VORMGEVER RPC/ SIGN SPECIALIST

Transcriptie

1 VORMGEVER RPC/ SIGN SPECIALIST VORMGEVING NAAM: KLAS: VAK: PRO: NEDERLANDS PERSONAL BRANDING CODE: PRO LEERJAAR: 1 PERIODE: 1 TIJD: DOEL: Jezelf presenteren aan een groep OPDRACHT: Je maakt je persoonlijke profiel, gaat op zoek naar jouw Unique Selling Proposition en ontwerpt je eigen visitekaartje. Je presenteert jezelf aan een groep, alsof je een merk bent, waarbij je positieve beelden en associaties oproept. Je maakt gebruik van je persoonlijkheid, kennis en ervaring om je te onderscheiden van anderen. Je laat je docent en medeleerlingen zien wie je bent en waar je voor staat. Een juiste spelling van geschreven tekst staat ook centraal! TIPS: Zoek leuke filmpjes op Internet over het presenteren van jezelf. BEOORDELING: Persoonlijk profiel en persoonlijk visitekaartje (1 e periode) Spelling (1 e periode) Elevator Pitch kort filmpje waarin je jezelf presenteert (2 e periode) DATUM: BEOORDELING: PARAAF: Dit formulier moet je samen met de gemaakte opdracht inleveren. Zonder dit formulier wordt je werkstuk niet beoordeeld.

2 PERSOONLIJK PRESENTEREN (PERSONAL BRANDING) Niet alleen bedrijven hebben met branding te maken. Ook jij als persoon kunt aan branding doen. Bekijk het volgende filmpje (let op: in het Engels): Wat is Personal branding? Het jezelf als merk presenteren aan anderen, waarbij je positieve beelden en associaties oproept. Bij personal branding gebruik je je persoonlijkheid, kennis en ervaring om je te onderscheiden van anderen. Je laat je medeleerlingen, docenten, (stage)werkgever, familie, vrienden, kennissen en je klanten zien wie je bent en waar je voor staat. Personal branding helpt je in je loopbaan en je carrière. Beschouw jezelf dus als een merk. Weet wat je uniek maakt en onderscheid je van anderen. Je moet natuur niet met een ik ben de allerbeste T-shirt rond gaan lopen, maar wat je wel wilt is dat de mensen in je netwerk jou als de beste oplossing voor hun probleem zien: Jan, die moeten we hebben, die maakt de allermooiste websites. Mieke, die moeten we hebben, zij is een tovenaar met Photoshop. Wessel, die moeten we hebben, hij behoudt het overzicht. Personal branding begint met zelfkennis en het doen van zelfonderzoek. Je moet duidelijk voor ogen hebben wat je zakelijk en privé wilt bereiken en wat je levensdoel is. Je moet weten wat je kunt en wat je leuk vindt. Waar loop je helemaal warm voor? Waar heb je een bloedhekel aan? Bij personal branding gaat het absoluut niet om het spelen van een rol. Je anders voordoen dan je bent, hou je misschien een tijdje vol, maar nooit lang. Voordat je het weet, ben je overspannen of heb je burn-out. Personal branding is het vinden van je kracht, van hetgeen je uniek maakt en het uitdragen daarvan. Het maken van een persoonlijk profiel helpt je daarbij. Bedrijven hebben dagelijks met branding te maken. Er zijn veel bedrijven die direct herkenbaar zijn door hun logo. Die logo s zijn bedacht door bedrijven die onderzocht hebben wat het beste bij het bedrijf past. Een leuk voorbeeld is het volgende filmpje, over de keuze van de kleur die bij een bedrijf, of. bij een persoon, dus bij jou past!

3 OPDRACHT 1 MAAK EEN PERSOONLIJK PROFIEL In je persoonlijke profiel beschrijf je wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. Dit doe je door stil te staan bij je karaktereigenschappen, drijfveren en waarden (wie ben ik?), je talenten, competenties en vaardigheden (wat kan ik?) en je interesses, passies en loopbaanwensen (wat wil ik?). Een persoonlijk profiel samenstellen is lastiger dan het op het eerste gezicht lijkt. Veel mensen staan er nauwelijks bij stil waarom ze de dingen doen zoals ze doen, zelfreflectie is niet iets wat hen gemakkelijk afgaat. Zoek daarom een klankbord, bijvoorbeeld een coach (docent/medestudent/vriend/etc.), die je kan helpen op een andere manier naar jezelf te kijken. Veel mensen blijken vastgeroest te zitten en komen daardoor niet zelfstandig tot nieuwe inzichten en verandering. Voor deze opdracht maak je een mindmap aan de hand van de volgende startvragen: In de bijlage staat een uitgebreide uitleg over het maken van een mindmap. 1. WIE BEN IK? Maak een start met het beantwoorden van deze vraag door terug te gaan in de tijd en na te denken over het gezin waarin je bent opgegroeid. Hoe omschrijf je jouw jeugd, wat zijn dingen die jouw leven positief dan wel negatief hebben beïnvloed? Hoe heb jij je basisschool- en middelbare schooltijd ervaren? Waarom heb je voor deze studie/opleiding gekozen, wat sprak je daar het meest in aan? 2. WAT KAN IK? Je kwaliteiten, vaardigheden en talenten vormen een richtingwijzer voor wat voor soort werk er bij jou past. Sta eens stil bij de volgende vragen als eerste aanzet om na te denken over jouw talenten: 1. Wat doe je het liefst in je vrije tijd? 2. Waar krijg je energie van? 3. Wat kun je uren achter elkaar doen? 4. Welke nieuwe kennis en vaardigheden pak je snel op? 5. Waar krijg je vaak complimenten over? Vraag eventueel mensen in je directe omgeving om erachter te komen wat jij goed kunt. Leg hen de volgende vragen voor: 6. Wat beschouw jij als mijn grootste kwaliteit? 7. Wat kan ik beter dan de meeste andere mensen? 8. Welke kwaliteit onderschat ik het meest van mezelf? 3. WAT WIL IK? Deze vraag gaat vaak gepaard met een stemmetje in je hoofd dat je zegt dat iets niet kan of niet voor jou is weggelegd. Negeer dat stemmetje eens en stel jezelf de vraag wat je zou willen doen als alles mogelijk was? Wat zou jij graag doen als er geen belemmeringen zouden zijn? Sta vervolgens stil bij de volgende vragen:

4 1. Wat deed je als kind graag? 2. Wat doe je nu graag in je vrije tijd? 3. Welke tijdschriften/boeken lees je graag? Welke films/documentaires/series kijk je graag? 4. Wat doe je met passie? 5. Wat zou je ook doen, zelfs als je er niet voor werd betaald?

5 OPDRACHT 2 USP unique selling proposition Een unique selling proposition (uniek verkoopargument), ook wel unique selling point genoemd, is een eigenschap van een product die het onderscheidt van vergelijkbare producten. Men brengt deze onder de aandacht van een bepaalde doelgroep om deze te wijzen op voordelen als kwaliteit, functionaliteit of prijs, met als doel de gevoelens van een klant ten opzichte van een product positief te beïnvloeden. Deze meerwaarde bepaalt mede of een dienst of product succesvol zal zijn. Als je later gaat solliciteren, moet jij opvallen tussen alle andere kandidaten. Je moet dus goed weten wat je persoonlijke USP s zijn. Schrijf hieronder een drietal unieke eigenschappen van jezelf op waarin je je onderscheidt van anderen OPDRACHT 3 Persoonlijke USP en slogan Als je je persoonlijke profiel opgesteld hebt dien je een samenvatting te maken waaruit de belangrijkste kenmerken naar voren komen, ofwel het unieke van jezelf. Dit unieke komt terug in je USP. Dit unieke onderscheidt je van anderen. Het USP zie je terug in slogans. Slogans zijn korte teksten die in de kern het USP van jezelf (of een bedrijf) weergeven: Voorbeelden van persoonlijke slogans: Roos: slim en slagvaardig Jim: sportieve doordouwer Hamid: puntje precies OPDRACHT 4 Persoonlijk profiel en persoonlijke huisstijl Ook jij hebt een huisstijl. Je huisstijl bestaat enerzijds uit je manier van bewegen, je kleding, je uiterlijk, je verzorging. Anderzijds is je huisstijl terug te vinden in wat je in woord en beeld deelt met anderen. Denk aan je manier van praten, je inzet van social media, blogs en misschien wel je eigen visitekaartje. Schrijf een persoonlijk profiel, in eigen woorden, van minimaal 200 woorden, waarbij je gebruik maakt van de door jou gemaakte mindmap. Verwerk in dit verhaal de volgende onderdelen, Let op: dit verhaal wordt gecontroleerd op spelling! Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? Persoonlijke USP en slogan Persoonlijke huisstijl

6 OPDRACHT 5 Persoonlijk visitekaartje Maak een persoonlijk visitekaartje waarin je persoonlijke huisstijl terugkomt. Een aantal voorbeelden van originele visitekaartjes:

7 PERSOONLIJKE PRESENTATIE MIDDELS NETWERKEN Als student (toekomstig beroepsbeoefenaar) is het van belang om nu al positieve aandacht op je te vestigen en deze aandacht te behouden. Dit bereik je door jezelf actief te presenteren in diverse netwerken. Het netwerken is geen nieuw fenomeen. Al in de Romeinse oudheid onderhielden de leiders hun netwerken. En nu hebben we de sportvereniging, school, stage, social media, de kennisnetwerken en vele andere netwerken. Al netwerkend komt men op ideeën, worden afspraken gemaakt en krijgt men nieuwe gezichtspunten en nieuwe perspectieven. Netwerken: het leggen en onderhouden van plezierige contacten met andere mensen en/of bedrijven die je mogelijk op korte dan wel lange termijn voordeel voor jezelf en je carrière kunnen opleveren. De kenmerken van netwerken zijn: contacten leggen en onderhouden Het kenmerk van netwerk is jezelf openstellen voor nieuwe contacten. Op mensen afgaan en spreken levert plezier en informatie op. Door het onderhouden van de contacten (bellen, mailen, volgen) kan plezier en informatie alleen maar toenemen. Plezierige contacten Netwerken is plezier hebben in het (leren) kennen van andere mensen en plezier beleven aan wat anderen je te vertellen hebben. Lange en korte termijn Netwerken doe je niet primair om te scoren. Bij netwerken gaat het om de gunfactor. Hoe langer (en plezieriger) de contacten zijn, hoe meer je elkaar iets gaat gunnen. De voordelen van netwerken zorgen ervoor: - Dat je de juiste mensen ontmoet voor jouw netwerk zodat je je invloed vergroot. - Dat je je producten en diensten op een heel persoonlijk niveau onder de aandacht kan brengen. Je valt door te netwerken beter op dan in advertenties, s en willekeurige verkooppraatjes. Het wekt vertrouwen en maakt wat je te bieden hebt geloofwaardiger. - Dat je contact maakt met een bredere groep mensen met wie je je ideeën en mogelijkheden kunt delen. Wie weet ontmoet je nieuwe klanten, efficiënte werknemers of zelfs een mentor of zakenpartner. Netwerken doe je offline en online: 1. Offline netwerken Netwerken doe je op school, werk, beurzen, open dagen, in de kroeg, bij vergaderingen en tijdens congressen. Eigenlijk overal. Succesvol netwerken begint met enthousiasme, inspiratie, oprecht geïnteresseerd zijn, inlevingsvermogen (empathie), kortom gastheerschap. Gedraag je dus in feite op dezelfde manier alsof je iemand zou ontvangen in je eigen huis. Dan bouw je een relatie op, waar je veel plezier aan kunt beleven! 2. Online netwerken Je persoonlijke presentatie is ook op internet te vinden. Google jezelf maar eens, dat doen namelijk anderen ook. Wat voor beeld roept dat op bij derden? Het is van belang dat je je datgene uitstraalt wat je ook wil uitstralen. Misschien moet je daarom je social media eens kritisch tegen het licht houden. Sta je nog niet op internet? Misschien is het nu het moment. Je carrière wordt namelijk mede bepaald door je presentatie op internet. Belangrijke social media zijn: o Twitter (let op je taalgebruik van je tweets) o Facebook (let op je foto s, taalgebruik, likes) o LinkedIn (denk aan het regelmatig actualiseren van je CV) OPDRACHT 6

8 Een toekomstige werkgever bezoekt je Facebookpagina. Maak een overzicht van informatie die jij graag met hem wilt delen en informatie die je liever niet met hem wilt delen. Informatie om te delen Informatie om niet te delen a. Facebook? Maar dat is toch meer voor privé zaken? Waarom denken bedrijven hier anders over? b. Hoe kan je ervoor zorgen dat bedrijven niet je de status-updates van jouw stapavond te zien krijgen? Noteer je huidige netwerken en geef bij elke netwerkgroep aan wat voor voordeel ze later voor jou kunnen opleveren. Netwerken nu Voordelen voor later Voor online netwerken kun je gebruik maken van een persoonlijke presentatie, door middel van een filmpje. Deze manier van presenteren wordt uitgelegd in het laatste onderdeel van dit project.

9 OPDRACHT 8 PERSOONLIJKE PRESENTATIE MIDDELS SPEEDDATE OF ELEVATOR PITCH Een speeddate of elevator pitch is niets meer dan jezelf in 1 minuut (zoals in de lift) verkopen. Het is een beknopte presentatie van wat je doet, waar je goed in bent en wat je ambities zijn. Het belangrijkste doel is de ander nieuwsgierig genoeg te maken om eens verder van gedachten te wisselen. De spreekwoordelijke voet tussen de deur krijgen. Deze vaardigheid heb je natuurlijk niet alleen in de lift of in de kroeg nodig. Het is een goede manier om tijdens een netwerkborrel, evenement of sollicitatiegesprek jezelf te presenteren. Een werkgever verwacht bij de vraag Vertel eens wat over jezelf immers niet dat je complete CV gaat opdreunen (die kunnen ze zelf ook wel lezen). Een goede elevator pitch: heeft een prikkelende opening duurt meestal 1 minuut wordt met passie gebracht eindigt met een vraag of nodigt de ander uit te reageren Het is handig om je elevator pitch eens op papier helemaal uit te schrijven. Leg het even weg en laat het eens aan anderen lezen. Wat het ene moment nog erg logisch leek, is in tweede instantie misschien toch wat te ingewikkeld of langdradig. Als dat bij jou het geval is: scherp je verhaal aan en oefen eens hardop. Het hebben van iemands aandacht, al is het maar 60 seconden, is een kans die niet verspild mag worden. Als je het voor elkaar krijgt om de aandacht vast te houden, je boodschap kort, bondig en duidelijk over te brengen en jezelf daarbij van anderen te onderscheiden, zul je worden gehoord, begrepen en onthouden. De volgende stappen komen voor in een speeddate of elevator pitch: 1. Opening Vertel op een prikkelende manier iets over jezelf. Dat doe je door jezelf helder, met passie en overtuigend in een paar zinnen (denk aan je USP en slogan) neer te zetten. Wat maakt jou zo interessant dan? 2. Kern Verkoop jezelf in 1 minuut: drie punten die jij wilt overbrengen. Wat wil je dat bij de ander blijft hangen? Als je er rekening mee houdt dat mensen 90% van je verhaal vergeten, wat is de 10% die ze moeten onthouden? Wat je ook doet, begin daarmee. 3. Slot Geef een samenvatting van de belangrijkste persoonlijke eigenschappen en bedenk een prikkelende slotvraag. Maak een elevator pitch (1 minuut) van jezelf. Maak gebruik van bovenstaande tips. Maak van deze elevator pitch een filmpje en lever dit in bij de docent.

10 BIJLAGE 1: Hoe maak je een mindmap? (Bron: stappen/) Eerste stap: bekijk het volgende filmpje: Aan de slag: 1) Start met een centraal beeld of woord Een mindmap start je altijd met het opschrijven van een woord of het kleuren van een tekening in het midden van de ruimte. Dit centrale beeld is te vergelijken met de titel van een boek dat je gaat samenvatten, het hoofdonderwerp van je brainstorm of misschien het onderwerp van een vergadering, interview of bespreking. Vanuit dit centrale punt kunnen we verder werken en nieuwe associaties gaan opschrijven. 2) Maak takken & subtakken Vervolgens teken je verschillende takken vanuit dit centrale beeld naar de buitenkant van je werkruimte. Op deze takken kun je woorden schrijven of plaatjes tekenen, maar later daarover meer informatie. Je kunt deze takken vergelijken met de structuur van een boom. Een boom begint met een dikke tak en verspringt vervolgens in kleinere takjes, die vervolgens nog kleinere takjeshebben. Vaak is het handig de eerste takken dikker te maken. De subtakken worden dan steeds dunner naar mate je verder van het centrum af komt. Waar een boom echter op verschillende plekken vertakkingen heeft is het overzichtelijk om je subtakken in je mindmap aan het einde van een tak te tekenen. Zou hou je het duidelijk en overzichtelijk. 3) Gebruik maximaal 1 sleutelwoord per tak Belangrijk bij het maken van een mindmap is dat je slechts één woord per tak opschrijft. We zijn gewend om veel te schrijven, dus dit kan soms een uitdaging zijn als je net begint. Onze hersenen hebben deze lappen tekst alleen helemaal niet nodig. Een enkel woord of plaatje roept al vele associaties op. In de video zie je bijvoorbeeld dat ik het cijfer 1 opschrijf. Wat ik hiermee bedoel is eigenlijk: schrijf maximaal 1 sleutelwoord op per tak. Wanneer ik dat zou opschrijven, dan heb ik veel te weinig ruimte. Bovendien begrijp ik het prima wanneer ik alleen de 1 opschrijf. De rest van de informatie wordt automatisch door mijn hersenen aangevuld. Zo zijn onze hersenen nu eenmaal geprogrammeerd. Makkelijk toch? 4) Maak je mindmap van globaal naar specifiek Wanneer je een mindmap maakt, dan maak je deze altijd van globaal naar specifiek. De takken die het dichtste bij het midden staan bevatten algemene of globale informatie. Hoe verder je naar de buitenkant van je werkruimte komt, hoe specifieker de informatie wordt die je opschrijft. Stel, je maakt een mindmap over de boerderij (dat voorbeeld kennen we allemaal). De globale takken die je kunt tekenen zijn bijvoorbeeld: dieren, voertuigen, gewassen, etc. De dieren zijn nogal globaal (je zou het ook een categorie kunnen noemen) en vanuit daar kun je steeds specifiekere takken gaan tekenen. Misschien zou jij ervoor kiezen om een onderscheid te maken tussen vee (de ene tak) en huisdieren (een tweede tak). Dat is al een stukje specifieker. Vervolgens maak je bij de tak vee subtakken met: koe, paard, schaap, varken, etc. Deze takken staan verder naar de buitenkant en de informatie is erg specifiek.

11 5) Werk in de richting van de klok Om een mindmap overzichtelijk te houden is er ooit afgesproken om deze met de klok mee te maken en op één uur te starten. Wanneer iedereen dit doet kunnen andere mensen je mindmap makkelijk lezen. Op deze manier kun je ook een chronologische volgorde aangeven. Wanneer je een mindmap uitleest of wilt onthouden, staat de informatie in de juiste volgorde en raak je niet in de war. 6) Gebruik verschillende kleuren Het opschrijven van woorden activeert vooral gebieden aan de linkerkant van je hersenen. Om informatie makkelijk te onthouden is het ook handig om gebieden in je rechter hersenhelft te stimuleren. Dit kun je doen door verschillende kleuren te gebruiken. Onderzoek heeft laten zien dat het gebruik van kleuren vooral gebieden aan de rechterkant van je hersenen activeren. Gebruik je kleuren alleen niet willekeurig, maar geef elke tak een aparte kleur. Zo associeer je een specifieke tak met een bepaalde kleur. Je hersenen kunnen de informatie dan makkelijker onthouden. Uiteraard kun je de tekeningen wel verschillende kleuren geven. 7) Maak tekeningen Een foto zeggen vaak meer dan 1000 woorden, zo luidt het spreekwoord. Het zou dus gek zijn om je mindmap vol te schrijven met woorden wanneer je dit kunt vervangen door enkele plaatjes of tekeningen. Bovendien stimuleren plaatjes, net als het gebruik van kleuren, delen in de rechterkant van je hersenen. Plaatjes en tekeningen zijn dus een ideale manier om informatie makkelijk te onthouden. Tijdens de cursussen en workshops die ik geef hoor ik mensen vaak zeggen: maar Jelle, ik kan helemaal niet tekenen. Geen probleem! Je hoeft geen Leonardo da Vinci te zijn om simpele icoontjes of schetsjes te tekenen. Het belangrijkste is dat jij weet wat je hebt getekend en daar associaties bij kunt maken. Zoals je weet doen onze hersenen dat automatisch, dus dat komt zeker goed. Doe het maar gewoon.