Gezondheidsmonitor 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezondheidsmonitor 2010"

Transcriptie

1 Gezondheidsmonitor 2010 Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie, Maatschappelijke zorg & Gezondheidsbevordering Afdeling Epidemiologie Den Haag, 8 januari 2010

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdstuk 1 De bevolking van Den Haag Haagse bevolking naar leeftijd en geslacht Haagse bevolking naar etnische achtergrond en leeftijd Opleiding Wijken naar achterstandscore 11 Hoofdstuk 2 Lichamelijke gezondheid Ervaren gezondheid Zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen Infectieziekten Tuberculose Hiv / Aids Overige Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (Soa) Kinkhoest Mazelen Vitamine D-tekort 26 Hoofdstuk 3 Geestelijke gezondheid Psychiatrische zorgverlening in Den Haag Psychiatrische zorgverlening in relatie tot sociaal-economische status Risico op angst of depressie onder de Haagse bevolking Suïcidaal gedrag Parasuïcide Suïcide 33 Hoofdstuk 4 Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Perinatale sterfte Sterfte naar etniciteit Sterfte en sociaal-economische status 39 Hoofdstuk 5 Zorgvoorzieningen, zorgvraag en zorgaanbod Zorggebruik Zorgaanbod Huisartsen Fysiotherapeuten Verloskundigen Mantelzorg Bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker 48 Gezondheidsmonitor

3 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 6 Leefstijl Lichamelijke activiteit: Bewegen Lichamelijke activiteit: Sport Voeding Overgewicht Overgewicht bij volwassen Overgewicht bij jeugd Genotmiddelengebruik en verslaving Roken Alcohol Cannabis Harddrugs Gokken 69 Hoofdstuk 7 Leefomgeving Luchtkwaliteit Geluid Binnenmilieu Binnenmilieu in woningen Binnenmilieu op scholen 74 Hoofdstuk 8 Jeugd Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Vangnet en Traceerteam Borstvoeding Vaccinatie Gebitstoestand Kindermishandeling Psychosociale problematiek Seksualiteit Opvoedingsproblematiek en opvoedingsondersteuning 86 Hoofdstuk 9 Ouderen 89 Inleiding Voor u ligt de vierde Haagse Gezondheidsmonitor. De Haagse Gezondheidsmonitor verschijnt eens in de vier jaar en bundelt traditiegetrouw de huidige kennis van de gezondheid van de inwoners van Den Haag. Zo vindt u in de Gezondheidsmonitor onder meer informatie over de lichamelijke en psychosociale gezondheid van Hagenaars, informatie over leefstijl, informatie over zorggebruik en zorgaanbod en gezondheidsinformatie over een aantal specifieke aandachtsgroepen. Net als in eerdere edities is zo veel mogelijk de vergelijking getrokken met de andere grote steden en met de landelijke situatie. Vergelijking met Amsterdam, Rotterdam en Utrecht lukt nu veel beter dan in het verleden omdat de vier grote steden in het voorjaar van 2008 tegelijkertijd een gezamenlijke gezondheidsenquête hebben gehouden. Deze unieke samenwerking heeft geleid tot uniforme, vergelijkbare gegevens over tal van gezondheidsonderwerpen, waaronder onderwerpen waarover niet eerder Haagse informatie beschikbaar was. Bovendien kan op basis van deze gegevens voor het eerst een vergelijking worden gemaakt tussen Haagse wijken met achterstand en wijken zonder achterstand. De bevindingen in deze Gezondheidsmonitor laten Centraal thema in de Nota Volksgezondheid , Natuurlijk: gezond! is, net als in eerdere Haagse nota s Volkgezondheid, het terugdringen van sociaal- economische gezondheidsverschillen. Het thema sociaal-economische gezondheids- sociaal-economische gezond- zien dat gerichte acties om verschillen vormt dan ook een belangrijke rode draad in de Gezondheidsmonitor. heidsachterstanden terug te Onvermijdelijk vestigt de Gezondheidsmonitor 2010 opnieuw de aandacht op het dringen, noodzakelijk blijven bestaan van gezondheidsachterstanden en geeft daarmee aanleiding om het beleid gericht op het terugdringen van deze achterstanden te continueren. Binnen de sociale gezondheidszorg leidt het bestaan van gezondheidsverschillen tussen groepen binnen de bevolking altijd tot de vraag of er oorzaken voor deze verschillen zijn aan te wijzen. En of deze oorzaken zijn te beïnvloeden met als doel om eventuele gezondheidsachterstanden zo veel mogelijk terug te dringen. Al vanaf de in 2002 verschenen tweede Haagse Gezondheidsmonitor biedt de Gezondheidsmonitor aanknopingspunten voor het gemeentelijk gezondheidsbeleid om sociaal-economische gezondheidsverschillen te bestrijden. De opbrengst van gemeentelijk gezondheidsbeleid - in termen van gerealiseerde gezondheidswinst is echter alleen geleidelijk zichtbaar te maken in opeenvolgende gezondheidsmonitoren. De snelheid waarmee dit geschiedt verschilt uiteraard per onderwerp. Zo zal naar verwachting een verbetering in het gezondheidsgedrag van mensen in een eerder stadium merkbaar zijn dan een verlaging van de sterftecijfers. Het is daarom van groot belang de gezondheid van Hagenaars in de toekomst trendmatig te blijven volgen. 9.1 Eenzaamheid Ouderenmishandeling 90 Hoofdstuk 10 Bijzondere aandachtsgroepen Zorgwekkende zorgmijders en hygiënische probleemsituaties Dak- en thuislozen Prostitutie Slachtoffers huiselijk geweld Mensen met een beperking 100 Literatuur en andere bronnen 103 Afkortingen- en begrippenlijst 111 Colofon Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

4 De bevolking van Den Haag 1 1 De bevolking van Den Haag Voor een deel wordt de gezondheid van de Haagse bevolking bepaald door demografische factoren. Zo heeft een jonge stad logischerwijs een lager sterftecijfer dan een stad met relatief oude inwoners. Maar ook andere demografische factoren zijn van invloed op de gezondheid. Zo blijken personen met een laag opleidingsniveau andere gezondheidsproblemen te hebben dan personen met een hoger opleidingsniveau. Ook blijken personen van niet-nederlandse herkomst soms specifieke gezondheidsproblemen te hebben. In het eerste hoofdstuk van deze Gezondheidsmonitor wordt de Haagse bevolking gepresenteerd aan de hand van kengetallen die indirect van belang zijn voor de staat van de volksgezondheid in de gemeente. 1.1 Haagse bevolking naar leeftijd en geslacht Volgens de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) woonden in Den Haag op 1 januari personen: mannen en vrouwen. Figuur 1.1 geeft de verdeling per geslacht naar leeftijdsklasse van vijf jaar weer Leeftijd (in jaren) ,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 Figuur 1.1 Procentuele verdeling Mannen van inwoners Vrouwenvan Den Haag en Nederland naar leeftijd en geslacht: de staven geven de waarden weer voor de Haagse bevolking, terwijl de stippellijn de waarden voor Figuur 1.1 Percentage landelijke inwoners bevolking naar leeftijd weergeven. en geslacht: Den de Haag staven en geven Nederland, waarden 1 januari weer voor de Haagse bevolking, terwijl de stippellijnen de waarden voor de landelijke bevolking weergeven. Den Haag en Nederland, 1 januari Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

5 1 De bevolking van Den Haag De bevolking van Den Haag 1 Op jongere leeftijd telt de Haagse bevolking meer jongens dan meisjes en onder de jarigen meer mannen dan vrouwen. Onder de jarigen en vanaf 60 jaar zijn er echter meer vrouwen dan mannen. Onder de 80-plussers Tabel 1.2 Aantal Hagenaars naar etnische achtergrond en leeftijd. Den Haag, 1 januari in Den Haag bevinden zich ruim twee keer zoveel vrouwen dan mannen. 1 Alle vier de grote steden hebben in vergelijking tot het landelijke gemiddelde een lager percentage 0-14-jarigen, een hoger percentage jarigen en een lager percentage 65-plussers. In Den Haag is het percentage 0-14-jarigen hoger dan het percentage in de andere drie grote steden en nadert daarmee het landelijke gemiddelde dicht (tabel 1.1). Den Haag kenmerkt zich met deze opbouw als iets jonger dan de Nederlandse bevolking, net als de andere drie grote steden. 2 Leeftijd Suriname Antillen Turkije Marokko Zuid- Europa* Overige nietgeïnd. landen** Overige geïnd. landen*** Nederland Totaal Tabel jaar jaar 65 jaar of ouder Het percentage 0-14-jarigen, jarigen en 65-plussers in de bevolking. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Nederland, Den Haag 17,4 69,5 13,1 Amsterdam 15,6 73,3 11,1 Rotterdam 16,5 69,1 14,4 Utrecht 16,5 73,4 10,1 Nederland 17,7 67,3 15, Volgens de Haagse bevolkingsprognose zal de bevolkingsomvang van Den Haag groeien naar ruim inwoners in Vanaf 2021 zal de bevolkingsomvang licht dalen naar een uiteindelijke bevolkingsomvang van ruim in In eerste instantie verjongt de stad. Het aandeel 65-plussers in de Haagse bevolking zal tot 2011 licht dalen naar 12,9. Hierna zal het percentage weer geleidelijk stijgen tot 15,3 in Het percentage jarigen vertoont juist een tegenovergesteld beeld: het percentage blijft vrijwel gelijk tot 2011 (69,6), waarna er een geleidelijke daling plaats zal vinden tot 67,8 in Het aandeel 0-14-jarigen zal met 17,5 een aantal jaren redelijk stabiel blijven, maar zal uiteindelijk licht dalen tot 16,8 in Totaal van het totaal , , , , , , , , Haagse bevolking naar etnische achtergrond en leeftijd Op 1 januari 2009 had in Den Haag 40 van de bevolking een van oorsprong niet-nederlandse herkomst (exclusief personen uit overige geïndustrialiseerde landen ). Dit is 4 hoger dan vier jaar geleden. Van de groep klassieke migranten (personen uit Suriname, de Antillen, Turkije en Marokko) vormen personen van Surinaamse herkomst de grootste groep, gevolgd door personen van Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse herkomst. Tussen nu en 2025 krijgt Den Haag steeds Meer dan de helft (51) van de 0-39-jarige Hagenaars behoort tot een etnische minderheidsgroep, van de 0-24-jarigen is dat 55. Tabel 1.2 presenteert het aantal duidelijker een multicultureel Hagenaars naar etnische achtergrond en leeftijd. 1 karakter * Portugal, Spanje, Italië, Griekenland, voormalige Joegoslavië (Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro en Macedonië) ** Landen die potentieel doelgroep zijn van achterstandsbeleid (Oost-Europa, Zuid-Europa, Azië, Midden- en Zuid-Amerika, Afrika) met uitzondering van de landen die apart in deze tabel worden genoemd (Suriname, Antillen, Turkije, Marokko en Zuid-Europa) *** Landen die geen onderwerp zijn van achterstandsbeleid (Noord-West Europa, Noord-Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan, inclusief het voormalige Nederlands-Indië) Volgens de bevolkingsprognose zal in Den Haag het percentage bewoners van niet-nederlandse herkomst (exclusief personen uit overige geïndustrialiseerde landen ) de komende jaren stijgen van 38 in 2008 tot 46 in 2025 (figuur 1.2). Het percentage Nederlandse Hagenaars daalt tot 46 in Ook het percentage Hagenaars afkomstig uit de overige geïndustrialiseerde landen neemt licht af. Als naar de afzonderlijke etnische groepen wordt gekeken zullen in 2025, vergelijkbaar met 2009, de Hagenaars uit de overige niet-geïndustrialiseerde landen (14) na de Nederlanders de grootste groep in Den Haag vormen. Zij worden gevolgd door de Surinamers (10), Turken (9) en de Marokkanen (7). Volgens de prognose laten vooral de Hagenaars afkomstig uit Turkije, Marokko en de Antillen een sterke groei zien van rond de 40 tussen 2008 en Het aantal bewoners uit niet-geïndustrialiseerde landen neemt toe met 29. Het aantal Zuid-Europeanen groeit met 22, het aantal Surinamers met Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

6 1 De bevolking van Den Haag De bevolking van Den Haag 1 Uit gegevens van het CBS * blijkt dat in 2008 in Nederland een derde (32) van de bevolking tussen de 15 en 65 jaar laag opgeleid is, iets minder dan de helft (41) middelbaar opgeleid en een kwart (27) hoog opgeleid. 2 Het opleidingsniveau van mannen in Den Haag is gemiddeld iets hoger dan dat van vrouwen. Het percentage hoog opgeleide mannen is 32 tegenover 29 van de vrouwen. Het percentage laag opgeleide mannen is 42 tegenover 47 van de vrouwen. Inwoners van Den Haag in de leeftijd van jaar hebben gemiddeld vaker een hoog of middelbaar opleidingsniveau, terwijl de 55-plussers juist vaker een laag opleidingsniveau hebben (figuur 1.4). Figuur 1.2 Nederlands Niet-Nederlands Overig geïndustrialiseerd Prognose van het aandeel Hagenaars van Nederlandse herkomst, het aandeel Hagenaars van niet-nederlandse herkomst en het aandeel Hagenaars afkomstig uit de overige geïndustrialiseerde landen voor Den Haag Opleiding Uit de G4 Gezondheidsenquête 2008 blijkt dat ongeveer een derde (30) van de Haagse bevolking van 16 jaar en ouder een hoog opleidingsniveau heeft, een kwart (25) een middelbaar opleidingsniveau en iets minder dan de helft (45) een laag opleidingsniveau (figuur 1.3; Box 1). In Den Haag wonen vergeleken met Amsterdam en Utrecht minder hoog opgeleiden en meer laag opgeleiden. In Rotterdam is het opleidingsniveau vergelijkbaar met Den Haag. 4 Laag opgeleid: Middelbaar opgeleid: Hoog opgeleid: Geen opleiding, Basisonderwijs, Lager Beroepsonderwijs (LBO), Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO), MAVO HAVO, VWO, Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Hoger Beroepsonderwijs (HBO), Universitaire opleidingen (WO) Box 1 Omschrijvingen van een laag, middelbaar en hoog opleidingsniveau. Laag Middelbaar Hoog Figuur 1.4 Percentage laag, middelbaar en hoog opgeleiden naar leeftijd in de bevolking van 16 jaar en ouder. Den Haag In de Haagse wijken met achterstand is het percentage laag opgeleiden hoger dan in de wijken zonder achterstand (56 versus 39). Het percentage hoog opgeleiden is in de wijken met achterstand lager dan in de wijken zonder achterstand (22 versus 35). Het opleidingsniveau van autochtone Hagenaars is gemiddeld hoger dan dat van allochtone Hagenaars. Van de allochtonen is 25 hoogopgeleid en 50 laag opgeleid, bij de autochtonen is 33 hoog opgeleid en 41 laag opgeleid. 4 * Het CBS hanteert een iets andere indeling voor opleiding dan in de G4 Gezondheidsenquête is gebruikt. Daardoor kunnen cijfers voor de vier grote steden op basis van CBS-gegevens iets afwijken van de cijfers op basis van G4 Gezondheidsenquête. 1.4 Wijken naar achterstandscore Laag Middelbaar Hoog Sinds 1995 kent Den Haag een indeling van wijken op basis van achterstandscores, ook wel prioriteitsscores genoemd. In opdracht van de gemeente zijn in 2005 twee van de vijf indicatoren waarop de achterstandscore wordt gebaseerd aangepast. De indicatoren zijn vanaf dat moment: het aandeel etnisch culturele groepen, het gemiddelde inkomen, het aandeel langdurig werklozen, de gemiddelde WOZ-waarde van huizen en het aandeel verhuizingen in drie jaar. Wijken met lagere achterstandscores kennen minder achterstand en wijken met hogere scores meer achterstand (figuur 1.5). Aan buurten en wijken met minder dan 500 inwoners worden geen achterstandscores toegekend. 5 Figuur 1.3 Percentage laag, middelbaar en hoog opgeleiden in de bevolking van 16 jaar en ouder in de vier grote steden. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Nederland, Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

7 1 De bevolking van Den Haag Lichamelijke gezondheid 2 Aan de hand van de achterstandscores zijn de wijken in vijf groepen ingedeeld, lopend van 1 ; wijken met de meeste achterstand tot 5 ; wijken met de minste achterstand. In 2008 zijn vergeleken met 2004 enkele veranderingen te zien. Deze veranderingen zijn het gevolg van trendmatige ontwikkelingen, maar deels ook van de nieuwe methodiek om de achterstandscore te bepalen (trendbreuk). De wijken Schildersbuurt (van klasse 1 naar 2), Centrum en Valkenboskwartier (beiden van klasse 2 naar 3) vallen in 2008 in een lagere achterstandsklasse dan in Dit houdt in dat in deze wijken minder achterstand is. De wijken Rustenburg/Oostbroek (van klasse 3 naar 2), Leyenburg en Waldeck (beiden van klasse 4 naar 3) en Belgisch Park en Bohemen/Meer en Bos (beiden van klasse 5 naar 4) vallen echter in een hogere klasse; in die wijken is sprake van meer achterstand. In 2008 zijn de wijken Transvaalkwartier (+17,9), Moerwijk (+14,7) en Schildersbuurt (+13,6) de wijken met de hoogste scores en dus de meeste achterstand. Vogelwijk (-26,1), Westbroekpark/Duttendel (-24,7) en Kijkduin/Ockenburg (-22,3) kennen de minste achterstand. Ten opzichte van 2004 zijn de achterstandscores voor Schildersbuurt, Transvaalkwartier en Kijkduin/Ockenburg het meest gedaald en is er minder achterstand. De achterstandscores zijn vooral toegenomen (meer achterstand) in Kraayenstein, Belgisch Park, Bohemen/Meer en Bos en Moerwijk. 5 > 15 5 tot 15 2 Lichamelijke gezondheid In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de lichamelijke gezondheid van de Hagenaar. Allereerst wordt stilgestaan bij de ervaren gezondheid en een aantal zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen van de Haagse burger. De GGD houdt zich onder andere intensief bezig met vroege opsporing en preventie van infectieziekten die een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid; een aantal van deze ziekten komt in dit hoofdstuk aan bod. Aspecten van vaccinatie tegen infectieziekten bij de jeugd worden besproken in hoofdstuk 8 (paragraaf 8.4). Tot slot is er ook aandacht voor vitamine D-tekort. 2.1 Ervaren gezondheid Sinds het verschijnen van de eerste Haagse Gezondheidsmonitor in 1999 wordt het rapportcijfer gepresenteerd dat de Haagse burger geeft voor zijn of haar gezondheid. Dit cijfer zegt iets over de eigen beleving van de lichamelijke of psychische gezondheid, en wordt in het algemeen beschouwd als een goede indicator van de werkelijke gezondheid. Het rapportcijfer voor de ervaren gezondheid schommelt in Den Haag al jaren rond de 7,5. In 2009 gaf de Hagenaar gemiddeld een 7,4. Lager opgeleiden, 65-plussers en eerste generatie allochtonen beoordeelden hun gezondheid gemiddeld lager (tabel 2.1). 1-5 tot 5-15 tot -5 < -15 Onvoldoende inwoners Tabel 2.1 Rapportcijfer voor de ervaren gezondheid naar leeftijd, geslacht, opleiding en etniciteit. Den Haag Rapportcijfer Leeftijd jaar jaar jaar 65 jaar en ouder 7,5 7,4 7,6 7,5 7,4 7,5 7,5 7,3 7,1 Geslacht Man Vrouw Opleiding Laag Middelbaar Hoog Etniciteit Autochtoon Allochtoon 1e generatie Allochtoon 2e generatie 7,4 7,4 7,2 7,3 7,6 7,5 7,2 7,4 Figuur 1.5 Haagse wijken naar achterstandscore. Den Haag Oostduinen 02. Belgisch Park 03. Westbroekpark/Duttendel 04. Benoordenhout 05. Archipelbuurt 06. Van Stolkpark en Schev. Bos 07. Scheveningen 08. Duindorp 09. Geuzen- en Statenkwartier 10. Zorgvliet 11. Duinoord 12. Bomen- en Bloemenbuurt 13. Vogelwijk 14. Bohemen, Meer en Bos 15. Kijkduin en Ockenburgh 16. Kraayenstein 17. Loosduinen 18. Waldeck 19. Vruchtenbuurt 20. Valkenboskwartier 21. Regentessekwartier 22. Zeeheldenkwartier 23. Willemspark 24. Haagse Bos 25. Mariahoeve en Marlot 26. Bezuidenhout 27. Stationsbuurt 28. Centrum 29. Schildersbuurt 30. Transvaalkwartier 31. Rustenburg en Oostbroek 32. Leyenburg 33. Bouwlust/Vrederust 34. Morgenstond 35. Zuiderpark 36. Moerwijk 37. Groente- en Fruitmarkt 38. Laakkwartier en Spoorwijk 39. Binckhorst 40. Wateringse Veld 41. Hoornwijck 42. Ypenburg 43. Forepark 44. Leidschenveen Naast een rapportcijfer in de Haagse Stadsenquête hebben Hagenaars en inwoners van de andere drie grote steden in de G4 Gezondheidsenquête 2008 ook een oordeel gegeven over de ervaren gezondheid. Vier van de vijf Hagenaars (80) beoordelen de eigen gezondheid als goed, zeer goed of uitstekend; 20 geeft een matig of slechte ervaren gezondheid aan. Dit is vergelijkbaar met Rotterdamse cijfers. In Amsterdam (84) en Utrecht (86) beoordeelt een iets hoger percentage bewoners de ervaren gezondheid positief. In Den Haag geldt dat mannen, hoger opgeleiden, Nederlanders en bewoners van wijken zonder achterstand vaker een positief oordeel geven over de ervaren gezondheid. Bovendien daalt het percentage Hagenaars dat positief oordeelt naarmate de leeftijd toeneemt. (tabel 2.2) Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

8 2 Lichamelijke gezondheid Lichamelijke gezondheid 2 Tabel 2.2 Percentage Hagenaars met een positief (goed, zeer goed of uitstekend) ervaren gezondheid naar leeftijd, geslacht, opleiding, wijk en etniciteit. Den Haag Totaal Geslacht 2008 Leeftijd 80 Man Vrouw jaar 92 Opleiding jaar jaar jaar jaar jaar Geen, LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO jaar 63 Etniciteit 85 plussers Wijk Wijk met achterstand Wijk zonder achterstand Nederlands Surinaams Antilliaans/Arubaans Turks Marokkaans Overig westers Overig niet-westers Zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen In de G4 Gezondheidsenquête 2008 is bij inwoners van Den Haag en de drie andere grote steden navraag gedaan naar het vóórkomen van 22 chronische ziekten en aandoeningen in het afgelopen jaar. Deze zelfgerapporteerde aandoeningen hoeven niet door een arts te zijn vastgesteld. Vier van de 22 ziekten en aandoeningen zijn alleen bij 55-plussers nagevraagd. 2 In totaal heeft 43 van de jarigen en 78 van de 55-plussers van de vier grote steden aangegeven in de afgelopen 12 maanden tenminste één chronische ziekte of aandoening te hebben (gehad). Voor de meeste ziekten of aandoeningen geldt dat het voorkomen toeneemt met de leeftijd. In beide leeftijdscategorieën rapporteerden meer vrouwen dan mannen tenminste één van de ziekten of aandoeningen gehad te hebben. De zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen in de vier grote steden staan in figuur 2.1 en 2.2. Een hoge bloeddruk werd het meest gerapporteerd, gevolgd door gewrichtsslijtage en migraine. De percentages zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen die alleen bij 55-plussers zijn nagevraagd (figuren 2.2 en 2.4) kunnen niet goed met de percentages bij 16 jaar en ouder worden vergeleken, omdat de alleen bij 55-plussers nagevraagde ziekten en aandoeningen meer voorkomen op oudere leeftijd. Verschillende ziekten en aandoeningen werden in Den Haag vaker gerapporteerd dan in de andere drie grote steden. Een aantal van deze verschillen kan echter worden verklaard door achtergrondkenmerken zoals leeftijd, geslacht, etniciteit, opleidingsniveau en een aantal andere kenmerken. Voor zes van de gevraagde ziekten en aandoeningen bleef Den Haag, ook indien rekening werd gehouden met de achtergrondfactoren, een hoger percentage gerapporteerde ziekten en aandoeningen houden: hoge bloeddruk, migraine, astma, suikerziekte, chronische gewrichtsontsteking en duizeligheid met vallen. Echter, de verschillen waren niet groot. Het verschil in voorkomen van suikerziekte kan mogelijk worden verklaard door de grote groep Hindostanen onder de Surinamers in Den Haag. Den Haag Amsterdam Rotterdam Utrecht Figuur 2.1 Vóórkomen van zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen bij Haagse inwoners van 16 jaar en ouder in de vier grote steden. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

9 2 Lichamelijke gezondheid Lichamelijke gezondheid 2 In Den Haag komen verschillen voor in gerapporteerde ziekten en aandoeningen tussen wijken met en wijken zonder achterstand (figuren 2.3 en 2.4). Van drie ziekten of aandoeningen blijft het verschil tussen wijken met en zonder achterstand bestaan als rekening wordt gehouden met de achtergrondkenmerken: suikerziekte, onvrijwillig urineverlies en hartinfarct. Eén op de vijf Hagenaars met een chronische ziekte of aandoening Aan de respondenten is gevraagd in welke mate zij belemmerd worden door een chronische ziekte of aandoening in dagelijkse bezigheden thuis, op school, op het werk of in hun vrijetijdsbesteding. Van de deelnemers met minimaal één wordt hierdoor sterk belemmerd chronische ziekte of aandoening, heeft in totaal één op de vijf (20) aangegeven hierdoor sterk belemmerd te worden en heeft bijna de helft (46) aangegeven licht belemmerd te worden. 2 Den Haag Amsterdam Rotterdam Utrecht Figuur 2.2 Vóórkomen van zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen bij inwoners van 55 jaar en ouder in de vier grote steden. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, Wijken met achterstand Wijken zonder achterstand Figuur 2.4 Vóórkomen van zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen bij Haagse inwoners van 55 jaar en ouder in wijken met achterstand en wijken zonder achterstand. Den Haag Wijken met achterstand Wijken zonder achterstand Figuur 2.3 Vóórkomen van zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen bij Haagse inwoners van 16 jaar en ouder in wijken met achterstand en wijken zonder achterstand. Den Haag Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

10 2 Lichamelijke gezondheid Lichamelijke gezondheid Infectieziekten Tuberculose Tuberculose is een ernstige infectieziekte die wordt veroorzaakt door de tuberculosebacterie. Longtuberculose is de meest voorkomende vorm, maar de ziekte kan voorkomen in alle organen. Voorbeelden hiervan zijn tuberculose van de gewrichten, botten, hersenen of lymfeklieren. Open longtuberculose is het meest besmettelijk. De bacterie wordt via de lucht verspreid door hoesten en niezen. Het risico van besmetting is het grootst in slecht geventileerde en kleine, donkere ruimten. Bij ongeveer 10 van de besmette volwassenen treedt ook werkelijk de ziekte tuberculose op. Mensen met een slecht functionerend afweersysteem lopen meer kans om de ziekte na een veelal eerdere besmetting echt te ontwikkelen. Tuberculose komt vooral voor bij mensen die in slechte sociaal-economische omstandigheden leven: in Nederland bij dak- en thuislozen, alcohol- en drugsverslaafden, (illegale) buitenlanders en gedetineerden. Omdat in de grote steden relatief meer inwoners tot deze risicogroepen behoren, is het aantal mensen met tuberculose daar groter. De ziekte is in Nederland bijna altijd goed te behandelen met medicijnen. De behandeling duurt echter lang, minimaal zes maanden. Omdat dit voor veel patiënten moeilijk is vol te houden worden ze begeleid door de GGD. Het is erg belangrijk dat de patiënt de behandeling niet voortijdig afbreekt. De kans is anders groot dat de ziekte later terugkeert. Bovendien bestaat dan het risico dat de bacterie resistent, dat wil zeggen ongevoelig, wordt voor de medicijnen. De sterfte aan tuberculose in Nederland is vrij constant en relatief laag, maar gemiddeld sterft 2 van de patiënten aan de ziekte. Tuberculosepatiënten met een verminderde weerstand en oudere tuberculosepatiënten hebben de grootste kans om aan tuberculose te overlijden. 3,4 In Nederland is sinds het begin van de vorige eeuw het aantal personen met tuberculose en de sterfte aan tuberculose sterk gedaald. In de periode was er sprake van een stijging van het aantal nieuwe tuberculosepatiënten. Dit werd vooral veroorzaakt door een toenemende instroom van immigranten vanuit landen waar tuberculose veel voorkomt. Sinds 1994 daalt het aantal nieuwe patiënten weer geleidelijk. In 2007 werden 960 patiënten geregistreerd, het laagste aantal ooit sinds de start van de tuberculoseregistratie. Groepen waarbij in 2007 relatief veel nieuwe tuberculosegevallen voorkwamen zijn asielzoekers, personen afkomstig uit sub-sahara Afrika, en hiv-geïnfecteerden geboren buiten Nederland. Sinds begin jaren negentig is het aandeel niet- Nederlanders onder de tuberculosepatiënten groter dan het aandeel Nederlanders, in 2007 was bijna tweederde van de patiënten geboren buiten Nederland. Vooral onder de eerste generatie immigranten (niet geboren in Nederland) komt relatief veel tuberculose voor maar ook de tweede generatie (zelf in Nederland geboren maar een of beide ouders in het buitenland) hebben een veel hogere kans op tuberculose dan Nederlanders. In 2007 was ruim eenderde (36) van alle tuberculosepatiënten in Nederland afkomstig uit de vier grote steden. 4 In Den Haag schommelde het aantal personen bij wie tuberculose werd vastgesteld in de periode rond de 90 (figuur 2.5). In 2002 was er sprake van een forse stijging: in de periode varieerde het aantal rond de 130, in 2006 en 2007 daalde dit weer naar iets minder dan 100 patiënten. In 2007 kwam tuberculose in Den Haag vooral voor bij personen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of overig niet-westerse herkomst (tabel 2.3). 5 Figuur 2.5 Aantal gemelde patiënten met tuberculose. Den Haag Tabel 2.3 Aantal Aantal gemelde tuberculosepatiënten (absoluut en per inwoners) in een aantal bevolkingsgroepen. Den Haag Bevolkingsgroep Overige niet-westerse allochtonen Marokkaans Turks Surinaams Nederlands Totaal Den Haag* Inwonertal Aantal Aantal per * niet alle bevolkingsgroepen staan vermeld in de tabel, om die reden is het totaal meer dan de som van de in de tabel genoemde bevolkingsgroepen Hiv / Aids Aids wordt veroorzaakt door het humane immunodeficiëntie virus (hiv) ook wel aidsvirus genoemd. Hiv is seksueel overdraagbaar en kan ook via bloed worden overgedragen. Het virus breekt het afweersysteem af en het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei infecties en bepaalde vormen van kanker. Het kan twee tot meer dan tien jaar duren voordat er klachten verschijnen zoals extreme moeheid, nachtzweten, veel gewichtsverlies, koorts, hardnekkige diarree en kortademigheid. De diagnose aids wordt gesteld als de afweer door hiv zo ernstig is aangetast, dat men ziek wordt door een infectie die door een gezonde afweer normaal gesproken wordt bestreden. In Nederland komen hiv en aids relatief veel voor bij homo- en biseksuele mannen en mensen afkomstig uit landen waar aids veel voorkomt (vooral sub-sahara Afrika). Aids is niet te genezen maar wel te behandelen. Sinds medio jaren negentig zijn er medicijnen beschikbaar (hivremmers) die de vermenigvuldiging van hiv in het lichaam kunnen remmen. Hierdoor leidt een hiv-besmetting minder vaak of veel later tot aids. Door het gebruik van deze hiv-remmers is in Nederland in de tweede helft van de jaren negentig het aantal nieuwe patiënten met aids en daarmee de sterfte aan aids drastisch gedaald, vooral onder homo- en biseksuele mannen. De daling van het aantal aids-patiënten betekent echter niet dat ook het aantal hiv-infecties is gedaald. 6, Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

11 2 Lichamelijke gezondheid Lichamelijke gezondheid 2 Eind 2008 waren er in Nederland geregistreerde patiënten met een hiv-infectie. Het aantal mensen met een hiv-infectie is echter hoger en wordt geschat op Ruim mensen leven al 10 jaar of langer met hiv. In 2007 werden hiv-diagnoses gesteld. Het aandeel homo- en biseksuele mannen bij nieuwe hiv-geïnfecteerden is toegenomen van 43 in 2003 tot 68 in In 2008 was bijna tweederde van de nieuwe hiv-geïnfecteerden van Nederlandse herkomst, 12 was afkomstig uit sub-sahara Afrika, 8 uit Latijns Amerika. Eén procent van de nieuwe hiv-geïnfecteerden in 2008 was jonger dan 20 jaar, jaar of ouder. Het totale aantal aidsdiagnoses per jaar schommelt al jaren tussen de 250 en 330. In 2007 zijn er 257 nieuwe aidsdiagnoses gesteld. In 2007 stierven in Nederland 120 mensen aan aids. In de periode overleden in Nederland mensen aan aids. 6-8 In Den Haag worden gegevens over hiv en aids bijgehouden door de twee Haagse hivbehandelcentra (Haga-Ziekenhuis, locatie Leyweg en Medisch Centrum Haaglanden, Het aandeel homo- en locatie Westeinde). Deze gegevens betreffen al hun nieuwe patiënten, waaronder ook patiënten van buiten Den Haag. Uit de gegevens over de periode biseksuele mannen onder blijkt dat gemiddeld ruim driekwart van de nieuwe patiënten in Den Haag woont. nieuwe hiv-geïnfecteerden Er zijn geen gegevens bekend van Haagse patiënten die buiten Den Haag worden behandeld. in Den Haag is de laatste In de periode is het aantal, door beide Haagse behandelcentra, gediagnosticeerde nieuwe hiv-infecties verviervoudigd. In 2006 en 2007 was er een daling vijf jaar gestegen maar in 2008 is het aantal gevallen weer toegenomen (figuur 2.6). 9,10 Het aandeel vrouwen bedroeg in Figuur 2.7 Percentage homo- en biseksuele mannen onder nieuw geregistreerde patiënten met hiv in de twee Haagse hiv-behandelcentra. Den Haag In het Regionaal soa-centrum Den Haag (zie paragraaf 2.3.3) werd in keer de diagnose hiv gesteld, veel vaker dan in 2007 en 2006 (toen 21, respectievelijk 15 keer). In 79 van de gevallen betrof het homo- of biseksuele mannen. Bij 34 van de consulten bij hiv-positieve bezoekers (inclusief degenen die bekend hiv-positief zijn) werd minimaal één andere soa gediagnosticeerd, veel meer dan bij de overige bezoekers (12). Het soa-centrum voert sinds 2007 een actiever hiv-testbeleid. In 2008 werd bij 91 van de consulten op hiv getest, dit was in en in ,12 Aantal In 2005 is in Den Haag een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van hiv onder prostituees en migranten uit Suriname, de Nederlandse Antillen/Aruba en Ghana, landen waar hiv vaker voorkomt dan in Nederland. Zeven van de 201 prostituees (4) testten hiv-positief. Alle zeven waren verslaafd aan drugs of waren transgender (personen die gedeeltelijk een geslachtsverandering hebben ondergaan). Ook bij vergelijkbaar onderzoek in Amsterdam en Rotterdam bleek hiv meer voor te komen bij verslaafde prostituees en bij transgenders dan bij niet-verslaafde prostituees. Negentig procent van de prostituees had al eens een hiv-test ondergaan. Van de ruim migranten bleken 9 hiv-positief te zijn (1), vergelijkbaar met de resultaten in Amsterdam en Rotterdam. Van alle migranten was 37 al eens eerder getest op hiv Overige Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (Soa) Figuur 2.6 Aantal nieuw geregistreerde patiënten met hiv in de twee Haagse hiv-behandelcentra. Den Haag Ook in Den Haag is het aandeel homo- en biseksuele mannen onder nieuwe hiv-geïnfecteerden hoog. Na een daling in de jaren is het aandeel toegenomen van 46 van het totale aantal nieuwe infecties in 2004 naar 59 in 2008 (figuur 2.7). In 2008 was 42 van de patiënten van niet-westerse afkomst. Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) zijn infectieziekten die meestal overgedragen worden via onbeschermd seksueel contact. Sommige soa kunnen ook via andere routes overgedragen worden zoals van moeder op kind tijdens de bevalling of via het bloed bij bloedtransfusies of bij gebruik van besmette naalden. Risicogroepen zijn onder meer mannen die seksueel contact hebben met mannen en heteroseksuelen met veel wisselende seksuele contacten. Soa kunnen ernstige complicaties veroorzaken, zoals onvruchtbaarheid bij vrouwen. Bij syfilis kunnen hart en bloedvaten of het zenuwstelsel worden aangetast. Tijdens een zwangerschap kunnen soa leiden tot aandoeningen bij het ongeboren kind. 14 Gegevens over soa in Nederland zijn gebaseerd op de registratie van nieuwe soa-consulten binnen een landelijk netwerk, bestaande uit acht soa-centra in het hele land. Deze registratie geeft een indicatie van het vóórkomen van soa, maar is niet volledig omdat in Nederland naar schatting 70 van de soa-consulten wordt uitgevoerd door huisartsen. 20 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

12 2 Lichamelijke gezondheid Lichamelijke gezondheid 2 In de periode is het aantal consulten in het soacentrum in Den Haag gestegen met 30 Haagse gegevens zijn afkomstig van het Regionaal soa-centrum Den Haag (onderdeel van de afdeling soa-bestrijding van de GGD Den Haag) dat sinds eind 2006 functioneert. Dit soa-centrum verving de twee drempelvrije soa-poliklinieken van het MCH Westeinde en het Haga-ziekenhuis, die in 2006 geleidelijk hun drempelvrij soa-zorgaanbod hebben stopgezet. In de periode is het aantal consulten in het soa-centrum in Den Haag gestegen met 30. In 2008 betrof iets meer dan de helft van de consulten mannen. Van de mannelijke bezoekers was rond de 27 homo- of biseksueel. Iets meer dan de helft van de vrouwelijke (54) en ruim een kwart van de mannelijke bezoekers (28) was jonger dan 25 jaar. De homo- en biseksuele mannen zijn gemiddeld beduidend ouder; 60 is ouder dan 35 jaar. Ruim driekwart van de bezoekers rekent zich tot de Nederlandse bevolkingsgroep. Eén tot vier procent van de bezoekers is van Surinaamse, Turkse, Marokkaanse/Noord-Afrikaanse of sub-sahara Afrikaanse herkomst, (veel) minder dan op grond van hun aandeel in de Haagse bevolking verwacht mag worden. 11,12 Aantal Vrouwen Heteroseksuele mannen Homo- en biseksuele mannen Totaal In Nederland steeg in de jaren negentig het aantal soa en dan vooral chlamydia, gonorroe en syfilis. De groei in het aantal soa werd onder andere veroorzaakt doordat er meer werd getest en betere tests beschikbaar waren, maar ook door een toename van Sinds 2004 is er in onveilig seksueel gedrag. Sinds is er landelijk sprake van een stabilisatie of afname in de meeste soa, behalve voor chlamydia. Den Haag sprake van een 8,14 In Den Haag is hetzelfde beeld te zien: afname of stabilisatie bij gonorroe en stijging van het aantal syfilis, een toename van chlamydia. 11,12 gevallen van chlamydia Chlamydia is zowel landelijk als in Den Haag de meeste gestelde diagnose bij zowel hetero- als homomannen en vrouwen. In 2008 werd in Den Haag bij 11 van alle consulten de diagnose chlamydia gesteld. Chlamydia komt vooral voor bij jonge vrouwen en heteromannen (figuur 2.8). Figuur 2.9 Aantal diagnoses gonorroe naar geslacht en seksuele voorkeur. Den Haag Aantal Aantal Vrouwen Heteroseksuele mannen Homo- en biseksuele mannen Totaal Figuur 2.10 Aantal diagnoses infectieuze syfilis naar geslacht en seksuele voorkeur. Den Haag Vrouwen Heteroseksuele mannen Homo- en biseksuele mannen Totaal Figuur 2.8 Aantal diagnoses chlamydia naar geslacht en seksuele voorkeur. Den Haag Gonorroe komt meer voor bij homo- en biseksuele mannen (in 7 van de consulten) dan bij vrouwen en heteromannen (rond de 1). Vergeleken met 2007 is in 2008 het aantal diagnoses gonorroe met 26 gedaald, vooral door een daling bij heteromannen en in mindere mate bij homo- en biseksuele mannen (figuur 2.9). Gonorroe komt op alle leeftijden voor maar het hoogste percentage wordt gevonden bij de jarige homo- en biseksuele mannen. Syfilis komt vooral voor bij homo- en biseksuele mannen en het aantal diagnoses neemt toe met de leeftijd. Sinds 2006 is het aantal diagnoses syfilis fors gedaald (figuur 2.10). 11,12 22 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

13 2 Lichamelijke gezondheid Lichamelijke gezondheid Kinkhoest Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt door een bacterie, die door hoesten wordt overgebracht. Het is een ziekte van de bovenste luchtwegen gekenmerkt door aanvallen van heftig langdurig hoesten en een lange gierende inademing. Vaak leidt dit tot hevige benauwdheid en blauw aanlopen. Door de heftige, langdurige hoestbuien kan als gevolg van zuurstoftekort en hersenbloedingen hersenletsel optreden. Ook kunnen de longen en het hersenweefsel blijvende schade oplopen. De hoestaanvallen kunnen weken tot maanden duren. Vooral bij baby s kan de ziekte zeer ernstige gevolgen hebben en zelfs dodelijk zijn. 15 Na de invoering van de kinkhoestvaccinatie in 1953 is het aantal ziektegevallen in Nederland sterk gedaald tot circa 300 per jaar in de periode Daarna is het aantal kinkhoestgevallen weer sterk gestegen tot à gevallen per jaar, en is er elke twee tot drie jaar een piek in het aantal gevallen. De toename in het aantal kinkhoestgevallen sinds 1996 komt doordat het vaccin geen levenslange bescherming biedt en doordat de kinkhoestbacterie zelf is veranderd waardoor het vaccin niet meer volledig beschermt. De meeste kinkhoestgevallen komen voor bij 5-9-jarigen. Om die redenen wordt sinds enige jaren een versterkt kinkhoestvaccin gebruikt en is in 2001 een herhalingsvaccinatie op 4-jarige leeftijd ingevoerd. 15,16 In Nederland is in 1976 de mazelenvaccinatie ingevoerd. In dat jaar werden nog ruim gevallen van mazelen gemeld maar sindsdien is het aantal gemelde gevallen gedaald tot enkele tientallen gevallen per jaar. Eens in de vijf tot zeven jaar doet zich een mazelenepidemie voor, vooral bij kinderen van 4-9 jaar. In was er een landelijke epidemie van mazelen met meer dan gemelde patiënten, waarvan 94 niet gevaccineerd bleek. Deze epidemie vond voornamelijk plaats binnen streng gereformeerde gemeenschappen waar de vaccinatiegraad lager is dan het landelijke gemiddelde. 16,18 Bij de landelijke mazelenepidemie in 2008 De meest recente epidemie dateert uit Tussen half april en half oktober 2008 zijn 100 patiënten met mazelen gemeld. Meer dan de helft van de patiënten (53) was afkomstig uit Den Haag. Het overgrote deel van deze patiënten was meer dan de helft van de gevallen afkomstig uit bleek niet gevaccineerd tegen mazelen. 19 Den Haag Bij de epidemie in Den Haag die in juni 2008 startte, waren twee basisscholen betrokken. Beide scholen hadden een antroposofische signatuur en een lage vaccinatiegraad (circa 80). Figuur 2.12 laat het verloop van de epidemie zien in de 10 weken waarin ziektegevallen zijn gemeld. Ook in Den Haag zijn de 2-3-jaarlijkse pieken in het aantal kinkhoestgevallen duidelijk zichtbaar (figuur 2.11). De meeste gevallen doen zich voor bij kinderen tussen 5 en 14 jaar, vrijwel allen waren gevaccineerd met het oude vaccin. 17 Aantal Aantal Weeknummer Figuur 2.12 Aantal gemelde patiënten met mazelen. Den Haag juni - augustus Figuur 2.11 Aantal gemelde patiënten met kinkhoest. Den Haag Mazelen Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte, die wordt veroorzaakt door een luchtwegvirus. Overdracht vindt plaats via direct contact en via druppeltjes in de lucht, ook op grote afstand. De ziekte begint met hoge koorts, hoesten, verkoudheid en rode ogen. Kenmerkend is de huiduitslag; die begint met vlekjes aan de binnenkant van de wangen, later volgt huiduitslag in gezicht, nek en hals en nog later huiduitslag op het onderlichaam. Kinderen zijn meestal erg ziek. Bij ongeveer 10 van de patiënten treden ernstige complicaties op als ernstige oorontsteking of een mogelijk levensbedreigende longontsteking. En 0,1 van de patiënten krijgt acute hersenontsteking met vaak blijvende hersenschade tot gevolg. 18 De meeste patiënten (77) waren kinderen van 5-14 jaar, vijf patiënten waren 20 jaar of ouder. Van de 53 patiënten waren 50 niet gevaccineerd en hadden de overige drie één (van de twee) vaccinatie(s) gehad en waren dus onvolledig gevaccineerd. 20,21 Bij navraag naar de reden van niet-vaccinatie bleek bij 32 van de 49 patiënten (65) sprake te zijn van een kritische houding ten aanzien van vaccineren, de antroposofische levensbeschouwing werd veel minder vaak als reden genoemd (11 keer, 22). 21 Bij een kritische houding spelen mogelijke bijwerkingen van vaccinaties een belangrijke rol bij de beslissing van ouders hun kinderen niet te laten vaccineren. In de antroposofie leeft de opvatting dat het doormaken van kinderziekten een zinvolle betekenis heeft in de ontwikkeling van het kind. Daarom wordt voor een aantal ziekten zoals voor mazelen vaccinatie afgewezen; tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio en rodehond mag wel gevaccineerd worden. 22 Antroposofische ouders kunnen los van hun levensbeschouwing op basis van een kritische houding ervoor kiezen hun kinderen niet te laten vaccineren. Het niet laten vaccineren bij de Haagse patiënten is voor vrijwel alle ouders een bewuste keuze geweest. Dit verklaart ook de zeer matige opkomst bij de door de GGD tijdens deze epidemie extra ingestelde vaccinatiespreekuren; vrijwel niemand maakte daar gebruik van. 20,21 24 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

14 2 Lichamelijke gezondheid Geestelijke gezondheid Vitamine D-tekort 3 Geestelijke gezondheid Niet-westerse Vitamine D is nodig voor sterke botten en spierkracht. Het wordt enerzijds in de huid aangemaakt onder invloed van zonlicht en anderzijds opgenomen via voedingsbronnen zoals vette vis en margarine. Om eenzelfde hoeveelheid vitamine D aan te hebben relatief vaak een allochtonen in Nederland maken hebben personen met een donkere huid meer blootstelling aan zonlicht nodig dan mensen met een lichte huid. Niet-westerse allochtonen die leven in Nederland vitamine D-tekort of andere noordelijke landen lopen risico vitamine D-tekort te ontwikkelen. In 2006 heeft de GGD Den Haag in samenwerking met het VU medisch centrum in Amsterdam en huisartsen in Den Haag, Amsterdam, Haarlem en Amersfoort een onderzoek uitgevoerd naar vitamine D-tekort bij volwassen niet-westerse allochtonen in Nederland. 23 Het aantal deelnemers per etnische groep en het vóórkomen van vitamine D-tekort in deze groepen staan weergegeven in figuur Een vitamine D-tekort bleek duidelijk vaker voor te komen bij de niet-westerse groepen (19 tot 51) dan bij de autochtone Nederlandse groep (6). Van de beïnvloedbare factoren bleken vooral het eten van vette vis en het gebruik van vitamine D-supplementen beschermend tegen een vitamine D-tekort, gevolgd door het percentage onbedekte huid (hoe meer onbedekte huid, hoe groter het beschermende effect tegen vitamine D-tekort). 24 In het vorige hoofdstuk stond de lichamelijke gezondheid van de Hagenaar centraal. Dit hoofdstuk gaat dieper in op de geestelijke gezondheid van de Haagse bevolking. Allereerst wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de psychiatrische zorgverlening en de relatie die daarbij wordt gevonden met sociaal-economische status. Vervolgens worden cijfers gepresenteerd over het risico op angst en depressie onder de algemene Haagse bevolking. De laatste paragraaf bespreekt suïcidaal gedrag. 3.1 Psychiatrische zorgverlening in Den Haag In 2008 bood de Parnassia Bavo Groep psychiatrische zorg aan inwoners van Den Haag van 20 jaar en ouder, dat zijn 848 personen per inwoners. 1 Dit is boven het landelijke gemiddelde van 527 per inwoners in Een mogelijke verklaring is dat in Den Haag naar verhouding een groter aantal personen met een psychische stoornis door de zorg wordt bereikt. Uit eerder onderzoek is namelijk niet gebleken dat de frequentie van psychische stoornissen in Den Haag hoger is dan in de rest van Nederland. 3 In tabel 3.1 is voor hoofdgroepen van diagnosen aangegeven hoeveel inwoners van Den Haag in behandeling zijn geweest bij de Parnassia Bavo Groep in 2004 en In 2008 kwam het veel minder vaak voor dat geen diagnose stond geregistreerd (een afname van bijna 2.000, ofwel 70). Dit betekent dat in 2008 vaker een diagnose stond geregistreerd dan in Dit vormt dan ook een gedeeltelijke verklaring voor de toename van het aantal gestelde diagnosen bij vrijwel alle hoofdgroepen, maar zeker niet de gehele stijging. Opvallend is voorts de sterke daling in het aantal gestelde diagnosen Organische hersenaandoeningen, wat voornamelijk betrekking heeft op dementie. Dit hangt waarschijnlijk samen met een verschuiving in het accent van het zorgaanbod voor deze doelgroep van de psychiatrie naar de psychogeriatrische verpleeghuizen. Tabel 3.1 Aantal (absoluut en per inwoners) en percentage Haagse inwoners van 20 jaar en ouder in psychiatrische zorg bij Parnassia naar hoofddiagnose. Den Haag 2004 en Hoofdgroepen Aantal Per inwoners Aantal Per inwoners Verschil (in ) Stemmingsstoornissen ,0 21, ,1 22,8 18 Verslaving en middelenmisbruik ,1 11, ,2 11,8 16 Psychotische stoornissen ,2 11, ,7 10,9 9 Aanpassingsstoornissen ,1 10, ,1 11,6 18 Angststoornissen ,2 9, ,2 11,6 40 Figuur 2.13 Vóórkomen van vitamine D-tekort (serum 25(OH)D < 25 nmol/l) naar etniciteit. 23 Psychosociale problematiek Organische hersenaandoeningen ,3 60,6 8,7 7, ,5 48,9 8,2 5, Overige stoornissen ,7 10, ,6 14,7 62 Geen diagnose ,6 10, ,1 2,7-70 Totaal , , De dienst spoedeisende psychiatrie van de Parnassia Bavo Groep biedt op verzoek van verwijzers 7x24 uur spoedeisende psychiatrische beoordelingen in Den Haag en omstreken. In 2008 zijn er spoedeisende psychiatrische beoordelingen geweest (face-to-face contacten) in Den Haag. In van de gevallen was de politie de verwijzer of vond de verwijzing plaats in het kader van het zogeheten politieprogramma. De kern van dit programma is dat verpleegkundigen van de Parnassia Bavo Groep op vaste basis aanwezig zijn op politiebureaus in de stad. Andere belangrijke verwijzers waren de huisarts, de spoedeisende hulp van de ziekenhuizen en de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ, tabel 3.2). 26 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

15 3 Geestelijke gezondheid Geestelijke gezondheid 3 Het aantal crisisbeoordelingen is sterk toegenomen tussen 2004 en De grootste stijging zien we bij het politieprogramma; dit programma werd in de periode tussen 2004 en 2008 uitgebreid naar alle politiebureaus van Den Haag. 1 Tabel 3.2 Aantal (absoluut en per inwoners) en percentage face-to-face crisisbeoordelingen per verwijzer bij Haagse inwoners van 20 jaar en ouder. Den Haag 2004 en Aantal per Verwijzer Aantal Per inwoners Aantal Per inwoners Verschil (in ) Politie , , GGZ , , Huisarts 357 9, , Spoedeisende hulp 305 8, , Politie programma Overig ,0 1, ,6 2, Figuur 3.1 Aantal inbewaringstellingen op Haags grondgebied per inwoners. Den Haag Totaal , , Op basis van de wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) kan door de burgemeester een inbewaringstelling (IBS) worden afgegeven voor patiënten die als gevolg van hun psychische stoornis een acuut en ernstig gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving. In 2008 werden in totaal 417 inbewaringstellingen afgegeven voor inwoners van Den Haag (van 20 jaar of ouder). In een kleine helft van de gevallen was de GGZ de verwijzer bij deze Haagse patiënten. Veelal betreft dit patiënten die al waren opgenomen in de kliniek. De politie speelde duidelijk een belangrijkere rol vergeleken met 2004 (tabel 3.3). De Parnassia Bavo Groep biedt ook directe ondersteuning voor de geestelijke gezondheidszorg in de huisartsenpraktijken in Den Haag en omgeving. In 2008 werden in dit kader in de Haagse huisartsenpraktijken patiënten van 20 jaar of ouder gezien. Dit is een lichte afname ten opzichte van vier jaar geleden Psychiatrische zorgverlening in relatie tot sociaal-economische status Om uitspraken te kunnen doen over de relatie tussen psychische stoornissen en sociaal-economische status in Den Haag, is de stad op basis van de achterstandscore verdeeld in drie ongeveer even grote gebieden (figuur 3.2). Tabel 3.3 Aantal (absoluut en per inwoners) en percentage inbewaringstellingen (IBS) in het kader van de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) per verwijzer bij Haagse inwoners van 20 jaar en ouder. Den Haag 2004 en Gebied met lage achterstandscore Gebied met gemiddelde achterstandscore Gebied met hoge achterstandscore Verwijzer Aantal Per inwoners Aantal Per inwoners Verschil (in ) Politie 101 2, , GGZ 192 5, , Huisarts 35 1, , Spoedeisende hulp 25 0, , Politie programma 6 0, ,1 1 Overig 8 0, ,3 2 Totaal , , Figuur 3.1 laat het verloop zien van de aantallen inbewaringstellingen op Haags grondgebied per inwoners over de periode Sinds 1992 is het aantal inbewaringstellingen ruim verdubbeld. De stijgende lijn van de periode lijkt in de periode te stabiliseren. 1 Figuur 3.2 Den Haag verdeeld in drie ongeveer even grote gebieden op basis van de achterstandscore. Den Haag 2008 (voor wijknummers: zie figuur 1.5). 28 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

16 3 Geestelijke gezondheid Geestelijke gezondheid Risico op angst of depressie onder de Haagse bevolking Aantal per inwoners In de G4 Gezondheidsenquête 2008 zijn enkele vragen gesteld naar het welbevinden. Op grond van de antwoorden op deze vragen is er een indeling gemaakt in drie groepen; een groep die geen verhoogd risico heeft op angst en/of depressie, een groep met een matig verhoogd risico en een groep met een sterk verhoogd risico. In Den Haag had 48 van de ondervraagden een (matig of sterk) verhoogd risico, waarvan 9 een sterk verhoogd risico. 4 Ook in Rotterdam en Amsterdam werd bij 48 een verhoogd risico op angst en/of depressie gevonden; in Utrecht lag het risico iets lager (44). In alle vier steden ligt dit percentage duidelijk hoger voor de inwoners van de wijken met achterstand. Het verschil tussen wijken met achterstand en wijken zonder achterstand is het grootst in Den Haag (55 tegenover 44; zie tabel 3.4). Bijna de helft van de Hagenaars (48) heeft een verhoogd risico op angst en/of depressie; dit risico is groter voor bewoners van wijken met achterstand Tabel 3.4 Percentage voorkomen van matig of sterk verhoogd risico op angst en/of depressie naar wijken met achterstand en wijken zonder achterstand. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, Hoge achterstandscore Gemiddelde achterstandscore Lage achterstandscore Figuur 3.3 Aantal psychiatrische behandelingen per Haagse inwoners van 20 jaar en ouder naar diagnose en achterstandscore. Den Haag 2008 (zie figuur 3.2 voor de indeling van de Haagse wijken naar achterstandscore). Voor de meeste diagnosen geldt dat het aantal behandelde personen hoger is in de wijken met een hoge achterstandscore (wijken met veel achterstand), met uitzondering van organische hersenaandoeningen (figuur 3.3). De belangrijkste organische hersenaandoening is dementie. Dat deze aandoening meer voorkomt in de gegoede wijken betekent niet dat inwoners van deze wijken een grotere kans hebben op dementie. Wel wonen in deze wijken meer mensen met een hoge leeftijd, wat verklaart waarom dementie in deze wijken meer voorkomt. Verder geldt dat in de wijken met veel achterstand meer psychiatrische crisisbeoordelingen waren en een hoger aantal GGZ-contacten met verpleegkundigen van Parnassia die werkzaam zijn in huisartsenpraktijken (figuur 3.4). De verschillen tussen wijken kunnen deels worden verklaard door een hogere frequentie van stoornissen in bepaalde wijken en deels door verschillen in hulpzoekgedrag en in behandelaanbod. 1 Wijken met achterstand Wijken zonder achterstand Totaal stad Den Haag Amsterdam Rotterdam Utrecht In Den Haag hebben alle niet-westerse allochtone bevolkingsgroepen vaker een matig of sterk verhoogd risico op angst en/of depressie (57) dan de autochtone bevolkingsgroep (42). De hoogste cijfers zijn te vinden bij Hagenaars van Turkse en Marokkaanse afkomst (zie figuur 3.5). Aantal per inwoners Aantal per inwoners Sterk verhoogd Matig verhoogd Hoge achterstandscore Gemiddelde achterstandscore Lage achterstandscore Hoge achterstandscore Gemiddelde achterstandscore Lage achterstandscore Figuur 3.5 Voorkomen van matig of sterk verhoogd risico op angst en/of depressie naar etniciteit. Den Haag Figuur 3.4 Aantal psychiatrische crisisbeoordelingen en aantal patiënten dat direct geestelijke gezondheidszorg kreeg in de huisartspraktijk per Haagse inwoners van 20 jaar en ouder naar achterstandscore. Den Haag 2008 (zie figuur 3.2 voor de indeling van Den Haag in drie gebieden naar achterstandscore). 30 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

17 3 Geestelijke gezondheid Geestelijke gezondheid 3 In Den Haag komt een matig of sterk verhoogd risico op angst en/of depressie meer voor onder vrouwen, onder jarigen, onder niet (meer) gehuwden en onder niet-werkenden (tabel 3.5). Ook neemt het aandeel met een verhoogd risico op angst en/of depressie toe naarmate het opleidingsniveau lager is. Een sterk verhoogd risico op angst en/of depressie komt vooral vaak voor onder mensen met alleen lager onderwijs (21), gescheiden mensen (18), niet-werkenden (15), weduwen/weduwnaars (12) en vrouwen (12). Tabel 3.5 Geslacht Man Vrouw Leeftijd jaar 55 jaar en ouder Opleiding Geen, LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO Werksituatie Werkenden Niet-werkenden* Burgerlijke staat Gehuwd, samenwonend Ongehuwd, nooit gehuwd geweest Gescheiden Weduwe, weduwnaar Percentage voorkomen van matig of sterk verhoogd risico op angst en/of depressie naar geslacht, leeftijd, opleiding, werksituatie en burgerlijke staat. Den Haag Matig verhoogd risico Sterk verhoogd risico Totaal verhoogd risico * Onder de niet-werkenden vallen de volgende categorieën: (vervroegd) gepensioneerden, werklozen/werkzoekenden/arbeidsongeschikten/uitkeringsgerechtigden, huisvrouwen/huismannen en studenten. 3.4 Suïcidaal gedrag Bij de vrouwen varieert het aantal parasuïcides in een jaar tussen de 100 à 200 per Nederlandse, Surinaamse, Turkse of Marokkaanse Hagenaars. Relatief worden onder de jarige Turkse en Surinaamse vrouwen in Den Haag de hoogste aantallen gevonden. Voor beide groepen is dit ruim boven de 400 gebeurtenissen van parasuïcide per per jaar. Het verhoogde voorkomen in deze twee groepen is (in grotendeels vergelijkbare studies) ook in en geconstateerd. 6 De uitkomsten zijn niet veroorzaakt doordat één of enkele van deze vrouwen veelvuldig parasuïcidaal gedrag vertoonden. Conflictsituaties thuis en/of problemen in de relationele sfeer liggen regelmatig ten grondslag aan het zelfbeschadigende gedrag Suïcide Turkse en Surinaamse In de periode vonden op Haags grondgebied 257 suïcides plaats: 159 gevallen (62) betroffen mannen; 98 (38) waren vrouwen. 7 Deze cijfers zijn jonge vrouwen ondernemen het vaakst een ontleend aan de verslagen van de lijkschouwers bij onnatuurlijk overlijden. Per jaar liep het aantal overleden mannen uiteen van 16 tot 32 en het aantal vrouwen poging tot zelfdoding van 14 tot 20. De man vrouw verhouding van 3 : 2 is onveranderd ten opzichte van De aantallen suïcides per Hagenaars van 15 jaar en ouder laten sinds 1987 over het algemeen een dalende trend zien, voor de mannen geldt dit wat sterker dan voor de vrouwen. Sinds 1997 is vooral de afname van het aantal gevallen van suïcide per mannen van 55 jaar en ouder aanzienlijk (zie figuur 3.6). De daling van suïcidecijfers onder ouderen is niet typisch Haags. In de periode is dit ook landelijk geconstateerd. 9 Onder groepen Hagenaars van niet-nederlandse herkomst worden vrijwel altijd lagere suïcidecijfers vastgesteld dan onder Hagenaars van Nederlandse herkomst. In tegenstelling tot gebeurtenissen van parasuïcide lopen Surinaamse en Turkse meisjes en jonge vrouwen geen verhoogd risico door suïcide te overlijden. Suïcidecijfers van Surinaamse mannen liggen hoger: vrijwel gelijk aan de Nederlandse mannen en sinds 1997 iets hoger. Ook landelijk zijn verhoogde suïcidecijfers onder Surinaamse mannen geconstateerd. 10 Aantal per De GGD Den Haag heeft een lange traditie in het verzamelen van cijfers van suïcidaal gedrag. Dit geldt zowel voor het monitoren van gebeurtenissen van zelfdoding als voor gevallen van ernstig zelfbeschadigend gedrag zonder dodelijke afloop (respectievelijk suïcide en parasuïcide). Een bovengemiddeld vóórkomen van suïcidaal gedrag in een bevolkingsgroep is een signaal voor mogelijk collectief psychisch onwelbevinden binnen een gemeenschap Parasuïcide Na registraties over de periodes en is de afdeling Epidemiologie van de GGD Den Haag in 2008 in Den Haag opnieuw gestart met een registratie van gebeurtenissen van parasuïcides. Haagse ziekenhuizen, de crisisdienst van de Parnassia Bavo Groep en de ambulancediensten Haaglanden melden gevallen van parasuïcide onder Hagenaars. 5 In 2008 zijn dat er 473 geweest, zes meisjes waren nog geen vijftien. Boven de 65 jaar is een gebeurtenis van parasuïcide vrij zeldzaam. Meer vrouwen dan mannen doen een poging tot zelfdoding: 3 : 2. Aantal per Figuur 3.6 Aantal suïcides per Hagenaars naar leeftijd voor mannen (boven) en vrouwen (onder). Den Haag Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

18 Levensverwachting en sterfte 4 4 Levensverwachting en sterfte Sterfte is een belangrijke indicator van de volksgezondheid. In dit hoofdstuk wordt de sterfte onder de inwoners van Den Haag in kaart gebracht. Er wordt in dit hoofdstuk specifiek aandacht besteed aan de levensverwachting (een maat voor sterfte), sterfte onder 0-4-jarigen met daarbij vooral aandacht voor perinatale sterfte, verschillen in sterfte tussen verschillende etnische groepen en de invloed van sociaal-economische status op sterfte. 4.1 Levensverwachting De levensverwachting geeft het aantal verwachte levensjaren bij de geboorte weer. In Nederland en ook in Den Haag leven vrouwen langer dan mannen. Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen wordt echter wel steeds kleiner. De gemiddelde levensverwachting bij de geboorte Dit komt omdat de toenemende levensverwachting van vrouwen sinds eind jaren tachtig stagneert (vooral omdat in het verleden een toenemend aantal vrouwen is gaan roken), terwijl de levensverwachting van mannen blijft toenemen. is voor Haagse vrouwen 80 jaar en voor Haagse Gebruikmakend van gegevens over sterfte in de periode is de gemiddelde levensverwachting bij de geboorte voor Haagse mannen 75,8 jaar en voor mannen 76 jaar Haagse vrouwen 79,5 jaar. Landelijk is de levensverwachting bij de geboorte voor mannen en vrouwen één tot twee jaar hoger (tabel 4.1). Ook in de andere drie grote steden is de levensverwachting lager dan landelijk en ongeveer vergelijkbaar met Den Haag. 1 Tabel 4.1 Levensverwachting bij de geboorte naar geslacht. Den Haag en Nederland, Mannen Vrouwen Den Haag Nederland Den Haag Nederland ,7 76,2 78,3 80, ,9 76,9 79,5 81, ,5 77,2 79,5 81, ,8 77,6 80,1 81, ,5 78,0 80,2 82, ,2 78,3 79,7 82,3 Op 65-jarige leeftijd leven Haagse mannen in 2008 gemiddeld nog 15,3 jaar. Dit is minder lang in vergelijking met landelijke cijfers. De levensverwachting voor Haagse vrouwen op 65-jarige leeftijd is in ,7 jaar. Ook dit cijfer is lager in vergelijking met landelijke cijfers (tabel 4.2). 1 Tabel 4.2 Levensverwachting op 65-jarige leeftijd naar geslacht. Den Haag en Nederland, Mannen Vrouwen Den Haag Nederland Den Haag Nederland ,4 17,3 19, ,8 15,9 17,6 19, ,4 16,0 18,0 19, ,9 16,3 17,9 19, ,8 16,6 18,1 20, ,3 16,7 17,7 20,1 34 Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

19 4 Levensverwachting en sterfte Levensverwachting en sterfte Perinatale sterfte Perinatale sterfte is de som van foetale sterfte (doodgeboorte na minstens 22 weken zwangerschap) en vroege neonatale sterfte (sterfte van levendgeborenen in de eerste week). Perinatale sterfte is een belangrijke indicator voor perinatale gezondheid en zorg en is afhankelijk van factoren bij moeder en kind. Ook zorggerelateerde factoren, zoals de zorgorganisatie spelen een rol. In de vier grote steden Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam is de perinatale sterfte beduidend hoger dan in de rest van Nederland. Van de vier grote steden is in Den Haag de perinatale sterfte het hoogst (figuur 4.1). De perinatale sterftecijfers onder westerse vrouwen zijn in Utrecht, Rotterdam en Den Haag aanmerkelijk hoger dan in de rest van Nederland. In Amsterdam is dit echter lager dan in de rest van Nederland. De perinatale sterftecijfers onder nietwesterse vrouwen verschillen in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht niet veel ten opzichte van de rest van Nederland. Den Haag vormt hier de uitzondering: de perinatale sterftecijfers onder niet-westerse vrouwen zijn hier hoger dan in de rest van Nederland (figuur 4.2). 2 De perinatale sterfte is beduidend hoger in prachtwijken dan in niet-prachtwijken. Dit geldt voor Nederland als geheel en ook voor de vier grote steden. Vergeleken met de drie andere grote steden is de perinatale sterfte in de prachtwijken van Den Haag het hoogst (tabel 4.3). Tabel 4.3 Perinatale sterfte per geborenen in de prachtwijken en in de niet-prachtwijken van de vier grote steden, vergeleken met de perinatale sterfte in Nederland. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Nederland, Den Haag Amsterdam Rotterdam Utrecht Nederland Niet-prachtwijk (promille) 10,7 8,1 10,7 11,0 9,3 Prachtwijk (promille) 17,5 13,3 12,3 14,4 13,5 Aantal per geborenen De relatieve kans op perinatale sterfte is in de vier grote steden vooral hoger onder de westerse vrouwen die in de prachtwijken wonen. In Den Haag is deze het hoogst. Dat wil zeggen dat westerse vrouwen die in prachtwijken wonen meer kans op Van de vier grote steden perinatale sterfte hebben dan westerse vrouwen die daarbuiten wonen. heeft Den Haag de hoogste perinatale sterfte; bovendien Dit geldt ook voor de niet-westerse vrouwen in Den Haag en Amsterdam, maar is de perinatale sterfte hoger de kans is iets lager dan bij westerse vrouwen. In Utrecht is er echter geen extra risico en in Rotterdam is er zelfs minder kans op perinatale sterfte voor niet-westerse vrouwen die in prachtwijken wonen ten opzichte van niet-westerse vrouwen in de Haagse prachtwijken die niet in de prachtwijken wonen (tabel 4.4). 2 Figuur 4.1 Perinatale sterfte per geborenen in de vier grote steden en de rest van Nederland. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Nederland, Aantal per geborenen Tabel 4.4 Perinatale sterfte Relatief risico op perinatale sterfte in de prachtwijken, weergegeven voor zwangeren van westerse (W) en niet-westerse (NW) afkomst. Relatieve risico s werden berekend ten opzichte van de risico s buiten de prachtwijken in de desbetreffende stad of de rest van Nederland. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Nederland, W 1,96 Den Haag Amsterdam Rotterdam Utrecht Rest NL NW 1,29 W 1,52 NW 1,36 W 1,40 NW 0,88 W 1,59 NW 1,00 W 1,34 NW 1,29 Westers Niet-Westers Figuur 4.2 Perinatale sterfte per geboorten in de vier grote steden en de rest van Nederland, onderverdeeld naar etniciteit van de moeder (westers of niet-westers). Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Nederland, Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

20 4 Levensverwachting en sterfte Levensverwachting en sterfte Sterfte naar etniciteit Landelijke cijfers laten zien dat bepaalde ziekten en aandoeningen vaker voorkomen onder sommige groepen allochtonen. Ook hebben allochtonen over het algemeen een als slechter ervaren gezondheid. In de grote steden is de sterfte in wijken met achterstand het hoogst, wijken waar juist veel allochtonen wonen. Op grond van deze gegevens zou men veronderstellen dat de levensverwachting van allochtonen lager is dan van autochtonen. 3 Uit landelijke cijfers blijkt dat het aantal sterfgevallen onder allochtone mannen hoger is dan onder autochtone mannen. Deels is dit verschil toe te schrijven aan een lagere sociaal-economische status. Mensen met een lagere sociaaleconomische status hebben gemiddeld een hogere sterftekans. Wanneer hiermee rekening wordt gehouden, zijn de landelijke verschillen in sterfte tussen allochtonen en autochtonen kleiner. Landelijk zijn de verschillen in sterfterisico s naar herkomst in de periode afgenomen ten opzichte van de periode Dit komt doordat de sterfte onder niet-westerse allochtonen naar verhouding sterker is gedaald dan onder autochtonen. De landelijke sterftecijfers naar etniciteit en leeftijd laten een genuanceerder beeld zien. Onder jongere Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse allochtonen is de sterfte hoger dan onder jongere autochtonen. Maar vanaf een bepaalde leeftijd verandert dat en is de sterfte bij allochtonen juist lager. Bij Marokkaanse mannen ligt dit omslagpunt op 45 jaar, bij Turkse, Antilliaanse en Surinaamse mannen ligt dit omslagpunt op 75 jaar. Bij allochtone vrouwen is de sterftekans vanaf 40 jaar gelijk of iets lager dan dat van autochtone vrouwen. 4 Surinamers Antillianen Turken Marokkanen Nederlanders Figuur 4.4 Sterfte onder Haagse vrouwen naar etniciteit en leeftijd (sterfte onder autochtone Haagse vrouwen = 1). Den Haag De sterftecijfers in Den Haag laten ook een meer genuanceerd beeld zien. Bij Turkse en Marokkaanse mannen zien we vanaf 20, respectievelijk 30 jaar een lagere sterfte vergeleken met autochtone mannen. Bij Surinaamse mannen is het risico op sterfte groter dan bij autochtone mannen, rond 75 jaar is dit cijfer gelijk aan autochtone mannen (figuur 4.3). Vanaf 30 jaar is in Den Haag de sterfte onder Turkse en Marokkaanse vrouwen lager dan de sterfte onder autochtone vrouwen (figuur 4.4). Bij Surinaamse en Antilliaanse vrouwen is dat bij 35, respectievelijk 40 jaar het geval. 5,6 4.4 Sterfte en sociaal-economische status Verschillen in sterftecijfers tussen wijken worden voor een belangrijk deel bepaald door verschillen in sociaal-economische status tussen bewoners van die wijken. In Den Haag nemen bij mannen de verschillen in sterfte tussen wijken met een lage sociaal-economische status (hoge achterstandscore) en wijken met een hoge sociaal-economische (lage achterstandscore) status niet af. Wel blijft het sterftecijfer als geheel dalen (figuur 4.5). Bij vrouwen is het sterftecijfer in wijken met een lage sociaal-economische status (hoge achterstandscore) in 2008 vergelijkbaar met dat van het Haags gemiddelde (figuur 4.6). Landelijk is het volgende beeld te zien. De sterfteverschillen als gevolg van sociaaleconomische status zijn het grootst op middelbare leeftijd en de verschillen zijn groter bij mannen dan bij vrouwen. Vooral mensen met alleen lagere school sterven eerder dan anderen. Landelijke cijfers laten zien dat het verschil in levensverwachting tussen mannen met alleen lagere school en mannen met meer opleiding 6,9 jaar is. Bij vrouwen is dat verschil 5,7 jaar. De levensverwachting van mannen met alleen een lagere school opleiding is 72,2 jaar, mannen met een hbo- of wetenschappelijke opleiding leven gemiddeld 79,1 jaar. Laagopgeleide vrouwen hebben een levensverwachting van 78,1 jaar, terwijl hoger opgeleide vrouwen gemiddeld 83,8 jaar leven. Het verschil in sterfte tussen inwoners van wijken met en zonder achterstand blijft tamelijk constant. Echter, de Haagse sterftecijfers vertonen in alle gevallen een dalende trend in de afgelopen twintig jaar. Surinamers Antillianen Turken Marokkanen Nederlanders Figuur 4.3 Sterfte onder Haagse mannen naar etniciteit en leeftijd (sterfte onder autochtone Haagse mannen= 1). Den Haag De verschillen bij de gezonde levensverwachting (het gemiddelde aantal levensjaren dat mensen mogen verwachten in goede gezondheid door te brengen) zijn nog groter. Mannen met alleen lagere school leven gemiddeld 50 jaar in goede gezondheid. Mannen met een hogere opleiding leven gemiddeld 69 jaar in goede gezondheid, een verschil van 19 jaar. Bij vrouwen is dat verschil ruim 16 jaar. Voor een deel worden deze verschillen in sterfte tussen hoge en lage sociaal-economische status veroorzaakt door een minder gezonde leefstijl en slechtere woon- en werkomstandigheden bij mensen met een lage sociaal-economische status. Daarnaast zullen mensen met een minder goede gezondheid eerder beperkingen ondervinden om door opleiding en loopbaan een hogere sociale status te verwerven. Een deel van de oorzaken van sociaal-economische gezondheidsverschillen blijft onverklaard Gezondheidsmonitor 2010 Gezondheidsmonitor

Gezondheidsmonitor. Den Haag 2014

Gezondheidsmonitor. Den Haag 2014 Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 Uitgave van gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie en Gezondheidsbevordering Afdeling Epidemiologie

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn

Gezondheidsmonitor Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Productgroep Epidemiologie, Gezondheidsvoorlichting en GGD-beleid Afdeling Epidemiologie 16

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag

Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag epidemiologisch bulletin, 9, jaargang, nummer 1 Een jaar Regionaal soa-centrum Den Haag A.P. van Leeuwen, M.P.H. Berns Eind is het Regionaal soa-centrum Den Haag 1 geopend op het terrein van het Medisch

Nadere informatie

Regionaal soa-centrum Den Haag

Regionaal soa-centrum Den Haag Regionaal soa-centrum Den Haag Epidemiologisch jaarverslag 212 D. Spitaels, arts infectieziektebestrijding GGD Den Haag J.M. Brand, soa-arts GGD Den Haag M. Keetman, epidemiologisch onderzoeker GGD Den

Nadere informatie

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer.

geconstateerde prijsstijging in Nederland en Haaglanden ligt daarmee boven het inflatiecijfer. Ontwikkeling Koopmarkt Den Haag en Haaglanden, 2 e helft en het jaar Halfjaarbericht koopmarkt nr. 16, april 2007 Inleiding In dit bericht wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de koopmarkt

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte epidemiologie Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte analyse Een rapportage met gezondheidsgegevens per Haagse aandachtswijk 1 Stationsbuurt/ Rivierenbuurt 2 Schildersbuurt 3 Transvaalkwartier

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

APRIL 2014. Pagina 1 van 9

APRIL 2014. Pagina 1 van 9 APRIL 214 Inhoud Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 213 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de centra seksuele

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND De waarden die in de tabellen worden weergegeven zijn percentages, tenzij anders aangegeven. Sassenheim Voorhout

Nadere informatie

De gezondheid van de Haagse jeugd. Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014

De gezondheid van de Haagse jeugd. Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 De gezondheid van de Haagse jeugd Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 De gezondheid van de Haagse jeugd Bijlage bij de Gezondheidsmonitor Den Haag 2014 Uitgave van gemeente Den Haag Dienst

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Inleiding Hoe functioneren mensen en welke chronische aandoeningen hebben ze? Wat willen ze? Wat kunnen

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Bescherm je kind tegen infectieziekten Bescherm je kind tegen infectieziekten Bijna 95% van alle kinderen in Nederland is gevaccineerd tegen infectieziekten. Door betere hygiëne, een betere gezondheidszorg én door vaccinaties komt sterfte door

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Het profiel van de Haagse starter en stopper

Het profiel van de Haagse starter en stopper srapport Directie Beleid, Stafafdeling Het profiel van de Haagse starter en stopper COLOFON Uitgave Gemeente Den Haag DSO / Beleid / Oktober 2009 Druk Intern Dienstencentrum Inlichtingen DSO / Beleid

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017 Stadsdeelprofielen 17 April 18 Stadsdeelprofielen 17 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Loosduinen 5 Escamp 13 Segbroek Scheveningen 28 Centrum 36 Laak 44 Haagse Hout 51 Leidscheveen-Ypenburg 58 Tabel 1: Gezondheidsindicatoren

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen ernstige infectieziekten Bijna alle kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen ernstige infectieziekten. Daarom

Nadere informatie

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio Tabel 1: Sociaal economische status Indicator Ridderkerk Afwijkend Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio NL % / aantal % / aantal Percentage hoogopgeleiden

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar Rijksvaccinatieprogramma Als je kind 9 jaar oud is, heeft het voor een aantal infectieziekten al bescherming opgebouwd. Vaccinaties tegen hib-ziekten, kinkhoest en

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N LICHAMELIJKE GEZONDHEID V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 2 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ April 2014 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en

Nadere informatie

Utrecht gezond!2008-2013

Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht Zuid Wijkgezondheidsprofiel 2010 Asn Actieplan fase 1, 2009-2010 1 2 Inhoud 1 Inleiding Wijkgerichte aanpak 4 Gerichte keuzes 4 Gebruikte gegevens 4 Utrecht Zuid en subwijken

Nadere informatie

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland

Jaarcijfers 2013 Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid,

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Regionale VTV 2011 Bevolking Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Drs. S. van de

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en en gemeente Staphorst GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de gezondheid van inwoners, zo ook in 2016. Met deze

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Methode en respons

Gezondheidsenquête Methode en respons Gezondheidsenquête 2016 1. Methode en respons Gezondheidsenquête Haaglanden 2016 1. Methode en respons 1 Mei 2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Achtergrond... 3 Doel van het onderzoek... 4 Onderzoeksopzet...

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) 3a Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling najaar 2005 van volwassenen tot 65 jaar in Zuid-Holland Noord met betrekking tot de geestelijke

Nadere informatie

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag

Jaarverslag Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag 1 Mei 2016 Jaarverslag 2015 Regionaal soa centrum Den Haag Inhoudsopgave Jaarverslag 2015 Fout! Bladwijzer

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Wierden Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijven Onderzoek, Gemeente Utrecht In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren 2006-2009 1 Demografie 1.1 Marokkaanse Hagenaars van 12 tot en met 24 jaar Per 1 januari 2005 wonen in Den Haag 6.296 Marokkanen van

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Depressie in Zeeland

Depressie in Zeeland Depressie in Zeeland Kernpunten 15.000 119.000 19 jr en ouder ernstige depressieve klachten milde depressieve klachten ernstig depressieve klachten 19-24 jarigen 10 % 2012-2016 34% 57% 19-24 jarigen milde

Nadere informatie

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 1 Seksuele Gezondheid Thermometer Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland 2 Nog volop werk aan de winkel! Dit is alweer de zesde Thermometer Seksuele Gezondheid voor Oost-Nederland

Nadere informatie

Utrecht gezond!2008-2013

Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht Noordwest Wijkgezondheidsprofiel 2010 Asn Actieplan fase 1, 2009-2010 1 2 Inhoud 1 Inleiding Wijkgerichte aanpak 4 Gerichte keuzes 4 Gebruikte gegevens 4 Noordwest en subwijken

Nadere informatie

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel

6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel 6 SOA en HIV in de regio Gelre-IJssel Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn infectieziekten die door intiem seksueel contact kunnen worden overgedragen. Omdat iemand een SOA kan hebben, zonder

Nadere informatie

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Demografie in Schildersbuurt-Oost Aantal inwoners Demografie in Schildersbuurt-Oost De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 7.332 inwoners. Aantal inwoners De gemeente Den Haag telde op 1 januari 2015 515.739

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

Samenvatting en beschouwing

Samenvatting en beschouwing Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Kinkhoest en zwangerschap

Kinkhoest en zwangerschap Kinkhoest en zwangerschap www.jijwij.nl Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen die vooral gevaarlijk is voor niet of onvolledig gevaccineerde baby s. Daarom maakt kinkhoestvaccinatie al

Nadere informatie

Kerncijfers Brijder 2017 Den Haag

Kerncijfers Brijder 2017 Den Haag Kerncijfers Brijder 07 Den Haag Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep Renske Rigter Peter Blanken Den Haag, juni 08. INHOUDSOPGAVE BEKNOPTE SAMENVATTING DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon

Nadere informatie

Utrecht gezond!

Utrecht gezond! Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht Leidsche Rijn Wijkgezondheidsprofiel 2010 Asn Actieplan fase 1, 2009-2010 1 2 Inhoud 1 Inleiding Wijkgerichte aanpak 4 Gerichte keuzes 4 Gebruikte gegevens 4 Leidsche Rijn

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waar tegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland

Nadere informatie

Migrantenouderen in cijfers

Migrantenouderen in cijfers Migrantenouderen in cijfers Roelof Schellingerhout 1. Aantallen en demografie 2. Prognose 3. Inkomenspositie 4. Gezondheid en welzijn Aantallen en demografie Aantal (migranten) ouderen, 1 januari 2017

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

TOOLKIT Bekend maakt Bemind TOOLKIT Bekend maakt Bemind 6. Migrantenouderen in cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland Bron: (CBS-Statline, dec. 2016) Aantal AOW-gerechtigden in Nederland 3.059.000 Waarvan van migrantenafkomst

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN

Nadere informatie

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Gezondheidsmonitor ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede Inhoud Deze samenvatting bevat de belangrijkste resultaten van de Gezondheidsmonitor en 2016 voor gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte!

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte! Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte! Informatiefolder over kinkhoest (preventie) Kinkhoest niet alleen een kinderziekte Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door de bacterie

Nadere informatie

Samenvatting. Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties

Samenvatting. Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties Samenvatting Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties Samenvatting 116 In de huid van het menselijk lichaam wordt, bij blootstelling aan zonlicht,

Nadere informatie

Utrecht gezond!2008-2013

Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht gezond!2008-2013 Utrecht Overvecht Wijkgezondheidsprofiel 2010 Asn Actieplan fase 1, 2009-2010 1 2 Inhoud 1 Inleiding Wijkgerichte aanpak 4 Gerichte keuzes 4 Gebruikte gegevens 4 Utrecht Overvecht

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar) Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar) 3b Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling 2005 voor de geestelijke gezondheid van 65-94 jarigen in Zuid-Holland Noord. Eenderde van de 65-plussers

Nadere informatie