Introductie zorgproductenviewer DBC- Onderhoud

Transcriptie

1 Introductie zorgproductenviewer DBC- Onderhoud 30 januari 2014

2 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Wat is de zorgproductenviewer (ZPV) Doelgroep ZPV Inhoud ZPV en functie productstructuur Benodigde software Rapportageviewer Interactieve viewer Bereikbaarheid vanuit verschillende browsers Inhoud ZPV De productstructuur Hoe werkt de productstructuur De beslisboom Inhoud van knooppunten in de beslisboom Volledige afleiding in de beslisboom tot een DBC-zorgproduct Uitvalproducten Paarse knooppunten Werken in de ZPV Starten Stap 1: uitlevering/productstructuur kiezen Stap 2: viewer kiezen Navigeren binnen uitleveringen en viewers Werken in de ZPV Interactieve viewer Ingangen interactieve viewer Boomweergave interactieve viewer Detailinformatie bij de boomweergave Werken in de ZPV Rapportageviewer Ingangen rapportageviewer Informatie zorgproductgroepen Informatie DBC-zorgproducten Werkbalk: bladeren, zoeken en exporteren Aan de slag! DBC-Onderhoud 2 21

3 Voorwoord In dit document wordt de werking van de zorgproductenviewer van DBC-Onderhoud toegelicht. Eerst wordt een korte introductie op de productstructuur van de DBC-systematiek gegeven zoals die door de viewer wordt weergegeven. Hierna wordt beschreven welke software geïnstalleerd moet zijn om de viewer te gebruiken. Tot slot wordt uitleg gegeven over de verschillende ingangen die u kunt kiezen en de informatie die bij de verschillende onderdelen getoond wordt. Mocht u na het lezen van dit document vragen of opmerkingen over de zorgproductenviewer hebben, dan kunt u contact opnemen met de helpdesk van DBC-Onderhoud: helpdeskzz@dbconderhoud.nl of In dit document worden begrippen uit de DBC-systematiek gebruikt die niet altijd direct worden toegelicht. Voor de uitleg van een begrip kunt u terecht bij onze online begrippenlijst voor de ziekenhuiszorg. DBC-Onderhoud 3 21

4 1 Inleiding 1.1 Wat is de zorgproductenviewer (ZPV) De zorgproductenviewer (verder: ZPV) is een webapplicatie waarmee een belangrijk onderdeel van de DBC-systematiek ziekenhuiszorg kan worden geraadpleegd, namelijk: de declarabele DBCzorgproducten. De ZPV is feitelijk de productcatalogus van de DBC-systematiek. Het toont welke combinaties van zorg tot declarabele producten leiden en biedt daarnaast diverse gegevens over het DBC-zorgproduct zelf, zoals het tarief, het segment, of er sprake is van aanspraakbeperkingen, enzovoorts. 1.2 Doelgroep ZPV De ZPV is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de DBC-systematiek voor de ziekenhuiszorg en voor iedereen die hier (dagelijks) mee werkt. De ZPV biedt interessante informatie en mogelijkheden voor zorginstellingen, zorgverzekeraars, koepelorganisaties en consultancybedrijven. 1.3 Inhoud ZPV en functie productstructuur De zorgproductenviewer toont de productstructuur van de DBC-systematiek voor de ziekenhuiszorg zoals die vanaf 2012 vormgegeven is. Deze productstructuur is onderdeel van de DBC-systematiek en is verwerkt in de grouper. De grouper wordt gebruikt om zorgproducten af te leiden. Dit proces ziet er als volgt uit (zie figuur 1): 1. Zorgaanbieders registreren gegevens (diagnose, verwijsgegevens, zorgactiviteiten, patiëntgegevens) binnen een voor de patiënt geopend zorgtraject. 2. Op vastgestelde momenten wordt er binnen het zorgtraject een afgebakende periode afgesloten. Op dat moment worden gegevens als declaratieset verzonden van de zorgaanbieders naar de grouper. 3. De grouper leidt uit deze gegevens prestaties af die gedeclareerd kunnen worden. Dit doet de grouper op basis van de productstructuur. De afgeleide declaratiecodes worden door de grouper teruggestuurd naar de betreffende zorgaanbieder. 4. De zorgaanbieder hangt vervolgens een prijs aan de afgeleide prestaties. 5. Dan stuurt de zorgaanbieder de declaratie naar de zorgverzekeraar. De gedeclareerde dataset wordt door de zorgaanbieder naar het DBC-Informatiesysteem (DIS) gestuurd. DBC-Onderhoud 4 21

5 Figuur 1: Het proces van het afleiden van zorgproducten De ZPV toont wat er tijdens de afleiding door de grouper gebeurt, maar alleen van trajecten met zorgtype 11 (initiële behandeling), 13 (ICC) en 21 (vervolgbehandeling). De interactieve ZPV toont geen informatie over OVP-trajecten (zorgtype 41), add-ons of IC-trajecten (zorgtype 51 en 52). Welke overige producten er allemaal zijn is op te vragen in de rapportage-viewer, zie hoofdstuk Benodigde software De ZPV bestaat uit twee onderdelen: een rapportageviewer en een interactieve viewer. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 wordt hier dieper op ingegaan Rapportageviewer Voor de rapportageviewer is geen bijzondere software nodig op uw computer Interactieve viewer Voor het gebruik van de interactieve viewer is wel software nodig, namelijk Microsoft Silverlight. Microsoft Silverlight is een gratis browserplugin die aangeboden wordt door Microsoft. De minimaal benodigde versie van Silverlight is: Om deze software gratis te downloaden kunt u hier terecht. Mogelijk moet u contact opnemen met de applicatiebeheerder binnen uw instelling om het programma te mogen installeren Bereikbaarheid vanuit verschillende browsers Bij het gebruik van Microsoft Silverlight werkt de applicatie optimaal in Internet Explorer. De ervaring leert dat de ZPV ook in Chrome en Firefox goed functioneert. DBC-Onderhoud 5 21

6 2 Inhoud ZPV De productstructuur 2.1 Hoe werkt de productstructuur De beslisboom De productstructuur van de DBC-systematiek is sinds 2012 onderdeel van de grouper. In deze productstructuur worden uit een declaratiedataset (DDS) producten afgeleid die gedeclareerd kunnen worden. Deze declaratiedataset bevat alle zorg die aan een patiënt geleverd en geregistreerd is. Het gaat hier om alle zorg met betrekking tot één zorgvraag in een afgebakende periode (dit wordt ook wel een subtraject genoemd). De productstructuur omvat een set aan zorgproductgroepen en een topboom die opgebouwd is als binaire beslisboom (ieder knooppunt bestaat uit twee mogelijke keuzes). Een declaratiedataset doorloopt deze beslisbomen om uiteindelijk tot een zorgproduct af te leiden. Hierbij gaat de declaratiedataset eerst door de topboom. In de topboom wordt bepaald in welke zorgproductgroep de declaratiedataset terecht komt voor verdere afleiding. In dit hoofdstuk wordt de werking van deze beslisbomen kort besproken om uit te leggen wat u in de ZPV allemaal kunt zien. In de ZPV zelf vindt u informatie over deze afleiding, de inhoud van de beslisregels en over de zorgproducten. Voorbeeld basisbeslisboom In de ZPV kunnen zowel de topboom als alle zorgproductgroepen worden weergegeven. Figuur 2 laat een voorbeeld zien van een basisbeslisboom. Dit voorbeeld betreft de zorgproductgroep in de release RZ14a. Rechtsboven in de boom komen de intensieve operatieve producten terecht, links in het midden de conservatieve klinische producten en links onder in de boom de ambulante producten (poliklinische en dagbehandeling). Om te bepalen in welk zorgproduct een dataset terecht komt, wordt de boom vanaf het bovenste knooppunt doorlopen. Per knooppunt wordt één of meerdere voorwaarde(n) gesteld. Dit houdt feitelijk in dat er een vraag wordt gesteld aan de hand waarvan bekeken wordt of de aangeleverde dataset aan die voorwaarde(n) voldoet. De vraag wordt dan met ja of nee beantwoord. Dit noemen we de uitvraag in het knooppunt. DBC-Onderhoud 6 21

7 Figuur 2 - Basisbeslisboom van een zorgproductgroep Inhoud van knooppunten in de beslisboom In de knooppunten kan de aangeleverde dataset op verschillende manieren getest worden. In principe kan elk informatieveld dat aangeleverd wordt gecontroleerd worden op de waarde die in dat veld is ingevuld. De voorwaarde die uitgevraagd wordt, staat in het zogeheten attribuut. Eén knooppunt kan meerdere attributen bevatten. Per attribuut wordt een vraag gesteld. Hieronder volgt een aantal voorbeelden waarop kan worden uitgevraagd. Mogelijke attributen in de knooppunten Is er een bepaald kenmerk aanwezig in de declaratiedataset? Om te bepalen of er een bepaald kenmerk aanwezig is in de declaratiedataset, wordt dit specifieke kenmerk uitgevraagd. Bijvoorbeeld: is zorgactiviteit (cataractoperatie extracapsulair, met inbrengen van kunststoflens, m.b.v. niet standaard materialen of technieken, of uitgevoerd in de amblyogene leeftijd) aanwezig? DBC-Onderhoud 7 21

8 Figuur 3: De uitvraag of een bepaald kenmerk aanwezig is in de declaratiedataset (voorbeeld). Ja leidt naar rechts af, nee naar links Is er een bepaald aantal zorgactiviteiten aanwezig? Om te bepalen of er een bepaald aantal zorgactiviteiten aanwezig is in de declaratiedataset, wordt dit concreet uitgevraagd. Bijvoorbeeld: bevat het profiel van het betreffende zorgtraject drie of meer geregistreerde polikliniekbezoeken? Figuur 4: De uitvraag of er een bepaald aantal zorgactiviteiten aanwezig is in de declaratiedataset (voorbeeld). Ja leidt naar rechts af, nee naar links Of bijvoorbeeld: bevat het profiel van het zorgtraject tussen de zes en 28 zorgactiviteiten in zorgprofielklasse 3? Figuur 5: De uitvraag of er een bepaald aantal zorgactiviteiten van een specifieke zorgprofielklasse aanwezig is in de declaratiedataset (voorbeeld). Ja leidt naar rechts af, nee naar links Is er een bepaald kenmerk uit een groep van kenmerken aanwezig? Om te bepalen of er een bepaald kenmerk (uit een groep van kenmerken) aanwezig is in de declaratiedataset, wordt dit specifieke kenmerk uitgevraagd. Bijvoorbeeld: bevat het profiel van het zorgtraject één van de volgende zorgactiviteiten? Coagulatie van eenvoudige benigne aandoeningen Caustische behandeling van het neusslijmvlies Behandeling van een neusbloeding met tamponade van voren Behandeling van een neusbloeding door middel van een Figuur 6: De uitvraag of er een bepaald kenmerk (uit een groep van kenmerken) aanwezig is in de declaratiedataset (voorbeeld). Ja leidt naar rechts af, nee naar links DBC-Onderhoud 8 21

9 Is er een combinatie van kenmerken aanwezig? Om te bepalen of er een combinatie van kenmerken aanwezig is in de declaratiedataset, wordt deze combinatie uitgevraagd. Bijvoorbeeld: bevat het profiel van het zorgtraject één van de volgende zorgactiviteiten? Vervanging van de femurkop Vervanging van de femurkop en het acetabulum. EN Bevat het profiel van het zorgtraject één van de volgende zorgactiviteiten? Totale heup Kop-hals prothese, kort Kop-hals prothese, lang. Figuur 7: De uitvraag of er een bepaalde combinatie van kenmerken aanwezig is in de declaratiedataset (in dit geval operatie EN prothese). Ja leidt naar rechts af, nee naar links Gebruikte kenmerken in de attributen In deze voorbeelden zijn steeds zorgactiviteiten als kenmerk genomen. Naast zorgactiviteiten kan echter op allerlei kenmerken uit de declaratiedataset worden uitgevraagd, zoals: Zorgtype (traject met zorgtype = 11/13/21?) Diagnose (traject met diagnosecode =?) Zorgvraag (traject met zorgvraag =?) Zorgprofielklasse van zorgactiviteiten (traject bevat een zorgactiviteit met zorgprofielklasse xx?) Specialismecode (traject met specialismecode =?) Geslacht (man of vrouw?) Leeftijd (patiënt met leeftijd tussen 0 en 18?) Zorginstellingscode op basis van AGB-code (bv. epilepsiecentra). Weegfactor tijdseenheid Binnen een aantal zorgproductgroepen (Revalidatie, Audiologie en Geriatrische revalidatie) wordt het attribuut weegfactor gebruikt. Zorgactiviteiten binnen de deze zorgproductgroepen kennen namelijk een tijdseenheid. Dit wordt weergegeven als: som van aantal * weegfactor van zorgactiviteiten tussen getal xxxx en getal yyyy. Bij revalidatiegeneeskunde staat elke zorgactiviteit Fysiotherapie bijvoorbeeld voor 5 minuten behandeltijd. Het attribuut weegfactor stelt dan de vraag of het aantal van deze zorgactiviteiten vermenigvuldigd met de weegfactor vijf minuten in een bepaald bereik valt (bijvoorbeeld: zijn er minstens 3001 gewogen behandelminuten geregistreerd?). Voor meer informatie over deze zorgactiviteiten verwijzen wij u graag naar het online document Handleiding registratie Revalidatiegeneeskunde, dat met iedere release uitgeleverd wordt. DBC-Onderhoud 9 21

10 2.1.3 Volledige afleiding in de beslisboom tot een DBC-zorgproduct Het doel van de productstructuur is het afleiden van de geleverde zorg naar een DBC-zorgproduct. Dit op basis van de aangeleverde declaratiedataset. De declaratiedataset doorloopt de beslisboom als een soort knikkerbak of trechter. Op basis van de aanwezige kenmerken in de dataset en de gestelde vragen in de beslisboom wordt doorgegaan tot het eindpunt bereikt wordt dat het beste bij de dataset past. Dit eindpunt is een DBC-zorgproduct en deze bevindt zich dus helemaal onder aan de takken van de beslisboom. Afhankelijk van a) de zorgproductgroep waarin de dataset terecht komt, b) de attributen die in de betreffende knooppunten uitgevraagd worden en c) de aanwezige zorgactiviteiten in de dataset, zijn de kenmerken van een dataset wel óf niet bepalend voor de afleiding. Als kenmerken wel bepalend zijn voor de afleiding, dan noemen we ze producttyperend. Dit ziet eruit zoals in Figuur 8: Figuur 8: Voorbeeld van de afleiding in een zorgproductgroep In deze afleiding ziet u de invloed van geregistreerde activiteiten op de afleiding en de hiërarchie in de afleiding. In het knooppunt beeldvorming (oranje omcirkeld) wordt onder andere gevraagd of in deze dataset minstens één keer zorgactiviteit voorkomt. Hoewel dat in deze casus wel het geval is, heeft de aanwezigheid van deze zorgactiviteit geen invloed op de afleiding. De dataset bereikt namelijk het knooppunt beeldvorming niet doordat eerder in de boom al naar rechts wordt afgeslagen. DBC-Onderhoud 10 21

11 2.1.4 Uitvalproducten Als alles goed gaat, leidt de beslisboom naar het DBC-zorgproduct dat het beste past bij de declaratieset. Als dit niet gebeurt, dan leidt de boom af naar een uitvalproduct dat niet te declareren is. Deze producten zijn in Figuur 2 en Figuur 8 te herkennen als de producten met een rood kruis. Als de grouper na het afleiden bij een uitvalproduct terechtkomt, dan is er vrijwel zeker sprake van onjuiste of onvolledige registratie. Zodra dit verholpen is, kan de dataset opnieuw aan de grouper aangeboden worden en kan de beslisboom opnieuw doorlopen worden. Om uitval structureel te beperken, is adequate registratie aan de bron een vereiste Paarse knooppunten Er zijn ook paarse knooppunten. Deze leiden af tot een groen-oranje-rood DBC-zorgproduct. Een paars knooppunt duidt aan dat vanaf dat punt afgeleid kan worden op DBC-zorgproducten met een aanspraakbeperking. Aanspraakbeperking houdt in dat het zorgproduct niet of slechts onder bepaalde voorwaarden vergoed wordt door de verzekeraar. Dit principe wordt in dit document niet verder uitgelegd. Voor nadere informatie over aanspraakbeperking en de werking van paarse knopen verwijzen we u naar ons online document Toelichting aanspraakbeperking en machtigingen in de DBC-systematiek. DBC-Onderhoud 11 21

12 3 Werken in de ZPV Starten Om in de ZPV de informatie te vinden die voor u interessant is, dient u bij de start eerst een tweetal keuzes te maken. In dit hoofdstuk worden deze stappen en het navigeren tussen de verschillende mogelijkheden besproken. 3.1 Stap 1: uitlevering/productstructuur kiezen De eerste keuze die u in de ZPV dient te maken, is nagaan in welke uitlevering/productstructuur van DBC-Onderhoud u iets wil onderzoeken. De productstructuur vormt een onderdeel van de verschillende uitleveringen van DBC-Onderhoud. Er vinden maximaal vier uitleveringen per jaar plaats. In elk van deze uitleveringen is het mogelijk dat er wijzigingen in de productstructuur of aanverwante zaken (bijvoorbeeld het tarief van een DBC-zorgproduct) plaatsvinden. Wanneer er nieuwe uitleveringen worden gedaan kan het voorkomen dat deze met een CONCEPT status zichtbaar gemaakt worden in de ZPV. Om de keuze te vergemakkelijken, staan alle uitgeleverde productstructuren als eerste genoemd. Eventuele tijdelijke concept productstructuren staan hieronder en zijn duidelijk als concept gemarkeerd. In de tabel op de startpagina van de ZPV kiest u voor de productstructuur die u wilt bekijken. In die tabel worden de geldigheidsdata van de specifieke productstructuur vermeld. Dit ziet er bijvoorbeeld als volgt uit (dit voorbeeld betreft de situatie voor vaststelling van de release RZ14b): Figuur 9 - Voorbeeld versies productstructuren in de ZPV De startdatum van een subtraject is bepalend voor de productstructuur die gebruikt wordt voor de afleiding van dat subtraject. Het subtraject is een afgebakende periode binnen een zorgtraject van de patiënt waarin de geleverde zorg is geregistreerd. DBC-Onderhoud 12 21

13 3.2 Stap 2: viewer kiezen Nadat u hebt gekozen welke productstructuur u wilt bekijken, kunt u kiezen op welke manier u deze wilt bekijken. Per uitlevering zijn twee verschillende viewers beschikbaar: de interactieve viewer en de rapportageviewer. In hoofdstukken 4en 5 worden de mogelijkheden binnen deze twee viewers kort besproken. In de viewer zelf vindt u in de bovenbalk achter de button dit teken:. Deze linkt naar een visuele handleiding voor het gebruik van de gekozen viewer met een nadere uitleg van de weergegeven informatie en mogelijkheden. 3.3 Navigeren binnen uitleveringen en viewers Nadat u bent gestart in de ZPV (ongeacht de gekozen uitlevering en viewer), kunt u eenvoudig terugkeren naar het startscherm van de website of naar het beginscherm van de gekozen uitlevering. Dit is mogelijk door rechtsboven in beeld te kiezen voor de plek waar u naar terug wilt keren, zie Figuur 10. Figuur 10 - Navigeren ZPV Door op homescherm te klikken, keert u terug naar het beginscherm. Hier kunt u opnieuw een keuze maken voor de viewer die u wilt gebruiken (interactief of rapportage). Door op startscherm te klikken, keert u terug naar de homepage van de ZPV. Hier kunt u opnieuw kiezen welke uitlevering (wanneer er meerdere zijn) u wilt bekijken. DBC-Onderhoud 13 21

14 4 Werken in de ZPV Interactieve viewer Om de interactieve viewer te gebruiken moet Microsoft Silverlight op uw computer geïnstalleerd zijn zie paragraaf 1.4). In dit onderdeel zijn alle zorgproductgroepen van de productstructuur op interactieve wijze te bekijken. Wanneer u de interactieve viewer opent zal er eerst een keuzemenu getoond worden waar u de gewenste uitlevering kunt selecteren. Dit menu ziet er uit zoals in Figuur 11. Figuur 11 - Keuzemenu interactieve viewer Na het selecteren van een uitlevering komt u in het overzichtsscherm van de interactieve ZPV terecht, zie Figuur 12. Figuur 12 - Voorbeeld overzichtsscherm interactieve ZPV na selectie productstructuur DBC-Onderhoud 14 21

15 Dit hoofdstuk bespreekt kort de mogelijkheden in de interactieve viewer. Voor een uitgebreide handleiding over het gebruik van deze mogelijkheden en uitleg bij de getoonde informatie, kunt u in de interactieve viewer zelf de handleiding raadplegen achter het button in de bovenbalk. 4.1 Ingangen interactieve viewer De interactieve viewer is goed te gebruiken om de afleiding van een dataset na te bootsen. Daarnaast is in de interactieve viewer diverse informatie beschikbaar op het niveau van zorgproductgroepen, DBC-zorgproducten en de knooppunten. Binnen de interactieve viewer kunnen in het linker scherm onderstaande ingangen gekozen worden om de productstructuur te bekijken. De ingang die u het beste kiezen kunt, hangt af van de informatie die u ter beschikking heeft en/of de informatie die u zoekt. Kies een zorgproductgroep of een DBC-zorgproduct binnen die groep op basis van een keuzemenu. Op basis van een keuzemenu (uitklapscherm) kunt u kiezen welke zorgproductgroep u wilt bekijken. Ook kunt u kiezen om de topboom weer te laten geven, zodat u ziet hoe een declaratiedataset naar een specifieke zorgproductgroep wordt afgeleid. Zoek een DBC-zorgproduct door de zorgproductcode, de declaratiecode of (een deel van) de naam in te voeren. Als u een productcode van de grouper heeft teruggekregen (en daarmee een declaratiecode) of u weet welk product u vaak declareert, dan kunt u dat hier invoeren. Ook kunt u (een onderdeel van) de naam van het product invoeren. Als u bijvoorbeeld het woord maagband invoert, dan krijgt u onder het invoerscherm een lijst van DBC-zorgproducten waar de term maagband in de naam staat. Vergelijk twee zorgproducten met elkaar, op basis van de productcode of -naam. Als u van de grouper bijvoorbeeld een uitvalproduct ontvangen heeft en u weet welk product u verwacht had, dan kunt u in dit invoerscherm beide productcodes (of deel van de naam) invoeren. Vervolgens wordt u in de viewer naar het knooppunt geleid waar beide trajecten in de afleiding splitsen. Zoeken op basis van boomparameters (kenmerken uit de dataset die typerend kunnen zijn in de afleiding). Met een boomparameter wordt het laagste niveau bedoeld waarop de trajecten afgeleid worden in de productstructuur. Oftewel: de specifieke elementen die in een attribuut in een knooppunt worden uitgevraagd, zoals dat in paragraaf is besproken. U kunt zelf een code invoeren en nagaan waar in de productstructuur op wordt gecontroleerd. Er is een snelzoekmogelijkheid en een uitgebreide zoekmogelijkheid. Na het selecteren van het gewenste zoekresultaat wordt de beslisregel geselecteerd waarbinnen de parameter wordt gebruikt. Met het vergrootglas kunt u inzoomen op deze beslisregel. Let op: met deze functie kunt u niet nagaan waar u met een bepaalde diagnose terecht gaat komen in de afleiding. Er wordt enkel weergegeven waar specifiek in de productstructuur wordt uitgevraagd of het ingevoerde element/kenmerk aanwezig is in de dataset. Als een kenmerk niet wordt uitgevraagd in DBC-Onderhoud 15 21

16 een knooppunt, dan betekent dit enkel dat dit kenmerk (in de gekozen productstructuur) niet producttyperend is. Het betekent niet dat met de aanwezigheid van dit kenmerk niet op een product kan worden afgeleid. Casus invoeren. U kunt een eigen casus invoeren en afleiden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van dezelfde afleidingsregels als in de landelijke grouper. Het is ook mogelijk om een bestaande casus in te lezen, wanneer deze opgeslagen is als xml bestand. Dit bestand kan niet door de ZPV gegenereerd worden, maar moet extern aangeleverd worden in hetzelfde formaat als trajecten die naar de landelijke grouper worden gestuurd. 4.2 Boomweergave interactieve viewer In het centrale deel van de interactieve viewer wordt de beslisboom getoond. U kunt op de beslisboom in- en uitzoomen. Ook kunt u de boom verschuiven (vergelijkbaar met bijvoorbeeld Google Maps). Daarnaast kunt u knooppunten en DBC-zorgproducten aanklikken. In het rechterscherm verschijnt hier dan informatie over. Linksboven in het middenscherm ziet u nog 3 buttons en een keuzemenu: Met het keuzemenu kunt u aangeven welke informatie u wilt dat in de knooppunten en producten weergeven wordt. Met de button kunt u direct teruggaan naar de volledig boomweergave. Met de button kunt u helpteksten bij de verschillende onderdelen oproepen voor een snelle uitleg van wat u op dat punt kunt zien en/of doen. Met de button kunt u kiezen om de beslisboom als afbeelding op te slaan, zowel in hoge kwaliteit als standaardkwaliteit. Kiest u voor de standaardkwaliteit dan wordt opgeslagen wat u op dat moment van de boom ziet (dus eventueel alleen het ingezoomde deel van de boom). Kiest u voor hoge kwaliteit, dan wordt de gehele boom opgeslagen. De viewer maakt hierbij gebruik van de processor van uw computer, waardoor uw computer even traag zou kunnen reageren. 4.3 Detailinformatie bij de boomweergave Het rechterdeel in de interactieve viewer geeft informatie weer over het onderdeel dat in het middenscherm (de beslisboom) wordt aangeklikt. Dit kan informatie zijn over de zorgproductgroep (alleen als u in de topboom het eindproduct aanklikt), het knooppunt (de beslisregel) of het DBCzorgproduct. DBC-Onderhoud 16 21

17 5 Werken in de ZPV Rapportageviewer De rapportageviewer toont de informatie over zorgproductgroepen en DBC-zorgproducten op een andere manier dan de interactieve viewer. Vaak wordt de rapportageviewer als meer overzichtelijk gezien. Ook in de rapportageviewer kan gekozen worden uit verschillende ingangen. Als eenmaal een ingang gekozen is, dan kan er op het niveau van zowel zorgproductgroepen als zorgproducten gekozen worden voor verschillende tabbladen. Deze tabbladen bieden u vanuit verschillende invalshoeken informatie op het gekozen niveau (zorgproductgroep of zorgproduct). Dit hoofdstuk bespreekt kort de mogelijkheden van de rapportageviewer. Voor een uitgebreide handleiding over het gebruik van deze mogelijkheden en uitleg bij de getoonde informatie, kunt u in de rapportageviewer zelf de handleiding raadplegen achter de button in de bovenbalk. NB: Het is belangrijk om te weten dat de informatie die de rapportageviewer toont, gebaseerd is op DIS-data. Dit betekent dat alleen datgene weergegeven wordt wat landelijk werkelijk geregistreerd is. Hiermee is het mogelijk dat een specialisme een bepaald DBC-zorgproduct in theorie wel zou kunnen declareren, maar dat dit niet getoond wordt in de rapportageviewer omdat het product in de praktijk niet gedeclareerd is. 5.1 Ingangen rapportageviewer Als u heeft gekozen voor de rapportageviewer, dan kiest u in het beginscherm hoe u de productstructuur wilt benaderen. Het beginscherm (rapportoverzicht) ziet er uit zoals in Fout! erwijzingsbron niet gevonden. en toont de volgende ingangen: Inhoudsopgave productstructuur op basis van ICD10 hoofdstukken. Van specialisme-plus-diagnose naar de zorgproducten waar u terecht kunt komen. Zorgproductgroep: het ingeven van een zorgproductgroepcode. Versieverschillen: een rapportage waarin de verschillen aangegeven worden van de door u gekozen uitlevering ten opzichte van een vorige uitlevering. U kunt niet zelf kiezen welke uitleveringen u vergelijkt, die keuze wordt door DBC- Onderhoud gemaakt. Overige: hier kunt u een rapport (beknopt of uitgebreid) van een zorgproductgroep downloaden. DBC-Onderhoud 17 21

18 Figuur 13 - Rapportageviewer startscherm 5.2 Informatie zorgproductgroepen Heeft u (ongeacht de gebruikte ingang) uiteindelijk gekozen om een zorgproductgroep te bekijken, dan kunt u daarbinnen kiezen voor verschillende tabbladen. Deze tabbladen tonen elk vanuit verschillende invalshoeken informatie over de zorgproductgroep (zie Figuur 14). DBC-Onderhoud 18 21

19 Figuur 14: De tabbladen binnen een zorgproductgroep De volgende tabbladen kunnen worden bekeken: Overzicht Dit tabblad biedt gegevens over de zorgproductgroep, zoals het aantal DBC-zorgproducten dat bij de groep hoort, de verdeling van CV-waarden, de verdeling over de segmenten en welke specialismen in deze groep terecht komen. Zorgproducten Dit tabblad biedt een tabel met alle DBC-zorgproducten die voorkomen in deze zorgproductgroep. Hierbij wordt informatie gegeven over de fractietrajecten, kosten en honoraria, A- of B-segment, en de CV-waarde van het product. Diagnosen Dit tabblad biedt per specialisme een overzicht met welke diagnosen men in deze groep terecht komt. Ook wordt hierbij informatie gegeven over de fractie-aantallen, kosten en honoraria. Diagnosen detail DBC-Onderhoud 19 21

20 Dit tabblad biedt per DBC-zorgproduct (van de gekozen zorgproductgroep) met welke diagnose een specialisme in dat product komt en wat de fractie (aantallen) daarvan is binnen dat product. Beslisboom Dit tabblad biedt in tabelvorm de afleiding in de beslisboom door aan te geven aan welke van de weergegeven voorwaarde(n) is voldaan. Dit is min of meer vergelijkbaar met het doorlopen van de boom in de interactieve viewer. Beslisregels Dit tabblad biedt een overzicht van alle knooppunten die in de beslisboom van deze zorgproductgroep voorkomen. 5.3 Informatie DBC-zorgproducten Als u ergens in de rapportageviewer een DBC-zorgproduct aanklikt, dan kunt u daarbinnen kiezen voor verschillende tabbladen waarop elk een bepaald onderwerp over het DBC-zorgproduct wordt besproken. Zie Figuur 15. Figuur 15: De tabbladen binnen een zorgproduct DBC-Onderhoud 20 21

21 Binnen een DBC-zorgproduct, kunnen de volgende tabbladen worden bekeken: Overzicht Dit tabblad biedt diverse gegevens over het DBC-zorgproduct, zoals fracties (aantallen en kosten) die in dit product terecht komen, de CV-waarde en welke specialismen in dit product terecht komen. Zorgprofiel Dit tabblad geeft het landelijk gemiddelde zorgprofiel weer. DBC-trajecten Dit tabblad geeft per specialisme, diagnose en zorgtype aan wat binnen dit product de fracties naar aantallen, omzet en honorarium zijn. Beslisboom Dit tabblad toont u de ingevulde beslisboom waarop dit DBC-zorgproduct is afgeleid. Dit is vergelijkbaar met het tabblad beslisboom bij de zorgproductgroep, maar dan reeds ingevuld. 5.4 Werkbalk: bladeren, zoeken en exporteren Op elke pagina in de rapportageviewer ziet u de volgende werkbalk: Figuur 16: De werkbalk in de rapportageviewer Indien er meer dan één pagina is, dan kunt u middels deze werkbalk door de pagina s bladeren. Daarnaast kunt u zoeken naar bijvoorbeeld een zorgactiviteitcode of tekst. De zoekfunctie zoekt op alle aanwezige pagina s die binnen dit tabblad zijn opgenomen. Ook kunt u met de meest rechter knop de gegevens op dit tabblad exporteren naar diverse formaten documenten, te weten XML, CSV, PDF, MHTML, Excel, TIFF file of Word. Middels deze functionaliteit kunt u bijvoorbeeld binnen een zorgproductgroep en het tabblad beslisregels een Excel-document aanmaken van alle uitgevraagde zorgactiviteiten (of andere elementen) binnen deze zorgproductgroep. 5.5 Aan de slag! Met dit document hebben we zo goed mogelijk proberen uit te leggen hoe er gewerkt kan worden met de ZPV. Het blijft echter droge theorie en zoals voor zoveel dingen geldt: oefening baart kunst. Werken met de ZPV is iets waar iedereen persoonlijk handigheid in moet ontwikkelen. Ons advies is dan ook: probeer alles gewoon eens en vind de manier uit waarop u zelf het makkelijkste met de viewer kunt werken. Mocht u ergens tegen aan lopen, neem dan gerust contact op met de helpdesk van DBC-Onderhoud: helpdeskzz@dbconderhoud.nl of DBC-Onderhoud 21 21