o. z PROVINCIE FLEVOLAND AGENDA GEDEPUTEERDE STATEN KAB_3_ Categorie Passief openbaar

Transcriptie

1 Onderwerp Reactie op voorstel Belastingdienst naheffing Beslispunten: 1. Voorstellen aan PS om akkoord te gaan met het accepteren van de door de Belastingdienst vastgestelde naheffing voor de periode 2001 tot en met 2005, van ,- voordecdken ,-voor de vijf gedeputeerden samen. 2. Voorstellen aan PS om de kosten van de naheffing, per saldo ,- voor rekening van de provincie te nemen, zijnde het totaalbedrag ( ,-) minus uitkering via het provinciefonds van ,-voorde Cd K. 3. De totale lasten te verantwoorden op begrotingspost "naheffing autokostenforfait" en ,-te verantwoorden op begrotingspost "provinciefondsuitkering" en het restant te dekken uit het rekeningsresultaat Via de jaarrekening zal toelichting worden gegeven op de uitgaven. 4. Besluiten met betrekking tot de periode vanaf i januari 2006 aan de Belastingdienst aan te geven dat de provincie als werkgever op basis van de door individuele bestuurders afgegeven verklaring geen privé gebruik, de bijtelling niet uitvoert en bij niet afgegeven verklaring de bijtelling wel uitvoert. Dit onder voorbehoud van goedkeuring door PS. 5. Voorstellen aan PS om vanaf i januari 2006 individuele overschrijding voor rekening te laten komen van de individuele provinciale bestuurder. 6. Akkoord met de afhandeling conform uw besluiten, door de portefeuillehouder P&O. Inleiding. De belastingdienst heeft onderzoek verricht naar het gebruik van dienstauto's door bestuurders. Gedurende enkele maanden is op diverse niveaus door onderscheiden partijen overleg gevoerd over de gevolgen van dit onderzoek. Zoals u bekend is, heeft vorig jaar de CdK Nijpels namens de provincies overleg gevoerd met de DG Belastingen. Dit overleg heeft niet tot bevredigend resultaat kunnen leiden. Registra tien ummei Datum 16 januari 2007 Auteur M. Van der Kuyp Afdeling/Bureau PENO Telefoonnummer: Datum GS: 23 januari 2007 Agendapunt: KAB_3_ Categorie Bevoegdheid Openbaarheid Passief openbaar Porte/euijfehouder; Dijksma T f 2. Het onderzoek van de belastingdienst is opgesplitst in twee perioden: a. van 2001 tot en met 2005; b. vanaf i januari v -v a. periode van 2001 tot en met 2005 Vanwege het ontbreken van een sluitende rittenadministratie over deze periode is onderzoek in detail door de Belastingdienst niet meer mogelijk. Daarom is gekozen voor een globale benadering, op basis waarvan een naheffing, zonder boete, is vastgesteld. Voor de Commissaris van de Koningin is deze naheffing vastgesteld op ,-. Voor de vijf gedeputeerden gezamenlijk is deze naheffing vastgesteld op ,-. Het ministerie van Binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties (via het provinciefonds) Beiluit o. z Oir.l.O Portefeuille^ Datum besluit Dlr. P. Beletdsmw Medp.P&O Sectoicont

2 BESLUIT Het college stemt in met het voorstel en besluit tot het voorleggen aan de Commissie Bestuur op 15 februari a.s. In de Nota Commissie zullen nog enige redactionele aanpassingen worden doorgevoerd, Het college wacht met belangstelling een nader schrijven van de belastingdienst aan bestuurders (persoonlijk) af en wil zekerheid over te bekleden functies namens samenwerkingsorganen, waarvan thans de (verbazingwekkende) indruk bestaat, dat ze fiscaal tot privé worden gerekend. Het college spreekt uit, dat het op juiste wijze bijhouden van de digitale agenda de verantwoordelijkheid is van de individuele bestuurder. Pagina 2 laatste alinea als volgt aanpassen: zin' In beginsel...ritten' eruit en vervangen door: 'De secretaresse geeft in de rittenstaat de aard van de rit aan. Deze staat wordt periodiek door de bestuurder/portefeuillehouder geparafeerd. ACTIE PenO PenO/Comm./KBJZ Het WOB-verzoek van de NRC zal zo veel mogelijk gezamenlijk door de provincies worden beantwoord, met Friesland als coördinator. 23 januari 2007

3 2 heeft aangegeven het dee! van de naheffingdat betrekking heeft op de CdK aan de provincie te vergoeden voor een bedrag van ,-. Uit navraag bij onze adviseur, Deloitte en Touche, en andere provincies komt naar voren dat bij een gedetailleerd (op de persoon van de bestuurder gericht onderzoek door de belastingdienst) denaheffing hoger zal uitvallen. Dit als gevolg van het feit dat er over het verleden geen sluitende rittenadministratie is te overleggen. Daarnaast zou met een dergelijk onderzoek ook een boete worden geriskeerd. Het is dus zeer af te raden om deze weg op te gaan. Wij stellen daarom voordat u instemt met de door de Belastingdienst vastgestelde naheffing {zie beslispunt i). Vanwege het feit dat er tot i januari 2006 sprake was van onduidelijkheid over de regelgeving en de toepassing daarvan, stellen wij u vooraan PS te adviseren de met de naheffing gemoeide kosten (periode tot T januari 2006) door de provincie te laten betalen(zie beslispunt 2). b. periode vanaf i januari 2006 In het rapport wordt vermeld dat voor privé gebruik van de dienstauto vanaf i januari 2006 loonbelastingen premie volksverzekeringen moeten worden afgedragen. De provincie (als werkgever) is verantwoordelijk voor de toepassing hiervan. De fiscale bijtelling kan achterwege blijven indien met overtuigend bewijs kan worden aangetoond dat de bestuurders de dienstauto voor niet meer dan 500 km op jaarbasis voor privé doeleinden gebruiken. Dit overtuigend bewijs kan o.m. bestaan uit een sluitende rittenadministratie (onderscheid aangeven tussen privé en zakelijke kilometers) of de door de belastingdienst afgegeven "Verklaring geen privé gebruik". Alle bestuurders van onze provincie hebben een dergelijke verklaring van de Belastingdienst overlegd. Op basis van deze verklaringen voeren wij als werkgever consequent geen bijtelling uit. De situatie vanaf i januari 2006 is in de praktijk wat lastiger en vraagt daarom enige toelichting. Navraag leert dat de dienstauto's nog wel voor privé doeleinden worden gebruikt. Binnen de regels is dat toegestaan. Omdat er destijds nog geen stuitende rittenadministratie bestond, is alleen op basis daarvan voor 2006 niet uit te sluiten dat de grens voor privé gebruik van 500 km op jaarbasis, i's overschreden. Er is echter naast de rittenadministratie ook een vervoerslijst waarin de geplande ritten worden bijgehouden. Deze is in 2006 vrij consequent en up to date ingevuld. De combinatie van (a) niet geheel sluitende rittenadministratie, (b) bijgehouden vervoerslijst en (c) de privé-agenda van de provinciale bestuurders, leidt wel tot een sluitende administratie. De belastingdienst verzoekt ons voor i februari 2007 aan te geven op welke gronden van een fiscale bijtelling is afgezien, dan wel op welke wijze de bijtelling alsnog is geëffectueerd. Wij stellen voordat het antwoord naarde belastingdienst kan zijn dat wij op basis van de individuele verklaring geen privé gebruik, de bijtelling niet uitvoeren, tenzij achteraf door controle blijkt dat er wel sprake is van privé gebruik. In gevallen waar de dienstauto wel ter beschikking staat en de belastingplichtige geen verklaring heeft ondertekend, wordt de bijtelling wel toegepast (zie beslispunt 4). Echter gelet op het bovenstaande en het onderzoek dat over de periode heeft plaatsgevonden, kan een nader onderzoek door de fiscus over 2006 worden verwacht. De verwachting is dat hij geen genoegen neemt met het overleggen van de individuele verklaringen geen privé gebruik. Van de zijde van de werkgever, i.e. de ambtelijke organisatie, kan geen verdere administratie worden verwacht dan registratie van datum, bestemming(en), gereden km., en "klant". De secretaresse geeft in de rittenstaat de aard (zakelijk of privé) van de rit aan. Deze staat wordt periodiek door de bestuurder/ portefeuillehouder geparafeerd. Het is vervolgens bij belastingaangifte of controle de individuele verantwoordelijkheid van de belastingplichtige (de GS leden) om zich te verantwoorden naar de fiscus. Wij adviseren daarom te bepalen dat de werkgever met ingang van i januari 2006 geen verantwoordelijkheid op zich neemt voor financiële consequenties als gevolg van individuele overschrijding van de grens voor privé gebruik van de dienstauto (zie beslispunt 5).

4 3 Hoe nu verder Voor 2007 zijn de volgende stappen ondernomen. 1. Er is een instructie gegeven aan de chauffeurs dat er op basis vaneen nieuwe rittenadministratie (nieuw formulier) een sluitende administratie wordt gerealiseerd, overigens dienen GS leden individueel bij te houden wat het doel van de rit is (zakelijk of privé). 2. Een ambtelijk overleg met de fiscus, op 15 januari jl. heeft helderheid opgeleverd over het grijze gebied tussen zakelijk en privé; er is een algemene richtlijn aangegeven en er is een antwoord verstrekt op een aantal voorgelegde praktijksituaties. Voorts is afgesproken dat in twijfelgevallen altijd de zaak vooraf voor advies kan worden voorgelegd aan de fiscus. Dit initiatief heeft de waardering van de fiscus en schept een prettig overlegklimaat. In de bijlage zijn de resultaten van genoemd overleg bijgevoegd. Beoogd effect: n.v.t. Argumenten; n.v.t. Kanttekeningen-, Enkele andere provincies zijn anders omgegaan met de materie, omdat er ook (aanzienlijke) verschillen bestaan per situatie. Er zijn bij voorbeeld enkele bestuurders die diverse (betaalde) neveninkomsten hebben.zo hebben wij begrepen dat de provincie Groningen op voorhand weleen inhouding pleegt voor privegebruik van de dienstauto. In Flevoland worden eventuele vergoedingen uit nevenfuncties van GS leden direct gestort op de provinciale rekening. Evaluatie: n.v.t. Financiën: Zie nota financiën. Uitvoering: Regulier Communicatie: Intern Bijlagen: Bijlage i: Verslag ambtelijk overleg met de fiscus d.d. 15 januari 2006; Bijlage 2: Nota financiën.

5 4 BIJLAGE l Verslag van ambtelijk overleg (P&O) met de belastinginspecteur maandag 15 januari 2007: Uitgangspunt richtlijnen: Om duidelijkheid te krijgen over hoe door de CdK en de Gedeputeerden met de kilometers voor nevenfuncties dient te worden omgegaan is er eerder overleg gevoerd met de Belastingdienst en vervolgens door Deloitte een advies uitgebracht. In dit advies wordt een verdeling gemaakt naar 4 categorieën: ambtsgebonden nevenfuncties (zakelijke kilometers); bezoldigde nevenfuncties waarop loonheffing wordt ingehouden (privé kilometers); bezoldigde nevenfunctie waarop geen loonheffing is ingehouden (privé kilometers); onbezoldigde nevenfunctie (privé kilometers). In de praktijk is er toch nog behoefte gebleken aan aanscherping. Doel van dit gesprek was om helderheid te verkrijgen over het zgn. grijze gebied tussen zakelijk en privé gebruik van de dienstauto. Omdat het inde praktijk gaat om concrete situaties, zijn enkele voorbeelden besproken met de vertegenwoordiger van de fiscus De besproken voorbeelden kunnen op basis van de instructies van de fiscus als volgt ingedeeld worden: A. Wat mag als zakelijke kilometers worden opgevoerd: Voorbeeld i. Bezoek aan een expositie of symposium met aan het einde van de dag een recreatief aspect wat ergens anders plaatsvindt (golfen). Hef recreatieve aspect is een activiteit die voortvloeit uit het symposium. Voorbeeld 2. Jaarlijks etentje met alle gemeentes van de Provincie Flevoland. Vloeit voort uit ambtsfunctie. Voorbeeld 3. Uitnodiging door andere overheden om visie over een onderwerp van de Provincie uit te dragen (Oostvaarderswold, Omgevingsplan, lobby Brussel). Vloeit voort uit ambtsfunctie. Voorbeeld 4. Bezoeken afleggen die als indirect doel hebben om een groot evenement binnen te halen (lobbyen) Vloeit voort uit ambtsfunctie. B. Wat dient ais prive-kilometers te worden opgevoerd: Voorbeeld 5. Vervoer naar een niet ambtsgebonden nevenfunctie met als doel om te werken in de auto. Wordt door de belastingdienst niet aangemerkt als zakelijk. Oneigenlijk gebruik van de dienstauto. Voorbeeld 6. Een privé-activiteit gaat vooraf aan een ambtsgebonden nevenactiviteit. Voor wat betreft de combinatie van een privé en een zakelijke activiteit gelden de zogenoemde omrijkilometers zoals geformuleerd in het rapport van Deloitte. De kilometers die gemaakt worden voorde privé-activiteit worden separaat en te allen tijde aangemerkt als privé!

6 5 ALGEMEEN Uit het gesprek is als voornaamste conclusie getrokken dat de voorgelegde voorbeelden passen binnen de categorieën en kaders zoals deze benoemd zijn in het rapport van Deloitte In het behandelen van de voorbeelden werd door de inspecteur vaak de vergelijking gemaakt meteen beleidsmedewerker. Voor hem/haar geldt hetzelfde. Zolang activiteiten functiegebonden zijn en niet verweven met andere (politieke} doeleinden, is over het algemeen sprake van zakelijk gebruik. Aandachtspunt: ten aanzien van de verklaring geen privé-gebruik zoals deze door medewerkers en bestuurders is ondertekend moet men zich realiseren dat daar een risico aan is verbonden. Indien belastingplichtigen onvoldoende kunnen bewijzen dat zij niet privé rijden kan dit al snel tot heffingen leiden. Als bewijsstuk moet er altijd sprake zijn van een sluitende rittenadministratie. Desgevraagd liet de belastinginspecteur weten dat het voor de fiscus niet relevant is of er sprake is van dienstauto's of bijvoorbeeld taxigebruik. Dit houdt in dat belastingplichtigen ook taxiritten moeten bijhouden op een vergelijkbare wijze. De belastinginspecteur gaf ook aan dat hij in het algemeen de indruk had dat het wat betreft de bezoldigde nevenfuncties bij de provincie Flevoland meeviel t.o.v. andere provincies. Dit beeld had de inspecteur verkregen ondermeer op basis van de gegevens op onze site.

7 NOTA FINANCIËN BIJLAGE BIJ VOORSTEL NUMMER: Onderwerp: Reactie op voorste! Belastingdienst naheffing Korte samenvatting financiële aspecten: Omdat geen begrotingswijziging meer gemaakt kan worden, zaleen en ander in de jaarrekening worden toegelicht. Datum 16 januari 2007 Auteur M. Van der Kuyp Afdeling/Bureau PENO i. Vast te leggen verplichting door de financiële administratie: Begrotingsjaar: Kostensoort/begrotingsnr. Vast te leggen bedrag: Restantbudget / / Gewenste (korte) omschrijving m Coda: Naheffing autokostenforfait 2. Begrotingswijziging noodzakelijk: NEE (zo ja, hieronder aangeven welke) O buitenlijnse begrotingswijziging tussen producten (bevoegdheid PS) O binnenlijnse begrotingswijziging binnen product (bevoegdheid GS, Dir, Afd.hoofd) Overzicht te wijzigen ramingen: A: Lasten Kostensoort/ Begrotings- huidige raming nummer voorgestelde wijziging doorwerking in latere.jaren 2OO7 2OO8 20O9 2O1O Totaal bedrag wijzigingen lasten: B: Baten Kostensoort/ Beorotinasnummer huidige raming voorgestelde wijziging doorwerking in la te re jaren 2OO O1O Totaal bedrag wijzigingen baten: + NB. Het totaal(saldo) van de voorgestelde wijzigingen moet sluiten op nul. 3. Mutatie in reserves of voorzieningen: NEE (zo ja, hieronder nader omschrijven ) 4. Kredietfaesluit nodig: NEE (zo ja, hieronder nader omschrijven) Paraaf financiële medewerker afdeling