Eindrapportage Zelfmanagement en Hartfalen Anno Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement
|
|
- Diana Michiels
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Eindrapportage Zelfmanagement en Hartfalen Anno 2010 Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement
2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Begrippenkader Zelfmanagement Zelfmanagement bij hartfalen Reeds ontwikkelde interventies binnen de hartfalenzorg Hartfalen en zorgstandaarden Conclusies vanuit de knelpuntenanalyse Aanbevelingen Plan van aanpak Proefimplementatie: interventiebundel implementeren in hartfalenzorg Onderzoek naar de rol van de fysiotherapeut bij zelfmananagement bij mensen met hartfalen Zelfmanagement in de anamnese Inzicht in structurele financiering van zelfmanagement Toetsen van het model bij patiënten Kracht bij hartfalen...20
3 1. Inleiding De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), zeven categorale patiëntenorganisaties en het CBO hebben een actiegericht programma, dat zelfmanagement van chronisch zieken stimuleert, ontwikkeld. Het sluit nauw aan bij de visie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de programmatische aanpak van chronische ziekten (Kamerbrief Zeker van zorg, nu en straks, 13 juni 2008). De NPCF en de patiëntenorganisaties treden op als inhoudelijke opdrachtgever, het CBO als coördinator en uitvoerder. Het Ministerie van VWS is financier van het programma. Het Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement wil dat chronisch zieken hun ziekte zo goed mogelijk kunnen inpassen in hun leven. Dat vraagt niet alleen om het ontwikkelen van de juiste instrumenten voor patiënten, maar ook om voldoende ondersteuning van zorgprofessionals en een solide basis voor zorgstructuren en kennisnetwerken. Het programma richt zich daarom grotendeels op twee intermediaire doelgroepen: patiëntenorganisaties en zorgprofessionals. In het kader van dit programma zijn een aantal opdrachten geformuleerd (plan van aanpak juli 2009). Deze zijn als volgt omschreven: 1. Breng de stand van zaken met betrekking tot zelfmanagement van zeven ziektebeelden in kaart. 2. Biedt inzicht in de gewenste situatie rond zelfmanagement binnen zeven ziektebeelden. 3. Maak duidelijk wat er nodig is om zelfmanagement meer op de kaart te krijgen. 4. Adviseer hoe zelfmanagement bij stakeholders van de ziektebeelden geagendeerd kan worden. 5. Formuleer adviezen over doorontwikkeling van zelfmanagement binnen de zeven ziektebeelden. 6. Pas zo nodig het generieke model aan op basis van ervaringen en vul de interventiebox met goede voorbeelden. 7. Definieer het begrip zelfmanagement naar de zorgstandaard en vertaal dat begrip concreet in de betreffende zorgstandaarden. Om deze opdrachten uit te voeren, zijn er zeven ziektespecifieke werkgroepen samengesteld. 1
4 De werkgroep Zelfmanagement bij Hartfalen heeft zich in vier bijeenkomsten bezig gehouden met de hieronder vermelde opdrachten. - Inventariseer de huidige stand van zaken met betrekking tot zelfmanagement voor hartfalen. - Geef feedback op het generieke model, specifiek gerelateerd aan hartfalen. - Analyseer de huidige situatie met betrekking tot zelfmanagement binnen hartfalen. Hierbij dient te worden gedacht aan: belemmerende- en bevorderende factoren, benodigdheden met betrekking tot patiënten, benodigdheden voor de professionals en randvoorwaarden zoals financiering, ICT, enzovoorts. - Analyseer ziekteoverstijgende belemmerende- en bevorderende factoren met betrekking tot zelfmanagement. - Stel stakeholders bij het thema hartfalen en zelfmanagement vast en agendeer dit thema bij deze stakeholders. - Stel vast welke interventies nodig zijn om zelfmanagement bij hartfalen door te ontwikkelen. - Geef de relatie aan tussen zelfmanagement en zorgstandaard. - Formuleer implementatievoorstellen voor de voorgestelde interventies. Deze eindrapportage bevat de antwoorden van de werkgroep op bovenstaande opdrachten. 2
5 2. Begrippenkader 2.1 Zelfmanagement Zelfmanagement is een onderwerp dat toenemend in de belangstelling staat. Zelfmanagement stelt de chronisch zieke in staat om de gevolgen van de ziekte te beheersen, de ziekte in te passen in het leven en daarmee de ervaren kwaliteit van leven te verhogen. Een aantal ontwikkelingen binnen en buiten de gezondheidszorg kunnen worden beschouwd als aanleidingen voor de opkomst van zelfmanagement. Zo wordt de komende jaren een snelle toename verwacht van het aantal chronisch zieke patiënten. Deze toename is het gevolg van drie factoren. Allereerst speelt de vergrijzing een grote rol. De stijgende levensverwachting leidt er ook toe dat meer mensen meerdere chronische ziekten tegelijk hebben (co- of multi-morbiditeit). De tweede factor is de medische vooruitgang. Die heeft ervoor gezorgd dat voorheen ongeneeslijke ziekten, zoals kanker en hartfalen, steeds beter behandelbaar en beheersbaar worden. De derde oorzaak is de negatieve trend in leefstijl zoals te weinig bewegen en te veel en ongezonde voeding. Het gevolg is een toenemende zorgvraag, terwijl er ook sprake is van een afnemend zorgaanbod. Tegelijkertijd bieden ontwikkelingen, zoals een proactiever burgerschap, technologische vooruitgang (ICT, infrastructuur, microchips, enzovoorts) en het toegenomen scholingsniveau van de bevolking, kansen om mensen tot veel meer zelfmanagement in staat te stellen dan tot op heden gebeurt. Een belangrijk aspect daarbij is dat de moderne mens streeft naar zelfontplooiing en de vrijheid om zijn leven te leiden conform persoonlijke principes en overtuigingen. Hij/zij beschikt zelf over zijn/haar leven en maakt zijn/haar eigen keuzes. Dat blijft ook zo als in dat leven zich een (chronische) aandoening voordoet. De chronisch ziek geworden mens staat als persoon voor de opgave opnieuw vorm te geven aan dit streven in een leven dat fundamenteel is veranderd. In het Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement wordt de volgende definitie voor zelfmanagement gehanteerd: Het vermogen van chronisch zieken om zelf te kunnen kiezen in hoeverre men de regie over het leven in eigen hand wil houden en mede richting wil geven aan hoe beschikbare zorg wordt ingezet, om een zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven te bereiken of te behouden. Binnen het Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement is een generiek model ontwikkeld waarin de verschillende aangrijpingspunten met betrekking tot zelfmanagement staan beschreven. Dit generieke model vormt de basis om, voor welke chronische ziekte dan ook, aan de slag te kunnen gaan met zelfmanagement. Het model maakt zichtbaar welke elementen aandacht nodig hebben bij het vormgeven van zelfmanagement voor een ziekte. Het model is een denkmodel en bedoeld om vanuit diverse invalshoeken invulling te kunnen geven aan het begrip zelfmanagement. Het voorliggende model is een gebruiksversie die is gebaseerd op literatuuronderzoek, bestaande ervaringen en voorbeelden. De werkgroep Zelfmanagement bij Hartfalen heeft, net zoals de andere ziektespecifieke werkgroepen, hier feedback op gegeven. 3
6 2.2 Zelfmanagement bij hartfalen Het eerder getoonde model geeft weer vanuit welke invalshoeken invulling gegeven kan worden aan zelfmanagement. Zelfmanagement bekent niet voor iedereen hetzelfde. Ook kunnen ziektespecifieke elementen van de ziekte gevolgen hebben voor de manier waarop patiënten en zorgverleners met zelfmanagementactiviteiten aan de slag kunnen gaan. Het rapport Hartfalenzorg, advies van de consument, geschreven door de Stichting Hoofd Hart en Vaten1 geeft het patiëntenperspecief ten aanzien van de zorg voor mensen met hartfalen mooi weer. Enkele punten worden er hier uitgelicht omdat deze ook invloed kunnen hebben op zelfmanagement. 1 Schlatmann M, De Graaff M, Wiersma D. Hartfalenzorg: advies van de consument. Een exploratief onderzoek naar wat mensen met hartfalen belangrijk vinden in de zorgverlening. Stichting Hoofd Hart en Vaten. Project Zorgstandaard Hartfalen, juni
7 Het is voor mensen met hartfalen moeilijk om de balans te vinden. Mensen met hartfalen, die nog veel zelf doen en het lastig vinden om hulp te vragen, lopen in de valkuil dat zij meer doen dan goed voor hen is. Een factor die meespeelt is het grillige karakter van de ziekte; de ene dag kun je meer doen dan de andere. Het is voor veel mensen moeilijk om zich in te houden op een goede dag; dan willen zij graag zoveel mogelijk doen. Ik moet leren leven naar wat ik kan, maar ik wil nog zoveel. Ik kan het niet accepteren en mijn kleine kinderen houden er ook geen rekening mee! De omgeving speelt een belangrijke rol. Mensen met hartfalen vinden hun partners vaak bezorgder dan zij zelf zijn. Hartfalen is een ziekte die angst met zich meebrengt. Voor de geruststelling is het belangrijk dat zorgverleners hen kennen, in spoed beschikbaar zijn en dan adequaat optreden. De werkgroep heeft ook een aantal aandachtspunten geformuleerd ten aanzien van de karakteristieken van mensen met hartfalen. Sommige oudere patiënten met hartfalen kunnen vanwege de grote belasting van het ziek zijn niet aan zelfmanagementactiviteiten doen. Patiënten met hartfalen kunnen door hun conditie, ernst van de aandoening, leeftijd en vergeetachtigheid minder motivatie hebben om aan zelfmanagement te doen. Bijvoorbeeld: wel zelf zoutloos eten, maar het niet willen regelen. Bij jonge patiënten met hartfalen kan de prognose (de grilligheid en onvoorspelbaarheid van het ziektebeeld) de zelfmanagementmogelijkheden beperken. Angsten en depressies kunnen mensen met hartfalen belemmeren om aan zelfmanagement te doen. Onderzoek naar de effectiviteit van zelfmanagement bij hartfalen Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de effectiviteit van zelfmanagement. Een onlangs gepubliceerde systematic review 2 bestudeerde de effectiviteit van zelfmanagementinterventies vergeleken met standaard zorg op de volgende parameters: Mortaliteit Ziekenhuisopnamen Kwaliteit van leven 2 Ditewig JB, Blok H, Havers J, van Veenendaal H. Effectiveness of self-management interventions on mortality, hospital readmissions, chronic heart failure hospitalization rate and quality of life in patients with chronic heart failure: a systematic review, Patient Educ Couns Mar;78(3):
8 Er zijn 19 gerandomiseerde trials bestudeerd. Het blijkt dat de zelfmanagementinterventies een positief effect hebben op bovengenoemde parameters (hoewel niet altijd significant aangetoond). Er is ook geconstateerd dat de studies dermate methodologische tekortkomingen hadden, dat verder onderzoek naar de effecten van zelfmanagementinterventies bij mensen met hartfalen essentieel is. Coördinerende rol voor de verpleegkundige/ de nurse practitioner /praktijkondersteuner De werkgroep wil benadrukken dat er in het kader van zelfmanagement een belangrijke rol is weggelegd voor de verpleegkundige, nurse practitioner en de praktijkondersteuner. Deze personen zijn de meest geschikte disciplines om de patiënt te begeleiden bij het stellen van zelfmanagementdoelen rondom leefstijl, zoals stoppen met roken, afvallen, keuze behandelplan, etc. Ook kunnen deze personen aandacht geven aan de psychosociale en preventieve aspecten van zelfmanagement (verwerking bijvoorbeeld). Kortom, de verpleegkundige/nurse practitioner/praktijkondersteuner zou de coördinerende rol moeten hebben tussen de verschillende hulpverleners en de patiënt rondom zelfmanagement. 6
9 3. Reeds ontwikkelde interventies binnen de hartfalenzorg Binnen de werkgroep zijn de interventies op het gebied van zelfmanagement bij hartfalen geïnventariseerd en bediscussieerd. De interventies zijn gericht op het bevorderen van zelfmanagement van de patiënt en op ondersteuning van zelfmanagement door zorgverleners. De werkgroep is van mening dat één interventie nooit het totale concept zelfmanagement kan bestrijken. In de tabel op de volgende pagina s zijn interventies op het gebied van zelfmanagement opgenomen die in de hartfalenzorg ontwikkeld worden, ontwikkeld zijn of worden toegepast. 7
10 Naam interventie Soort interventie Doelstelling Doelgroep Onderzoek Chronic Disease Self- Management Program (CDSMP) Aandacht voor draagkracht: omgaan met hartfalen Zelfmanagementprogramma (geleid door ervaringsdeskundigen/lotgenoten) voor chronisch zieken om zelfmanagementvaardigheden te leren. Het idee is dat patiënten van elkaar kunnen leren omdat zij tegen dezelfde soort problemen aanlopen. Een training voor nazorggroepen. Een nazorggroep bestaat uit patiënten met hartfalen en partners, die acht wekelijkse bijeenkomsten volgen, die begeleid worden door een hartfalenverpleegkundige in samenwerking met een maatschappelijke werkende of een psycholoog. De begeleiding van een dergelijke nazorggroep vereist kennis en vaardigheden op psychosociaal gebied. Deelnemers zelfvertrouwen geven om zelf een rol te kunnen spelen in het behouden van hun gezondheid en het managen van hun chronische ziekte. Na het leren omgaan met deze meer praktische problematiek komen bij veel patiënten en partners vragen aan de orde die van doen hebben met blijvende beperkingen, veranderde toekomstverwachtingen en de hiermee samenhangende emoties. Voor het begeleiden van deze fase is door de Nederlandse Hartstichting een training voor nazorggroepen ontwikkeld. Volwassenen met een chronische aandoening. Ervaringsdeskundige n en verpleegkundigen kunnen (met behulp van een handleiding) samen de cursus geven, mits getraind (4 dagen). Hartfalenverpleegkundigen, maatschappelijk werkenden en psychologen, die een nazorggroep willen gaan opzetten en begeleiden op de hartfalenpoli. In een gerandomiseerde studie (Smeulders et al., 2009) is de effectiviteit van het programma bij patiënten met hartfalen onderzocht. Op de korte termijn heeft het programma een gunstig uitwerking op cognitief symptoommanagement, zelfzorggedrag en op cardiaalspecifieke kwaliteit van leven. Op de langere termijn blijven deze effecten echter niet bestaan. Er is, voor zover bekend, geen onderzoek gedaan, wel wordt aangegeven dat de cursus al ruim 10 jaar wordt gegeven en intensief doorontwikkeld is met zowel de patiënt met hartfalen als de zorgverlener. 8
11 Naam interventie Soort interventie Doelstelling Doelgroep Onderzoek Handboekje/gidsje zelfmanagement InTouch-studie Vernieuwd handboek met protocollen voor de behandeling van vasculaire risicofactoren en leefstijlverandering door de verpleegkundig specialist. Tevens staat er een visie op zelfmanagement in, mogelijke interventies en tips voor de verpleegkundige om te raadplegen tijdens het consult (bijvoorbeeld een self-efficacy vragenlijst). Wat is de In Touch? Een door VWS gefinancierde studie naar het effect van de combi van Disease Management en geïntegreerde Telezorg bij ernstig zieke patiënten met hartfalen. Looptijd: Kenmerkend: patiënt heeft meetapparatuur thuis. Bij afwijkende waarden gaat kennissysteem vragen stellen. Interactie patiënt -zorgverlener, ondersteuning zelfmanagement. Rol van feedback kan afhangen van mate van zelfmanagement van patiënt. Bijvoorbeeld door patiënt grotere rol te geven in het besluiten tot nemen van medicatie. Het leveren van adequate zorg op het gebied van vasculaire risicoreductie vanuit een zelfmanagementperspectief. Wat heeft de In Touch voor doel? Het nut te specificeren van de interventie (Disease Management en Telezorg) in de behandeling van patiënten met chronisch hartfalen (klasse 4, in aansluiting aan ziekenhuisopname). Gespecificeerd: 1. Op gecombineerde eindpunten: overlijden en duur van ziekenhuisopnames en aantal bezoeken SEH 2. Op het gebied van zelfmanagement en kwaliteit van leven 3. Op de mogelijkheid om met een dergelijke interventie meer taken aan nurse practitioners toe te vertrouwen. Verpleegkundig specialist vasculair risicomanagement. Chronisch zieken met hartfalen, zorgverleners en zorgorganisaties. Nu is het practice-based, nog niet evidence-based. De effecten worden vergeleken met gegevens uit controleziekenhuizen. Op verschillende dimensies wordt onderzocht. O.a.: mortaliteit/heropnames, kwaliteit van leven, kosten. In totaal zullen 20 ziekenhuizen meedoen: 10 interventieziekenhuizen starten nu (4 reeds geïmplementeerd) en controle ziekenhuizen rekrutering loopt. 9
12 Naam interventie Soort interventie Doelstelling Doelgroep Onderzoek DEAL-studie Hart & Vaat Centrum Deventer, usual care versus extra care (begeleiding door hartfalenverpleegkundige en arts). De extra care bestaat uit: Uitleg en begeleiding op een hartfalenpolikliniek door een hartfalenverpleegkundige en een arts,onder andere over wat hartfalen is, wat de aandoening voor hen betekent, over leefregels bij hartfalen, over hartfalenmedicatie en mogelijke bijwerkingen daarvan. De medicatie voor hartfalen wordt zo goed mogelijk ingesteld. Patiënten leren om zelf te letten op symptomen van verergering, onder andere gewichtstoename bij vocht vasthouden en hoe ze dat zelf kunnen managen en wanneer ze advies of hulp kunnen vragen. Patiënten moeten zelf kunnen aangeven wat ze wel verdragen en wat ze niet verdragen, wat ze wel of niet willen. Kwaliteit van leven van patiënten met hartfalen verbeteren, verminderen van opnames voor hartfalen, verbeteren van de prognose door middel van goed luisteren naar de klachten, informatie, optimalisatie van de medicatie, zelfmanagement en goede communicatie met patiënt en hulpverleners Patiënten met matig tot ernstig hartfalen NYHA klasse III-IV Deventer-Alkmaar Hartfalenpoli studie (DEAL-HF) , 240 patiënten. De resultaten toonden aan dat intensieve begeleiding van patiënten met matig tot ernstig hartfalen door een hartfalenverpleegkundige en een arts significante verbetering van de kwaliteit van leven en een betere prognose geven met significant minder opnamen voor hartfalen. 10
13 Project patiëntenperspectief VU Onderzoek psychosociale zorg hart- en vaatziekten en CVA (De Hart&Vaatgroep, NHS, VU) Zorgplan Vitale Vaten Motiva (Philips) Lopend wetenschappelijk onderzoek naar patiëntenparticipatie bij psychosociale problematiek. Het zorgplan is het werkboek voor patiënten. In dit Zorgplan kan worden bijgehouden hoe het gaat met de medicijnen, meetwaarden en doelen. Telemonitoringssysteem met Medical Service Center Advies over verbeteringen in de psychosociale zorg vanuit patiëntenperspectief, met name rondom kritische momenten in het proces van ziekte, herstel en leren leven met de aandoening. Tevens ervaring opdoen met het participeren van patiëntonderzoekspartners. De kans op (verergering of herhaling van) hart- en vaatziekten te verkleinen. Eerder signaleren van bijzonderheden waardoor ziekenhuisopnamen en bezoeken worden verminderd en kennis en management van HF wordt vergroot. Mensen met hartfalen, coronaire hartziekten en CVA Dit zorgplan is bedoeld voor iedereen met een verhoogd risico op een hart- of vaatziekte. En ook voor mensen die al eerder een incident hebben doorgemaakt. Mensen met hartfalen Onderzoek loopt nog (najaar 2010 afronding) Zorgplan Vitale Vaten Tweetal studies: Trans-European Network Homecare Monitoring Study (TEN-HMS). Tevens Nederlands onderzoek uitgevoerd. 11
14 Curit (Sananet) Telemonitoringssysteem Eerder signaleren van bijzonderheden waardoor ziekenhuisopnamen en bezoeken worden verminderd en kennis en management van HF wordt vergroot. Health Buddy (Sananet) Kennisniveau van HF vergroten, therapietrouw vergroten, medische consumptie verlagen. Mensen met hartfalen Mensen met hartfalen. IN TOUCH studie, loopt nog. Nederlands onderzoek (Vrijhoef et al 2005). Dit onderzoek liet zien dat telemonitoring een plek zou moeten verdienen binnen de transmurale zorg voor HF. 12
15 4. Hartfalen en zorgstandaarden Zorgstandaarden hebben betrekking op mensen met een chronische aandoening of een verhoogd risico daarop. Voor hen geldt dat zij, na het stellen van de diagnose, hun verdere leven met hun aandoening worden geconfronteerd en daarmee moeten leren omgaan. De voornaamste functie van een zorgstandaard is dan ook om richting te geven aan de wijze waarop de zorgvraag van mensen met een chronische aandoening of een verhoogd risico daarop wordt beantwoord (uiteraard in samenhang met de klinische behandelrichtlijnen), zodanig dat zij hun leven met een chronische aandoening als volwaardig burger kunnen inrichten met alle maatschappelijke behoeften, verplichtingen en mogelijkheden. Zo is de functie van de zorgstandaard het bevorderen van de kwaliteit van de zorg voor mensen met een chronische aandoening met het doel hun kwaliteit van leven te verbeteren en indien mogelijk ook hun levensverwachting. Uitgangspunt is dat de patiënt als volwaardig partner met eigen verantwoordelijkheid in het zorgproces optreedt. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar het Coördinatieplatform Zorgstandaarden en haar rapport over het model voor zorgstandaarden bij chronische ziekten. Huidige stand van zaken bij hartfalen De werkgroep constateert dat de zorgstandaard voor hartfalen nog niet echt van de grond komt vanwege politieke discussies en de financiële consequenties. Er zijn wel initiatieven vanuit onder andere de cardiologen, verpleegkundigen, huisartsen en patiëntenorganisaties om optimale hartfalenzorg te beschrijven. Zelfmanagement zal daar ongetwijfeld een belangrijke plek krijgen. Wij houden elkaar op de hoogte wanneer er zich kansen voordoen om elementen toe te passen. 13
16 5. Conclusies vanuit de knelpuntenanalyse De werkgroep komt naar aanleiding van de knelpuntenanalyse tot de volgende conclusies: Patiënten Patiënten met hartfalen hebben onvoldoende kennis van de ziekte. De familie van mensen met hartfalen wordt onvoldoende benut/betrokken bij het inzetten van zelfmanagementactiviteiten. Mensen met hartfalen hebben geen beeld van wat evidence-based goede zorg is. Hun verwachting is impliciet en onduidelijk.* Door taalbarrières zijn mensen met hartfalen niet op de hoogte van de mogelijkheden op het gebied van zelfmanagement. In de eerste fase van het ziek zijn (eerste fase van rouwverwerking) kunnen mensen met hartfalen minder tot geen zelfmanagementactiviteiten ondernemen. Sommige mensen met hartfalen kiezen ervoor om niet actief met hun aandoening om te gaan. Anderen zouden meer actief regie willen blijven houden. De zorg is er niet zonder meer op ingericht om daartoe uit te nodigen.* Patiënten missen een vaste laagdrempelige, toegankelijke contactpersoon die verstand heeft van alles wat er komt kijken bij hartfalen (medicatie, leven met hartfalen, organisatie van zorg) en hen kan coachen bij zelfmanagement. Zorgverleners Zorgverleners ontbreekt het aan tijd en middelen om activiteiten op het gebied van zelfmanagementondersteuning te ondernemen: te weinig minuten per consult, te weinig menskracht. Bij zorgverleners ontbreekt het aan kennis over het belang van zelfmanagement (met name bij huisarts en cardioloog). De zorgverlener bereikt niet alle patiënten om aan zelfmanagement te doen vanwege onderdiagnostiek. De zorgverlener heeft niet altijd de attitude die past bij het kunnen geven van zelfmanagementondersteuning. Men is overbezorgd of ongeïnteresseerd. Zorgverleners hebben niet de vaardigheden om het probleemoplossend vermogen bij de patiënt te kunnen stimuleren. Zorgverleners durven niet meer verantwoordelijkheid bij de patiënt te leggen omdat ze bang zijn om aangeklaagd te worden wanneer het mis gaat. Zorgverleners hebben het (onjuiste) beeld van hartfalenpatiënten dat zij niet/moeilijk aan zelfmanagement kunnen doen. Team zorgverleners Er ontbreekt een samenwerkingscultuur op het gebied van zelfmanagement tussen zorgverleners. De verschillende zorgverleners geven tegenstrijdige informatie. Hierdoor kan er geen gemeenschappelijk beleid gevormd worden. 14
17 Stakeholders De zorgverzekeraar vergoedt geen zelfmanagementinterventies die niet met evidence onderbouwd zijn. De schotten in de financiering vertroebelen de discussie over goede zelfmanagementzorg die door meerdere partijen geleverd wordt. De patiëntenorganisaties hebben nog te weinig doorontwikkeld materiaal op het gebied van zelfmanagement in handen om de hartfalenpatiënt te kunnen bereiken. De overheid zet zelfmanagement als bezuiningingstool in. Hierdoor wordt zelfmanagement op het verkeerde moment (te vroeg in het ziekteproces of niet passend bij de individuele patiënt) ingezet. De discussies over het elektronisch patiëntendossier belemmeren de doorontwikkeling van ICT voor zelfmanagementondersteuning. * De door de werkgroep aangegeven conclusies bleken helder weergegeven te zijn in het document 3 : Hartfalenzorg: advies van de consument. Daar waar een * staat, wordt hier naar verwezen. 3 M. Schlatmann, M. de Graaff, D. Wiersma, Hartfalenzorg: advies van de consument. Een exploratief onderzoek naar wat mensen met hartfalen belangrijk vinden in de zorgverlening. Stichting Hoofd Hart en Vaten. Project Zorgstandaard Hartfalen, juni
18 6. Aanbevelingen De werkgroep Zelfmanagement bij Hartfalen komt vanuit de conclusies tot de volgende aanbevelingen. Patiënten De familie (naasten) van de patiënt dienen meer betrokken te worden bij de zelfmanagementactiviteiten van de patiënt. Er dient meer voorlichting over zelfmanagement ontwikkeld te worden voor patiënten. Patiënten moeten zelfmanagement op maat aangeboden krijgen en daarbij dienen passende doelen geformuleerd worden. Patiënten dienen (samen met de zorgverlener) heldere afspraken te maken over de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt in de behandeling. Verspreid de richtlijnen en (zorg)standaarden in patiëntenversies onder patiënten met hartfalen. Het maakt hen duidelijk wat goede hartfalenzorg is.* Zorgverleners De zorgverlener dient getraind te worden in het geven van psychosociale begeleiding van patiënten (bij zelfmanagement). De zorgverlener dient getraind te worden in zijn interactieve vaardigheden (bijvoorbeeld motivational interviewing en het versterken van het probleemoplossend vermogen). Iedere zorgverlener moet binnen zijn eigen domein een uitleg krijgen over de mogelijkheden van zelfmanagementondersteuning. Zorgverleners dienen de tools en instrumentaria in handen te hebben om een goede zelfmanagement competentieanalyse te kunnen maken van een patiënt. Zorgverleners dienen (middels een individueel zorgplan) samen met de patiënt heldere afspraken te maken over de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt in de behandeling. Goede voorbeelden op het gebied van zelfmanagement dienen verspreid te worden ter inspiratie. De zorgverlener zal de patiënt moeten uitnodigen tot een actieve rol in het omgaan met hartfalen. Zorgverleners moeten het gesprek aangaan met de patiënt met hartfalen en zijn beslissing ten aanzien van zijn rol respecteren.* Het is van belang aandacht te hebben voor de subjectieve beleving van de ziekte van de patiënt met hartfalen (bijvoorbeeld: een NYHA klasse 1 kan voor de ene persoon meer impact hebben op het dagelijks leven dan een ander met NYHA klasse 2). Zorgverleners dienen bij het inzetten van zelfmanagement (en bijbehorende interventies) rekening te houden met de fase van het ziek zijn. Factoren als angst, stress en emoties bepalen mede hoe zelfmanagement kan worden vormgegeven. 16
19 Team zorgverleners Zorgverleners dienen een goede rolverdeling ten aanzien van zelfmanagementondersteuning af te spreken om goed als team te kunnen samenwerken. De persoon met de meest geëigende deskundigheid pakt dan een aspect van zelfmanagement op. Dit kan men in het team afspreken. Zorgverleners kunnen indien gewenst een specifieke zorgconsulent inschakelen die de patiënt coacht bij zelfmanagement. De zorg rondom chronisch zieken dient multidisciplinair vorm gegeven te worden (kan bijvoorbeeld ook fysiek in een multidisciplinair centrum). Stakeholders Er dient scholing over zelfmanagement te komen voor zorgverleners, in basis- en vervolgopleidingen geneeskunde, verpleegkunde en paramedische opleidingen. Dit educatiemateriaal dient separaat ontwikkeld te worden. Het opnemen van zelfmanagement kan prioriteit krijgen in de opleiding van de nurse practitioner en de praktijkondersteuner. Tevens dient er ook aandacht aan te worden besteed in de huisarts- en specialistenopleiding. Zelfmanagement dient onderdeel uit te maken van zorgstandaarden en ketenzorg/ geïntegreerde hartfalenzorg. Zelfmanagement dient onderdeel te zijn van de huidige richtlijn (zodat er meer evidence over zelfmanagement gegenereerd wordt). De WGBO dient aangepast te worden zodat deze aansluit bij zelfmanagementprincipes in de zorgverlening. Er dient integrale financiering voor zelfmanagement te komen. Zorgverzekeraars dienen samen met de zorgverleners te verkennen wat de mogelijkheden zijn voor het financieren van zelfmanagementactiviteiten. Stakeholders dienen een heldere visie ten aanzien van zelfmanagement te ontwikkelen waar de overheid zich aan verbindt. Er dient een publiekscampagne opgezet te worden die meer bekend geeft aan zelfmanagement. * De door de werkgroep aangegeven aanbevelingen bleken helder weergegeven te zijn in het document 4 : Hartfalenzorg: advies van de consument. Daar waar een * staat, wordt hier naar verwezen. 4 M. Schlatmann, M. de Graaff, D. Wiersma, Hartfalenzorg: advies van de consument. Een exploratief onderzoek naar wat mensen met hartfalen belangrijk vinden in de zorgverlening. Stichting Hoofd Hart en Vaten. Project Zorgstandaard Hartfalen, juni
20 7. Plan van aanpak De werkgroep heeft naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen verschillende vervolgacties benoemd. In dit hoofdstuk worden deze acties toegelicht. 7.1 Proefimplementatie: interventiebundel implementeren in hartfalenzorg Vanuit de werkgroep zijn een aantal interventies genoemd (zie tabel hoofdstuk 3) die bruikbaar zijn om zelfmanagement in de praktijk vorm te geven: Het CDSMP Cursus Hartfalen: van Draaglast naar Draagkracht Handboekje voor de verpleegkundige In Touch (de portal hiervan wordt tevens benut voor zelfmanagement) Samen met de contactpersonen van bovengenoemde interventies wordt een opzet bedacht hoe zelfmanagement in de praktijk verder vorm te geven. Een of meerdere interventieziekenhuizen van de In Touch-studie zullen worden benut om de nader te definiëren hoe de interventiebundel te implementeren. Als spin-off van de studie zal een portal ontwikkeld worden waarin alle digitale communicatie tussen zorgverleners en patiënt gefaciliteerd wordt. Deze portal zal deels ingevuld worden door dit project. Deze proefimplementatie is goedgekeurd door de stuurgroep en wordt ondersteund door het zelfmanagementprogramma. Stappen (start najaar 2010): Nader definiëren interventiebundel met contactpersonen Uitwerken van de interventiebundel Gebruikersbijeenkomst voor toetsing van interventiebundel Implementeren van de interventiebundel Evalueren van de interventiebundel 7.2 Onderzoek naar de rol van de fysiotherapeut bij zelfmanagement bij mensen met hartfalen Een student van de opleiding fystiotherapie bij mensen met een chronische ziekte is in juli 2010 gestart met een onderzoek met de volgende doelstelling: Verhelder de rol van de fysiotherapeut bij zelfmanagement van patiënten met hartfalen om zo duidelijk te krijgen wat de meerwaarde kan zijn van een fysiotherapeut binnen een zelfmanagementprogramma. Dit zal gebeuren middels een literatuurstudie, waarbij gezocht zal worden naar de interventies die een fysiotherapeut kan toepassen, gevolgd door een geëvalueerde pilot. Vanuit het zelfmanagementprogramma wordt deze student begeleid. Resultaten worden verwacht op de volgende terreinen: 18
21 Een inventarisatie van verschillende zelfmanagementstrategieën en interventies welke toegepast kunnen worden om het beweeggedrag bij patiënten met hartfalen te verbeteren. De gekozen interventie zal evidence based worden onderbouwd. Een plan van aanpak van de pilot met daaropvolgend een geëvalueerde pilot. Een publicabel artikel in een Nederlandstalig medisch/fysiotherapeutische tijdschrift waarin de resultaten, de conclusies en de aanbevelingen van het project worden beschreven. Een evaluatierapport van het project waarin de procesmatige kant van het project wordt geëvalueerd. Looptijd: juni 2010 t/m uiterlijk februari Zelfmanagement in de anamnese Uit de conclusies en aanbevelingen is gebleken dat er behoefte is bij de zorgverlener om een inventarisatie/inschatting te kunnen maken van de zelfmanagmenentbehoefte van de patiënt. In het Hartfalencentrum Groningen werkt men op dit moment met de digitale autoanamnese. Het is mogelijk om hier een vragenlijst over zelfmanagement aan te koppelen. Dit vergt een kleine aanpassing in de software. Naar verwachting zal dit niet veel tijd vergen. Hiervoor zou een vertaling van de Partners in Health-scale gebruikt kunnen worden. Hiermee wordt bewustzijn gecreërd bij de patiënt over wat hij/zij aan zelfmanagement zou kunnen doen. Tevens kan de vragenlijst als input dienen voor de zorgverlener om het in het gesprek met de patiënt mee te nemen. Stappen: Vertalen van de PIH-vragenlijst (reeds gedaan) PIH-vragenlijst integreren in de digitale anamnese Resultaten vragenlijst bespreken door zorgverlener met patiënt Evaluatie met zorgverleners en patiënten 7.4 Inzicht in structurele financiering van zelfmanagement De werkgroep constateert dat er behoefte is aan inzicht in de financieringsmogelijkheden van zelfmanagement. Op dit moment is Hartfalencentrum Groningen samen met Menzis in gesprek over het verder vorm geven van optimale en transparante ketenzorg voor patiënten met chronisch hartfalen, met bijbehorende financiering. Het doel is om met elkaar in de keten hetzelfde digitale dossier te gebruiken (geen uitwisseling meer nodig) en waar nodig telezorg in te zetten. Uitgangspunt is dat de patiënten goed in kaart worden gebracht (in het Hartfalencentrum), maar dat daarna de zorg zo veel als mogelijk in de eerste lijn plaatsvindt 19
22 met ondersteuning van het Hartfalencentrum. Herbij zal zelfmanagement maximaal ondersteund en bevorderd worden. Looptijd: het experiment is bedoeld te starten begin Na 1 jaar wordt geëvalueerd of een dergelijke vorm van zorg mogelijk is en wat de kosten zijn. 7.5 Toetsen van het model bij patiënten De Hart en Vaatgroep beschikt over een klankbordgroep van patiënten met hartfalen. De werkgroep vindt het waardevol om het generieke model voor zelfmanagement (zie pagina 4) aan deze klankbordgroep voor te leggen. Doel hiervan is dat alle aspecten van zelfmanagement aan bod komen en goed verwoord zijn in het model. Op deze wijze wordt rekening gehouden met het patiëntenperspectief. De klankbordgroep hartfalen zou (eind) september/begin oktober bijeen kunnen worden geroepen. Wellicht is het ook relevant om dit breder uit te zetten onder meer patiënten uit de doelgroep van het project. Dit in het kader van implementatie en evaluatie van het model. Deze optie wordt nader verkend. Looptijd: eind 2010 tot eventueel begin Stappen: Model voorleggen en feedback verzamelen Suggesties meenemen in volgende versie van het model 7.6 Kracht bij hartfalen De werkgroep heeft de volgende aanbeveling gegeven: De zorgverlener dient getraind te worden in zijn interactieve vaardigheden (bijvoorbeeld motivational interviewing en het versterken van het probleemoplossend vermogen). Hier is in de praktijk reeds ervaring mee, hetgeen geleid heeft tot een aantal tips & trics voor de zelfmanagementondersteuner. Het geeft de zorgverlener handvatten om bij de patiënt het vermogen om beslissingen te nemen (ten aanzien van zelfmanagement) te vergroten. De behoefte is er om de bekende tips & trics te vertalen naar generiek toepasbare gesprekstechnieken. 20
23 21
Zelfmanagement Programma NPCF - CBO 2008-2012
Zelfmanagement Programma NPCF - CBO 2008-2012 Jeroen Havers CBO j.havers@cbo.nl Zelfmanagement Programma NPCF CBO Financiering: VWS Opdrachtgevers: NPCF & patiëntenorganisaties Uitvoering: CBO, looptijd
Nadere informatieZelfmanagement RGF Midden Oost Brabant 19 mei 2011. Hanke Timmermans Consultant CBO, h.timmermans@cbo.nl
Zelfmanagement RGF Midden Oost Brabant 19 mei 2011 Hanke Timmermans Consultant CBO, h.timmermans@cbo.nl Agenda Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement Zelfmanagement = Ondersteuning van zelfmanagement
Nadere informatiePlatform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION
Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Leven met epilepsie: Zelfmanagement Loes Leenen, MANP PhD trainee zelfmanagement Inleiding Achtergrond Zelfmanagement Zelfmanagement & Kwaliteit van leven
Nadere informatiePatiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model. Margo Weerts
Patiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model Margo Weerts De Hart&Vaatgroep De nieuwe organisatie van en voor mensen met een hart- of vaatziekte Ontstaan uit: - Vereniging van Vaatpatiënten
Nadere informatie3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement
3 FASEN MODEL Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement INTRODUCTIE Het aanmoedigen van chronisch zieke patiënten door zorgverleners in het nemen van dagelijkse beslissingen,
Nadere informatieWorkshop Zelfmanagement
Workshop Zelfmanagement Maaike van der Linden, ervaringsdeskundige Josine van Hamersveld, ADF Stichting, Werkgroep Zelfmanagement Depressie Hanke Timmermans, Kwaliteitsinstituut CBO, Zelfmanagementprogramma
Nadere informatieEigen regie in de palliatieve fase
Verwante begrippen Eigen regie in de palliatieve fase zelfmanagement Hanke Timmermans Opdracht film ZM Er volgt zo meteen een korte film van ca. 6 minuten, waarin zes mensen met een chronische ziekte aan
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals
Nadere informatiePlan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011
Plan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011 Patiënten en zorgverleners willen bereiken dat in Nederland de kwaliteit van de zorg aan mensen met hart- en vaatziekten verbetert
Nadere informatieAardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans!
Aardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans! Eric Koster Clustercoördinator chronische ziekten en screeningen, directie Publieke Gezondheid Lid kernteam Inhoud 1. Aanleiding 2. Aanpak
Nadere informatieZELFMANAGEMENT IN DE ZORGSTANDAARDEN
ZELFMANAGEMENT IN DE ZORGSTANDAARDEN Sanne Niemer Anne-Margreet Strijbis Corrine Brinkman Emiel Rolink Helene Voogdt (PON) (Platform Vitale Vaten) (NDF) (LAN) (LAZ/CBO/CPZ) PROGRAMMA 1. QUIZ: wat is een
Nadere informatieZelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012
Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012 Programma Inleiding Inleefoefening zelfmanagement met nabespreking Rol patiëntenverenigingen
Nadere informatieDisclosure belangen sprekers
Disclosure belangen sprekers (potentiële) Belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven n.v.t. Centrale zorgverlener Welke rol kan zij spelen? dr. ir. Helene Voogdt
Nadere informatieDe patiënt en cardiovasculair risicomanagement Koos van Staveren en Karin Idema. k.idema@hartenvaatgroep.nl
De patiënt en cardiovasculair risicomanagement Koos van Staveren en Karin Idema k.idema@hartenvaatgroep.nl Onze boodschap vandaag? Sluit aan bij de persoonlijke situatie! Dus: wie bent u & waarom bent
Nadere informatieHartrevalidatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Hartrevalidatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding De cardioloog, de hartfalenverpleegkundige of de ICD-verpleegkundige heeft u geadviseerd het poliklinische hartrevalidatieprogramma
Nadere informatieZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN
ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN Veerle Duprez Prof. dr. Ann Van Hecke AANLEIDING Beroeps- & opleidingsprofiel Mensen met chronische aandoening
Nadere informatieIn deze folder leest u meer over het doel en de mogelijkheden van het programma en welke hulpverleners erbij betrokken zijn.
Hartrevalidatie Inleiding De cardioloog, de hartfalenverpleegkundige of de ICD-verpleegkundige heeft u geadviseerd het poliklinische hartrevalidatieprogramma te gaan volgen. Het hartrevalidatie-programma
Nadere informatieIntegrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)
BELEIDSREGEL Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD) Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieWorkshop -onderzoek. Zelfmanagementondersteuning vraagt om een recept op maat. Daphne Jansen & Lieke van Houtum NIVEL 24-04-2012
Workshop -onderzoek Zelfmanagementondersteuning vraagt om een recept op maat Daphne Jansen & Lieke van Houtum NIVEL 24-04-2012 Centrale vragen Workshop: Hoe kunnen hulpbehoeften van mensen met een chronische
Nadere informatieHet Individueel Zorgplan
Het Individueel Zorgplan Bedreiging of Gezamenlijke Kans? Hans in t Veen, longarts STZ Expertise Centrum Astma & COPD h.intveen@sfg.nl Wat is een IZP? Het IZP is de dynamische set van afspraken van de
Nadere informatieVeranderende zorgvraag - de visie van VWS
1 Veranderende zorgvraag - de visie van VWS Congres DiabeteszorgBeter 3 oktober 2008, Zeist Fred Krapels Hoofd Eerstelijns- en Ketenzorg, tvs plv. Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS Toename chronische
Nadere informatie- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.
SAMENVATTING Het aantal mensen met een chronische aandoening neemt toe. Chronische aandoeningen leiden tot (ervaren) ongezondheid, tot beperkingen en vermindering van participatie in arbeid en in andere
Nadere informatieHartfalenpolikliniek
Afdeling: Onderwerp: Cardiologie 1 U bent (wordt) door uw cardioloog verwezen naar de polikliniek hartfalen. In deze informatie staat nog eens beschreven waarom u verwezen bent en wat u op de polikliniek
Nadere informatieWerkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.
Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken multi morbiditeit Nieuwe werkwijze voor mensen met meerdere chronische aandoeningen Werkt
Nadere informatieVan wens naar werkelijkheid. Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018
Van wens naar werkelijkheid Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018 Is onze wens/droom/ambitie al werkelijkheid? 2 Nieuwe rollen NIEUWE AMBITIES Advanced practitioner Verpleegkundig specialist Master
Nadere informatieBespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli s in Zweden en Nederland
Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli s in Zweden en Nederland Martje van der Wal m.h.l.van.der.wal@umcg.nl Achtergrond Behandeling van (systolisch) hartfalen verbeterd Medicatie
Nadere informatieDoorsudderen of klaarstomen?
Workshop Doorsudderen of klaarstomen? Zelfmanagementondersteuning in de opleiding tot zorgverlener (ontwerpsessie) 2-5-2012 Doorsudderen of klaarstomen? 1 Doel workshop Ingrediënten verzamelen om de opleiding
Nadere informatieIN BEELD Een initiatief van het Slingeland Ziekenhuis en Sensire
IN BEELD Een initiatief van het Slingeland Ziekenhuis en Sensire Gespecialiseerd verpleegkundige zorg, onbegrensd en nabij 24 sept 2012 1 Zorg bij hartfalen Het uitgangspunt is dat elke hartfalenpatiënt
Nadere informatiePersoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe. Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam
Persoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam Chronic disease burden - hart- en vaatziekten - diabetes - COPD - depressie / angst - obesitas Adequate preventie
Nadere informatieHoofdstuk 3. Doel, middel en organisatie van het Chronic Care Model in termen van epilepsiezorg
Hoofdstuk 3. Doel, middel en organisatie van het Chronic Care Model in termen van epilepsiezorg Wanneer we de kernelementen van het Chronic Care Model toepassen op de epilepsiezorg dan praten we over de
Nadere informatieVan wens naar werkelijkheid
Van wens naar werkelijkheid Inventarisatie lopende (zorgpad) projecten in Nederland Bart Noort Promovendus Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Een inventarisatie: Wat gebeurt
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: INLEIDING
168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet
Nadere informatiePolikliniek hartfalen
Polikliniek hartfalen 2 U bent tijdens uw ziekenhuisopname of na polibezoek door uw cardioloog verwezen naar de polikliniek hartfalen. Op de polikliniek hartfalen (kortweg: hartfalenpoli), onderdeel van
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten
Nadere informatieDO NOT COPY. Chronische ziekten. Inhoud. De maatschappelijke opgave. Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid. Preventie in de zorg
Chronische ziekten De maatschappelijke opgave Inhoud Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid Preventie in de zorg Aanpak diabetes 25 oktober 2007 Eric Koster Toename chronische aandoeningen
Nadere informatieDe kunst van elkaar begrijpen
De kunst van elkaar begrijpen Omgaan met beperkte gezondheidsvaardigheden in de dagelijkse praktijk Congres De patiënt aan het roer in de zorg!? Utrecht, 12 april 2019 2 Zorg op maat; beter aansluiten
Nadere informatieZelfmanagement. bij zeldzame aandoeningen. juni 2012. Generiek zorgthema ten behoeve van zorgstandaarden voor zeldzame aandoeningen
bij zeldzame aandoeningen juni 2012 Generiek zorgthema ten behoeve van zorgstandaarden voor zeldzame aandoeningen Auteur: Drs. A.E.R.M. Speijer, VSOP Accordering door: Drs. J. Havers Senior Adviseur Landelijk
Nadere informatieAchtergrond Waarom een zorgstandaard naast richtlijnen en protocol en?
Achtergrond Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is een groeiend gezondheids(zorg)probleem. Vooral voor de patiënt zelf is COPD een grote last die in toenemende mate de kwaliteit van leven beperkt.
Nadere informatieHoe kies ik een zelfzorgtool die bij mij past?
Hoe kies ik een zelfzorgtool die bij mij past? Een bijdrage van de werkgroep tooling, gebaseerd op de kennis, ervaring en feedback opgedaan tijdens de werkzaamheden van september 2013 t/m december 2014,
Nadere informatieVRM en de zorgverzekeraar
VRM en de zorgverzekeraar Achmea Divisie Zorg & Gezondheid en Menzis Dinsdag 11 december 2012 Zwolle 1 Wat gaan we doen Introductie visie verzekeraar op chronische zorg Hoe gaat de verzekeraar om met de
Nadere informatieChronische Nierschade in Nederland
Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29
Nadere informatieSamenvatting voor niet-ingewijden
voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan
Nadere informatieWeet jij wat je slikt? Bevorderen van juist medicatiegebruik bij laaggeletterde patiënten
Weet jij wat je slikt? Bevorderen van juist medicatiegebruik bij laaggeletterde patiënten 14 maart 2019 Nancy Wijers (Projectleider Zorgbelang Inclusief) Aanleiding Onjuist medicijngebruik komt nog veel
Nadere informatietoolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte
toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte Over deze toolkit Welkom in het huis van persoonsgerichte zorg! Zoals je ziet is het huis nog in
Nadere informatieZelfmanagement: Van model naar praktijk
Zelfmanagement: Van model naar praktijk Jos van Erp Psycholoog/Programmacoördinator Hart voor Mensen Nederlandse Hartstichting j.v.erp@hartstiching.nl www.hartvoormensen.nl Indeling 1. Ingrediënten 2.
Nadere informatieIntegrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)
BELEIDSREGEL BR/CU-7012 Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD) Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening
Nadere informatieZorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB
Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB Ketenaanpak / netwerkaanpak actieve leefstijl De oplossing om meer mensen met een hoog gezondheidsrisico in beweging
Nadere informatieChapter 11. Nederlandse samenvatting
Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,
Nadere informatieComplexiteit vraagt maatwerk. Henk Mathijssen 12 oktober 2017
Complexiteit vraagt maatwerk Henk Mathijssen 12 oktober 2017 Welkom Deze foto van Onbekende auteur is gelicentieerd onder CC BY-NC-SA Deze foto van Onbekende auteur is gelicentieerd onder CC BY-SA Arnoud
Nadere informatiePolikliniek Hartfalen
Cardiologie Polikliniek Hartfalen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Werkwijze polikliniek Hartfalen... 3 Behandeling en begeleiding... 3 Hartfalenverpleegkundige... 4 Wat kan de hartfalenverpleegkundige
Nadere informatieBeter voorbereid met ontslag. Effectief communiceren tijdens het ontslaggesprek
Beter voorbereid met ontslag Effectief communiceren tijdens het ontslaggesprek Programma Inleiding ontslaggesprek relevantie moeder - evaluatieproject Beter voorbereid met ontslag : resultaten voormeting
Nadere informatieREGIONALE ZORGGROEPEN
Valorisatie 168 Valorisatie Het proces waarin wetenschappelijke kennis beschikbaar wordt gemaakt voor de praktijk wordt in het Engels aangeduid met de term valorisation of knowledge. Dit proefschrift gaat
Nadere informatieIndicatorenset Hartfalen
Indicatorenset Hartfalen 1 Inhoudsopgave Overzicht indicatoren Hartfalen en invulformulier 3 Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 7 Deel 2: Klantpreferentievragen 8 1: Klantpreferentievragen Hartfalen
Nadere informatieBeleidsdocument 2012-2016
Beleidsdocument 2012-2016 uw zorg, onze zorg Inhoudsopgave 1. Voorwoord...3 2. Zorggroep de Bevelanden...4 3. Waar staat Zorggroep de Bevelanden voor (Missie, Visie en Doelstellingen)...4 4. Uitwerking:
Nadere informatie2 Anders werken: de patiënt vraagt erom
2 Anders werken: de patiënt vraagt erom 2.1 Zijn zorgprofessionals voorbereid op de toekomst? Onvoldoende voorbereid op toename chroniciteit Curatief denken nog dominant Voorbeeld: Chronic Care Model Zijn
Nadere informatieHartfalenzorg nu en straks. Dr. René B. van Dijk, cardioloog
Hartfalenzorg nu en straks Dr. René B. van Dijk, cardioloog Soorten Hartfalen Twee soorten Hartfalen Globale verhaallijn Hartfalen is in de mode? Behandeling van hartfalen door de jaren heen De Hartfalenpoli
Nadere informatieSamenvatting Zorgstandaard astma
Samenvatting Zorgstandaard astma Hierbij een samenvatting van de Zorgstandaard astma voor volwassenen namens de COPD-werkgroep van de huisartsenkring Amsterdam. Wij hebben voor u geprobeerd de belangrijkste
Nadere informatieNIVEL Panels. Gezondheidszorgonderzoek. vanuit het perspectief van. de Nederlander. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg
NIVEL Panels Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Gezondheidszorgonderzoek vanuit het perspectief van de Nederlander nivel panels Het Nivel onderzoekt met behulp van een aantal panels
Nadere informatieFunctionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur
Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Inleiding Bewegen is voor veel mensen niet vanzelfsprekend. Professionals zijn nodig om belemmeringen bij mensen weg te nemen, hen te adviseren,
Nadere informatieOndersteunen eigen regie van de zorgvrager
Ondersteunen eigen regie van de zorgvrager Tot stand gekomen in samenwerking met Jeroen Havers (CBO), Angela de Rooij- Peek (DVN) en Dennis van de Rijt en mede gebaseerd op workshop tijdens de kennissessie
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieCOPD Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg
COPD Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding Bij u is de diagnose COPD (Chronic
Nadere informatieReuma in eigen hand Van zelfkennis tot zelf management
Reuma in eigen hand Van zelfkennis tot zelf management Drs. Femke Lamers Dr. Sanne Rongen Reumatologie Bernhoven 2 De wereld verandert Zelf-management Het individuele vermogen goed om te gaan met symptomen,
Nadere informatieBepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management
Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas zelf management Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas Patiënten helpen zelf regie te voeren over hun gezondheid. Dat is waar zelfmanagementondersteuning
Nadere informatieRESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG
Verslag bijeenkomst 21 januari 2011 Erasmus MC RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Partners Mijnpijn.nl vinden dat chronische pijn prioriteit
Nadere informatieParallelsessie 4. Prof. dr. A.A.M. Masclee, hoofd afdeling Maag- Darm- en Leverziekten, MUMC+
Parallelsessie 4 Prof. dr. A.A.M. Masclee, hoofd afdeling Maag- Darm- en Leverziekten, MUMC+ Programma Welkom Presentaties: 1. Verleden, Heden, Toekomst Patiëntenparticipatie door prof. dr. A.A.M. Masclee
Nadere informatieRemote Patient Management
Remote Patient Management Telemonitoring voor patiënten met hartfalen én COPD Dr. R. Spee, cardioloog MMC Mw. drs. L. Oostveen, manager Flow Centrum voor preventie en (tele)revalidatie van chronische ziekten
Nadere informatieVerslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt
Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt Amsterdam, Januari 2015 Inleiding De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in vroege herkenning en behandeling van
Nadere informatieIndividueel zorgplan
Individueel zorgplan Diazon Hafank Inhoudsopgave Individueel Zorgplan 3 Stap voor stap 5 stap 1: Gezondheid & behoeften 5 stap 2: Meetwaarden 6 stap 3: Uw doel & acties 8 stap 4: Evaluatie 10 Bereid het
Nadere informatieZorgstandaarden en ketenzorg : integrale zorg voor chronisch zieken
Zorgstandaarden en ketenzorg : integrale zorg voor chronisch zieken Masterclass Eerstelijns Bestuurders 15 oktober 2010, Tulip Inn, Amersfoort Reinout van Schilfgaarde Kenmerken zorgstandaard Ziekte met
Nadere informatieWEBINAR. Consultvoorbereiding door de patiënt. 19 mei 2015. Stephan Hulsbergen Mijn Gezondheidsplatform. Elmar Brantjes Manager Kenniscentrum
WEBINAR 19 mei 2015 Consultvoorbereiding door de patiënt Elmar Brantjes Manager Kenniscentrum Stephan Hulsbergen Mijn Gezondheidsplatform Techniek, gedurende gehele webinar kan je vragen stellen via de
Nadere informatiePresentatie Onderzoek MijnCOPD Coach
Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach ONLINE WERKEN AAN VERBETERD ZELFMANAGEMENT VOOR COPD PATIENTEN Chantal Hillebregt Onderzoeker Jan van Es Instituut 1 Toename ziektelast van COPD 3 de plaats ranglijst
Nadere informatieSANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni Scharnierconsult. Uitgangspunt
SANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni 2012 Scharnierconsult, ziektelast en persoonlijk behandelplan Marion Teunissen en Rudy Bakker Werkgroep COPD Synchroon Scharnierconsult
Nadere informatieGezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen
Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden
Nadere informatieRemote patient management
Remote patient management Programma voor patiënten met hartfalen én COPD Dr. Lidwien Graat, Longarts Flow Dr. Jos Kraal, Senior projectleider Flow Centrum voor preventie en (tele)revalidatie van chronische
Nadere informatieConcept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014
Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,
Nadere informatieOndersteunende zorg voor mensen met kanker
Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties
Nadere informatievan chaos naar eenheid
van chaos naar eenheid Alles is aanwezig, je moet het alleen op de juiste plek zetten Carel Bakx, huisarts Doesburg Mark van der Wel Henny Peelen Wat gaat er gebeuren? Waarom een nieuw Vasculair Risico
Nadere informatieZelfmanagement en eigen regie van de oncologische patiënt. 33 e Oncologiedagen Workshop 18 november 2014 AnneLoes van Staa PhD RN MD a.van.staa@hr.
Zelfmanagement en eigen regie van de oncologische patiënt 33 e Oncologiedagen Workshop 18 november 2014 AnneLoes van Staa PhD RN MD a.van.staa@hr.nl wie staat hier? 33 e Oncologiedagen Workshop 18 november
Nadere informatieBepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management
Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas zelf management Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas Patiënten helpen zelf regie te voeren over hun gezondheid. Dat is waar zelfmanagementondersteuning
Nadere informatieAan de slag met het Individueel Zorgplan!
Aan de slag met het Individueel Zorgplan! Stannie Driessen, programmaleider Chronisch Zieken, Vilans, Utrecht Mark van der Wel, Huisarts-onderzoeker, WGC Lindenholt en UMC St Radboud, Nijmegen Carel Bakx
Nadere informatieHartrevalidatie Waarom hartrevalidatie De belangrijkste doelen van hartrevalidatie zijn:... 1
Hartrevalidatie Inhoudsopgave Hartrevalidatie... 1 Waarom hartrevalidatie... 1 De belangrijkste doelen van hartrevalidatie zijn:... 1 Hoe komt u in aanmerking voor hartrevalidatie... 2 Hartrevalidatie
Nadere informatiePilot DBC COPD De rol van zelfmanagement
Pilot DBC COPD De rol van zelfmanagement 10 november 2009 Discussie vragen Ervaringen in de zaal met zelfmanagement programma? Wat zijn je verwachtingen van zelfmanagement bij patienten met COPD in de
Nadere informatieWat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden?
Wat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden? Nooit te oud om te leren Gelderse bijeenkomst Consultatiebureaus voor Ouderen, 12-01- 2010, Provinciehuis, Arnhem Bankjes, buurtsuper, betaalbaar
Nadere informatieIndividueel behandelplan COPD/Astma
Individueel behandelplan COPD/Astma Persoonlijke gegevens Naam Adres Woonplaats Telefoon E-mail Geb. datum Diagnose Diagnose gesteld op Bij ongeval waarschuwen Naam Adres Telefoon Relatie met pasdrager
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de
Nadere informatieSamenvatting. Belangrijkste bevindingen
Samenvatting Chronische nierschade (CNS) en de complicaties daarvan, veroorzaken, naast de grote persoonlijke impact, veel druk op gezondheidszorg voorzieningen. Door de vergrijzing en de toename van suikerziekte
Nadere informatieDe zorg van de toekomst: gaan avatars de zorg overnemen? Prof. dr. H.P. Brunner-La Rocca, Maastricht UMC+
De zorg van de toekomst: gaan avatars de zorg overnemen? Prof. dr. H.P. Brunner-La Rocca, Maastricht UMC+ Disclosures Unrestricted research grants Roche Diagnostics Novartis Vifor Cardiola Advisory Boards
Nadere informatieDeclaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2, COPD 3 )
REGELING CV/NR-100.106.2 Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2, COPD 3 ) Gelet op artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
Nadere informatieVoeding en zelfmanagement
Voeding en zelfmanagement Tips &Tricks voor de verpleegkundige Nicolien van Rooij oncologieverpleegkundige / trainer / care consulent Noord Holland Isabelle Royer oncologieverpleegkundige / care consulent
Nadere informatieWe hebben elkaar nodig
We hebben elkaar nodig Workshop 1 Wat hebben we u beloofd? Vanuit de overheid wordt steeds meer gestuurd op samenwerking tussen zorgverleners in de eerste en tweede lijn. Een goed draaiend netwerk is daarbij
Nadere informatieEindrapportage Zelfmanagement en Spierziekten Anno 2010. Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement (LAZ)
Eindrapportage Zelfmanagement en Spierziekten Anno 2010 Landelijk Actieprogramma Zelfmanagement (LAZ) INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Begrippenkader 2.1 Zelfmanagement 2.2 Zelfmanagement bij spierziekten
Nadere informatieLokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016
Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?
Nadere informatieLogboek. Polikliniek hartfalen
Logboek Polikliniek hartfalen Inleiding Uw cardioloog heeft u naar de hartfalenpolikliniek verwezen. De hartfalenverpleegkundige is er om u te begeleiden hoe u met uw hartklachten om kunt gaan. Hij/zij
Nadere informatieEen hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren
Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren Aart Schene Hoogleraar Psychiatrie Radboud umc, Nijmegen Artikelen Neurowetenschappen - 1973-2012 - 2010 2000 1990 Translational Research Basic Animal Research
Nadere informatie10 jaar CARVASZ: Wat brengt de toekomst? Dr Jita Hoogerduijn Lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen
10 jaar CARVASZ: Wat brengt de toekomst? Dr Jita Hoogerduijn Lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen Trends (VWS, 2011) Demografische verandering: steeds
Nadere informatieZelfmanagement voor iedereen haalbaar?
Zelfmanagement voor iedereen haalbaar? dr. Monique Heijmans NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg 29 juni academische werkplaats Context Groeiende zorgvraag door toename chronische
Nadere informatieLogboek Polikliniek hartfalen
Logboek Polikliniek hartfalen Inleiding Uw cardioloog heeft u naar de hartfalenpolikliniek verwezen. De hartfalenverpleegkundige is er om u te begeleiden hoe u met uw hartklachten om kunt gaan. Hij/zij
Nadere informatieChronic, coordinated care for children with overweight and obesity. Versie 1.4 februari 2014
chroniccoordinatedcareforchildrenwith obesitychroniccoordinatedcareforchildr enwithobesitychroniccoordinatedcaref Verkorte versie orchildrenwithobesitychroniccoordinat Positioneringsnota edcareforchildrenwithobesitychronicco
Nadere informatieHartrevalidatie. Uw afspraak. U wordt verwacht op: datum:. tijdstip:...
Hartrevalidatie Uw afspraak U wordt verwacht op: datum:. tijdstip:... Inhoudsopgave Hartrevalidatie... 1 Waarom hartrevalidatie... 1 De belangrijkste doelen van hartrevalidatie zijn:... 1 Hoe komt u in
Nadere informatie