. Door op deze manier te werken is aanmelding bij de PCL+ in november voor een grote groep mogelijk. Door deze manier van werken stromen de meeste leerlingen regulier door naar het VO via de toelatingscommissies van de VO-scholen. De handelingsgerichte vragenlijst zal ook gebruikt worden om de Arrangementen voor de zij-instromers te bepalen. De zorgcoördinatoren zullen dan deze toets moeten doen. De huidige criteria Aanwijzing LWOO, TLV PrO, TLV (Cluster 3 en CL 4) zullen voor de bespreekgevallen gebruikt worden. Door deze werkwijze te hanteren komt de groep leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte, ruim op tijd in beeld. * zie bijlage 1 voor het stroomschema procedure ondersteuning 3.1 De Procedure en besluitvorming voor ondersteuningstoewijzing Aanwijzing LWOO of TLV PrO * a) De aanmelding: A. Betreft de handelingen te verrichten door het Expertisecentrum Zuidoost Drenthe. 1. De aanmelding voor onderzoek zal door de ouder(s)/verzorger(s) en/of basisscholen (bao)/voortgezet Onderwijs (VO) verlopen via het Expertisecentrum. De onderzoeken vinden plaats op het Expertisecentrum. Voor de vermoedelijke toekomstige leerlingen van De Nieuwe Veste te Coevorden, Esdal College locatie Klazienaveen, Esdal College locatie Borger en de RSG Ter Apel vinden, vanwege geografische afstand, de onderzoeken plaats op de locatie zelf. De oproep voor aanmelding wordt door het SWV Zuidoost-Drenthe VO verricht door het Expertisecentrum. Daartoe worden standaardformulieren verspreid richting het (s)bao en in cc naar het VO. 2. Het Expertisecentrum is verantwoordelijk voor de uitnodiging van de leerlingen voor onderzoek. Het onderzoek zal in drie testrondes verlopen. De eerste testronde zal plaatsvinden in oktober/november, de tweede in februari/maart en de derde en laatste testronde in april/mei. Na de derde testronde kan er nog een bezemronde voor onderzoek worden georganiseerd. 3. Het Toelatingsonderzoek voor Aanwijzing LWOO/TLV PrO wordt in overleg met het VO onder verantwoordelijkheid van het Expertisecentrum afgenomen. 56

58 Het Toelatingsonderzoek is gericht op: a. intelligentie b. emotionele problematiek faalangst prestatiemotivatie emotionele instabiliteit Leerachterstanden worden niet meer getest door het Expertisecentrum, maar worden overgenomen uit het CITO LOVS van de bao (plaatsingswijzer). De bij de toetsing in te zetten instrumenten dienen te voldoen aan de eisen die gesteld worden in de brochures van het ministerie ("COTAN-lijst"). Van die genoemde instrumenten heeft de PCL+ voor indicatie de volgende voorgeschreven: Voor IQ NDT of NIO WISC III Voor Leerachterstand CITO LOVS CITO - speciale leerlingen Voor Sociaal-emotioneel H.I.T.-lijst (in dit overgangsjaar mag er overigens nog gebruik gemaakt worden van het Onderwijskundig Rapport) AVL NPV-J2 PMT-K2 Wat betreft het onderzoek van NT-2 leerlingen: Voor IQ Non verbale Wisc Voor Leerachterstand Voor Nieuwkomers korter dan 2 jaar in Nederland wordt dit onderzoek niet afgenomen NT-2 leerlingen langer dan 2 jaar: Zie criteria Toelatingsonderzoek voor Aanwijzing LWOO/TLV PrO Voor sociaal-emotioneel H.I.T.-lijst AVL 4. Het Expertisecentrum zal vervolgens zorg dragen voor het verwerken van de afgenomen toetsen. 5. Het Expertisecentrum draagt zorg voor een goede communicatie met de ouder(s)/verzorger(s) en aanleverende bao/vo omtrent de resultaten van het onderzoek. 6. Het bao/vo draagt zorg voor het op te stellen dossier om in aanmerking te komen voor gelden uit Aanwijzing LWOO/TLV PrO. Dit dossier bestaat uit: a. Een door het bao/vo en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevuld en ondertekend Onderwijskundig Rapport/HIT (PO/VO) (inclusief een voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar derden) b. De resultaten van de digitale plaatsingswijzer Het Expertisecentrum meldt in principe binnen twee werkweken of de aanmelding compleet is. Indien dit niet het geval is heeft de aanleverende bao/vo twee werkweken de tijd om de aanmelding compleet te maken. Dit alles met inachtneming van de wettelijk termijn van maximaal 10 werkweken in het kader van de zorgplicht. 57

59 7. Het Expertisecentrum draagt zorg voor het op te stellen dossier voor de aanvraag. Dit dossier bestaat uit: a. Een door het bao/vo en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevuld en ondertekend Onderwijskundig Rapport of Handelingsgerichte Indicerings Trajectwijzer (HIT) (PO/VO) (inclusief een voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar derden) b. De resultaten van de digitale plaatsingswijzer c. De onderzoeksresultaten d. Een op bovenstaand gebaseerd en ondertekend advies van een orthopedagoog/psycholoog 8. De volledige dossiers worden door het Expertisecentrum aangeleverd bij de PCL+. 9. Het Expertisecentrum draagt zorg voor de berichtgeving naar de ouder(s)/verzorger(s) en bao/vo. 10. De dossiers inclusief de Aanwijzing LWOO/TLV PrO van de leerlingen worden door het Expertisecentrum doorgestuurd en bewaard op de school van inschrijving. De leerling volgt daar de les. Opmerking: Met de scholen van speciaal basisonderwijs worden afzonderlijke afspraken gemaakt over de wijze waarop getoetst zal worden en hoe de leerlingendossiers aangedragen moeten worden naar de PCL+ B. Betreft de handelingen te verrichten door de PCL+. 1. De PCL+ schrijft in haar eerste vergadering van het nieuwe cursusjaar de vergaderingen uit voor het gehele cursusjaar. 2. Tijdens de vergaderingen in september wordt de handleiding van de PCL+ voor het komende cursusjaar vastgesteld. Deze handleiding wordt voorgelegd aan het Besturenoverleg in haar oktober vergadering. 3. Tijdens het behandelen van de dossiers formuleert de PCL+ per leerling het besluit als het gaat om een ondersteuningsadvies. Elk besluit is gebaseerd op de volgende gegevens: a. Een door het bao/vo en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevuld en ondertekend Onderwijskundig Rapport/HIT (PO/VO) (inclusief een voor akkoord getekende verklaring voor het doorsturen van gegevens naar derden) b. De resultaten van de digitale plaatsingswijzer c. De onderzoeksresultaten d. Een op bovenstaand gebaseerd en ondertekend advies van een orthopedagoog/psycholoog Bij het ontbreken van één of meerdere gegevens zal de PCL+ het dossier niet in behandeling nemen, maar vragen om aanvullende gegevens. 4. Het advies kan betrekking hebben op: a. Een Aanwijzing LWOO b. Een TLV PrO 5. De PCL+ levert alle besluiten (positief/negatief) via het Expertisecentrum digitaal aan de betreffende bao/vo. Het Expertisecentrum draagt zorg voor de overdracht van de dossiers naar de betreffende VO waar de leerling wordt/staat ingeschreven. Het Expertisecentrum zorgt ervoor dat de toekomstige VO van inschrijving de Aanwijzing LWOO of TLV PrO ontvangt. De leerling volgt daar de les. 6. Alle dossiers van zorgleerlingen, die in aanmerking lijken te komen voor een Aanwijzing LWOO of TLV PrO moeten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 juli in het bezit zijn van de PCL+. 58

60 b) Aanvullende opmerkingen: a. Bovenstaande werkwijze maakt duidelijk dat de PCL+ in beginsel geen direct contact heeft met leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en bao/vo, alleen bij een bezwaarprocedure is er wel contact met ouder(s)/verzorger(s) en bao/vo. b. De PCL+ kan nader onderzoek gewenst vinden. Daartoe kan zij het Expertisecentrum opdracht geven. c. Van groot belang is dat de procedures goed gehanteerd worden. Dit ook met het oog op mogelijke bezwaaren/of beroepsprocedures. c) Grensvlak Aanwijzing LWOO/TLV PrO (Strijdige criteria): Middels een motivatie geeft de aanvragende school bij strijdige criteria aan of men kiest voor een Aanwijzing LWOO of TLV PrO. Hierbij wordt gekeken naar aspecten als leerbaarheid, zelfvertrouwen, kwetsbaarheid, etc. De PCL+ neemt dit mee in haar advies en op basis van dit advies neemt de directeur van het SWV zijn besluit. Indien er een afwijkend advies/besluit genomen gaat worden, wordt dit voor de uiteindelijke besluitvorming besproken met de aanvragende school. Mocht blijken dat er afwijkend van de aanvraag een Aanwijzing LWOO of TLV PrO nodig is, dan hoeft de aanvraag niet opnieuw te worden ingediend door de school, maar geschiedt dit op basis van de gegevens die zijn ingediend bij de oorspronkelijke aanvraag. d) Wat betreft de zij-instroom: Wanneer bij een leerling die reeds binnen het eerste leerjaar van het VO functioneert, aangetoond wordt dat hij/zij een Aanwijzing LWOO nodig heeft, kan een aanvraag nog ingediend worden (zij-instroom). Dit kan alleen tijdens het eerste leerjaar van het VO. Wanneer bij een leerling die reeds binnen het VO functioneert met een LWOO beschikking, waarbij aangetoond wordt dat hij/zij een TLV PrO nodig heeft, kan een omzettingsaanvraag (voorheen bijzondere regeling) ingediend worden. Na toewijzing van de TLV PrO schakelt de leerling naar het Praktijkonderwijs. * zie bijlage 2 Criteria voor Aanwijzing LWOO en TLV PrO 3.2 De Procedure en besluitvorming voor ondersteuningstoewijzing TLV (Cluster 3 of Cluster 4) * Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) hebben Toelaatbaarheidsverklaringen van het SWV nodig om leerlingen tot Cluster 3 of Cluster 4 te mogen toelaten. De toelatingsprocedure is als volgt: 1) De eerste stap is dat de aanleverende school, die een leerling op grond van artikel 40 WEC wil toelaten tot het VSO, een Toelaatbaarheidsverklaring voor de desbetreffende leerling van het SWV vraagt. Het SWV vraagt de aanleverende school om een onderbouwing van het toelaatbaarheidsverzoek op basis van een aangeleverd dossier. Dit dossier bestaat uit de gegevens om te kunnen beoordelen of de leerling door het onderhavige SWV moet worden beoordeeld op plaatsing op het VSO (art 40, lid WEC). Een dossier van een aanvragende school buiten ons SWV bestaat uit: a. De analyse van de problematiek van de leerling met onderbouwing door testen en deskundigheidsverklaringen b. Score van de leerling op de toetsingscriteria van het SWV c. Ontwikkelingsperspectief (OPP) voor de desbetreffende leerling met acties en doelen d. Reden waarom de leerling niet op een van de reguliere VO-scholen kan worden geplaatst, al dan niet met ambulante begeleiding 59

61 e. Reden waarom de leerling (indien van toepassing) moet worden geplaatst op een VSO-school buiten de SWV-regio (bij een aanvraag van een VSO-school van elders) f. Acties die worden ondernomen om de leerling weer terug te plaatsen in het reguliere VO (al dan niet met ambulante begeleiding) g. Verklaring van de ouder(s)/verzorger(s) dat zij instemmen met de aanvraag van de VSO-school Een dossier van een aanvragende school binnen ons SWV bestaat uit een door het (s)bao/(v)so en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevulde HIT met daarin: a. De analyse van de problematiek van de leerling met onderbouwing door testen en deskundigheidsverklaringen b. Score van de leerling op de toetsingscriteria van het SWV c. Ontwikkelingsperspectief (OPP) voor de desbetreffende leerling met acties en doelen d. Reden waarom de leerling niet op een van de reguliere VO-scholen kan worden geplaatst, al dan niet met ambulante begeleiding e. Reden waarom de leerling (indien van toepassing) moet worden geplaatst op een VSO-school buiten de SWV-regio (bij een aanvraag van een VSO-school van elders) f. Acties die worden ondernomen om de leerling weer terug te plaatsen in het reguliere VO (al dan niet met ambulante begeleiding) g. Verklaring van de ouder(s)/verzorger(s) dat zij instemmen met de aanvraag van de VSO-school Wanneer er sprake is van een herindicatie dient het dossier te bevatten: a. Uitstroomprofiel b. Advies CvB c. OPP d. Kopie oude indicatie 2) Als het dossier compleet is neemt de Front Office medewerker PCL+ de aanvraag in behandeling en wordt gemeld aan de aanleverende school wanneer een beslissing te verwachten is. Is het dossier niet compleet, dan vraagt de Front Office medewerker PCL+ om het dossier aan te vullen, waarna de aanvraag in behandeling wordt genomen. Het ontbreken van informatie kan een reden voor afwijzing van de aanvraag zijn als hierdoor geen goede beoordeling mogelijk is. De Front Office medewerker PCL+ is aangewezen binnen het SWV als dossierhouder (of trajectbegeleider), met als taak om contacten met de aanmeldende/plaatsende school en de PCL+ over de procedure te onderhouden en om te zorgen dat het dossier tijdig wordt behandeld en afgedaan. 3) De Front Office medewerker PCL+ brengt de PCL+ leden op de hoogte van de te bespreken dossiers. Voorafgaand aan de PCL+ vergadering bereiden de leden de dossiers voor. Tijdens de PCL+ vergadering geven de leden per dossier hun advies af of vragen waar nodig om extra aanvulling. 4) De Front Office medewerker PCL+: a. vraagt desgewenst de extra aanvulling op bij de aanleverende school (na ontvangst zal het dossier opnieuw besproken worden in de eerstvolgende PCL+ vergadering). b. werkt het afgegeven advies uit. 5) De directeur van het SWV, daartoe gemandateerd door het bestuur van het SWV, neemt op basis van het advies van de PCL+ een besluit. Het besluit kan zijn dat de directeur het advies overneemt of dat de directeur gemotiveerd afwijkt van het advies. 60

62 Het besluit is dan: a. Niet ontvankelijk (dit SWV gaat niet over de toelaatbaarheid van deze leerling) b. De leerling is toelaatbaar tot VSO-school x voor de periode c. De leerling is toelaatbaar tot VSO-school x voor de periode, met de volgende aanvullende voorwaarden:... 6) De Front Office medewerker PCL+ informeert de aanleverende school, ouder(s)/verzorger(s) en plaatsende school. Bij de informatie aan de ouder(s)/verzorger(s) wordt vermeld dat belanghebbenden binnen 6 weken, gerekend vanaf de dag na ontvangst van het besluit, gemotiveerd bezwaar kunnen aantekenen bij de bezwaaradviescommissie. Op grond van artikel 6:5 Awb moet het bezwaarschrift zijn ondertekend en bevat het ten minste: a. de naam en het adres van de indiener b. de dagtekening c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht d. de gronden van het bezwaar of beroep Daarnaast verzorgt de Front Office medewerker PCL+, wanneer het advies is overgenomen door de directeur, de TLV. De standaardopbouw van een TLV bevat: N.a.w. gegevens leerling m/v geboortedatum BSN nummer Brinnummer aanvragende school Schoolsoort toelaatbaarheid bekostigingscategorie datum ingang toelaatbaarheid datum einde toelaatbaarheid beschikkingsnummer handtekening directeur van SWV datum afgifte (PCL+ vergaderdatum) Een TLV wordt per afgegeven voor een termijn van maximaal 2 jaar. Dit houdt in dat de tussentijds afgegeven TLV gedurende het schooljaar plus het schooljaar daarop gehandhaafd blijft. De PCL+ heeft per een mandaat om over de termijn waarvoor een TLV geldt, een advies mee te geven aan de directeur. Een TLV voor een kind met het syndroom van Down zou bij voorbeeld voor de gehele schoolloopbaan kunnen gelden. Een voorselectie door de CvB (Commissie van Begeleiding) van de VSO scholen kan hierin zeer ondersteunend zijn. Dit zorgt ervoor dat er meer tijd overblijft voor die dossiers waarbij de evaluatie essentieel is. Een ander voorbeeld is de 18+ groep. Hiervoor kan de PCL+ een advies mee geven aan de directeur voor een TLV termijn van bijvoorbeeld 1 jaar. De dossiers inclusief de TLV van de leerlingen worden door de Front Office medewerker PCL+, na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s), doorgestuurd en bewaard op de VSO van inschrijving. De leerling volgt daar de les. * zie bijlage 3 Criteria voor TLV (Cluster 3) * zie bijlage 4 Criteria voor TLV (Cluster 4) 61

63 3.3 De Procedure en besluitvorming voor ondersteuningstoewijzing overige Arrangementen De VO scholen binnen ons SWV kunnen desgewenst ondersteuningsaanvragen doen betreffende de overige Arrangementen, t.w.: - Lichte Ondersteuning (vroegere LGF Cluster 3 en Cluster 4 reguliere school en RZB i.a.v. ALV besluit) - Tussenvoorziening: Kort traject van 3 maanden - Tussenvoorziening: Middellang traject van 6 maanden 1) Een dossier van een aanvragende school bestaat uit een door het VO en ouder(s)/verzorger(s) volledig ingevulde HIT met daarin: a. De analyse van de problematiek van de leerling met onderbouwing door testen en deskundigheidsverklaringen b. Score van de leerling op de toetsingscriteria van het SWV c. Ontwikkelingsperspectief (OPP) voor de desbetreffende leerling met acties en doelen d. Reden waarom de leerling deze extra ondersteuning nodig heeft. e. Verklaring van de ouder(s)/verzorger(s) dat zij instemmen met de aanvraag overig Arrangement 2) Als het dossier compleet is neemt de Front Office medewerker PCL+ de aanvraag in principe binnen een week in behandeling en geeft aan de aanleverende school door wanneer het dossier besproken zal worden in de PCL+ vergadering en dat de beslissing in de week na de PCL+ vergadering te verwachten is. Is het dossier niet compleet, dan vraagt de Front Office medewerker PCL+ om het dossier aan te vullen, waarna de aanvraag in behandeling wordt genomen. Het ontbreken van informatie kan een reden voor afwijzing van de aanvraag zijn als hierdoor geen goede beoordeling mogelijk is. 3) De Front Office medewerker PCL+ brengt de PCL+ leden op de hoogte van de te bespreken dossiers. Voorafgaand aan de PCL+ vergadering bereiden de leden de dossiers voor. Tijdens de PCL+ vergadering geven de leden per dossier hun advies af of vragen waar nodig om extra aanvulling. 4) De Front Office medewerker PCL+: a. Vraagt desgewenst de extra aanvulling op bij de aanleverende school (na ontvangst zal het dossier opnieuw besproken worden in de eerstvolgende PCL+ vergadering). b. Werkt het afgegeven advies uit. 5) De directeur van het SWV, daartoe gemandateerd door het bestuur van het SWV, neemt op basis van het advies van de PCL+ een besluit. Het besluit kan zijn dat de directeur het advies overneemt of dat de directeur gemotiveerd afwijkt van het advies. 6) De Front Office medewerker PCL+ informeert de aanleverende school. De aanleverende school informeert de ouder(s)/verzorger(s) en neemt het verdere initiatief. De dossiers van de leerlingen worden door de Front Office medewerker PCL+ retour gestuurd naar de aanvragende school. Aanvullende opmerkingen: Wanneer er sprake is van een aanvraag Lichte Ondersteuning gelden de volgende criteria: 1. De ondersteuningsbehoefte zal op basis van recent onderzoek aangetoond moeten worden 2. In de HIT moet duidelijk worden wat de aard van de problematiek is, wat er gedaan is om de problematiek te behandelen en welk effect de geboden hulp heeft gehad (handelingsplannen en/of OPP toevoegen aan het leerlingendossier). 3. Er is vanuit gegaan dat de leerling niet in aanmerking komt voor een Aanwijzing LWOO. 62

64 * zie bijlage 5 voor de criteria mogelijke profielen voor de afgifte van Arrangement Lichte Ondersteuning (vroegere RZB i.a.v. ALV besluit) Wanneer er sprake is van een herindicatie voor Lichte Ondersteuning dient het dossier te bevatten: - Ingevulde HIT - OPP en Handelingsplannen. - Een kopie van de oude indicatie De aanvraag voor een herindicatie voor Lichte Ondersteuning kan tot eind april worden ingediend. Dit heeft te maken met de overgangssituatie ontstaan door Passend Onderwijs en het feit dat deze leerlingen het hele jaar in beeld zijn. * zie bijlage 6 voor Arrangementen De procedure Tussenvoorziening is als volgt: a) De leerling start met een observatieperiode van max. 4 weken in de Tussenvoorziening b) Voor de observatieperiode is er rechtstreeks aangemeld bij de Coördinator Tussenvoorziening middels een HIT en een OPP c) Na max. 4 weken wordt het dossier (door de Tussenvoorziening) voorgelegd aan de PCL+, met een HIT en aangevuld OPP, waarna door de PCL+ het Arrangement bepaald wordt. d) Er worden twee trajecten aangeboden binnen de Tussenvoorziening: Kort traject van 3 maanden Middellang traject van 6 maanden * zie bijlage 7 voor Stappenplan Aanmelding observatieperiode Tussenvoorziening 4. Positie ouder(s)/verzorger(s) Bij de aanvraag tot ondersteuning is het van belang de ouder(s)/verzorger(s) te betrekken bij de vraag welk onderwijsaanbod het meest voor hun kind geschikt is. De ouder(s)/verzorger(s) hebben recht op inzage in het opgestelde leerling dossier en de aanvraag. Om de gegevens uit het Onderwijskundig Rapport/ HIT door te kunnen geven aan de PCL+ moeten de ouder(s)/verzorger(s) op het Onderwijskundig Rapport/HIT aangeven dat zij daarmee akkoord gaan. De PCL+ gaat ervan uit dat de verklaring van de ouder(s)/verzorger(s) in het Onderwijskundig Rapport/HIT, alsmede de eventueel gevoerde gesprekken, voldoen aan de eisen die de Wet op de Privacy stelt t.a.v. het doorsturen van aan derden (PCL+ en VO). Wanneer een TLV (PrO/Cluster 3 of Cluster 4) wordt aangevraagd zullen de ouder(s)/verzorger(s) een toestemmingsverklaring ouder(s) voor akkoord moeten tekenen. 5. Bezwaarprocedure De PCL+ geeft een advies af betreft plaatsing van de leerling op alle Arrangementen binnen het SWV zoals beschreven in hoofdstuk 6 van het Ondersteuningsplan. De scholen binnen het SWV erkennen dit advies. 63

65 Bezwaarprocedure: Ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school kunnen een bezwaar indienen tegen de advisering van de PCL+. Daarbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd: 1. Het Expertisecentrum/de Front Office medewerker informeert ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school over het advies schriftelijk/mondeling 2. Ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school kunnen de PCL+ vragen hun advies te heroverwegen op basis van nieuw aangereikte (schriftelijke) gegevens 3. De PCL+ heroverweegt het advies wanneer er relevante nieuwe gegevens zijn aangereikt 4. Ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomst van de heroverweging 5. De ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school kunnen schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het (nieuw) uitgebrachte advies 6. Ouder(s)/verzorger(s) en/of de afleverde school worden uitgenodigd om hun bezwaar mondeling toe te lichten bij (een delegatie van) de PCL+. Tijdens het gesprek wordt op basis van nieuwe relevante gegevens het oorspronkelijk advies heroverwogen 7. Om een dossier te completeren waardoor de PCL+ beter in staat wordt gesteld een advies uit te brengen kan in overleg met ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school besloten worden tot aanvullend onderzoek. De uitslag van dit onderzoek wordt betrokken in het definitieve PCL+ advies en is bindend. 8. Ouder(s)/verzorger(s) en afleverende school worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomst van de mondelinge toelichting op het bezwaar. Bij geen heroverweging van het oorspronkelijk advies kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich wenden tot de directeur van het Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO Daarnaast kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich wenden tot de onderwijsconsulent (tel. nr.: ). De onderwijsconsulent kan hen verder ondersteunen bij het zoeken naar een passende onderwijsplek. Onderwijsconsulenten zijn ingesteld om te bemiddelen en te adviseren op verzoek als er problemen zijn rond de plaatsing van een geïndiceerde leerling. Is er na het advies van de onderwijsconsulent nog geen oplossing, dan kunt u ook kiezen voor wettelijke stappen: U kunt het geschil voorleggen aan de tijdelijke, landelijke geschillencommissie passend onderwijs. Alle scholen en Samenwerkingsverbanden zijn bij deze commissie aangesloten. De commissie geeft binnen 10 weken een oordeel over het geschil. U kunt verder een oordeel vragen aan het College voor de Rechten van de Mens (CVRM) als u meent dat de beslissing verboden onderscheid maakt of discrimineert op grond van een handicap of chronische ziekte. De oordelen van het CVRM zijn niet bindend maar worden in de meeste gevallen wel opgevolgd. 64

66 Bijlage 1 Stroomschema Procedure Ondersteuning Leerling staat nog niet ingeschreven op één van de scholen van het SWV en ouders melden de leerling bij een V(S)O-school Leerling met TLV Leerling die LWOO/PrO nodig heeft Leerling zonder TLV of behoefte LWOO/PrO Indicatie ondersteuningsbehoefte o.b.v. H.I.T. lijst ingevuld door (s)bao/vo en ondertekend door ouders Leerling met extra ondersteuningsbehoefte Leerling met behoefte aan basisondersteuning Scholen en ouders melden leerling bij aanmeldpunt Dossieropbouw of aanvulling, gegevens aangeleverd door ouders en (vorige) school Evaluatie door PCL+ PCL+ beslist o.b.v. dossier KEUZE 1 KEUZE 2 KEUZE 3 KEUZE 3 Ouders maken bezwaar of gaan in beroep tegen advies PCL+ Uitplaatsingsprotocol en/of TLV opstellen door het SWV (indien van toepassing) Inschrijving leerling door ouders op VSO- school Cluster 1 of 2 Inschrijving leerling door ouders op school met 1 v.d. 13 Arrangementen extra ondersteuning (Inschrijving leerling door ouders op reguliere VOschool) en leerling ontvangt basisondersteuning Tijdens schoolperiode Monitoring ondersteuningsbehoefte leerling door school (zorgcoördinator en mentor) Constatering verandering ondersteuningsbehoefte bij de leerling of Twee jaar na starten met Arrangement herziening ondersteuningsbehoefte Constatering verandering ondersteuningsbehoefte bij de leerling t.a.v. de basisondersteuning of Twee jaar na starten met basisondersteuning herziening ondersteuningsbehoefte 65

67 Bijlage 2 Criteria voor een Aanwijzing LWOO of TLV PrO a. Criteria voor een TLV PrO: 1. IQ tussen 60 tot en met 80 in combinatie met: Leerachterstand van gelijk of groter dan 50% in twee of meer van de volgende domeinen: Inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen. Daarbij moet minstens één van de domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen zijn. 2. Bij een IQ tussen 55 en 60 kan op grond van de in het leerlingdossier opgenomen gegevens en in overleg met de school en de ouders eventueel voor PRO besloten worden. b. Criteria voor Aanwijzing LWOO: 1. IQ tussen 75 tot en met 90 in combinatie met: Leerachterstand van 25% 50% op tenminste twee van de vier volgende domeinen: Inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen. Daarbij moet minstens één van de domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen zijn. 2. IQ tussen 91 tot en met 120 in combinatie met: Leerachterstand van 25% - 50% op tenminste twee van de vier volgende domeinen: Inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen. Daarbij moet minstens één van de domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen zijn én Sociaal emotionele problematiek. Bedoeld wordt relevante persoonlijkheidsonderzoeksgegevens met betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit van de leerling in relatie tot de prestaties. 3. Aanvullende criteria voor Aanwijzing LWOO op het OPDC: Naast de genoemde criteria onder 1 of 2 dient er tevens sprake te zijn van een grote mate van discrepantie tussen vorderingen en mogelijkheden, daarnaast is er tevens sprake van sociaal emotionele problematiek en/of licht psychiatrische problematiek. Indien een leerling niet voldoet aan deze criteria kan de PCL+ besluiten tot Aanwijzing LWOO (plaatsing Onderwijsplek OPDC). Belangrijkste criterium is het ontwikkelingsperspectief dat zodanig is dat de leerling in staat wordt geacht om succesvol door te schakelen van het OPDC naar het reguliere VO. Het advies van het basisonderwijs is van groot belang bij de afweging of de leerling in staat wordt geacht regulier VO te volgen of dat een tijdelijke plaatsing op het OPDC wenselijk wordt geacht. De benodigde zorg, welke de leerling nodig heeft, overstijgt de basiszorg van het regulier VO. c. Grensvlak Aanwijzing LWOO en TLV PrO: Voor leerlingen met een IQ-score van 75 tot 80 geldt dat zij zowel in aanmerking kunnen komen voor een Aanwijzing LWOO als voor TLV PrO. Op basis van de score van een dergelijke leerling op de leerachterstand kan bepaald worden waar de leerling het best op zijn plek zou zijn. De afweging kan zich ook voordoen bij strijdige scores op criteria. Van strijdige scores is sprake wanneer de score op één criterium richting Praktijkonderwijs wijst en de score op een ander criterium op Leerwegondersteunend Onderwijs. De PCL+ zal haar advies motiveren voor plaatsing van een leerling met een TLV PrO op het Praktijkonderwijs dan wel binnen het Voortgezet Onderwijs. 66

68 Behalve de categorie leerlingen met een IQ tussen de 75 en 80 en bij leerlingen waarbij sprake is van tegenstrijdige criteria zijn er geen categorieën waarbij er beleidsruimte toegepast wordt. 67

69 Bijlage 3 Criteria voor een TLV (Cluster 3) De drie hoofdcriteria om voor een indicatie in aanmerking te komen zijn voor alle Clusters: de aard van de stoornis/beperking van de leerling; en de onderwijsbeperking die de stoornis tot gevolg heeft; en het niet toereikend zijn van de zorg binnen het reguliere onderwijs Deze drie hoofdcriteria zijn per Cluster en per type beperking nader uitgewerkt. Hieronder is dit voor Cluster 3 schematisch weergegeven. Toelichting op de gebruikte afkortingen: LG: lichamelijke beperking LZ: chronische/langdurige ziekte ZML: verstandelijke beperking MG: meervoudige LG-MG: meervoudige (lichamelijke ZML-MG: meervoudige Beperking en verstandelijke) beperking (verstandelijke en medische of gedragsmatige) beperking Een leerling kan in aanmerking komen voor een LG- of LZ indicatie als: er sprake is van een: stoornis/beperking onderwijsbeperking hetgeen blijkt uit: medische diagnose leerachterstand of zeer geringe zelfredzaamheid of veelvuldig verzuim ontoereikende zorgstructuur onvoldoende effect van de zorg Een leerling kan in aanmerking komen voor een ZML-indicatie als: er sprake is van een : stoornis/beperking onderwijsbeperking hetgeen blijkt uit: een IQ lager dan 70 bij kinderen < 8 jr met een IQ tussen 55-70: een gediagnosticeerde bijkomende stoornis die het leren ernstig bemoeilijkt bij een IQ < 55: hoeft niet te worden aangetoond bij een IQ tussen 55-70: zeer geringe sociale redzaamheid en zeer geringe vorderingen ontoereikende zorgstructuur bij een IQ < 55: hoeft niet te worden aangetoond bij een IQ tussen 55-70: onvoldoende effect van de zorg Een leerling kan in aanmerking komen voor een (LG-) MG indicatie als: er sprake is van een: stoornis/beperking onderwijsbeperking hetgeen blijkt uit: één of meerdere stoornissen die motorische beperkingen veroorzaken en leiden tot ernstige onderwijsbelemmeringen en een IQ lager dan 70 leerachterstand of zeer geringe zelfredzaamheid of structureel verzuim ontoereikende zorgstructuur onvoldoende effect van de zorg 68

70 Een leerling kan in aanmerking komen voor een (ZML-) MG indicatie als: er sprake is van een: hetgeen blijkt uit: stoornis/beperking geschat IQ < 20 of een IQ tussen met medische of gedragsproblemen onderwijsbeperking hoeft niet te worden aangetoond ontoereikende zorgstructuur hoeft niet te worden aangetoond 69

71 Bijlage 4 Criteria voor een TLV (Cluster 4) Criterium 1: er is sprake van een ernstige psychische stoornis dan wel een ontwikkelingspsychopathologie Er moet sprake zijn van een ernstige psychische stoornis of een ontwikkelingspsychopathologie. In een verslag (niet ouder dan twee jaar!) moet een psychiater of GZ-psycholoog verklaren dat er sprake is van een emotionele stoornis of een gedrags- of ontwikkelingsstoornis. E.e.a. moet vastgesteld zijn volgens de DSM-IV of ICD-10. Is deze diagnose niet gesteld, maar is er wel sprake van gedragsproblematiek die na een half jaar geïndiceerde jeugdhulpverlening niet merkbaar is verbeterd? Dan kan dit ook gebruikt worden. Let daarbij op de ondertekening van het verslag door een GZ-psycholoog of een kinder- en jeugdpsychiater. Criterium 2:de stoornis is integraal Het probleemgedrag doet zich niet alleen op school voor, maar ook thuis of in de vrije tijd. Dit kan blijken uit: o de aard van de stoornis (bijvoorbeeld autisme) of o de rapportage waarin de diagnose wordt gesteld of o actuele behandeling dan wel hulpverlening gericht op dat gedrag of o een specifiek onderzoeksverslag, bijvoorbeeld van een maatschappelijk werker Criterium 3: er is sprake (geweest) van begeleiding of jeugdhulpverlening Er moet een rapport zijn over de hulpverlening of begeleiding die plaatsvindt, of heeft plaatsgevonden, in verband met het gedrag buiten de school (jeugd GGZ, jeugdhulpverlening, kinderpsychiatrische voorziening, jeugdbescherming). Er zijn situaties denkbaar waarin er (nog) geen sprake is van hulpverlening of begeleiding. In dat geval moet de reden daarvan worden omschreven (bijvoorbeeld: hulpverlening is wel geïndiceerd, maar er is een wachtlijst). Ook hierbij geldt dat er een handtekening onder het verslag moet staan. Criterium 4: er is ten gevolge van het gedrag een onderwijsbelemmering Een beperking in de onderwijsparticipatie moet blijken uit minimaal twee in dit onderdeel bedoelde subonderdelen: 1. Leerachterstanden in het basisonderwijs en bij instroom in de eerste klas van het Voortgezet Onderwijs, zodanig dat de prestaties van de leerling in vergelijking met de prestaties van leerlingen van de overeenkomstige didactische leeftijdsgroep behoren tot de 10 procent zwakst presterende leerlingen (Cito E-scores) op twee van de drie volgende terreinen: voor groep 1 en 2 voorbereidend lezen, spellen en rekenen; voor groep 3 tot en met 8 en bij de instroom in het Voortgezet Onderwijs rekenen, technisch lezen of spellen, en begrijpen lezen. De leerachterstanden zijn daarbij niet toe te schrijven aan een beperkt niveau van cognitief functioneren; 2. Ernstige tekortkomingen in verband met het gedrag op het gebied van het leer- en taakgedrag zoals werkhouding, taakgerichtheid, aandacht en motivatie; 3. Ernstige problemen in de interactie met het onderwijsgevend personeel; 4. Ernstig storend gedrag ten aanzien van het onderwijsleerproces van medeleerlingen; waarbij de genoemde problemen manifest zijn gedurende minimaal een jaar, zich niet beperken tot een bepaalde situatie en niet of nauwelijks beïnvloed worden door een op de problemen gerichte aanpak; 5. Extreem agressief gedrag of extreem impulsief gedrag, waarbij op basis van psychodiagnostisch onderzoek blijkt dat de leerling een gevaar voor zichzelf of voor anderen is of extreem fysiek of extreem verbaal agressief gedrag vertoont, waarbij dit gedrag zich niet beperkt tot een bepaalde situatie en niet of nauwelijks beïnvloed worden door een op de problemen gerichte aanpak. 70

72 Het onder 2, 3 en 4 genoemde moet blijken uit het onderwijskundig rapport én uit gegevens van een psychodiagnostisch onderzoek niet ouder dan één jaar. Het psychodiagnostisch onderzoek waaruit blijkt dat er sprake is van ontbrekende algemene voorwaarden met betrekking tot het leer- of werkgedrag mag verricht worden door een diagnostisch geschoolde orthopedagoog of psycholoog; een GZ-geregistreerde psycholoog is niet noodzakelijk. Dit onderzoek kan bestaan uit minimaal één testinstrument of vragenlijst, bijvoorbeeld de TRF, of een observatie in de klas. De diagnostische rapportage moet dus een heldere onderbouwing vormen van de ontbrekende voorwaarden voor leerof werkgedrag zoals die in het onderwijskundig rapport beschreven worden. Voor meer informatie over testinstrumenten, zie onder downloads: 'psychodiagnostische onderbouwing. Criterium 5: er is sprake van een ontoereikende zorgstructuur De school moet aantonen dat inspanningen gedurende minimaal een half jaar om het onderwijs aan te passen aan de handicap van de leerling onvoldoende effect hebben gehad. Zo moet de school in het onderwijskundig rapport (OKR) beschrijven welke zorg vanuit de school én het Samenwerkingsverband is geboden en wat de effecten daarvan zijn. Het OKR dient door de ouders en directeur te worden ondertekend. Documenten ter onderbouwing van de ontoereikendheid van zorg in het reguliere onderwijs zijn bij voorkeur: o een onderbouwde verklaring van een (bovenschoolse) zorgcommissie, bijvoorbeeld WSNS of het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs o uitgevoerde en geëvalueerde handelingsplannen, die voorafgaande aan de indicatieaanvraag niet ouder dan een half jaar zijn. 71

73 Bijlage 5 Criteria voor Lichte Ondersteuning (Arrangement Rz) i.a.v. ALV besluit Profiel 1 Kenmerken - de leerling beschikt over verstandelijke mogelijkheden IQ> 90 < de leerling heeft leerachterstanden. Het leerrendement met tenminste begrijpend lezen en/ of inzichtelijk rekenen is < 75 %. - uit de handelingsplannen kan worden afgeleid dat de leerling aanvullende hulp heeft gehad, op het gebied waar de leerproblemen liggen. Profiel 2 Kenmerken - de leerling beschikt over verstandelijke mogelijkheden IQ > 90 < de leerling heeft leerachterstanden. Het leerrendement met tenminste begrijpend lezen en/ of inzichtelijk rekenen is < 75 %. - uit het onderwijskundig rapport en de testresultaten blijkt dat de leerling in sociaal-emotioneel opzicht extra zorg nodig heeft. Profiel 3 Kenmerken - de leerling beschikt over verstandelijke mogelijkheden IQ > 90 < de leerling heeft leerachterstanden. Het leerrendement met tenminste begrijpend lezen en/ of inzichtelijk rekenen is < 75 %. - er is sprake van aantoonbare psychiatrische problematiek. 72

74 Bijlage 6 Arrangementen i.a.v. ALV besluit Naam: VO: Advies PCL+ Type Code Toelichting 1 Aanwijzing Lwoo L1 Aanwijzing LWOO: reguliere VO 2 Onderwijsplek L2 Aanwijzing Onderwijsplek (OPDC) 3 TLV PrO P TLV PrO: Praktijkschool 4 TLV (CL3) C3.1 Midden 5 TLV (CL3) C3.3 Laag 6 TLV (CL3) C3.4 Hoog 7 LGF C3.5 Cluster 3 op reguliere school 8 TLV (CL4) C4.1 Laag 9 LGF C4.2 Cluster 4 op reguliere school 10 RZB Rz Eigenlijk LWOO, maar IQ>90 11 TV Kort TVK Tussenvoorziening Kort 12 TV Lang TVL Tussenvoorziening Lang 13 Rebound DNV Re Rebound De Nieuwe Veste Motivatie & Periode: Getekend voor akkoord Advies PCL+ d.d. Dhr. E. Van de Waeter, Directeur SWV Zuidoost-Drenthe VO

75 Bijlage 7 Stappenplan Aanmelding observatie Tussenvoorziening Stap Wat Wie Wanneer 1 Hit digitaal invullen en opslaan in concept. 2 Concept printen en bespreken met ouder(s)/verzorger(s). 3 Eventuele aanpassingen/wijzigingen toevoegen aan concept HIT en opslaan onder concept, printen en laten ondertekenen door ouder(s)/verzorger(s). 4 Geprinte en ondertekende versie inclusief het aanmeldformulier (zie bijlage 1) Tussenvoorziening en OPP (t.z.t. bij HIT te uploaden) mailen naar: De Coördinator Tussenvoorziening (i.venema@opdc-zodrenthe.nl) 5 Ontvangstbevestiging aanmelding (per ). 6 Initiatief tot intake met: - ouder(s)/verzorger(s) - Leerling - Zorg Coördinator - Hulpverlening Zorg Coördinator Zorg Coördinator - ouder(s)/verzorger(s) Zorg Coördinator ouder(s)/verzorger(s) Zorg Coördinator Coördinator Tussenvoorziening Coördinator Tussenvoorziening z.s.m. Binnen een week 7a Observatieperiode Tussenvoorziening Gedurende max. 4 weken 7b HIT revisie en OPP revisie Coördinator Tussenvoorziening Zorg Coördinator Na ± 3 weken 8 Concept printen en bespreken met ouder(s)/verzorger(s). 9 Eventuele aanpassingen/wijzigingen toevoegen aan concept HIT en opslaan onder voltooid, printen en laten ondertekenen door ouder(s)/verzorger(s). Coördinator Tussenvoorziening Zorg Coördinator ouder(s)/verzorger(s) Coördinator Tussenvoorziening Zorg Coördinator ouder(s)/verzorger(s) 74

76 10 Geprinte en ondertekende versie inclusief extra benodigde aanvullingen zoals bijvoorbeeld LVS/HP/OPP etc. (t.z.t. bij HIT te uploaden) sturen naar: PCL+ T.a.v. Front Office PCL+ Postbus AB EMMEN Coördinator Tussenvoorziening Vrijdag uiterlijk 1 week (voor 12 uur) voor eerstvolgende PCL+ vergadering 75

77 Bijlage 5: Dekkend aanbod van de regio Groen = VSO Cluster 3 Blauw = VSO Cluster 4 Rood = OPDC Onderstreept = VMBO Vet = Havo/ vwo Overig = brede scholengemeenschap 1. Deskundigheid Leer- en ontwikkelingsondersteuning Fysiek medische ondersteuning Sociaal- emotionele en gedragsondersteuning Ondersteuning in de thuissituatie - Dyslexie Allen, m.u.v Dyscalculie 1,2,3,4,5,6,7,8, 13, 14, 15, 16, 17, 19 - Meervoudige intelligentie 1,6,8 - Hoogbegaafdheid 1,3 - NT2 (breedtezorg) 1,2,3,4,5,8,13,21 - NLP (breedtezorg) 2,3 - MRT 3,4,5,6,7,8,10,11,13,14,1 5,17,18,19,20,21 - Pycholoog 1,2,9,16,17,18,19,20 1,2,9,16,17,18,19,20 - Grensover-schrijdend gedrag 18,19 - HGW (differentiëren) - Master SEN (alle lkr) - Melba geschoold/ Tota (arbeidstoeleiding) - SVIB - Eigen initiatief model geschoold (transfer) - Geef me de vijf - klassenassistent 17,18,19,20, ?? Aandacht en tijd - Huiswerkbegeleiding 1,2,3,4,7,8,12,19,21 - RT/ steunles 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10, 12,13,14,15,16,17,18, 19,21 - Tempoverklaring 3,10,11,14,15,17,18, 19,21 - Taalondersteuning Allen, m.u.v Rekenondersteuning 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10, 12,13,14,15,16,17,18, 19 - Handschriftverbetering - Rekenen: effectief rekenen cl (effectief onderwijs friesland) - Zedemo (arbeidstoeleiding) - structuurgroep (gedrag, tijdelijke voorziening) 20 3,4,8,19,20,

78 3. Voorzieningen (aanpakken, protocollen, methoden) - ERWD (Dyscalculie protocol) 1,2,3,4,5,6,7,8, 13, 14, 15, 16, 17, 19 - Dyslexie protocol 1,4,6,7,8, 10,11 - Time-out (breedtezorg) 14,15,16 - Op de rails (breedtezorg) 1,2,3,4,5,6,8,9,12,13,14,1 5,16 18,19 - Sova/ Examenvrees allen - Faalangstreductie Allen, m.u.v. 9 en 21 - Omgaan met agressie 10, 13,14,15,17,18,19,20 - logopedie 20 - STIP Gebouw - Rolstoeltoegankelijk - Verzorgingsruimte - Aangepast meubilair/ lokaal laag niveau lln. - prikkelarme leeromgeving Samenwerkingspartners SMW GGD Leerplicht Wijkagent GGZ Yorneo Jeugdzorg OBD Timpaan/Compaz BJZ Pedagogisch opvangcentrum Accare Mee (thuis werk school) Ambiq, trans, promens care 1,3,4,5,6,7,12,14,20 20 Allen, m.u.v. 21 Allen, m.u.v. 21 Allen, m.u.v. 21 Allen, m.u.v. 21 3,4,5,6,7,8,10,11,12,13,1 4,15,17,18,19,20 1,2,3,4,5,6,7,8,12,14,17,1 8,19,20 14 Allen, m.u.v. 21 1,2,3,4,5,6,7,8,12,14,17,1 8,19,20 20 Lijst van scholen 1. Hondsrug Collge Havo/VWO 2. Hondsrug College Vmbo 3. Esdal College (Oosterstraat, Havo/VWO) 4. Esdal College (Boermarkeweg, Mavo/ Havo) 5. Esdal College (Vakcollege, VMBO) 6. Esdal College (Klazienaveen, VMBO t/m VWO) 7. Esdal College (Borger, VMBO t/m VWO) 8. Esdal College (Oosterhesselen, VMBO) 9. Carmelcollege (Emmen) 10. RSG ter Apel VMBO Havo VWO 11. RSG ter Apel VMBO 12. Terra (Emmen) 13. De Nieuwe Veste VMBO 14. De Nieuwe Veste Mavo Havo VWO 15. De Nieuwe Veste VMBO ISP 16. De Nieuwe Veste PrO 17. PrO (Emmen) 18. RENN4, De Atlas (Cluster 4) 19. OPDC Z.O. Drenthe 20. Thriantaschool (Cluster 3, ZML) 21. REC DC (Cluster 3 LG/LZ) 77

79 Bijlage 6: Ondersteuningsverklaring ouder(s)/verzorger(s) (van een minderjarige leerling) Op.... (datum) hebben... (naam ouder 1) en.... (naam ouder 2) als ouder()/verzorger(s) van... (naam leerling) met. (naam medewerker) als vertegenwoordiger van.... (naam school) overleg gevoerd en overeenstemming bereikt over de extra ondersteuning die de school aan de leerling zal verlenen. De ondersteuning die de school aan de leerling verstrekt bestaat uit Arrangement..... met het daarbij behorende normbedrag, zoals opgenomen in het Ondersteuningsplan van de Coöperatie VO U.A. en is uitgebreid beschreven in het ontwikkelperspectief, waar deze ondersteuningsverklaring als bijlage aan is toegevoegd. Omdat het voor het succes van de extra ondersteuning belangrijk is dat de ouder(s)/verzorger(s) nauw bij de voorbereiding en de uitvoering van de ondersteuning zijn betrokken spreken de school en de ouder(s)/verzorger(s) het volgende af: De school: zal zich inspannen om zo goed mogelijk de ondersteuning te verlenen zoals afgesproken in het ontwikkelperspectief; zal de ouder(s)/verzorger(s) informeren over de voortgang van de ondersteuning en de met de ondersteuning gerealiseerde resultaten, en wel op de volgende momenten:..; De ouder(s)/verzorger(s): ondersteunen de inspanningen van de school om hun kind door extra ondersteuning Passend Onderwijs te bieden; spreken verder het volgende af:... ; Plaats.. Datum Ondertekening namens de school, Ondertekening door de ouder(s)/verzorger(s),

80 Bijlage 7: Kwaliteitskader Basisondersteuning Voor de uitwerking van dit kader is uit diverse bronnen geput. De belangrijkste bron is het referentiekader. Daarnaast is gebruik gemaakt van het waarderingskader van de inspectie, de uitwerking van de wet BIO (SBL), het zelfevaluatiekader leerlingenzorg VO, de IJkpunten voor Basiszorg in het primair onderwijs (Bureau Hofman & Heegsma), de Index for Inclusion (internationaal instrument) en de website van OCW Het instrument Kwaliteit Basisondersteuning is gebaseerd op de volgende standaarden per domein. In het instrument staan de indicatoren per standaard beschreven. Domein A: Preventief handelen Standaard 1: Onze school draagt zorg voor doorgaande leer- en ondersteuningslijnen van primair naar Voortgezet Onderwijs. Standaard 2: Onze school draagt zorg voor doorgaande leer- en ondersteuningslijnen naar het vervolgonderwijs. Standaard 3: Onze school beschikt over voldoende gegevens van de leerling om een doorgaande leerlijn te kunnen garanderen Standaard 4: Onze school biedt onderwijsprogramma s en leerlijnen op maat voor leerlingen. Standaard 5: De mentor is de spil van de leerlingenbegeleiding op het eerstelijns niveau. Standaard 6: De fysieke toegankelijkheid van schoolgebouw en beschikbaarheid van andere middelen is toereikend voor alle leerlingen. Domein B: De ondersteuningsstructuur van de school Standaard 7: Onze school heeft een helder toelatings- en plaatsingsbeleid. Standaard 8: Onze school stelt voor leerlingen die (structureel) op een of meerdere punten een afwijkend onderwijsprogramma volgen (een Arrangement) een ontwikkelingsperspectief vast. Standaard 9: Onze school beschikt over een deskundig functionerend zorgteam. Standaard 10: Onze school onderhoudt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden. Standaard 11: Onze school heeft de taken en verantwoordelijkheden van collega s en de participatie van de ouder(s)/verzorger(s) bij de ondersteuning omschreven en in haar schoolplan vastgelegd. Domein C: Planmatig werken (in overeenstemming met toetsingskader Inspectie, 2011) Standaard 12: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. Standaard 13: Leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra ondersteuning. Domein D: Basiskwaliteit van de school en de leraar6 Standaard 14: De leerinhouden zijn gericht op brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt. Standaard 15: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. Standaard 16: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Standaard 17: Onze school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van de ondersteuning. Standaard 18: De leraar beschikt naast vakkennis, vaardig klassenmanagement en algemene pedagogisch-didactische vaardigheden ook over specifieke ondersteuningsvaardigheden. 6 De kwaliteit van het onderwijs op een school en de professionaliteit van leraren is door de Inspectie in de vorm van het toetsingskader inzichtelijk gemaakt. Daarnaast staan in de wet BIO (SBL) de vakinhoudelijke en pedagogische competenties van leraren beschreven. Bij de uitwerking van het domein basiskwaliteit zijn alleen de kwaliteitsindicatoren opgenomen die betrekking hebben op ondersteuning en begeleiding. 79

81 Standaard 19: De leraar heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om op professionele en planmatige wijze voor individuele leerlingen en voor de groepen waarmee hij werkt, een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerling zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Standaard 20: De leraar heeft voldoende vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om op professionele en planmatige wijze voor de individuele leerlingen en voor de groepen waarmee hij werkt, een krachtige leeromgeving tot stand te brengen. Instrument Kwaliteit Basisondersteuning Domein A: Preventief handelen Standaard 1: Onze school draagt zorg voor doorgaande leer- en ondersteuningslijnen van primair naar Voortgezet Onderwijs. o Voor nieuwe leerlingen organiseert onze school een introductieprogramma aan het begin van het eerste schooljaar. o Onze school organiseert bijeenkomsten in het kader van warme overdracht met basisscholen. o Onze school stemt vakinhouden en didactieken af met aanleverende basisscholen. o Onze school zorgt voor Nederlands en rekenen voor een doorgaande lijn, conform de referentieniveaus voor taal en rekenen. Standaard 2: Onze school draagt zorg voor doorgaande leer- en ondersteuningslijnen naar het vervolgonderwijs. o Onze school organiseert uitwisselingsbijeenkomsten van leraren bovenbouw met leraren uit het vervolgonderwijs. o Onze school nodigt leerlingen uit ons te informeren over hun ervaringen (terugkomdagen, uitstroomonderzoek, enquêtes e.d.). o Onze school organiseert gezamenlijke en afgestemde leer- en ontwikkelingslijnen met het vervolgonderwijs. o Onze school zorgt voor warme overdracht van leerlingen naar het vervolgonderwijs. o Onze school volgt nog minstens een jaar haar leerlingen in het vervolgonderwijs Standaard 3: Onze school beschikt over voldoende gegevens van de leerling om een onderwijsopbrengst te kunnen garanderen. o Onze school brengt het instapniveau van leerlingen in beeld (o.a. ref. niveaus taal en rekenen). o Jaarlijks vindt terugkoppeling plaats naar de toeleverende (basis)school. o Onze school rapporteert systematisch terug aan po-scholen over de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen. o Onze school vraagt aan basisscholen (of ouder(s)/verzorger(s)) die een leerling met extra ondersteuningsbehoefte aanmelden aanvullende informatie over de aard van de geboden ondersteuning.. Standaard 4: Onze school biedt onderwijsprogramma s en leerlijnen op maat voor leerlingen. o Onderwijs en begeleiding in kleine flexibele groepen is mogelijk. o Onze school hanteert voor groepen die relatief meer ondersteuning nodig hebben het beleid meer handen voor de klas. o Op onze school is voor elke groep een passend programma samengesteld wat toe leidt tot de bijbehorende eindtermen(inspectiekader 3.1). o Onze school biedt een structureel aanbod gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. o Standaard 5: De mentor is in eerste instantie de spil van de leerlingenbegeleiding op het eerstelijns niveau. o De mentor voert begeleidingslessen zoals studievaardigheden en begeleiding uit. o De mentor is de spil in de communicatie met de vakdocenten en de ouder(s)/verzorger(s) en het verloop van de leerling- en de rapportenvergadering. 80

82 o o De mentor onderhoudt op basis van de besprekingen contacten met de ouder(s)/verzorger(s) in overleg met de zorgcoördinator en of team/afdelingsleider. De leraar signaleert leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op basis van eigen waarneming en signalen van collega s. Indien nodig verwijst de mentor door naar de ondersteuningsstructuur van de school. Standaard 6: De fysieke toegankelijkheid van schoolgebouw en beschikbaarheid van andere middelen is toereikend voor alle leerlingen. o Onze school is rolstoeltoegankelijk. o Onze school beschikt in lokalen en andere ruimtes over rustige (prikkelarme) werkplekken. o Onze school beschikt over passend lesmateriaal als dat in verband met de onderwijsbehoeften van de leerlingen noodzakelijk is (bv. lesmateriaal of toetsen in een groter lettertype, auditief materiaal, extra ICT-voorzieningen). Ontwikkelpunten/ambitie preventief handelen: Domein B: De ondersteuningsstructuur van de school Standaard 7: Onze school heeft een helder toelatings- en plaatsingsbeleid. o Onze school heeft de aanmelding en plaatsing van leerlingen goed geregeld: procedures vastgelegd; aanmelding PCL+, onderwijskundig rapport, testen die gebruikt worden. o In onze school zijn afspraken over de verantwoordelijkheden inzake de toelating van leerlingen. o Onze school heeft voldoende kennis van andere scholen van het Samenwerkingsverband om ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen verantwoord te kunnen doorverwijzen. o Onze school zorgt in overleg met ouder(s)/verzorger(s) voor een zorgvuldige overdracht van informatie van en naar externe instellingen. o Onze school houdt bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften een intakegesprek met de toeleverende school, de leerling en de ouder(s)/verzorger(s). Standaard 8: Onze school stelt voor leerlingen die (structureel) op een of meerdere punten een afwijkend onderwijsprogramma (of Arrangement) volgen een ontwikkelingsperspectief vast. o Onze school stelt bij plaatsing van de hiervoor bedoelde leerlingen binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief vast. o Het ontwikkelingsperspectief heeft een vaste structuur. o Onze school maakt bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief gebruik van de gegevens van de toeleverende (basis)school. o Onze school evalueert met leerling en ouder(s)/verzorger(s) het resultaat van ondersteuning en begeleiding aan de hand van het ontwikkelingsperspectief. o Medewerkers en ondersteuners werken nauw samen bij het vaststellen, uitvoeren en evalueren van het ontwikkelingsperspectief van een leerling. Standaard 9: Onze school beschikt over een deskundig functionerend zorgteam. o In het zorgteam zijn ketenpartners en andere direct bij de leerling betrokken instanties op afroep uit te nodigen. o De vaste begeleider/mentor is aanwezig bij de bespreking van zijn/haar leerling. o Het zorgteam komt minstens 1 x per 6 weken bijeen.. Standaard 10: Onze school onderhoudt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling niveau haar eigen kerntaak overschrijden. o Onze school werkt samen met ketenpartners vanuit de visie één kind één plan. 81

83 o o o o De uitkomsten van het overleg met ketenpartners worden planmatig teruggekoppeld naar het zorgteam en de desbetreffende begeleiders en mentoren. Er vindt een geregelde feedback plaats tussen hulpverlener en de zorgcoördinator. De begeleiding wordt samen met de externe instelling geëvalueerd. Onze school heeft vaste contactpersonen bij de externe instanties. Standaard 11: Onze school heeft de taken en verantwoordelijkheden van collega s en de betrokkenheid van de ouders en leerlingen bij de ondersteuning omschreven en in haar schoolplan vastgelegd. o De taken en verantwoordelijkheden van interne ondersteuners. o Wat ouder(s)/verzorger(s) en school wederzijds van elkaar mogen verwachten. o Hoe wordt gecommuniceerd bij ondersteuning van leerlingen (wederzijds bij vragen of zorgen). o Hoe inspraak en medezeggenschap is geregeld. o Hoe bij klachten en geschillen wordt gehandeld. Ontwikkelpunten/ambitie ondersteuningsstructuur: Domein C: Planmatig werken (in overeenstemming met toetsingskader Inspectie, 2013) Standaard 12: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. o Onze school gebruikt een schriftelijk vastgelegd samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. o De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. o Onze school kan aantonen welke ondersteuning en begeleiding is geboden aan leerlingen met (extra) ondersteuningsbehoeften én wat de effecten zijn van de ondersteuning en begeleiding aan leerlingen met (extra) ondersteuningsbehoeften. o Elke leerling krijgt minstens drie keer per jaar informatie over zijn voortgang en ontwikkeling van leraren én ondersteuners. Standaard 13: Leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra ondersteuning. o Onze school heeft ondersteuning ingericht volgens de vier stappen van het handelingsgericht werken: waarnemen begrijpen plannen realiseren o De begeleiders evalueren de effecten van hun ondersteuning. o Ouder(s)/verzorger(s) participeren bij het vaststellen, uitvoeren en evalueren van interventies. o Leerlingen worden nauw betrokken bij het vaststellen, uitvoeren en evalueren van interventies. Ontwikkelpunten/ambitie planmatig werken: 82

84 Domein D: Basiskwaliteit van de school en de leraar Standaard 14: De leerinhouden zijn gericht op brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt (Insp ). o De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van de leerlingen. o Onze school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. o Onze school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van kennis over en kennismaking met diversiteit in de samenleving. Standaard 15: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. o Onze school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om school. o Onze school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid voordoen (w.o. pesten, gedragsproblemen). o De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. o Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. o Onze school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om school. o Het personeel van onze school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. Standaard 16: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. o Leraren stemmen de leerinhouden af op de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen. o De leraren stemmen de instructie af op verschillen tussen leerlingen. o De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen tussen de leerlingen. o De leraren stemmen de instructietijd af op verschillen tussen de leerlingen. o Wanneer een substantieel aantal leerlingen op school eenzelfde ondersteuningsbehoefte hebben wordt dit opgenomen in het basisaanbod van het Ondersteuningsplan. Standaard 17: Onze school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van de ondersteuning. o Onze school brengt jaarlijks de ondersteuningsbehoeften van leerlingen in kaart (bv. d.m.v. logboekanalyse van het zorgadvies team). o Onze school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. o Onze school evalueert jaarlijks de kwaliteit van de ondersteuning. o Onze school evalueert jaarlijks de professionaliseringsbehoeften bij medewerkers. Standaard 18: De leraar beschikt naast vakkennis, vaardig klassenmanagement en algemene pedagogisch-didactische vaardigheden ook over specifieke ondersteuningsvaardigheden. o Onze leraren beschikken over de competenties om vroegtijdig leer- en ontwikkelingsproblemen (sociaalemotioneel en thuissituatie) bij kinderen te signaleren. o In onze school zijn vaste afspraken en procedures (schriftelijk vastgelegd) hoe hierover wordt gecommuniceerd. o Onze school betrekt ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen vroegtijdig bij de ondersteuningsvraag. o Onze leraren zijn in staat effectieve interventies toe te passen bij beginnende (gedrags)problematiek o Onze leraren werken planmatig aan de verbetering van de ontwikkelingskansen van de leerling. o De leraren van onze school streven naar zo hoog mogelijke opbrengsten van leerlingen en betrekken in de evaluatie hun eigen rol hierin. Deze bekwaamheidseisen sluiten aan bij kenmerken van opbrengstgericht werken, de eis van vroegsignalering en professioneel handelen als de ontwikkeling van een leerling dreigt te stagneren. Hierbij past een cultuur waarin de leervorderingen van leerlingen systematisch worden gevolgd. De docent is daarbij de spil. Hij moet de kennis en de ruimte hebben om zijn professionele handelen te richten op het optimaliseren van leeropbrengsten van leerlingen. Daarin staat 83

85 de docent niet alleen. Werken in teamverband, benutten van elkaars sterke kanten en benutten van de ondersteuningsstructuur in en om de school zijn essentieel (uit referentiekader). Standaard 19: De leraar heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om op professionele en planmatige wijze voor individuele leerlingen en voor de groepen waarmee hij werkt, een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerling zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. o De leraar draagt er zorg voor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en met de leraar omgaan. o De leraar vormt zich een goed beeld van het sociale klimaat in een groep, van het individuele welbevinden van de leerlingen en van de vorderingen die zij maken op het gebied van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. o De leraar signaleert problemen en belemmeringen in de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen en stelt, zo nodig samen met collega s, een passend plan van aanpak of benadering op. o De leraar evalueert dat plan van aanpak of die benadering en stelt het zo nodig bij, voor de hele groep en ook voor individuele leerlingen. Standaard 20: De leraar heeft voldoende vakinhoudelijke en didactische kennis en vaardigheid om op professionele en planmatige wijze voor de individuele leerlingen en voor de groepen waarmee hij werkt, een krachtige leeromgeving tot stand te brengen. o De leraar vormt zich een goed beeld van de mate waarin de leerlingen de leerinhoud beheersen en van de manier waarop ze hun werk aanpakken o De leraar ontwerpt gevarieerde leeractiviteiten, waarbij de verschillende zintuigen aan bod komen. o De leraar biedt een diversiteit van activerende werkvormen en samenwerkend leren aan. o De leraar heeft kennis van ontwerpen van onderwijs, didactieken en didactische leermiddelen, waaronder informatie- en communicatietechnologie. o De leraar evalueert de leeractiviteiten en de effecten ervan en stelt ze zo nodig bij, voor de hele groep maar ook voor individuele leerlingen 84

86 Bijlage 8: Algemene toelichting & leeswijzer Medezeggenschapstructuur De coöperatie kent een tweetal medezeggenschapsorganen: a) een Medezeggenschapsraad voor het personeel b) een Ondersteuningsplanraad voor de vaststelling van het Ondersteuningsplan. Medezeggenschapsraad personeel Op grond van artikel 4a WMS dient elk SWV een Medezeggenschapsraad voor het personeel in te stellen. Deze Medezeggenschapsraad bestaat uitsluitend uit personeelsvertegenwoordigers (artikel 3, 5 e lid WMS). De WOR is expliciet uitgesloten voor SWV s (artikel 39 WMS). Qua bevoegdheden zijn er nauwelijks verschillen tussen een OR en een MR voor het personeel. De omzetting van de stichting naar de coöperatie is een goed moment voor de omzetting van de OR in een MR. Met het oog op de continuïteit van de tussen stichtingsbestuur en OR gemaakte afspraken (onder andere over het Sociaal Plan) is een overgangsbepaling in het medezeggenschapsstatuut opgenomen, die inhoudt dat het coöperatiebestuur en de MR de vroeger gemaakte afspraken overnemen en uitvoeren. Ondersteuningsplanraad Op grond van artikel 4a WMS dient een Ondersteuningsplanraad te worden ingesteld met als enige inhoudelijke taak het instemmen met het Ondersteuningsplan. Het zorgplan per school verdwijnt en wordt vervangen door een schoolondersteuningsprofiel waar elke school-mr adviesrecht over heeft (artikel 11 onder r WMS). Dat dient elke school in het eigen medezeggenschapsreglement te regelen. De Ondersteuningsplanraad telt 12 leden, die overeenkomstig de afspraken op de besturenconferentie van 17 april jl.,als volgt worden verdeeld: de 3 leerlingenleden worden geleverd door de drie grootste VO-scholen. De 9 leden van de coöperatie leveren daarnaast elk 1 lid, hetzij als vertegenwoordiger van het personeel (6 stuks), hetzij als vertegenwoordiger van de ouder(s)/verzorger(s) (3 stuks). Per zittingsperiode wisselen de 9 zetels over de negen leden, zodat per 3 zittingsperioden elk lid eenmaal een oudervertegenwoordiger levert en tweemaal een personeelsvertegenwoordiger. Een deelnemer van de Medezeggenschapsraad van (het OPDC van) de coöperatie kan als waarnemer zonder formeel spreek- of stemrecht aan de bijeenkomsten van de Ondersteuningsplanraad deelnemen. Statuten In het Medezeggenschapsstatuut is de hoofdlijn van de medezeggenschapsstructuur binnen de coöperatie geregeld voor zowel de Medezeggenschapsraad als de Ondersteuningsplanraad. Vervolgens wordt een en ander uitgewerkt in een reglement voor de Medezeggenschapsraad en in een reglement voor de Ondersteuningsplanraad. Voor een snelle oriëntatie op de wijzigingen van de WMS is op de volgende pagina een overzicht van de belangrijkste inhoudelijke verschillen opgenomen. Belangrijkste wijzigingen van de WMS Hieronder staan de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen van de WMS op een rij. Verder is er een reeks technische wijzigingen, die minder spannend zijn en hier niet zijn opgenomen. 85

87 Introductie van het Samenwerkingsverband Overal waar in de WMS het begrip regionaal expertisecentrum staat wordt dit vervangen door Samenwerkingsverband. Introductie Medezeggenschapsraad voor het personeel Op grond van artikel 4a van de WMS dient een Medezeggenschapsraad voor het personeel te worden ingesteld. Artikel 39 WMS bepaalt dat de Wet op de ondernemingsraden niet van toepassing is op Samenwerkingsverbanden. Introductie van de Ondersteuningsplanraad Artikel 4a. Ondersteuningsplanraad 1. Het Samenwerkingsverband stelt naast de Medezeggenschapsraad, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, een Ondersteuningsplanraad in. 2. De leden van de Ondersteuningsplanraad worden afgevaardigd door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de in artikel 18a, tweede lid van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk van de in artikel 17a, tweede lid, van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, bedoelde scholen en wel zo dat het aantal leden, gekozen uit personeel onderscheidenlijk uit ouder(s)/verzorger(s) of leerlingen, elk de helft van het aantal leden van de raad bedraagt. (NB: N.a.v. de discussie in de Eerste Kamer is bepaald dat de leden van de Ondersteuningsplanraad niet afkomstig hoeven te zijn uit de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden, maar ook afkomstig kunnen zijn uit het personeel, de ouder(s)/verzorger(s) of de leerlingen van de betreffende scholen.) 3. Artikel 3, zevende, achtste, twaalfde en dertiende lid, is van overeenkomstige toepassing op de Ondersteuningsplanraad. Adviesrecht school-mr inzake het schoolondersteuningsprofiel Aan de reeks adviesrechten van artikel 11 WMS wordt voor de MR de vaststelling of wijziging van het schoolondersteuningsprofiel toegevoegd. Vervallen instemmingsrecht school-mr inzake het zorgplan van de school Het huidige instemmingsrecht van de school-mr op het zorgplan van de school komt te vervallen. Instemmingsrecht Ondersteuningsplanraad inzake het ondersteuningsprofiel Artikel 14a. Instemmingsrecht Ondersteuningsplanraad Het Samenwerkingsverband behoeft de voorafgaande instemming van de Ondersteuningsplanraad met betrekking tot de vaststelling of wijziging van het Ondersteuningsplan, bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 17a van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. 86

88 Statuut Medezeggenschap Coöperatie VO U.A. Inleiding De Coöperatie VO U.A. is de rechtspersoon die het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs in de gemeenten Emmen, Coevorden, Borger-Odoorn en Vlagtwedde vormt. De coöperatie houdt op grond van de Wet medezeggenschap op scholen twee medezeggenschapsorganen in stand: a) een Medezeggenschapsraad voor de medezeggenschap van het personeel in dienst van de coöperatie en b) een Ondersteuningsplanraad voor de medezeggenschap over het Ondersteuningsplan. De Medezeggenschapsraad van de coöperatie VO U.A. is de opvolger van de Ondernemingsraad van de Stichting Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO De Ondersteuningsplanraad is een nieuw orgaan, dat wordt ingevoerd in verband met de introductie van het Ondersteuningsplan ingevolge de Wet Passend Onderwijs In dit medezeggenschapsstatuut is de inrichting van deze beide medezeggenschapsorganen in overeenstemming met de beide medezeggenschapsorganen in oprichting nader ingevuld. Artikel 1 Begripsbepalingen a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stbl 2006, 658), zoals nadien gewijzigd.; b. bestuur: het bestuur van de Coöperatie VO-22-02; c. Ondersteuningsplanraad (OPR): de Ondersteuningsplanraad van de coöperatie; d. Medezeggenschapsraad (MR): de Medezeggenschapsraad van (het OPDC van) de coöperatie; e. Medezeggenschapsorganen: de Medezeggenschapsraad en de Ondersteuningsplanraad; f. geleding: de gezamenlijke leden in de OPR of MR, behorende tot de groep personeel, de groep ouder(s)/verzorger(s) of de groep leerlingen; g. statuut: het medezeggenschapsstatuut; h. coöperatie: de coöperatie VO U.A.; i. directeur: de directeur van de coöperatie. Artikel 2 Aard en werkingsduur 1. Het statuut treedt in werking op (datum inwerkingtreding bepalen in relatie tot omzetting van de stichting in een coöperatie en kan verschillende data bevatten voor de MR en voor de OPR) en heeft een werkingsduur tot 1 augustus Voor 1 april 2017 nodigt het bestuur de Medezeggenschapsraad en de Ondersteuningsplanraad uit voor een evaluatie van de medezeggenschapsstructuur met het oog op het verlengen en zo nodig bijstellen van het statuut per 1 augustus Bestuur en medezeggenschapsorganen kunnen jaarlijks voor 1 april voorstellen doen tot wijziging van het statuut per 1 augustus daaropvolgend. 4. Een voorstel zoals bedoeld in het voorgaande lid tot wijziging van het statuut behoeft de instemming van het bestuur en van twee derde meerderheid van de leden van de Medezeggenschapsraad voor wat betreft de bepalingen die betrekking hebben op de Medezeggenschapsraad respectievelijk de Ondersteuningsplanraad. 87

89 Artikel 3 Medezeggenschapsraad 1. Bij de coöperatie is een Medezeggenschapsraad ingesteld voor de medezeggenschap van het personeel dat in dienst is bij de coöperatie. 2. Voor de periode waarop dit statuut betrekking heeft is gekozen voor een Medezeggenschapsraad van 2 leden. 3. Gelet op artikel 3, vijfde lid WMS is de Medezeggenschapsraad uitsluitend samengesteld uit vertegenwoordigers van het personeel dat in dienst is van de coöperatie. De leden hebben zitting in de Medezeggenschapsraad zonder last of ruggenspraak. 4. De leden van de Medezeggenschapsraad hebben een zittingstermijn van 4 jaren en kunnen daarna maximaal éénmaal worden herkozen. 5. De bevoegdheden, de verkiezingen en de werkwijze van de Medezeggenschapsraad zijn geregeld in het medezeggenschapsreglement MR. 6. Namens het bestuur kan de directeur het overleg voeren met de Medezeggenschapsraad. Artikel 4 Ondersteuningsplanraad 1. Aan de coöperatie is een Ondersteuningsplanraad verbonden. 2. De leden van de Ondersteuningsplanraad worden rechtstreeks door de medezeggenschapsraden van de bij de coöperatie aangesloten scholen gekozen overeenkomstig het navolgende schema: Zittingsperiode 1 ( ); Naam school personeel Ouder(s)/Verzorger(s) leerlingen totaal Carmelcollege 1 1 Thriantaschool 1 1 RENN4, De Atlas 1 1 Terra 1 1 Esdal College RSG Ter Apel 1 1 PRO Emmen 1 1 Hondsrug College De Nieuwe Veste TOTAAL 12 Per 1 augustus 2017 worden de zetels voor de oudervertegenwoordigers en de personeelsvertegenwoordigers in de Ondersteuningsplanraad opnieuw verdeeld, waarbij de scholen die in de voorafgaande periode een oudervertegenwoordiger hebben geleverd een personeelsvertegenwoordiger leveren, overeenkomstig onderstaand schema: 88

90 Zittingsperiode 2 ( ) Naam school personeel Ouder(s)/Verzorger(s) leerlingen totaal Carmelcollege 1 1 Thriantaschool 1 1 RENN4, De Atlas 1 1 Terra 1 1 Esdal College RSG Ter Apel 1 1 PRO Emmen 1 1 Hondsrug College De Nieuwe Veste TOTAAL 12 In de derde periode leveren de scholen die in de voorafgaande twee perioden geen personeelsvertegenwoordiger hebben geleverd elk een personeelsvertegenwoordiger overeenkomstig onderstaand schema: Zittingsperiode 3 ( ) Naam school personeel Ouder(s)/Verzorger(s) leerlingen totaal Carmelcollege 1 1 Thriantaschool 1 1 RENN4, De Atlas 1 1 Terra 1 1 Esdal College RSG Ter Apel 1 1 PRO Emmen 1 1 Hondsrug College De Nieuwe Veste TOTAAL 12 In de vierde periode start de cyclus opnieuw met zittingsperiode 1, etcetera. 3. De leden van de Ondersteuningsplanraad hebben een zittingstermijn van 4 jaren en kunnen daarna maximaal één maal worden herkozen. 4. De bevoegdheden, de verkiezingen en de werkwijze van de Ondersteuningsplanraad zijn geregeld in het medezeggenschapsreglement Ondersteuningsplanraad. 5. Namens de coöperatie voert het bestuur het overleg met de Ondersteuningsplanraad. Het bestuur kan zich laten ondersteunen bij het overleg door de directeur of een andere deskundige. 89

91 Artikel 5 Informatie van het bestuur aan de medezeggenschapsorganen en de geledingen 1. Jaarlijks verschaft het bestuur schriftelijk tenminste de volgende informatie aan de medezeggenschapsorganen: a. De begroting met de bijbehorende meerjarenramingen van de coöperatie voor het volgende begrotingsjaar; b. Het jaarverslag met de jaarrekening over het voorafgaande verslagjaar; c. de gegevens met betrekking tot: - de samenstelling van het bestuur en de ledenvergadering; - de organisatie van de coöperatie; - het managementstatuut; 2. Tijdig ontvangen de medezeggenschapsorganen, al dan niet gevraagd, alle inlichtingen die deze voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben. 3. De informatie wordt op een zodanig tijdstip verstrekt, dat de leden van de medezeggenschapsorganen een redelijke tijd voor de vergadering kennis kunnen nemen van de stukken, en zo nodig deskundigen kunnen raadplegen. 4. Indien het bestuur een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van een medezeggenschapsorgaan, wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geledingen van hetzelfde medezeggenschapsorgaan aangeboden. Artikel 6 Wijze waarop het bestuur informatie verschaft 1. Het bestuur stelt de in het voorgaande artikel bedoelde informatie langs digitale weg ter beschikking aan de medezeggenschapsorganen. 2. Alle verkregen informatie is in principe openbaar. Artikel 7 Wijze waarop de medezeggenschapsorganen informatie verstreken en ontvangen 1. De medezeggenschapsorganen stellen elk een plan op voor de wijze van communicatie en informatievertrekking aan hun achterban c.q. de medezeggenschapsorganen door wie zij zijn afgevaardigd. 2. De secretaris van het medezeggenschapsorgaan informeert de overige leden over alle binnengekomen brieven en reacties, en beslist in overleg met de voorzitter of een reactie moet worden gegeven. 3. De vergaderingen van de medezeggenschapsorganen zijn in principe openbaar. 4. Alle informatie wordt in principe digitaal verstrekt. Artikel 8 Faciliteiten medezeggenschapsorganen 1. De medezeggenschapsorganen kunnen in overleg met het bestuur gebruik maken van voorzieningen waarover het bestuur beschikt en die de medezeggenschapsorganen redelijkerwijs nodig hebben voor de vervulling van hun taken. 2. De kosten voor de medezeggenschapsactiviteiten met inbegrip van bijwonen van vergaderingen van de medezeggenschapsorganen zelf, worden gedragen door het bestuur. Onder deze activiteiten worden mede begrepen: a. scholing van de leden van de medezeggenschapsorganen; b. het inhuren van deskundigen; 90

92 c. het voeren van rechtsgedingen; d. het informeren en raadplegen van de achterban. Voorwaarde voor de vergoeding van de kosten is, dat het bestuur vooraf in kennis wordt gesteld van het activiteitenplan en de kostenbegroting van het medezeggenschapsorgaan en begrote kosten passen binnen de begroting van de coöperatie. 3. De personeelsleden die lid zijn van de Medezeggenschapsraad of de Ondersteuningsplanraad krijgen een faciliteit in tijd conform het bepaalde in de cao/vo. 4. De ouders en leerlingenvertegenwoordigers de Ondersteuningsplanraad krijgen een vacatievergoeding van 30 plus de reiskosten tegen het fiscaal vrijgestelde tarief per kilometer per bijgewoonde vergadering. De vergoeding van de voorzitter en de secretaris wordt in onderling overleg tussen bestuur en Ondersteuningsplanraad vastgesteld. Overgangsartikel OR MR 1. De Ondernemingsraad van het OPDC van de stichting Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe is in verband met de omzetting van de stichting naar een coöperatie en de instelling van de Medezeggenschapsraad op grond van de Wet medezeggenschap op scholen opgeheven op de datum dat de Medezeggenschapsraad van de coöperatie is verkozen. 2. De leden van de Ondernemingsraad vormen de verkiezingscommissie voor de eerste verkiezing van de leden van de Medezeggenschapsraad. 3. De door het bestuur van de stichting Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe met de Ondernemingsraad gemaakte afspraken blijven onverkort van kracht en de nieuw ingestelde Medezeggenschapsraad voert als opvolger van de Ondernemingsraad de door deze gemaakte afspraken met het bestuur uit, c.q. ziet toe op de uitvoering van deze afspraken en het bestuur van de coöperatie voert de afspraken van het stichtingsbestuur met de Ondernemingsraad uit. Dit geldt met name voor de afspraken gemaakt in het sociaal plan. 4. De secretaris van de Ondernemingsraad draagt het archief van de Ondernemingsraad over aan de secretaris van de Medezeggenschapsraad. Dit medezeggenschapsstatuut is vastgesteld op. 91

93 Reglement van de Ondersteuningsplanraad Dit is het reglement van de Ondersteuningsplanraad van de coöperatie die het Samenwerkingsverband VO vormt. Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de WMS: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658),zoals laatstelijk gewijzigd; b bestuur: het bestuur van de Coöperatie VO U.A.; c. Ondersteuningsplanraad: de Ondersteuningsplanraad als bedoeld in artikel 4a van de WMS; d. directeur: de directeur van de coöperatie; e. geleding: de afzonderlijke groepen van leden, bedoeld in artikel 3, derde lid van de WMS; f. coöperatie: de Coöperatie VO U.A., gevestigd te Emmen; g. Medezeggenschapsraad: de Medezeggenschapsraad van een school die deel uitmaakt van de coöperatie. Paragraaf 2 De Ondersteuningsplanraad Artikel 2 Ondersteuningsplanraad 1. Er is bij de coöperatie een Ondersteuningsplanraad ingesteld. 2. In de Ondersteuningsplanraad zijn de personeelsleden, de ouder(s)/verzorger(s) en de leerlingen van de scholen die deel uitmaken van de coöperatie vertegenwoordigd. 3. De leden van de gemeenschappelijke Ondersteuningsplanraad worden gekozen door de medezeggenschapsraden overeenkomstig het schema als opgenomen in artikel 4, tweede lid van het Statuut medezeggenschap van de Coöperatie VO U.A.. Artikel 3 Onverenigbaarheden 1. Personen die deel uitmaken van de algemene vergadering van de coöperatie of die bestuurslid, directielid of raad van toezicht lid van een van de deelnemende scholen of scholbesturen zijn kunnen geen zitting nemen in de Ondersteuningsplanraad. 2. Een personeelslid dat is opgedragen om namens het bestuur op te treden in besprekingen met de Ondersteuningsplanraad kan niet tevens lid zijn van de Ondersteuningsplanraad. Artikel 4 Zittingsduur 1. Een lid van de Ondersteuningsplanraad heeft zitting voor een periode van 4 jaren. 2. Een lid van de Ondersteuningsplanraad treedt na zijn zittingsperiode af en is aansluitend één maal herkiesbaar. 3. Een lid dat ter vervulling van een tussentijdse vacature is aangewezen of verkozen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen of verkozen, zou moeten aftreden. 92

94 4. Behalve door periodieke aftreding eindigt het lidmaatschap van de Ondersteuningsplanraad: a. door overlijden; b. door opzegging door het lid; c. door ondercuratelestelling; d. zodra een lid geen deel meer uitmaakt van de geleding die hij vertegenwoordigt. Paragraaf 3 De leden van de Ondersteuningsplanraad Artikel 5 Verkiezing leden Ondersteuningsplanraad 1. De Ondersteuningsplanraad telt 12 leden. 2. De medezeggenschapsraden van de scholen die deel uitmaken van de coöperatie wijzen elke vier jaren één of meer vertegenwoordigers aan voor de Ondersteuningsplanraad overeenkomstig artikel 2, derde lid. Bij tussentijds aftreden van een vertegenwoordiger wijst de Medezeggenschapsraad die het aangaat een vervanger aan. 3. De Medezeggenschapsraad van (het OPDC van) de coöperatie kan een waarnemer zonder spreek- of stemrecht afvaardigen naar de bijeenkomsten van de Ondersteuningsplanraad. Artikel 7 lid 3 is op deze waarnemer van toepassing. Paragraaf 4 Algemene taken en bevoegdheden van de Ondersteuningsplanraad Artikel 6 Overleg met bestuur Het bestuur en de Ondersteuningsplanraad komen bijeen, indien daarom onder opgave van redenen wordt verzocht door de Ondersteuningsplanraad of het bestuur. Artikel 7 Openbaarheid en geheimhouding 1. De vergadering van de Ondersteuningsplanraad is openbaar, tenzij over individuele personen wordt gesproken of de aard van een te behandelen zaak naar het oordeel van een derde van de leden zich daartegen verzet. 2. Indien bij een vergadering of een onderdeel daarvan een persoonlijk belang van een van de leden van de Ondersteuningsplanraad in het geding is, kan de Ondersteuningsplanraad besluiten dat het betrokken lid aan die vergadering of dat onderdeel daarvan niet deelneemt. De Ondersteuningsplanraad besluit dan tegelijkertijd dat de behandeling van de desbetreffende aangelegenheid in een besloten vergadering plaatsvindt. 3. De leden van de Ondersteuningsplanraad zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in hun hoedanigheid vernemen, ten aanzien waarvan het bestuur dan wel de Ondersteuningsplanraad hun geheimhouding heeft opgelegd of waarvan zij, in verband met opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Het voornemen om geheimhouding op te leggen wordt zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid meegedeeld. 4. Degene die de geheimhouding, zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, oplegt, deelt daarbij tevens mede welke schriftelijke of mondelinge verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen en hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen. 5. De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Ondersteuningsplanraad, noch door beëindiging van de band van de betrokkene met de coöperatie. 93

95 Paragraaf 5 Bijzondere bevoegdheden van de Ondersteuningsplanraad Artikel 8 Instemmingsbevoegdheid De Ondersteuningsplanraad heeft instemmingsbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling en wijziging van het Ondersteuningsplan, zoals bedoeld in artikel 14a van de WMS. Artikel 9 Termijnen 1. Het bestuur stelt in overleg met de Ondersteuningsplanraad een redelijke termijn waarbinnen een schriftelijke standpunt uitgebracht dient te zijn over de voorgenomen besluiten met betrekking tot de aangelegenheid als bedoeld in artikel 8 van dit reglement. De te hanteren termijn is mede afhankelijk van de spoedeisendheid van het onderwerp en de besprekingen over het onderwerp in de voorbereidende fase. In de regel wordt een termijn van 4 schoolweken redelijk geacht. 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan door het bestuur per geval, op gemotiveerd verzoek van de Ondersteuningsplanraad worden verlengd. 3. Het bestuur deelt onverwijld schriftelijk mee of de termijn al dan niet wordt verlengd en indien nodig voor welke termijn de verlenging geldt. 4. Indien de Ondersteuningsplanraad niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn uitsluitsel geeft over het al dan niet verlenen van instemming, kan het bestuur het voorgenomen besluit omzetten in een definitief besluit. Paragraaf 6 Inrichting en werkwijze gemeenschappelijke Ondersteuningsplanraad Artikel 10 Verkiezing voorzitter en secretaris 1. De Ondersteuningsplanraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter/secretaris. 2. De voorzitter, dan wel de plaatsvervangend voorzitter bij diens afwezigheid, vertegenwoordigt de Ondersteuningsplanraad in rechte. Artikel 11 Uitsluiting van leden van de Ondersteuningsplanraad 1. De leden van de Ondersteuningsplanraad komen de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen na. 2. De Ondersteuningsplanraad kan tot het oordeel komen dat een lid van de Ondersteuningsplanraad de in het eerste lid bedoelde verplichtingen niet nakomt, indien het betrokken hetzij: a. hetzij ernstig nalatig is in het naleven van de bepalingen van de wet en van het medezeggenschapsreglement; b. hetzij de plicht tot geheimhouding schendt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden; c. hetzij een ernstige belemmering vormt voor het functioneren van de Ondersteuningsplanraad. 3. Ingeval van een oordeel als bedoeld in het tweede lid kan de Ondersteuningsplanraad met een meerderheid van ten minste tweederde deel van het aantal leden besluiten het betreffende lid te wijzen op zijn verplichtingen dan wel het desbetreffende lid verzoeken zich terug te trekken als lid van de Ondersteuningsplanraad. 94

96 4. Ingeval van een oordeel als bedoeld in het tweede lid kan de geleding waarvan van de Ondersteuningsplanraad waarvan het lid deel uitmaakt met een meerderheid van ten minste twee derden besluiten het lid van de Ondersteuningsplanraad uit te sluiten van de werkzaamheden van de Ondersteuningsplanraad voor de duur van ten hoogste drie maanden. 5. Een in het tweede lid bedoeld oordeel wordt schriftelijk aan het betrokken lid kenbaar gemaakt. 6. Een in het derde en vierde lid bedoeld besluit kan niet worden genomen, dan nadat het betrokken lid in de gelegenheid is gesteld schriftelijk kennis te nemen van de tegen hem ingebrachte bezwaren en tevens in de gelegenheid is gesteld zich daartegen te verweren, waarbij hij zich desgewenst kan doen bijstaan door een raadsman. Artikel 11 Indienen agendapunten Tot uiterlijk twee weken voor een vergadering van de Ondersteuningsplanraad kunnen agendapunten worden ingediend bij de secretaris van de Ondersteuningsplanraad. Artikel 12 Huishoudelijk reglement 1. De Ondersteuningsplanraad kan, met inachtneming van de voorschriften van het medezeggenschapsreglement en de wet, een huishoudelijk reglement vaststellen. 2. In het huishoudelijk reglement kunnen worden geregeld: a. de taakomschrijving van de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter/secretaris; b. de wijze van bijeenroepen van vergaderingen; c. de wijze van opstellen van de agenda; d. de wijze van besluitvorming; e. het quorum wat vereist is om te kunnen vergaderen. 3. Ten aanzien van de wijze van besluitvorming als bedoeld onder d in het voorgaande lid geldt dat elk lid één stem heeft en besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. 4. De Ondersteuningsplanraad zendt een afschrift van het huishoudelijk reglement aan het bestuur. Paragraaf 7 Regeling geschillen Artikel 13 Aansluiting geschillencommissie De coöperatie is aangesloten bij de landelijke commissie voor geschillen. Paragraaf 9 Overige bepalingen Artikel 14 Rechtsbescherming Het bestuur draagt er zorg voor dat de leden en de gewezen leden van de Ondersteuningsplanraad niet uit hoofde daarvan worden benadeeld. 95

97 Artikel 15 Wijziging reglement Het bestuur legt elke wijziging van dit reglement als voorstel voor aan de Ondersteuningsplanraad en stelt het gewijzigde reglement slechts vast voor zover het na overleg al dan niet gewijzigde voorstel de instemming van ten minste twee derde deel van het aantal leden van de Ondersteuningsplanraad heeft verworven. Artikel 16 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement Ondersteuningsplanraad Coöperatie VO22-02 U.A. 2. Dit reglement treedt in werking met ingang van. 96

98 Bijlage 9: Samenstelling OPR School Persoon Doc Oud Lln Carmelcollege Manita Hoeksema Thrianta RENN4, De Atlas Sarah-Lotte Kartner x Emmen x Emmen Nadine Figaroa x Emmen Terra Natalie Stort x Westerbork Esdal College Marc Le Clercq x Emmen Esdal College Marjolein Heidotting x Zwiggelte RSG Henk Bredek x Emmercompascuum OPDC Marco Nicolai x Emmen PRO Roelien. Bonkes x Wachtum Hondsrug College Hondsrug College De Nieuwe Veste De Nieuwe Veste Eric Veenstra x Groningen Frank Hemme x Zulfar Khawari x Floris Vulto x adviseur Bart Wever bestuur Erik Van de Waeter

99 Bijlage 10: Protocol medisch handelen en medicijnverstrekking in het VO Protocol Medisch handelen & Medicijnverstrekking in het VO Op basis van het protocol van de GGD Groningen- versie mei 2013 April

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband VO Zuidoost Drenthe 22.02 2014 2018

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband VO Zuidoost Drenthe 22.02 2014 2018 Ondersteuningsplan SamenwerkingsverbandVOZuidoostDrenthe 22.02 20142018 11april2014 Inhoud Voorwoord...4 1.VisieendoelstellingSWV...6 2.OrganisatieSWV...8 2.1GegevensSWVVO/VSOZuidoostDrenthe...8 2.2GewoneenbuitengewoneledenvanhetSWV...8

Nadere informatie

!!!!!!!!! Ondersteuningsplan! Samenwerkingsverband!VO!Zuidoost!Drenthe! 22.02! 2014?2018!!

!!!!!!!!! Ondersteuningsplan! Samenwerkingsverband!VO!Zuidoost!Drenthe! 22.02! 2014?2018!! Ondersteuningsplan SamenwerkingsverbandVOZuidoostDrenthe 22.02 2014?2018 Conceptversie 4december2013 Inhoud' Voorwoord...4 1.VisieendoelstellingSWV...6 2.OrganisatieSWV...8 2.1GegevensSWVVO/VSOZuidoostDrenthe...8

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Zuidoost-Drenthe VO 22.02 2018-2019 1 1 Inhoud Voorwoord... 4 1. Visie en doelstelling SWV... 6 2. Organisatie SWV... 6 2.1 Gegevens SWV VO/ VSO Zuidoost-Drenthe...

Nadere informatie

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Passend Onderwijs Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Pyt Nauta, OOP-dag 7 november 2017 Waarom deze ontwikkeling? Ouders manifesteren zich Maatschappelijk perspectief Jarenlange pogingen

Nadere informatie

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs Kernbegrippen Passend Onderwijs (PaOn) Het zorgdragen voor een passend onderwijsaanbod aan zowel leerlingen die extra zorg nodig hebben als leerlingen die

Nadere informatie

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Stromenland is met diverse gremia gezamenlijk gekomen tot deze notitie basisondersteuning. De procesgang is

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Adaptief onderwijs Onderwijs dat zich aanpast aan de ontwikkelingsmogelijkheden en behoeften van elk (individueel) kind. Arrangement Extra onderwijsondersteuning

Nadere informatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Opbouw presentatie Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Waarom passend onderwijs? Minder thuiszitters. Meer

Nadere informatie

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs Onderwijsondersteuningsroute: Instroom van leerlingen met rugzak (concept versie 5 september 2013; ontwikkeld door de Werkgroep Passend Onderwijs Toewijzing Onderwijsondersteuning van Koers VO). - De onderwijsondersteuningsroute

Nadere informatie

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen Zorgplicht In de wetgeving m.b.t. passend onderwijs hebben de schoolbesturen zorgplicht gekregen. Deze zorgplicht geldt voor de leerlingen waarvan is vastgesteld

Nadere informatie

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband VO Amsterdam Schoolondersteuningsprofiel Joy Bijleveld Registerpsycholoog Kinder & Jeugd Voorzitter sectie schoolpsychologen NIP 1 SOP? 2 inhoud Definitie Basisondersteuning Piramide

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE...5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...8

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Inleiding 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. Wat kan de 6 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Schoolondersteuningsprofiel 23 Dr. Theun De Vriesskoalle Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning...

Nadere informatie

Notitie voor leerkrachten

Notitie voor leerkrachten Notitie voor leerkrachten 1 De ondersteuningsniveaus van Basisschool Dierdonk September 2016 Managementteam d.d. 26-09-2016 Teamvergadering d.d. 05-10-2016 Medezeggenschapsraad d.d. 13-03-2017 Voorwoord

Nadere informatie

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN TVO-PROCEDURE TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN Van overnemen naar versterken: een passend onderwijstraject voor elke leerling ingangsdatum 1 augustus

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 In het Ondersteuningsplan 2014-2018 staan de afspraken die de schoolbesturen hebben gemaakt binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Breda e.o. om de

Nadere informatie

Samen maken we het passend!

Samen maken we het passend! Samen maken we het passend! Publieksversie Ondersteuningsplan 20142014 Samenwerkingsverband Primair Onderwijs MiddenHolland Dit is de publieksversie van het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van 1. leerrendementen ter vervanging van de LWOO regeling 2. de TLV PrO ter vervanging van de huidige beschikking PrO Aanmelding bij het VO

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen INFORMATIEBLAD 6 Ambulante begeleiding Basisondersteuning Clusteronderwijs College voor de Rechten van de Mens Hulp van leerkrachten uit het speciaal onderwijs

Nadere informatie

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen I : Algemeen Richtinggevend kader De visie van het samenwerkingsverband: kijken naar kansen en mogelijkheden in plaats van naar belemmeringen; Het proces van extra ondersteuning en verwijzen binnen onze

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Lia van Meegen Schoolondersteuningsprofiel februari 2012 Wat staat in de wetsvoorstellen? Wat is een schoolondersteuningsprofiel? Wat is een ondersteuningsplan? Wat is een ondersteuningsplanraad? Schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Concept Ondersteuningsprofiel

Concept Ondersteuningsprofiel Concept Ondersteuningsprofiel 1. Inleiding 2. Algemene gegevens l 2a. Contact en vaststellingsgegevens l Naam: Adres: Naam school Brin: Telefoon: E- mail: Opgesteld namens Datum directie en team Directeur

Nadere informatie

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet: BIJLAGE 1 Hoofdpunten wet Passend Onderwijs Leeswijzer: Dit document geeft in het kort de inhoud en de consequenties van de nieuwe wet op het passend onderwijs weer. De wetgever is zeer ambitieus en optimistisch

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN School voor Speciaal Basisonderwijs De Kring (20KY00) School voor Speciaal Basisonderwijs De Kring 20KY Directeur

Nadere informatie

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING INDICATOREN BASISONDERSTEUNING (ofwel de kwaliteit van de basisondersteuning binnen het schoolondersteuningsprofiel van de basisscholen in het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven) Een werkgroep

Nadere informatie

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek Mei 2018 Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek In het samenwerkingsverband is voor ieder kind een plek en krijgt het de gelegenheid zich binnen zijn/haar

Nadere informatie

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van 1. leerrendementen ter vervanging van de LWOO regeling 2. de TLV PrO ter vervanging van de huidige beschikking PrO Aanmelding bij het VO

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Charlois (18OR00) Charlois 18OR00 Directeur Lydia van den Hoonaard Adres Clemensstraat 117 3082 CE ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op een passend onderwijsprogramma; geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte

Nadere informatie

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL ONDERSTEUNINGTOEWIJZINGSROUTE De toeleiding naar passende ondersteuning vindt plaats op basis van arrangeren. Arrangeren wordt gedefinieerd als het proces om te komen tot een match tussen onderwijsbehoefte

Nadere informatie

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren SWV VO 20.02 Groningen Ommelanden november 2014 1 Gerelateerd aan de procesgang handelingsgericht arrangeren SWV PO 20.01 Het handelingsgericht arrangeren

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled Schoolondersteuningsprofiel 26 Ibs 'T Pompebled Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 5 1 Typering van de school... 5 2 Basisondersteuning... 6 3 Deskundigheid voor ondersteuning... 8

Nadere informatie

Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen.

Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen. Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen. Algemeen: Alle scholen hebben in hun School Ondersteunings Profiel uitgewerkt en verantwoord hoe er invulling wordt gegeven aan de

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden. Schoolondersteuningsprofielen 2018

Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden. Schoolondersteuningsprofielen 2018 Schoolondersteuningsprofiel Prof. Dr. Leo Kanner College Leiden Schoolondersteuningsprofielen 2018 SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL Dit is het schoolondersteuningsprofiel (of schoolprofiel) van Prof. Dr. Leo

Nadere informatie

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum Preventieve en licht curatieve ondersteuning Berséba - PO0001 School Plaats Directeur Datum 1 HGW Handelingsgericht en preventief werken De school werkt handelingsgericht en preventief. De school signaleert

Nadere informatie

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) TRIPLE T Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) Passend onderwijs Een ontwikkeling die parallel loopt aan de transitie Jeugdzorg en die met name vanwege de sterk inhoudelijke samenhang

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede VGPONN- SWV PO 20.01 1 Inhoudsopgave Inleiding pag 3 Schoolgegevens pag 4 Ondersteuning pag 5 Basisondersteuning pag 5 Extra ondersteuning pag 6 Zorg voor

Nadere informatie

PCL Extra steun. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht

PCL Extra steun. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht PCL Extra steun Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid- Utrecht Inleiding: Het samenwerkingsverband heeft in zijn ondersteuningsplan passend onderwijs vastgelegd hoe het de doelstelling van passend

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Samsam (18ZH00) Samsam 18ZH00 Directeur Wendy Koopmans Adres Moliereweg 629 3076 GE ROTTERDAM Telefoon 0104190565

Nadere informatie

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014

Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014 Studiedag Inrichting Passend Onderwijs SWV PO 30-10 RKC Waalwijk 3 juni 2014 1. Opening 2. Startactiviteit: Kennismaking 3. Doelstellingen en opbrengst van de dag 4. Kracht door verbinding Toelichting

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. 7 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning 7

Nadere informatie

Samen voor kinderen 20-2-2014. Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO 30 07. Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen

Samen voor kinderen 20-2-2014. Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO 30 07. Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? Samen op weg... Agenda 1. Passend Onderwijs algemeen Ouders School 2. Onderwijs in Best 3. Onderwijs op deze school Kind 4. Gedeelde verantwoordelijkheid Passend

Nadere informatie

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat

Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat Werkwijze Adviescommissie Toelaatbaarheid SWV VO De Langstraat Vooraf Binnen het SWV VO De Langstraat hebben de scholen voor voortgezet onderwijs uitgebreide afspraken gemaakt over de inzet van ondersteuning

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op passend onderwijs: geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte om maatwerk

Nadere informatie

Nieuwe wet definitief Nieuw onderwijsstelsel voor regulier én speciaal onderwijs

Nieuwe wet definitief Nieuw onderwijsstelsel voor regulier én speciaal onderwijs December 2012 2e Nieuwsbrief Nieuwe wet definitief Nieuw onderwijsstelsel voor regulier én speciaal onderwijs Nadat de Tweede Kamer eerder al had ingestemd, is op 9 oktober jl. ook de Eerste Kamer akkoord

Nadere informatie

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN? ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN? Omslag in denken en handelen: van deficit-denken naar handelen vanuit onderwijsbehoeften In plaats van: Deze leerling heeft ADHD,ODD, ASS, Dyslexie, Dyscalculie,

Nadere informatie

Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron:

Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron: Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron: www.steunpuntpassendonderwijs.nl) Ambulante begeleiding Hulp van leerkrachten uit het speciaal (basis)onderwijs voor kinderen met een beperking, die naar een gewone

Nadere informatie

Samenvatting. Totalen

Samenvatting. Totalen MONITOR BASISONDERSTEUNING ANNE FRANKSCHOOL ARNHEM Ingevuld door: Julia van Broeckhuijsen J. Burema Samenvatting Totalen Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving.. De school heeft inzicht in

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 2019-2021 Prinses Beatrixschool P.W.A. Park 602 3905 DR Veenendaal tel. 0318-522807 e-mail. beatrixschool@gavescholen.nl PASSEND ONDERWIJS - Elke school zorgplicht?! Met het

Nadere informatie

Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Groningen Ommelanden

Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Groningen Ommelanden Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Inleiding Het samenwerkingsverband dient te bepalen wat het niveau van de basisondersteuning is. Hiermee wordt bedoeld wat elke school tenminste in huis dient te

Nadere informatie

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan Ondersteuningsplan 2018-2022 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland Publieksversie Alle leerlingen gaan succesvol naar school dat is onze opdracht en daar werken alle scholen voor primair onderwijs

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer)

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer) Ondersteuningsplan Regsam (VO Zoetermeer) Een samenvatting van het ondersteuningsplan op basis van de elementen die volgens de MR/GMR van RESPONZ vanuit het (V)SO- van belang zijn bij de beoordeling en

Nadere informatie

OBS Giessen-Oudekerk

OBS Giessen-Oudekerk School-ondersteuningsprofiel OBS Giessen-Oudekerk 2015-2016 EC-Rotonde Schoolondersteuningsprofiel OBS Giessen-Oudekerk 2015-2016 1 Inhoud. Versie 2015-2016 1. Inleiding. 3 2. Schoolgegevens. 3 3. Visie

Nadere informatie

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Toelichting ontwikkelingsperspectief Toelichting ontwikkelingsperspectief Dit document is bedoeld als achtergrond informatie voor de scholen, maar kan ook (in delen, zo gewenst) gebruikt worden als informatie aan ouders, externe partners

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd Schoolondersteuningsprofiel 12ZQ00 De Bongerd Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht

Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht 2014-2018 Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband VO Zuidoost Utrecht, pag. 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Babylon Taalschool (08GN00) Babylon Taalschool 08GN00 Directeur Mieke der Kinderen Adres Van Speykstraat 109 3014

Nadere informatie

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Inleiding en relevantie van deze notitie De Amsterdamse scholen hebben in de aanloop naar passend onderwijs in de periode voor 1 augustus 2014 hun eerste

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. 7 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning 7

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN De Schalm (18ZU00) De Schalm 18ZU00 Directeur Hiske de Koning Adres Katendrechtsestraat 61 3072 NS ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Ontwikkelings Perspectief. Plan

Ontwikkelings Perspectief. Plan Ontwikkelings Perspectief Plan Ontwikkelingsperspectief Met de invoering van Passend Onderwijs wordt de toewijzing van extra ondersteuning, voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs Aandachtspunten Leraren passend onderwijs Beste leraar, Op 1 augustus 2014 wordt de wet passend onderwijs ingevoerd. Dit betekent dat er een aantal zaken anders geregeld zijn voor leerling, leraar en ouder.

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel Basisschool De Bron Spiesheem 54 3907 NJ Veenendaal tel. 0318-508510 e-mail. De bron@shsveenendaal.nl PASSEND ONDERWIJS - Elke school zorgplicht?! Met het ingaan van de Wet

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO Midden-Limburg

Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO Midden-Limburg Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO 31-02 Midden-Limburg Op 1 augustus 2014 gaat in Nederland de wet passend onderwijs van start. Dit betekent dat schoolbesturen de zorgplicht krijgen

Nadere informatie

Memorie van antwoord passend onderwijs

Memorie van antwoord passend onderwijs Memorie van antwoord passend onderwijs Samenvatting Door beleidsmedewerker Simone Baalhuis van VOS/ABB Algemeen Samenwerking met jeugdzorg De wetsvoorstellen inzake het nieuwe jeugdstelsel en passend onderwijs

Nadere informatie

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG Henk Keesenberg 0651926723 henk@wkonderwijs.nl wetgeving In november 2012 is de wetgeving passend onderwijs in de Staatscourant gepubliceerd en in december de

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. Giessen Oudekerk

Schoolondersteuningsprofiel. Giessen Oudekerk Schoolondersteuningsprofiel Giessen Oudekerk 2017-2018 Stg. O2A5 Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel Het school-ondersteuningsprofiel (SOP) brengt onze school, zowel kwalitatief als kwantitatief,

Nadere informatie

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs De rol van de leider en de MR in de cyclus van het Medezeggenschap: sterker, beter, passend Jan Stuijver Medezeggenschap: sterker, beter, passend 1 Medezeggenschap: sterker, beter, passend 2 Drie niveaus

Nadere informatie

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014 19-6-2012 Geschiedenis: 1998 (WSNS 2 e fase), 2003 (WEC), 2005 (vernieuwing zorgstructuren) Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014 Behandeling

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg Inhoud 1. Ondersteuningsaanbod... 2 a. Basisondersteuning:... 2 b. Extra ondersteuning... 6 c. Grenzen aan de ondersteuning... 7 20140825 ondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Bezoekadres: Dorpshuisweg 36A Postadres: Postbus 19 9617 ZG Harkstede Voor Openbaar Onderwijs Tel: 050-4041675 URL: www.obsdriespan.nl e-mail: mailbox@obsdriespan.nl Schoolondersteuningsprofiel Naam school

Nadere informatie

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop). Visiedocument 1. Inleiding Het Samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek is een stichting waarbij 8 schoolbesturen zijn aangesloten met totaal 19 vestigingen van de scholen voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN SBO Hoogvliet (21HJ00) SBO Hoogvliet 21HJ Directeur Renée Spetter Adres Cloese 10 3191 ED HOOGVLIET ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN De Notenkraker (19DQ00) De Notenkraker 19DQ00 Directeur Jan. Trommel Adres Othelloweg 8 3194 GS HOOGVLIET ROTTERDAM

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Passend Onderwijs is goed onderwijs Passend onderwijs in IJmond 1 Het samenwerkingsverband Voor iedere

Nadere informatie

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM In het kader van de Wet Passend Onderwijs Per 01-08-2014 ONDERSTEUNINGSPROFIEL MAERLANT-LYCEUM A. DE BASISZORG B. STANDAARD 1 DE SCHOOL NEEMT LEERLINGEN ZORGVULDIG AAN

Nadere informatie

Beleid. Aanmelding, toelating, weigering en plaatsing leerlingen. schoolbreed

Beleid. Aanmelding, toelating, weigering en plaatsing leerlingen. schoolbreed De Nieuwe Veste 1. Inleiding Leerplicht en kwalificatieplicht In de Leerplichtwet wordt bepaald dat kinderen vanaf 5 jaar naar school moeten, totdat zij een diploma (startkwalificatie) hebben of 18 jaar

Nadere informatie

Beleid. De Nieuwe Veste

Beleid. De Nieuwe Veste De Nieuwe Veste 1. Inleiding Nederland kent een leerplicht. In de Leerplichtwet wordt bepaald dat kinderen met ingang van de maand volgend op die waarin ze 5 jaar zijn geworden leerplichtig zijn. De leerplicht

Nadere informatie

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Passend Onderwijs is van start gegaan in augustus 2014. Sindsdien heeft de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) nogal wat klachten

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken PO, VO, SBO & (V)SO Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband Deze kwaliteitskaart bevat de belangrijkste informatie rond toewijzing en leerlingstromen

Nadere informatie

Uitnodiging OPR. juni 2013, nr.

Uitnodiging OPR. juni 2013, nr. Inhoud Uitnodiging OPR Stichting nieuwe Samenwerkingsverband De eerste stap is gezet Monitor ministerie OC&W juni 2013, nr. 4 Uitnodiging OPR Op 9 oktober 2012 is het wetsvoorstel Passend Onderwijs door

Nadere informatie

Definitieve versie februari 2015

Definitieve versie februari 2015 1 Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel Het Tangram Algemene gegevens School Het Tangram BRIN 28CL Directeur G.J. Stavenuiter Adres Marcel Duchampplein 801 3059 RD Rotterdam Telefoon 010-7076500 E-mail

Nadere informatie

De basisondersteuning wordt gekenmerkt door preventieve en licht curatieve interventies die

De basisondersteuning wordt gekenmerkt door preventieve en licht curatieve interventies die 1 1. Inleiding In het navolgende document wordt de basisondersteuning voor de scholen binnen het SWV 25-06 beschreven. De beschrijving is voorbereid door Erica Jordans, Ward Habets, Jacolien Spijkerboer,

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL OSG PITER JELLES DE FOORAKKER

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL OSG PITER JELLES DE FOORAKKER SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL OSG PITER JELLES DE FOORAKKER INHOUDSOPGAVE 1. De doelgroep van onze / locatie 2. Organisatie onderwijsondersteuning 3. Interne ondersteuning 4. Ondersteuningsbehoefte en niveaus

Nadere informatie

Afspraken over de basisondersteuning

Afspraken over de basisondersteuning Bijlage 2 Afspraken over de basisondersteuning Deze bijlage beschrijft de afspraken over de basisondersteuning. Deze worden structureel bijgesteld, als onderdeel van de beleids- en kwaliteitscyclus van

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Poolster

Schoolondersteuningsprofiel. De Poolster Schoolondersteuningsprofiel De Poolster Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Basisondersteuning... 8 3 Deskundigheid voor ondersteuning... 9 4 Ondersteuningsvoorzieningen...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje Schoolondersteuningsprofiel 00CV00 School Matthijsje Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs Handreiking Schoolondersteuningsprofiel Passenderwijs Het schoolondersteuningsprofiel is met de komst van passend onderwijs als verplicht document voor elke basisschool ingevoerd. In dit document beschrijft

Nadere informatie

Juni Model Ondersteuningsplan

Juni Model Ondersteuningsplan Juni 2012 Model Ondersteuningsplan In schooljaar 2012-2013 zijn activiteiten gericht op de inhoudelijke voorbereiding op passend onderwijs: vormgeven aan de swv s, inrichten van de ondersteuningsplanraad,

Nadere informatie

BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM NJ VEENENDAAL TEL

BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM NJ VEENENDAAL TEL SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL BASISSCHOOL DE BRON SPIESHEEM 54 3907 NJ VEENENDAAL TEL. 0318-508510 E-MAIL: DEBRON@GAVESCHOLEN.NL PASSEND ONDERWIJS - ELKE SCHOOL ZORGPLICHT?! Met het ingaan van de Wet passend

Nadere informatie

Bijlage 5 ECT in beeld

Bijlage 5 ECT in beeld Bijlage 5 ECT in beeld Het Referentiekader Passend onderwijs geeft aan dat er een multidisciplinaire structuur aanwezig moet zijn in het SWV (of de regio) die het proces van toekenning van extra ondersteuning

Nadere informatie

Addendum lwoo en pro aan het Schoolondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Barneveld-Veenendaal

Addendum lwoo en pro aan het Schoolondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Barneveld-Veenendaal Van: Anika Linger, coördinator SWV 25-11 versie 3, 28 oktober 2015 Addendum lwoo en pro aan het Schoolondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Barneveld-Veenendaal Integratie

Nadere informatie

Doorontwikkeling RSV Breda. Jacques van den Born Directeur RSV Breda

Doorontwikkeling RSV Breda. Jacques van den Born Directeur RSV Breda Doorontwikkeling RSV Breda Jacques van den Born Directeur RSV Breda Uitgangspunten RSV Breda Leerlingen in principe naar reguliere basisschool, zoveel mogelijk thuisnabij Hoogwaardig niveau van basisondersteuning

Nadere informatie

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School 1 LOGO SCHOOL Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Naam School Algemene gegevens School Zalmplaatschool BRIN 10QX 00 Directeur Nico Bakker Adres Aalreep 8-10 Telefoon 010-4167408 E-mail directie@ Bestuur

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel 2018 Onderwijs Op De Regenboog werken we in iedere groep op verschillende niveaus door te differentiëren in tempo, instructie, hoeveelheid en moeilijkheidsgraad. Daarbij blijven

Nadere informatie

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd? Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school

Nadere informatie