3. Onderzoeksprotocol

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3. Onderzoeksprotocol"

Transcriptie

1 3. Onderzoeksprotocol 3.1. Aanleiding tot het onderzoek In 1997 (dd. 15 juli 1997, gepubliceerd op 31 juli 1997) verschijnt er een KB waarin de wetgever sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk verklaart op de functie van de palliatieve zorg. De vermelding van een 'pluridisciplinair team' vormt de vroege aanzet tot de oprichting van een palliatief support team (verder: PST). In 2001 (dd , gepubliceerd op ) komen bij MB middelen vrij voor de financiering van een 'mobiele equipe'. Het KB van (gepubliceerd op ) legt vast dat de mobiele equipe het pluridisciplinair team uit het KB van moet bijstaan in zijn opdracht. Hoewel de wetgever de term 'mobiele equipe' hanteert, is het begrip 'palliatief support team' (PST) gangbaar in de palliatieve zorgsector. We zullen deze laatste term dan ook in de rest van het rapport gebruiken. De keuze van dit onderzoek valt op PST's, omdat het op de dagcentra na de recentste wettelijk ondersteunde organisatievorm van palliatieve zorg is. Met dit onderzoek brengen we voor de eerste keer de organisatie, de werking en de visie van de PST's in de Vlaamse algemene ziekenhuizen in kaart Onderzoeksvragen Met dit onderzoek willen we nagaan op welke manier de Vlaamse algemene ziekenhuizen zijn tegemoet gekomen aan de wettelijke verplichting om een PST op te richten. Het onderzoek behelst vier luiken, namelijk de beschrijving van de samenstelling van de PST's, de organisatie, de werking en de visie van de PST's Samenstelling palliatieve support teams Op dit moment ontbreekt voor Vlaanderen elk gegeven over het aantal palliatieve teams, hun oprichtingsdatum, de karakteristieken van de instelling waarbinnen ze werkzaam zijn, de spreiding, hun personeelssamenstelling, de eigenschappen van de personeelsleden (geslacht, leeftijd, opleiding, ervaring, aanstellingspercentage, ). Met dit onderzoek wordt er een antwoord gegeven op deze ontbrekende gegevens. Er wordt o.m. ingegaan op de beroepscategorieën, ervaring, en dergelijke. Tevens wordt een onderscheid gemaakt tussen officieel vrijgestelde en niet officieel vrijgestelde leden van palliatieve support teams Organisatie Met de onderzoeksvragen over organisatie peilen we naar de institutionele randvoorwaarden van de werking van de PST's (zie verder). We bevragen onder meer hoe de PST's zich bekend maken in het ziekenhuis, over welke logistieke middelen en steun ze beschikken en wie er toegang tot hen heeft. Ook staan we stil bij de overlegmomenten tussen de PST-leden onderling en bij de samenwerkingsverbanden die ze zowel intern als extern met anderen onderhouden. We bekijken tenslotte in hoeverre de wettelijke invulling van het PST overeenkomt met de gewenste invulling ervan. Deze laatste onderzoeksvraag vormt een brug naar het luik over de concrete werking van de PST's

2 3.2.3 Werking In dit luik gaan we in op de concrete werking van de PST's in hun interactie met patiënten en hun omgeving, andere ziekenhuisprofessionelen,, enz. We bevragen hoeveel oproepen het PST krijgt en het aantal patiëntenbegeleidingen waarin dat resulteert. We gaan ook na welke inhoudelijke inbreng de verschillende leden hebben in de dagelijkse werking van het PST. Het takenpakket van de PST's krijgt uitvoerig aandacht: niet alleen schetsen we een globaal beeld van de taken die de PST's vervullen, we gaan ook na wie de aanvragers van de zorg zijn en op welke zorgdimensie de tussenkomst van de PST's vooral focust. Op basis van dit alles willen we ook zicht krijgen op de knelpunten die de PST's eventueel ervaren in hun werking Visie Uit de literatuur blijkt dat er uiteenlopende visies zijn ontstaan op de oorspronkelijke ideeën over palliatieve zorg van het einde van de jaren zestig. We willen daarom onderzoeken welke visie de PST's hebben op de moderne palliatieve zorg. Daartoe bevragen we welke definitie en conceptuele invulling zij geven aan de palliatieve zorg, de palliatieve geneeskunde en de terminale zorg. Er gaat hierbij aandacht uit naar: het doelpubliek van de zorg (voor wie?) en de coördinator van de zorg (door wie?), het doorslaggevende element in het opstarten van de zorg en de fase in het ziekteproces waar de zorg vooral op focust (wanneer?), de meest optimale plaats om zorg te verstrekken en voor het stervensmoment (waar?), de persoonlijke visie op de zorg en op de items die tot de goede praktijk ervan behoren (wat? met welk doel?) en de visie op het stervensproces. We bevragen ook wat de PST-leden verstaan onder een palliatieve en een terminale patiënt. Tenslotte staan we ook stil bij de perceptie van de respondenten op de verhouding tussen de drie zorgtakken (advies, begeleiden, zorgverstrekking) Methodologie De rode draad doorheen de methodologie die we bij dit onderzoek hanteren, is 'triangulatie'. Dit principe is toepasbaar op onderzoekstechnieken ('triangulerende methodologie'), op data ('data triangulatie') en op onderzoekers ('onderzoekerstriangulatie'). Het gebruik van verschillende technieken, soorten data en onderzoekers heeft tot doel om de kwaliteit van de onderzoeksconclusies te verbeteren (Swanborn, 1994). Hieronder lichten we in meer detail toe hoe we in dit onderzoek triangulatie toepassen (Leys, 2001) Triangulerende methodologie: postenquête en diepte-interview Bij deze vorm van triangulatie wenden we verschillende onderzoekstechnieken aan die elkaar aanvullen en controleren. We gebruiken twee onderzoeksmethodes: de postenquête en het diepte-interview. Aan de hand van deze technieken bevragen we zowel feiten als opvattingen. We hanteren strikte regels bij de totstandkoming van de postenquête (Billiet, 1993; Swanborn, 1994). Bij de samenstelling van onze meetinstrumenten (een postenquête en een topiclijst om het interview te structureren) baseerden we ons op de onderzoeksliteratuur over palliatieve zorg. Ze hebben de bedoeling om de visie van de respondenten en de geïnterviewden op palliatieve zorg in het algemeen en op de PST's in het bijzonder na te gaan Onderzoekerstriangulatie

3 Het zijn een doctoraatsstudent en een onderzoeker die de analyses van de postenquêtes en de diepte-interviews doorvoeren. Op die manier is het mogelijk om te komen tot een vorm van 'intersubjectiviteit' bij de interpretatie van de gegevens. Aangezien dit de kwaliteit van de verzamelde data aanzienlijk verhoogt, levert deze onderzoekerstriangulatie een meerwaarde op voor het onderzoek Datatriangulatie: coördinatoren, PST-leden, netwerkcoördinatoren We peilen via verschillende respondenten naar dezelfde gegevens. Zo bevragen we niet alleen de PST-leden aan de hand van een postenquête, maar krijgen ook de coördinatoren van de PST's een vragenlijst toegestuurd. De onderzoeksresultaten die uit de bevraging d.m.v de postenquêtes en de diepte-interviews komen, toetsen we aan de hand van een bevraging van de 15 coördinatoren van de palliatieve netwerken in Vlaanderen. In verkennende diepte-interviews drukten enkele palliatieve zorg experts namelijk op de noodzaak om datgene wat actoren in een bepaalde instelling poneren ook te toetsen bij een onafhankelijke buitenstaander. De palliatieve netwerkcoördinatoren zijn de uitgelezen actoren om dit te doen. Ze hebben immers de wettelijke verplichting gekregen om de voorzieningen voor palliatieve zorg op regionaal niveau te coördineren en zijn bijgevolg goed geplaatste partners in de controle op de manier van werken. De confrontatie van de onderzoeksgegevens leidt tot een kritische benadering. Dit verhoogt de validiteit van de onderzoeksgegevens in belangrijke mate. Teneinde de non-respons bij de postenquêtes tot een minimum te herleiden zullen we gebruik maken van de Total Design Method (Dillman, 1978). Ook bij ons pasten onderzoekers reeds verschillende keren met succes de Total Design Method (TDM) toe (onder meer Vandekerckhove, 1989; Deliens, 1991, 1998). Ze bewezen telkens dat met deze methode de respons in belangrijke mate positief beïnvloed kan worden, zonder vervelende nevenwerkingen. De TDM beïnvloedt de kostprijs van port- en drukkosten in gunstige zin, maar verhoogt tevens de validiteit van de verzamelde gegevens in belangrijke mate. De TDM vertrekt van de ruiltheorie van Homans. Deze theorie stelt dat individuen bij elke handeling een afweging maken tussen kosten en baten. Wanneer een individu een positieve afweging maakt, dan zal het individu eerder geneigd zijn een bepaalde handeling te stellen. Wanneer het gaat om het invullen van een postenquête dan kunnen volgende zaken bijdragen tot een positieve afweging: aantrekkelijk onderwerp invloedrijke en bekende opdrachtgever niet te lange vragenlijst herhalingsbrieven beloning We overlopen kort hoe we zullen proberen om in het onderzoek deze positieve incentives in te bouwen. In dit onderzoek hopen we een voor de respondenten aantrekkelijk onderwerp te presenteren door op hun werksituatie in te gaan op inhoudelijk, organisatorisch en werkingsvlak. Dat het onderwerp de respondenten aanspreekt, blijkt onder meer uit de reacties die we kregen van PST-leden die de postenquête invulden en die zeiden de vragenlijst te gebruiken als een evaluatie-instrument voor werking van hun eigen PST. We kunnen verder rekenen op de goede naam van de VLK in het veld van de palliatieve zorg, maar ook op een aantal invloedrijke figuren of 'belangrijke anderen' die het begeleidende schrijven (zie: Bijlagen) bij de postenquête zullen ondertekenen

4 Daarnaast vroegen we aan de palliatieve netwerkcoördinatoren en de vertegenwoordigers in de Werkgroep Palliatieve Support Teams om het onderzoek aan te kondigen en te promoten in de eigen regio. De vragenlijsten zijn erg lang. Dit is zeker een minpunt van de meetinstrumenten. Daarom is het des te belangrijker dat we de respondenten op een aantal andere punten kunnen overtuigen om de postenquête in te vullen. We schrijven daartoe herhalingsbrieven, sturen nieuwe exemplaren van de postenquête op of bellen met de respondenten om hen aan te moedigen om mee te werken (zie verder: Dataverzameling). De 'beloning' die we aan de respondenten beloven zijn de verwerkte onderzoeksresultaten. Zoals reeds gezegd ontbreken de gegevens voor de PST's in Vlaanderen en het is de eerste keer dat de PST's informatie en kennis over hun eigen sector op regionaal niveau verzameld zien. In hoofdstuk 4.2 bespreken we de respons op de vragenlijsten Fasering van het onderzoek Verkennende interviews (n = 30) bij palliatieve zorg experts + literatuurstudie Bestuderen wettelijke omkadering Opmaken instrumenten 1, 2, 3 en 4 Afname instrument 1: postenquête bij 150 PST-leden Afname instrument 2: postenquête bij 75 coördinatoren van een PST Afname instrument 3: diepte-interview bij de 15 Vlaamse netwerkcoördinatoren Afname instrument 4: diepte-interview bij 13 PST-leden Analyse resultaten Rapportering 2 maanden Alle fasen werden uitgevoerd door een doctoraatstudent en een onderzoeker Operationalisering In wat volgt gaan we dieper in op de meetinstrumenten die we gebruikt hebben. We hebben vier meetinstrumenten gecreëerd: twee postenquêtes (coördinatoren en leden van PST's) en twee topiclijsten (coördinatoren van de Vlaamse palliatieve netwerken en enkele PST-leden) om de semi-gestructureerde diepte-interviews mee af te nemen. Verkennende diepte-interviews De verkennende diepte-interviews werden afgenomen bij 30 experten op palliatieve zorg vlak. Deze interviews zijn semi-gestructureerd. De vragen en de antwoorden liggen niet van tevoren vast, maar de onderwerpen wel. Dit type van interview begint gewoonlijk met enkele gestructureerde vragen over persoonlijk gegevens waarna dan een aantal vooraf bepaalde onderwerpen aan bod komen, die door middel van een open beginvraag en doorvragen worden uitgediept. De onderwerpen staan hierbij meestal in een voor de geïnterviewde logische opeenvolging (Baarda, De Goede & Teunissen, 2000). Het gebruik van een topiclijst is eigen aan dit soort van interview en vormt een leidraad voor de onderzoeker. Een topiclijst is geenszins een star instrument; de onderzoeker kan flexibel inspelen op de wending die een

5 geïnterviewde eventueel aan het gesprek geeft. In die zin is de topiclijst veeleer een 'checklist' zodat de onderzoeker er zich van kan vergewissen dat alle vooropgestelde onderwerpen aan bod zijn gekomen. Het gebruik van een topiclijst vergroot ook de uniformiteit van de diepte-interviews en komt bijgevolg de validiteit van de onderzoeksresultaten ten goede. De verkennende diepte-interviews hebben de bedoeling vorm te geven aan de analytische onderzoeksinstrumenten (postenquetes en diepte-interviews met analytisch karakter). Samen met de exhaustieve literatuurstudie over palliatieve zorg liggen zij aan de basis van een aantal vragen in de postenquetes en de topiclijsten (zie: Bijlagen) die we gebruikten voor de diepte-interviews met een analytisch karakter. De experten komen uit de verschillende organisatievormen van de palliatieve zorg (thuiszorg, eenheid, support team, dagcentrum, netwerk) en behoren tot verschillende beroepscategorieën (huisarts, geneesheer-specialist, verpleegkundige, psycholoog, maatschappelijk assistent, pastor, ergotherapeut). Verder waren er ook enkele geïnterviewden op een beleidsmatige manier betrokken tot palliatieve zorg (Federatie, Verbond, Ministerie). Postenquêtes Op basis van verkennende diepte-interviews bij 30 palliatieve zorg experts en na grondige studie van de internationale onderzoeksliteratuur over palliatieve zorg, stelden we de eerste versie van de postenquête voor de coördinatoren en voor de leden van de PST's samen. De postenquête voor PST-leden peilt vooral naar de werking van het eigen PST en naar de conceptuele invulling van palliatieve zorg. De vragenlijst voor de coördinatoren focust meer op de organisatorische aspecten van het PST. We testten deze meetinstrumenten in een pilootstudie uit bij een selectie van palliatieve zorgexperten. Het was onmogelijk om de vragenlijsten te testen bij de leden en coördinatoren van de PST's in algemene ziekenhuizen in Vlaanderen omdat allen tot de respondentenpopulatie behoorden. Daarom deden we een beroep op de bereidwillige medewerking van een aantal coördinatoren van thuiszorgequipes, alle Vlaamse netwerkcoördinatoren en de leden van het PST van het AZ-VUB van Jette en dat van het St-Jansziekenhuis in Brussel. De voornaamste reden om de coördinatoren van thuiszorgequipes in de pilootstudie te betrekken, is dat in België de thuiszorg de bakermat van de palliatieve zorg is en dus over heel wat expertise op palliatief zorgvlak beschikt (zie: hoofdstuk 1). We konden twee PST's bevragen, omdat de Brusselse PST's niet zijn opgenomen in de uiteindelijke onderzoeks-populatie. De Vlaamse netwerkcoördinatoren tenslotte zijn, vanuit hun opdracht om het palliatieve zorg aanbod in hun regio te coördineren, goed op de hoogte van het reilen en zeilen binnen de PST's in hun netwerk. We incorporeerden de opmerkingen van deze proefrespondenten in de definitieve versie van de postenquêtes (zie: Bijlagen). Diepte-interviews met een analytische doelstelling We nemen bij 13 PST-leden en alle Vlaamse netwerkcoördinatoren (16) semi-gestructureerde diepte-interviews met een analytische doelstelling af. Ook deze interviews zijn semi-gestructureerd (zie hoger). Het doel van deze diepte-interviews is te komen tot het toetsen van bepaalde hypothesen, het controleren van bepaalde onderzoeksbevindingen en het uitzuiveren van bepaalde conceptuele categorieën. Daar waar de verkennende diepte-interviews eerder een beschrijvend en voorbereidend karakter hebben, hebben deze diepte-interviews een analytisch karakter Introductie van het onderzoek in het veld

6 Het welslagen van een onderzoek staat of valt met de medewerking van het werkveld, in casu de palliatieve zorgsector. De 'intrede in het veld' werd daarom nauwgezet voorbereid. We gebruikten verschillende invalshoeken om het onderzoek aan te kondigen en voor te stellen (zie ook TDM). Voorstelling op de vergadering van de werkgroep netwerkcoördinatoren De coördinatoren van de Vlaamse palliatieve netwerken waren de uitgelezen partners voor de bekendmaking van het onderzoek bij de PST's. In de beginfase van het onderzoek (oktober 2002) stelden we het onderzoek aan hen voor op één van hun tweemaandelijkse bijeenkomsten op de zetel van de Federatie voor Palliatieve Zorg Vlaanderen (FPZV) te Wemmel. Op deze vergadering stemden de netwerkcoördinatoren er ook mee in om het onderzoek bij de PST's aan te kondigen in de werkgroepen voor PST's in de verschillende regio's. Ze zouden ons ook helpen om een lijst samen te stellen van de ziekenhuisprofessionelen die in de PST's werken. Voorstelling op de werkgroep voor PST's In september en december 2002 stelden we het onderzoek voor op de coördinerende werkgroep voor PST's, eveneens in Wemmel. In deze werkgroep zijn leden van verschillende Vlaamse PST's vertegenwoordigd. Ook aan hen werd gevraagd het onderzoek bekend te maken in de eigen instelling en op regionale vergaderingen met collega's uit andere PST's. Samenstelling respondentenlijst PST-leden Om de respondentenlijst voor het onderzoek samen te stellen gebruikten we de gegevens die de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, de voorzitter van de werkgroep PST's en de netwerkcoördinatoren ons hadden doorgegeven als uitgangspunt. Daarnaast contacteerden we de meeste PST's telefonisch voor bijkomende informatie. Tijdens dit telefonische contact stelden we het onderzoek kort voor en vertelden we aan het betrokken PST-lid dat de enquêtes binnenkort (één à twee weken) in het ziekenhuis zouden aankomen. Er werd gevraagd dit mee te delen aan de collega's Dataverzameling De dataverzameling verliep volgens een aantal richtlijnen uitgewerkt binnen de Total design Method (zie eerder). We verstuurden de postenquêtes (voor coördinatoren en PST-leden) voor een eerste keer op het einde van februari 2003, vergezeld van een begeleidend schrijven mede ondertekend door belangrijke figuren van de VLK en de palliatieve zorgsector. In de tweede week van maart kregen de aangeschreven respondenten een bedankbrief (zie: Bijlagen), die tegelijk een herinnering inhield voor degenen die de postenquête nog niet terugstuurden. De respondenten van wie we aan het begin van april nog niets hadden ontvangen, stuurden we een nieuw exemplaar van de vragenlijst toe. In mei hebben we dan de aangeschreven PSTleden die nog niet geantwoord hadden opgebeld om hen te vragen alsnog aan het onderzoek mee te werken. Twee studenten hebben de gegevens uit de postenquêtes ingebracht in een databestand. De onderzoekers hebben een grondige kwaliteitscontrole van deze data uitgevoerd. Al de diepte-interviews zijn, na toestemming van de geïnterviewde, opgenomen op band. Al de gesprekken zijn woordelijk uitgeschreven

7 3.8. Analyse We voerden een inhoudsanalyse uit op de diepte-interviews met de netwerkcoördinatoren. De interviews met de PST-leden zijn niet aan een grondige analyse onderworpen. We hebben uit deze interviews wel heel veel interessante inzichten gehaald die ons geholpen hebben bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Voor de analyse van de postenquêtes hebben we het statistische dataverwerkingsprogramma SPSS gebruikt (De Vocht, 2002; Huizingh, 1999). Meerdere malen deden we een beroep op een standaardwerk voor statistische verwerking (Hair, 1998). Voor databehandeling werd ook gebruik gemaakt van Exel. Voor een goed begrip van een analyse die wordt gepresenteerd in hoofdstuk 4.6 lichten we hier een specifiek gedeelte toe. We peilen er naar consensus en tegenstelling onder de respondenten. We gebruik daarvoor de 80:20- en de 45:55-regel, die we hier kort toelichten: Consensus wordt hier vastgelegd als: - minstens 80% van de respondenten akkoord (+ helemaal akkoord) - minstens 80% van de respondenten niet akkoord (+ helemaal niet akkoord) Tegenstelling wordt hier vastgelegd als: - minstens 45% van de respondenten akkoord (+ helemaal akkoord) en - 55% van de respondenten niet akkoord (+ helemaal niet akkoord) (tot verdeling) of - minstens 55% van de respondenten akkoord (+ helemaal akkoord) en - 45% van de respondenten niet akkoord (+ helemaal niet akkoord) (tot verdeling). De overige verdelingen worden beschouwd als consensus noch tegenstelling, als akkoord noch niet akkoord

8 - 40 -

9 - 41 -

4. Onderzoeksresultaten

4. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de beschrijving van de instellingen waaruit we de onderzoekspopulatie selecteerden. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten aan de hand van

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

minstens 80% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord, minstens 80% van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord,

minstens 80% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord, minstens 80% van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord, 4.7. Itemlijst postenquête PST-leden In het onderstaande deel bespreken we de itemlijst die in de enquête voor de leden van het PST was opgenomen. De itemlijst werd samengesteld op basis van de definities

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

2. De wettelijke bepaling op Palliatieve Support Teams (PST s)

2. De wettelijke bepaling op Palliatieve Support Teams (PST s) 2. De wettelijke bepaling op Palliatieve Support Teams (PST s) Alvorens met dit hoofdstuk te starten moeten er eerst twee zaken worden toegelicht. Ten eerste moet met de bespreking van de wettelijke bepaling

Nadere informatie

4.3. Kenmerken van de populatie

4.3. Kenmerken van de populatie 4.3. Kenmerken van de populatie De delen 1 en 2 van de kenmerken van de populatie zijn gebaseerd op de vragen uit de postenquête bij de coördinatoren van de PST's. In totaal bekwamen we 57 bruikbare enquêtes

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen.

Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen. Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen. Dr. Y. Lievens 1,2, Dr. J. Menten 1, I. Bossuyt 1, M. Depril 1. 1 Palliatief-supportteam Dienst Gezwelziekten Universitaire Ziekenhuizen K.U.Leuven 2 Correspondentieadres

Nadere informatie

Aantal door PST gevolgde patiënten in 2001 en 2002 opgedeeld naar ziektebeeld. Gemiddelde Std. afwijking Minimum Maximum Respons coördinatoren

Aantal door PST gevolgde patiënten in 2001 en 2002 opgedeeld naar ziektebeeld. Gemiddelde Std. afwijking Minimum Maximum Respons coördinatoren 4.5. Werking In hoofdstuk 4.5 gaan we ten eerste in op de activiteit van het PST, geoperationaliseerd aan de hand van het aantal oproepen dat het PST krijgt en het aantal patiënten dat het volgt. We staan

Nadere informatie

4.4. Organisatie Bekendmaking van het PST. Bekendmaking werking (Vraag 27) + manier waarop (kader Vraag 28)

4.4. Organisatie Bekendmaking van het PST. Bekendmaking werking (Vraag 27) + manier waarop (kader Vraag 28) 4.4. Organisatie 4.4.1. Bekendmaking van het PST Bekendmaking werking (Vraag 27) + manier waarop (kader Vraag 28) We vroegen aan de coördinatoren op welke manier het PST haar werking in het ziekenhuis

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG DOOR DE MULTIDISCIPLINAIRE BEGELEIDINGSEQUIPE VOOR PALLIATIEVE VERZORGING Auteurs: Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde VUB en Federatie Palliatieve

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Lectoraat Acute Intensieve Zorg

Lectoraat Acute Intensieve Zorg Dr. Lilian Vloet (projectleider) Marijke Noome MSc (onderzoeker en verpleegkundige) Drs. Boukje Dijkstra (onderzoeker en IC-verpleegkundige) Lectoraat Acute Intensieve Zorg Inhoud Aanleiding project End-of-life

Nadere informatie

5 Conclusies uit dit onderzoek

5 Conclusies uit dit onderzoek 5 Conclusies uit dit onderzoek In dit hoofdstuk presenteren we de belangrijkste bevindingen en conclusies uit het onderzoek. Eerst gaan we in op een aantal bevindingen uit het literatuuronderzoek en de

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 5

Uitwerkingen hoofdstuk 5 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter

Nadere informatie

4.6. Visie. 4.6.1. Palliatieve zorg

4.6. Visie. 4.6.1. Palliatieve zorg 4.6. Visie Deel I van de vragenlijst is volledig gewijd aan de visie van de PST-leden op palliatieve zorg, palliatieve geneeskunde en terminale zorg. We peilen naar het wie, waar, wanneer, wat en het doel

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek

Hoofdstuk 9. Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Hoofdstuk 9 Dataverzamelingsmethoden voor surveyonderzoek Voordelen van surveys Standaardisering Eenvoudige toepasbaarheid Mogelijkheid om het onzichbare op het spoor te komen Geschiktheid voor statistische

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Cel Informatica, Telematica en Communicatie in de Gezondheidszorg Eurostation Bloc II 1ste verd. bureau 01D269 Victor Horta Plein 40/B10

Nadere informatie

Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren in de palliatieve zorg in Vlaanderen. Kathleen Leemans

Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren in de palliatieve zorg in Vlaanderen. Kathleen Leemans Ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren in de palliatieve zorg in Vlaanderen Kathleen Leemans Ism. Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen Onderzoekers Kathleen Leemans, Onderzoeker Luc Deliens, Promotor Joachim

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG

HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG HANDLEIDING VOOR KWALITEITSMETING PALLIATIEVE ZORG DOOR HET PALLIATIEF SUPPORTTEAM IN HET ZIEKENHUIS Auteurs: Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde VUB en Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen INHOUD

Nadere informatie

Peiling van de patiëntentevredenheid op Materniteit. Ziekenhuis X

Peiling van de patiëntentevredenheid op Materniteit. Ziekenhuis X Titelpagina Peiling van de patiëntentevredenheid op Materniteit Ziekenhuis X Dit is een demo rapport waarin naast de executive summary slechts één zorgaspect in de diepte wordt uitgewerkt met name: de

Nadere informatie

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Deze lijst van onderzoeksvragen kwam tot stand na een bevraging bij de coördinatoren van de regionale netwerken voor palliatieve zorg en de voorzitters van

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van de regio: oostende Adres :Hospitaalstraat

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

Vlaams Patiënten Peiling

Vlaams Patiënten Peiling Titelpagina Vlaams Patiënten Peiling Dit is een demorapport op ziekenhuisniveau. Enkel het onderwerp 'Wijze van omgang met patiënten en samenwerking tussen zorgverleners' wordt in detail uitgewerkt. Het

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Summary 215. Samenvatting

Summary 215. Samenvatting Summary 215 216 217 Productontwikkeling wordt in steeds vaker georganiseerd in de vorm van consortia. Het organiseren van productontwikkeling in consortia is iets wat uitdagingen met zich meebrengt omdat

Nadere informatie

Onderzoek Beeldend Trainen Beeldend Trainen in de praktijk

Onderzoek Beeldend Trainen Beeldend Trainen in de praktijk Onderzoek Beeldend Trainen Beeldend Trainen in de praktijk Onderzoek naar de ervaringen, opbrengsten en toepassingen van Beeldend Trainen in de praktijk Breda, maart 2018 Drs. Janneke Stielstra Verlengde

Nadere informatie

Informare. voor introductie van de Informare in het Netwerk Palliatieve Zorg. Handleiding

Informare. voor introductie van de Informare in het Netwerk Palliatieve Zorg. Handleiding Informare Handleiding voor introductie van de Informare in het Netwerk Palliatieve Zorg Prof. Dr. G.A. Lindeboom Instituut Centrum voor medische ethiek Utrechtse weg 1a, 3811 NA Amersfoort (033) 4647779

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen In dit document wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste wet- en regelgeving met betrekking tot palliatieve zorg: 1. m.b.t. de zorgverlening

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Onbekend maakt onbemind

Onbekend maakt onbemind De bekendheid van palliatieve zorg bij de Vlaamse bevolking - een nulmeting Onbekend maakt onbemind Promotor: Prof. Guido Van Hal Onder begeleiding van: Trudie Van Iersel, Jessica Fraeyman Studenten: Elynn

Nadere informatie

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief 20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief Wat is exact het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek in termen van onderzoek (wat doe je) in termen van resultaat (wat kan je er mee) in

Nadere informatie

Casemanagement. in de palliatieve zorg. Annicka van der Plas Quest, 7 september 2010

Casemanagement. in de palliatieve zorg. Annicka van der Plas Quest, 7 september 2010 Casemanagement in de palliatieve zorg Annicka van der Plas Quest, 7 september 2010 Inhoud Aanleiding: waarom casemanagement in de palliatieve zorg? Evaluatie onderzoek Eerste resultaten van het Expert

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen

Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen Onderzoek naar het verband tussen de betaling van onderhoudsgelden en het risico voor armoede in de gezinnen Project uitgevoerd in opdracht van de Staatssecretaris voor Gezinsbeleid door: Gezinsbond vzw

Nadere informatie

Enquête Patiëntentevredenheid Consultatie afdelingen

Enquête Patiëntentevredenheid Consultatie afdelingen Enquête Patiëntentevredenheid Consultatie afdelingen algemene heelkunde Aantal Respondenten : 793 Dit is een demorapport. Enkel het onderwerp perceptie van de wachttijden wordt in detail uitgewerkt. Rapport

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence

Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence Twee vormen: (1) actief betrekken van mensen en (2) gebruik maken van bestaande gegevens (1) Als de patiënt betrokken is doordat hij/zij een

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Doel van de sessie what s in it for me? Je weet wanneer en waarom je een kwalitatieve

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek.

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. Brussel, 21 2013 t. f. +32 9 264 69 71 e. Inhoud 2 A. Introductie B. Aandacht voor veroordeelde en huisgenoot

Nadere informatie

Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek

Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek Resultaten van de studie naar casemanagement: de visie van huisartsen op casemanagement voor palliatieve zorg in de Westelijke Mijnstreek Auteur: Cindy Rodigas, student Universiteit Maastricht In samenwerking

Nadere informatie

Continue sedatie tot aan het overlijden in Vlaamse woonzorgcentra

Continue sedatie tot aan het overlijden in Vlaamse woonzorgcentra Continue sedatie tot aan het overlijden in Vlaamse woonzorgcentra Prof. Johan Bilsen Dr. Sam Rys OZ-groep Mental Health and Wellbeing, Department of Public Health, Vrije Universiteit Brussel Achtergrond

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders J. De Bouw, K. De Martelaer, K. Struyven en L. Haerens 31/12/2011 Inleiding Aanleiding onderzoek:

Nadere informatie

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN?

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? Lessen uit scholenonderzoek in Vlaanderen Jessy Siongers Universiteit Gent Vrije Universiteit Brussel Steunpunt Cultuur & Jeugdonderzoeksplatform

Nadere informatie

Stap 1: Bepalen van het doel

Stap 1: Bepalen van het doel Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan. A. De inleiding. Van: Voor:

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan. A. De inleiding. Van: Voor: Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan Van: Voor: A. De inleiding Wordt de aanleiding van het onderzoek duidelijk beschreven? Wordt er een beschrijving gemaakt

Nadere informatie

Hoofdstuk I - Analyse cijfermateriaal regio Gent-Eeklo

Hoofdstuk I - Analyse cijfermateriaal regio Gent-Eeklo Inleiding Onderhavig document betreft de rapportage van de bevraging naar de palliatieve zorgstructuur in Vlaanderen. Deze bevraging kaderde in een algemeen registratieproject, een opdracht omschreven

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

Patiëntinformatie TES

Patiëntinformatie TES Patiëntinformatie TES Datum: 6 november 2013 Onderwerp: Proefpersoneninformatie Geachte heer / mevrouw, U bent gevraagd om mee te doen aan een onderzoek naar de behoefte aan ondersteuning bij zorgen over

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Interculturele CompetentieWijzer (ICW): mogelijkheden en beperkingen. Joke Simons & Yunsy Krols

Interculturele CompetentieWijzer (ICW): mogelijkheden en beperkingen. Joke Simons & Yunsy Krols Interculturele CompetentieWijzer (ICW): mogelijkheden en beperkingen Joke Simons & Yunsy Krols 1 INTERCULTURELE COMPETENTIE: WAT? 2 Metaforen 3 Competentie = K + V + A + A + (Fantini, 2000) 4 Onderwijs

Nadere informatie

Wetenschappelijke lijn het eindwerk

Wetenschappelijke lijn het eindwerk Wetenschappelijke lijn het eindwerk Prof. Dr. Joost Weyler Titularis Wetenschappelijke lijn Epidemiologie en Medische Statistiek Epidemiologie en Sociale Geneeskunde, UA Schema Eindwerk wetenschappelijke

Nadere informatie

Rapportage project 1.3 Uitvoering publieke domein

Rapportage project 1.3 Uitvoering publieke domein Rapportage project 1.3 Uitvoering publieke domein Rapportage Hier ligt het tussentijdse rapportage voor u van het project 1.3 uitvoering publieke domeinen uitgevoerd door studenten van de opleiding bestuurskunde

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

KLINISCHE STUDIES. in AZ Sint-Lucas

KLINISCHE STUDIES. in AZ Sint-Lucas KLINISCHE STUDIES in AZ Sint-Lucas KLINISCHE STUDIES in AZ Sint-Lucas Overweegt u om, al dan niet op verzoek van uw arts, deel te nemen aan een klinische studie? Het is belangrijk dat u vooraf goed geïnformeerd

Nadere informatie

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig. Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Tom Vandersteegen Wim Marneffe Tom De Gendt Irina Cleemput UHasselt Symposium Patiëntveiligheid en Medische

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Deelnemersinformatieblad

Deelnemersinformatieblad Deelnemersinformatieblad Versie 2 29/06/2018 GASTROS edelphi Enquête Standaardiseren van uitkomstmaten bij onderzoek naar maagkankeroperaties We willen u graag uitnodigen om deel te nemen aan een onderzoek.

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg

Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg Simplificatie ontwerp KB oncologisch zorgprogramma: Hoofdstuk II. zorgprogramma voor oncologische basiszorg Afdeling 1. Doelgroep aard en inhoud Artikel 2 1 Elk ziekenhuis dient te beschikken over programma

Nadere informatie

(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 (Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Een echtscheiding is meestal een ingrijpende gebeurtenis voor de ex-partners

Nadere informatie

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Rapport onderzoek Afgevaardigden 1. Inleiding Op 30 november 2012 (herinnering op 12 december) hebben 28 afgevaardigden en 1 oudafgevaardigde van Badminton Nederland een mailing ontvangen met daarin een link naar de enquête Afgevaardigden

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten 9 Patiëntregistratie 9.1 Inleiding 81 In dit hoofdstuk wordt de patiëntregistratie beschreven. De patiëntregistratie is een van de zes gegevensverzamelingsmodules van de Tweede Nationale Studie. Het doel

Nadere informatie

Dit moet gemotiveerd worden in het projectvoorstel en wordt mee beoordeeld bij de evaluatie.

Dit moet gemotiveerd worden in het projectvoorstel en wordt mee beoordeeld bij de evaluatie. 0 OP ESF Vlaanderen 2014-2020 FAQ oproep 315 Innovatie door adaptatie Prioriteit uit OP: 5 Innovatie en Transnationaliteit 1. Moeten de promotor en partners Vlaamse dienstverleners zijn? De promotor en

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Seniorenadviesraad Kampenhout 1 Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Structureren in 4 stappen : -Oprichting adviesraad - Behoefteonderzoek - Opmaak beleidsplan - Opvolging van het beleid Structureren

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Benchmarkrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / Vergelijking met andere WZC / 2014 / 1-jul-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

BEHA-INFO, jaargang 12, nr. 101, p VERSCHUERE, B., (2007), De problematiek van de wachtlijsten in de zorg,

BEHA-INFO, jaargang 12, nr. 101, p VERSCHUERE, B., (2007), De problematiek van de wachtlijsten in de zorg, De verscheidenheid aan wachtlijsten bij de palliatieve eenheden in Vlaanderen Een onderzoek naar de achterliggende oorzaken van wachtlijsten bij palliatieve eenheden en hun ethische impact op de betrokken

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Ouders over tevredenheidmetingen.

Ouders over tevredenheidmetingen. Vzw Roppov Martelaarslaan 212 9000 Gent tel 09/224.09.15 fax 09/233.35.89 e-mail info@roppov.be web www.roppov.be Mei 2009 december 2010 Ouders over tevredenheidmetingen. Dit is een bundeling van bemerkingen

Nadere informatie

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE BIJGEWERKTE COÖRDINATIE 10 JULI 1990 - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten(1)(2) HOOFDSTUK

Nadere informatie

HANDLEIDING E-DOSSIER PZ VOOR

HANDLEIDING E-DOSSIER PZ VOOR HANDLEIDING E-DOSSIER PZ VOOR KWALITEITSMETING DOOR DE MBE Auteurs: Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde VUB en Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen Opmerking vooraf: gebruik Google Chrome als browser.

Nadere informatie

Visie : Palliatieve zorgen

Visie : Palliatieve zorgen Indien op een gegeven ogenblik een curatieve therapie geen hulp meer brengt en de mens zich geconfronteerd ziet met het onvermijdelijke, wordt hij bevangen door angst en pijn. Het is moeilijk om dragen,

Nadere informatie

woord vooraf 11 inleiding 13 Hoofdstuk 1 Personeelsevaluatiesysteem in het Vlaamse onderwijs 17

woord vooraf 11 inleiding 13 Hoofdstuk 1 Personeelsevaluatiesysteem in het Vlaamse onderwijs 17 Inhoud woord vooraf 11 inleiding 13 Hoofdstuk 1 Personeelsevaluatiesysteem in het Vlaamse onderwijs 17 1 Omschrijving en begrippenkader 19 1.1 Statuut en rechtspositie van het onderwijspersoneel 19 1.2

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

4 Testen en optimaliseren

4 Testen en optimaliseren Alle wegwijzers in de fase: 4 Testen en optimaliseren 4.1 Je ontwerp testen bij de doelgroep (74) 4.2 Je ontwerp voorleggen aan een expert (75) 4.3 Je ontwerp voorleggen aan de opdrachtgever (76) 4.4 Je

Nadere informatie

Feedback op het bestpractice. Korte samenvatting per vraag

Feedback op het bestpractice. Korte samenvatting per vraag Feedback op het bestpractice document Korte samenvatting per vraag De bevraging 1) Geef hier in enkele woorden je eerste indruk weer na het inkijken van het schema en eventueel de bijhorende tekst. 2)

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst

Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst Programma en doelen bijeenkomst 1. Uitwisselen peerfeedback 2. Doordenken onderzoeksopzet 3. Vooruitblik startreviews

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/125 ADVIES NR 09/24 VAN 3 NOVEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE KRUISPUNTBANK VAN DE

Nadere informatie