MONITOREN VAN VOORZIENINGSZEKERHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MONITOREN VAN VOORZIENINGSZEKERHEID"

Transcriptie

1 Januari 2004 ECN-C MONITOREN VAN VOORZIENINGSZEKERHEID Hoe ver reikt het vermogen van de elektriciteitsmarkt? M.J.N. van Werven M.J.J. Scheepers

2 Verantwoording Dit rapport is geschreven in het kader van het eigen onderzoeksprogramma van ECN- Beleidsstudies dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken (EZ). Het vormgeven van beleid ten aanzien van de voorzieningszekerheid in de elektriciteitssector geniet momenteel grote belangstelling. TenneT ontwikkelt in dit verband concreet instrumentarium en als bijdrage aan de discussie is, parallel hieraan, dit onderzoek door ECN uitgevoerd. Een gedeelte van het onderzoek is als afstudeeronderzoek uitgevoerd aan de Technische Universiteit Delft (Van Werven, 2003). Het onderzoeksproject staat bij ECN geregistreerd onder projectnummer Abstract This report discusses a qualitative monitoring model that attempts to give insight in the adequacy of supply in the Dutch liberalised electricity sector. Relevant point of departure is the demand side fulfilling an important role in the liberalised electricity market. The demand side can therefore not be lacking in a reliable and complete monitoring of adequacy of supply. The monitoring model consists of a set of indicators that cover as much aspects of adequacy of supply as possible. The presented analytical model provides a useful framework for determining which information and data (that are to be translated into reliable indicators) are required to get a sound view of adequacy of supply. Because not all required data are available, it is hard to cover all aspects of adequacy of supply and to make the monitoring reliable. However, by making use of a variety of indicators based on different required data seen in coherence dispersed over supply, demand, and matching, and both ex-post and ex-ante based the set of indicators can achieve an optimal level of reliability in the monitoring of adequacy of supply in the liberalised electricity market. 2 ECN-C

3 INHOUD LIJST VAN TABELLEN 5 LIJST VAN FIGUREN 5 SAMENVATTING 6 1. INLEIDING Liberalisering en de behoefte aan monitoring Waarom monitoren? Monitoring in Europees perspectief Doelstelling en vraagstelling van het rapport Definitie voorzieningszekerheid MONITORINGSMODEL Analytisch model van de elektriciteitsmarkt Aanbod, vraag en afstemming Ex-post en ex-ante Beoordelingscriteria voor de indicatoren Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid De set van indicatoren BESCHRIJVING EN KWALITATIEVE BEOORDELING VAN MOGELIJKE INDICATOREN Binnenlandse productiecapaciteit Validiteit Beschikbaarheid gegevens Betrouwbaarheid gegevens Leeftijdsopbouw productiepark Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid Landsgrensoverschrijdende verbindingen Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid Piekvraag naar elektriciteit Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid Vraagrespons en productie bij afnemers Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid Omvang van de onbalansmarkt Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid Reservecapaciteit Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Forward contracten Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens 31 ECN-C

4 3.9 Importcontracten Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Elektriciteitsprijzen op de APX en onbalansmarkt Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid Onwillekeurige uitwisseling met buitenland Validiteit Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Tijdigheid BEOORDELING VAN DE SET VAN INDICATOREN Onderlinge beïnvloeding van indicatoren Volledigheid en dekking van het probleemveld Diversiteit van de benodigde gegevens Tijdigheid CONCLUSIES Beantwoording vraagstelling Aanbevelingen Onderzoek naar kwantitatieve beslismomenten Onderzoek naar informatiegat en beschikbaarheid gegevens Onderzoek naar gewenste voorzieningszekerheid 40 REFERENTIES 41 BIJLAGE A BEOORDELINGSTABEL INDICATOREN 43 4 ECN-C

5 LIJST VAN TABELLEN Tabel 3.1 Overzicht van de te behandelen indicatoren 19 Tabel A.1 Indicatoren voor het aanbod 43 Tabel A.2 Indicatoren voor de vraag 44 Tabel A.3 Indicatoren voor de afstemming 45 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1.1 Monitoring van voorzieningszekerheid in Europees perspectief 12 Figuur 2.1 Schematische voorstelling van het analytische model 14 Figuur 3.1 Zekerheid over het beschikbaar komen van productiecapaciteit in relatie tot de tijd die nodig is voor voorbereiding en realisatie 22 Figuur 3.2 Leeftijdsopbouw Nederlands productiepark (TenneT, 2002b) 23 Figuur 4.1 Set van indicatoren om de voorzieningszekerheid te monitoren 38 ECN-C

6 SAMENVATTING De huidige marktordening van de Nederlandse elektriciteitsmarkt is veranderd van een sterk aanbodgestuurde naar een meer vraaggestuurde markt. Afstemming tussen vraag en aanbod vindt niet meer plaats op basis van een planning, maar via contracten. Energie is minder een overheidsnutsvoorziening en meer een marktproduct geworden (Vogtländer, 2003). Met de fors gewijzigde marktverhoudingen is de vraag gerezen of de lange termijn continuïteit van de elektriciteitsvoorziening nog wel gewaarborgd is. Onder meer de stroomcrisis in Californië heeft laten zien dat liberalisering niet per definitie tot gewenste resultaten leidt. Er bestaat onzekerheid over het investeringsgedrag van productiebedrijven. Daarnaast is het moeilijk in te schatten hoe de vraagzijde zich gaat ontwikkelen en of de vraag zich flexibeler opstelt en meer inspeelt op prijsveranderingen waardoor het prijsmechanisme, en daarmee de werking van de markt, kan verbeteren. Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) houdt zich actief bezig met het vormgeven van beleid ten aanzien van de voorzieningszekerheid in de elektriciteitssector. TenneT ontwikkelt in dit kader concreet instrumentarium. Als bijdrage aan de discussie is door ECN parallel hieraan dit onderzoek uitgevoerd. Over de resultaten van het onderzoek is op verschillende momenten met TenneT en het Ministerie van EZ gecommuniceerd. In voorliggend rapport wordt een (kwalitatief) monitoringsmodel beschreven waarmee inzicht kan worden verkregen in de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening onder de nieuwe marktomstandigheden. Er worden indicatoren geïdentificeerd waarmee de mate van voorzieningszekerheid kan worden aangegeven. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de vraagzijde in een geliberaliseerde elektriciteitsmarkt een belangrijke rol speelt en daarom niet mag ontbreken in een betrouwbare en volledige monitoring van de voorzieningszekerheid. Een relevante vraag daarbij is welke informatie nodig is om een goed beeld te krijgen van de voorzieningszekerheid en hoe dit te vertalen is naar (betrouwbare) indicatoren. Het primaire doel van het onderzoek is een kwalitatief analysemodel te ontwikkelen waarmee in de huidige geliberaliseerde elektriciteitsmarkt met behulp van indicatoren de mate van voorzieningszekerheid kan worden aangegeven. Met (een set van) dergelijke indicatoren moet kunnen worden vastgesteld of de kans op uitval van de elektriciteitsvoorziening verandert. Het monitoringsysteem zou, naast de noodzaak, de effectiviteit van eventuele interventiemaatregelen door de overheid moeten kunnen beoordelen. Daarnaast kan het als invulling dienen van de in het kader van de nieuwe Europese richtlijn verplichte rapportage aan de EU. Tot slot kan de monitoring bijdragen aan transparantie in de markt doordat meer inzicht verkregen wordt in de ontwikkeling van de voorzieningszekerheid. De vraagstelling die de basis vormt van dit onderzoek luidt als volgt: Op welke manier kan met behulp van (een set) indicatoren de mate van voorzieningszekerheid in de huidige geliberaliseerde elektriciteitsmarkt op een betrouwbare wijze worden gemonitord? In dit rapport wordt voorzieningszekerheid gedefinieerd als de mate van zekerheid van de elektriciteitslevering op middellange termijn, bepaald door investeringen in en het aanwezig zijn van voldoende, ook flexibel inzetbare, productiecapaciteit, de elektriciteitsvraag en haar vermogen snel te reageren op dreigende tekorten en de afstemmingsmechanismen tussen vraag en aanbod. Voorzieningszekerheid is geen direct meetbare grootheid; er is geen eenheid waarin het is uit te drukken en het gebruik van reservemarge als enige indicator is voor de geliberaliseerde markt niet meer betrouwbaar. Door gebruik te maken van een (abstract en kwalitatief) model van de elektriciteitsmarkt dat bestaat uit een aanbod-, een vraag- en een afstemmingsgedeelte, is gepoogd het probleemveld op een structurele manier breder te bekijken. Naast het indelen van indicatoren in één van deze drie onderdelen, is tevens onderscheid gemaakt naar de tijdspanne. Er worden drie benaderingen ingevoegd: een ex-post benadering (trendmatige analyse) op basis 6 ECN-C

7 van historische gegevens, en twee ex-ante benaderingen (respectievelijk nul tot twee jaar en twee tot zeven jaar vooruit kijkend) op basis van planningen en prognoses. Op die manier ontstaat een soort matrix (met negen cellen ) die als leidraad kan dienen bij het identificeren van indicatoren. Het aanbodgedeelte van de elektriciteitsmarkt omvat het fysieke elektriciteitssysteem. Het gaat hierbij onder meer om de binnenlandse productiecapaciteit, de leeftijdsopbouw van het productiepark en de landsgrensoverschrijdende verbindingen. Het vraaggedeelte richt zich op onder meer de piekvraag naar elektriciteit en vraagrespons en productie bij afnemers. In het afstemmingsgedeelte zijn zaken terug te vinden als de reservecapaciteit, de omvang van de onbalansmarkt, forward contracten, importcontracten en elektriciteitsprijzen. Elektriciteitssysteem Trendmatig (ex-post) Korte termijn Middellange termijn Aanbod Afstemming Vraag Gevolgen voor de samenleving Het is belangrijk om de bruikbaarheid van indicatoren van tevoren zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. Criteria waarop de indicatoren zijn beoordeeld zijn de validiteit van de indicator (de mate van zekerheid dat een verandering van de indicator een eenduidige veranderingsrichting in de voorzieningszekerheid aangeeft), de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de benodigde gegevens en de tijdigheid. Voor de set van indicatoren zijn als aanvullende criteria de volledigheid en dekking van het probleemveld en de diversiteit van de benodigde gegevens meegenomen. Concluderend kan gesteld worden dat het, door gebruik te maken van een set indicatoren, in principe mogelijk is de mate van voorzieningszekerheid in de huidige geliberaliseerde elektriciteitsmarkt te kunnen monitoren. In dit rapport is een eerste aanzet hiertoe gegeven. Kanttekening is dat geen enkele indicator perfect scoort op alle beoordelingscriteria. Het gepresenteerde kwalitatieve analysemodel biedt een goed raamwerk, maar de specifieke invulling met indicatoren is lastig. Doordat niet alle benodigde gegevens voorhanden zijn, is het de vraag in hoeverre de monitoring volledig dekkend en betrouwbaar is. Het eindantwoord op de vraagstelling is daarom als volgt geformuleerd: Door gebruik te maken van - meerdere, - op verschillende benodigde gegevens gebaseerde, - in samenhang bekeken, - over aanbod, vraag en afstemming verspreide, - ex-post en ex-ante ECN-C

8 indicatoren, kan de set een zo hoog mogelijk niveau bereiken wat betreft een betrouwbare en tijdige monitoring van de mate van voorzieningszekerheid in de huidige, geliberaliseerde elektriciteitsmarkt. Het gebruik van meer (verschillende) indicatoren draagt bij aan het vormen van een beter en betrouwbaarder beeld van de voorzieningszekerheid: de monitoren wordt robuuster. Het in samenhang bekijken van de indicatoren geeft een beter beeld van de voorzieningszekerheid dan individuele indicatoren die los van elkaar bezien worden. Voor de set is het van belang dat achterliggende oorzaken van een verandering van een indicator geanalyseerd moeten worden alvorens hier conclusies aan te verbinden. 8 ECN-C

9 1. INLEIDING 1.1 Liberalisering en de behoefte aan monitoring Met de introductie van marktwerking in de elektriciteitssector is de besluitvorming over nieuw te bouwen centrales, die de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening op langere termijn moeten waarborgen, grondig veranderd. Eén van de uitgangspunten van de Elektriciteitswet 1998 is dat de productie van elektriciteit aan de markt overgelaten wordt. De overheid heeft geen controle meer op de ontwikkeling van het totaal beschikbare vermogen; er zijn in de Elektriciteitswet geen instrumenten opgenomen om de totale hoeveelheid productiecapaciteit vanuit de overheid te beïnvloeden. Dit betekent dat producenten naar eigen inzicht opwekkingseenheden in en uit bedrijf kunnen nemen (DTe, 2001). Via de huidige wet- en regelgeving voor de elektriciteitsmarkt worden, vanwege het monopolie dat netwerkbeheerders hebben, wel voorwaarden gesteld aan de betrouwbaarheid en capaciteit van elektriciteitsnetten, maar in deze wet- en regelgeving zijn geen voorwaarden opgenomen over het aanhouden van voldoende productievermogen. 1 (Scheepers & de Beus, 2002) Naast de verandering van de besluitvorming over nieuw te bouwen centrales en het daaruit voortvloeiende gewijzigde investeringsgedrag (aanbodzijde) heeft de introductie van marktwerking ook invloed op de vraagzijde van de elektriciteitsmarkt. Betaalden afnemers vóór de liberalisering prijzen die via het cost-plus beginsel tot stand kwamen, in de vrije markt kunnen zij overstappen naar die leverancier, die het beste op hun wensen afgestemde product en service levert. Afnemers mogen zelf kiezen bij welke leverancier of tussenpersoon en tegen welke voorwaarden zij elektriciteit willen afnemen. 2 Omdat eindverbruikers vóór de liberalisering geen direct contact hadden met de producenten, verenigd in de Sep (samenwerkende elektriciteitsproductiebedrijven), konden ze hen niet duidelijk aanspreken op de kosten en de prijs van stroom. Andersom gold dat het de elektriciteitsproducenten wettelijk niet was toegestaan direct elektriciteit te leveren aan eindverbruikers en was het voor de Sep lastig inzicht te verkrijgen in, en in te spelen op de wensen van de afnemers. Signalen uit de markt klonken door het ontbreken van wederzijds contact onvoldoende door in de centraal opgestelde planning van de Sep (Tweede Kamer, 1995). De liberalisering brengt met zich mee dat afnemers een actieve rol krijgen als speler op de elektriciteitsmarkt en dat het goed waarnemen van signalen uit de markt onontbeerlijk is bij de afstemming tussen vraag en aanbod. Afnemers kunnen nieuwe mogelijkheden benutten, worden geconfronteerd met de daarbij behorende risico s en oefenen invloed uit op het aanbod. De huidige marktordening is dus veranderd van een sterk aanbodgestuurde naar een meer vraaggestuurde markt. Afstemming tussen vraag en aanbod vindt niet meer plaats op basis van een planning, maar via contracten. Energie is minder een overheidsnutsvoorziening en meer een marktproduct geworden (Vogtländer, 2003). Andere gevolgen van de liberalisering zijn dat de productie vrij is, er concurrentie op het netwerk ontstaan is, TenneT als landelijk netbeheerder aangewezen is, de DTe onafhankelijk toezicht houdt, distributiebedrijven gesplitst zijn in een netwerkbedrijf en een leveringsbedrijf en afnemers, met uitzondering van de kleinverbruikers die grijze stroom afnemen, vrij zijn in hun keuze van energieleverancier. 1 Een uitzondering vormt het regel- en reservevermogen waarin de systeembeheerder TenneT voorziet om op de korte termijn de systeembalans te handhaven en storingen bij productie-installaties op te vangen. Daarmee is de leveringszekerheid op de langere termijn echter niet zondermeer gegarandeerd (TenneT, 2002a). 2 Dit geldt overigens nog niet voor kleinverbruikers die grijze stroom afnemen. Voor hen is er keuzevrijheid vanaf juli ECN-C

10 Maar met de fors gewijzigde marktverhoudingen is de vraag gerezen of de lange termijn continuïteit van de elektriciteitsvoorziening nog wel gewaarborgd is. Onder meer de stroomcrisis in Californië heeft laten zien dat liberalisering niet per definitie tot gewenste resultaten leidt. Er bestaat onzekerheid over het investeringsgedrag van productiebedrijven. Zullen zij wel voldoende investeren in nieuwe productiecapaciteit om de zekerheid van stroomlevering op de langere termijn te garanderen? Daarnaast is het moeilijk in te schatten hoe de vraagzijde zich gaat ontwikkelen. Gaan afnemers zich onder de nieuwe marktomstandigheden flexibeler opstellen en spelen zij meer in op prijsveranderingen waardoor het prijsmechanisme, en daarmee de werking van de markt, kan verbeteren? Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) houdt zich actief bezig met het vormgeven van beleid ten aanzien van de voorzieningszekerheid in de elektriciteitssector. 3 TenneT ontwikkelt in dit kader concreet instrumentarium. Als bijdrage aan de discussie is door ECN parallel hieraan dit onderzoek uitgevoerd. Over de resultaten van het onderzoek is op verschillende momenten met TenneT en het Ministerie van EZ gecommuniceerd Waarom monitoren? Een uitval als gevolg van een tekort aan productiecapaciteit is relatief langdurig en kan grote maatschappelijke gevolgen hebben, infrastructurele systemen beïnvloeden en leiden tot grote economische schade. 4 Omdat een betrouwbare elektriciteitsvoorziening voor een moderne maatschappij van vitaal belang is, is het belangrijk inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de voorzieningszekerheid. Monitoring vormt hierbij een onmisbaar element. Door de veranderde marktstructuur en verhoudingen is het de vraag of bestaande indicatoren waarmee de mate van voorzieningszekerheid kan worden aangegeven nog wel geschikt zijn. Zo kleeft er bijvoorbeeld aan de veelgebruikte indicator reservecapaciteit onder de nieuwe omstandigheden een potentieel gevaar. Producenten kunnen, zoals eerder reeds aangegeven, in de geliberaliseerde markt naar eigen inzicht opwekkingseenheden in en op relatief korte termijn uit bedrijf nemen. Daarnaast kan, door gebruik te maken van flexibiliteit aan de vraagzijde van de markt, de prijselasticiteit van de vraag toenemen tijdens krapte (door demand response ), waardoor de benodigde reservecapaciteit minder groot hoeft te zijn. Bovendien wordt afstemming tussen vraag naar en aanbod van capaciteit onvoldoende in beeld gebracht. De aanwezige reservecapaciteit is daarmee een minder betrouwbare indicator geworden. Vanwege het vitale belang van een betrouwbare elektriciteitsvoorziening en het lange tijdsinterval tussen een investeringsbeslissing en de daadwerkelijke ingebruikname van een elektriciteitsproductiecentrale 5 is het belangrijk (aanvullende) indicatoren te ontwerpen die bijtijds kunnen signaleren of de voorzieningszekerheid in gevaar komt en of eventueel ingrijpen in, of aanpassing van de vrije elektriciteitsmarkt noodzakelijk is. De informatie die monitoring oplevert is voor veel marktpartijen en andere belanghebbenden interessant. Investeerders zijn vooral geïnteresseerd in informatie over (ontwikkeling van) prijzen en economische mechanismen die vraag en aanbod beïnvloeden, omdat het inzicht kan verschaffen in de winstgevendheid van nieuwe investeringen. Aangezien bestaande bedrijven door hun ervaring op de markt een informatievoorsprong hebben ten opzichte van nieuwkomers (informatie asymmetrie), bestaat het risico dat efficiënte toetreding van nieuwkomers ontmoedigd wordt. Om toetreding te vergemakkelijken en om een level playing field te creëren is transparantie in de markt onmisbaar. Monitoring kan hieraan bijdragen. Voor afnemers is monitoringsinformatie belangrijk omdat zij lange termijn beslissingen moeten nemen die invloed hebben op hun elektriciteitsbehoefte. Voor handelaren is informatie onmisbaar voor de beoordeling van elektriciteitscontracten. Daarnaast is transparantie erg belangrijk voor financiële instellingen, 3 In Paragraaf 1.3 wordt het begrip voorzieningszekerheid, zoals het gebruikt wordt in dit rapport, gedefinieerd als: De mate van zekerheid van de elektriciteitslevering op middellange termijn, bepaald door investeringen in en het aanwezig zijn van voldoende productiecapaciteit, de elektriciteitsvraag en haar vermogen snel te reageren op dreigende tekorten en de afstemmingsmechanismen tussen vraag en aanbod. 4 Voor een kwantitatieve beschrijving van economische schade door stroomuitval, zie Bijvoet et al (2003). 5 Onder andere door de lange constructietijd en vergunningsprocedures. 10 ECN-C

11 die niet direct actief zijn op de elektriciteitsmarkt, maar die gevraagd kunnen worden nieuwe investeringen te financieren. Ondoorzichtigheid van de markt vergroot risico s voor zowel investeerders als financiers en drukt prikkels tot capaciteitsvergroting (Newbery et al, 2003b). In dit rapport wordt een (kwalitatief) monitoringsmodel beschreven waarmee inzicht kan worden verkregen in de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening onder de nieuwe marktomstandigheden. Er worden indicatoren geïdentificeerd waarmee de mate van voorzieningszekerheid kan worden aangegeven. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de vraagzijde in een geliberaliseerde elektriciteitsmarkt een belangrijke rol speelt en daarom niet mag ontbreken in een betrouwbare en volledige monitoring van de voorzieningszekerheid. Een relevante vraag daarbij is welke informatie nodig is om een goed beeld te krijgen van de voorzieningszekerheid en hoe dit te vertalen is naar (betrouwbare) indicatoren. 1.2 Monitoring in Europees perspectief Op nationaal niveau dient de nationale toezichthouder en/of de TSO (DTe, TenneT) in staat te zijn de binnenlandse voorzieningszekerheid gedetailleerd te kunnen monitoren. Hiervoor zijn enerzijds indicatoren nodig en anderzijds criteria waarmee bepaald kan worden wanneer de voorzieningszekerheid daadwerkelijk op een ongewenst niveau komt. 6 Vanwege de fysieke Europese dimensie van de elektriciteitsmarkt is het verstandig de voorzieningszekerheid ook in Europese context te monitoren. Daarvoor is een gezamenlijke inspanning van EU-lidstaten noodzakelijk. In de nieuwe EU-elektriciteitsrichtlijn is daarom een specifiek op monitoring gericht artikel opgenomen dat lidstaten verplicht tot nationaal gericht toezicht op de voorzieningszekerheid: 7 'De lidstaten zorgen voor toezicht op aangelegenheden betreffende de voorzieningszekerheid. ( ) Dit toezicht slaat met name op het evenwicht tussen vraag en aanbod op de nationale markt, het niveau van de verwachte toekomstige vraag, geplande of in aanbouw zijnde extra capaciteit die wordt overwogen ( ) alsmede maatregelen in geval van piekbelasting ( ).' De richtlijn schrijft voor dat de lidstaten periodiek (elke twee jaar) aan de EU moeten rapporteren over de bevindingen die het monitoren van deze aangelegenheden heeft opgeleverd. Error! Reference source not found. laat schematisch zien hoe de monitoring kan plaatsvinden. Ook in de figuur wordt onderscheid gemaakt in monitoring op nationaal en op Europees niveau. Beleid en wetgeving vanuit de EU vormen een kader waarbinnen de nationale overheden de elektriciteitsmarkt kunnen vormgeven. Vanuit dit perspectief kunnen, door onder meer gebruik te maken van de kennis van Europese op energie gerichte instellingen, zoals de UCTE (Union for the Coordination of Transmission of Electricity), de CEER (Council for European Energy Regulators) en ETSO (European Transmission System Operators), op Europees niveau algemene criteria opgesteld worden om de voorzieningszekerheid te monitoren. 8 Bovendien is meer gedetailleerde input beschikbaar vanuit de lidstaten: de genoemde richtlijn en bijbehorende verplichte rapportage is een voorbeeld van de weergegeven communicatiestromen tussen de EU en de Nederlandse overheid (het Ministerie van Economische Zaken). 6 Een voorbeeld van monitoring op basis van indicatoren is te vinden in Engeland, waar de voorzieningszekerheid op nationaal niveau gemonitord wordt door de DTI (Department of Trade and Industry) in samenwerking met toezichthouder Ofgem; zie JESS (2003). 7 Artikel 4: Toezicht op de voorzieningszekerheid van Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003, betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG. 8 Zie bijvoorbeeld de UCTE System Adequacy Forecast (UCTE, 2002). ECN-C

12 beleid Ministerie van Economische Zaken beleid rapportage EU Elektriciteitsmarkt rapportage criteria Aanbod Afstemming indicatoren DTe/ TenneT criteria rapportage UCTE/ CEER/ ETSO Vraag Figuur 1.1 Monitoring van voorzieningszekerheid in Europees perspectief 1.3 Doelstelling en vraagstelling van het rapport Dit rapport concentreert zich met name op het vinden van bruikbare, op de elektriciteitsmarkt gebaseerde en nationaal georiënteerde indicatoren. In een later stadium kunnen criteria gekoppeld worden aan deze indicatoren, zodat vastgesteld kan worden wanneer de voorzieningszekerheid in gevaar komt en actie moet worden ondernomen. Het bepalen van kwantitatieve marges en waarden (criteria) voor de indicatoren behoort echter niet tot de opzet van dit onderzoek. Zij zijn afhankelijk van beleid (Ministerie van Economische Zaken) en het voert in dit stadium te ver om concrete waarden voor criteria te bepalen. Het primaire doel van het onderzoek is een kwalitatief analysemodel te ontwikkelen waarmee in de huidige geliberaliseerde elektriciteitsmarkt met behulp van indicatoren de mate van voorzieningszekerheid kan worden aangegeven. Met (een set van) dergelijke indicatoren moet kunnen worden vastgesteld of de kans op uitval van de elektriciteitsvoorziening verandert. Het achterliggende doel is te kunnen bepalen of het door de overheid gevoerde beleid leidt tot een gewenste situatie met betrekking tot de voorzieningszekerheid. Zo niet, dan is aanpassing van beleid en interventie in de markt door de overheid wellicht noodzakelijk om een voldoende mate van voorzieningszekerheid te kunnen garanderen. Het monitoringsysteem kan een hulpmiddel zijn bij de beslissing of ingrijpen gewenst is en zou, naast de noodzaak, de effectiviteit van eventuele interventiemaatregelen moeten kunnen beoordelen. Belangrijk aandachtspunt is dat het monitoringsysteem niets zegt over hoe eventuele maatregelen eruit zien. Het rapport richt zich bewust niet op mogelijke oplossingsrichtingen. De monitoring richt zich op het kunnen beantwoorden van de vraag of er een probleem is met de voorzieningszekerheid en zo ja, hoe groot het probleem is. Deze vraag lijkt soms wat onderbelicht en lijkt overschaduwd te worden door de vraag welke oplossingsrichting(en) te implementeren. Alvorens de aandacht teveel te richten op mogelijke oplossingsrichtingen, moet eerst bekeken worden of er überhaupt een probleem met de voorzieningszekerheid is en zo ja, in welke mate. Het gepresenteerde monitoringsysteem kan bijdragen aan het beantwoorden van deze vraag. Daarnaast kan het als invulling dienen van de in het kader van de nieuwe Europese richtlijn verplichte rapportage aan de EU. En tot slot kan de monitoring bijdragen aan transparantie in de markt doordat meer inzicht verkregen wordt in de ontwikkeling van de voorzieningszekerheid (zie ook Paragraaf 1.1). Marktpartijen kunnen 12 ECN-C

13 dan beter inschatten of investeringen in productiecapaciteit noodzakelijk en rendabel zullen zijn. De vraagstelling die de basis vormt van dit onderzoek luidt als volgt: Op welke manier kan met behulp van (een set) indicatoren de mate van voorzieningszekerheid in de huidige geliberaliseerde elektriciteitsmarkt op een betrouwbare wijze worden gemonitord? Definitie voorzieningszekerheid De lange termijn continuïteit van de elektriciteitsvoorziening is onder meer afhankelijk van de beschikbaarheid van energiebronnen. Dit onderdeel van de voorzieningszekerheid wordt in dit onderzoek echter buiten beschouwing gelaten. In dit rapport wordt voorzieningszekerheid als volgt gedefinieerd 9 : De mate van zekerheid van de elektriciteitslevering op middellange termijn, bepaald door a) investeringen in en het aanwezig zijn van voldoende, ook flexibel inzetbare, productiecapaciteit, b) de elektriciteitsvraag 10 en haar vermogen snel te reageren op dreigende tekorten en c) de afstemmingsmechanismen tussen vraag en aanbod. In de nieuwe marktsituatie moet de voorzieningszekerheid niet alleen maar bekeken worden vanuit het aanbod, in termen van (investeringen in) productie- en reservecapaciteit, maar zijn de vraag en de afstemming tussen vraag en aanbod onderdelen die absoluut ook meegenomen moeten worden. De gegeven definitie past goed in de nieuwe kijk op de markt en neemt naast het aanbod dan ook expliciet de vraag en de afstemming tussen vraag en aanbod mee. 9 Vaak wordt de term leveringszekerheid gebruikt. In dit rapport wordt echter de term voorzieningszekerheid gebruikt, waarmee gedoeld wordt op de hier gegeven definitie. 10 Technische gezien wordt feitelijk de vraag naar belasting bedoeld (in MW), niet de vraag naar energie (in MWh). ECN-C

14 2. MONITORINGSMODEL 2.1 Analytisch model van de elektriciteitsmarkt Voorzieningszekerheid is geen direct meetbare grootheid; er is geen eenheid waarin het is uit te drukken en het gebruik van reservemarge als enige indicator is voor de geliberaliseerde markt niet meer betrouwbaar. Ook de eerder gegeven definitie laat zien dat voorzieningszekerheid een verzamelbegrip is waarin allerlei elementen een rol spelen en elkaar beïnvloeden. Afzonderlijke indicatoren kunnen slechts specifieke aspecten beoordelen die van invloed zijn op de voorzieningszekerheid. Voor een betrouwbare monitoring is het daarom noodzakelijk een set van indicatoren op te stellen, waarin de indicatoren zich op verschillende, relevante aspecten richten, zodat een zo volledig mogelijk beeld van de voorzieningszekerheid ontstaat. Voorheen werd vooral gebruik gemaakt van op aanbod gerichte benaderingen en trendmatige analyses op basis van historische gegevens. Door gebruik te maken van een (abstract en kwalitatief) model van de elektriciteitsmarkt dat bestaat uit een aanbod-, een vraag- en een afstemmingsgedeelte, is gepoogd het probleemveld op een structurele manier breder te bekijken. Naast het indelen van indicatoren in één van deze drie onderdelen (die verderop in deze paragraaf staan toegelicht), is tevens onderscheid gemaakt naar de tijdspanne. Indicatoren kunnen trendmatig (ex-post), maar op basis van planningen en prognoses ook ex-ante geformuleerd worden. In dit rapport wordt onderscheid gemaakt in verwachtingen op zowel de korte (nul tot twee jaar) als de middellange termijn (twee tot zeven jaar). Op die manier ontstaat een soort matrix (met negen cellen ) die als leidraad kan dienen bij het identificeren van indicatoren. In Figuur 2.1 staat het analytische model schematisch weergegeven. 11 Elektriciteitssysteem Trendmatig (ex-post) Korte termijn Middellange termijn Aanbod Afstemming Vraag Gevolgen voor de samenleving Figuur 2.1 Schematische voorstelling van het analytische model 11 Het elektriciteitssysteem als geheel heeft invloed op de samenleving. In Bijvoet et al (2003), Luijf et al (2003) en Steetskamp & Van Wijk (1994) wordt aandacht besteed aan de (maatschappelijke) gevolgen en kosten van stroomuitval. 14 ECN-C

15 2.1.1 Aanbod, vraag en afstemming Het aanbodgedeelte van het analytische model van de elektriciteitsmarkt omvat onder meer de fysieke elementen van het elektriciteitssysteem, waar voorheen de aandacht veelal op gericht was. Het gaat hierbij om de opgestelde productiecapaciteit, investeringen in opwekkingseenheden, de landsgrensoverschrijdende netverbindingen en dergelijke. In de vroegere, centraal aangestuurde elektriciteitsmarkt was de gedachte dat met het monitoren van de aanbodfactoren de voorzieningszekerheid gemeten en gewaarborgd kon worden. In de vrije markt gaat deze gedachte echter niet zonder meer op. De markt is veranderd in de richting van een meer vraaggestuurde structuur. Afstemming tussen vraag en aanbod vindt niet meer plaats op basis van een planning, maar via contracten. Zoals hierna zal blijken levert het uitgebreider beschouwen van het afstemmings- en vraaggedeelte een vernieuwende kijk op het monitoren van de voorzieningszekerheid. Eerder werd al aangegeven dat de liberalisering een verschuiving teweegbrengt richting de klant: die behoort in de nieuwe situatie te bepalen welke kwaliteit zij wenst en welke prijs zij daarvoor bereid is te betalen. In de transitieperiode naar een vrije markt moeten de wensen van de klanten achterhaald en geformuleerd worden, terwijl de elektriciteitsproducenten op deze vraag moeten inspelen en zich moeten handhaven in een aan concurrentie onderhevige markt. Interessant is de vraag of de afnemer in staat is zijn wensen met betrekking tot de voorzieningszekerheid te formuleren. En zo ja, of dit voldoende prikkels genereert om producenten te bewegen tot het nemen van maatregelen om de gewenste voorzieningszekerheid te kunnen waarborgen. Daarnaast is het de vraag of afnemers voldoende informatie hebben om hun gedrag aan te passen aan de marktomstandigheden. Zo kan de gewenste betrouwbaarheid per afnemer verschillen, maar het financiële voordeel van het reduceren van het verbruik bij schaarste moet wel bekend zijn wil de vraag elastischer gaan reageren. Het vraaggedeelte richt zich, naast de elektriciteitsvraag zelf, op indicatoren die iets zeggen over de flexibiliteit bij afnemers. In hoeverre kunnen afnemers hun vraag reduceren tijdens dreigende tekorten? Indicatoren die onder dit segment kunnen vallen zijn bijvoorbeeld het aandeel autoproductie en de hoeveelheid afschakelbaar vermogen. Vraagsturingsopties als demand response concepten en Demand Side Management (voornamelijk gericht op vraagreductie, al dan niet tijdens piekvraag) kunnen ook onder dit gedeelte geschaard worden. Het afstemmingsgedeelte omvat de afstemming tussen vraag en aanbod en eventuele problemen die zich in dit proces voordoen. Hoe beter deze afstemming plaatsvindt, hoe beter de voorzieningszekerheid zal zijn. Factoren die essentieel zijn voor het ongestoord doorgeven van signalen en prikkels tussen vraag en aanbod zijn te vertalen in indicatoren die iets zeggen over de mate waarin vraag en aanbod ongehinderd op elkaar kunnen reageren. In het afstemmingsgedeelte zijn zaken terug te vinden als elektriciteitsprijzen, forward contracten en importcontracten. Ook marktimperfecties, die zich vooral in hogere elektriciteitsprijzen vertalen, en hun (negatieve) invloed op de werking van de markt behoren tot het afstemmingsgedeelte. Indicatoren die zich specifiek op marktimperfecties richten worden in dit rapport echter buiten beschouwing gelaten Ex-post en ex-ante Ex-post indicatoren, die onder de kolom trendmatig ingedeeld worden, zeggen iets over de huidige situatie en over de ontwikkelingen in het verleden. Extrapolatie van hiervoor benodigde gegevens zou iets kunnen zeggen over de ontwikkeling in de toekomst. Van ex-ante indicatoren, die ingedeeld worden onder korte en lange termijn, hebben de gegevens betrekking op planningen, prognoses en dergelijke. Vaak kunnen indicatoren zowel ex-post als ex-ante gebruikt worden, maar de informatiebronnen daarbij zijn verschillend. ECN-C

16 2.2 Beoordelingscriteria voor de indicatoren Het is belangrijk om de bruikbaarheid van indicatoren van tevoren zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. In deze paragraaf wordt een aantal kwalitatieve criteria opgesteld aan de hand waarvan mogelijke indicatoren beoordeeld kunnen worden op hun geschiktheid (Hoofdstuk 3) Validiteit Allereerst is de sterkte van de relatie tussen de betreffende indicator en de voorzieningszekerheid, in dit rapport aangeduid met validiteit, belangrijk. In hoeverre meet de indicator datgene wat gemeten moet worden? Met andere woorden: geeft een verandering van de indicator met voldoende zekerheid een eenduidige veranderingsrichting aan in de voorzieningszekerheid? Hoe hard is deze relatie? In het criterium validiteit wordt de omgekeerde relatie, namelijk de vraag of een verandering in de voorzieningszekerheid terug te zien is in de betreffende indicator, niet meegenomen. 12 Bovendien wordt geen onderscheid gemaakt tussen de ex-post en ex-ante varianten van een indicator. Van belang is verder dat bij de bespreking van de validiteit van de afzonderlijke indicatoren het ceteris paribus principe geldt: er wordt gekeken naar de relatie die bestaat tussen de voorzieningszekerheid en een verandering van de betreffende indicator bij gelijkblijvende overige (endogene) omstandigheden. Relaties tussen indicatoren (onderlinge beïnvloeding) die invloed kunnen hebben op de validiteit, worden in eerste instantie buiten beschouwing gelaten, maar zullen kort aan bod komen in Hoofdstuk Beschikbaarheid en betrouwbaarheid gegevens Voor een betrouwbare monitoring is het verder van belang dat beschikt wordt over voldoende gegevens. Een tweede criterium waarmee de indicatoren beoordeeld kunnen worden betreft dus de beschikbaarheid van de benodigde gegevens. Een indicator kan theoretisch een valide, eenduidige relatie hebben met de voorzieningszekerheid, maar als de benodigde gegevens niet of lastig te verkrijgen zijn, is de indicator moeilijk bruikbaar. In het geval dat gegevens momenteel niet beschikbaar zijn, is het nuttig te kijken naar mogelijkheden om ze in de toekomst alsnog beschikbaar te krijgen. Zo kan bijvoorbeeld regelgeving leiden tot het beschikbaar komen van vertrouwelijke gegevens (al dan niet in geaggregeerde vorm). TenneT stelt: 'Aanpassing van regelgeving is nodig zodat een actueel geaggregeerd beeld beschikbaar kan komen van (vraag- en) productieontwikkeling in internationale context op korte en langere termijn. Aanscherping en precisering van informatieplicht van betrokken partijen zijn noodzakelijk. Voor een goede werking van de markt is het niet voldoende als marktpartijen alleen informatie over de Nederlandse markt hebben. Ook in het buitenland, ten minste in de directe regelzone, moet initiatief genomen worden om gelijksoortige informatie beschikbaar te stellen. Het moet resulteren in een monitoringsysteem en in publicatie van relevante informatie van een voldoende aggregatieniveau.' (TenneT, 2002a) Het is van belang onderscheid te maken tussen beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de benodigde gegevens, omdat er gegevens beschikbaar kunnen zijn die niet (volledig) betrouwbaar zijn. Dit geldt met name voor ex-ante indicatoren. Gegevens uit plannen, verwachtingen en prognoses zijn over het algemeen minder betrouwbaar dan gegevens over de huidige situatie en het (directe) verleden, die voor ex-post indicatoren benodigd zijn. 14 Naast het feit dat de toekomst per definitie niet volledig betrouwbaar in beeld gebracht kan worden, kunnen gegevens 12 Het kan voorkomen dat de voorzieningszekerheid verandert, zonder dat dat terug te zien is in een bepaalde indicator. Maar daardoor hoeft de betreffende indicator niet ongeschikt te zijn voor monitoring. 13 Zo leidt een toename van de hoeveelheid productiecapaciteit (indicator) niet tot een verbetering van de voorzieningszekerheid in het geval de piek van de elektriciteitsvraag (andere indicator) sterker groeit dan het (beschikbare) opgestelde vermogen. 14 Met betrouwbaarheid wordt bij dit criterium de betrouwbaarheid van de beschikbare gegevens bedoeld, zoals beoordeeld door het tweede criterium. 16 ECN-C

17 uit strategische overwegingen opzettelijk vertekend weergegeven worden, waardoor de betrouwbaarheid afneemt Tijdigheid Omdat het belangrijk is tijdig problemen met de voorzieningszekerheid te kunnen signaleren gaat een vierde criterium in op de tijdshorizon waarover de indicator informatie geeft. Voor de voorzieningszekerheid is het van belang dat gekeken wordt naar de middellange termijn (vijf tot zeven jaar), dit in verband met de relatief lange duur voordat capaciteitsuitbreiding is gerealiseerd. Het is dus van belang dat indicatoren vijf tot zeven jaar vooruit inzicht kunnen geven in de ontwikkeling van de voorzieningszekerheid, zodat tijdig actie ondernomen kan worden als er problemen dreigen te ontstaan. Voor het criterium tijdigheid geldt dat de ex-ante indicatoren een beter beeld geven dan de ex-post indicatoren. 15 Het onderscheid tussen ex-post en ex-ante indicatoren (0-2 jaar en 2-7 jaar) in het analytische model zegt impliciet al iets over de tijdigheid. Middellange ex-ante indicatoren scoren per definitie zeer goed op dit criterium. Korte termijn ex-ante indicatoren scoren redelijk tot goed en ex-post indicatoren slecht. Bij de bespreking van de indicatoren wordt het criterium tijdigheid niet behandeld, tenzij het afwijkt van deze beoordeling. In dit rapport worden voor de beoordeling van de indicatoren dus de volgende criteria gebruikt 16 : Validiteit van de indicator, Beschikbaarheid van de benodigde gegevens, Betrouwbaarheid van de benodigde gegevens, Tijdigheid De set van indicatoren Voor de set van indicatoren is de volledigheid en dekking van het probleemveld nog van belang. Worden alle aspecten van de voorzieningszekerheid, zoals die in dit rapport gedefinieerd is, in kaart gebracht? Zijn indicatoren over het hele analytische model verdeeld terug te vinden, zowel onder aanbod, afstemming en vraag als onder ex-post en ex-ante? Een tweede belangrijk beoordelingscriterium voor de set is de diversiteit van de benodigde gegevens voor de opgenomen indicatoren. Het kan zijn dat verschillende indicatoren gebaseerd zijn op dezelfde data. Ze meten dan feitelijk dezelfde grootheid. In dat geval zijn de indicatoren niet onafhankelijk van elkaar en leidt een verandering in de gegevens wellicht tot een overmatige reactie van de set en een onjuist weergegeven verandering van de mate van voorzieningszekerheid. Het is daarom van belang dat over de hele set, en in elk afzonderlijk segment van de set, indicatoren zijn opgenomen die van elkaar verschillen wat betreft de benodigde gegevens Dit criterium is overigens met name van belang voor de set van indicatoren en niet per se voor de indicatoren afzonderlijk. Indicatoren die iets zeggen over de huidige mate van de voorzieningszekerheid en de korte termijn ontwikkeling kunnen ook nuttig zijn, als het gehele systeem (de set) maar voldoende ver vooruit kijkt. 16 De criteria worden apart en onafhankelijk van elkaar bekeken, zodat geen overlap plaatsvindt tussen de criteria onderling. Een indicator kan dus heel valide zijn (een eenduidige relatie met de voorzieningszekerheid hebben), maar geen tijdig signaal geven, of moeilijk te gebruiken zijn vanwege gebrek aan gegevens. Het criterium validiteit is daarmee dus geen algemene beoordeling van een indicator, maar een specifiek onderdeel ervan. Alleen voor het criterium betrouwbaarheid van de benodigde gegevens geldt dat er een link is met het criterium beschikbaarheid van de benodigde gegevens. De betrouwbaarheid heeft namelijk betrekking op de beschikbare gegevens. 17 Dit is een ander punt dan de diversiteit aan gegevensbronnen. De beschikking over meerdere informatiebronnen voor een indicator maakt de indicator robuuster. Met de diversiteit van de benodigde gegevens wordt bedoeld dat de set als geheel robuuster wordt naarmate die gebaseerd is op een grotere diversiteit aan gegevens. ECN-C

18 Voor de beoordeling van de set is het dus van belang om twee aanvullende criteria te onderscheiden: Volledigheid en dekking van het probleemveld; Diversiteit benodigde gegevens. Zoals eerder al aangegeven bieden indicatoren afzonderlijk onvoldoende inzicht in (de ontwikkeling van) de voorzieningszekerheid. In de vorige paragraaf is gesteld dat een set van indicatoren bijdraagt aan een vollediger beeld van de voorzieningszekerheid. Er bestaan echter vele relaties tussen indicatoren onderling, waardoor het voor een goed gebruik van de set van belang is dat de indicatoren in samenhang bekeken worden. Er bestaat een synergie-effect: indicatoren (in een set) die in onderlinge samenhang bekeken worden geven een beter beeld van de voorzieningszekerheid dan dezelfde indicatoren afzonderlijk van elkaar bezien. Deze samenhang wordt bij de bespreking van de indicatoren in Hoofdstuk 3 buiten beschouwing gelaten, maar zal bij de bespreking van de set in Hoofdstuk 4 terugkomen. 18 ECN-C

19 3. BESCHRIJVING EN KWALITATIEVE BEOORDELING VAN MOGELIJKE INDICATOREN In dit hoofdstuk worden indicatoren besproken en beoordeeld op basis van de in het vorige hoofdstuk genoemde beoordelingscriteria. In bijlage 1 is een tabel opgenomen met de indicatoren en bijbehorende kwalitatieve beoordelingen op basis van de vier criteria. 18 In de tabel zijn tevens eenheden van de indicatoren opgenomen en mogelijke organisaties die de benodigde gegevens kunnen aanleveren. De indicatoren en de kwalitatieve scores die toegekend worden zijn deels gebaseerd op gesprekken met diverse belanghebbenden. 19 Getracht is zoveel mogelijk de feedback van de benaderde partijen mee te nemen in de beoordeling van de indicatoren. Feit blijft dat het toekennen van (kwalitatieve) scores aan de indicatoren een subjectief element kent. Tabel 3.1 Overzicht van de te behandelen indicatoren Trendmatig (ex-post) Korte termijn (ex-ante, 0-2 jaar) Middellange termijn (ex-ante, 2-7 jaar) Aanbod 3.1 Productiecapaciteit 3.1 Productiecapaciteit 3.1 Productiecapaciteit 3.2 Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw productiepark productiepark productiepark 3.3 Landsgrensoverschrijdende 3.3 Landsgrensoverschrijdende 3.3 Landsgrensoverschrijdende verbindingen verbindingen verbindingen Vraag 3.4 Piekvraag naar elektriciteit 3.4 Piekvraag naar elektriciteit 3.4 Piekvraag naar elektriciteit 3.5 Vraagrespons 3.5 Vraagrespons 3.5 Vraagrespons Afstemming 3.6 Omvang van de onbalansmarkt 3.7 Reservecapaciteit 3.7 Reservecapaciteit 3.7 Reservecapaciteit 3.10 Elektriciteitsprijzen 3.8 Forward contracten 3.8 Forward contracten 3.11 Onwillekeurige uitwisseling 3.9 Importcontracten 3.9 Importcontracten (Sep) buitenland 3.1 Binnenlandse productiecapaciteit Een voldoende hoeveelheid opgesteld vermogen is van belang voor het op adequate wijze kunnen voldoen aan de elektriciteitsvraag. Er is onderscheid te maken tussen de hoeveelheid geïnstalleerde productiecapaciteit en de beschikbaarheid ervan. Vanwege onderhoudsplanning, thermische beperkingen 20, technische storingen en het niet beschikbaar zijn van de gebruikte energiebron (bijvoorbeeld wind of gas) is niet al het vermogen voortdurend beschikbaar. Ook de beschikbaarheid van brandstof (contracten) is belangrijk. Zeker voor piekcentrales (die maar korte tijd operationeel zijn) geldt dat het afsluiten van contracten voor het op elk moment leveren van brandstof veel kosten met zich meebrengt. Het komt voor dat op momenten van grote vraag wel productiecapaciteit aanwezig is, maar geen brandstofcontracten afgesloten zijn waardoor de centrales niet kunnen draaien. Het (beschikbare) vermogen kan als indicator voor de 18 Van ++ tot : zeer goed (++), goed (+), redelijk/matig (0), slecht ( ), zeer slecht ( ). 19 Belanghebbenden waarmee gesproken is, zijn onder meer EnergieNed, TenneT, Reliant Energy, EPZ en het Ministerie van Economische Zaken. 20 Zo is bijvoorbeeld tijdens de zomer van 2003 de beschikbare elektriciteitsproductiecapaciteit meermalen scherp gedaald door aanhoudende warmte. Bij oppervlaktewatertemperaturen vanaf 23ºC krijgen elektriciteitsproducenten problemen met het lozen van hun koelwater, omdat het water in de buurt van de centrale dan warmer dreigt te worden dan het wettelijk toegestane maximum van 30ºC. In Nederland kan dit leiden tot tien procent minder productie. ECN-C

20 voorzieningszekerheid trendmatig (ex-post) worden gedefinieerd en, via projecties en voornemens tot nieuwbouw en ontmanteling, tevens op een ex-ante manier. Ook investeringen van elektriciteitsproductiebedrijven kunnen (trendmatig) in kaart gebracht worden. 21 Zij geven een beeld over het op peil houden van de hoeveelheid en kwaliteit van de productiecapaciteit. Het gaat om investeringen die leiden tot nieuw vermogen, of die gedaan zijn ten behoeve van levensduurverlenging van bestaande centrales. Het is bij deze indicator van belang de trend in investeringen te beschouwen, en niet alleen de investeringen in een specifiek jaar. Een laatste variant van de indicator binnenlandse productiecapaciteit is de ruimte die overdimensionering van bestaande vergunningen biedt. Producenten vragen soms bouw- en milieuvergunningen aan die ruimte bieden voor meer capaciteit dan dat in eerste instantie door de producent benut wordt. Op die manier wordt er enige speelruimte en flexibiliteit voor de toekomst ingebouwd. Ongebruikte ruimte in bestaande vergunningen biedt (tijdelijk) mogelijkheden om capaciteitsuitbreiding relatief snel te realiseren omdat geen vergunningsprocedures meer doorlopen hoeven te worden. Ongebruikte ruimte in vergunningen zegt op die manier niets in directe zin over de voorzieningszekerheid of over de hoeveelheid opgestelde productiecapaciteit, maar bij meer onbenutte ruimte kan op korte termijn wel flexibeler en sneller gereageerd worden op schaarste. Een krappe ongebruikte ruimte betekent dat er op korte termijn weinig uitbreidingsmogelijkheden in het systeem aanwezig zijn. Omdat het gaat om bestaande vergunningen is de indicator aangemerkt als ex-post, maar feitelijk zegt de indicator iets over de toekomst: mogelijkheden tot snelle capaciteitsvergroting op de korte termijn Validiteit Een stijging of daling van de hoeveelheid beschikbare productiecapaciteit leidt tot een verbetering respectievelijk verslechtering van de voorzieningszekerheid. Deze relatie is direct en eenduidig en de validiteit van de hoeveelheid beschikbare binnenlandse productiecapaciteit is derhalve als zeer goed beoordeeld. Het verband tussen de voorzieningszekerheid en het geïnstalleerde vermogen is minder direct (omdat geïnstalleerd vermogen niet altijd beschikbaar is) en is daarom relatief gezien lager gewaardeerd op het criterium validiteit. Ook de relatie tussen de hoeveelheid investeringen en de voorzieningszekerheid is niet optimaal. Zo leiden (structureel) minder investeringen niet noodzakelijkerwijs tot een afnemende voorzieningszekerheid. Om die reden is de validiteit van de indicator investeringen als redelijk beoordeeld. Het verband tussen ruimte in bestaande vergunningen en de voorzieningszekerheid is nog minder sterk. Producenten hoeven ongebruikte ruimte niet noodzakelijkerwijs te gebruiken bij (toekomstige) krapte en daarom is de validiteit van deze indicator als slecht gewaardeerd Beschikbaarheid gegevens Gegevens voor de trendmatige analyse (ex-post benadering) van het geïnstalleerde vermogen en de beschikbaarheid ervan zijn te achterhalen aan de hand van gegevens van onder andere TenneT, (milieu)jaarverslagen van de productiebedrijven, EnergieNed, COGEN Nederland en het CBS. Maar voor een gedeelte van het productiepark is dit erg lastig. Vooral met betrekking tot decentraal productievermogen bestaat onvoldoende inzicht in de opgestelde capaciteit en de beschikbaarheid ervan. Bovendien is het moeilijk te achterhalen wanneer en hoeveel decentraal vermogen wordt ingezet. Via de aanbiedingen op de onbalansmarkt is inzicht te verkrijgen (TenneT) in de hoeveelheid extra vermogen die beschikbaar is boven het totaal van alle programma s. Maar hoewel productie-eenheden boven de zestig megawatt verplicht zijn aan te bieden, blijft het volume achter bij hetgeen op grond van het geschatte beschikbare vermogen kan 21 Dykstra en Zeijden (2001) gebruiken dit als zogenaamde meetvariabele (indicator) voor de voorzieningszekerheid. 20 ECN-C

Flexibiliteit op de elektriciteitsmarkt

Flexibiliteit op de elektriciteitsmarkt Flexibiliteit op de elektriciteitsmarkt Achtergrond Industriële demand response is één van de mogelijke aanbieders van flexibiliteit op de elektriciteitsmarkten van de toekomst en ook nu al. Dit heeft

Nadere informatie

Rapport monitoring. Leveringszekerheid Inleiding. 2. Resultaten

Rapport monitoring. Leveringszekerheid Inleiding. 2. Resultaten 1. Inleiding Deze monitoring wordt elk jaar uitgevoerd op verzoek van de minister van Economische Zaken, dit jaar voor het eerst. Aan deze monitoring hebben de leden van de sectie Productie van EnergieNed

Nadere informatie

Monitoren van voorzieningszekerheid

Monitoren van voorzieningszekerheid Technische Universiteit Delft Faculteit Techniek, Bestuur en Management Monitoren van voorzieningszekerheid Hoever reikt het vermogen van de elektriciteitsmarkt? Michiel van Werven Augustus 2003 Monitoren

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit Doel leeswijzer TarievenCode... 2 Aansluittarieven (hoofdstuk 2 TarievenCode)... 2 2. Twee soorten aansluittarieven... 2 2.. Eenmalig aansluittarief afhankelijk van

Nadere informatie

Geachte heer De Maa, Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus BH DEN HAAG. TenneT TSO B.V.

Geachte heer De Maa, Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus BH DEN HAAG. TenneT TSO B.V. Utrechtseweg 310 Postbus 718 6800 AS Arnhem Telefoon 026 373 11 11 Fax 026 373 11 12 www.tennet.org Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Handelsregister

Nadere informatie

Wat is het product noodvermogen? Hoe wordt er gecontracteerd?

Wat is het product noodvermogen? Hoe wordt er gecontracteerd? Noodvermogen Noodvermogen Deze brochure geeft u uitgebreide informatie over de werking van noodvermogen binnen TenneT. Daarnaast geeft het een beeld aan (potentiele) leveranciers van noodvermogen over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in geleverde elektriciteit Feiten en conclusies uit de notitie van ECN Beleidsstudies Sinds 1999 is de se elektriciteitsmarkt gedeeltelijk geliberaliseerd. In

Nadere informatie

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT

Nadere informatie

Directie Toezicht Energie (DTe)

Directie Toezicht Energie (DTe) Directie Toezicht Energie (DTe) Aan Ministerie van Economische Zaken T.a.v. de heer mr. L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 102238/1.B999 Rapport Frontier

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid Nr. 187 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 mei 2015 De commissie voor de Rijksuitgaven en de

Nadere informatie

Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten

Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten M200602 Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten Betere kwaliteiten en lagere prijzen in geliberaliseerde markten? drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, mei 2006 Inkoopgedrag van het MKB

Nadere informatie

TenneT in de energiemarkt

TenneT in de energiemarkt TenneT in de energiemarkt Klaas Hommes Stay tuned. Safety first! Voor uw en onze veiligheid vragen we uw aandacht voor de volgende veiligheidsmaatregelen. In geval van een ontruiming van het pand: Volg

Nadere informatie

Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op:

Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op: Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op: 1. het voorstel van de Europese Commissie tot aanpassing van de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Elektriciteitsmarkt onder spanning

Elektriciteitsmarkt onder spanning 031566_05 2004_2 19-02-2004 11:18 Pagina 92 Beleid Elektriciteitsmarkt onder spanning Machiel Mulder en Martin Scheepers Recente grootschalige stroomuitval in Noord-Amerika en West-Europa heeft het belang

Nadere informatie

Verzilvering van flexibiliteit

Verzilvering van flexibiliteit Verzilvering van flexibiliteit Sjak Lomme SLEA B.V. De Vrieslaan 16 6705AV Wageningen The Netherlands Tel: +31 317 427 217 Mob: +31 6 4478 4990 E-mail: info@slea.nl Internet: www.slea.nl Inleiding: Commodities

Nadere informatie

Impactmeting: een 10 stappenplan

Impactmeting: een 10 stappenplan Impactmeting: een 10 stappenplan Stap 1: De probleemanalyse De eerste stap in een impactmeting omvat het formuleren van de zogenaamde probleemanalyse welke tot stand komt door antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Bevoorradingszekerheid

Bevoorradingszekerheid Bevoorradingszekerheid Commissies Bedrijfsleven en Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers 23.09.2014 23 september 2014 1 Meer over FEBEG Inhoud Niets nieuws onder de zon Veel partijen

Nadere informatie

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE Dienst uitvoering en toezicht Energie - 1 /7 -.doc Inhoudsopgave 1. DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK...3 2. INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN...4 2.1. Tabel 1 gegevens producent

Nadere informatie

De markten voor decentrale elektriciteitsproducenten

De markten voor decentrale elektriciteitsproducenten De markten voor decentrale elektriciteitsproducenten Sjak Lomme SLEA Baarn, 19 mei 2006 Introductie Clustering De markten voor elektriciteit Missing link: intraday markt Risico s en mogelijkheden onbalansmarkt

Nadere informatie

Te weinig investeren in nieuwe elektriciteitscentrales vergroot risico s op stroomuitval

Te weinig investeren in nieuwe elektriciteitscentrales vergroot risico s op stroomuitval Te weinig investeren in nieuwe elektriciteitscentrales vergroot risico s op stroomuitval Martin Scheepers en Jeannette de Beus * ECN Beleidsstudies ECN-RX--03-004 September 2002 Stroomuitval: het kan iedere

Nadere informatie

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006). RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 februari 2006 (16.03) (OR. en) 6682/06 ENER 61 NOTA Betreft: Werking van de interne energiemarkt - Ontwerp-conclusies van de Raad De delegaties treffen in bijlage

Nadere informatie

Uitdagingen van de energie transitie

Uitdagingen van de energie transitie Uitdagingen van de energie transitie Presentatie Congres Energy Next Dordrecht 10 december 2015 Remko Bos Directeur Energie ACM Vicepresident CEER 1 ACM als toezichthouder ACM bevordert kansen en keuzes

Nadere informatie

Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem

Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem Consequenties voor de balanshandhaving en oplossingsrichtingen Engbert Pelgrum, TenneT TSO B.V. Symposium Cogen Nederland

Nadere informatie

DTe richtlijn factureren voor consumenten 2004

DTe richtlijn factureren voor consumenten 2004 DTe richtlijn factureren voor consumenten 2004 Den Haag, juli 2004 Dienst uitvoering en toezicht Energie PAGINA 1 VAN 8 PROJECTNAAM: DUIDELIJKE NOTA S (DUIN) PROJECTNUMMER: 300039 DIENST UITVOERING EN

Nadere informatie

Markt voor Flexibiliteit

Markt voor Flexibiliteit Markt voor Flexibiliteit Globale verkenning van kansen en uitdagingen Denktank Structurele veranderingen Energiemarkt, 9 April 2014 Frans Rooijers, Bettina Kampman, Sebastiaan Hers Agenda Terugblik en

Nadere informatie

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen 30920572-Consulting 10-0198 Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt Eindrapport Arnhem, 12 april 2010 Auteurs:E. Benz,

Nadere informatie

T-prognoses. nut en noodzaak

T-prognoses. nut en noodzaak nut en noodzaak : nut en noodzaak Wat zijn? staat voor Transportprognoses, oftewel een verwachting van het benodigde transport voor de levering of productie van elektriciteit. Producenten, regionale netbeheerders

Nadere informatie

ADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail :

ADVIES AR ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, Brussel Tel. : 02/ Mail : ADVIESRAAD GAS EN ELEKTRICITEIT Nijverheidsstraat, 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.70 Mail : ar-cc@creg.be ADVIES AR161019-067 over de studie van Elia : Nood aan adequacy en flexibiliteit in het Belgische

Nadere informatie

Bestuurlijk hoor en wederhoor onderzoek mantelzorgbeleid

Bestuurlijk hoor en wederhoor onderzoek mantelzorgbeleid Gemeente Noordwijkerhout Rekenkamercommissie HLN Postbus 200 2160 AE LISSE Herenweg 4, 2211 CC Postbus 13, 2210 AA Noordwijkerhout Tel: 0252 343 737 www.noordwijkerhout.nl gemeente@noordwijkerhout. nl

Nadere informatie

Inleiding: De vragenlijst wordt afgesloten met de vraag om uw kennisvraag 2 ledig in maximaal 100 woorden te formuleren.

Inleiding: De vragenlijst wordt afgesloten met de vraag om uw kennisvraag 2 ledig in maximaal 100 woorden te formuleren. Inleiding: Deze vragenlijst bestaat uit 45 vragen en dient ertoe om het innovatietraject strategischeen zoekmachine marketing zo Efficiënt, Effectief en Educatief mogelijk te laten verlopen. Deze kunt

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

TE WEINIG INVESTEREN IN NIEUWE ELEKTRICITEITSCENTRALES VERGROOT RISICO'S OP STROOMUITVAL

TE WEINIG INVESTEREN IN NIEUWE ELEKTRICITEITSCENTRALES VERGROOT RISICO'S OP STROOMUITVAL TE WEINIG INVESTEREN IN NIEUWE ELEKTRICITEITSCENTRALES VERGROOT RISICO'S OP STROOMUITVAL Stroomuitval: het kan iedere afnemer overkomen. In Nederland is een stroomonderbreking meestal kortdurend van aard

Nadere informatie

Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening?

Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening? 1 Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening? Prof. dr. Machiel Mulder Faculteit Economie en Bedrijfskunde, RUG Economisch Bureau, Autoriteit Consument en Markt 2 e NLVOW

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 27 november 2000 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken HERZIENE VERSIE I.V.M. TOEVOEGEN STEMVERHOUDING

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 8 september 2003 ME/EM/3051226 1 Onderwerp Besluit tot verlenging termijn beschermde afnemer Gaswet en Elektriciteitswet 1998 E-en G-wet.mbo Besluit van, tot verlenging

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

Samenvatting voor beleidsmakers

Samenvatting voor beleidsmakers Road book towards a nuclear-free Belgium. How to phase out nuclear electricity production in Belgium? rapport door Alex Polfliet, Zero Emissions Solutions, in opdracht van Greenpeace Belgium Samenvatting

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Inpassing van duurzame energie

Inpassing van duurzame energie Inpassing van duurzame energie TenneT Klantendag Erik van der Hoofd Arnhem, 4 maart 2014 doelstellingen en projecties In de transitie naar duurzame energie speelt duurzame elektriciteit een grote rol De

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015

Kwaliteits- en Capaciteitsdocument 2015 Scenario s voor netberekeningen Gert van der Lee KCD scenario s: Nieuwe aanpak Verschuiving van voorspellende naar exploratieve varianten Voordeel: beter inzicht in effect individuele parameters voorkomen

Nadere informatie

Flexibiliteit: E.D.Mij en klanten doen het samen. 31 maart 2017 Jeffrey Bartels

Flexibiliteit: E.D.Mij en klanten doen het samen. 31 maart 2017 Jeffrey Bartels Flexibiliteit: E.D.Mij en klanten doen het samen 31 maart 2017 Jeffrey Bartels Wie is E.D.Mij? Energie Data Maatschappij Heine Prins en Jeffrey Bartels kochten in 2013 activa Oprichting E.D.Mij B.V. Jong

Nadere informatie

Ruimtenormen voor vergaderen

Ruimtenormen voor vergaderen Ruimtenormen voor vergaderen Onderzoek naar de bepaling van normen voor vergaderplekken en vergadercentra voor de FWR Evi De Bruyne Center for People and Buildings mei 2013 colofon Onderzoeker CfPB Evi

Nadere informatie

Ontwikkelingen naar een duurzame energiemarkt. Klaas Hommes, TenneT 28 juni 2014

Ontwikkelingen naar een duurzame energiemarkt. Klaas Hommes, TenneT 28 juni 2014 Ontwikkelingen naar een duurzame energiemarkt Klaas Hommes, TenneT 28 juni 2014 Transitie Veranderingen in productie Veranderingen in balancering Nieuwe kansen Vergroening 20-03-2013 2 Ontwikkeling: transitie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien Uitgebreid onderzoek

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien TenneT participeert in

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen.

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen. MEMO ONDERWERP Advies Gasunie Transport Services (GTS) 1 GTS is ten aanzien van kleinverbruikers gebonden aan regelgeving omtrent de leveringszekerheid van gas. Dergelijke regelgeving bestaat echter niet

Nadere informatie

Analysekader: uw verandertraject in kaart!

Analysekader: uw verandertraject in kaart! Analysekader: uw verandertraject in kaart! Op weg naar een toekomstbestendige organisatie Met deelname aan In voor zorg! (IVZ) werkt u aan de toekomstbestendigheid van uw organisatie. De omgeving verandert

Nadere informatie

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Advisory Klankbordgroep -onderzoek:visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Agenda Pagina 1 Introductie 1 2 Aanpak en proces 5 3 Ontwikkelingen in de energiesector 12 4 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

ER Investeren in energie, keuzes voor de toekomst

ER Investeren in energie, keuzes voor de toekomst ER Investeren in energie, keuzes voor de toekomst Energierapport 2002 ER Investeren in energie, keuzes voor de toekomst ER 2002 Investeren in energie, keuzes voor de toekomst Energierapport 2002 Ministerie

Nadere informatie

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader 1 Kwaliteitsmanagement theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1 1. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement richt zich op de kwaliteit organisaties. Eerst wordt het begrip

Nadere informatie

Het transparanter en overzichtelijker maken van de markt van mobiele data oplossingen

Het transparanter en overzichtelijker maken van de markt van mobiele data oplossingen Het transparanter en overzichtelijker maken van de markt van mobiele data oplossingen Het transparanter en overzichtelijker maken van de markt van mobiele data oplossingen WishUmobile Wijnhaven 17 3011

Nadere informatie

System Operations. 18-mei-2016. Jaap Hagen

System Operations. 18-mei-2016. Jaap Hagen Jaap Hagen TenneT in één oogopslag Enige grensoverschrijdende netbeheerder in Europa Hoofdkantoren in Arnhem en Bayreuth (Duitsland) Leveringszekerheid 99,9975% Efficiënt Robuust netwerk Geïntegreerd netbedrijf

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36050 27 juni 2017 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 juni 2017, nr. IENM/BSK-2017/74109, tot

Nadere informatie

Nota Frequentiebeleid 2016

Nota Frequentiebeleid 2016 Nota Frequentiebeleid 2016 verslag ronde tafels NFO, 12 apr 2016 Klaas Bouma Overzicht ronde tafels Inbreng van stakeholders brede uitnodiging Bevat geen visie of standpunten van EZ Periode oktober 2015

Nadere informatie

SERVICECODE AMSTERDAM

SERVICECODE AMSTERDAM SERVICECODE AMSTERDAM Inleiding Stadsdeel Zuidoost heeft de ambitie om tot de top drie van stadsdelen met de beste publieke dienstverlening van Amsterdam te horen. Aan deze ambitie wil het stadsdeel vorm

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Denktank vernieuwing energiemarkt. Frans Rooijers

Denktank vernieuwing energiemarkt. Frans Rooijers Denktank vernieuwing energiemarkt Frans Rooijers Agenda Kennismaking Stand van zaken Problemen Oplossingen Werkwijze Afspraken 2 Deelnemers? Stichting Natuur & Milieu - ECF Ministerie EZ E.On APX TenneT

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374 POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Economische Zaken

Nadere informatie

Voorbeeld Performance Monitor

Voorbeeld Performance Monitor Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)

Nadere informatie

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen 1e Concept Landelijke Tafel Juridische Aspecten van Smart Mobility DITCM INNOVATIONS WWW.DITCM.EU XX-XX-XXXX De 'verantwoordelijke' voor

Nadere informatie

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren EBA/GL/2015/04 07.08.2015 Richtsnoeren inzake de feitelijke omstandigheden die een wezenlijke bedreiging vormen voor de financiële stabiliteit en inzake de elementen die verband houden met de doeltreffendheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader

2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt vanuit een drietal, analytisch onderscheiden invalshoeken bezien in hoeverre consumenteneducatie een

Nadere informatie

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.

Nadere informatie

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding

Nadere informatie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg

Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg Startnotitie Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg 1 Aanleiding voor het onderzoek Jaarlijks stellen Gedeputeerde Staten (GS) in het najaar in concept de begroting op. Per

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden en de AVG

Samenwerkingsverbanden en de AVG Realisatie Handreiking Samenwerkingsverbanden en de AVG Deel 1 - Verwerkingsverantwoordelijke Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Verwerkingsverantwoordelijke...4 2.1 Wat zegt de AVG?...4 2.2 Wat betekent

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze

Nadere informatie

Energieprijsvergelijkers

Energieprijsvergelijkers Energieprijsvergelijkers Onderzoek naar de kwaliteit van vergelijkingssites voor elektriciteit en gas op het internet Den Haag, april 2006 Projectteam: drs. B.W. Postema drs. M.M. van Liere mr. D.F.J.M.

Nadere informatie

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken Strategische agenda 2018-2020 pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken Onze missie Wij staan voor goede en betaalbare zorg voor alle inwoners van Nederland. Onze

Nadere informatie

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid 2012. Besluit. Ons 104407/12 kenmerk: Zaaknummer: 104407 / NorNed bonus_malus 2012.

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid 2012. Besluit. Ons 104407/12 kenmerk: Zaaknummer: 104407 / NorNed bonus_malus 2012. Besluit Ons 104407/12 kenmerk: Zaaknummer: 104407 / NorNed bonus_malus 2012. Prikkel relatieve beschikbaarheid 2012 Pagina 1/7 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt ter vaststelling van de prikkel

Nadere informatie

CertiQ, gegarandeerd. Presentatie VEMW. Jan van der Lee Tilburg, 11 november 2016

CertiQ, gegarandeerd. Presentatie VEMW. Jan van der Lee Tilburg, 11 november 2016 CertiQ, gegarandeerd Presentatie VEMW Jan van der Lee Tilburg, 11 november 2016 GvO systeem is book & claim systeem Electricity Markets Product: Electricity Certificate Markets Issuing Transfer GO Registry

Nadere informatie

Roadmap naar Smart Grids ECN s visie

Roadmap naar Smart Grids ECN s visie Roadmap naar Smart Grids ECN s visie Martin Scheepers Program Manager Intelligent Electricity Grids Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland, Utrecht, 19 oktober 2009 www.ecn.nl Inhoud Waarom slimme

Nadere informatie

Investeringen in Conventioneel Vermogen

Investeringen in Conventioneel Vermogen Investeringen in Conventioneel Vermogen Situatieschets, Verwachtingen en Perspectieven op Aanpassingen Denktank Structurele veranderingen Energiemarkt, 21 Mei 2014 Frans Rooijers, Bettina Kampman, Sebastiaan

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord

Nadere informatie

Datum 26 oktober 2012 Betreft Beantwoording vragen Kamerlid Mulder (CDA) over capaciteitsheffing energieleveranciers

Datum 26 oktober 2012 Betreft Beantwoording vragen Kamerlid Mulder (CDA) over capaciteitsheffing energieleveranciers > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Energie, Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594

Nadere informatie

Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle. Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet?

Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle. Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet? Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet? Introductie Stedin is als netbeheerder verantwoordelijk voor een veilig

Nadere informatie

Inleiding. Vervanging huidige telefooncentrale. Commissie Bestuur en Financiën. 11 december 2001 Nr. 2001-17.866, CDB Nummer 64/2001

Inleiding. Vervanging huidige telefooncentrale. Commissie Bestuur en Financiën. 11 december 2001 Nr. 2001-17.866, CDB Nummer 64/2001 Commissie Bestuur en Financiën 11 december 2001 Nr. 2001-17.866, CDB Nummer 64/2001 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake de aanschaf en financiering van een nieuwe

Nadere informatie

De concerncontroller als navigator van een wendbare gemeentelijke organisatie Mario Halfhide en Roy Mierop

De concerncontroller als navigator van een wendbare gemeentelijke organisatie Mario Halfhide en Roy Mierop De concerncontroller als navigator van een wendbare gemeentelijke organisatie Mario Halfhide en Roy Mierop Seminar Concerncontrol binnen de gemeente 2018 15 maart 2018 een organisatie die zich rond maatschappelijke

Nadere informatie

Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag. Veilingen emissierechten 2014

Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag. Veilingen emissierechten 2014 Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag Veilingen emissierechten 2014 1 maart 2015 Samenvatting Veilingopbrengst Nederland Aantal rechten Opbrengst ( ) Gemiddelde veilingprijs ( ) EUA 1e kwartaal

Nadere informatie

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Nuth,20augustus 2015 Auteur(s): Tom Kitzen Theo Beckers Geaccordeerd door: Serge Vreuls Financieel Directeur C O L O F O N Het format voor dit

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/405554 Zaaknummer: 15.0731.52 BESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998, betreffende de verkorting van de sluitingstijd

Nadere informatie

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek E: info@malvee.com T: +31 (0)76 7002012 Het opzetten en uitvoeren van een medewerker tevredenheid onderzoek is relatief eenvoudig zolang de te nemen stappen bekend

Nadere informatie

Onderwerp : Consultatie strategische prioriteiten E&G groothandelsmarkten, zaaknummer

Onderwerp : Consultatie strategische prioriteiten E&G groothandelsmarkten, zaaknummer Autoriteit Consument en Markt Energiekamer Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Woerden : onze ref. : doorkiesnr. : 0348 48 43 55 e-mail : fvdv@vemw.nl Onderwerp : Consultatie strategische prioriteiten E&G groothandelsmarkten,

Nadere informatie