Een onderzoek naar de condities die kennisdeling in lerende netwerken tot stand brengen
|
|
- Emilie van de Brink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kennisdeling in lerende netwerken Een onderzoek naar de condities die kennisdeling in lerende netwerken tot stand brengen Vivienne C. Greveling augustus 2012 Rijksuniversiteit Groningen Opleiding Sociologie Begeleider: Dr. E.H. Offers Referent: Dr. Dr. R.J.J. R.J.J. Wielers Wielers
2 Kennisdeling in lerende netwerken Een onderzoek naar de condities die kennisdeling in lerende netwerken tot stand brengen Vivienne C. Greveling Haren, augustus 2012 Masterscriptie Sociologie, route Beleid & Consultancy Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Begeleider: Referent: Dr. E.H. Offers Dr. R.J.J. Wielers Pagina 1
3 ZorgpleinNoord-reeks Beschikbaar op 8. Bevlogen leiden in de zorg Naar aanleiding van de masterthesis Engaging leadership in health care organizations: the mediating role of work engagement Koos van der Kleij, februari Een onderzoek naar de loopbanen van verpleegkundigen Waarom (g)een loopbaanstap? Karin Meijboom, september Zorgen voor morgen Hoe voorkomen we een tekort aan hoger opgeleid personeel in de zorg in Noordoost- Groningen? Femke Nijdam, juli BBL in zorg en welzijn Onderzoek naar BBL-plaatsen in zorg en welzijn Petra Molenaars, mei Van reageren naar anticiperen Strategische personeelsplanning voor de Zorg Lotte Speelman, november Uitstroom van personeel onder de loep Arbeidsmarkt voor zorg en welzijn in Noord-Nederland Ellen Offers, oktober Zorgen voor toekomstig personeel Onderzoek naar de uitstroom van personeel in de zorg- en welzijnssector in Noord- Nederland Valerie Rings, juli De arbeidsmarkt voor Zorg en Welzijn in Groningen en Drenthe Kwantitatieve Analyse Ellen Offers, juni 2009 Dit onderzoek is uitgevoerd door Vivienne C. Greveling in het kader van de masteropleiding Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen ZorgpleinNoord Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. Pagina 2
4 Voorwoord In het kader van mijn masteropleiding Sociologie, route Beleid & Consultancy, aan de Rijksuniversiteit Groningen heb ik van februari tot augustus 2012 mijn afstudeertraject doorlopen bij stichting ZorgpleinNoord in Haren. ZorgpleinNoord ondersteunt en adviseert zorg- en welzijnsorganisaties in Noord-Nederland op het terrein van strategisch arbeidsmarktbeleid. Het onderwerp van het onderzoek is kennisdeling in lerende netwerken. In dit onderzoek wordt gekeken onder welke condities kennisdeling tot stand komt in lerende netwerken. Onderzoek naar dit onderwerp was zeer interessant, mede doordat het nog een jong onderzoeksveld is, waar ik een bijdrage aan heb kunnen leveren. Ik heb ontzettend veel geleerd tijdens mijn afstudeerperiode. Over kennisdeling in lerende netwerken, over zelfstandig onderzoek doen en over mezelf. Ik kan dan ook met trots mijn onderzoek aan u presenteren. Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal mensen te bedanken. Een bijzonder woord van dank aan Ellen Offers, mijn scriptiebegeleider. Bedankt voor de ondersteuning, kritische opmerkingen en betrokkenheid. Daarnaast wil ik Karin Lutterop en Jan Plat bedanken voor de introductie in de lerende netwerken. De zestien respondenten wil ik bedanken voor de bereidheid om hun ervaringen met mij te delen. Ook wil ik Rudi Wielers bedanken voor zijn kennis en inzet om tot een goede onderzoeksrapportage te komen. Dominika en Sandra wil ik ook bedanken voor de leuke en gezellige tijd als stagiaires bij ZorgpleinNoord. Tot slot wil ik iedereen die mij ook maar op enige wijze heeft bijgestaan bij het schrijven van deze scriptie hartelijk bedanken. In het bijzonder wil ik nog mijn ouders, vriend en vriendinnen bedanken voor hun raad, vriendschap en steun. Zij waren oprecht geïnteresseerd in mijn bezigheden tijdens mijn gehele studie en in het bijzonder bij mijn afstuderen. Ik wens een ieder die de scriptie gaat lezen net zoveel plezier toe als dat ik heb ervaren tijdens het schrijven ervan. Augustus, 2012 Vivienne C. Greveling Pagina 3
5 Samenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen zijn meer bereid om hun kennis in te zetten om doelen te bereiken en kennisgerichte ontwikkelingen en innovaties teweeg te brengen (Weggeman, 2001; Harrison & Kessels, 2004). Ook zijn organisaties meer genoodzaakt om kennis te delen om te kunnen reageren op de steeds veranderde wensen en behoeften van de consumenten (Koster, 2009). Vaak wordt kennis gedeeld binnen een organisatie en in mindere mate tussen organisaties (Van der Aa, 2009). Toch zijn de afgelopen jaren organisaties meer gebruik gaan maken van interorganisationele netwerken om kennis te delen (Visser, 2000; Beckers, 2006). In dit soort netwerken wordt kennis en ervaring gedeeld met vakgenoten uit andere organisaties en worden ideeën en opvattingen getoetst (Hermans, 2010). Onduidelijk is echter wat er nu voor zorgt dat in een netwerk kennisdeling tot stand komt. Wat is er precies nodig om kennisdeling daadwerkelijk tot stand te brengen? Deze studie draagt bij aan dit inzicht. Het doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in de mate waarin, de manier waarop en de omstandigheden waaronder interorganisationele lerende netwerken kennisdeling bevorderen. Om dit doel te bereiken is een literatuuronderzoek uitgevoerd en zijn vier lerende netwerken onderzocht. De centrale vraagstelling in dit onderzoek is als volgt: Onder welke condities komt kennisdeling tot stand in interorganisationele lerende netwerken? In eerste instantie was het nodig om te bepalen wat (kennis)deling is en welke condities van invloed kunnen zijn op kennisdeling. Uit de literatuurstudie komt naar voren dat er geen eenduidige definitie van kennis te vinden is in de literatuur. Kennis wordt meestal omschreven als een proces waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen gegevens, informatie en kennis. Gegevens zijn feiten, wanneer deze gegevens vergeleken worden met andere gegevens krijgen ze een betekenis en wordt het informatie. Er is sprake van kennis wanneer de informatie wordt gebruikt om een taak te vervullen (Bertrams, 1999). Kennis is breder, dieper en rijker dan informatie (Beckers, 2006). In de literatuur worden twee vormen van kennis onderscheiden, expliciete en impliciete kennis. Expliciete kennis kan in taal worden uitgedrukt en is makkelijk over te dragen (Boersma, 2002). Impliciete kennis bestaat uit persoonlijke ervaringen. Deze vorm van kennis is persoonsgebonden en contextgebonden en is daardoor moeilijk over te dragen (Boersma, 2002; Weggeman, 1997). De meest gehanteerde definitie voor kennisdeling is van Argote & Ingram (2000:151), Knowledge transfer in and between organizations is the process through which one unit (e.g. individual, group, department, division) is affected by the experience of another. Deze definitie veronderstelt dat bij kennisdeling sprake is van tweerichtingsverkeer en dat kennisdeling niet altijd op vrijwillige basis wordt uitgevoerd, met als reden dat het een onderdeel kan zijn van een takenpakket van een werknemer. Om te komen tot effectieve kennisdeling in een lerend netwerk is het van belang om inzicht te verwerven in de condities die het delen van kennis tussen organisaties bevorderen en daarmee bijdragen aan het succes van een lerend netwerk. Uit deze literatuurstudie is de theorie van Soekijad & Andriessen (2003) als best toepasbaar naar voren gekomen voor dit onderzoek. Uit deze theorie zijn veertien condities gedestilleerd onderverdeeld in vier clusters die het delen van kennis in een lerend netwerk mogelijk maken. Een vijfde cluster is toegevoegd op grond van een vooronderzoek waarin interviews zijn afgenomen met twee projectleiders van lerende netwerken. De vijfde cluster dient als aanvulling op de huidige literatuur. Pagina 4
6 Tabel 0.1 Overzicht van de clusters en condities voor kennisdeling Niveau Clusters Condities Organisatie Organisationele karakteristieken - Steun vanuit de organisatie - Vergelijkbare werkomgeving Relaties tussen organisaties - Balans van relatie - Samenwerking Individueel Individuele karakteristieken - Openlijk kennisdelen - Prioritering Relaties tussen individuen - Vertrouwen - Groepssamenstelling Inhoudelijk & Praktische organisatie & werkwijze - Opzet van netwerk functioneel - Sterkte van relatie - Gezamenlijk cultuur - Doel, verwachtingen & rolverdeling - Communicatie - Samenwerkingsactiviteiten Soekijad & Andriessen (2003) geven aan dat de aan- of afwezigheid van een conditie en de mate waarin deze aanwezig is, een positieve of negatieve invloed kan hebben op het proces van kennisdeling in netwerken. Aan de hand van het empirisch onderzoek is bepaald of in de praktijk de condities inderdaad van invloed blijken te zijn op het proces van kennisdeling in een lerend netwerk. Het empirische gedeelte van dit onderzoek is vormgegeven als een meervoudige casestudy. In dit onderzoek zijn vier verschillende lerende netwerken onderzocht uit de sector zorg en welzijn, gerelateerd aan de thema s duurzame inzetbaarheid en strategische personeelsplanning. Één van de lerende netwerken is het lerende netwerk van stichting ZorgpleinNoord. ZorgpleinNoord richt zich met dit lerend netwerk op het verspreiden van kennis en informatie over het thema duurzame inzetbaarheid. Uit de vier lerende netwerken zijn zestien deelnemers geselecteerd. De deelnemers uit de lerende netwerken zijn benaderd omdat zij diepgaande en specifieke informatie kunnen verschaffen over de aan- of afwezigheid van de te onderzoeken condities en welke invloed deze condities hebben op het proces van kennisdeling in een lerend netwerk. De deelnemers zijn geïnterviewd aan de hand van een gedeeltelijke gestructureerde vragenlijst, hierdoor is het mogelijk om dieper in te gaan op bepaalde onderdelen of ergens langer bij stil te staan om gedetailleerde informatie te krijgen. De gegevens uit de interviews zijn vervolgens geanalyseerd door de data te ordenen aan de hand van de methode van Baarda et al. (2005). De resultaten van dit onderzoek laten zien dat alle onderzochte condities aanwezig zijn in de lerende netwerken. Ook laten de resultaten zien dat elke onderzochte conditie van belang is voor een effectief proces van kennisdeling in een lerend netwerk. Weliswaar, de één in mindere mate dan de andere. Op basis van de onderzoeksresultaten kan er een ranking worden aangebracht in de condities. Deze ranking geeft aan welke condities het meeste en het minste van belang zijn voor effectieve kennisdeling in een lerend netwerk. De mate van belangrijkheid van de condities wordt aangegeven met een symbool, lopend van ++ (heel belangrijk) tot (niet belangrijk). Pagina 5
7 Tabel 0.2 Overzicht van condities die bijdragen aan de effectiviteit van een lerend netwerk Niveau Clusters Condities Mate van belangrijkheid Organisatie Organisationele karakteristieken - Steun vanuit de organisatie ± - Vergelijkbare werkomgeving ± Relaties tussen organisaties - Balans van relatie - - Samenwerking -- Individueel Individuele karakteristieken - Openlijk kennisdelen ++ - Prioritering ± Relaties tussen individuen - Vertrouwen + - Groepssamenstelling - Inhoudelijk & Praktische organisatie & - Opzet van netwerk ++ functioneel werkwijze - Sterkte van relatie - - Gezamenlijk cultuur ++ - Doel, verwachtingen ± - Rolverdeling ++ - Communicatie - - Samenwerkingsactiviteiten + Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat vier condities het meest van belang zijn voor het delen van kennis in een lerend netwerk. Het gaat om de condities: (1) bereidheid om openlijk kennis te delen met andere deelnemers uit het lerende netwerk, (2) de inhoud en de organisatie van het lerende netwerk dient te worden afgestemd op de wensen en behoeften van de deelnemers, (3) een cultuur die gekenmerkt wordt door openheid, transparantie, betrokkenheid en vertrouwen en (4) het lerend netwerk dient over een projectleider / gespreksleider te beschikken om het lerende netwerk te organiseren en te faciliteren. Uit deze resultaten valt op te merken dat drie van de vier belangrijkste condities uit de cluster praktische organisatie en werkwijze komen en één conditie uit de cluster individuele karakteristieken. Op basis van dit gegeven kan de belangrijkste conclusie van dit onderzoek worden getrokken en dat is dat de cluster praktische organisatie en werkwijze het meest van belang is voor het delen van kennis en ervaring in een lerend netwerk. Op de tweede plaats staat de cluster individuele karakteristieken. Al deze condities bepalen de sfeer in het lerende netwerk, de interacties tussen de deelnemers, de opbrengst van het lerende netwerk en de wijze waarop het lerende netwerk is georganiseerd. Met andere woorden, de organisatie van het lerend netwerk dient op orde te zijn, wil het lerend netwerk slagen. Wat ook opvalt is dat deze vier condities allemaal gericht zijn op de inhoudelijke & functionele kant van het lerende netwerk. Hiermee kan ook worden geconcludeerd, in tegenstelling tot de theorie van Soekijad & Andriessen (2003), dat de clusters kenmerken van de organisaties en de relaties tussen de organisaties een mindere rol spelen in de lerende netwerken. Het zijn de individuen die zorgen voor het slagen of falen van een lerend netwerk. Het zijn niet de organisaties van de deelnemers die een rol spelen bij het succes van een lerend netwerk. Het lerend netwerk blijkt een effectief middel te zijn voor het delen van kennis en ervaring met vakgenoten. Deelnemers van een lerend netwerk leren van en met elkaar door uitwisseling en gezamenlijk ondernemen, brainstormen en evalueren. Het is wel van belang dat de deelnemers het Pagina 6
8 leuk en nuttig vinden. De opgedane kennis en nieuwe inzichten worden in de meeste gevallen gebruikt voor het verbeteren van eigen werkzaamheden en biedt mogelijkheden voor een organisatie op de lange termijn. In mindere mate wordt de opgedane kennis gebruikt om beleidsontwikkeling te realiseren. De laatste stap van dit onderzoek richtte zich op het bevorderen van kennisdeling in toekomstige lerende netwerken. Een lerend netwerk is een goede methode is om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen met vakgenoten. Deze methode kan worden versterkt door aan de volgende punten extra aandacht te schenken. Ten eerste is het aan te bevelen extra aandacht te schenken aan de inhoudelijke & functionele kant van het lerend netwerk. Dit houdt in dat de condities: bereidheid om kennis te delen, afstemming van de inhoud op wensen van deelnemers, open en transparante cultuur creëren en het aanstellen van een projectleider van belang zijn voor het succes van een lerend netwerk. Ten tweede is het aan te raden om deelnemers te laten participeren in een lerend netwerk die nauw zijn verbonden met de thematiek, interesse tonen in de thematiek en open en transparant zijn. Dit bevordert de mate van kennisdeling in een lerend netwerk. Ten derde is het belangrijk om tussentijds evaluatiemomenten in te lassen om de sfeer van de groep te meten en om inzicht te krijgen in de (on)tevredenheid van de deelnemers. Ten vierde is het belangrijk om als voornaamste doel van een lerend netwerk het delen van kennis en ervaring met vakgenoten te stellen. Een lerend netwerk is minder geschikt om beleidsontwikkeling in een organisatie te realiseren. Ten vijfde is het van belang om projectleiders aan te stellen die belangeloos zijn en niet teveel op de voorgrond staan. De deelnemers dienen zelf te zorgen voor de input en creativiteit om tot effectieve kennisdeling te komen. Pagina 7
9 Inhoudsopgave 1. Inleiding ZorgpleinNoord Kennisdeling tussen organisaties Doelstelling en probleemstelling Maatschappelijk en wetenschappelijke relevantie Onderzoeksopzet Leeswijzer Theoretisch kader Kennis Impliciete en expliciete kennis Kennisdeling Interne en externe kennisdeling Interorganisationeel netwerk Leren in interorganisationele netwerken Condities voor succesvolle kennisdeling Theoretische onderzoeksvragen Condities voor kennisdeling Karakteristieken van organisaties Kenmerken van relaties tussen organisaties Individuele karakteristieken Kenmerken van relaties tussen individuen Praktische organisatie en werkwijze Theoretisch model Onderzoeksmethodologie Empirische onderzoeksvragen Empirisch onderzoek Meervoudige casestudy Respondenten Dataverzameling Data-analyse Kwaliteitsborging Geldigheid Betrouwbaarheid Lerende netwerken Lerend netwerk Lerend netwerk Lerend netwerk Lerend netwerk Verschillen en overeenkomsten Van theorie naar praktijk: de onderzoeksresultaten Karakteristieken van organisaties Kenmerken van relaties tussen organisaties Individuele karakteristieken Kenmerken van relaties tussen individuen Praktische organisatie en werkwijze Ranking voorwaarden Beleidsontwikkeling Samenvatting Conclusie & Discussie Conclusies Conclusies theoretische onderzoeksvragen Pagina 8
10 7.1.2 Conclusies empirische onderzoeksvragen Doelstelling Discussie Beperkingen Vervolgonderzoek Literatuurlijst Bijlagen Bijlage I: Respondentenoverzicht Bijlage II: Interviewschema projectleiders Bijlage III: vragenlijst deelnemers lerende netwerken Bijlage IV: Onderzoeksresultaten rangorde Bijlage V: Onderzoeksresultaten interviews Pagina 9
11 1. Inleiding In dit inleidende hoofdstuk wordt een korte schets gegeven van de aanleiding van het onderzoek. Er wordt allereerst ingegaan op ZorgpleinNoord en het probleem van dit onderzoek. Vervolgens worden de doelstelling en probleemstelling gepresenteerd, waarna de relevantie van dit onderzoek wordt toegelicht. Daarna wordt de onderzoeksstrategie besproken. Er wordt afgesloten met een leeswijzer voor de rest van de scriptie. 1.1 ZorgpleinNoord Stichting ZorgpleinNoord is een samenwerkingsverband van ongeveer 170 werkgevers in zorg en welzijn in Noord-Nederland. ZorgpleinNoord ondersteunt en adviseert deze organisaties op het terrein van strategisch arbeidsmarktbeleid. ZorgpleinNoord hecht veel waarde aan het delen van kennis en het uitwisselen van ervaringen. ZorgpleinNoord vervult een centrale rol in de sector zorg- en welzijn in Noord- Nederland. De aangesloten organisaties bij ZorgpleinNoord hebben behoefte aan informatie uit het werkveld. ZorgpleinNoord heeft als taak opgedane kennis en ervaring over te dragen naar de zorg- en welzijnssector. Eén van de manieren waarop ZorgpleinNoord dit bewerkstelligt is het lerende netwerk duurzame inzetbaarheid. Duurzame inzetbaarheid is een actueel thema dat op de agenda staat van zowel zorg- en welzijnsorganisaties als van de overheid (Lutterop, 2010). Duurzame inzetbaarheid richt zich onder andere op onderwerpen als gezonde medewerkers, behoud van personeel en vitale organisaties. Doel van het lerend netwerk is het beleid duurzame inzetbaarheid in de deelnemende organisaties een extra stimulans te geven, het verspreiden van kennis en informatie over en het creëren van draagvlak voor het thema duurzame inzetbaarheid (Lutterop, 2010). In het lerende netwerk zitten personen van organisaties uit de zorg- en welzijnssector die zijn aangesloten bij ZorgpleinNoord. Deze deelnemers zijn benaderd door ZorgpleinNoord om te participeren in het lerende netwerk. De deelnemers zijn nauw betrokken bij het thema door hun werk en werkzaamheden. Eén keer per twee maanden komen zij bij elkaar om kennis en ervaring met elkaar uit te wisselen. Per bijeenkomst wordt een agenda opgesteld met relevante onderwerpen. De onderwerpen worden ingevuld met bijdragen van zowel leden van het netwerk als externe sprekers. ZorgpleinNoord is organisator en facilitator van dit netwerk. ZorgpleinNoord sluit aan bij de behoefte van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om kennisdeling in netwerken te bevorderen (Ministerie VWS, 2007). Het ministerie stimuleert dat organisaties netwerken vormen om kennis en ervaringen met elkaar uit te wisselen. Er vindt te weinig kennisdeling plaats tussen organisaties. Het gevaar bestaat dat organisaties het wiel opnieuw gaan uitvinden. Daarom is het volgens het ministerie belangrijk dat organisaties met elkaar in contact komen in een netwerk om kennis met elkaar te delen. Onduidelijk is echter wat er nu voor zorgt dat in een netwerk kennisdeling tot stand komt. Wat is er precies nodig om kennisdeling daadwerkelijk tot stand te brengen? Om te komen tot effectieve kennisdeling in een lerend netwerk is het van belang inzicht te verwerven in de condities die bijdragen aan het succes van een lerend netwerk. Met andere woorden, welke condities dienen aanwezig te zijn om kennisdeling mogelijk te maken of te bevorderen en welke condities kunnen het proces van kennisdeling belemmeren en dienen dus vermeden te worden? 1.2 Kennisdeling tussen organisaties Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in (Moor, 2005). Redenen waarom kennis steeds belangrijker is geworden zijn: toenemende onderlinge afhankelijkheden tussen Pagina 10
12 organisaties, complexe snel veranderende processen, internationalisering van markten en de behoefte aan innovatie van nieuwe producten en diensten (Koster, 2009). Individuen en/of groepen zijn steeds meer bereid om hun kennis in te zetten om doelen te bereiken en kennisgerichte ontwikkelingen en innovaties teweeg te brengen (Weggeman, 2001; Harrison & Kessels, 2004). Aan de andere kant zijn organisaties meer genoodzaakt om kennis te delen om te kunnen reageren op de steeds veranderde wensen en behoeften van de consumenten (Koster, 2009). Daarnaast kan kennisdeling een concurrentievoordeel opleveren (Argote et al., 2000). Als er naar de literatuur omtrent kennisdeling wordt gekeken ligt op dit moment de nadruk op kennisdeling binnen organisaties (intra) en in mindere mate op kennisdeling tussen organisaties (inter) (Tsai, 2001; Van der Aa, 2009). De afgelopen jaren zijn organisaties wel steeds meer gebruik gaan maken van interorganisationele netwerken om kennis te delen (Visser, 2000; Beckers, 2006). In dit soort netwerken wordt kennis en ervaring gedeeld met vakgenoten uit andere organisaties en worden ideeën en opvattingen getoetst (Hermans, 2010). Het ministerie van VWS en ZorgpleinNoord willen het inzicht vergroten in welke condities het proces van kennisdeling in lerende netwerken tot stand komt. Het is niet duidelijk welke condities het proces van kennisdeling binnen een lerend netwerk beïnvloeden. In de literatuur over kennisdeling is door Soekijad en Andriessen (2003) wel aandacht besteed aan condities waarvan verondersteld wordt dat ze het proces van kennisdeling beïnvloeden in netwerken van de private sector. Soekijad & Andriessen (2003) noemen in hun artikel conditions for knowledge sharing in competitive alliances een aantal voorwaarden waarvan verondersteld wordt dat ze het proces van kennisdeling en de daadwerkelijke uitgewisselde hoeveelheid kennis beïnvloeden. Echter, in dit onderzoek staan interorganisationele lerende netwerken centraal uit de sector zorg en welzijn. De vraag is in hoeverre de condities die gelden voor strategische allianties, ook van toepassing zijn op een interorganisationeel lerend netwerk uit de sector zorg en welzijn. Door de beperkingen in de huidige literatuur en de toenemende aandacht naar interorganisationele netwerken is een onderzoek naar kennisdeling tussen organisaties in interorganisationele netwerken gewenst. 1.3 Doelstelling en probleemstelling In de praktijk wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van kennisdeling via interorganisationele lerende netwerken (Schopler, 1987). Kennelijk gaat men ervan uit dat lerende netwerken een goede manier is om kennis te delen. De effectiviteit van lerende netwerken en de condities die deze effectiviteit mogelijk bevorderen, zijn echter nog nauwelijks onderzocht. Hieruit voortvloeiend heeft het onderzoek de volgende doelstelling: Inzicht krijgen in de mate waarin, de manier waarop en de omstandigheden waaronder interorganisationele lerende netwerken kennisdeling bevorderen. De probleemstelling is als volgt geformuleerd: Onder welke condities komt kennisdeling tot stand in interorganisationele lerende netwerken? Voortvloeiend uit de doelstelling en probleemstelling zijn onderzoeksvragen opgesteld. De onderzoeksvragen worden opgesplitst in een theoretisch gedeelte en in een empirisch gedeelte. Voor het theoretische gedeelte wordt het overzicht van condities voor kennisdeling van Soekijad & Andriessen (2003) gebruikt. Deze theorie wordt kort in het volgende hoofdstuk besproken, waarna de Pagina 11
13 theoretische onderzoeksvragen volgen. Voor het empirische gedeelte worden de onderzoeksvragen in hoofdstuk vier, de onderzoeksmethodologie, gepresenteerd. 1.4 Maatschappelijk en wetenschappelijke relevantie Zowel ZorgpleinNoord als het ministerie van VWS wil kennisdeling tussen organisaties stimuleren. Het lerende netwerk duurzame inzetbaarheid van ZorgpleinNoord is een voorbeeld. Daarnaast bestaan er meer netwerken van organisaties uit de sector zorg en welzijn waarin kennis en ervaringen worden gedeeld. De vraag is, wat is er nodig om het proces van kennisdeling in zo n lerend netwerk tot stand te brengen? De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek kan worden gesplitst naar twee doeleinden. Ten eerste biedt dit onderzoek inzicht in de condities die bijdragen aan de effectiviteit van kennisdeling in lerende netwerken in het algemeen. Ten tweede kan praktisch gezien deze studie een bijdrage leveren aan de samenwerking tussen ZorgpleinNoord en organisaties uit de zorg- en welzijnssector in Noord-Nederland. Ook op wetenschappelijk gebied is er steeds meer interesse in kennisdeling. Dit is te zien aan de stijgende lijn in het aantal publicaties in de sociale wetenschappen over kennisdeling. De hoeveelheid aandacht voor bestudering van de condities die kennisdeling tot stand brengen is beperkt in de literatuur (Soekijad & Andriessen, 2003). Daarnaast wordt er meer nadruk gelegd in de theorie op kennisdeling binnen organisaties (intra) en in mindere mate op kennisdeling tussen organisaties (inter) (Tsai, 2001). Dit onderzoek is wetenschappelijk relevant omdat het dient als aanvulling op de huidige literatuur door kennisdeling te koppelen aan lerende netwerken waarin verschillende organisaties participeren en daarbij te kijken welke condities kennisdeling tot stand brengen in lerende netwerken en wat de bijdrage van deelname aan een lerend netwerk is ten aanzien van het te voeren beleid in de deelnemende organisaties. 1.5 Onderzoeksopzet Om de probleemstelling en de onderzoeksvragen van dit onderzoek te beantwoorden is gekozen voor een kwalitatieve benadering. Kwalitatief onderzoek kan worden omschreven als onderzoek waarbij overwegend gebruik gemaakt wordt van gegevens van kwalitatieve aard en dat als doel heeft onderzoeksproblemen in of van situaties, gebeurtenissen en personen te beschrijven en te interpreteren (Baarda et al., 2005). In kwalitatief onderzoek wordt de nadruk gelegd op de rijkdom en diepgang van de gegevens in plaats van op de hoeveelheid ervan. Er is voor een kwalitatieve benadering gekozen omdat kwalitatieve gegevens noodzakelijk worden geacht om aan het doel van dit onderzoek te voldoen. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de mate waarin, de manier waarop en de omstandigheden waaronder lerende netwerken kennisdeling bevorderen. Er kan worden gesteld dat het om een onderzoeksprobleem gaat dat veel inhoudelijke vragen oproept. Immers, er wordt onderzoek gedaan naar hoe het proces van kennisdeling in lerende netwerken tot stand komt. Meningen en ervaringen van deelnemers van lerende netwerken zijn nodig om het onderzoeksprobleem op te lossen. Daarnaast kunnen bij een kwalitatief onderzoek de respondenten worden gestimuleerd om actief over bepaalde onderwerpen na te denken. In het beantwoorden van de onderzoeksvragen is het belangrijk dieper op de onderwerpen in te gaan en te achterhalen hoe de respondenten zelf betekenis geven aan het onderwerp. Op deze manier kan een zo volledig mogelijk inzicht worden verkregen in hetgeen wordt onderzocht. Het kwalitatieve onderzoek kan worden opgedeeld in twee fasen. De eerste fase betreft de literatuurstudie en de tweede fase betreft het empirisch onderzoek. Pagina 12
14 Literatuurstudie Voorafgaand aan het empirisch onderzoek wordt een literatuurstudie uitgevoerd. De literatuurstudie is in twee delen opgesplitst. Het eerste deel bevat het theoretische kader waarin de belangrijkste begrippen worden verklaard. Deze begrippen zijn kennis, kennisdeling, (interorganisationele) netwerken en er wordt een inleiding gegeven in de condities die succesvolle kennisdeling tot stand kunnen brengen. Het tweede deel omvat een literatuuronderzoek waarin de operationalisatie van de condities die mogelijk kennisdeling tot stand brengen in lerende netwerken uit één worden gezet. In dit deel worden de indicatoren voor de verschillende condities vastgesteld aan de hand van de literatuur. Voor de condities is de theorie van Soekijad en Andriessen (2003) leidend. De literatuur is verzameld met behulp van online database Web of Science en SocINDEX (Internationale bibliografie voor sociologie en randgebieden). Er is gezocht op verschillende zoektermen, zoals knowledge sharing, knowledge transfer, interorganisational learning, interorganisational network en network learning. Aan de hand van de gevonden artikelen is door bestudering van de literatuurlijsten verder gezocht naar relevante artikelen. De uitkomsten van de literatuurstudie worden gebruikt om de theoretische onderzoeksvragen te beantwoorden, de onderwerpen van de vragenlijst aan te dragen en voor toetsing van de onderzoeksgegevens waarbij de theorie wordt gekoppeld aan de praktijk. Empirisch onderzoek Het empirisch onderzoek bestaat uit een vooronderzoek waarin gedeeltelijke gestructureerde interviews zijn afgenomen met een projectleider en een gespreksleider van lerende netwerken. Het vooronderzoek dient als aanvulling op de literatuurstudie. Daarnaast zijn gedeeltelijk gestructureerde interviews afgenomen met 16 deelnemers van lerende netwerken. De respondenten hebben inzicht in de werking van het lerende netwerk, welke invloed de condities hebben op het proces van kennisdeling en de opbrengsten van het lerende netwerk. De deelnemers worden uit vier verschillende lerende netwerken benaderd. De resultaten van de literatuurstudie worden in dit deel van het onderzoek getoetst. Een uitgebreide bespreking van deze onderzoeksmethode komt aan bod in hoofdstuk vier. 1.6 Leeswijzer Dit rapport is als volgt opgezet. In hoofdstuk twee wordt het theoretisch kader geschetst waarin de centrale begrippen van dit onderzoek uiteengezet worden. Daarna volgt in hoofdstuk drie de operationalisatie, hierin worden de resultaten van de literatuurstudie gepresenteerd. In hoofdstuk vier wordt de onderzoeksmethodologie besproken. In hoofdstuk vijf wordt de achtergrond van de onderzochte lerende netwerken beschreven. Vervolgens worden de belangrijkste resultaten weergegeven in hoofdstuk zes, waarna het rapport wordt afgesloten met een conclusie en discussie in hoofdstuk zeven. In hoofdstuk zeven wordt tevens teruggeblikt op dit onderzoek, waarbij verbeterpunten van dit onderzoek aan bod komen en suggesties voor toekomstig onderzoek. Pagina 13
15 2. Theoretisch kader In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader van het onderzoek geschetst. In dit hoofdstuk staan drie begrippen centraal die nader verklaard dienen te worden, te weten kennis, kennisdeling en (interorganisationele) lerende netwerken. In paragraaf 2.1 wordt allereerst ingegaan op wat kennis is en welke vormen kennis kan aannemen. In paragraaf 2.2 wordt beschreven wat er onder kennisdeling wordt verstaan. In paragraaf 2.3 wordt ingegaan op wat (interorganisationele) lerende netwerken zijn en hoe zij tot stand komen. In paragraaf 2.4 wordt leren in organisationele netwerken uiteengezet. In paragraaf 2.5 wordt een begin gemaakt met de condities die succesvolle kennisdeling tot stand brengen. 2.1 Kennis Ondanks de enorme hoeveelheid aan literatuur over kennis, blijkt het niet mogelijk een eenduidige definitie van kennis te vinden in de literatuur (Stam, 2005). Om duidelijk te maken wat met kennis wordt bedoeld, is het beter het proces waarin kennis ontstaat, te beschrijven. In het proces van kennis wordt vaak onderscheid gemaakt tussen gegevens, informatie en kennis (Bertrams, 1999). Gegevens zijn volgens Bertrams (1999) symbolische weergaven van getallen, hoeveelheden, grootheden of feiten. Gegevens kunnen makkelijk worden vergaard, verstuurd en opgeslagen. Gegevens hebben op zichzelf geen betekenis. Voorbeeld van een gegeven is: de temperatuur op 23 maart 2012 was 13 C. Pas wanneer gegevens worden ve rgeleken en worden gebruikt om zicht te krijgen op een bepaalde stand van zaken dan krijgen ze een betekenis. Wanneer er een vergelijking wordt gemaakt tussen maart 2011 en maart 2012, blijkt de gemiddelde temperatuur van maart C lager te liggen. Gegevens zijn informatie gewor den doordat ze betekenis hebben gekregen. Kennis is datgene wat iemand in staat stelt een bepaalde taak te vervullen door het selecteren, interpreteren, combineren en waarderen van informatie (Bertrams, 1999). Het toepassen van kennis leidt tot op informatie gebaseerde uitspraken, voorspellingen of beslissingen. Kennis kan worden toegepast in uiteenlopende situaties en omgevingen. Met andere woorden, kennis is breder, dieper en rijker dan informatie (Beckers, 2006). Om duidelijk te maken welke vormen kennis kan aannemen, wordt vaak onderscheid gemaakt tussen impliciete en expliciete kennis. Deze vormen van kennis zijn van belang voor het onderzoek, daarom wordt hieronder een theoretische toelichting gegeven Impliciete en expliciete kennis Een belangrijke indicator voor de mate waarin kennis gecommuniceerd kan worden, ligt in het onderscheid tussen impliciete en expliciete kennis (Romme, 2002 in Koster, 2009). Het onderscheid tussen deze twee soorten kennis komt voort uit de constatering van Polanyi (1966) dat we meer kunnen weten dan we kunnen zeggen. Polanyi (1966) veronderstelt dat onze kennis uit de componenten impliciete en expliciete kennis bestaat. Er is gekozen om deze twee vormen van kennis toe te lichten, omdat het van belang is bij de creatie en overdracht van kennis (Tuoma, 2000 in Koster, 2009). Expliciete kennis is kennis die in een taal uitgedrukt kan worden. Het is kennis die onder woorden gebracht kan worden en daardoor relatief gemakkelijk kan worden overgedragen (Boersma, 2002). Deze kennisvorm is vaak persoonsonafhankelijk en over te dragen via handleidingen, documenten en Pagina 14
16 computerprogramma s (Nonaka & Tackeuchi, 1995). Een deel van de kennis die organisaties bezitten is expliciet. Impliciete of stilzwijgende ( tacit ) kennis is die kennis die in voorkomende gevallen wel wordt toegepast maar niet altijd expliciet te maken is. Impliciete kennis bestaat uit ervaringen, vaardigheden en attitudes (Boersma, 2002; Weggeman, 1997). Mensen verrichten bepaalde handelingen uit gewoonte, op grond van bepaalde ervaringen. Impliciete kennis is persoonsgebonden en contextgebonden. Het is opgeslagen in individuen en is diep verankerd in de handelingen en ervaringen van individuen. Deze kennisvorm is verbonden aan persoonlijke ervaringen, zelf verworven overtuigingen en normen en waarden. Het persoonlijke aspect heeft te maken met het feit dat we meer weten dan we kunnen zeggen (Koster, 2009). 2.2 Kennisdeling Nu duidelijk is geworden wat kennis is en welke vormen kennis kan aannemen, wordt de stap gemaakt naar kennisdeling. In de wetenschappelijke literatuur over kennisdeling worden meerdere definities van kennisdeling gegeven. Jasimuddin & Zhang (2011:85) geven een korte definitie van kennisdeling: Knowledge transfer is the process by which knowledge of one actor is obtained by another. Een bredere definitie waar ook de verschillende betrokken actoren in worden gedefinieerd is de volgende: Knowledge transfer in and between organizations is the process through which one unit (e.g. individual, group, department, division) is affected by the experience of another. (Argote & Ingram, 2000:151). Een definitie van kennisdeling kan zich ook meer richten op de vrijwillige aspecten van kennisdeling: knowledge sharing is a relational act based on a sender-receiver relationship, which incorporates the voluntary communication of one s knowledge to others as well as the receiving of others knowledge. (van den Hooff & van Weenen, 2004 in Michailova & Minbeava, 2011:60). Uit de genoemde definities valt op te merken dat er twee verschillen bestaan tussen de definities. Het eerste verschil bestaat tussen kennisoverdracht en kennisdeling. Bij kennisoverdracht is er sprake van eenrichtingsverkeer, zoals beschreven in de definitie van Jasimuddin & Zhang (2011). Bij kennisdeling is er juist sprake van tweerichtingsverkeer tussen personen. Bij kennisdeling wordt van elkaar geleerd (Weggeman, 1997). De definitie van Argote & Ingram (2010) sluit hier het beste op aan. Het tweede verschil bestaat uit het al dan niet delen van kennis op vrijwillige basis. De definitie van Van den Hooff & Van Weenen (2004) kenmerkt zich door het vrijwillige karakter van het delen van kennis, terwijl de definitie van Argote & Ingram (2000) dit in mindere mate veronderstelt. Kennisdeling is niet altijd vrijwillig, het kan onderdeel zijn van het takenpakket van een werknemer, zoals deelname aan een lerend netwerk en is dan, tot op zekere hoogte, verplicht. Op basis van dit gegeven is binnen dit onderzoek gekozen voor de bredere definitie van Argote & Ingram (2000) Interne en externe kennisdeling Kennis kan in de organisatie worden gedeeld, er is dan sprake van interne kennisdeling. Kennis kan ook buiten de organisatie worden gedeeld, er is dan sprake van externe kennisdeling (Argote & Ingram, 2000). Uit de literatuur blijkt dat externe kennisdeling ten opzichte van interne kennisdeling moeilijker is (Argote & Ingram, 2000). Er zijn hiervoor verscheidene redenen aan te dragen. Een eerste reden is dat veel kennis is opgeslagen in de vorm van ervaringen. Ervaringen kunnen vaak worden beschouwd als impliciete kennis. Impliciete kennis is een moeilijke overdraagbare vorm van kennis om mee naar buiten te treden (Easterby et al., 2008). Een tweede reden is dat externe kennisdeling het risico met zich meebrengt dat organisatiegeheimen worden vrij gegeven aan concurrenten. Het gevolg hiervan kan zijn dat deze kennis (nieuwe) concurrenten sterker maakt (Gupta & Govindarajan, 2000). Pagina 15
17 Een uitzondering hierop is dat externe kennisdeling enigszins kan worden bevorderd door lerende netwerken. Het lerende netwerk kan het delen van impliciete kennis aanmoedigen omdat er mensen uit hetzelfde vakgebied zitten met gedeelde interesses. Daarnaast veronderstelt Easterby et al. (2008) dat externe kennisdeling ook juist sterk bijdraagt aan de prestaties van de eigen organisatie en innovatie met zich meebrengt waardoor organisaties verbeteringen kunnen aanbrengen. Nu kennisdeling is gedefinieerd en de redenen voor interne en externe kennisdeling uit één zijn gezet, volgt in de volgende paragraaf de theorie over kennisdeling via (interorganisationele) lerende netwerken. 2.3 Interorganisationeel netwerk In de literatuur worden verschillende termen gebruikt om netwerken van organisaties aan te duiden, te weten netwerkorganisaties (Miles & Snow, 1986), netwerkvormen van organisatie (Powell, 1998), allianties (Gerlach & Lincoln, 1992), business groepen (Granovetter, 1994), organisatienetwerken (Uzzi, 1997), interorganisationele netwerkverbanden (Alter & Hage, 1993) en beleidsnetwerken (Rhodes & Marsh, 2006). In dit onderzoek wordt het begrip (interorganisationeel) lerend netwerk gebruikt om de samenwerkingsvorm tussen gelijksoortige organisaties aan te duiden. Door toepassing van dit begrip is duidelijk dat de nadruk ligt op een vorm van interorganisationele samenwerking, waarbij geen duidelijke hiërarchie te herkennen is. Een interorganisationeel netwerk bestaat uit leden van drie of meer samenwerkende organisaties, die elkaar periodiek ontmoeten om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen op een gemeenschappelijk beleidsterrein, en wiens gedrag gereguleerd wordt door individuele of gedeelde verwachtingen (Schopler, 1987). Steeds meer organisaties komen bij elkaar in interorganisationele netwerken om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen (Visser, 2000; Beckers, 2006). Dit soort netwerken hebben tot doel het stimuleren van het expliciteren en naar buiten brengen van impliciete en expliciete kennis, met de mogelijkheid van nieuwe combinaties van kennis (Visser, 2000). In dit soort netwerken kunnen oude en nieuwe inzichten worden gecombineerd, impliciete en expliciete kennis wordt gebundeld en er wordt proactief gewerkt. Het leren van en met elkaar is daarbij de verbinding die deze netwerken voor kennisdeling zo aantrekkelijk maken (Visser, 2000). Het interorganisationeel netwerk is het uitgangspunt voor collectief leren. Voor dit soort netwerken gelden principes van wederzijdse afhankelijkheden en onderlinge afspraken (Nieuwenhuis et al. 2008; Ketens-Netwerken, 2012). Er kunnen verschillende vormen van netwerken van organisaties worden onderscheiden. Er zijn zeer losse netwerken waarin weinig regels bestaan en er zijn netwerken waarin tot in detail in contracten is vastgelegd wat wel en niet is toegestaan, zoals de joint ventures (Todeva & Knoke, 2005). Er kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen netwerken in de private sector en publieke sector. De netwerken in de private sector kenmerken zich door competitie tussen de individuele organisaties. Netwerken in de publieke sector kenmerken zich door hun openheid. Doel van deze netwerken is vaak om de kwaliteit van de aangeboden dienst in het algemeen beter te maken (Hartley & Benington, 2006). Een ander onderscheid tussen netwerken in de private en de publieke sector is de wijze waarop een netwerk tot stand komt. In de private sector worden netwerken vaak zelfstandig opgericht. In de publieke sector is het één partij, die bereid is om een netwerk op te zetten. Hierdoor is er vaak één organisatie, los van de deelnemende organisaties die het netwerk vormen, als organisator en facilitator aangewezen voor het voortbestaan van het netwerk (Hartley & Benington, 2006). Pagina 16
18 Nu duidelijk is geworden wat interorganisationele netwerken zijn, wordt in de volgende paragraaf het leerproces in deze netwerken uit één gezet. 2.4 Leren in interorganisationele netwerken De afgelopen jaren zijn organisaties steeds meer lerende organisaties geworden (Bolhuis & Simons, 2001). Dit houdt in dat een organisatie in staat is zich permanent te verbeteren, te vernieuwen en te ontwikkelen. Het kenmerk van een lerende organisatie is dat deze zich voortdurend aanpast aan een veranderende omgeving (Bolhuis & Simons, 2001). Leren kan worden opgevat als een proces van toenemende kennis en informatie waardoor activiteiten veranderen of verbeterd kunnen worden. Werknemers in de organisatie proberen door het gebruik van kennis, ervaring en inzichten te leren. Het leren binnen de organisatie wordt door Dodgson (1993) organisationeel leren genoemd, wat de wijze omvat waarop werknemers in de organisatie kennis en routines rond hun activiteiten en binnen hun culturen bouwen, aanvullen en organiseren en hun organisatorische efficiency aanpassen en ontwikkelen. In een lerende organisatie zijn twee vormen van het leerproces te onderscheiden. Argyris en Schön (1978) maken een onderscheid tussen single-loop leren en double-loop leren. Single-loop leren houdt in dat kennis en informatie wordt gebruikt voor oplossingen en correctie in het huidige beleid met als doel om het beleid effectiever te maken en de gestelde doelen te behalen. Double-loop leren gaat over de vraag op basis waarvan de doelen, waarden en strategieën bepaald zijn en of deze door de nieuw verkregen kennis en informatie veranderd zouden moeten worden (Argyris & Schön, 1978). Double loop learning is the learning about single-loop learning (Argyris & Schön, 1978:104). Dodgson (1993) stelt dat de mate van leren in een lerende organisatie afhangt van waar in de organisatie het organisatorisch leren wordt toegepast. Het leren in de organisatie kan in verschillende functies van de organisatie voorkomen, zoals onderzoek, ontwikkeling, marketing en verkoop. Netwerken nemen een steeds belangrijke rol in bij dit leerproces van organisaties (Beckers, 2006). Het interorganisationeel netwerk dient als middel om het leren tussen organisaties mogelijk te maken (Oerlemans & Kenis, 2007). De organisaties leren van elkaar en met elkaar door uitwisseling en gezamenlijk ondernemen, brainstormen en evalueren. De ontwikkeling van het interorganisationeel netwerk kan worden gezocht in de extra dimensie van het leren, namelijk door naast de basis van het leren van elkaar ook te leren met elkaar, oftewel kennis delen en kennis ontwikkelen. Nu het leren in interorganisationele netwerken verduidelijkt is, wordt de stap gemaakt naar de condities die succesvolle kennisdeling in netwerken bewerkstelligen. 2.5 Condities voor succesvolle kennisdeling Om te komen tot effectieve kennisdeling in een lerend netwerk is het van belang om inzicht te verwerven in de condities die het delen van kennis tussen organisaties bevorderen en daarmee bijdragen aan het succes van een lerend netwerk. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de theorie van Soekijad & Andriessen (2003). Soekijad & Andriessen (2003) noemen in hun artikel conditions for knowledge sharing in competitive alliances een aantal voorwaarden waarvan verondersteld wordt dat ze het proces van kennisdeling en de daadwerkelijk uitgewisselde hoeveelheid kennis kunnen beïnvloeden. De auteurs stellen dat het aan- of afwezig zijn van een voorwaarde en de mate waarin deze aanwezig is, een positieve of negatieve invloed kan hebben op het proces van kennisdeling in netwerken. De condities die kennisdeling beïnvloeden kunnen worden verdeeld in vier clusters op twee niveaus (Soekijad & Andriessen, 2003). Pagina 17
19 Het inter-organisationele niveau (tussen organisaties) bestaat uit twee clusters. De eerste cluster betreft de organisationele karakteristieken. Dit zijn eigenschappen die, wanneer een organisatie die bezit, een positieve invloed op het proces van kennisdeling hebben. De tweede cluster bestaat uit kenmerken van de relaties tussen organisaties. Voorbeelden hiervan zijn de sterkte van de relatie, wederzijds vertrouwen en behoefte aan samenwerking. Soekijad en Andriessen (2003) merken op dat de huidige literatuur zich voornamelijk focust op de twee bovenstaande clusters, organisationele karakteristieken en kenmerken van de relaties tussen organisaties. Echter, daadwerkelijke kennisdeling vindt voornamelijk plaats tussen individuen, dus tussen de medewerkers. Daarom stellen de auteurs voor om de analyse omtrent kennisdeling ook te richten op het inter-persoonlijke niveau. Het tweede niveau inter-personele (tussen personen) gaat over kennisdeling tussen medewerkers van verschillende organisaties binnen een netwerk. De derde cluster heeft betrekking op de karakteristieken van de individuen. Dit zijn karakteristieken die, wanneer de individuen die bezitten, een positief effect op de kennisdeling zouden hebben. De vierde cluster betreft de relaties tussen de individuen die met elkaar kennis delen en de kwaliteit van de groep die het netwerk vormt. Voorbeelden hiervan zijn groepssamenstelling, interactie en betrokkenheid. In onderstaande tabel worden de condities schematisch weergegeven. Tabel 2.1 Overzicht van de condities voor kennisdeling (Soekijad & Andriessen, 2003) Niveau Cluster van condities Voorbeelden van voorwaarden Interorganisationeel Organisatie Organisationele karakteristieken Steun vanuit organisatie, absorptievermogen en toegankelijkheid. Alliance Relaties tussen organisaties Sterkte van relatie, wederzijds vertrouwen en behoefte aan samenwerking. Inter-personele Individueel Individuele karakteristieken Communicatie, taal en vaardigheden van persoon. Groep Relaties tussen individuen Inter-personele vertrouwen, groep cohesie en groepssamenstelling. Voor dit onderzoek wordt het hierboven beschreven model van Soekijad & Andriessen (2003) als uitgangspunt gebruikt voor het identificeren van voorwaarden voor het delen van kennis in lerende netwerken. Dit model biedt houvast waardoor voorwaarden kunnen worden onderscheiden en de resultaten beter kunnen worden geordend. 2.6 Theoretische onderzoeksvragen Naar aanleiding van dit model zijn er theoretische onderzoeksvragen opgesteld. Deze onderzoeksvragen vloeien voort uit de centrale onderzoeksvraag en worden gekoppeld aan de theorie. De theoretische onderzoeksvragen leiden tot de operationalisatie van de centrale onderzoeksvraag. Voor het opstellen van deze vragen wordt het overzicht van condities voor kennisdeling van Soekijad & Andriessen (2003) gebruikt. Hieronder wordt nogmaals de centrale onderzoeksvraag weergegeven, waarna de theoretische onderzoeksvragen volgen. Pagina 18
20 Onder welke condities komt kennisdeling tot stand in interorganisationele lerende netwerken? Theoretische onderzoeksvragen 1. Welke karakteristieken van organisaties die deelnemen aan lerende netwerken dragen bij aan de totstandkoming van kennisdeling in lerende netwerken? 2. Welke kenmerken van relaties tussen organisaties spelen een rol bij de totstandkoming van kennisdeling in lerende netwerken? 3. Welke individuele karakteristieken van de deelnemers aan lerende netwerken dragen bij aan de totstandkoming van kennisdeling in lerende netwerken? 4. Welke kenmerken van relaties tussen individuen die deelnemen aan een lerend netwerk (kenmerken van de groep) spelen een rol bij de totstandkoming van kennisdeling in lerende netwerken? Alvorens te kunnen deelnemen aan een lerend netwerk dient allereerst een lerend netwerk te worden opgericht. Uit de interviews met de projectleider en gespreksleider komt naar voren dat naast de bovenstaande clusters ook nog een ander cluster met condities van belang is. Dit cluster richt zich op de praktische organisatie en werkwijze van een lerend netwerk. Op basis van deze cluster is nog één theoretische onderzoeksvraag opgesteld. 5. Welke condities gericht op de praktische organisatie en werkwijze van een lerend netwerk zijn van belang voor het tot stand komen van kennisdeling in lerende netwerken? In het volgende hoofdstuk wordt literatuur omtrent de indeling van Soekijad & Andriessen uitvoerig besproken. De resultaten van dit literatuuronderzoek geven antwoord op de bovenstaande theoretische onderzoeksvragen. Tevens vormen de theoretische onderzoeksvragen de basis voor de empirische onderzoeksvragen, die in hoofdstuk vier aan bod komen. Aan de hand van de empirische onderzoeksvragen wordt bepaald of in de praktijk de condities die voortvloeien uit de theoretische onderzoeksvragen inderdaad van invloed blijken te zijn op het proces van kennisdeling in een lerend netwerk. Pagina 19
Kennisdeling in lerende netwerken
Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen
Nadere informatieLoopbanen van verpleegkundigen Waarom de ene verpleegkundige wel een loopbaanstap maakt en de ander niet
Loopbanen van verpleegkundigen Waarom de ene verpleegkundige wel een loopbaanstap maakt en de ander niet Managementsamenvatting Aanleiding en onderwerp Dit onderzoek is gedaan naar aanleiding van een verwacht
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management
Nadere informatieDe Metropoolregio Eindhoven: Een lerend netwerk Een onderzoek naar hoe de Metropoolregio Eindhoven een lerend netwerk kan zijn.
De Metropoolregio Eindhoven: Een lerend netwerk Een onderzoek naar hoe de Metropoolregio Eindhoven een lerend netwerk kan zijn. Master thesis Bestuurskunde Eindversie Auteur: Jordy van Helmont Studentnummer:
Nadere informatieOnderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs.
Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Afstudeerproject - Master Pedagogiek School of Health, Hogeschool Inholland C.C.A (Claudine)
Nadere informatie19. Reflectie op de zeven leerfuncties
19. Reflectie op de zeven leerfuncties Wat is het? Wil een organisatie kennisproductief zijn, dan heeft zij een leerplan nodig: een corporate curriculum dat de organisatie helpt kennis te genereren, te
Nadere informatieZuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn
Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost-Drenthe Dominika P. Duplicka, BBA Haren, maart 2013 Masterscriptie Sociologie, richting Beleid & Consultancy Faculteit Gedrags-
Nadere informatieOpleidingsprogramma DoenDenken
15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor
Nadere informatieSpaanse verpleegkundigen in Nederland.
Spaanse verpleegkundigen in Nederland. Een casestudy naar de integratie van twaalf verpleegkundigen bij zorginstelling Archipel Zorggroep. Onderzoeksrapportage Naam: Arjen Klinkert Datum: 28-6-2013 Studentnummer:
Nadere informatieGeef aan in hoeverre u het eens bent met onderstaande stellingen (1 = volstrekt mee oneens, 5 = helemaal mee eens)
Knowledge Performance Scan De Knowledge Performance Scan geeft relatief snel en goedkoop inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de manier waarop met kennis wordt omgegaan in een organisatie(onderdeel).
Nadere informatieZuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Drenthe
Zuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Managementsamenvatting Arbeidsmarktinformatie is belangrijk voor de zorg-
Nadere informatieEen brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting
Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.
Nadere informatieMethoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97
Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk
Nadere informatieBijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten
Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieMEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015
MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.
Nadere informatieStappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:
Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0
Nadere informatieOnzichtbare voice-over in beeld
Onzichtbare voice-over in beeld Een explorerend onderzoek naar de vormgeving van de documentaire in afstemming op het publiek met betrekking tot de onzichtbare voice-over in tekst en beeld Masterscriptie
Nadere informatieOude Wijn in nieuwe zakken? Inleiding Kennismanagement bij Het Overleg
Oude Wijn in nieuwe zakken? Inleiding Kennismanagement bij Het Overleg Drs. Bart van der Meij Groningen, 30 mei 2002 Kennis, wat is dat? Kennis: Het vermogen dat iemand in staat stelt een bepaalde taak
Nadere informatieOpleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3
Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de
Nadere informatieERVAREN WERKDRUK IN HET MBO
ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;
Nadere informatieSamenwerkende ZZP ers in de zorg- en welzijnssector: Hoe en waarom?
Samenwerkende ZZP ers in de zorg- en welzijnssector: Hoe en waarom? Welke juridische samenwerkingsvormen zijn geschikt voor ZZP ers in de zorg die willen gaan samenwerken met andere ZZP ers en wat zijn
Nadere informatieINLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10
1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking
Nadere informatieOnderzoeksopzet Communicatie
Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden
Nadere informatieStudiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging
Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatielogoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen
logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van
Nadere informatiedoordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de
SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,
Nadere informatieBijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel
Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieSummary 215. Samenvatting
Summary 215 216 217 Productontwikkeling wordt in steeds vaker georganiseerd in de vorm van consortia. Het organiseren van productontwikkeling in consortia is iets wat uitdagingen met zich meebrengt omdat
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieRapportage Deelnemerservaringsonderzoek
Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4.
Samenvatting In 2012 zijn door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport buurtsportcoaches (BSC es) geïntroduceerd. Deze BSC es hebben als doel mensen te stimuleren meer te gaan bewegen. Deze
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieArnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016
Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)
Nadere informatieKwaliteitsmanagement theoretisch kader
1 Kwaliteitsmanagement theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1 1. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement richt zich op de kwaliteit organisaties. Eerst wordt het begrip
Nadere informatieBeoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.
Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding
Nadere informatieSamenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?
Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient
Nadere informatieSamenvatting. Auteur: Anno Droste Co-auteurs: Karien Dekker, Jessica Tissink
ÉÉN KIND, ÉÉN GEZIN, TWEE STELSELWIJZIGINGEN Een onderzoek naar de succesfactoren van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten ten aanzien van de verbinding tussen passend onderwijs en jeugdzorg. Auteur:
Nadere informatie1. De methodiek Management Drives
1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een
Nadere informatieTraining met persolog profielen
Training met persolog profielen Verkrijg de beste resultaten op het werk en in uw dagelijks leven Ontdek een praktische manier om uw persoonlijkheid te ontwikkelen: U leert verschillende gedragstendensen
Nadere informatieDe toekomst van handelsmissies
De toekomst van handelsmissies 1 Deze rapportage is een uitgave van het lectoraat International Business. Lectoraat International Business School of Business, Media en Recht Windesheim Campus 2-6 Postbus
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 1 vormt de algemene inleiding van het proefschrift. In dit hoofdstuk beschrijven wij de achtergronden, het doel, de relevantie en de context van het onderzoek, en de
Nadere informatiePalliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2
Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch
Nadere informatieRapportage Deelnemerservaringsonderzoek
Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek
Nadere informatieOnderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland
Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland Kenniscentrum Bèta Techniek Floor Binkhorst Februari 2013 Inhoudsopgave
Nadere informatieHoe delen zorgorganisaties kennis?
Hoe delen zorgorganisaties kennis? Door de techniek en door het snel veranderende zorglandschap zijn er steeds meer mogelijkheden om kennis te halen en te delen. De mobiele telefoon maakt het vinden van
Nadere informatieHET NIEUWE WERKEN IN RELATIE TOT PERSOONLIJKE DRIJFVEREN VAN MEDEWERKERS. Onderzoek door TNO in samenwerking met Profile Dynamics
HET NIEUWE WERKEN IN RELATIE TOT PERSOONLIJKE DRIJFVEREN VAN MEDEWERKERS Onderzoek door TNO in samenwerking met Profile Dynamics 1 Inleiding Veel organisaties hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in
Nadere informatieStudiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:
Nadere informatieHoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die
Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal
Nadere informatieCommunicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011
Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 1615793 Scriptiebegeleider: dr. H. Mazeland Tweede lezer: prof. dr. C.M. de Glopper Voorwoord Soms
Nadere informatieSamenvatting afstudeeronderzoek
Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING
Nadere informatieTest naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige
Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Klantgerichtheid Selecteren van een klant Wanneer u hoog scoort op 'selecteren
Nadere informatieInnovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.
Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe
Nadere informatieDoelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel
Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld
Nadere informatieDe student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.
Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen
Nadere informatieLeiderschap met ambitie. Leergang voor leidinggevenden. Jaarbeeld 2012 ImaGO
Leiderschap met ambitie Leergang voor leidinggevenden Jaarbeeld 2012 ImaGO 13-11-12 13:58 Feiten en cijfers Aantal aangesloten organisaties Nieuw aangesloten organisaties in 2012 Aantal teruggetrokken
Nadere informatieIntervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?
Intervisie Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in,
Nadere informatieDe curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:
Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden
Nadere informatieRapportage Cliënttevredenheidsonderzoek
Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga Maart 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek
Nadere informatieSenior leiderschap en jong talent
ONDERZOEK Senior leiderschap en jong talent Onderzoek naar een generatiekloof tussen leidinggevenden en jonge professionals. 2010 Upstream Consulting Drs. Dennis Boutkan Drs. Trudie Westen MSc. Jennifer
Nadere informatiesmartops people analytics
smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel
Nadere informatieTerugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016
Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober
Nadere informatieUniversity of Groningen. Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes
University of Groningen Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check
Nadere informatieBrief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 17 mei 2017 Ons kenmerk BB/U201700352 Lbr. 17/028 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 3 Onderwerp Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Samenvatting
Nadere informatie2. In functie van implementatie van onderzoekscompetenties in de lerarenopleiding
Gebruikswijzer P- Reviews: Hoe kunnen de Reviews op een nuttige manier geïntegreerd worden in de lerarenopleiding? In deze gebruikswijzer bekijken we eerst een aantal mogelijkheden tot implementatie van
Nadere informatieThematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties
Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/68261 Author: Eijk, R.J. van Title: Web privacy measurement in real-time bidding systems.
Nadere informatieChapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van
Nadere informatieThe role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp
Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend
Nadere informatieAutobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief
Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,
Nadere informatieOnderzoeksopdracht Crossmedialab. Festival Monitor App. Probleemomgeving
Onderzoeksopdracht Crossmedialab Festival Monitor App Probleemomgeving Het Lectoraat Crossmedia Business (beter bekend als het Crossmedialab) heeft in de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar festivals.
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als
Nadere informatieBeveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP Versie 1.0 Wouter van Kuipers 7 7 2008 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 Inleiding... 2 3 Probleemgebied... 3 3.1 Doelstelling...
Nadere informatiePresenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!
Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieRapportage Deelnemerservaringsonderzoek
Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek
Nadere informatieCase Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan
Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid
Nadere informatiePraktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector
marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking
Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies
Nadere informatieHet ontwerpen en testen van een methode om een diagnose te maken van kennisproductiviteit en een plan te maken voor verbetering
Kennisproductiviteit Het ontwerpen en testen van een methode om een diagnose te maken van kennisproductiviteit en een plan te maken voor verbetering Verslag van een promotieonderzoek 2004-2007 Christiaan
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag
Nadere informatieIntroductie Methoden Bevindingen
2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg
Nadere informatie13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en
Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het
Nadere informatieOnderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen
Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Inhoud 1. Inleiding 2 De Wmo-werkplaats 2 Schets van de context 2 Ontwikkelde producten 3 2. Doel onderzoek
Nadere informatieManagement Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator
Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht
Nadere informatieArchitecture Governance
Architecture Governance Plan van aanpak Auteur: Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 14 november 2003 Versie: 1.0 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. PROBLEEMSTELLING EN DOELSTELLING...
Nadere informatie2a. Individueel jaargesprek Format medewerker
2a. Individueel jaargesprek Format medewerker 1 Introductie Vraagt u zich ook wel eens af doe ik in mijn werk de dingen waar ik goed in ben en waar ik plezier in heb, heb ik een goede werk/privé balans
Nadere informatieIN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM
IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder
Nadere informatieHoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Het wordt algemeen erkend dat de werkzaamheid van geneesmiddelen bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen. Om te komen tot passende farmacotherapeutische
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieMODULE Evidence Based Midwifery
VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010
Nadere informatieSporthuis/GoSport Roy Schungel 1570046
Sporthuis/GoSport 1570046 Document Informatie Versie Datum Status Aanpassingen Getroffen pagina s 1.0 20-06-2013 Definitief Colofon Soort document: Versie: 1.0 Afstudeerscriptie Opdrachtgever: Opdrachtgever:
Nadere informatieKenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie
Kenniskring leiderschap in onderwijs Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Onderzoek doen Wie aanwezig? Wat wilt u weten? Beeld / gedachte / ervaring Praktijkonderzoek in de school = Onderzoek dat wordt
Nadere informatieWaarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen
Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:
Nadere informatieSamenvatting. Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs
Samenvatting Leraren die het verschil maken: een onderzoek naar leraren als change agents in het primair onderwijs Monique H. R. M. A. van der Heijden Verdediging 13 juni 2017 Dit proefschrift bevat vier
Nadere informatie