Woord vooraf. onderwijs in Vlaanderen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Woord vooraf. onderwijs in Vlaanderen."

Transcriptie

1

2

3 Woord vooraf Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) biedt u met dit jaarverslag een overzicht van de realisaties van 009 én een inkijk in soms unieke gegevens over het onderwijs in Vlaanderen. De resultaten die we behaalden in 009 mogen gezien worden. Onze meer dan 500 medewerkers zijn met hun niet-aflatende inzet een onmisbare schakel in het realiseren van kwaliteitsvol onderwijs. Zij zorgen dagelijks voor een gewaardeerde dienstverlening aan personeelsleden, scholen, aan de leerlingen en hun ouders. Om onze dienstverlening nog te verbeteren en verder uit te groeien tot een efficiënte en duurzame organisatie, investeerden we in innoverende projecten. Meewerken aan beleid kreeg een bijzonder accent door de legislatuurwissel. We ondersteunden beide ministers in hun beleidsinitiatieven en zorgden voor de noodzakelijke continuïteit. Het jaarverslag bevat heel wat gegevens over het onderwijs in Vlaanderen, met evoluties en vergelijkingen over de laatste schooljaren. We hopen ook daarmee een bijdrage te leveren aan een gefundeerd onderwijsbeleid. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan. Beste lezer, ik wens u een boeiende en inspirerende lectuur toe! Guy Janssens Administrateur-generaal AgODi 3

4 4

5 Inhoudsopgave. AgODi: het Agentschap voor Onderwijsdiensten Beheersovereenkomst De visie van Agodi Organogram Een breed spectrum aan klanten en diensten Scholen als traditionele klanten 7 9 Werkingsmiddelen Omkadering Herstructureringen en programmaties Vervoerskosten en de bestaanszekerheidvergoeding voor busbegeleiders Tegemoetkoming in de kosten bedrijfsrevisoren Controle op het gebruik van de middelen en de financieringswet Ouders en leerlingen: klanten met gelijke kansen Leermiddelen voor leerlingen of studenten met een handicap Lokale overlegplatforms Commissie Leerlingenrechten Leerplichtcontrole Startbanenprojecten 'Jongeren voor Scholen' en 'Verkeersveiligheid' Tussen de schoolbanken en de arbeidsmarkt: leerlingenstages Informatiepunt voor ouders en leerlingen Commissie Zorgvuldig Bestuur Kleuterparticipatie Ook personeelsleden zijn klanten De werkstations De afdeling Advies en Ondersteuning Onderwijspersoneel en de afdeling ICT Personeel in cijfers De uitbetaling van het loon Ziekteverlof, bevallingsverlof, moederschapbescherming Arbeidsongevallen in het onderwijs Naar meer arbeidsherverdeling: verloven, loopbaanonderbreking Andere dienstonderbrekingen Vaste benoemingen Het reaffectatiestelsel Personeelsmobiliteit binnen en buiten het onderwijs Meer tuchtsancties en bewarende maatregelen Het einde van de loopbaan Terugvorderingen Arbeidsmarkt en nieuwe personeelsleden in het onderwijs AgODi informeert, vormt en communiceert De jaarkalender Opleiding van schoolsecretariaten Ronde van Vlaanderen Informatiepunt Ouders en Leerlingen

6 Cel 'Word leerkracht' Website Infosessies aan laatstejaarsstudenten van de lerarenopleiding Ontvangen en opleiden nieuwe directeurs Andere belanghebbenden en derden als klanten De examens van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap Gelijkwaardigheid buitenlandse studiebewijzen Organisatie van de taalexamens Secretariaten voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken Secretariaten voor de Kamers van het College van Beroep voor evaluatie Organisatie van het informeel overleg met belanghebbenden en stakeholders Samenwerking met andere overheden en instanties Kind en Gezin: kleuterparticipatie Lokale overheden: gemeenten, steden en provincies VDAB Syntra PDOS RSZ FOD Financiën RKW Mensura CORVE Formulieren met een kwaliteitslabel AgODi als gegevensbron Het elektronische personeelsdossier, het schooldossier en WebEdison Optimaliseren van de dienstverlening Salarisbrief online SEPA in het onderwijs Een externe audit van het salarissysteem Informaticaprojecten voor de uitvoering van nieuw onderwijsbeleid Prilproject 3 4. Management en organisatie Een team van meer dan 500 medewerkers 5 7 Verhouding statutair - contractueel personeel Een vergrijzing van het personeel De vervrouwelijking Meer en meer hooggeschoolden Specifieke medewerkers Diversiteit in het personeelsbeleid Personeelsplan 009: de lat ligt hoog Vorming: meer werkvoldoening, meer kwaliteit Anders en toekomstgericht werken ICT De domeinen Jaarlijks een aanzienlijk ICT-budget Tevreden klanten? Innovatie in de dienstverlening Administratieve vereenvoudiging Klantentevredenheidsonderzoek 008, acties 009 Het klachtenrapport van

7 Samenwerking met het departement: de uitvoerbaarheidtoetsen De formele adviesprocedure: termijnen van de samenwerkingsovereenkomst Het budget 4 Uitgaven en inkomsten in 009 Beleidskredieten per strategische doelstelling van de beheersovereenkomst Een overzicht in de tijd Slotbeschouwingen en aanbevelingen IT-Projecten voor dienstverlening en nieuw beleid Groei naar een innovatieve en duurzame organisatie Efficiëntiewinst noodzakelijk voor nieuwe taken HRM gericht op de uitvoering van nieuwe taken Aanbevelingen Rapporten Agodi Audits Agodi Afkortingen 55 7

8 8

9 AgODi: het Agentschap voor Onderwijsdiensten 9

10 Bijdragen tot kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen met AgODi als een betrouwbare partner tussen beleid, scholen en andere actoren. 0

11 Taken die AgODi daarbij op zich neemt, zijn: - de administratieve en financiële dienstverlening voor scholen; - het ondersteunen en informeren van scholen; - de controle op een correct gebruik van de middelen; - het meewerken aan de realisatie van het beleid en de beleidsevaluatie, in samenwerking met het departement en de andere agentschappen; - bijdragen tot een correcte en tijdige toepassing van de financieringswet. Een brede invulling van het begrip 'school' Niet alleen onderwijsinstellingen en scholen voor kleuteronderwijs, lager, secundair en deeltijds kunstonderwijs, maar alle betrokken actoren die samen school maken vallen onder dit begrip. Ook leerlingen en ouders, inrichtende machten en schoolbesturen, schoolleiding en personeelsleden, de onderwijsinspectie, de pedagogische begeleidingsdiensten, centra voor leerlingenbegeleiding en lokale overlegplatforms. AgODi Met het besluit van de Vlaamse Regering van september 005 zag AgODi het levenslicht. Het agentschap is operationeel sinds april 006. Binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming vormt het een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid. De voogdijminister is de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs.

12 De beheersovereenkomst behelst vier clusters van strategische doelstellingen, geënt op de missie en de taakstelling van het agentschap, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van september 005. De beheersovereenkomst vertaalt de strategische doelstellingen in operationele doelstellingen. Concrete monitoringsindicatoren volgen de resultaten ervan op. De resultaten die AgODi daarvoor in 009 behaalde, worden in dit jaarverslag in kaderstukken samengevat. Een tijdige en correcte dienstverlening De dienstverlening aan scholen, leerkrachten is een basisopdracht van AgODi. De eerste cluster strategische doelstellingen beoogt een tijdige en correcte berekening en toekenning van salarissen, omkadering en werkingsmiddelen aan de scholen, een efficiënt toezicht op het gebruik van deze middelen en het correct bijhouden van de leerlingenbestanden van de Vlaamse Gemeenschap. Het vormen de ambities waarover u meer leest in hoofdstuk. Slaagt AgODi in dit opzicht, dan is de winst drieledig: Scholen beschikken permanent over de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken; AgODi draagt bij tot de tevredenheid van het leerkrachtenkorps; Een juiste toepassing van de financieringswet (leerlingentellingen) is mogelijk. Het mee realiseren van een nieuw onderwijsbeleid Gelijke kansen, een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, de nieuwe financiering van het onderwijs, een versterking van het beleidsvoerend vermogen van de scholen en de lerarenloopbaan: het vormen speerpunten in het onderwijsbeleid. Ook AgODi speelt een belangrijke rol bij de realisatie van deze beleidsdoelstellingen. U leest meer over de medewerking van AgODi aan het nieuwe onderwijsbeleid in 009 in de diverse kaderstukken in hoofdstuk. Een innovatieve dienstverlening De derde pijler van de beheersovereenkomst richt zich op een innovatieve dienstverlening van het agentschap aan de hand van een optimaal en maximaal gebruik van informatica en mogelijkheden op het gebied van e-government en samenwerking met andere overheden. In hoofdstuk 3 vindt u de inspanningen terug die het agentschap in 009 leverde om een voortrekkersrol te spelen op het gebied van administratieve vereenvoudiging voor scholen. De uitbouw van een moderne organisatie met een eigentijds management AgODi is een groeiende, dynamische en toekomstgerichte organisatie. U leest alles over het adequate personeelsbeleid en de innovatieve werking in hoofdstuk 4.

13 Op en februari 009 organiseerde de COVA, het college van afdelingshoofden, van AgODi een tweedaags seminarie in Geetbets om zich te buigen over de toekomstige werking van het agentschap. Het seminarie had als titel AgODi 04. Zoals het hoort bij een dergelijke oefening, was het belangrijk om de verschillende omgevingsfactoren en ontwikkelingen te kennen die het kader vormen waarbinnen AgODi zijn missie moet vervullen. Demografische en economische factoren, politieke en culturele ontwikkelingen, maar ook het pact 00 en de aanbevelingen van de commissie voor een Efficiënte en Effectieve Overheid werden ter harte genomen. Evengoed vormden de resultaten van het klantentevredenheidsonderzoek, interne evoluties binnen AgODi en technische innovaties op het vlak van ICT, het uitgangspunt om een strategische toekomstvisie uit te werken. De belangrijkste speerpunten van de visie zijn: AgODi richt zich nog meer dan vroeger op de evoluerende verwachtingen van zijn klanten en biedt diensten aan op maat. Voor de scholen is AgODi een betrouwbare partner in onderwijsadministratie. AgODi kiest duidelijk voor informatica om zijn niveau van dienstverlening te behou- den en te verbeteren, te voldoen aan nieuwe klantenverwachtingen en efficiënter te werken. Het agentschap streeft naar een maximale informatisering van de basisactiviteiten en wil zijn rol als digitale overheid waarmaken. De salarisbrief online voor het onderwijspersoneel, die vanaf de betaling van mei 009 van start gegaan is, is daarvan een mooi voorbeeld. De unieke band met de scholen wordt behouden en versterkt. Ondersteunen, infor- meren, opleiden van scholen en hun secretariaten worden steeds meer de hoofdtaken van werkstations, schoolbeheerteams en verificateurs. Een goed uitgebouwde en deskundige backoffice blijft noodzakelijk. De evolutie van dossier- naar relatiebeheer vergt nieuwe competenties. Een digitale overheid vereist knowhow op het vlak van informatiemanagement en databeheer. AgODi vraagt daarvoor geen bijkomend personeel, maar zet in op een doorgedreven competentie- en upgradingbeleid voor zijn personeelsleden. AgODi zet stappen om de schaarse kantoorruimte optimaal te benutten door een com- binatie van thuiswerken en officesharing, en te streven naar een papierarme werkomgeving. Binnen en buiten het beleidsdomein zal AgODi constructief en proactief samenwerken en partnerschappen aangaan om het nieuwe regeerakkoord en de beleidsnota van de nieuwe minister uit te voeren. Bij de verdere uitbouw en innovatie van het agentschap laat AgODi zich door bovenstaande principes leiden. 3

14 AgODi telt zes afdelingen. Ze zijn enerzijds ingedeeld volgens de klantengroepen en onderwijsniveaus en anderzijds volgens het proces van dienstverlening. De afdelingen Scholen bestaan grotendeels uit schoolbeheerteams en verificatieteams. De schoolbeheerteams staan in voor het bepalen van de personeelsomkadering en de werkingsmiddelen van de scholen van het basis- en secundair onderwijs, de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding. Ze volgen ze op en betalen ze uit. De verificatieteams doen de volgens de onderwijsreglementering voorziene controles. Ze ondersteunen de instellingen bij het correct toepassen van de (uitgebreide) regelgeving. De deskundigen-ondersteuners van de Lokale Overlegplatforms maken deel uit van de afdeling Scholen Basisonderwijs en CLB. De afdelingen Personeel zorgen voor de dienstverlening aan de personeelsleden van de scholen, instellingen en centra. Onder andere de werkstations horen hier thuis. Zij staan in voor de administratieve afhandeling van de dossiers van het onderwijspersoneel, voor de berekening van het salaris en voor tal van andere taken. De afdeling Advies en Ondersteuning Onderwijspersoneel ondersteunt alle werkstations van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Dat betekent dat de afdeling ook de werkstations van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen ondersteunt. Het gaat onder meer om het algemene salarisbeheer en de loonboekingen (in 009 voor 7, miljard euro). De afdeling staat ook in voor de opvolging van de begroting. Ook de juridische dienst is ondergebracht in deze afdeling. Verder staat zij in voor de afhandeling van de arbeidsongevallen de terugbetaling van de vervoerskosten van het onderwijspersoneel en het archiefbeheer. De ondersteunende afdeling ICT werkt voor AgODi, maar ook voor het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. De afdeling ondersteunt de andere afdelingen door het medebeheer van IT-systemen, IT-planning en het aansturen van de externe IT-partner. 4

15 Guy Janssens Administrateur-generaal Stafdienst Roger Meert Algemeen directeur Scholen Basisonderwijs en CLB Marlene Lembrechts Afdelingshoofd Personeel Basisonderwijs en CLB Patricia Van Reet Afdelingshoofd Advies en Ondersteuning onderwijspersoneel Patrick Poelmans Afdelingshoofd Scholen Secundair Onderwijs en DKO Monique Debolle Afdelingshoofd Personeel Secundair Onderwijs en DKO Roger Meert Algemeen directeur ICT Lieve Van Leuven Afdelingshoofd Vanaf juni 00 is Caroline Vanbrabant afdelingshoofd van de afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO. 5

16 6

17 Een breed spectrum aan klanten en diensten 7

18 Een breed spectrum aan klanten en diensten Scholen vormen de vaste klanten van AgODi. Klassiek op de agenda van AgODi staan de berekening van hun werkingsmiddelen en de personeelsformatie. AgODi betaalt ook de personeelsleden uit die worden aangesteld binnen die personeelsformatie. Maar AgODi werkt ook aan diverse andere taken. Het bevorderen van gelijke onderwijskansen voor leerlingen en hun ouders is daar een voorbeeld van. De communicatie met het onderwijsveld is uitgegroeid tot een belangrijke activiteit. AgODi wil er ook zijn voor kandidaat-leerkrachten, ouders en leerlingen. De samenwerking met diverse externe partners, zoals de Vlaamse of federale overheden en agentschappen, inrichtende machten/schoolbesturen, vakbonden, directeurs is essentieel in de werking van AgODi. 8

19 Traditioneel betaalt AgODi de werkingsmiddelen uit waar de scholen recht op hebben. De basis voor de berekening is doorgaans het aantal regelmatige leerlingen op een vastgestelde teldag. AgODi stelt ook de personeelsformatie vast en deelt ze mee aan de scholen. Een evoluerend leerlingenaantal Een blik op de evoluties van de leerlingenaantallen is daarom interessant. De laatste jaren stijgt vooral het aantal kleuters. Een trend die zich logischerwijs in de nabije toekomst voortzet in het lager onderwijs, hoewel het leerlingenaantal in het gewoon lager onderwijs momenteel nog daalt. In het buitengewoon onderwijs en deeltijds secundair onderwijs stijgt het aantal leerlingen ook sterk. Aantal leerlingen Gewoon kleuteronderwijs evolutie(%) evolutie(%) , , ,5.997,4 Buitengewoon kleuteronderwijs Gewoon lager onderwijs , ,70 Buitengewoon lager onderwijs , ,48 Gewoon secundair onderwijs , , , ,56 Buitengewoon secundair onderwijs Deeltijds secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs , , , ,5 Aantal scholen, instellingen en centra Aantal scholen Gewoon basis* Buitengewoon basis autonome kleuterscholen autonome lagere scholen basisscholen totaal autonome kleuterscholen / / / autonome lagere scholen basisscholen basisscholen type basisscholen type 5 met secundaire afdeling (ziekenhuisscholen) totaal 9

20 Gewoon secundair voltijds deeltijds autonoom** buitengewoon secundair 953 / Buso-scholen Secundaire school type 5 Totaal Beeldende kunst muziek, woordkunst, drama totaal MPIGO's semi-internaten opvangcentra IBSOGO's autonoom internaat buso (tehuis) tehuizen kinderen wiens ouders geen vaste verblijfplaats hebben CLB Internaten 938 totaal Secundaire afdeling in basisscholen type 5 (ziekenhuisscholen) DKO 99 gewoon basis-en secundair * Inclusief acht Franstalige basisscholen. **Er zijn 48 centra voor deeltijds onderwijs. Sinds het schooljaar kan een centrum deeltijds onderwijs autonoom worden. De andere centra voor deeltijds onderwijs zijn administratief verbonden aan een school voor voltijds onderwijs. Ze zijn dan ook vervat in de instellingen voor voltijds secundair onderwijs. Schoolbeheerteams en verificateurs De verificateurs controleren ter plaatse in de scholen de afwezigheden van de leerlingen en de toelatingsvoorwaarden tot de studierichtingen in het secundair onderwijs. Ze gaan na of de werkingsmiddelen correct ingezet zijn en volgen in het deeltijds kunstonderwijs de inschrijvingsgelden op. Ze ondersteunen ten slotte de scholen bij de toepassing van de reglementering. De schoolbeheerteams zijn groepen van dossierbeheerders die gezamenlijk de schooldossiers behandelen van een onderwijsniveau in een bepaalde regio of provincie. Werkingsmiddelen Elk jaar ontvangen de scholen, CLB's en internaten een werkingsbudget. Daarmee bekostigen ze hun werking, uitrusting, het groot onderhoud, investeringen in functie van een rationeel energieverbruik en in het basisonderwijs ook het gratis aanbod aan leerboeken en andere 0

21 schoolbehoeften van de leerlingen. Voor het GO! worden de werkingsmiddelen tussen de scholengroepen verdeeld op basis van criteria die de Raad van het Gemeenschapsonderwijs vaststelt. Een puntenschaal op basis van het onderwijsniveau, de onderwijsvorm en het studiegebied bepaalt de verdeling in het gesubsidieerd onderwijs. Tot gaf het net waartoe een school behoorde de doorslag bij de verdeling van de middelen. Wanneer het GO! 00 euro kreeg, kreeg het gesubsidieerd onderwijs 76 euro. Specifieke kenmerken van de leerlingen speelden geen rol. Sinds september 008 ligt de lat voor alle netten even hoog. Wel worden de zogenaamde objectiveerbare verschillen in rekening gebracht. Alle scholen van het officieel onderwijs krijgen extra middelen omdat zij verplicht zijn verscheidene levensbeschouwelijke vakken aan te bieden. Het GO! krijgt extra middelen omdat dit net grondwettelijk verplicht is de vrije keuze te garanderen. Vier leerlingenkenmerken spelen voortaan wel een rol bij de verdeling van de middelen: het opleidingsniveau van de moeder de thuistaal het ontvangen van een schooltoelage de buurt waar de leerling woont Ambitie : Toelagen tijdig uitbetalen in 009 en uitvoeren van het nieuwe financieringsdecreet In januari 009 betaalde AgODi de eerste schijf volgens het nieuwe financieringssysteem uit, in juni 009 volgde het saldo. De omschakeling naar het nieuwe systeem was een succes. De nieuwe financiering betekende voor alle scholen winst. Veruit de grootste sprong maakten de scholen met veel leerlingen uit kansengroepen. AgODi engageert zich om 98% van alle toelagen op tijd toe te kennen. Die belofte maakt het agentschap waar in 009 met een tijdige betaling van 99% van alle toelagen. Zoals in 008 blijven er volgende uitzonderingen op de regel: Voor de toelage anderstalige nieuwkomers is de betaling uitzonderlijk opgeschoven. Vanaf het schooljaar komen ook de kinderen uit de asielcentra in aanmerking voor een toelage, wat zorgde voor extra aanvragen. Door een vertraging in de besluitvormingsprocedure kon de betaling pas in april 00 worden uitgevoerd. Door een betere communicatie tussen de afdeling Scholen Basisonderwijs en CLB en de afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO is de toelage aan de gesubsidieerde internaten voor de kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben voor 90% tijdig uitbetaald. 0% werd dus na juni betaald. De meeste van die aanvragen werden door de school ook later dan juni ingediend, waardoor AgODi die toelagen niet meer tijdig kon uitbetalen.

22 Werkingsmiddelen voor het basisonderwijs De basisscholen kregen bij de start van het schooljaar al een eenmalige toelage. In 009 kregen de scholen de werkingsmiddelen volgens het nieuwe financieringssysteem. Overzicht van werkingsmiddelen volgens soort onderwijs, net en schooljaar (inclusief type-5 scholen en Franstalige scholen) Werkingsmiddelen gewoon basisonderwijs aantal instel lingen aantal instel lingen aantal instel lingen evolutie GO!* ,59% VGO ,8% OGO Totaal ,63% ,54% aantal instell ingen evolutie Werkingsmiddelen buitengewoon basisonderwijs aantal instel lingen aantal instel lingen GO!* ,% VGO ,3% OGO Totaal ,5% ,60% * Voor het GO! worden enkel de dotaties vermeld die AgODi uitbetaalt aan de scholengroepen (excl. inhoudingen). Volgende kaartjes geven het effect weer dat het nieuw financieringssysteem heeft op de regionale verdeling van de werkingsmiddelen voor het basisonderwijs. Het nieuwe financieringssysteem is in werking getreden vanaf het schooljaar In dit nieuwe systeem zijn niet enkel de leerlingenaantallen en de gekozen studierichtingen in een school bepalend voor de werkingsmiddelen, maar wordt er ook rekening gehouden met vier leerlingenkenmerken (namelijk de opleiding van de moeder, de buurt waarin de jongere woont, de taal die thuis gesproken wordt en het al dan niet krijgen van een schooltoelage). De kaartjes maken een vergelijking mogelijk van de verdeling van het budget tussen regio s en gemeenten in een bepaald schooljaar, én van het budget over de schooljaren heen. Uit de eerste vergelijking van de kaarten vóór en na het nieuwe financieringssysteem blijkt dat het budget in niet meer zo evenredig verdeeld is over de steden en gemeenten als in het schooljaar Er heeft duidelijk een verschuiving plaatsgevonden naar de grotere steden. Vooral de scholen in de as Brussel-Antwerpen ondervinden een gunstig gevolg van de nieuwe regelgeving. Het effect van de nieuwe financieringswet is zeer groot voor de lagere scholen in Brussel.

23 Een vergelijking tussen de budgetten over de schooljaren heen, leert dat de basisscholen in alle steden en gemeenten in een hogere financieringsschaal zijn terecht gekomen. In deze cijfers zijn de werkingsmiddelen voor de scholen van het GO! niet opgenomen, omdat AgODi deze middelen niet toekent aan de scholen, maar aan de scholengroepen op basis van criteria die de Raad van het Gemeenschapsonderwijs vaststelt. Het GO! is echter een engagement aangegaan om rekening te houden met de leerlingenkenmerken bij deze verdeling. Op die manier kunnen we een soortgelijke evolutie veronderstellen in het gemeenschapsonderwijs. De cijfers houden geen rekening met het effect dat eventuele herstructureringen van scholen hebben op de verdeling van de werkingsmiddelen. Werkingsmiddelen per leerling Werkingsmiddelen per leerling

24 Bijkomende toelagen Naast de werkingsmiddelen betaalt AgODi ook bijkomende toelagen uit. De integratietoelagen zijn toelagen voor scholen die leerlingen in een geïntegreerd onderwijstraject (GON) begeleiden in het gewoon onderwijs. Die toelagen maken deel uit van het werkingsmodel (= model voor berekening van de werkingsmiddelen). Door de invoering van het nieuwe financieringssysteem zijn bijgevolg ook de integratietoelagen sterk gestegen. AgODi betaalt die toelage alleen aan de scholen voor buitengewoon basisonderwijs van het gesubsidieerd officieel en vrij onderwijs; het Gemeenschapsonderwijs ontvangt die via een dotatie. In 009 is een integratietoelage betaald aan 0 scholen voor buitengewoon basisonderwijs die GON-leerlingen begeleiden, op een totaal van 7 GON-scholen voor gewoon basisonderwijs en 97 scholen voor buitengewoon basisonderwijs. Het aantal GON-leerlingen in het basisonderwijs is bovendien van 6.47 in naar 7.34 in gestegen. De nascholingsmiddelen voor de scholen van het basisonderwijs zijn in met,6% gestegen als gevolg van een indexering. Sinds september 008 is de definitie van anderstalige nieuwkomer uitgebreid met de kin deren die officieel verblijven in een open asielcentrum. Dat heeft een duidelijke invloed gehad op het aantal aanvragen en heeft de totale toelage significant doen stijgen ten opzichte van het schooljaar In 009 zijn er enkele basisscholen bijgekomen die middelen voor ICT (ICT-coördinatie) krijgen, omdat zij voor het schooljaar deel uitmaakten van een ICT-samenwerkingsplatform (wat een voorwaarde is om deze middelen te krijgen). Om de onderwijsinstellingen uit te rusten met informatie- en communicatietechnologie en om de leerkrachten met die nieuwe technologieën vertrouwd te maken, heeft de overheid gedurende twee schooljaren een inhaaloperatie voor ICT-infrastructuur gedaan. Vanaf het schooljaar werd deze toelage niet meer uitbetaald. Scholen die tijdelijk of permanent onderwijs aan huis organiseren, kunnen de betaalde reiskosten van het personeel terugvragen bij AgODi. Die kosten zijn met 50,86% gestegen ten opzichte van het voorgaande schooljaar. De gemeenschapsbijdrage wordt toegekend aan de schoolbesturen/inrichtende machten van de erkende tehuizen en van de andere internaten waar leerplichtige kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben, kunnen verblijven. De schoolbesturen/inrichtende machten brengen die gemeenschapsbijdrage in mindering van het kostgeld van de in aanmerking komende leerlingen. Het totale bedrag voor de gemeenschapsbijdrage voor het schooljaar is exclusief twee betalingen aan internaten met aanvragen van vorige jaren voor het totaalbedrag van 4.50,06 euro. AgODi kent ook subsidie-enveloppes toe voor diensten die onderwijs organiseren aan zieke kinderen. De subsidies voor de K-diensten zijn bestemd voor kinderen in de neuropsychiatrie. Het contingent van de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs is vanaf het schooljaar uitgebreid 4

25 van 50 naar 00 plaatsen. Daarnaast wordt vanaf dan de forfaitaire toelage voor ION jaarlijks geïndexeerd. Deze reglementaire aanpassingen komen ook duidelijk tot uiting in de cijfers: instel lingen instel lingen Nascholing** 5 Anderstalige nieuwkomers 58 ICT-middelen ICT-infrastructuur instel lingen evolutie ,84% ,6% ,00% ,7% / / Integratietoelagen* Onderwijs aan huis ,86% 5,55% Gemeenschaps bijdrage K-diensten ,49% ION ,8% * De integratietoelagen voor de scholen van het GO! zijn opgenomen in de dotaties aan de scholengroepen. ** Na de publicatie van het AgODi-jaarverslag 008 werd er aan de scholen nog een derde schijf voor de toelage nascholing betaald voor het schooljaar Werkingsmiddelen voor het secundair onderwijs Zoals ook in het basisonderwijs kregen de secundaire scholen bij de start van het schooljaar een eenmalige toelage. In 009 kregen de scholen de werkingsmiddelen volgens het nieuwe financieringssysteem. Overzicht werkingsmiddelen volgens soort onderwijs, net en schooljaar Werkingsmiddelen gewoon secundair onderwijs Aantal instellingen Aantal instellingen Aantal instellingen Evolutie GO!* , , ,60% VGO , , ,94% OGO , , ,86% , ,07% Totaal ,0 Werkingsmiddelen buitengewoon secundair onderwijs Aantal instel lingen GO!* , ,00 VGO.7.565, , OGO Totaal Aantal instellingen Evolutie Aantal instel lingen ,8% ,5% , , ,54% , , ,5% * In de totalen van het secundair onderwijs zijn nu ook, in tegenstelling tot het jaarverslag van 008, de middelen opgenomen uit het transitiefonds voor het GO!. 5

26 Volgende kaartjes geven het effect weer dat het nieuw financieringssysteem heeft op de regionale verdeling van de werkingsmiddelen voor het secundair onderwijs. Het nieuwe financieringssysteem is in werking getreden vanaf het schooljaar In dit nieuwe systeem zijn niet enkel de leerlingenaantallen en de gekozen studierichtingen in een school bepalend voor de werkingsmiddelen, maar wordt er ook rekening gehouden met vier leerlingenkenmerken (namelijk de opleiding van de moeder, de buurt waarin de jongere woont, de taal die thuis gesproken wordt en het al dan niet krijgen van een schooltoelage). De kaartjes maken een vergelijking mogelijk van de verdeling van het budget tussen regio s en gemeenten in een bepaald schooljaar, én van het budget over de schooljaren heen. Uit de eerste vergelijking van de kaarten vóór en na het nieuwe financieringssysteem blijkt dat het budget in niet meer zo evenredig verdeeld is over de steden en gemeenten als in het schooljaar Er heeft duidelijk een verschuiving plaatsgevonden naar de grotere steden. Vooral de scholen in de as Brussel-Antwerpen ondervinden een gunstig gevolg van de nieuwe regelgeving. Een vergelijking tussen de budgetten over de schooljaren heen, leert dat de secundaire scholen in alle steden en gemeenten in een hogere financieringsschaal zijn terecht gekomen. In deze cijfers zijn de werkingsmiddelen voor de scholen van het GO! niet opgenomen, omdat AgODi deze middelen niet toekent aan de scholen, maar aan de scholengroepen op basis van criteria die de Raad van het Gemeenschapsonderwijs vaststelt. Het GO! is echter een engagement aangegaan om rekening te houden met de leerlingenkenmerken bij deze verdeling. Op die manier kunnen we een soortgelijke evolutie veronderstellen in het gemeenschapsonderwijs. De cijfers houden geen rekening met het effect dat eventuele herstructureringen van scholen hebben op de verdeling van de werkingsmiddelen. Werkingsmiddelen per leerling

27 Werkingsmiddelen per leerling Overzicht van bijkomende toelagen per schooljaar secundair onderwijs aantal instellingen Nascholing** ICT-middelen Integratietoelagen* ICT-infrastructuur Onderwijs aan huis Uitrusting nijverheidsscholen Bedrijfsstages aantal instellingen aantal instel- Evolutie lingen ,59% ,6% ,80% ,84% 38,6% ,70% Premie knelpuntberoepen ,46% Deeltijdse vorming ,06% * De integratietoelagen voor de scholen van het GO! zijn opgenomen in de dotatie van de scholengroepen. ** Na de publicatie van het AgODi-jaarverslag 008 werd er aan de scholen nog een derde schijf voor de toelage nascholing betaald voor het schooljaar Bijkomende toelagen De integratietoelagen zijn toelagen voor scholen die leerlingen in een geïntegreerd onderwijstraject (GON) begeleiden in het gewoon onderwijs. De stijging van de integratietoelagen in het secundair onderwijs vindt haar verklaring in dezelfde factoren als in het basisonderwijs. In het secundair onderwijs nam het aantal GON-leerlingen de voorbije schooljaren duidelijk toe: van.34 in tot.675 in De scholen ontvangen jaarlijks middelen voor de nascholing van hun personeel. De stijging van de nascholingsmiddelen is louter een gevolg van een indexering. 7

28 In 009 zijn middelen voor ICT (ICT-coördinatie) licht gedaald. Dat is een gevolg van een daling van het globale aantal leerlingen in het secundair onderwijs. De ICT-middelen worden namelijk berekend op basis van het aantal leerlingen. Om de onderwijsinstellingen uit te rusten met informatie- en communicatietechnologie en om de leerkrachten met die nieuwe technologieën vertrouwd te maken, heeft de overheid gedurende twee schooljaren een inhaaloperatie voor ICT-infrastructuur gedaan. Vanaf het schooljaar werd deze toelage niet meer uitbetaald. In het secundair onderwijs is onderwijs aan huis een relatief nieuwe maatregel die nog steeds aan bekendheid wint. Als gevolg daarvan neemt het aantal aanvragen in verder toe. De toename van de toelagen bedrijfsstages is een gevolg van de uitbreiding van het aantal rechthebbende scholen van /3 naar alle secundaire scholen. De daling van de middelen voor de premie knelpuntberoepen komt enerzijds voort uit een vermindering van de premie per leerling van 36 euro naar euro en anderzijds uit een beperkte daling van het aantal leerlingen in de betrokken studierichtingen (van 59 naar 5700 leerlingen). De toelagen deeltijdse vorming zijn gestegen. Sinds het decreet van 0 juli 008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap staan de Centra voor Deeltijdse Vorming (CDV's) in voor de organisatie van persoonlijke ontwikkelingstrajecten (P.O.T.'s). Na de screening en het overleg met het CLB kunnen jongeren die nog niet klaar zijn om te gaan werken en te kampen hebben met een multicomplexe problematiek een P.O.T. volgen in het kader van het voltijdse engagement. Werkingsmiddelen voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB s) De CLB s ontvangen werkingsmiddelen die gebaseerd zijn op het omkaderingsgewicht toegekend aan de verschillende centra. In 008 eindigde het NICO-project. De middelen daarvoor werden toegevoegd aan de werkingstoelagen voor de CLB s. Daarbovenop kwam een verhoging van de middelen in 008 met euro euro daarvan komt volledig ten goede van de GOK-werking. Vanaf 008 krijgen de CLB s ook een toelage voor nascholing. In 009 werd daarvoor.000 euro verdeeld volgens de toegekende uren in de centra. 8

29 Werkingstoelagen per net Werkingstoelagen per net Evolutie t.o.v. het vorige jaar go vgo ogo totaal , , , , , , , ,00 % , , , ,00 % , , , ,00 8% , , , ,00,73% Nascholingstoelagen 008 per net Nascholing CLB's GO! VGO OGO Totaal Werkingsmiddelen voor de internaten In het GO! zijn de werkingsmiddelen voor de internaten opgenomen in de dotatie van de betrokken scholengroep. De gesubsidieerde internaten ontvangen een forfaitair bedrag en een bedrag per interne leerling uit het gewoon basis- en secundair onderwijs. Voor de internen die een studietoelage genieten, kent AgODi bijkomende werkingsmiddelen toe. Het aantal internen met een studietoelage vormt de basis voor de verdeling van het beschikbare krediet. Overzicht werkingsmiddelen internaten volgens net en volgens schooljaar Werkingsmiddelen voor de internaten Aantal instellingen GO! VGO OGO Totaal Aantal instellingen Evolutie Aantal instel lingen ,7% ,3% ,44% ,56% 9

30 Bijkomende werkingsmiddelen voor de internaten evolutie Aantal instellingen Aantal instellingen Aantal instellingen VGO ,43% OGO ,99% ,4% GO! Totaal Een evoluerend aantal internen De laatste jaren stijgt het aantal internen. Het overgrote deel van de internen zijn leerlingen uit het gewoon secundair onderwijs. Vooral het aantal internen uit het buitengewoon onderwijs stijgt sterk. Het blijft echter een beperkte groep op het totale aantal internen. Het aantal internen uit het deeltijds secundair onderwijs gaat wat op en neer maar in absolute cijfers blijft het eveneens een kleine groep op het globale aantal internen. Aantal internen evolutie (%) Evolutie (%) Gewoon kleuteronderwijs 7-4,7% 35 0,54% Buitengewoon kleuteronderwijs 9 9 0,00% 7 88,89% ,44%. -,34% ,5% 76 5,03% ,6% ,64% Buitengewoon secundair onderwijs ,6% 38 39,39% Deeltijds secundair onderwijs ,75% 50 -,8% ,7%.9,06% Gewoon lager onderwijs Buitengewoon lager onderwijs Gewoon secundair onderwijs Totaal Werkingsmiddelen voor het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) De instellingen van het deeltijds kunstonderwijs kunnen naast de werkingsmiddelen nog rekenen op bijkomende toelagen voor ICT-coördinatie en nascholing. Werkingsmiddelen deeltijds kunstonderwijs werkingsmiddelen DKO GO! nvt VGO 9.94 OGO Totaal Aantal instel lingen Aantal instel lingen nvt Evolutie Aantal instel lingen nvt 4-5,% ,% ,5%

31 Bijkomende toelagen De middelen voor ICT (ICT-coördinatie) stijgen in het schooljaar met,84%. Zoals in de andere onderwijsniveaus wordt vanaf het schooljaar de toelage voor ICT-infrastructuur niet meer uitbetaald. De toelagen voor nascholing zijn er pas in het schooljaar bijgekomen in uitvoering van CAO VIII. De werkingsmiddelen DKO in het GO! zitten vervat in de dotaties. De Mechelse Beiaardschool krijgt als enige instelling voor deeltijds kunstonderwijs een vast bedrag dat in het begrotingsjaar 004 is vastgesteld op en dat jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor het schooljaar gaat het om Overzicht bijkomende werkingsmiddelen volgens schooljaar Bijkomende werkingsmiddelen ICT-middelen* ICT-Infrastructuur Evolutie Aantal instel lingen Aantal instel lingen nvt nvt Aantal instel lingen Nascholing ,84%,6% * Enkel voor scholen die toetreden tot een samenwerkingsplatform. Meer inschrijvingsgelden In het deeltijds kunstonderwijs betaalt elke leerling inschrijvingsgeld per gevolgde studierichting. De vier toegepaste tarieven evolueren mee met de index. Sommige sociale categorieën zoals werklozen, personen met een handicap, studenten genieten van een verminderd tarief. Alle instellingen storten hun ontvangen inschrijvingsgelden op rekening van het inschrijvingsfonds DKO in de tweede helft van november. Uit dat fonds komt een deel van de salarissubsidies voor de betaling van het personeel. Globaal zijn de inkomsten op basis van de inschrijvingsgelden in 009 met bijna 7% gestegen in vergelijking met het voorgaande jaar. Inschrijvingsgelden deeltijds kunstonderwijs Inkomsten inschrijvingsgeld Schooljaar Schooljaar Schooljaar Aantal scholen Aantal scholen Aantal scholen GO! ,88% VGO ,50% OGO Totaal Evolutie ,0% ,69% 3

32 Omkadering Elk jaar legt AgODi de omkadering vast waarop elke school of scholengemeenschap kan rekenen. Op basis daarvan stellen de scholen hun personeelsbestand samen. Omkadering slaat zowel op lestijden, lesuren en uren leraar als op punten en eenheden. De omkadering bestaat meestal uit verschillende deelpakketten met een specifieke doelstelling. Voor elke soort omkadering gelden specifieke toekenningsvoorwaarden en berekeningswijzen. Het grootste pakket omkadering is de personeelsformatie van het lerarenkorps. Zo is het leerlingenaantal de basis voor de berekening van de leerkrachtenomkadering. Daarnaast kent AgODi ook aanvullende lestijden of specifieke uren toe. Ambitie : het tijdig toekennen van de omkadering AgODi garandeert de omkadering ten laatste op 5 juni mee te delen aan 98% van de scholen en vóór 3 augustus aan alle scholen. De basisscholen ontvingen hun omkadering ook in 009 op tijd. Alleen vier dienstbrieven aan schippersscholen konden pas later opgestuurd worden omdat de regelgeving rond de slapende waak nog verder uitgeklaard moest worden (zie verder). Bijna alle secundaire scholen ontvingen tijdig een correcte dienstbrief omkadering (9 juni). In de scholen met een vierde graad verpleegkunde worden de leerlingen conform de regelgeving pas geteld op 5 juni. Het gaat om 0 scholen. Het is bijgevolg niet mogelijk om midden juni al aan deze secundaire scholen de berekening van de omkadering mee te delen. De scholen met een vierde graad verpleegkunde kregen hun dienstbrief op 6 juni. Omkadering voor het basisonderwijs In het gewoon basisonderwijs zijn de algemene lestijden - lestijden volgens de schalen voor leerkrachten bijna gelijk gebleven. Dat komt door de positieve leerlingenevolutie in het kleuteronderwijs; in het lager onderwijs daalt het aantal leerlingen. Daarnaast zijn er specifieke lestijden voorzien in het kader van: instaplestijden De instaplestijden stijgen met 54% tegenover vorig jaar bedroeg de stijging al 47% - als gevolg van een verbetering aan het herberekeningsysteem voor de instaplestijden in het kleuteronderwijs en een extra investering in het kleuteronderwijs van 0 miljoen euro. Het zorgt voor een snellere toekenning van meer instaplestijden. Vanaf september 008 werd dit systeem op een dubbele wijze versoepeld: De coëfficiënt voor de berekening van de instaplestijden verhoogde van 0,8 naar, waardoor kleuter extra op de instapdag lestijd extra voor de school oplevert. Scholen die geen kleuteronderwijzers vinden, kunnen deze lestijden ook gebruiken om kinderverzorgers aan te stellen. Die uitzonderingsmaatregel geldt 3

33 maar voor schooljaren, en In werd 5,5% van de ingevulde instaplestijden ingenomen door kinderverzorgers. (bron: departement Onderwijs). godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing lichamelijke opvoeding (LO) in het kleuter- en het lager onderwijs het gelijkekansenbeleid (GOK en GOK+) GOK-lestijden zijn aanvullende lestijden die scholen ontvangen op basis van hun kansarmoedeprofiel en waarmee ze leerkrachten kunnen aanwerven om een gelijke kansenbeleid te voeren was het eerste schooljaar van de derde GOK-cyclus. De bevraging voor indicator taal is in deze cyclus aangepast. Vanaf september 008 ging het aantal lestijden/uren voor gelijke onderwijskansen in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs fors omhoog. In het basisonderwijs stijgt het aantal GOKlestijden met 0,56% en de GOK+ lestijden met 3,9%. GOK+ beoogt een maximale ondersteuning en begeleiding van onderwijskansarme kleuters. anderstalige nieuwkomers en gewezen anderstalige nieuwkomers De definitie van onthaalonderwijs werd vanaf september 008 uitgebreid zodat die ook de specifieke groep van kinderen in asielcentra omvat. De evolutie van de omkadering lestijden voor anderstalige nieuwkomers is vergelijkbaar met de stijging van de toelagen voor deze groep. Ook lestijden voor het vervolgtraject (gewezen anderstalige nieuwkomers) zijn gestegen, in navolging van het gestegen aantal anderstalige nieuwkomers. de integratie van anderstaligen ('Rand en Taal'): Deze extra lestijden zijn bedoeld om het Nederlandstalige onderwijs en de integratie van de anderstalige kinderen in de Vlaamse Rand te versterken. Ook hier is vanaf een nieuwe cyclus begonnen. Voor de berekening van het aantal leerlingen van wie de thuistaal niet het Nederlands is, werd nu dezelfde taalindicator gebruikt als in het decreet voor de GOK-ondersteuning. Daardoor krijgen minder scholen lestijden Rand en Taal. Het globale toegekende pakket lestijden Rand en Taal ligt ook lager. kinderverzorging Naast deze specifieke lestijden krijgen basisscholen een puntenenveloppe administratieve ondersteuning. 33

34 Overzicht lestijden, punten en eenheden gewoon basisonderwijs volgens schooljaar Omkadering gewoon basisonderwijs Lestijden volgens de schalen Aantal instel lingen Aantal instel lingen Evolutie Aantal instel lingen omkadering t.o.v ,8% Instaplestijden ,5% Lestijden GodsdienstNCZ-Cultuurbeschouwing ,89% Lestijden LO kleuter ,57% ,4% ,56% nvt nvt ,9% ,64% ,% Lestijden LO lager Lestijden GOK Lestijden GOK+ Lestijden Anderstalige Nieuwkomers (telkens op januari) Lestijden Gewezen Anderstalige Nieuwkomers Lestijden Rand en Taal ,0% Uren Kinderverzorgsters ,48% Punten ICT ,% ,03% ,04% Punten Administratieve Ondersteuning Punten Zorg Punten Zorg+ Punten Stimulus Lestijden Mentorschap Eenheden Korte Vervangingen Onderwijs aan huis (telkens op januari) nvt nvt nvt ,9%.79, , ,7.30 6,98% ,07% 9-3,89% Specifieke instellingen : 4 tehuizen voor kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben en het tehuis Kuurne Ambten studiemeester-opvoeder ,5% Ambten internaatbeheerder ,00% In het buitengewoon basisonderwijs werkt naast onderwijzend personeel ook paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel. De lestijden en de uren voor het paramedisch personeel stijgen. Ze volgen de stijging van het aantal leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs. De aanvullende lestijden en uren worden er vooral gebruikt in het kader van: godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing; de begeleiding van leerlingen in het kader van geïntegreerd onderwijs ( GON ). De evolutie van de GON-eenheden stijgt als gevolg van de jaarlijkse stijging van het aantal GON-leerlingen. 34

35 Het tijdelijk project onderwijsvoorrangsbeleid (OVB) is bedoeld om de onder- wijsachterstand weg te werken en de integratie te bevorderen van kinderen die door hun etnische herkomst en socioculturele en socio-economische omstandigheden leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden ervaren. In afwachting van een grondige hervorming is de toestand van het schooljaar bevroren op basis van het aantal scholen en lestijden op voorwaarde dat de school geen negatief inspectieverslag heeft gekregen. Dat blijft zo tot in het schooljaar NIEUW in 009 Ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen de invoering van de eerste GOK-cyclus, ter vervanging van het onderwijsvoorrangsbeleid (OVB) in het buitengewoon basis- en secundair onderwijs Scholen met veel autochtone en allochtone kansarme leerlingen die door hun sociale, culturele en economische omstandigheden leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden ervaren of risico lopen in een achterstandspositie te raken, krijgen extra lestijden/lesuren voor de begeleiding en ondersteuning van die leerlingen. Vanaf het schooljaar krijgen scholen voor buitengewoon onderwijs met ten minste 40% externe en semi-interne leerlingen type en type 3 die aantikken op de indicator betreffende opleidingsniveau van de moeder, aanvullende lestijden/lesuren op basis van de leerlingenkenmerken. Deze worden berekend op basis van het aantal leerlingen die aantikken op de indicator opleidingsniveau van de moeder en (in combinatie met een andere indicator) thuistaal niet-nederlands. Voor scholen die lestijden/lesuren verliezen bij de overgang van OVB naar GOK in vergelijking met het schooljaar wordt gedurende twee schooljaren een overgangsmaatregel voorzien. Door die extra middelen kunnen scholen beter rekening houden met de taalachtergrond en de diversiteit van elke leerling. Door een efficiëntere aanpak kunnen de leerlingen beter ondersteund worden in hun ontwikkeling. 35

36 de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon onderwijs (ION). Scholen voor buitengewoon onderwijs type krijgen voor de begeleiding van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon onderwijs aanvullende lestijden en een integratietoelage. Vanaf september 008 is de praktijk van toekenning gewijzigd. De vacante en de vrijgekomen plaatsen worden sinds die datum toegewezen aan de leerlingen volgens de datum van aanvraag (en niet langer volgens leeftijd, leerjaren en onderwijsniveaus). 30 begeleidende scholen voor buitengewoon onderwijs ontvangen deze lestijden. Het gaat daarbij over 3 scholen voor buitengewoon basisonderwijs en 7 scholen voor buitengewoon secundair onderwijs. De lestijden ASV ION stijgen als gevolg van de uitbreiding die er in 008 is geweest van het aantal leerlingen dat daarvan kan genieten. de integratie van anderstaligen ('Rand en Taal'). Zoals in het gewoon basisonderwijs is ook voor het buitengewoon basisonderwijs vanaf een nieuwe cyclus begonnen met een nieuwe definitie van de taalindicator. basisscholen voor buitengewoon onderwijs die zich in een noodsituatie bevinden (bijvoorbeeld door een plotse stijging van hun aantal leerlingen) Zij kunnen een beroep doen afwijkingslestijden en uren. de begeleiding van leerlingen met autismespectrumstoornissen (ASS) in het kader van het geïntegreerd onderwijs ( afwijkingslestijden en uren GON ASS ). Het aantal afwijkingslestijden en uren GON-ASS steeg in vergelijking met het schooljaar maar in mindere mate (met,35% in vergelijking tot 8,8% het voorgaande jaar). De stijging hangt in het algemeen samen met de algemene stijging van het aantal GON-leerlingen en het aantal GON-ASSleerlingen in het bijzonder. Nieuw in 009 Om tegemoet te komen aan de steeds toenemende vraag voor extra begeleiding voor kinderen met ASS, worden de afwijkingslestijden en uren GON ASS vanaf het schooljaar verhoogd tot.656 lestijden en uren in het buitengewoon basisonderwijs. Dat is een stijging van,67%. projecten voor buitengewone onderwijsontwikkelingen (PBOO s), bestaande uit: de organisatie van samenwerkingsverbanden tussen het gewoon en het bui- tengewoon basisonderwijs; de integratie van specifieke doelgroepen via GON in het gewoon basisonder- wijs; de optimalisering van de werking t.a.v. autistische kinderen; de verbetering van de opvang in interne leerlingen. In 009 besliste de Vlaamse Regering, op basis van een evaluatie door de onderwijsinspectie over de verlenging van bovenstaande projecten. Daarnaast krijgen buitengewone basisscholen nog een puntenenveloppe administra- tieve ondersteuning. 36

37 Overzicht lestijden, uren, punten, eenheden en afwijkingslestijden en -uren buitengewoon basisonderwijs Omkadering buitengewoon onderwijs Aantal instel lingen Aantal instel lingen Aantal instel lingen Evolutie omkadering Lestijden inclusief LT cursus levensbeschouwelijke vakken* ,00% Urenpakket paramedisch externaat ,5 9 4,3% Eenheden GON ,33% ,00% ,38% Lestijden ASV ION (basis en secundair) ,00% Afwijkingslestijden en uren (noodsituaties) ,06% Afwijkingslestijden en uren (GON ASS) ,35% 57,5 57,5 57,5 0,00% Lestijden onderwijsvoorrangsbeleid Lestijden rand- en taalgrensgemeenten Lestijden project proeftuin PBOO's (50,5 FT) ,00% Punten ICT ,08% Punten Administratieve Ondersteuning ,35% Eenheden Korte Vervanging (inclusief restbudget van het voorgaande schooljaar) ,6% 0, , ,5 97 4,04% Lestijden mentorschap Specifieke instellingen voor buitengewoon onderwijs in het GO! Urenpakket internaat Beheerder internaat Urenpakket opvangcentrum Ambten semiinternaat ,34% ,00% ,94% 6 0 6,5 0 69,5 0 4,95% * Situatie september 37

38 Alle basisscholen krijgen daarnaast mentoruren, punten voor ICT en eenheden voor de vervanging van korte afwezigheden. Daarvoor moeten ze wel deel uitmaken van een samenwerkingsplatform of scholengemeenschap. De daling van de eenheden voor korte vervangingen is een gevolg van een beter gebruik van die eenheden in het voorafgaande schooljaar, waardoor minder resteenheden konden worden overgedragen naar het schooljaar De stijging van de lestijden voor het mentorschap is een gevolg van de uitvoering van CAO VIII. De evolutie in de punten voor ICT en administratieve ondersteuning is gelijklopend aan die van de lestijden. De scholengemeenschappen krijgen een puntenenveloppe stimulus (vrij te besteden punten als aanmoediging om in een scholengemeenschap te stappen). Die enveloppe is lichtjes gedaald. Daarnaast krijgen alle scholengemeenschappen een puntenenveloppe zorg. De scholen van het gewoon basisonderwijs genereren 7,04% meer punten zorg. Die sterke stijging is een gevolg van de integratie van de vroegere puntenenveloppe zorg met die van zorg+ (vanaf schooljaar ) en een derde puntenenveloppe zorg voorzien in CAO VIII. De scholen van het buitengewoon onderwijs generen voor het eerst punten zorg als gevolg van de incorporatie van de vroegere puntenenveloppe zorg+. Naast de scholen voor buitengewoon onderwijs worden ook de medisch-pedagogische instituten, de semi-internaten en opvangcentra van het Gemeenschapsonderwijs beschouwd als instellingen voor buitengewoon onderwijs. Ook die instellingen krijgen een urenpakket als omkadering voor hun werking. Nieuw in 009 Regeling slapende waak voor MPIGO s en opvangcentra Met ingang van september 009 wordt de aanrekening van de nachtprestaties voor de studiemeester-opvoeders internaat opgetrokken. De uren aanwezigheid van een personeelslid gedurende de nacht, tussen het slapengaan en het opstaan van de leerlingen, worden voor vier uur dienst in plaats van voor drie uur aangerekend. Die maatregel heeft een verminderde inzetbaarheid van personeel (overdag) tot gevolg. Die verminderde beschikbaarheid wordt gecompenseerd door de toekenning van een bijkomend urenpakket. 38

39 Omkadering secundair onderwijs Gewoon secundair onderwijs Ook in het gewoon secundair onderwijs zijn er diverse pakketten omkadering. Het basispakket uren-leraar in het gewoon secundair onderwijs is licht gestegen, hoewel de leerlingenpopulatie met 0,3% is afgenomen. Door herstructureringen van secundaire scholen komen er ieder jaar een aantal scholen bij. Dat heeft tot gevolg dat het aantal uren-leraar beperkt stijgt. Het volledige berekeningssysteem is immers gebaseerd op leerlingencoëfficiënten en leerlingenschijven die degressief zijn. Kleinere leerlingengroepen genereren dus meer uren-leraar. De specifieke pakketten omkadering richten zich onder andere op: Het gelijkekansenbeleid (GOK): Scholen met veel kansarme leerlingen krijgen daarvoor extra uren. Vanaf september 008 is een nieuwe driejaarlijkse GOK-cyclus van start gegaan. Het aantal lestijden is fors uitgebreid en het systeem voor het secundair onderwijs vereenvoudigd. De stijging is een gevolg van extra ondersteuning van de scholen die aanvullende uren-leraar kunnen inzetten in de tweede en derde graad secundair onderwijs. Die maatregel is een tegemoetkoming voor de mindere GOK ondersteuning in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs in vergelijking met het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs. Anderstalige nieuwkomers en gewezen anderstalige nieuwkomers Scholen die onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon secundair onderwijs inrichten, krijgen een specifiek pakket uren-leraar toegekend. Het aantal leerlingen ingeschreven in een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) steeg van 8 leerlingen in het schooljaar naar 369 leerlingen in het schooljaar De toename met 5 leerlingen (,4%) is een gevolg van het stijgend aantal nieuwkomers in België. Vooral de groep van niet-begeleide minderjarige asielzoekers is behoorlijk toegenomen. Deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) Het decreet van 0 juli 008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap heeft het volledige deeltijds onderwijs hervormd. Onder meer de omkadering voor de centra deeltijds beroepssecundair onderwijs werd verhoogd. Daardoor stijgt het aantal uren-leraar in het DBSO met bijna 6%. Buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) Scholen voor buitengewoon secundair onderwijs krijgen naast uren voor het onderwijzend personeel een urenpakket voor paramedisch, medisch, orthopedagogisch, psychologisch en sociaal personeel. De voorbije schooljaren steeg het aantal leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs gestaag. Het stijgend leerlingenaantal heeft een toename van de uren onderwijzend personeel en de uren paramedisch personeel tot gevolg. 39

40 De bijkomende uren in het buitengewoon secundair onderwijs worden vooral gebruikt: voor de begeleiding van leerlingen in het kader van geïntegreerd onderwijs ( GON ) ; voor het voeren van een onderwijsvoorrangsbeleid ( OVB ); voor scholen voor buitengewoon onderwijs type. Zij krijgen voor de begeleiding van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon onderwijs aanvullende lesuren en een integratietoelage. Het aantal leerlingen dat daarvan kan genieten wordt uitgebreid van 50 naar 00. In het buitengewoon secundair onderwijs zijn er zeven scholen die ION-leerlingen begeleiden en daarvoor ASV krijgen; Ter ondersteuning van BuSO-scholen die zich in een noodsituatie bevinden (bijvoorbeeld door een plotse stijging van hun aantal leerlingen). Deze scholen kunnen een beroep doen afwijkingslesuren en uren; Voor de begeleiding van leerlingen met autismespectrumstoornissen (ASS) in het kader van het geïntegreerd onderwijs ( afwijkingslesuren en uren GON ASS ). In verschillende secundaire scholen bestaan nog heel wat extra ambten in de categorie van het bestuurspersoneel die als een soort middenkader fungeren. Naast de directeur werken in sommige scholen ook een adjunct-directeur, een technisch adviseur, een technisch adviseurcoördinator (technische scholen), een teeltleider (leraar belast met praktische vakken in de land- en teeltbouw) of een coördinator (DBSO). Het aantal ambten van adjunct-directeur, technisch-adviseur-(coördinator) en teelt- leider blijft vrij stabiel. Het aantal technisch adviseurs en technisch adviseurs-coördinatoren is lichtjes toegenomen. Dat is een gevolg van de toename van het aantal secundaire scholen en een efficiënter gebruik van de resturen op het niveau van de respectieve scholengemeenschappen waarmee bonusambten kunnen worden ingericht. Er is één Centrum voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs bijgekomen ten opzichte van vorig schooljaar. Het Centrum voor Deeltijds Zeevisserijonderwijs is sinds het decreet Leren en Werken immers erkend als CDO. Vanaf het schooljaar hebben de CDO s de mogelijkheid om autonoom te worden voor zover zij een voldoende aantal leerlingen hebben (ten minste 60 leerlingen). Dat betekent dat zij net als de scholen van het voltijds secundair onderwijs recht hebben op één directeur i.p.v. één coördinator. In het schooljaar zijn er vier autonome CDO s. Dat verklaart de daling van het aantal coördinatoren. Daarnaast krijgen secundaire scholen punten toegekend voor het ondersteunend personeel. De punten taak- en functiedifferentiatie zijn nieuw vanaf het schooljaar Ze vormen een voortvloeisel uit de CAO VIII om de werkdruk van de leerkrachten te verminderen en het beleid van de scholen te versterken. Die bijkomende ambten zorgen voor een stijging van het totaal aantal punten ondersteunend personeel. Alle secundaire scholen krijgen uren voor mentorschap en punten voor ICT op voorwaarde dat zij in een samenwerkingsplatform of scholengemeenschap zitten. De lesuren voor het mentorschap zijn gestegen als gevolg van CAO VIII. Een herschikking van de middelen voorzien voor de leraren-in-opleiding en de stijging van de gemiddelde loonkost (+3%) binnen een gesloten enveloppe liggen daarvan aan de basis. Tijdelijke vervangingen van leraren, technisch adviseurs en technisch adviseurs-coördinatoren tijdens hun bedrijfsstages waren al mogelijk vanaf het schooljaar Dat tijdelijke project was beperkt tot een derde van het totale aantal secundaire scholen, maar werd uitgebreid. Vanaf september 008 vormen de bedrijfsstages een optie voor alle secundaire scholen en alle personeelsleden van het secundair onder- 40

41 wijs met uitzondering van de directeurs en adjunct-directeurs en het meester-, vak- en dienstpersoneel van het Gemeenschapsonderwijs. Dat verklaart de stijging van de middelen voor bedrijfsstages met 06,77%. Knelpunt bij korte afwezigheden van het personeel in het secundair onderwijs is het vinden van geschikte vervangers. In liep voor het secundair onderwijs een alternatief proefproject waarbij vervangingen konden gebeuren voor alle afwezigheden van minimaal zes en maximaal negen werkdagen. Vanaf het schooljaar verandert dat. Voor het secundair onderwijs geldt dan hetzelfde systeem als voor het basisonderwijs in Binnen een samenwerkingsplatform kunnen de scholen afspraken maken voor een eigen beleid voor de vervangingen van korte afwezigheden. Ten slotte krijgen ook de 8 scholengemeenschappen nog extra uren toegekend. De scholengemeenschappen verdelen deze uren zelf onder hun scholen. NIEUW in 009 Eengemaakte puntenenveloppe Vanaf het schooljaar krijgt elke scholengemeenschap en elke secundaire school die niet tot een scholengemeenschap behoort een globale puntenenveloppe. De globale puntenenveloppe dient enerzijds om op het niveau van de instelling het kader bestuurspersoneel (uitgezonderd het ambt van directeur, inherent aan elke instelling) en ondersteunend personeel in te vullen en anderzijds om op het niveau van de instelling en van de scholengemeenschap een beleid inzake taak- en functiedifferentiatie gestalte te geven. De globale puntenenveloppe is een ontkleurde enveloppe, wat betekent dat binnen bepaalde krijtlijnen en onder bepaalde voorwaarden het gebruik ervan vrij is. In tegenstelling tot voorheen kent de overheid dus geen aparte omkaderingsmiddelen toe in de vorm van respectievelijk één of meer betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur, technisch adviseur-coördinator, technisch adviseur, coördinator (DBSO), punten ondersteunend personeel, punten taak- en functiedifferentiatie en forfaitaire punten scholengemeenschap. Al die afzonderlijke middelen worden nu geïntegreerd in één geheel zonder dat de berekeningswijze veranderd is. De resultaten in alle vermelde berekeningscategorieën worden dus omgezet naar punten die worden samengevoegd op het niveau van de scholengemeenschap. De invoering van de globale puntenenveloppe zorgt bijgevolg niet voor extra ambten of uren voor de scholengemeenschappen en scholen, wel voor meer keuzevrijheid in het gebruik. GOK in het BuSO Zie basisonderwijs. 4

42 Extra middelen voor GON Om tegemoet te komen aan de steeds toenemende vraag voor extra begeleiding voor kinderen met ASS, worden de afwijkingslesuren en -uren in het schooljaar verhoogd tot 880 lesuren en uren in het secundair onderwijs. Het gaat om een stijging van 7%. Overzicht omkadering secundair onderwijs Omkadering secundair onderwijs Aantal instellingen Aantal instellingen Aantal instellingen Evolutie Gewoon voltijds secundair onderwijs Uren volgens schalen ,04% Ambten adjunctdirecteur ,8% Ambten TA/TAC incl bonusambten ,8% Ambten teeltleider ,0% Uren GOK ,53% ,60% ,40% ,99% ,35% 44, 7, 9 3-9,4% ,88% Ambten adjunctdirecteur 0,00% Ambten TA/TAC ,09% ,34% ,88% ,46% ,64% Afwijkingslesuren en uren 'noodsituaties' ,75% Afwijkingslesuren en uren GON ASS ,00% Punten ondersteunend personeel Extra uren OKAN Deeltijds beroepssecundair onderwijs Uren volgens schalen Ambten coördinator Uren OKAN Buitengewoon secundair onderwijs Uren onderwijzend personeel Uren paramedisch personeel Eenheden GON* Uren onderwijsvoorrang Punten ondersteunend personeel 4

43 Secundair onderwijs Punten taak- en functie differentiatie** ,79% Punten ICT ,% Mentoruren ,4% Eenheden vervanging korte afwezigheden Eenheden bedrijfsstages ,77% ,00% ,00% Scholengemeenschappen Extra uren scholengemeenschappen Begeleiding gewezen OKAN-leerlingen * Gecorrigeerde cijfers van ** aan 8 scholengemeenschappen en 85 scholen die niet behoren tot een scholengemeenschap Omkadering CLB s De omkadering voor de CLB s wordt om de drie jaar berekend. Dat gebeurt op basis van de leerlingenaantallen, de taakbelasting, de aanwezigheid van kansarme leerlingen in de scholen waarmee een beleidsplan of -contract is afgesloten en de densiteit. De huidige verdeling van de omkaderingsgewichten is geldig voor de schooljaren , en Vanaf september 009 volgt een nieuwe driejaarlijkse periode. Omkaderingsgewicht CLB s per net Omkaderingsgewicht per net GO! periode lineair VGO extra lineair OGO extra lineair Totaal extra totaal lineair totaal extra totaal og ,60 78,60.680,0 30,70 68,50 35,50.87,0 344,80.63, ,69 9,44.778,8 6,44 84,60 38,57.43,57 347,45.779, ,49 73,4.860,97,66 98,44 44,04.558,90 339,94.898, ,7 64,80.855,38 34,0 0,56 38,0.556,65 337,0.893,66 Omkadering internaten Alle internaten, van alle netten, kunnen een beheerder aanstellen. Het ambt van studiemeester-opvoeder was tot enkel voorzien voor de internaten van het Gemeenschapsonderwijs. In uitvoering van cao VIII is vanaf september 008 ook in de gesubsidieerde internaten een studiemeester-opvoeder voorzien. Zijn de internen uitsluitend leerlingen van het secundair onderwijs, dan zijn er twee gesubsidieerde betrekkingen voorzien. Verblijven ook leerlingen van het basisonderwijs in het internaat, dan zijn het er tweeënhalf. Cao VIII heeft ertoe geleid dat in de gesubsidieerde internaten in totaal 4,5 opvoeders bijkomend zijn gesubsidieerd. 43

44 Omkadering internaten basisonderwijs en secundair onderwijs Internaten Beheerders Opvoeders Internaten Beheerders Opvoeders Internaten Beheerders Opvoeders GO! VGO ,5 OGO ,5 Totaal Ook de drie internaten van het buitengewoon secundair onderwijs van het GO! (één is autonoom, de twee andere zijn verbonden aan een BuSO-school) hebben een internaatsbeheerder. Die internaten ontvangen ook een omkadering in de vorm van een urenpakket. Dat urenpakket maakt integraal deel uit van de berekening voor de BuSO-school plus internaat. De verdeling van de uren tussen school en internaat is de volledige autonomie van de inrichtende macht. Voor het autonome internaat (tehuis) gaat het om 05 uren in het schooljaar Omkadering Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) De gewone omkadering in het deeltijds kunstonderwijs geldt voor alle instellingen. Ze bestaat uit een gedeelte voor onderwijzend personeel en een gedeelte voor bestuurs- en administratief personeel. Daarnaast krijgen alle DKO-instellingen uren-leraar voor mentorschap en punten voor ICT-coördinatie op voorwaarde dat zij toetreden tot een samenwerkingsplatform. De evolutie van de personeelsomkadering loopt ongeveer gelijk met de aangroei van de leerlingenpopulatie. De mentoruren zijn gestegen als gevolg van CAO VIII. Van de 67 DKO-instellingen hebben twee scholen geen recht op punten voor ICT-coördinatie omdat ze niet aangesloten zijn bij een samenwerkingsplatform. Overzicht omkadering DKO Omkadering Deeltijds Kunstonderwijs instellingen instellingen instel lingen Evolutie uren onderwijzend personeel ,03% uren bestuurs- en administratief personeel 7.300, , ,50 67,8% mentoruren 88,6 67 9,8 67 5, ,36% punten ICTcoördinatie* ,94% tijdelijke projecten ,53% Een aantal instellingen krijgt extra omkadering voor de organisatie van (een) tijdelijk(e) project(en). Tijdelijke projecten dienen om gedurende een bepaalde periode inhoudelijke en bestuurlijke vernieuwingen uit te testen. De Vlaamse Regering keurt ze goed. Waardevolle tijdelijke projecten kunnen na verloop van tijd organiek worden. Een overzicht: 44

45 Inhoudelijke tijdelijke projecten in het DKO Overzicht inhoudelijke tijdelijke projecten Afdeling Aantal projecten Aantal organiserende scholen aantal projecten Aantal organiserende scholen aantal projecten Aantal organiserende scholen Beeldende Kunst Podiumkunsten Totaal DKO Bestuurlijke tijdelijke projecten krijgen vorm in zes regionale samenwerkingsverbanden. Herstructureringen en programmaties Het onderwijslandschap verandert. Er komen nieuwe scholen bij. Andere scholen sluiten, herstructureren of fusioneren. Om te kunnen rekenen op financiering of subsidiëring moeten alle scholen voldoen aan de rationalisatienorm. Die norm is meestal gebaseerd op het aantal leerlingen op de eerste schooldag van februari van het voorafgaande schooljaar. Uitzonderlijk kan de teldag voor het bepalen van de rationalisatienorm de eerste schooldag van oktober zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval voor secundaire scholen in afbouw of bij herstructureringen in het basisonderwijs. Jaarlijks kijkt AgODi na of scholen die norm behalen. Is dat niet het geval en de basisscholen kunnen geen gebruik maken van het genadejaar (als een school of een onderdeel van een school op een teldag niet voldoet aan één of meerdere rationalisatienormen maar de teldag ervoor wél, dan blijft die toch gefinancierd of gesubsidieerd: ze krijgt een genadejaar), dan moeten zij herstructureren, fuseren of sluiten. Voor scholen van het secundair onderwijs heeft de inrichtende macht de keuze uit fuseren, afbouwen, sluiten of een afwijking op de rationalisatienorm aanvragen. AgODi verstuurt in dat kader preventief brieven aan basisscholen die gebruik maken van het genadejaar, met de boodschap dat dit alleen maar onder voorwaarden in de toekomst opnieuw mogelijk is. Basisscholen die de normen net halen of de normen maar met of leerlingen overschrijden, krijgen een brief waarin hen wordt gewezen op de gevolgen van een daling in de leerlingenaantallen. Enkel in het secundair onderwijs kan met een programmatie ook de programmatie van nieuwe studierichtingen worden bedoeld. De programmatie van studierichtingen is onderworpen aan een specifieke regelgeving. Basisonderwijs Wat zijn mogelijke herstructureringen in het gewoon basisonderwijs? Het gaat steeds om de oprichting of afschaffing van vestigingsplaatsen of onderwijsniveaus of het afsplitsen van leerlingengroepen naar nieuwe scholen. In het buitengewoon basisonderwijs komt daar nog bij dat er een wijziging kan zijn van types (oprichting, omvorming of afschaffing). 45

46 Het laten samensmelten van twee of meer scholen tot één school is geen herstructurering maar een fusie. Bij een fusie kunnen de oorspronkelijke scholen verdwijnen of kan één van de scholen blijven bestaan en de andere opslorpen. In het basisonderwijs werd vanaf september 008 het systeem van de verschillende telmomenten voor het behalen van de programmatie- of rationalisatienormen sterk vereenvoudigd. Bij programmatiescholen lopen de telmomenten voor de berekening van het lestijdenpakket, het werkingsbudget en de programmatienormen voortaan gelijk; De afwijkingen op de normen worden afgeschaft; Er komt een genadejaar voor de rationalisatienormen. Overzicht programmaties, herstructureringen en fusies gewoon basisonderwijs Gewoon basisonderwijs Oprichting volledig nieuwe school Door zelfstandig worden vestigingsplaats Fusies van scholen 4 0 Stopzetting school 4 Oprichting vestigingsplaats Afschaffen vestigingsplaats Oprichting niveau Afschaffing niveau 4 Afwijkingen rationalisatienorm (t.e.m. schooljaar ) Genadejaar (niet behalen van de rationalisatienorm) 0 Tabel: Overzicht programmaties, herstructureringen en fusies buitengewoon basisonderwijs Buitengewoon basisonderwijs Oprichting type : T 0 Oprichting type : T3 Oprichting type: T4 0 0 Oprichting type: T Oprichting kleuterniveau 0 Oprichten type T3 en kleuterniveau en vestigingsplaats 0 0 Oprichten type T3 en afschaffen vestigingsplaats 0 0 Oprichten vestigingsplaats aangrenzend 0 3 Oprichten vestigingsplaats niet aangrenzend (afwijkend) 0 0 Afschaffen type T 0 0 Afschaffen vestigingsplaats 0 0 Fusies Einde omvorming T4 naar T3 0 0 Afwijkingen op de rationalisatienorm (t.e.m. schooljaar ) 0 0 Genadejaar (niet behalen van rationalisatienorm op /0) vanaf

47 Secundair onderwijs Nieuwe scholen ontstaan door afsplitsing van een bestaande school of door de oprichting van een totaal nieuwe school. Het tweede, een totaal nieuwe school, is vrij uitzonderlijk. Overzicht herstructureringen in het secundair onderwijs Herstructureringen en programmaties in het gewoon secundair onderwijs Fusie door opslorping Eigenlijke fusie 4 4 Fusie gevolgd door afsplitsing (waarbij het aantal scholen gelijk blijft) Afsplitsing van een bestaande school (waarbij een nieuw schoolnummer wordt toegekend) Nieuwe school Gesloten school Totaal De meeste programmaties zijn het gevolg van een intern herstructureringsproces. Het programmeren van nieuwe studierichtingen in het secundair onderwijs is onderworpen aan een specifieke regelgeving. Voor heel wat richtingen worden er geen bijzondere procedures voorgeschreven en volstaat het dat de scholengemeenschap akkoord gaat met de uitbreiding van het studieaanbod. S-richtingen zijn studierichtingen waarvan de oprichting heel wat extra investeringen vraagt of een heel specifieke knowhow vergt. Het aanbod van deze richtingen moet afgestemd zijn op de noden van de arbeidsmarkt in Vlaanderen. Een school die een S-richting wil opstarten of een studierichting die behoort tot een studiegebied die deze school nog niet inricht, moet een zware programmatieprocedure volgen. De Vlaamse Regering beslist na advies van de Vlaamse Onderwijsraad, de inspectie en AgODi of de school daarvoor de toelating krijgt. De voorbije jaren dienden scholen heel wat aanvragen in voor studierichtingen binnen de studiegebieden sport en personenzorg. De programmatieaanvragen voor het schooljaar vormen daarop geen uitzondering. Er werd een nieuw studiegebied toegevoegd aan de lijst van de bestaande studiegebieden, zijnde maatschappelijke veiligheid. Soms vragen scholen ook verschillende studierichtingen aan voor het daaropvolgende schooljaar. Voor het schooljaar werden er programmatieaanvragen ingediend waarvan er 88 door de Vlaamse Regering werden goedgekeurd. Ter vergelijking: voor het schooljaar waren er 79 programmatieaanvragen ingediend (57 goedgekeurd) en het schooljaar daarvoor ging het om 90 aanvragen (54 goedgekeurd). Overzicht van het aantal goedgekeurde programmatieaanvragen en het aantal betrokken scholen. 47

48 Programmaties schooljaar studierichting studiegebied aantal e graad Latijn ASO ASO e graad wetenschappen ASO ASO 3e graad autotechnieken TSO auto 3e graad tweewielers en lichte verbrandingsmotoren BSO auto 3e leerjaar 3e graad mecanicien voor onderhoud en herstel van motorfietsen BSO auto e graad beeldende en architecturale kunsten KSO beeldende kunsten 3e graad vrije beeldende kunst KSO beeldende kunsten e graad duurzaam wonen BSO bouw 3 e graad techniek-wetenschappen TSO chemie 3e graad farmaceutisch technisch assistent TSO chemie 3e graad productie- en procestechnologie TSO chemie 3e graad multimediatechnieken TSO graf. Comm. en media e graad handel TSO handel 3e leerjaar 3e graad logistiek BSO handel 3e leerjaar 3e graad medico-sociale administratie TSO handel 3e graad koel- en warmtetechnieken TSO koeling en warmte 3e leerjaar 3e graad industriële koeltechnieken TSO koeling en warmte 3e leerjaar 3e graad koeltechnische installaties BSO koeling en warmte 3e leerjaar 3e graad bloemsierkunst BSO land- en tuinbouw 3e leerjaar 3e graad gespecialiseerde dierenverzorging BSO land- en tuinbouw 3 3e leerjaar 3e graad groenbeheer en -verfraaiing BSO land- en tuinbouw e graad haarzorg BSO lichaamsverzorging 3e graad haarzorg BSO lichaamsverzorging 3e graad maritieme vorming BSO maritieme opleidingen 3e graad vliegtuigtechnieken TSO mechanica-elektriciteit 3e leerjaar 3e graad kunstvormgevingstechnieken TSO mechanica-elektriciteit 3e leerjaar 3e graad bouw historische muziekinstrumenten BSO muziekinstrumentenbouw 3e leerjaar 3e graad contactologie-optometrie TSO optiek e graad sociaal-technische wetenschappen TSO personenzorg 3e graad jeugd- en gehandicaptenzorg TSO personenzorg 3e graad organisatiehulp BSO personenzorg 3e leerjaar 3e graad organisatie-assistentie BSO personenzorg 3e leerjaar 3e graad tandartsassistentie TSO personenzorg 3e graad dans KSO podiumkunsten e graad lichamelijke opvoeding en sport TSO sport 3 e graad sport ASO sport e graad topsport TSO sport 3e graad lichamelijke opvoeding en sport TSO sport 3e graad wiskunde-topsport ASO sport 3e leerjaar 3e graad sport- en vrijetijdsanimatie TSO sport 3e graad productie- en procestechnologie TSO textiel

49 3e graad onthaal en public relations TSO toerisme 3e leerjaar 3e graad public relations TSO toerisme 3e leerjaar 3e graad assistent voedingsindustrie TSO voeding Programmaties schooljaar studierichting studiegebied aantal e graad economie ASO ASO 3e graad tweewielers en lichte verbrandingsmotoren BSO auto 3e graad vrachtwagenchauffeur BSO auto 3e leerjaar 3e graad mecanicien voor onderhoud en herstel van motorfietsen BSO auto e graad beeldende en architecturale vorming KSO beeldende kunsten e graad bouw- en houtkunde TSO bouw 3e graad ruwbouw BSO bouw e graad techniek wetenschappen TSO chemie e graad publiciteit en etalage BSO decoratieve technieken e graad fotografie TSO fotografie 3e leerjaar 3e graad logistiek BSO handel 5 3e graad koelinstallaties BSO koeling en warmte 3e leerjaar 3e graad industriële koeltechnieken TSO koeling en warmte 3e leerjaar 3e graad bloemsierkunst BSO land- en tuinbouw 3e leerjaar 3e graad grime TSO lichaamsverzorging e graad basismechanica BSO mechanica-electriciteit 3e leerjaar 3e graad integrale veiligheid TSO maatschappelijke veiligheid 4 3e leerjaar 3e graad veiligheidsberoepen BSO maatschappelijke veiligheid 4 3e graad podiumtechnieken TSO mechanica-elektriciteit 3e leerjaar 3e graad vliegtuigtechnicus TSO mechanica-elektriciteit 3 3e graad optiektechnieken TSO optiek 3e leerjaar 3e graad contactologie en optometrie TSO optiek 3e graad orthopedietechnieken TSO orthopedische technieken e graad sociale en technische wetenschappen TSO personenzorg e graad verzorging - voeding BSO personenzorg 3e graad organisatiehulp BSO personenzorg 3e leerjaar 3e graad leefgroepenwerking TSO personenzorg 3e leerjaar 3e graad organisatie-assistentie BSO personenzorg 5 3e leerjaar 3e graad tandartsassistentie TSO personenzorg 3 e graad woordkunst-drama KSO podiumkunsten 3e leerjaar 3e graad bijzondere muzikale vorming KSO podiumkunsten e graad sportwetenschappen ASO sport e graad topsport-sportinitiatie BSO sport 4 3e graad lichamelijke opvoeding en sport TSO sport 3e graad topsport-sportinitiatie BSO sport 3 3e leerjaar 3e graad sportclub- en fitnessuitbater TSO sport 4 3e leerjaar 3e graad dentaaltechnieken en supra-structuren TSO tandtechnieken 3e leerjaar 3e graad public relations TSO toerisme 49

50 NIEUW in 009 De invoering van een programmatiestop voor studierichtingen en scholen Het decreet van 8 december 009 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 00 heeft een programmatiestop ingevoerd. Die programmatiestop kwam er om budgettaire redenen maar ook als bewarende maatregel in afwachting van een hervorming van het secundair onderwijs. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de Vlaamse Regering nog programmaties toestaan. De programmatieprocedure werd grondig gewijzigd. Niet alleen aanvragen voor specifieke studierichtingen en nieuwe studiegebieden, maar ook alle andere studierichtingen moeten een zware goedkeuringsprocedure ondergaan. Ook de programmatie van scholen moet aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd. Verder vallen ook nog de overhevelingen en omvormingen onder de programmatiestop. De Vlaamse Regering beslist na advies van de VLOR, de onderwijsinspectie en AgODi. De wijziging van de programmatieprocedure heeft een sterke toename van het aantal programmatieaanvragen tot gevolg. Concreet gaat het om alle programmatieaanvragen die betrekking hebben op het schooljaar 00-0 en volgende. Buitengewoon secundair onderwijs In het buitengewoon secundair onderwijs zijn programmaties mogelijk van scholen, vestigingsplaatsen, opleidingsvormen en opleidingen binnen opleidingsvorm 3. Drie scholen programmeerden opleidingsvorm 4 in het schooljaar Deeltijds kunstonderwijs Vanaf is in het deeltijds kunstonderwijs ook een programmatie van nieuwe instellingen mogelijk, naast filialen, graden en studierichtingen. In het schooljaar (programmatie-aanvragen ) kwamen in totaal elf programmatiedossiers binnen bij AgODi (voor twee instellingen, vijf filialen, twee studierichtingen en twee graden). Het aantal gestarte programmaties (aanvragen vorig schooljaar ) bedroeg negen, waarvan zes filialen, twee studierichtingen en één graad. 50

51 Vervoerskosten en de bestaanszekerheidvergoeding voor busbegeleiders Stijgende kosten voor een duurzaam woon-werkverkeer in 009 Het agentschap betaalt de vervoerskosten terug die de inrichtende machten/schoolbesturen prefinancieren voor personeelsleden die per fiets of met het openbaar vervoer naar het werk komen. AgODi doet dat voor alle onderwijsniveaus, dus ook voor het volwassenenonderwijs en de hogescholen. In 009 betaalde AgODi de saldi uit voor de vervoerskosten van 008. AgODi betaalde ook één voorschot uit voor een totaal bedrag van euro of ongeveer 36% van de door de scholen te prefinancieren middelen. In 008 bedroeg dat voorschot nog 50%. In 009 werden ongeveer,5 miljoen euro minder kredieten ter beschikking gesteld dan in 008. Vervoerskosten openbaar vervoer en fietsvergoeding Evolutie Aantal fietsers ,3% Totale kost fietsvergoeding ,7% Kost per fietser ,7% Aantal km / eenheid op jaarbasis ,7% Kost per km 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 Aantal gebruikers openbaar vervoer ,34% Totale kost openbaar vervoer ,88% Kost per gebruiker ,7% Totale kost ,69% 5

52 Totale kost openbaar vervoer Totale kost fietsvergoeding Meer fietsers, meer gebruikers van het openbaar vervoer In 007 daalde het aantal fietsers nog met % en de totaalkost voor de fietsvergoeding met 4%. In 008 is het aantal fietsers opnieuw fors toegenomen met 4%. Het aantal abonnementen openbaar vervoer steeg met 4%, de totaalkost voor het openbaar vervoer met 0%. Dat impliceert, zoals vorig jaar, een duidelijke stijging van de kost per abonnement. De globale kostprijs voor 008 lag,6% hoger dan in 007, een stijging die toe te schrijven is aan het stijgend aantal gebruikers en de toenemende kostprijs van het openbaar vervoer. Bestaanszekerheidvergoeding busbegeleiders Vanaf juli 007 krijgen busbegeleiders voor het leerlingenvervoer een bestaanszekerheidvergoeding voor de maanden juli en augustus. Ze moeten daarvoor voldoen aan enkele voorwaarden. Zo moeten ze met een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn binnen het gewoon en buitengewoon basisonderwijs en het secundair onderwijs. De inrichtende macht/het schoolbestuur betaalt de vergoeding uit en vraagt het bedrag terug aan AgODi. In totaal kregen.06 busbegeleiders in 009 een bestaanszekerheidvergoeding. Dat zijn er 5,4% meer dan in

53 Bestaanszekerheidvergoeding busbegeleiders basisonderwijs en secundair onderwijs Bestaanszekerheidsvergoedingen voor busbegeleiders per IM 009 Aantal BB Bedrag Aantal BB Bedrag ,3% 8,% Andere Intercommunale Gemeente Provincie Vrij GO! 40 0,0%,4% ,3% -6,6% ,3% -8,8% ,8% 7,9% 74 TOTAAL Evolutie t.o.v. 008 Aantal dossiers ,6% 5,4% 5,9% 5,8% Vergoedingen voor busbegeleiders per soort onderwijs 009 Gewoon basisonderwijs Gewoon secundair onderwijs TOTAAL gewoon onderwijs Buitengewoon basisonderwijs Buitengewoon secundair onderwijs Evolutie t.o.v. 008 Aantal dossiers Aantal BB Bedrag Aantal BB Bedrag ,3% -3,% ,3% 7,7% ,% 0,% ,3% 4,5% ,7% -0,6% TOTAAL buitengewoon onderwijs ,8% 7,0% TOTAAL ,4% 5,8% Tegemoetkoming in de kosten bedrijfsrevisoren Aan sommige inrichtende machten/schoolbesturen in het gesubsidieerd vrij onderwijs betaalde AgODi in 009 een bedrag uit als tussenkomst in de kosten van een bedrijfsrevisor. Om in aanmerking te komen voor die tegemoetkoming moet het gaan om een vzw die volgens de wet van 7 juni 9 een commissaris voor de financiële controle moet aanstellen. De vzw moet met andere woorden behoren tot de categorie zeer grote vzw. Dat wil zeggen dat de vzw moet voldoen aan volgende voorwaarden: ofwel beschikken over ten minste 00 VTE, ingeschreven in het personeelsregister; ofwel voldoen aan ten minste twee van de volgende voorwaarden; beschikken over ten minste 50 VTE, ingeschreven in het personeelsregister; ten minste EUR aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten boeken (excl. BTW); een balanstotaal vertonen van ten minste EUR. 53

54 Afhankelijk van het beschikbare krediet werden de voorgelegde facturen door de vzw s ter betaling van de commissaris voor maximum 90% terugbetaald. Voor het boekjaar 007 kregen 50 vzw s een totaalbedrag terugbetaald van.6.50 euro. Controle op het gebruik van de middelen en de financieringswet Controle op de omkadering AgODi kent niet alleen een omkadering toe aan de scholen, maar gaat ook na of ze de toegekende personeelsformatie niet overschrijden. Elk schooljaar gebeurt een controle op het gebruik van de omkadering door de scholen. Meestal leidt die controle tot rechtzettingen in de mededeling van de personeelsgegevens. In sommige gevallen kan dat leiden tot terugvorderingen aan de inrichtende macht/het schoolbestuur. In het basisonderwijs wordt voor alle scholen een controle op de omkadering uitgevoerd; in het secundair onderwijs sloeg de controle in op een derde van de scholen. Basisonderwijs Overzicht resultaten controle omkadering basisonderwijs Schooljaar Vastgestelde afwijkingen Aantal terugvorderingen Schooljaar Gecontroleerde scholen Scholen met overschrijding() Secundair onderwijs Overzicht gecontroleerde scholen secundair onderwijs () Na een eerste controle. Het aantal effectieve terugvorderingen is niet geregistreerd. 54

55 Controle op de werkingsmiddelen AgODi gaat jaarlijks via een steekproef bij de schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs na of ze alle toelagen correct gebruiken. De controle gebeurt zowel op de gewone werkingsmiddelen als op de extra middelen zoals de middelen voor nascholing en ICT, die de schoolbesturen alleen daarvoor mogen gebruiken (zogenaamde gekleurde middelen). Middelen die onrechtmatig of niet tijdig werden gebruikt, vordert AgODi terug. Dat gebeurt jaarlijks bij een beperkt aantal scholen dat een deel van de nascholingsmiddelen moet terugbetalen. In het basisonderwijs werden in in totaal voor 9.68 euro nascholingsmiddelen teruggevraagd van de scholen: ten opzichte van het totaal toegekend bedrag aan nascholingsmiddelen bedraagt dat amper 0,%. Overzicht verificaties basisonderwijs Verificaties Basisonderwijs Gewoon BaO Buitengewoon BaO Autonome kleuterschool 6 3 nvt nvt nvt Autonome lagere school Basisschool Totaal Overzicht verificaties secundair onderwijs Verificaties Secundair Onderwijs Gewoon Secundair Onderwijs Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs Buitengewoon Secundair Onderwijs Internaten Totaal Overzicht van de teruggevorderde bedragen nascholingsmiddelen Terugvordering van de nascholingsmiddelen na verificatie bedrag aantal scholen bedrag aantal scholen bedrag aantal scholen Basisonderwijs 4504, , ,97 5 Secundair Onderwijs , Controle op de financieringswet De financieringswet van 6 januari 989 regelt de verdeling van de middelen voor onderwijs tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap. De verdeling gebeurt op basis van het aantal leerlingen van 6 tot en met 7 jaar die regelmatig ingeschreven zijn in een onderwijsinstelling die ingericht of gesubsidieerd wordt door de Vlaamse of Franse Gemeenschap. 55

56 Elk schooljaar controleren de verificatiediensten of leerlingen ingeschreven in de scholen van de Vlaamse Gemeenschap in aanmerking komen voor de telling op de eerste schooldag van februari. In de regio s Antwerpen, Gent, Genk, Mechelen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten alle scholen geverifieerd worden voor de financieringswet. In Vlaams-Brabant is dat 80%, in de rest van Vlaanderen 73,35%. Ook alle scholen met concurrentieel vervoer worden geverifieerd, omdat leerlingen die het voorwerp uitmaken van concurrentieel vervoer op het grondgebied van een andere Gemeenschap zijn uitgesloten uit de telling. De verificatie gaat in de scholen na of de leerlingen van wie de gegevens werden doorgestuurd naar AgODi op de eerste schooldag van februari, leerlingen zijn die in aanmerking komen voor de telling van de financieringswet. Het bestand wordt uitgezuiverd naar anomalieën en de gegevens worden zo veel mogelijk aangevuld. De door het Rekenhof uitgevoerde controles hebben tot volgende correcties van het leer lingenaantal geleid, meegedeeld door de Vlaamse Gemeenschap. Overzicht financierbare leerlingen na controle Overzicht aantal leerlingen na verificatie initiële aantallen correcties Rekenhof gecorrigeerde aantallen Ambitie 3: tijdig verifiëren AgODi verbindt zich ertoe om minimaal 80% van de scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs en van het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs tijdig te verifiëren om op 5 mei de gegevens te kunnen overhandigen aan het Rekenhof. Dat resultaat werd in 009 bereikt! Leermiddelen voor leerlingen of studenten met een handicap Voor leerlingen of studenten en cursisten met een handicap bestaan er leermiddelen om hen het onderwijs in een gewone school te helpen volgen. Die speciale onderwijsleermiddelen waren eerder enkel beschikbaar voor personen met een handicap in het gewoon kleuteronderwijs, lager, secundair, hoger of academisch onderwijs. Vanaf januari 008 genieten ook volwassen cursisten met een auditieve of visuele handicap in een centrum voor basiseducatie of centrum voor volwassenenonderwijs van deze ondersteuning. Wat zijn deze speciale onderwijsleermiddelen? Het kan zowel gaan om doventolken als om 56

57 technische apparatuur (zoals een braillescoop, een leesloep) als om aanpassingen van leerboeken en studiemateriaal of herstellingen van de apparatuur. In het volwassenenonderwijs zijn de middelen beperkt tot het omzetten van lesmateriaal in braille of grootletterdruk en het inschakelen van een tolk (Vlaamse Gebarentaal en/of schrijftolk). Budget speciale onderwijsleermiddelen Speciale Onderwijsleermiddelen Aantal aanvragen Aantal leerlingen, studenten, cursisten Budget In 009 waren er voor alle onderwijsniveaus samen 86 aanvragen voor speciale onderwijsleermiddelen. Van het totale budget voor de speciale onderwijsleermiddelen voor alle onderwijsniveaus werd in % besteed aan de ondersteuning van leerlingen, studenten en cursisten met een auditieve handicap (doventolkondersteuning en kopies notities medestudenten), 5% werd gebruikt voor de ondersteuning van personen met een visuele handicap (o.a. aanpassingen van lesmateriaal en hulpmiddelen). De toegekende hulpmiddelen voor personen met een motorische handicap bedraagt % van het totale budget. Lokale overlegplatforms Lokale overlegplatforms (LOP s) brengen lokale partners samen die op een bepaalde manier de gelijke onderwijskansen van de jongeren in de regio mee kunnen helpen realiseren. Hun leden zijn niet alleen de scholen, CLB s en hun inrichtende machten/schoolbesturen maar ook vertegenwoordigers van de ouderverenigingen, lerarenvakbonden, leerlingenraden, verenigingen waar armen het woord nemen, etnisch-culturele verenigingen, onthaalbureaus, de integratiesector, het onderwijsopbouwwerk, de gemeentebesturen en lokaal relevante socioeconomische en culturele partners. De drie centrale doelstellingen van elke LOP-werking zijn: de realisatie van optimale leer- en ontwikkelingskansen voor alle leerlingen; het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie; het bevorderen van sociale cohesie. In totaal zijn er 70 LOP s actief in prioritair afgebakende gemeenten en regio s in Vlaanderen. Daarvan zijn er 4 voor het basisonderwijs en 9 voor het secundair onderwijs. 9 LOP-deskundigen ondersteunen de LOP-werkingen zowel op organisatorisch als inhoudelijk vlak. De begeleiders diversiteit, tewerkgesteld bij de koepelorganisaties die ze vertegenwoordigen in het LOP, bieden bijkomende ondersteuning. De Vlaamse Regering stelt op voordracht van elk LOP een voorzitter aan voor een periode van vier jaar. 57

58 Nieuw in 009: Engagementsverklaring: nieuwe afspraken tussen ouders en school Vanaf het schooljaar 00-0 moeten scholen een engagementsverklaring opnemen in het schoolreglement. Ouders die in het schooljaar hun kind inschrijven voor het schooljaar 00-0 zullen bij die inschrijving al een school reglement met engagementsverklaring moeten ondertekenen. Die engagementsverklaring is een geheel van wederzijdse afspraken tussen de school en ouders waarin de school duidelijk maakt welke inspanningen en initiatieven ze neemt om de dialoog en samenwerking met de ouders vlot te doen verlopen. Ouders engageren zich tot betrokkenheid. De engagementsverklaring omvat wederzijdse afspraken rond vier thema s: - het oudercontact; - voldoende aanwezigheid op school; - de individuele begeleiding van leerlingen; - het aanmoedigen van leerlingen om Nederlands te leren. De doelstelling van de engagementsverklaring is de ouderbetrokkenheid bij het schoolgebeuren te vergroten zodat de leerkansen van de kinderen worden vergroot. Met betrekking tot het vierde thema (Nederlands) kan de verklaring aanvullende bepalingen bevatten over het positieve engagement van ouders t.a.v. de onderwijs taal. Dat kan alleen als de basis- of secundaire school behoort tot een LOP en er daarover een akkoord bestaat in het LOP. AgODi maakte in 009 een draaiboek op om de LOP s te ondersteunen bij de uitvoering van die opdracht. Naast aandacht voor het regelgevend kader bevat het draaiboek ook concrete tips over het informeren en sensibiliseren van de betrokkenen (praktijkvoorbeelden i.v.m. goede ouderparticipatie uitwisselen, themagroepen rond taal en ouderparticipatie opzetten, andere bepalingen formuleren over positief engagement t.a.v. onderwijstaal). In 009 boog een leescommissie zich over de beleidsplannen van de LOP s waarin ze hun doelstellingen op korte, middellange en lange termijn vastlegden. De besluiten en aanbevelingen van de leescommissie werden voorgesteld op een vormingsdag die AgODi en de VLOR samen organiseerden rond het thema (Zelf)evaluatie van de LOP s: hoe kijken naar resultaten van de LOP s?. Voor de uitwerking van die studiedag werd ook een beroep gedaan op de studiedienst van de Vlaamse overheid. In het kader van de beleidsplannen werd ook een vorming-op-maat opgezet over Hoe schrijf ik een goed strategisch meerjarenplan voor mijn organisatie?. Tegen de start van een nieuwe termijn voor de LOP-voorzitter bereidt AgODi een portfolio voor die LOP s kunnen gebruiken bij de opmaak van nieuwe beleidsplannen en voortgangsrapportages. Het jaar 009 kenmerkte zich ook door een verdere intensifiëring van de samenwerking tussen AgODi en de VLOR. In die periode vonden onder andere een aantal geslaagde en druk bijgewoonde samenkomsten plaats onder de noemer Focus op LOP-werking. In dat nieuwe concept van regio-overleg wordt een concrete LOP-werking toegelicht en worden reflectie 58

59 momenten voorzien waarbij deelnemers, LOP-deskundigen, voorzitters en begeleiders diversiteit hun ervaringen, bevindingen, mogelijkheden en knelpunten met elkaar kunnen uitwisselen. In Antwerpen vertaalde zich dat in een gezamenlijke studiedag i.s.m. met de provincie Antwerpen rond de instroom in B in het secundair onderwijs. In Tienen was het centrale thema van het regio-overleg Naschoolse begeleiding ; in Mechelen ging het over Draagkracht en carrouseljongeren. Daarnaast werden ook drie gezamenlijke vormingsdagen georganiseerd rond actuele ontwikkelingen in het inschrijvingsbeleid, rond (zelf)evaluatie en rond participatieprocessen in de LOP s. Met die laatste vorming werd meteen ook opvolging gegeven aan de eerder geformuleerde beleidsaanbeveling in het AgODi-jaarverslag van 008 om de huidige participatiestructuren kritisch te evalueren in het licht van de opkomst en de betrokkenheid van de leden. Alle LOP s zijn verplicht om een omgevingsanalyse van de gelijke onderwijskansen in hun regio op te maken. Een analyse van die gegevens moet toelaten knelpunten te detecteren en prioritaire actiepunten te formuleren voor het LOP. In opvolging van de beleidsaanbeveling uit het AgODi-jaarverslag 008 om LOP s te versterken bij de opmaak van hun omgevingsanalyses, werd in 009 een themagroep Omgevingsanalyse opgericht. Deze themagroep wil o.a. werk maken van een starterskit voor de LOP s. Daarnaast komt er ook een brochure met praktische tips, informatie én een uitgebreid vormingsaanbod. In 00 worden deze ambities verder uitgewerkt. In het jaarverslag LOP dat in 00 is gepubliceerd, komen verder nog volgende beleidsaanbevelingen naar voren. Methodologisch kader van strategische meerjarenplanning verder promoten Vanuit de vaststelling dat het methodologisch kader van strategische meerjarenplanning nog niet door alle LOP s verworven is, pleiten we voor de voortzetting van een doorgedreven vormingsprogramma voor voorzitters, deskundigen en begeleiders diversiteit. Met het oog op de opmaak van nieuwe beleidsplannen voor de periode 0-0 / 03-04, is het belangrijk dat in dit programma voldoende aandacht wordt besteed aan: Het belang van visieontwikkeling, de positionering t.a.v. andere relevante stakeholders en gedocumenteerde omgevingsanalyses om de selectie van doelstellingen te staven; Het SMART formuleren van doelstellingen en afgeleide acties; het expliciteren van belangrijke randcondities; het formuleren van beoogde resultaten in termen van prestaties en effecten (meetbaar/ evalueerbaar) ; Het methodisch/planmatig werken in termen van voorbereiden/plannen, uitvoeren, opvolgen/evalueren en bijsturen/verankeren en het structureel verankeren van de LOP-werking (netwerking). Op vraag ook van de LOP s is het aangewezen om tegen de tijd dat nieuwe beleidsplannen moeten worden opgemaakt, een methodologische handleiding ter beschikking te stellen waarin naast theoretische achtergronden en handvatten voor het opstellen van een beleidsplan, ook voldoende aandacht wordt besteed aan de aanpak van het groeps- en schrijfproces. Visieontwikkeling m.b.t. samenwerking LOP s en gemeenten verder stimuleren Met het in voege gaan van het decreet op het flankerend onderwijsbeleid, wilde de decreetgever de gemeenten aanzetten tot het uittekenen van een sterk lokaal onderwijsbeleid. Als lokaal bestuur achtte de decreetgever de gemeenten bijzonder goed geplaatst om de lokale regie op 59

60 te nemen en linken te leggen tussen scholen, de verschillende beleidsdomeinen waarvoor ze zelf bevoegd zijn én andere lokale partners. Omdat zowel LOP s als gemeenten initiatieven kunnen nemen op het terrein van de gelijke onderwijskansen, bouwde het decreet een aantal expliciete waarborgen tot samenwerking met de LOP s in. Hoe deze samenwerking echter concreet vorm en inhoud moest krijgen, werd niet verder aangegeven. De decreetgever was ervan overtuigd dat de wijze waarop gemeenten en LOP s complementair / subsidiair aan elkaar kunnen werken zodanig wordt bepaald door de voorgeschiedenis en lokale context, dat het uitwerken van algemene regelingen weinig zinvol werd geacht. Een analyse van de wijze waarop de afstemming tussen de LOP-werking en de gemeenten in 009 procedureel vorm kreeg, maakt alvast duidelijk dat op het vlak van visieontwikkeling m.b.t. wijze waarop kan samengewerkt nog een hele weg af te leggen is: Plaats, taak, rol die het LOP kan opnemen binnen een gemeentelijk vormgegeven onderwijs(kansen)beleid; Wijze waarop deze plaats, taak en rol kan worden vertaald naar concrete samenwerkingsvormen; Wijze waarop deze plaats, taak en rol kan worden vertaald naar een concrete taakverdeling. Het intensiever promoten van hulpmiddelen/instrumenten als beleidsplannen, jaarplannen, vergaderkalenders, agenda s, uitwisselen wederzijdse verslaggeving... kunnen mogelijk belangrijke eerste opstappen zijn om LOP s en gemeenten te stimuleren tot het (verder) ontwikkelen van een gezamenlijke visie over hun toekomstige samenwerking. Eerste resultaten van de experimentele aanmeldingsprocedure voor inschrijvingen Naar aanleiding van de jaarlijks terugkerende kampeertoestanden die zich op een aantal plaatsen voordeden, kunnen scholen van een LOP voor de inschrijvingen die betrekking hebben op de schooljaren en 00-0 experimenteren met een aanmeldingsprocedure. Die procedure moet ervoor zorgen dat ouders hun kinderen, vooraf aan de inschrijvingsperiode, kunnen aanmelden en een intentie tot inschrijving kenbaar maken. Voor de aanmeldingsprocedure kunnen andere criteria dan de chronologie de rangorde voor inschrijving van de leerlingen bepalen. De gehanteerde criteria moeten wel objectief te rechtvaardigen zijn, in verhouding staan tot de vooropgelegde doelen, de non-discriminatieregels respecteren en verifieerbaar zijn. Geografische criteria zijn alleen mogelijk in het basisonderwijs. Het LOP moet de experimentele aanmeldingsprocedure goedkeuren en evalueren. Voor de inschrijvingen met betrekking tot het schooljaar maakten enkel scholen van het LOP basisonderwijs Gent en het LOP secundair onderwijs Leuven gebruik van de experimenteermogelijkheid. Die aanmeldingen en inschrijvingen vonden in de loop van het schooljaar plaats. Met betrekking tot schooljaar 00-0 keurden ook volgende LOP s een experimentele aanmeldingsprocedure goed voor de inschrijvingen die startten in het voorafgaande schooljaar : - LOP secundair onderwijs Gent - LOP basisonderwijs Antwerpen 60

61 - LOP basisonderwijs Brussel - LOP secundair onderwijs Brussel - LOP secundair onderwijs Regio Mechelen Ook het LOP basisonderwijs Gent en het LOP secundair onderwijs Leuven hadden de intentie om hun experimentele aanmeldingsprocedure voor de inschrijvingen betreffende schooljaar 00-0 voort te zetten. Commissie Leerlingenrechten De commissie Leerlingenrechten behandelt klachten over weigeringen van inschrijvingen. AgODi staat in voor het secretariaat van de commissie. Sinds de oprichting van de commissie daalt het aantal klachten, maar in 009 is er een opmerkelijke stijging van het aantal klachten in het secundair onderwijs. De oorzaak daarvan is niet duidelijk. Klachten commissie Leerlingenrechten Aantal klachten commissie Leerlingenrechten basisonderwijs secundair onderwijs totaal Leerplichtcontrole Spijbelactieplan In juni 006 lanceerde de toenmalige minister van Onderwijs en Vorming, Frank Vandenbroucke, het spijbelactieplan. Het plan bevat twaalf groepen van acties die de voedingsbodem voor spijbelen moeten wegnemen. De ontwikkeling van een positief schoolklimaat en een intens contact met leerlingen en ouders staan centraal. AgODi werkt actie mee aan de uitvoering van het spijbelactieplan: De procedure van leerplichtcontrole werd uitgebreid en versneld vanaf het schooljaar De leerplichtcontrole in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ging van start vanaf het schooljaar De melding van problematische afwezigheden in het basisonderwijs werd ingevoerd vanaf het schooljaar AgODi heeft ook stappen gezet om de gegevensuitwisseling met de buurlanden over de inschrijving van kinderen te onderzoeken en werkt aan een uitwisseling van gegevens met Nederland. Het spijbelactieplan vormde ook de aanzet om een aantal concrete afspraken te maken met belangrijke partners in de opvolging van spijbelen. Zo is er een samenwerkingsprotocol afgesloten met de parketcriminologen Jeugd en Gezin voor de opvolging van de dossiers bij 6

62 de parketten en met de Franse Gemeenschap wat betreft de leerplichtcontrole in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Controle op de inschrijvingen (leerplichtonderwijs) Elk schooljaar controleert AgODi of alle leerplichtige kinderen in Vlaanderen aan de leerplicht voldoen. AgODi vergelijkt daarvoor de bestanden van het rijksregister van alle kinderen die in het Vlaams Gewest wonen met de databanken van AgODi (inschrijvingen in onderwijsinstellingen, huisonderwijs, vrijstelling van de leerplicht ). AgODi schrijft de ouders aan van kinderen die niet in zijn databanken voorkomen. In een volgende stap worden de gemeenten ingeschakeld. Als een leerling effectief niet voldoet aan de leerplicht of als er informatie ontbreekt, stuurt AgODi de dossiers van die leerlingen door naar de parketten. Uitzonderingen daarop zijn de dossiers die AgODi zelf opvolgt. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de ouders van gehandicapte kinderen niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid tot vrijstelling van de leerplicht. Acties leerplichtcontrole Evolutie t.o.v Overzicht aantal acties leerplichtcontrole ,0% aantal naar ouders ,0% aantal naar gemeenten ,95% ,6% aantal leerplichtigen aantal naar parket Resultaten leerplichtcontroles Overzicht van de resultaten na de leerplichtcontrole Evolutie Leerplichtige leerlingen ,0% Ingeschreven in een onderwijsinstelling ,05% Al een diploma ,75% Vrijstelling van de leerplicht ,89% ,3% ,% Ingeschreven in een school van de Franse Gemeenschap ,5% Ingeschreven in een buitenlandse school ,65% ,6% Verblijft niet meer in het Vlaams Gewest Volgt huisonderwijs Antwoord niet toereikend Controle op de inschrijvingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De leerplichtcontrole in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ging van start vanaf het schooljaar Na een vergelijking van de leerplichtigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met de databanken van de Franse en Vlaamse Gemeenschap, bleek dat er 6.5 leerlingen niet ingeschreven waren in een onderwijsinstelling. 6

63 Een gemeenschappelijke cel, die uit ambtenaren van de Vlaamse en Franse Gemeenschap bestaat, staat in voor die controle. Ouders kregen een brief en een herinneringsbrief. Bleven die onbeantwoord, dan werden de dossiers doorgegeven aan de 9 Brusselse gemeenten. Dat was het geval voor.389 dossiers. Uiteindelijk bleven er 67 leerlingen over, van wie dossier aan het parket werd doorgestuurd. Het parket heeft echter de dossiers teruggestuurd naar AgODi en zich niet bevoegd verklaard. AgODi voert, samen met het kabinet, gesprekken met het Parket van Brussel en de administraties Welzijn om tot een oplossing te komen. De in- en uitschrijvingen Blijven leerlingen die ingeschreven zijn in een school, ook naar school gaan? In het basisonderwijs zorgt de procedure van schoolverandering ervoor dat een leerling pas wordt uitgeschreven in één school, als hij/zij is ingeschreven in een andere school. Op de derde schooldag van september en op de eerste schooldag van oktober en februari heeft een centrale controle plaats op de dubbele inschrijvingen. Alle scholen moeten op de derde schooldag van september de aan- en afwezigheden van de kinderen op de eerste drie schooldagen doorgeven. Kinderen die problematisch afwezig waren en/of niet ingeschreven zijn op een van de drie eerste schooldagen, worden verder opgevolgd. De ouders krijgen een brief waarin staat dat zoiets niet kan. Dat was zo voor de ouders van 646 leerlingen uit het basisonderwijs en 40 leerlingen uit het secundair onderwijs. In het secundair onderwijs brengen de scholen vanaf de eerste schooldag van oktober, en dat tijdens het hele schooljaar, AgODi op de hoogte van alle in- en uitschrijvingen. AgODi volgt op of er na elke uitschrijving ook een inschrijving volgt. Als dat niet het geval is, dan schrijft AgODi de uitschrijvende school, de inschrijvende school wanneer die gekend is, het CLB en de ouders aan. In waren er 0.07 uitschrijvingen na oktober. De grote meerderheid van die leerlingen (7.50 of 87,%) schreef zich daarna opnieuw in. Op.569 uitschrijvingen volgde geen nieuwe inschrijving. In de cijfers nemen we wel enkel de leerlingen in beschouwing die in het begin van het schooljaar nog minderjarig zijn. De grote meerderheid van deze leerlingen (7.50 of 87,%) schreef zich in de loop van het schooljaar opnieuw in het secundair onderwijs in dat gesubsidieerd of gefinancierd wordt door de Vlaamse overheid. In schreven.65 leerlingen zich uit na oktober leerlingen (87,4%) schreven zich daarna opnieuw in in het Vlaamse secundair onderwijs. Op.666 uitschrijvingen volgde geen inschrijving. Dit kunnen dus leerlingen zijn die mogelijk niet meer aan de leerplicht voldoen. We merken wel op dat een aanzienlijk deel van deze leerlingen (45%) in de loop van het schooljaar meerderjarig werd en dus niet meer leerplichtig was. Nog anderen stapten bijvoorbeeld over naar een Syntra of gingen naar het buitenland. Daarnaast hebben we ook een zicht op het tijdig of laattijdig inschrijven van leerplichtige leerlingen in het secundair onderwijs. Sinds zenden de scholen hun aanwezigheidsgegevens door van de eerste drie schooldagen. Dit zorgt ervoor dat we sinds dat schooljaar een inschrijving als laattijdig beschouwen na 3 september in plaats van na oktober. Dit verklaart de grote stijging in het schooljaar

64 Overzicht inschrijvingen secundair onderwijs Overzicht inschrijvingen Tijdige inschrijvingen % Laattijdige inschrijvingen % ,5 53 (na oktober) 0,5 98, (na 3 september) , 99, ,8 Controle op het regelmatig schoolbezoek (basisonderwijs en secundair onderwijs) Om aan de leerplicht te voldoen moet een kind niet enkel ingeschreven zijn, maar ook regelmatig aanwezig zijn op school. Elke afwezigheid die niet gewettigd is, registreert de school als een problematische afwezigheid. Een problematische afwezigheid van meer dan 0 halve dagen moet de school melden aan het CLB. De school en het CLB werken dan samen om de leerling in kwestie te begeleiden. Ze houden de stappen die ze nemen bij in een begeleidingsdossier. De verificateur van AgODi controleert in de school het aanwezigheidsregister, de wettigingen van afwezigheden (zoals medische attesten) en de begeleidingsdossiers. Naast het administratieve luik gaat hij/zij aan de hand van verschillende documenten en gesprekken na of de school de nodige begeleidingsinspanningen gedaan heeft rond de problematische afwezigheden. De verificateur gaat daarbij enkel na of er continuïteit in de begeleiding is en of er voldoende begeleidingsinspanningen zijn geleverd. Hij of zij velt geen oordeel over de opportuniteit van de genomen maatregelen. De verslagen van de verificateurs leveren zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens op over de registratie en opvolging van afwezigheden. Elk jaar verliest een aantal leerlingen het statuut van regelmatige leerling na de verificatiecontroles. In 008 waren dat er 3, in Huisonderwijs In België is er geen schoolplicht. Aan de leerplicht voldoen, kan ook door het volgen van huisonderwijs. Huisonderwijs wordt individueel of in collectief verband (bijvoorbeeld in privéscholen) georganiseerd. De ouders bekostigen het zelf. Ouders die kiezen voor huisonderwijs, moeten een verklaring van huisonderwijs indienen bij AgODi. De onderwijsinspectie gaat via steekproeven na of het huisonderwijs voldoet aan de voorwaarden. Na twee negatieve controles moet de leerplichtige toch worden ingeschreven in een school. Aantal leerlingen in huisonderwijs Aantal leerlingen in huisonderwijs Basisonderwijs Secundair onderwijs Meer informatie vindt u in het jaarverslag Huisonderwijs. 64

65 Spijbelen in het basisonderwijs en secundair onderwijs Vanaf het schooljaar is de schooltoelage gekoppeld aan de aanwezigheid op school voor de leerlingen van het voltijds secundair onderwijs en vanaf het schooljaar voor de leerlingen van het deeltijds secundair onderwijs en het basisonderwijs. Wie tijdens twee opeenvolgende schooljaren 30 of meer halve schooldagen problematisch afwezig was, heeft geen recht op een schooltoelage. AgODi heeft een brief gestuurd naar de ouders van de leerlingen uit het voltijds secundair onderwijs met een melding van 30 of meer halve schooldagen problematische afwezigheid in het schooljaar De brief maakte ook duidelijk wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn voor de schooltoelage wanneer die leerlingen ook in opnieuw 30 of meer halve schooldagen problematisch afwezig zouden zijn. AgODi verstuurde daartoe 4. brieven. De begeleiding van leerlingen die problematisch afwezig zijn, gebeurt in eerste instantie vanuit de lokale context. Overzicht aantal meldingen van problematische afwezigheden in het basisonderwijs Overzicht problematische afwezigheden basisonderwijs Aantal meldingen 797 % t.o.v. leerplichtige schoolbevolking 0,7 Overzicht aantal meldingen van problematische afwezigheden in het secundair onderwijs Evolutie t.o.v Overzicht problematische afwezigheden secundair onderwijs Aantal meldingen % t.o.v. leerplichtige schoolbevolking ,, 5,89 Zorgwekkende dossiers van problematische afwezigheden Zorgwekkende dossiers zijn dossiers waarbij elke vrijwillige begeleiding zonder resultaat blijft. Er is dan sprake van totale onwil bij de ouders en/of de leerling. Is er volgens de school of het CLB sprake van een zorgwekkend dossier, dan kunnen zij dat dossier overmaken aan AgODi. Elk dossier omvat een chronologisch overzicht met de stappen van de school, het CLB en eventuele externe hulpverleningsdiensten met daarbij een individuele registratiefiche van de afwezigheden. In een brief waarschuwt AgODi de ouders voor de eventuele strafrechtelijke sancties als ze zich blijven onttrekken aan de wet op de leerplicht. Het totale aantal ingestuurde dossiers bedroeg in , in Dat is een daling van bijna 5% ten opzichte van het vorige schooljaar. In was het aantal zorgwekkende dossiers echter gestegen met 70% ten opzichte van het schooljaar

66 Startbanenprojecten Jongeren voor Scholen en Verkeersveiligheid In de startbanenprojecten Scholen voor Jongeren Jongeren voor Scholen (JoJo) en Verkeersveiligheid (VeVe) werken laaggeschoolde, vaak kansarme, jongeren in scholen en lokale besturen. Zo doen ze over een periode van maximaal drie jaar werkervaring op en krijgen ze de kans om een bijkomende kwalificatie, bijvoorbeeld een diploma van het secundair onderwijs, te behalen. Doel van de startbanenprojecten is de kansen van die jongeren op de arbeidsmarkt te verhogen. Tegelijk krijgen scholen en lokale besturen op een zinvolle manier versterking. De coördinatie van de startbanenprojecten gebeurt binnen AgODi door drie coördinatoren. De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming financieren samen de startbanenprojecten. In het JoJo-project werken jongeren als preventiemedewerkers aan secundaire scholen of als onderhoudsmedewerkers bij scholengemeenschappen van het basis- of het secundair onderwijs. Ook jongeren uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) worden deeltijds ingeschakeld. In het VeVe-project werken jongeren als startbaners verkeersveiligheid aan een verkeersveilige schoolomgeving. 0 jongeren werken als schoolspotters aan veilig openbaar vervoer bij lokale besturen. Resultaten van de startbanenprojecten Uit de cijfers van 009 blijkt dat de startbanenprojecten hun kwetsbare doelpubliek bereiken. Alle jongeren zijn laaggeschoold en bij het VeVe-project is de helft van de jongeren kansarm (definitie volgens het opleidingsniveau van één van de ouders en/of de startbaner zelf). Bij het JoJo-project loopt het aandeel kansarme jongeren zelfs op tot twee derde van het totale aantal startbaners. In het JoJo-project zijn 4% allochtone jongeren tewerkgesteld. Het VeVe-project slaat vooral aan bij autochtone jongeren (8%). Binnen dit project werken de allochtone jongeren vooral in het schoolspottersproject (4% van de schoolspotters). Overzicht aantal startbaancontracten Aantal contracten JoJo VeVe Het aantal contracten van VeVe is gelijk gebleven vergeleken met 008. Bij JoJo zien we een kleine daling. In 009 werd een onderzoek uitgevoerd naar het deelproject onderhoud binnen het JoJo-project. Uit dat onderzoek komt duidelijk naar voren dat de scholengemeenschappen zeer tevreden zijn over de aanwezigheid van een onderhoudsmedewerker in de scholengemeenschap. De JoJo-medewerker zorgt namelijk voor een verlichting van de werkdruk van het (onderhouds)personeel en is financieel interessant voor de scholengemeenschap. Ook voor de start- 66

67 baner levert de tewerkstelling voordelen op. Zo wordt voor de jongere in kwestie een vlottere doorstroming naar de arbeidsmarkt mogelijk. Budgetten Budgetten lonen startbanen (Vlaams)* Gepland Besteed % ,00 54, ,80 74, ,37 76,9 Budgetten Vorming JoJo Gepland Besteed % ,69 78, ,40 76, ,55 84,7 Budgetten Vorming Verkeersveiligheid Gepland Besteed % ,50 55, , ,5 99,9 *Bij deze bedragen werd geen rekening gehouden met vakantiegeld en eindejaarstoelage Meer details over het onderzoek zijn te vinden in het jaarrapport van de startbanenprojecten. Daar kan men ook algemene tewerkstellingscijfers terugvinden voor alle deelprojecten. Tussen de schoolbanken en de arbeidsmarkt: leerlingenstages Sinds het schooljaar vraagt AgODi jaarlijks gegevens op over de leerlingenstages in het secundair onderwijs. De stagegegevens hebben betrekking op de leerlingen van de 3e graad KSO/TSO/BSO, de 4e graad BSO, het vervolmakingsjaar BSO en de leerlingen uit de e fase OV, de kwalificatiefase OV3 en de 3e graad KSO/TSO/BSO OV4. Het inrichten van stages is geen verplichting tenzij dat werd opgenomen in het gehanteerde leerplan van de betrokken studierichting. In 009 kwamen 608 scholen in aanmerking voor het doorsturen van gegevens van leerlingenstages op basis van hun studieaanbod. Het departement Onderwijs en Vorming analyseert de gegevens samen met het beleidsdomein dat bevoegd is voor Werk. Die gegevens worden bijvoorbeeld ook gebruikt bij de opvolging van de sectorconvenanten. 67

68 Nieuw in 009: HBO en Se-n-Se Op september 009 zijn in het Vlaamse onderwijs twee nieuwe vormen van onderwijs ingevoerd: het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het secundair na secundair (Se-n-Se). Het betreft vormen van onderwijs die leiden tot een kwalificatie van niveau 4 (Se-n-Se) of 5 (hbo) in de Vlaamse kwalificatiestructuur. In de Vlaamse opleidingenstructuur situeren ze zich tussen het secundair en het bachelorniveau. Er ontstaat geen apart onderwijsniveau. Juridisch behoort Se-n-Se tot het secundair onderwijs, hbo tot het hoger onderwijs. De opleidingen zijn in de eerste plaats bedoeld om in te spelen op de behoeften van al wie na het behalen van het diploma secundair onderwijs via korte trajecten een beroepskwalificatie wil verwerven. Ze bestaan uit zowel op te richten als bestaande opleidingen die allemaal leiden tot een onderwijskwalificatie gebaseerd op ten minste één beroepskwalificatie. Gemeenschappelijke kenmerken zijn onder meer hun arbeidsmarktgerichtheid (vandaar de sterke inbedding van het werkplek leren) en hun korte duur. Se-n-Se-opleidingen worden georganiseerd door instellingen van het voltijds secundair onderwijs. Ze zijn in de eerste plaats voor jongeren bedoeld. Alle specialisatiejaren TSO/KSO zijn vanaf september 009 automatisch omgezet naar opleidingen Se-n-Se. Naast de naamsverandering zijn er echter nog een aantal belangrijke wijzigingen: - de toelatingsvoorwaarden worden uitgebreid; - in plaats van een getuigschrift krijgen de geslaagde leerlingen op het einde van het schooljaar een certificaat; - organisatie per semester van deze studierichtingen met alle daaraan verbonden gevolgen (twee teldata, twee mogelijke start(instap)data voor de leerlingen, extra datum bij uitgestelde beslissingen); - afschaffing van de omkadering uren godsdienst-zedenleer; - mogelijkheid om uren-leraar over te dragen naar een hogeschool waarmee wordt samengewerkt. Deze uren worden dan een krediet; - alle Se-n-Se s worden specifieke studierichtingen. HBO-opleidingen worden door centra voor volwassenenonderwijs en hogescholen georganiseerd. De enige uitzondering daarop is de opleiding hbo 5 verpleegkunde (vroeger: vierde graad beroepssecundair onderwijs verpleegkunde) die door instellingen van het voltijds secundair onderwijs wordt georganiseerd. Doelgroepen voor het hbo zijn zowel jongeren als volwassenen (op verschillende momenten in hun loopbaan), wat het levenslang leren bevordert. 68

69 Informatiepunt voor ouders en leerlingen Ouders en leerlingen met vragen over het basis- of secundair onderwijs kunnen terecht bij het Informatiepunt. Het Informatiepunt voor ouders en leerlingen beantwoordt zowel schriftelijke als mondelinge vragen. Ook vragen van burgers aan de minister van Onderwijs en Vorming of aan zijn kabinet komen er terecht. In 009 ontving het informatiepunt rechtstreeks 468 schriftelijke vragen voor het basisonderwijs. Ze werden conform de vraag per brief of per beantwoord. Per week kwamen er gemiddeld 50 telefonische vragen binnen. Het Informatiepunt beantwoordde 74 schriftelijke vragen in opdracht van het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming. Over het secundair onderwijs beantwoordde het Informatiepunt in 009 ongeveer 40 telefonische oproepen en 55 s per week. In het secundair onderwijs werden 98 schriftelijke vragen beantwoord in opdracht van het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming. Commissie Zorgvuldig Bestuur Zorgvuldig bestuur betekent dat onderwijsinstellingen zich in de dagelijkse werking aan een aantal principes moeten houden met betrekking tot: Kosteloosheid; Eerlijke concurrentie; Verbod op politieke activiteiten; Handelsactiviteiten; Reclame en sponsoring; Participatie in het gesubsidieerd onderwijs. Wie informatie wenst over de rechten en plichten op het vlak van zorgvuldig bestuur kan dat via een eenvoudige vragenprocedure (uitgezonderd voor het principe van de participatie). Voor de behandeling van conflicten is er een klachtenprocedure. De commissie Zorgvuldig Bestuur bestaat uit een Kamer bevoegd voor het basisonderwijs en een Kamer bevoegd voor het secundair onderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding, het deeltijds kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs. De commissie behandelt klachten en vragen die te maken hebben met alle onderwijsniveaus in een gemeenschappelijke zitting. De voorzitter, bijgestaan door een secretaris van AgODi, oordeelt over de ontvankelijkheid van de vragen en klachten. Hij houdt daarbij rekening met de bevoegdheden van de commissie Zorgvuldig Bestuur en de procedurevoorschriften. De commissie stelt haar advies of beslissing op binnen een vastgestelde termijn. 69

70 Overzicht aantal behandelde dossiers Zorgvuldig Bestuur Kostenbeheersing basisonderwijs Kosteloze toegang secundair onderwijs Eerlijke concurrentie 0 Politieke activiteiten 4 Handelsactiviteiten 5 3 Reclame en sponsoring Participatie vrij onderwijs Totaal Geïnteresseerd? U leest daarover meer in het jaarverslag 009 van de commissie Zorgvuldig Bestuur. Kleuterparticipatie Het schooljaar kreeg de titel Jaar van de Kleuter. Dat schooljaar werd 0 miljoen euro uitgetrokken voor de verdere versterking van het kleuteronderwijs. Daarnaast werden belangrijke initiatieven ontwikkeld die ook in werden voortgezet. In het kader van kleuterparticipatie is er een samenwerking uitgebouwd met Kind en Gezin. Daarnaast kwamen in ook een aantal decretale initiatieven tot stand over de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen de school en de ouders in het basis- en secundair onderwijs. Toelichting over de engagementsverklaring kunt u terugvinden bij het onderdeel over de LOP s. Nieuw in 009 -Toelatingsvoorwaarden leerlingen in het gewoon lager onderwijs Voor het gewoon lager onderwijs zijn vanaf het schooljaar 00-0 extra toelatingsvoorwaarden van kracht. Om toegelaten te worden moet een leerling, net zoals voordien het geval was, zes jaar zijn vóór januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken vóór januari van het lopende schooljaar, moet het kind aan één van de volgende voorwaarden voldoen: - het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en in die periode gedurende ten minste 0 halve dagen aanwezig zijn geweest; - voldoen aan een proef die de kennis van het Nederlands, nodig om het lager onderwijs aan te vatten, peilt; - beschikken over een bewijs dat de leerling het voorafgaande schooljaar onderwijs heeft genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie. 70

71 Daarnaast is nog een afwijkingsmogelijkheid voorzien voor kinderen die vijf jaar worden vóór januari van het lopende schooljaar. Ook die kinderen kan men inschrijven in het lager onderwijs. Het kind moet dan wel voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - het voorgaande jaar ingeschreven zijn in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 85 halve dagen aanwezig zijn geweest; - slagen voor de voornoemde taalproef. Hoewel de voornoemde toelatingsvoorwaarden pas gelden voor het schooljaar 00-0, heeft deze nieuwe regelgeving ook al gevolgen voor het schooljaar Vanaf dan kunnen kleuters namelijk een voldoende aantal halve dagen aanwezigheid in het kleuteronderwijs opbouwen om het schooljaar daarna toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs. De inrichtende machten/schoolbesturen fungeren als werkgever van de personeelsleden in het onderwijs: dit zijn de scholengroepen (GO!), de gemeente- en provinciebesturen (OGO) en de vzw s (VGO). De inrichtende machten/schoolbesturen staan in voor het personeelsbeleid en zijn verantwoordelijk voor het werven, benoemen, ontslaan van hun personeelsleden. AgODi betaalt via het zogenoemde derdebetalersysteem de salarissen en andere vergoedingen rechtstreeks uit aan deze personeelsleden, voor zover aan een aantal voorwaarden is voldaan: dit zijn de financierings- en subsidiëringsvoorwaarden. De werkstations Een werkstation is verantwoordelijk voor de personeelsdossiers van de scholen van één onderwijsniveau binnen één regio. Per school en steeds vaker ook per scholengemeenschap - is er zo één aanspreekpunt voor alle aspecten van het personeelsbeheer. Elk werkstation bestaat uit een groep van dossierbeheerders. De werkstations streven ernaar om, in partnerschap met de scholen, de salarissen van het onderwijspersoneel die in de Vlaamse Gemeenschap werken correct en tijdig uit te betalen. Opdrachten voor de werkstations: De werkstations verzorgen het dossierbeheer en staan in voor de salarisberekening en uitbetaling van de personeelsleden. Ze ontvangen en verwerken de opdrachten tot betaling, ze behandelen personeelszaken als ziekteverlof, bevallingsverlof, diverse verlofstelsels, arbeidsongevallen, vaste benoemingen en beheren het personeelsdossier. 7

72 De werkstations gaan na of de aanstelling van de personeelsleden valt binnen de omkadering waarop een school recht heeft en of de personeelsleden voldoen aan de voorwaarden voor financiering of subsidiëring. Steeds vaker ondersteunen de werkstations de scholen bij de toepassing van de complexe personeelsreglementering en treden zij op als actieve informatieverstrekkers. De afdeling Advies en Ondersteuning Onderwijspersoneel en de afdeling ICT Vanaf 995 is het informatiseringsproces volop van start gegaan. Via het communicatiepakket Edison (Elektronisch Doorgeven van Informatie tussen Schoolinstellingen en Onderwijsadministratie) komen de persoonsgegevens, betalingsopdrachten, dienstonderbrekingen van de personeelsleden gestructureerd in het elektronisch personeelsdossier (EPD) terecht en niet langer via papieren formulieren. Ook de verwerking van de gegevens gebeurt grotendeels automatisch. Gegevens als barema s, noemers, hoofdambt, anciënniteit, dienstonderbreking worden vertaald in betalingsparameters en opgeslagen in het elektronische dossier (EPD). Op basis van de gegevens van het EPD of van de manuele input berekent het salarissysteem, een oude maar cruciale informaticatoepassing, het bruto- en nettosalaris, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage. Het salarissysteem genereert de verschillende noodzakelijke bestanden zoals die voor de uitbetaling aan de personeelsleden, de salarisbrief, de aanrekening van deze uitgaven op de loonkredieten en de stortingen aan andere overheidsinstanties (Financiën, RSZ, RKW ). Twee ondersteunende afdelingen (de afdeling Advies en Ondersteuning Onderwijspersoneel en de afdeling ICT) van AgODi staan in voor het onderhoud van het salarissysteem en het EPD en de verwerking van de output van het salarissysteem (versturen van betalingsuittreksels, aanrekening op de begroting, opmaak betalingsopdrachten, vervullen van de fiscale en sociale verplichtingen zoals DMFA en DIMONA). Personeel in cijfers Personeelsleden in het onderwijs worden op verschillende manieren geteld. Het tellen van het aantal fysieke personen, het aantal budgettaire fulltime equivalenten of het aantal personeeldossiers leiden elk tot een eigen uitkomst. De cijfers over het aantal fysieke personen en budgettaire fulltime equivalenten (BFT) zijn afkomstig uit de Statistische Jaarboeken. Het tellen van de personeelsdossiers die AgODi beheert en afhandelt vormt de derde telmogelijkheid. In de personeelsevolutie van het globale onderwijsveld zien we sinds een stijging van het totaal aantal unieke personeelsleden met 6,0%. Een overzicht: 7

73 Evolutie van betaalde personen in alle onderwijsniveaus (januari) Stijging t.o.v. het vorige schooljaar 0,68% 0,6% 0,74%,8%,00%,% Stijging t.o.v. schooljaar ,68% 0,84%,59%,79% 4,85% 6,0% Fysieke personen De fysieke personen worden geregistreerd in het onderwijsniveau en -net waar ze de grootste lesopdracht hebben. Het aantal personeelsleden daalt opvallend in het buitengewoon basisonderwijs en stijgt in de categorie 'andere'. Dat komt omdat vanaf het schooljaar een hercodering van de personeelsleden van de internaten werd toegepast. In het verleden werden die personeelsleden in rekening gebracht bij het onderwijsniveau van de school waaraan het internaat verbonden was. Nu worden ze toegewezen aan de categorie 'andere'. De stijging in de categorie andere is daarenboven een gevolg van CAO VIII waardoor vanaf het schooljaar ook in de gesubsidieerde internaten een studiemeester-opvoeder kan worden gesubsidieerd. Evolutie van het aantal fysieke personen 007 Gewoon basisonderwijs Evolutie t.o.v ,63% Buitengewoon basisonderwijs ,07% Gewoon secundair onderwijs ,38% Buitengewoon secundair onderwijs ,38% Deeltijds Kunstonderwijs ,0% Andere (CLB's, internaten, pedagogische begeleiding) ,79% ,47% Totaal Budgettaire fulltime equivalenten (BFT)* De budgettaire fulltimes zijn het resultaat van de som van alle deelopdrachten van alle personeelsleden (m.a.w. met inbegrip van de vervangingen van minder dan een jaar). Alle ver vangingen zijn dus opgenomen in de tabellen fysieke personen en budgettaire fulltime equivalenten. * In de personeelsstatistieken wordt enkel het personeel geregistreerd dat rechtstreeks door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming wordt betaald. Dat impliceert dat het meester-, vak- en dienstpersoneel van het gesubsidieerd onderwijs niet opgenomen is in de statistieken. De gesubsidieerde contractuelen worden ook buiten beschouwing gelaten, omdat die personeelsleden niet volledig door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming worden betaald. Het personeel dat geniet van het stelsel 'terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen' (TBS+) is opgenomen in deze statistieken. Alle personeelsgegevens hebben betrekking op de maand januari, zoals gekend in juni

74 007 Gewoon basisonderwijs Evolutie t.o.v ,30% Buitengewoon basisonderwijs ,34% Gewoon secundair onderwijs ,44% Buitengewoon secundair onderwijs ,9% Deeltijds Kunstonderwijs ,08% Andere (CLB's, internaten, pedagogische begeleiding) ,65% ,73% Totaal Personeelsdossiers Een dossier is de unieke combinatie van een personeelslid met een school- of instellingsnummer. Een overzicht van het aantal dossiers van alle werkstations samen bevestigt de stijgende trend. Zo nam het totaal aantal dossiers toe van in januari 009 tot 7.3 in januari 00. Evolutie van dossiers AgODi (Betalingsdatabank) Betaalde personeelsleden per school of 'dossiers' TOTAAL Evolutie Jan-07 Jan-08 Jan-09 Jan-0 09 t.o.v t.o.v ,3%,7% Het aantal dossiers stijgt elk schooljaar sterker dan het aantal personeelsleden. Dat duidt op een toenemende versnippering van aanstellingen over verschillende scholen. Bovenstaande cijfers houden geen rekening met personeelsleden die een onbezoldigde afwezigheid of verlof genieten. Ook van hen houdt AgODi een administratief dossier bij. Tellen we hen mee, dan blijft de stijgende trend in het aantal personeelsleden gelden. Tabel: unieke personeelsleden op het niveau van AgODi (EPD) Onderwijsniveau Unieke personeelsleden AgODi-dossiers Personeelsleden januari 007 Personeelsleden januari 008 Personeelsleden januari 009 Evolutie 09 t.o.v ,47% De uitbetaling van het loon Stappen in het uitbetalingsproces Stap : AgODi controleert enkele voorwaarden Wie heeft recht op een loon? Een personeelslid moet voldoen aan de financierings- of subsidiëringsvoorwaarden op het gebied van nationaliteit, medische geschiktheid, taalwetgeving, burgerlijke en politieke rechten en bekwaamheidsbewijs. Ook het correct naleven van de reaffectatieverplichtingen is een 74

75 betalingsvoorwaarde. De functie van het personeelslid moet voorzien zijn binnen de personeelsformatie (de omkadering) of binnen de mogelijkheden tot vervanging. Stap : AgODi gaat na op welke salarisschaal het personeelslid recht heeft AgODi gaat na onder welke bekwaamheidscategorie het personeelslid valt voor de uitgeoefende opdracht. De reglementering daarover is uitgebreid en erg complex. De uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering (de zgn. telefoonboeken) bepalen voor elke opdracht (ambt, vak, onderwijsvorm en graad ) welk bekwaamheidsbewijs vereist of voldoend geacht is of welk ander bekwaamheidsbewijs gevaloriseerd kan worden. Het bekwaamheidsbewijs is ook bepalend voor de regels rond de tijdelijke aanstellingen van doorlopende duur, de vaste benoemingen en de inzetbaarheid van het personeelslid. In 009 telde het onderwijs 95 verschillende salarisschalen! De meerderheid van deze salarisschalen zijn van toepassing op een zeer beperkt aantal personeelsleden. De versnippering blijkt uit onderstaande tabel, waarin het aantal salarisschalen wordt ingedeeld op basis van het aantal personeelsleden dat volgens deze salarisschaal wordt uitbetaald. Hierbij valt op te merken dat een personeelslid meer dan één salarisschaal kan genieten. Uit de tabel blijkt dat er 56 salarisschalen worden toegekend aan niet meer dan 5 personeelsleden; salarisschalen zijn goed voor 8% van de personeelsleden. Aantal salarisschalen 56 aantal personeelsleden (geheel of gedeeltelijk) betaald met deze salarisschaal () -5 () (3) (4) (5) (7) (8) (9) > % van alle personeelsleden 8% van alle personeelsleden Eindtotaal Stap 3: AgODi bepaalt het brutosalaris conform de anciënniteit en de betalingsnoemer De vorige beroepservaringen binnen en eventueel buiten het onderwijs bepalen de anciënniteit van een personeelslid. Verder stelt AgODi ook de betalingsnoemer van een opdracht vast. Die verschilt naar gelang van het onderwijsniveau, het ambt, het vak, de onderwijsvorm of de graad. Daarbij gaat AgODi na of een personeelslid meer presteert dan een voltijdse betrekking en op die manier cumuleert. Stap 4: Afhoudingen en uitbetalingen Het salarissysteem past correcte afhoudingen toe en zorgt voor de effectieve uitbetaling. 75

76 Ambitie 4: het tijdig uitbetalen van lonen Het kader De uitbetaling van de salarissen is één van de kerntaken van het agentschap. Budgettair gezien is dat het belangrijkste proces. Meer dan de helft van de personeelsleden van het agentschap werkt daaraan mee. Het uitbetalen van de lonen is ingebed in een volledig loontraject. De activiteiten van AgODi binnen dat traject zijn afhankelijk van die van andere instanties (de scholen die gegevens aanleveren, de bank die de betalingsopdrachten moet uitvoeren...). AgODi is dus niet de enige verantwoordelijke voor de correcte werking van de loonketting. De loonketting bestaat uit vier stappen: de aanlevering van de gegevens door de schoolsecretariaten via Edison en webedison naar het elektronische personeels dossier (het EPD); het beheer van de personeelsgegevens in het EPD; de salarisberekening; de naverwerking: de aanrekening van de uitgaven in de begroting en de boekhoudkundige verwerking, de datatransfer naar Dexia, het visum van de rekenplichtige en de uitbetaling door Dexia. De activiteiten van de schoolsoftwareleveranciers, de scholen zelf, de externe informaticapartner (EDSTelindus) en de verschil- 76 lende entiteiten binnen het beleidsdomein Financiën en Begroting behoren niet tot de interne doorlooptijden van AgODi. De ambitie: 99,9% tijdige uitbetalingen van het loon AgODi streeft naar een tijdige uitbetaling van het salaris op de laatste werkdag van elke maand. AgODi garandeert op jaarbasis gemiddeld 99,9% volledige, correcte en tijdige dossiers die uiterlijk twee werkdagen voor de uiterste verwerkingsdatum via WebEDISON bij AgODi zijn geregistreerd. Voor de overige 0,% dossiers streeft het agentschap naar een betaling van het salaris in de daaropvolgende maand. In uitzonderlijke omstandigheden kan de norm in onderling overleg worden verlaagd. Met succes! In het volledige jaar 009 werd 00% van de salarissen op tijd betaald. Daarmee realiseert AgODi zijn ambitie. Correcte uitbetalingen In overleg met het Rekenhof en met de diensten van de Interne Audit van de Vlaamse Gemeenschap werkte AgODi een methode uit om via representatieve steekproeven de correctheid van de dossiers te bepalen. De steekproeven startten in 009. In 009 werden 355 dossiers onderzocht. In 94,37% van de onderzochte dossiers was een correct salaris toegekend.

77 Het loonbudget en de verschillende looncomponenten De som van het brutojaarsalaris, patronale bijdrage(n), vakantiegeld, eindejaarstoelage en de kinderbijslag maakt samen de volledige loonkost van een personeelslid uit. Overzicht van de totale loonuitgaven voor het begrotingsjaar 009: Looncomponenten AgODi 009 (centraal uitbetaalde lonen) AgODi 008 Lonen AgOD i 009 Evolutie , ,98 4,30% Vakantiegeld , ,3 4,05% EJT , ,54,36% RKW.36.33, ,9 3,39% RSZ , ,57 7,43% Andere.5.79,8..634,86-0,43% Totaal , ,38 4,95% Looncomponenten AgODi 009 (centraal uitbetaalde lonen) % 0% Lonen Vakantiegeld % 3% EJT 5% RKW RSZ Andere 79% De stijging van het vakantiegeld is vooral een gevolg van de geleidelijke verhoging van het vakantiegeld, een gevolg van cao VIII. De rubriek andere slaat op een reeks kleinere loonuit gaven (bijvoorbeeld de vergoedingen voor de voordrachtgevers van het DBSO) die jaarlijks kunnen variëren. Evoluties in de gemiddelde loonkost zijn het gevolg van indexaanpassingen, de uitvoering van cao-maatregelen (bijvoorbeeld de geleidelijke verhoging van het vakantiegeld), aanpassingen in de federale wetgeving betreffende de werkgeversbijdrage voor de RSZ en de kinderbijslag en de vergrijzing of vergroening van het personeel. Overzicht van de gemiddelde loonkost (augustus 009) voor vier referentiesalarisschalen (stafdiensten groene boekje) 77

78 Gemiddelde loonkost vastbenoemde Gemiddelde anciënniteit vastbenoemde Gemiddelde loonkost tijdelijke Gemiddelde anciënniteit tijdelijke Kleuteronderwijzer , , Onderwijzer , ,9 Leraar-regent/bachelor , ,0 Leraar licentiaat/ master , ,5 De bekwaamheidsbewijzen Van alle personeelsleden die AgODi betaalt, heeft 85,9% van de vastbenoemde personeelsleden een vereist bekwaamheidsbewijs; 3,% heeft een voldoend geacht en % een ander bekwaamheidsbewijs. Van de tijdelijke personeelsleden heeft 69,6% een vereist bekwaamheidsbewijs,,3% een voldoend geacht en 9,% een ander bekwaamheidsbewijs. Die verhoudingen zijn in 009 nauwelijks tot niet gewijzigd ten opzichte van 008. Tussen de onderwijsniveaus zijn er belangrijke verschillen; vooral het secundair onderwijs telt beduidend meer personeelsleden met een voldoend geacht en bij de tijdelijken met een ander bekwaamheidsbewijs. Aanstellingen volgens bekwaamheidsbewijs (januari) (EPD) Onderwijsniveau Bekwaamheidsrubricering Vast Tijdelijk Vast Tijdelijk Vast Tijdelijk Basisonderwijs Vereist 95,5% 86,0% 95,4% 85,5% 95,4% 84,6% Voldoend geacht 3,7%,0% 3,8%,3% 4,0%,9% Secundair onderwijs DKO CLB Ander 0,8% 3,0% 0,8% 3,% 0,6% 3,5% Vereist 78,% 58,6% 78,% 58,% 78,0% 56,5% Voldoend geacht 0,8% 9,5%,0% 9,6%,% 9,9% Ander,0%,9% 0,9%,3% 0,8% 3,6% Vereist 89,5% 60,8% 88,0% 56,8% 86,3% 56,5% Voldoend geacht 7,% 9,4% 8,9% 0,6% 0,3%,7% Ander 3,3% 9,8% 3,3%,6% 3,4%,8% Vereist 99,5% 93,4% 99,5% 9,7% Voldoend geacht 0,5% 5,6% 0,5% 6,3% Ander Totaal ,0%,0% Vereist 85,7% 69,7% 85,9% 69,6% 85,8% 68,5% Voldoend geacht 3,%,4% 3,%,3% 3,4%,8% Ander,% 8,9%,0% 9,% 0,8% 9,7%

79 Personeelsleden kunnen aanvragen om de ervaring die ze tijdens een bepaalde periode opdeden als nuttig te erkennen voor een vak, een specialiteit of een ambt in het onderwijs. Die nuttige ervaring (bijvoorbeeld van leraren praktische of technische vakken in het secundair onderwijs) kan een onderdeel vormen van het bekwaamheidsbewijs en kan ook meetellen bij de anciënniteitsberekening. In 009 werden 3 nuttige ervaringen erkend. Dat is een verdubbeling van het aantal dossiers; in 008 waren het er 058. Dat komt omdat in 009 werd geregistreerd per personeelslid en vak. In 008 werden alleen de personeelsleden geteld. Taal- en nationaliteitsafwijkingen AgODi kan personeelsleden die niet voldoen aan de taal- of nationaliteitsvereisten een afwijking toestaan. In 009 werden 5 nationaliteitsafwijkingen en 8 taalafwijkingen verleend. In 008 waren dat er nog respectief 30 en 60. De nationaliteitafwijking is meestal nodig voor godsdienstleerkrachten. De overgrote meerderheid van taalafwijkingen wordt toegestaan aan onderwijzers in Brussel die belast worden met de tweede taal Frans in afwachting van het slagen voor een taalexamen. Vanaf september 009 is een nieuwe taalregeling van kracht. De toepasselijke omzendbrief werd pas gepubliceerd op 9 januari 00. Die omzendbrief bevat nieuwe richtlijnen om een taalafwijking aan te vragen. In afwachting van de publicatie van de omzendbrief moesten de scholen geen aparte aanvraag indienen en werden de taalafwijkingen niet geregistreerd. Dat verklaart de sterke daling in 009. Cumulatie Wie naast een voltijdse functie binnen of buiten het onderwijs nog bijkomende uren lesgeeft, cumuleert. Cumulatie-uren in het onderwijs slaan op de uren die als bijbetrekking of overwerk beschouwd worden. Het aantal cumulaties in het schooljaar is met 43% gestegen ten opzichte van het voorgaande schooljaar. De stijging is vooral opvallend voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Het duidt op een sterk toenemende schaarste op de arbeidsmarkt. Overzicht cumulatie cumulatie uitgedrukt in FTE (situatie januari) (EPD) FTE in overwerk of bijbetrekking Basisonderwijs Secundair onderwijs Evolutie 0,7 9,7 68, 46% 6,8 50, 60, 4% DKO 8, 8,6 0, 7% CLB nvt nvt nvt nvt 45,6 79, % Totaal Wie een onderwijsfunctie combineert met een job buiten het onderwijs of met een pensioen, moet dat meedelen aan het agentschap. Overschrijdt het inkomen buiten het onderwijs een bepaald grensbedrag (aanvangssalarisschaal 50), dan geldt de opdracht in het onderwijs als bijberoep. Dat werd in 009 voor 3 personeelsleden zo beslist. Het gaat in alle gevallen om personeelsleden in het secundair onderwijs. Door de nieuwe cumulatieregels vanaf september 009 wordt voor de bezoldiging in het onderwijs geen rekening meer gehouden met een beroepsactiviteit buiten het onderwijs. 79

80 Nieuwe cumulatieregels in 009 Vanaf september 009 zijn er belangrijke wijzigingen. Een kort overzicht: - Iedereen die in het onderwijs werkt, kan een salaris ontvangen tot maximaal 40% van een voltijds salaris; - Beroepsactiviteiten buiten het onderwijs (als zelfstandige, loontrekkende, in hogescholen, universiteiten...) hebben vanaf september 009 geen enkele invloed op het salaris in het onderwijs; - als een personeelslid meer dan voltijds werkt, hoeft de school dat niet langer te melden aan de VDAB of Actiris (in Brussel); - De berekening van de toelage voor overwerk of het salaris voor bijbetrekking, gebeurt nu volgens de gewone regels (een betere bezoldiging); - De betaling van sommige plage-uren bij een bijkomende opdracht ter vervanging van een afwezig personeelslid geldt nu voor alle personeelsleden en is versoepeld; - Voor de bezoldiging in het kader van een vervanging van sommige afwezigheden is er een specifieke nieuwe afwijkende regeling voorzien. De afwijkende bezoldigingswijze geldt onder meer voor personeelsleden met een opdracht voor een vervanging van minder dan 0 werkdagen, voor personeelsleden aangesteld op grond van vervangingseenheden voor korte afwezigheden en voor personeelsleden die iemand vervangen die op bedrijfsstage is; - De betere betaling van een personeelslid dat naast zijn voltijdse opdracht onderwijs aan huis geeft, is nu op meer personeelsleden van toepassing. Ziekteverlof, bevallingsverlof, moederschapbescherming In waren er personeelsleden ziek..08 personeelsleden waren afwezig naar aanleiding van de geboorte van een kind. Het agentschap registreert en verwerkt al die afwezigheden. AgODi gaat na of, en hoe, een ziekteverlof kan worden bezoldigd. Het rapport ziekteverzuim in het onderwijs: kalenderjaar 008 Al enkele jaren stelt AgODi jaarrapporten op omtrent de afwezigheden van het onderwijspersoneel wegens ziekte en de ziektecontrole. In die bespreking komen de afwezigheden wegens ziekte van het jaar 008 aan bod. In 008 bedroeg het ziekteverzuimpercentage voor het Vlaamse onderwijspersoneel 3,86%. Dat is een lichte stijging t.a.v. 007, toen het ziekteverzuimpercentage 3,77% bedroeg. In dat cijfer worden alle ziektedagen in rekening genomen, ook de ééndagsziekten. Zonder de ééndagsziekten mee te rekenen, bedraagt het percentage 3,7% in 008 tegenover 3,63% in 007. Het ziekteverzuimpercentage voor het onderwijspersoneel wordt positief beïnvloed door de 80

81 uiterst lage ziektecijfers in vakantieperioden. Dat blijkt uit de cijfergegevens van het aantal zieken gespreid over het jaar. Er werden in ziektedagen genomen door het Vlaamse onderwijspersoneel. Dat is een stijging van 3,38% t.a.v. het aantal ziektedagen van 007. Om dat cijfer te interpreteren, moeten we ook rekening houden met een stijging van het aantal personeelsleden. Procentueel steeg het aantal personeelsleden met 0,7%. Evolutie van ziektedagen sinds 999 (Rapport ziekteverzuim) Ziektedagen ziektedagen Enkele specifieke fenomenen: Het aantal ééndagsziekten is in 008 gestegen met 7,3%, terwijl het globale aantal ziektedagen maar gestegen is met 3,38%. Die evolutie moet de volgende jaren nauwlettend opgevolgd worden. Voor het eerst werd onderzoek gedaan naar het patroon op weekbasis qua ééndagsziekteverloven: 48,5% van deze afwezigheden vallen op een maandag of een vrijdag. In 008 situeert de toename van het ziekteverzuim zich eerder bij het lange verzuim van meer dan 30 dagen. In 007 manifesteerde de toename zich voornamelijk bij het korte verzuim. Een sterke link tussen het percentage ziektedagen en psychosociale oorzaken typeert het onderwijs. Grosso modo 40% van de ziektedagen is daaraan gerelateerd. De link is iets meer uitgesproken bij het mannelijke personeel. Is het ziekteverzuim verschillend per personeelscategorie? Het aantal ziektedagen bij het meester-, vak- en dienstpersoneel vormt een uitschieter. Dat valt gemakkelijk te verklaren. Het gaat hier om een uitdovende personeelscategorie met een groter aandeel oudere personeelsleden. Het percentage ziekteverloven gelinkt aan psychosociale oorzaken is voor directeurs een heel stuk hoger dan gemiddeld, namelijk 59,5% voor de mannen en 50% voor de vrouwelijke directies. Het gemiddelde voor alle personeelscategorieën bedraagt respectievelijk 44,0% en 36,79%. Controle van het ziekteverzuim AgODi spreekt jaarlijks met de controlefirma Mensura Absenteïsme af wat de focus moet zijn van de uit te voeren controles. In totaal leidden de 8.90 controles in 008 tot een inkorting van de ziekteverloven met in 8

82 totaal 8.46 dagen. Het aantal controles op aanvraag van de werkgevers steeg tot 7,5% van de controles tegenover 6% in 007. Personeelsleden in ziekteverlof: schooljaar Het aantal personeelsleden dat ziekteverlof opnam in het schooljaar is gedaald in het basisonderwijs, DKO en in de CLB s. In het secundair onderwijs is er een beperkte stijging met 0,4%. Deze vaststelling is niet in tegenspraak met de evolutie van het (stijgende) percentage ziekteverzuim: uit het rapport 008 kwam al naar voren dat vooral het langere ziekteverzuim is toegenomen. Dat betekent dat minder personeelsleden zich ziek hebben gemeld, maar wel voor een langere periode. Tabel: aantal personeelsleden in ziekteverlof (EPD) Onderwijsniveau Aantal personeelsleden Aantal personeelsleden Aantal personeelsleden Basisonderwijs Secundair onderwijs Evolutie t.o.v ,8% ,4% DKO ,0% CLB Niet beschikbaar ,% ,% Totaal Is het ziekteverlof van een personeelslid uitgeput, dan komt die persoon terecht in een stelsel van TBS ziekte (voor vastbenoemde personeelsleden) of van onbezoldigd ziekteverlof (tijdelijke personeelsleden). Het aantal personeelsleden in dat geval ligt in beduidend hoger dan dat van het vorige schooljaar. Ook die evolutie strookt met de eerdere vaststelling dat het aantal langdurige ziekteverloven in is gestegen. Het aantal personeelsleden dat deeltijds werkt en deeltijds met ziekteverlof is (het stelsel van verlof verminderde prestaties wegens ziekte), is ook licht gestegen. Personeelsleden in TBS ziekte, onbezoldigd ziekteverlof of VVP wegens ziekte (EPD) Dienstonder breking Aantal Aantal Aantal personeelsleden personeelsleden personeelsleden Evolutie t.o.v TBS ziekte (vastbenoemd) % Onbezoldigd ziekteverlof (tijdelijk) % VVP wegens ziekte % Meer verloven in het kader van moederschapbescherming en bevallingsverlof Het bevallingsverlof, verlof wegens bedreiging door beroepsziekte tijdens de zwangerschap, verlof wegens moederschapbescherming tijdens de zwangerschap en tijdens de lactatie, borstvoedingsverlof, adoptieverlof en vaderschapsverlof zijn verlofstelsels die allemaal te maken hebben met een zwangerschap, bevalling of adoptie. Vanaf april 009 bestaat ook de mogelijkheid om onbezoldigd ouderschapsverlof te nemen. Dat nieuwe verlofstelsel wordt 8

83 sindsdien opgenomen als vervanging van het borstvoedingsverlof en verklaart de daling van het borstvoedingsverlof met %. Het aantal personeelsleden dat recht heeft op één van deze verlofstelsels is opnieuw weliswaar minder sterk dan in toegenomen binnen alle betrokken onderwijsniveaus. De toename van het aantal personeelsleden in het onderwijs (+,47% in het schooljaar ), de vervrouwelijking en verjonging en een algemene stijging van de nataliteit, liggen daarvan aan de basis. Vooral in het kleuteronderwijs hebben personeelsleden recht op verlof wegens bedreiging door beroepsziekte en verlof wegens moederschapbescherming. Er geldt een specifiek risico voor zwangere vrouwen en vrouwen tijdens de lactatieperiode. Personeelsleden in een dienstonderbreking n.a.v. geboorte van een kind - alle onderwijsniveaus (EPD) Dienstonder breking Aantal Aantal Aantal personeelsleden personeelsleden personeelsleden Evolutie Bevallingsverlof % Bedreigd door een beroepsziekte % Omstandigheidsverlof n.a.v. de geboorte (0 dagen) % Borstvoedingsverlof % Onbezoldigd ouderschapsverlof nvt nvt 07 Moederschapbescherming (opdrachtgebonden) % Overschrijding postnatale periode % Facultatieve verlenging bevallingsverlof bij hospitalisatie kind % % Adoptieverlof Vaderschapsverlof Totaal % % 83

84 Bedreigd door beroepsziekte Bevallingsverlof Moederschapbescherming Aantal personen Vergelijking Aantal personen Vergelijking Aantal personen Vergelijking Basisonderwijs %.68 % 78 % Secundair onderwijs.784 4% 36 0% 7 36% DKO 83-3% 5 0% 4 300% CLB 8 3% 5-6% 9-8% Arbeidsongevallen in het onderwijs Afwezig wegens een arbeidsongeval ( ) Het aantal personeelsleden dat in het schooljaar afwezig was wegens een arbeidsongeval of een beroepsziekte is het voorbije schooljaar gestegen met 7% in het basisonderwijs en met 8% in het secundair onderwijs. Voor alle onderwijsniveaus samen was er een stijging met 7%. Vorig jaar steeg dat aantal ook al met 5%. Afwezigheden wegens arbeidsongeval (EPD) Aantal Aantal Aantal Onderwijsniveau personeelsleden personeelsleden personeelsleden Evolutie t.o.v Basisonderwijs Secundair onderwijs % % DKO CLB Totaal 7% nvt % % Aangiften arbeidsongevallen in 009 Binnen AgODi werkt een aparte cel arbeidsongevallen. Die cel behandelt de arbeidsongevallen van het onderwijspersoneel en van de ambtenaren van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Wat het onderwijspersoneel betreft, gaat het om alle personeelsleden uit de onderwijsinstellingen die het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming betaalt en de contractuele personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, de autonome Hogescholen en alle personeelsleden van de Universiteit Gent. De cel arbeidsongevallen staat in voor de erkenningen, de verwerking van de consolidatiebeslissingen door Medex, het opmaken van de besluiten voor rentevergoedingen, terugvorderingen aan derden en het opmaken van geschillendossiers. De afwezigheden wegens beroepsziekte op basis van de wet van 3 juli 967 zijn erg beperkt in onderwijs. In 008 en 009 waren dat er. 84

85 Enkele kengetallen: Aangifte en afhandeling arbeidsongevallen (databank arbeidsongevallen) Arbeids ongevallen Aangiften arbeidsongeval Arbeidsongevallen met derden Evolutie % % % Arbeidsongevallen ambtenaren % Beroepsziekten % -8% Arbeidsongevallen zonder derden Buitendienstongevallen % Agressie van leerlingen % Agressie van ouders of familie % Agressie van buitenstaanders % Arbeidsongevallen door agressie De stijging van het aantal arbeidsongevallen in 009 is vooral toe te schrijven aan het ijzige winterweer tijdens de eerste en laatste maanden van 009. Vanaf september 008 worden ook de arbeidsongevallen van de personeelsleden van de centra voor basiseducatie afgehandeld door AgODi. Het aantal arbeidsongevallen als gevolg van agressie is in 009 opnieuw lichtjes toegenomen tegenover 008, maar ligt nog altijd 40% lager dan in het jaar 007. Ambitie 5: snel beslissen over de erkenning van arbeidsongevallen AgODi verbindt zich ertoe 80% van de beslissingen binnen de 30 werkdagen en 00% van de beslissingen binnen de 90 werkdagen te nemen. In 009 is AgODi in dat opzet geslaagd. Voor de genomen beslissingen bedroegen de percentages respec- tievelijk 98,83% en 00%. In 009 werden,75% meer beslissingen genomen dan in het jaar 008. Bovendien werden er in rentebesluiten opgemaakt. Op drie dossiers na werden alle rentedossiers correct afgehandeld. Naar meer arbeidsherverdeling: verloven, loopbaanonderbreking De onderwijssector telt heel wat verlofstelsels die allemaal vallen onder de noemer van arbeidsherverdelende maatregelen.telkens kiest het personeelslid er vrijwillig voor zijn opdracht in het onderwijs voor een bepaalde periode te verminderen of tijdelijk volledig te onderbreken. De mogelijkheden zijn uitgebreid: van diverse verloven tot een vermindering van de prestaties, loopbaanonderbreking en terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden. De stelsels van arbeidsherverdeling hebben belangrijke voordelen: Ze verhogen de attractiviteit van de job door de combinatie arbeid en gezin/vrije tijd gemakkelijker te maken. 85

86 Ze maken ruimte voor de tewerkstelling van een grote groep tijdelijke vervangleer- krachten. Keerzijde is wel dat die vervangleerkrachten afhankelijk zijn van het al dan niet terugkeren van de eigenlijke leerkracht en dat daardoor de start van een loopbaan in het onderwijs gepaard gaat met jobonzekerheid en minder aantrekkelijk wordt. Steeds meer personeelsleden maken gebruik van één van de mogelijke verlofstelsels. Voor alle betrokken onderwijsniveaus is er in een stijging van %. Vorig jaar bedroeg die stijging 4%. Het aantal personeelsleden in is weliswaar toegenomen met,47%. De deeltijdse loopbaanonderbreking is nog steeds de meest populaire vorm van onderbreking. Maar ook de stijging van het aantal personeelsleden in de diverse andere vormen van verlof en afwezigheid verminderde prestaties of terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden valt op. Voor al die personeelsleden gaan de werkstations van AgODi na of zij aan de voorwaarden voldoen die aan elke dienstonderbreking verbonden zijn. Overzicht van de personeelsleden per dienstonderbreking voor de schooljaren en

87 Personeelsleden in een stelsel van arbeidsherverdeling (EPD) Aantal personeels leden Aantal personeels leden Aantal personeels leden Evolutie t.o.v LBO Deeltijdse loopbaanonderbreking % VVP sociale of familiale redenen % LBO Gedeeltelijke looploopbaanonderbreking % AVP persoonlijke aangelegenheden % LBO Ouderschapsverlof in het kader van de Loopbaanonderbreking % Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden % VVP kinderen niet ouder dan 4 jaar % LBO Volledige loopbaanonderbreking % VVP leeftijd > 50 jaar % AVP kinderen niet ouder dan 4 jaar % AVP leeftijd > 50 jaar % VVP n.a.v. arbeidsongeval % LBO Loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen % LBO Deeltijdse loopbaanonderbreking voor Beroepsopleiding 4 3-4% LBO Deeltijdse loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen % Afwezigheid lange duur om familiale redenen % LBO Loopbaanonderbreking voor beroepsopleiding 0 8 7% % Totaal 87

88 Andere dienstonderbrekingen De belangrijkste evolutie binnen de waaier aan andere dienstonderbrekingen vormt het dalend succes van de afwezigheid wegens nascholing. Vorig jaar was er echter een zeer sterke stijging met 39%. Personeelsleden in diverse dienstonderbrekingen (EPD) Aantal personeels leden Aantal personeels leden Aantal personeels leden Evolutie Halftijds politiek verlof % Voltijds politiek verlof % Omstandigheidsverlof % Ongewettigde afwezigheid % Nascholing % Vaste benoemingen De inrichtende macht/het schoolbestuur van een school kent vaste benoemingen toe en deelt die mee aan AgODi. Het werkstation gaat na of aan alle benoemingsvoorwaarden is voldaan. In 009 werd de procedure van controle en afhandeling van de vaste benoemingen grondig gewijzigd: een geautomatiseerd systeem staat nu in voor een snellere en meer kwaliteitsvolle afhandeling. Een vaste benoeming biedt een personeelslid ontslagbescherming en loongarantie. Voor de vastbenoemden geldt een aangepast bijdragestelsel voor de sociale zekerheid. Ze krijgen recht op een rustpensioen ten laste van de schatkist/overheid. In de loopbaan van een personeelslid is de vaste benoeming zonder meer een belangrijke mijlpaal. Een vaste benoeming in een wervingsambt gaat bijna altijd in op januari. Vaste benoemingen op..009 per onderwijsniveau en net (Rapport Vaste benoeming 009) GO! Totaal 009 Andere Totaal 008 Evolutie totaal % % DKO % CLB's e.a % Internaten % Totaal % Totaal % 3% 9% 0% 5% Secundair onderwijs Evolutie totaal Officieel.30 Basisonderwijs 88 Vrij

89 Het totale aantal vaste benoemingen op januari 009 is met 5% gestegen tegenover 008. Het aantal vaste benoemingen stijgt vooral in het basisonderwijs en in de sector van de (vrije) internaten. Dat is onder meer een positief gevolg van CAO VIII waardoor vanaf het schooljaar ook in de internaten van het gesubsidieerd onderwijs een studiemeester-opvoeder kan worden gesubsidieerd. Het rapport Vaste benoeming 009 biedt meer cijfers en informatie over het volume van de vaste benoemingen, de leeftijd, de ambten en vakken waarin vast wordt benoemd en over de redenen waarom een vaste benoeming wordt geweigerd. Een tip van de sluier: In 55% van de vaste benoemingen gaat het om personeelsleden die een eerste keer vastbenoemd worden. De overige 45% heeft op januari 009 een uitbreiding van zijn of haar vaste opdracht verkregen. In het gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs zijn er opvallend meer vaste benoemingen voor minder dan 0% van een voltijdse opdracht in vergelijking met het Gemeenschapsonderwijs. Ongeveer de helft van de personeelsleden die vastbenoemd worden, zijn jonger dan 30; de overige helft krijgt pas een vaste benoeming op oudere leeftijd. Opvallend is het vrij hoge aantal personeelsleden (67) dat pas op 56-jarige leeftijd of ouder voor het eerst vastbenoemd wordt. Voor 55-plussers zijn in de decreten rechtspositie soepele voorwaarden tot vaste benoeming opgenomen. Als gevolg van de integratie van de zorgenveloppes in het basisonderwijs was er in 009 een opvallende stijging van het aantal benoemingen in het ambt van zorgcoördinator. Het opnemen van de studiemeester-opvoeder in de bezoldigingsregeling en de versnelde benoemingsprocedure, leidde ook in dat ambt tot een forse toename van het aantal benoemingen. In totaal werden in vaste benoemingen geweigerd. De meeste weigeringen (50%) zijn toe te schrijven aan het gegeven dat de betrekking waarin een personeelslid werd benoemd op januari, niet vacant was op 5 april daaraan voorafgaand. Het aantal geweigerde vaste benoemingen bedraagt,% van het totale aantal benoemingen. Daaruit kan worden afgeleid dat de inrichtende machten/schoolbesturen secuur omgaan met de reglementering. Ambitie 6: vaste benoemingen afhandelen binnen de vastgelegde termijn AgODi wil 99% van de dossiers binnen de vastgelegde termijn afhandelen. Dat is gelukt in 009. Er zijn twee ingangsdata voor de vaste benoemingen in wervingsambten: januari en juni. De dossiers vaste benoeming met ingangdatum januari worden uiterlijk voor de betaaldatum van mei van hetzelfde schooljaar afgehandeld. De dossiers vaste benoeming met ingangsdatum juni worden uiterlijk op de betaaldatum van augustus van hetzelfde schooljaar afgehandeld. De afhandeling van de dossiers vaste benoeming is gekoppeld aan het indienen van een volledig en correct dossier. 89

90 Het reaffectatiestelsel Soms kan een school al haar vastbenoemde personeelsleden niet dezelfde opdrachten teruggeven als die waarvoor zij op 30 juni van het voorafgaande schooljaar vastbenoemd waren. Ze moet die personeelsleden dan ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking' (TBSOB). Dat betekent dat het personeelslid moet worden gereaffecteerd of opnieuw tewerkgesteld. Dat kan binnen elke volledige of onvolledige vacante betrekking of in een betrekking waarvan de titularis of zijn vervanger afwezig is voor een periode van ten minste tien werkdagen. Tijdens het schooljaar vielen 4.00 vastbenoemde personeelsleden onder een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking of TBSOB. Dat komt overeen met.48 voltijdse betrekkingen. Ten opzichte van het totale aantal betaalde fulltime equivalenten vertegenwoordigt deze groep maar %. De TBSOB is in de regel een gevolg van een daling van leerlingen op schoolniveau, of op het niveau van een bepaalde studierichting of een bepaald vak. Het aantal personeelsleden dat TBSOB wordt gesteld, daalt jaarlijks. In daalde in alle netten en onderwijsniveaus samen het aantal personen dat TBSOB werd gesteld met 6,9%, in voltijdse betrekkingen uitgedrukt bedroeg de daling liefst 0,8%. Personeelsleden in TBSOB in koppen en FTE (EPD) Aatal personeelsleden Basis Secundair GO! 450 VGO OGO FTE's DKO Basis 685 Secundair DKO Andere Totaal Eindtotaal.48 Grafiek: Personeelsleden in TBSOB in koppen (EPD) TBSOB aantal personeelsleden GO VGO OGO totaal

91 Personeelsleden in TBSOB in FTE (EPD) TBSOB aantal voltijdse equivalenten ,7 779,4 683,5 653,4 474, ,4 909, 896, ,8 9, ,7 50, 8, ,7 50, 86, 86, GO VSKO OVSG 453,5 46, totaal Het reaffectatiestelsel zorgt ervoor dat de vastbenoemde personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking, toch een tewerkstelling krijgen. Het stelsel werd grondig gewijzigd vanaf het schooljaar Zo werd de werking van de zonale en interprovinciale reaffectatiecommissies opgeschort. De scholengemeenschappen van het basisonderwijs en secundair onderwijs fungeerden voortaan zelf als reaffectatiecommissie. Personeelsleden die niet tewerkgesteld konden worden in hun scholengemeenschap, werden niet langer waar dan ook in Vlaanderen maar binnen de scholengemeenschap zinvol aan het werk gezet. De personeelsleden in kwestie konden ook kiezen om zich aan te bieden bij de Vlaamse reaffectatiecommissie die wordt voorgezeten en ondersteund door ambtenaren van AgODi. Die commissie zoekt vervolgens voor hen een geschikte reaffectatie of wedertewerkstelling. In realiseerde de Vlaamse reaffectatiecommissie 4 reaffectaties of wedertewerkstellingen in organieke opdrachten, voor een totaal van 0,7 voltijdse equivalenten. Een TBSOB zonder reaffectatie of wedertewerkstelling belast het onderwijsbudget extra. AgODi volgt de evolutie van hun aantal van nabij op. Onderstaande tabel toont de evolutie van het volume aan TBSOB, uitgedrukt in FTE, dat niet kon worden gereaffecteerd of opnieuw tewerkgesteld. Hun totale volume daalde in 009 met 3% ten opzichte van 008. De daling in 008 (ten opzichte van 007) bedroeg %. De daling is bijna volledig voor rekening van het secundair onderwijs. 9

92 Personeelsleden (FTE) in TBSOB zonder reaffectatie of wedertewerkstelling (EPD) BaO Evolutie t.o.v. 008 SO DKO totalen BaO SO DKO % GO! 7,7 45,, 54,3 % -% VGO 6,06 67, ,4 53% -% -9% -% OGO 7,48 3,5,73 Andere 0 4,83 0 4,83 Totaal 30,77 9,86 4,73 65,36 8% 008 BaO SO -8% -9% -4% -6% % 008 totalen -9% % 6% -3% Evolutie t.o.v. 007 DKO totalen BaO SO DKO 5% totalen GO! 6,89 5,49 59,38-4% % VGO 0,5 86, ,35 5% -9% OGO 36% 0% -3% 3% 7% -3% -9% -% 8,64 5,89 3,45 7,98 Andere 0 4,77 0 4,77 Totaal 6,05 58,98 4,45 89, % -8% Evolutie t.o.v BaO SO DKO totalen BaO SO DKO totalen GO! 7,99 50,3 0,95 59,4-39% 3% -80% -4% -64% -3% VGO 0 95,5 0 05,5 8% -% OGO 6,36 4,46 3,95 4,77 38% -39% Andere 0 4,33 0 4,33 Totaal 4,35 64,59 4,9 93,84 % -4% 9% -4% -4% -70% -4% In waren er in totaal 65 FTE (gespreid over 959 personeelsleden) zonder reaffectatie of wedertewerkstelling. Ten opzichte van het totale aantal voltijds betaalde eenheden gaat het om goed 0,%. Bovendien worden die personeelsleden zinvol ingezet binnen de scholengemeenschap. In de jaren 90 van vorige eeuw telde het Vlaamse onderwijs een groot aantal boventallige personeelsleden. De TBSOB-regeling drukte op de onderwijsbegroting en bij inrichtende machten/ schoolbesturen weerklonk vooral kritiek op de reaffectatieregeling die een zware hypotheek legde op het personeelsbeleid in de scholen. Intussen is de arbeidsmarktsituatie grondig gewijzigd en is er vooral als gevolg van de uitstroom van oudere personeelsleden schaarste aan leerkrachten. Personeelsmobiliteit binnen en buiten het onderwijs Verlof wegens tijdelijk andere opdracht Wie vastbenoemd is, kan volledig of gedeeltelijk afzien van de uitoefening van zijn vaste opdracht om tijdelijk een andere opdracht uit te voeren. Dat kan binnen een school, instelling of centrum van de inrichtende macht/het schoolbestuur waarbij het personeelslid vastbenoemd 9

93 is of bij een andere inrichtende macht of schoolbestuur. De decreten rechtspositie leggen strikte regels op om zo vastbenoemde personeelsleden met een andere opdracht te belasten. De inrichtende machten en schoolbesturen maken massaal gebruik van deze uitzonderingsmaatregel. Het aantal personeelsleden dat dit verlof geniet, is opmerkelijk gestegen ten opzichte van het schooljaar en dat in alle onderwijsniveaus. Het succes van het TAO-stelsel (% van het totaal aantal personeelsleden!) bewijst enerzijds dat er nood is aan meer flexibiliteit, anderzijds dat scholen niet aarzelen om dat instrument van flexibiliteit te hanteren hoewel de regelgeving oplegt dat TAO maar in uitzonderlijke situaties mag worden toegepast. Bovendien legt de overheid in de regelgeving vaak vast dat bepaalde vormen van omkadering alleen maar door vastbenoemde personeelsleden kunnen worden opgenomen via het stelsel van TAO. Het is dan ook aangewezen de restricties die in de personeelsreglementering zijn opgenomen voor het gebruik van TAO te versoepelen, zodat de reglementering tegemoet komt aan de reële noden in het onderwijsveld. Personeelsleden in verlof tijdelijk andere opdracht (EPD) Aantal Aantal Aantal personeels leden personeels leden personeels leden Evolutie t.o.v Basisonderwijs % Secundair onderwijs % % Niet gekend % % DKO CLB's & overige (opvangcentra...) Totaal Nieuwe affectaties, mutaties en herstructureringen Een personeelslid dat vastbenoemd wordt, krijgt een affectatie bij een school, instelling of centrum. In drie situaties kan die affectatie worden beëindigd: een nieuwe affectatie bij een andere school, instelling of centrum van dezelfde inrichtende macht of hetzelfde schoolbestuur; een mutatie naar een ander(e) inrichtende macht/schoolbestuur of bij een herstructurering (meestal een school of instelling die fuseert of wordt overgenomen). AgODi gaat daarbij telkens na of de draagwijdte van de vaste benoeming wordt gerespecteerd. Het afgelopen schooljaar zijn meer personeelsleden om een van bovengenoemde redenen van tewerkstellingsplaats veranderd, vooral in het secundair onderwijs. 93

94 Personeelsleden met nieuwe affectatie, mutatie, herstructurering (EPD) Soort Onderwijs Basisonderwijs Secundair Reden Personeels leden Evolutie % Mutatie % Wijziging affectatie of aanwijzing % Herstructurering % % % Mutatie % Wijziging affectatie of aanwijzing % % Wijziging affectatie of aanwijzing Totaal Personeels leden Herstructurering Mutatie DKO Personeelsleden Detacheringen: externe mobiliteit Personeelsleden uit het onderwijs kunnen verlof krijgen om diensten of projecten in het belang van het onderwijs uit te voeren. Het salaris blijft verder uitbetaald door onderwijs maar bij een verlof wegens opdracht wordt de volledige loonkost van de betrokken organisatie teruggevorderd. Die opdrachten richten zich telkens op het ondersteunen en begeleiden van vernieuwingen of experimenten op onderwijsvlak, op het gebied van het onderwijsbeleid of het onderwijsonderzoek. Binnen AgODi werkt een aparte cel detacheringen. Die cel behandelt de aanvragen voor personeelsleden uit het basisonderwijs, secundair onderwijs, DKO, de CLB s en het volwassenenonderwijs. Tijdens het schooljaar keurde de cel.7 aanvragen om een verlof wegens opdracht en bijzondere opdracht goed: 746 verloven wegens opdracht en 55 verloven wegens bijzondere opdracht. Ambitie 7: De aanvragen tot detacheringen vlot verwerken Ambitie 7: de aanvragen tot detacheringen vlot verwerken AgODi wil 93% van de volledig en correct ingevulde aanvragen binnen een termijn van 45 kalenderdagen na ontvangst verwerken. Dat houdt in dat het agentschap binnen deze termijn een detacheringsbesluit opmaakt. 94 AgODi engageerde zich om de behaalde norm van 007 (93%) ook als ambitie te hanteren voor de volgende jaren. Met succes. In 009 werd 99,78% van de aanvragen tijdig verwerkt.

95 Outplacement Vastbenoemde personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking (TBSOB) kunnen op eigen initiatief en onder bepaalde voorwaarden een job uitoefenen buiten het onderwijs (outplacement). Het gaat meestal om boventallige personeelsleden die nog moeilijk aangesteld (gereaffecteerd of wedertewerkgesteld) kunnen worden in een onderwijsambt dat overeenstemt met hun bekwaamheidsbewijzen. De tewerkstelling buiten het onderwijs kan in de sectoren gezondheidszorg, bejaardenzorg, gehandicaptenzorg, residentieel welzijnswerk, bij Kind en Gezin en bij de natuur- en milieueducatieve centra. In bepaalde gevallen moet de nieuwe werkgever een gedeelte van het salaris terugstorten. In 997 werkten personeelsleden in outplacement. Hun aantal is in teruggevallen tot 6. Drie oorzaken liggen aan de basis van deze daling: een natuurlijke uitstroom op basis van leeftijd, het weer opnemen van een opdracht binnen het onderwijs en de financiële regeling die niet langer aantrekkelijk is voor andere werkgevers. Aantal outplacers verdeeld over de sectoren (databank outplacement) Sector Gezondheidszorg Sector Welzijn Sector Kind en Gezin 4 4 Sector Gehandicapten MVG - Openbare Werken Totaal Meer tuchtsancties en bewarende maatregelen Het aantal personeelsleden tegen wie in een tuchtsanctie of een bewarende maatregel werd genomen, is ten opzichte van het schooljaar gestegen met 9%. Vooral de toepassing van bewarende maatregel preventieve schorsing is beduidend toegenomen. Personeelsleden met tucht- of bewarende maatregel (EPD) Aantal Aantal Aantal personeelsleden personeelsleden personeelsleden Evolutie Preventieve schorsing % TBS ambtsontheffing in belang dienst % TBS bij tuchtmaatregel % Schorsing bij tuchtmaatregel % % Totaal 95

96 Het einde van de loopbaan Personeelsleden in een TBSPA-stelsel voorafgaand aan het rustpensioen Het totale aantal personeelsleden in een stelsel van TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen is vorig schooljaar bijna gelijk gebleven. De groep van personeelsleden die geboren is voor september 947 en nog gebruik kon maken van het oude stelsel (vanaf de leeftijd van 55 jaar) is vanaf september 007 gepensioneerd. Dat geldt ook voor de ondertussen afgeschafte bijzondere TBSPA. Vanaf september 007 kan de uitstapregeling enkel nog genomen worden volgens de nieuwe regeling 'VTBS 58+ of 56+'. Personeelsleden geboren tussen september 947 en september 954 kunnen gebruik maken van een overgangsregeling. Die groep kan volledig uitstappen vanaf de nieuwe minimumleeftijd van 58 jaar (of 56 voor het kleuteronderwijs), maar kan ook op basis van een bonusregeling (gebaseerd op de geldelijke anciënniteit) geheel of gedeeltelijk vroeger uitstappen nadat men de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt. Personeelsleden in stelsel van TBS voorafgaand aan het rustpensioen (EPD) Aantal Aantal Aantal personeelsleden personeelsleden personeelsleden Evolutie Bonus ( ) ,% VTBS58+ (56+) ( ) ,7% TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen deeltijds ,3% TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen voltijds Bijzondere TBSPA voorafgaand aan het rustpensioen Totaal -0,% Een onderzoek van het departement Onderwijs ging in op de verhouding van de nog actieve personeelsleden die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt ten opzichte van het aantal personeelsleden in TBS. Het aandeel personeelsleden dat een TBS-stelsel genoot, daalde de afgelopen jaren. Het gewoon basisonderwijs kende in 008 nog steeds het grootste procentueel aandeel personeelsleden dat een TBS-stelsel genoot, nl. 50,68% (34,73% in het buitengewoon basisonderwijs). In het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs bedroeg dit percentage respectievelijk 7,5% en % 96

97 Aantal eindeloopbaandossiers in 009 (kalenderjaar) Aantal afgehandelde dossiers terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen Een personeelslid dat een TBS voorafgaand aan het rustpensioen aanvraagt, moet voldoen aan enkele voorwaarden die AgODi controleert. Voor elk personeelslid dat uitstapt, berekent AgODi een wachtgeld en kent dat toe. Afgehandelde dossiers TBS voorafgaand aan het rustpensioen (databank eindeloopbaancel) Onderwijsniveau Evolutie t.o.v. 008 Basisonderwijs en CLB % Secundair onderwijs % DKO Totaal % % Ambitie 8: aanvragen terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen tijdig afhandelen ` AgODi engageerde zich om de behaalde norm van 007 (99% is binnen de vooropgestelde termijn afgehandeld) als norm te hanteren voor de volgende jaren. In 009 werd 00% van de aanvragen tijdig verwerkt. Aantal pensioendossiers en overdrachten AgODi handelt de pensioendossiers voor vastbenoemde personeelsleden af. AgODi verzamelt de gegevens en documenten die nodig zijn voor het vaststellen van het recht op en de berekening van het pensioen en stuurt die door naar de pensioenadministratie (PDOS). Op basis van die gegevens beslist de PDOS over het recht op een pensioen ten laste van de Openbare Schatkist. Zowel de gewone rustpensioenen als de vroegtijdige pensioneringen wegens ziekte komen aan bod. Een personeelslid dat in het verleden tijdelijk in het onderwijs werkte, maar daarna is overgestapt naar een andere werkgever (en niet benoemd werd bij een overheid), kan een pensioen aanvragen bij de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen (of RWP). Voor de prestaties in het onderwijs bezorgt AgODi alle loongegevens aan de RWP (zogenaamde overdrachten ). Tabel: afgehandelde pensioendossiers (databank eindeloopbaancel) 007 Pensioenen Overdrachten Evolutie % % 97

98 Ambitie 9: aanvragen pensioenen tijdig afhandelen AgODi engageerde zich om de behaalde norm van 007 (98% is binnen de vooropgestelde termijn afgehandeld) ook als norm te hanteren voor de volgende jaren. In 009 werd 99,5% van de tijdig ingediende aanvragen binnen die termijn verwerkt. Terugvorderingen Het beheer van personeelsdossiers impliceert ook de herziening en terugvordering van salarissen. Op een totaal van 6, miljard euro dat in 009 aan lonen is uitgegeven, is 44,6 miljoen euro teruggevorderd van de scholen/schoolbesturen of van organisaties buiten het onderwijs bij wie personeelsleden op basis van een verlof wegens opdracht zijn tewerkgesteld. 37,5 miljoen euro daarvan zijn echter recuperaties van salarissen die worden geprefinancierd (detacheringen, TIVOLI). Enkel de overige 7, miljoen euro zijn echte terugvorderingen. Terugvorderingen en recuperaties: bedragen ontvangen in 009 Bedragen teruggevorderd in 009 (CBL) Recuperaties geprefinancierde lonen (TIVOLI) Recuperaties geprefinancierde lonen (detacheringen) Echte terugvorderingen Waarvan automatisch * Waarvan met terugvorderingsbrief * Dit zijn enkel automatische recuperaties bij herzieningen van een voorgaand jaar, die apart in de middelenbegroting zijn opgenomen. Terugvorderingen ongevallen met derden (arbeids- en buitendienstongevallen) Als bij een arbeidsongeval een derde aansprakelijk wordt gesteld, kan de overheid de kosten terugvorderen bij de tegenpartij. Terugvorderingen ongevallen met derden: teruggevorderde bedragen (databank arbeidsongevallen) Oorzaken van (echte) terugvorderingdossiers De terugvorderingen hebben in veel gevallen alleen maar betrekking op het salaris van een korte periode, voornamelijk van één maand of minder, in tweede instantie van maximum twee 98

99 maanden. Meestal ligt de oorzaak van de terugvordering in het laattijdig opsturen van een dienstonderbreking, namelijk na de uiterlijke datum waarop een zending nog verwerkt kan worden om in aanmerking te komen voor de salarisverwerking van de lopende maand (7%). Uit de analyse van een beperkte steekproef van 00 willekeurige echte terugvorderingdossiers in het secundair en deeltijds kunstonderwijs, blijkt dat in 8% van de gevallen een salaris (of een gedeelte van een salaris) moet worden teruggevraagd van maand of minder. Het merendeel van de terugvorderingen is dan ook toe te schrijven aan laattijdigheid van mededelingen door de school (50%). Het personeelslid is zelden de oorzaak van een terugvordering (5%). Terugvorderingen met als oorzaak andere redenen (7%) zijn vooral te wijten aan mededelingen van opdrachten met terugwerkende kracht waardoor er op al betaalde opdrachten een verhoging van de sociale en fiscale inhoudingen moet worden toegepast. Andere redenen zijn: omzetting van arbeidsongeval naar ziekte, pensionering na uitputting ziekteverlof, een afwezigheid in een verlof tijdelijk andere opdracht die de 4 dagen overstijgt Oorzaken van terugvorderingen < maanden Foute of laattijdige mededeling door de school Foute of laattijdige mededeling door het personeelslid Fout van het werkstation of informaticaverwerking Andere redenen - 6 maanden maanden > maanden 5 6 Totaal Zending over een periode juist na betalingsdatum 7 7 Totaal Terugvorderingdossiers en vastgestelde rechten in 009 Het aantal terugvorderingdossiers (brieven) is in 009 gestegen met 0% ten opzichte van 009. Het budget dat via deze dossiers werd teruggevraagd is weliswaar gedaald met %. 99

100 Terugvorderingdossiers en vastgestelde rechten in 009 (databank TVDO) Evolutie Dossiers Rechten Dossiers Rechten Dossiers Detacheringen % -9% TIVOLI % 8% Basisonderwijs % 7% Secundair onderwijs % 30% DKO % % CLB % -0% % -% Totaal Rechten Dossiers Rechten Ambitie 0: tijdig afhandelen van de terug- vorderingdossiers De norm voor de tijdige afhandeling van de terugvorderingen voor detacherings- en TIVOLI-dossiers is 99%. In 009 werd 98,7% van de terugvorderingdossiers bij detacheringen tijdig afgehandeld. De TIVOLI-dossiers werden voor 99,6% binnen de vooropgestelde termijn afgehandeld. Arbeidsmarkt en nieuwe personeels leden in het onderwijs Arbeidsmarktrapport 009 Het arbeidsmarktrapport van 009 gaat in op de evolutie van de onderwijsarbeidsmarkt in het basisonderwijs en het secundair onderwijs tot en met schooljaar 0-0. Het rapport maakt een vergelijking van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor leerkrachten. Drie factoren bepalen de vraag, waarvan de belangrijkste de uitstroom is. In de voorliggende prognoseperiode, die loopt van de schooljaren tot 0-0, veroorzaken de pensionering en de terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen 9% van de vraag. De tweede factor is de demografische evolutie die door het stijgende aantal geboorten van de laatste jaren en de doorstroming van het kleuter- naar het lager onderwijs goed is voor.609 extra jobs in het basisonderwijs. In het secundair onderwijs is er een dalend leerlingenaantal te verwachten. In totaal is de demografische evolutie goed voor 6% van de vraag naar leerkrachten. De derde factor wordt gevormd door beleidsmaatregelen. Mee als gevolg van de voorziene besparingen vanaf het schooljaar hebben de nieuwe maatregelen maar een beperkte impact op de vraag naar leerkrachten (%). In de periode tot 0-0 zijn voor het opvangen van de eerste factor nieuwe leerkrachten nodig in het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Voor de tweede factor (demogra- 00

101 fische evolutie) zijn er 633 leerkrachten nodig. Nieuwe beleidsmaatregelen zijn goed voor 64 nieuwe leerkrachten. In totaal zal in deze periode de vraag naar leerkrachten bedragen. Het aanbod wordt in de eerste plaats bepaald door het aantal mensen dat afstudeert in de lerarenopleiding. Tot nu toe is het aantal zijinstromers immers beperkt. Ook de arbeidsreserve met de resterende groep van werkzoekenden, is aan het dalen (zie verder). Het aantal pas afgestudeerden dat op de arbeidsmarkt terechtkomt, kan men aflezen van het aantal diploma s, nadat men twee correcties heeft toegepast. Om te beginnen is het zo dat een deel afgestudeerden niet doorstroomt naar het onderwijs. Verder is er een groep die wel start, maar het binnen vijf jaar voor bekeken houdt. Vervolgens worden deze gegevens vergeleken met het tekort in maart 008, d.w.z. op de vooravond van de prognose. Het resultaat van die vergelijking voor het kleuteronderwijs komt neer op een tekort van 45 voltijdse kleuteronderwijzers. In het lager onderwijs is er een tekort van 45 onderwijzers. In het secundair onderwijs is er een positief saldo en kan men spreken van een reserve tot.40 leerkrachten. NIEUW in 009: soepel omgaan met het lerarentekort Om een antwoord te bieden op het lerarentekort gingen op september 009 al een aantal dringende maatregelen in. De cumulatieregels werden drastisch vereenvoudigd en versoepeld. Ook personeelsleden ouder dan 65 jaar kunnen opnieuw in dienst treden. Minder werkloze en dus minder beschikbare leerkrachten in 009 De werkloosheidscijfers voor leerkrachten van het basisonderwijs en secundair onderwijs zijn in het schooljaar nog bijna elke maand gedaald ten opzichte van dezelfde maand van het schooljaar Vanaf september 009 stijgt de werkloosheid opnieuw en dalen bijgevolg de openstaande vacatures. De werkloosheidscijfers op jaarbasis voor werkzoekende leerkrachten voor het basisonderwijs evolueren bijna parallel aan die van leerkrachten eerste en tweede graad secundair onderwijs. 00 was het jaar met het kleinste aantal werkzoekende leerkrachten. Sindsdien nam hun aantal jaarlijks weer toe. In 005 keerde het tij. Vanaf dan is er opnieuw een daling van het aantal werkloze en dus beschikbare leerkrachten. In het basisonderwijs blijft het aantal werkzoekende leerkrachten in 009 verder dalen (-7,%). In de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs is er een beduidende stijging van het aantal werkzoekende leerkrachten met liefst 6%: een eerste gevolg van de financieel-economische crisis. 0

102 Werkzoekende leerkrachten in het basisonderwijs Basisonderwijs - evolutie 0 jaar Grafiek: werkloosheidscijfers e/e graad SO (VDAB) e/e graad SO - evolutie 0 jaar In de derde en vierde graad van het secundair onderwijs is de situatie anders. Sinds 00 daalt het aantal werkzoekende leerkrachten er jaarlijks, met 008 voorlopig als recordjaar. Gemiddeld waren er nog goed 00 werkzoekenden die een job in het onderwijs als eerste keuze hadden. In 009 is het aantal werkzoekende leerkrachten lichtjes gestegen (+4,6%). 0

103 Grafiek: werkloosheidscijfers 3e/4e graad SO (VDAB) 3e/4e graad SO - 5 jaar Nieuwe personeelsleden in het onderwijs In het schooljaar gingen in totaal personeelsleden voor de eerste keer aan de slag in het onderwijs. Die personeelsleden ontvingen een stamboeknummer en oefenden tegelijk minimum één opdracht uit tijdens dit schooljaar. Het aantal nieuwe personeelsleden is met 9% gestegen ten opzichte van vorig schooljaar. De stijging tekent vooral het basisonderwijs (+6%) en het secundair onderwijs (+%). In het deeltijds kunstonderwijs (-9%) en de CLB s (-5%) was er een daling. Nieuwe personeelsleden in het onderwijs in (EPD) Onderwijsniveaus Aantal nieuwe personeelsleden schooljaar Aantal nieuwe personeelsleden schooljaar Evolutie Basisonderwijs % Secundair onderwijs % Deeltijds kunstonderwijs % Centra voor leerlingenbegeleiding % % Totaal AgODi 03

104 AgODi is voor de scholen een belangrijke partner in onderwijsadministratie. Maar AgODi doet meer dan het correct verwerken van input vanuit de scholen. AgODi wil de scholen ook actief ondersteunen en begeleiden in de onderwijsreglementering. AgODi onderneemt daarom, in samenwerking met andere entiteiten van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, verschillende initiatieven om de scholen te informeren. Zo stimuleert AgODi een optimale beleidsrealisatie en versterkt het beleidsvoerend vermogen van de scholen. De jaarkalender Al meer dan 0 jaar maakt AgODi jaarkalenders op. Ze zijn een leidraad voor de scholen bij het tijdig opsturen van formulieren, elektronische berichten en documenten naar de verschillende afdelingen van het agentschap. AgODi zet die traditie nu in elektronische vorm - voort voor de scholen van het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en voor de centra voor leerlingenbegeleiding. AgODi heeft de jaarkalender voor al in mei 009 online ter beschikking gesteld. Dat engagement heeft AgODi genomen naar aanleiding van het klantentevredenheidsonderzoek van 008. Opleiding van schoolsecretariaten De kwaliteit van het administratief werk van AgODi hangt deels af van de kwaliteit van het administratieve werk van de scholen. De schoolsecretariaten spelen daarbij een cruciale rol. Het agentschap stelt voor hen cursussen samen. De complexe en omvangrijke onderwijsreglementering staat er klaar en duidelijk in uitgelegd. De cursussen behandelen de meest diverse thema s. Ze worden aangeboden via de website en via opleidingen. AgODi nodigt geregeld directies en schoolsecretariaten uit om kennis te maken met de administratie. Een praktische toelichting over de toepassing van de regelgeving hoort bij dit bezoek. In het najaar van 009 is voor het basisonderwijs gestart met de voorbereiding van een grootscheeps opleidingsproject voor de schoolsecretariaten, met een twaalftal thema s van personeels-, scholen- en leerlingenmateries die aangeboden worden in de vijf provincies. In het voorjaar van 00 werd dan het startschot gegeven. Er is telkens aandacht voor het pragmatische gebruik van de website Onderwijs en voor tijdige en correcte gegevensuitwisseling. Alle deelnemers kunnen kennismaken met hun partners van het schoolbeheerteam en het werkstation. In mei 009 vonden opleidingen plaats voor nieuwe secretariaatsmedewerkers in het secundair onderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Tijdens de tweedaagse lessenreeks konden de cursisten kennismaken met de regelgeving over indiensttreding, bekwaamheidsbewijzen, nuttige ervaring, terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking en alle mogelijke verlofstelsels. Ook het elektronisch communiceren tussen de school en het werkstation kwam aan bod. Na de lessenreeks volgde een rondleiding in het werkstation en een kennismaking met de dossierbeheerder van de school. Elke lessenreeks werd twee keer georganiseerd. 04

105 Ronde van Vlaanderen Bij belangrijke vernieuwingen in de onderwijsreglementering organiseert het ministerie van Onderwijs en Vorming traditiegetrouw een Ronde van Vlaanderen, waaraan AgODi actief participeert. Deze Rondes van Vlaanderen vormen unieke kansen om binnen een korte termijn een groot deel van het onderwijsveld te ontmoeten, informatie uit te wisselen en kennis te maken met wat leeft in de scholen. In 009 vond de Ronde van Vlaanderen plaats over nieuwigheden in het schooljaar , over de nieuwe rol van de inspectie en de taakstelling van de CLB s. Informatiepunt Ouders en Leerlingen Ouders en leerlingen, maar ook scholen en onderwijskoepels kunnen met al hun vragen terecht bij het informatiepunt Ouders en Leerlingen via telefoon, of brief. Hun vragen handelen over zeer uiteenlopende thema s: pesten, verloren studiebewijzen, conflicten tussen ouders en de school, gezondheid en veiligheid op school, schoolkosten Cel Word leerkracht De Cel Word Leerkracht biedt eerstelijnshulp aan kandidaat-leerkrachten. Dit callcenter beantwoordt vragen over onderwijsbevoegdheid, bekwaamheidsbewijzen, nuttige ervaring Ook voor eerstelijnsinformatie over de samenstelling van het salaris, geldelijke anciënniteit en salarisschalen en voor een beperkte salarissimulatie kunnen geïnteresseerden er terecht. In samenwerking met de VDAB werkte AgODi bovendien de leerkrachtendatabank uit. Website De uitbouw van een performante website is voor AgODi noodzakelijk om proactief en klantgericht informatie te kunnen verstrekken aan scholen, schoolbesturen, onderwijsmensen, ouders, leerlingen en andere geïnteresseerden. AgODi levert een grote bijdrage tot diverse onderdelen van de algemene website De pagina s Wedde-info onderwijspersoneel bieden het personeel ruime informatie over het salaris, het uitstapplan 58+ ; De technische specificaties van Edison (Elektronisch Doorgeven van Informatie tussen Schoolinstellingen en het Onderwijsdepartement) staan er ter beschikking. speelt in op specifieke en actuele thema s. In 009 heeft AgODi zijn website geüpdatet en werden er een paar nieuwigheden toegevoegd. Zo kan op eenvoudige wijze de dossierbehandelaar of verificateur van een school opgezocht worden. Ook de nieuwe rapporten van AgODi kregen een plaats op de website. 05

106 Infosessies aan laatstejaarsstudenten van de lerarenopleiding De infosessies aan de laatstejaarsstudenten van de lerarenopleiding aan hogescholen en universiteiten hebben als doel de eerste indiensttreding van een personeelslid in het onderwijs vlot te laten verlopen. In de infosessie schetsen medewerkers van AgODi het onderwijslandschap en lichten zij de begrippen onderwijsbevoegdheid en bekwaamheidsbewijzen uitgebreid toe aan de hand van voorbeelden. Ook de praktische kant van de indiensttreding komt aan bod: sollicitatietips, contactgegevens, de nodige documenten bij een eerste indienst treding De infosessies worden gegeven op vraag van de hogescholen en universiteiten en bereiken jaarlijks zo n duizend studenten. Ontvangen en opleiden nieuwe directeurs AgODi werkt samen met diverse organisaties die opleidingen aanbieden voor nieuwe directeurs. Ook een bezoek aan AgODi kan daarbij op het programma staan. Het bezoek is een winwinsituatie. De nieuwe directeurs maken kennis met het ministerie van Onderwijs en Vorming; de medewerkers van AgODi houden voeling met wat leeft in het onderwijs. De examens van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap Basisonderwijs Kinderen vanaf 9 jaar en volwassenen, krijgen jaarlijks in juni de kans om het getuigschrift basisonderwijs te behalen via een Examencommissie. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn voor kinderen die niet naar een erkende school gingen. In elke provincie organiseert één officiële school en één vrije school de examens. Een advertentie in de Vlaamse kranten maakt in het voorjaar bekend welke scholen daarvoor zijn aangeduid. De tien geselecteerde scholen krijgen een vergoeding van 50 euro. Voor de leerstof baseren de examenscholen zich op de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming en op de leerplannen van hun onderwijsnet of onderwijskoepel. Secundair Onderwijs Jongeren en volwassenen die geen getuigschrift of diploma secundair onderwijs bezitten, kunnen die studiebewijzen toch behalen via een examen voor de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. 06

107 De Examencommissie bestaat uit vier afdelingen, elk belast met het organiseren van examens voor een bepaalde onderwijsvorm of graad. Elke afdeling heeft voor de praktische organisatie een secretaris en een adjunct-secretaris. Dat zijn gedetacheerde leerkrachten aangesteld voor een periode van zes jaar. De examens worden twee keer per jaar ingericht. De examinandi kunnen kiezen uit een leerprogramma van de Examencommissie zelf of een programma zoals ingericht door een voltijdse secundaire school in Vlaanderen. Om de kandidaten te examineren, worden leerkrachten opgeroepen om tijdens de examenzittijden te fungeren als examinatoren. Het kan ook gaan om gepensioneerde leerkrachten. Kandidaten Examencommissie volgens afdeling Overzicht aantal kandidaten examencomissie volgens afdeling e afdeling e afdeling e afdeling Toelatingsattest 3e afdeling e afdeling Toelatingsattest 4e afdeling Totaal Het aantal kandidaten voor de Examencommissie neemt de laatste jaren toe. Een belangrijke oorzaak daarvan is de stijgende maatschappelijke noodzaak om toch minimaal een diploma secundair onderwijs te bezitten. Zonder een dergelijk diploma verkleinen de kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk. De Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap werd in de loop van 009 overgedragen aan het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). Gelijkwaardigheid buitenlandse studiebewijzen Wie over een buitenlands studiebewijs beschikt op het niveau basisonderwijs of secundair onderwijs, heeft vaak een gelijkwaardigheid nodig in het kader van een sollicitatie, om zich te vestigen als zelfstandige, om verder te studeren in het onderwijs voor sociale promotie, om studies secundair onderwijs aan te vatten In het basisonderwijs zijn er jaarlijks ca. 600 aanvragen, voor het secundair onderwijs ligt het gemiddelde tussen de.500 à 3000 per jaar. Een derde van deze aanvragen gebeurt door leerlingen die verder wensen te studeren in het secundair onderwijs of het volwassenenonderwijs. De bevoegdheid om gelijkwaardigheden toe te kennen werd in de loop van 009 overgedragen aan het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). 07

108 Organisatie van de taalexamens Wie in het onderwijs aangesteld wordt, moet zijn kennis van de onderwijstaal aantonen. Voor kandidaten met een anderstalig diploma werden daartoe binnen de Vlaamse Gemeenschap voor de personeelsleden van de Nederlandstalige scholen examens ingericht. De afdeling waarin ze ondergebracht werden, correspondeerde met het niveau van hun diploma. Ook werd voor wie de verplichte tweede taal in de lagere school wil onderwijzen (in Nederlandstalige scholen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de taalgrensgemeenten en de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde Franstalige scholen) binnen de Nederlandstalige taalexamencommissie een examen ingericht. NIEUW VANAF : taalwetgeving Onderwijsdecreet XIX van 8 mei 009 bepaalt nieuwe aanstellingsvoorwaarden inzake taalkennis van het onderwijspersoneel. In plaats van de vroegere voldoende en grondige taalkennis, zijn er taalkennisniveaus vastgelegd per categorie van personeel. Er zijn ruimere mogelijkheden om taalkennis aan te tonen, namelijk via getuigschriften van taalopleidingen. De taalexamencommissies worden gemoderniseerd. Het uitgangspunt bij al deze wijzigingen is het Europees Referentiekader voor Talen (ERK). Bovendien is de taak om ervoor te zorgen dat het onderwijspersoneel aan de voorwaarden kan voldoen sinds september 009 overgeheveld naar het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). Er werden in 009 dan ook geen taalexamens georganiseerd. De eerste maanden van 009 werden wel de examenzittijden van 008 afgesloten. Dit zijn de resultaten, samen met een overzicht van de voorgaande jaren: Kandidaten en geslaagden taalexamens (taalexamencommissie) Kandidaten en Geslaagden taalexamens AFDELING afdeling lso afdeling hso afdeling ho e graad afdeking ho e graad afdeling ho 3e graad afdeling verplichte e taal Frans afdeling verplichte e taal Nederlands TOTAAL 08 kandidaten geslaagden kandidaten geslaagden kandidaten geslaagden

109 Secretariaten voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken Statutaire personeelsleden die verzaken aan hun plichten, kunnen een tuchtstraf oplopen. Bij de Kamer van Beroep kunnen zij vervolgens beroep instellen. De Kamer is bevoegd om daarover in laatste aanleg uitspraak te doen. Ook een tijdelijk aangesteld personeelslid dat zonder opzegging om dringende redenen wordt ontslagen, kan beroep aantekenen bij de Kamer van Beroep. AgODi verzorgt het secretariaat van deze Kamers van Beroep. Er zijn 3 Kamers van Beroep: Kamer van Beroep voor het gesubsidieerd officieel onderwijs Kamer van Beroep het gesubsidieerd vrij onderwijs Kamer van Beroep voor het Gemeenschapsonderwijs De Kamer kan de tuchtstraf vernietigen of hervormen zonder echter de sanctie te verzwaren. Dossiers voor de Kamers van Beroep voor tuchtzaken (secretariaat Kamers van Beroep) Aantal dossiers volgens net Officieel onderwijs Vrij Onderwijs GO! Totaal 7 In het GO! is de Raad van Beroep sinds september 007 vervangen door de Kamer van Beroep. Die Kamer kon haar werkzaamheden pas na september 009 aanvatten omdat de wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering waarin de tuchtprocedure is opgenomen pas halfweg 009 gerealiseerd was. De cijfers voor 009 hebben dan ook betrekking op dossiers die al in 008 door het GO! aan het secretariaat van de Kamer werden bezorgd. In 9 van de 7 gevallen ging het om de loutere bevestiging van een tuchtstraf waartegen het betrokken personeelslid geen beroep aantekende. Secretariaten voor de Kamers van het College van Beroep voor evaluatie De decreten rechtspositie voorzien in de invoering van functiebeschrijvingen en de geleidelijke invoering van evaluaties in alle onderwijsniveaus. Elk personeelslid met een functiebeschrijving moet minimaal om de vier schooljaren worden geëvalueerd op basis van die functiebeschrijving. Die evaluatie kan leiden tot een evaluatieverslag met eindconclusie onvoldoende. In dat geval kan het personeelslid beroep aantekenen bij een College van Beroep voor evaluaties. Het College van Beroep doet uitspraak over de evaluaties met eindconclusie onvoldoende. Het gaat na of de evaluatie op een zorgvuldige en kwaliteitsvolle manier is gebeurd en of de sanctie redelijk is. AgODi zorgt voor het secretariaat van de drie kamers van het College van Beroep. Er is: een Kamer voor het gesubsidieerd officieel onderwijs; 09

110 een Kamer voor het gesubsidieerd vrij onderwijs; een Kamer voor het Gemeenschapsonderwijs. Deze Kamers zijn van start gegaan op september 008. Dossiers voor het College van Beroep voor evaluatie (secretariaat College van Beroep) Aantal dossiers volgens net Officieel Onderwijs Vrij Onderwijs 3 GO! 7 Totaal 8 7 Organisatie van het informeel overleg met belanghebbenden en stakeholders De organisatie van het informeel middagoverleg gaat uit van AgODi. Ook andere entiteiten van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming worden betrokken, afhankelijk van het onderwerp. Het agentschap ontmoet er op een informele manier vertegenwoordigers van de inrichtende machten/schoolbesturen en vakbonden. Er bestaat een middagoverleg voor basisonderwijs, secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en de CLB's. 009 telde in totaal overlegmomenten. Tijdens het middagoverleg wordt onder andere verduidelijking gegeven over de toepassing van de bestaande onderwijsreglementering, de stand van zaken van nieuwe beleidsmaatregelen wordt er geschetst en de specifieke knelpunten of aandachtspunten besproken. In 009 had ook een niveauoverstijgende vergadering plaats waar een aantal innovaties (het gebruik van Webedison) werd toegelicht. Middagoverleg 009 (Secretariaat middagoverleg) Overzicht uitgevoerd middagoverleg 009 BaO 9 SO 7 DKO 3 CLB Totaal 0

111 Kind en Gezin: kleuterparticipatie Tijdens het schooljaar startte een actie ter bevordering van de kleuterparticipatie. In samenwerking met Kind en Gezin zocht AgODi naar kleuters die niet in een school werden ingeschreven. In waren dat kleuters. In het schooljaar ging om.655 kleuters. Kind en Gezin onderneemt voor de niet-ingeschreven kleuters een aantal sensibiliserende acties gericht naar de ouders. De focus ligt op de 3-jarigen. De acties (een huisbezoek, het aanbieden van informatie...) verschillen afhankelijk van het feit of Kind en Gezin de gezinnen in kwestie al dan niet begeleidt. Kind en Gezin koppelt de resultaten van die acties terug naar AgODi. Die worden aan de LOP s bezorgd voor verdere opvolging. Lokale overheden: gemeenten, steden en provincies In het kader van de leerplichtcontrole doet AgODi een beroep op de gemeenten. Zij krijgen de gegevens van leerlingen die niet ingeschreven zijn in een school en van wie de ouders niet reageerden op de brieven met betrekking tot de leerplichtcontrole. De gemeenten krijgen het advies de politie te sturen naar het thuisadres van de leerlingen in kwestie. Daarna bezorgen ze AgODi de verzamelde antwoorden. Op basis van die antwoorden kan AgoDi bepalen welke dossiers in orde zijn met de leerplicht en welke niet. Een ander aspect van de samenwerking met de lokale overheden situeert zich binnen de LOP-werking en het flankerend onderwijsbeleid. Het verandert de rol van de lokale overheden ten aanzien van het onderwijs sterk. Terwijl gemeenten zich eerst vooral concentreerden op het verstrekken van onderwijs zelf, evolueren zij nu naar een regierol waarbij meer algemene belangen worden nagestreefd. Het decreet op het flankerend onderwijsbeleid van 30 november 007 wil de gemeentelijke/ stedelijke overheden stimuleren om een regiefunctie op te nemen bij het overleg en de samenwerking tussen lokaal relevante actoren voor het lokale onderwijsbeleid (waaronder de LOP s). VDAB Om vraag en aanbod in het onderwijs vlot samen te brengen ging in juni 005 de leerkrachtendatabank van start in een samenwerkingsverband tussen AgODi en de VDAB. Interessant voor scholen én voor toekomstige leerkrachten op zoek naar een job. AgODi staat in voor het verifiëren en bekrachtigen van bekwaamheidsbewijzen en eventuele nuttige ervaring. AgODi biedt de VDAB ook informatie over de onderwijsbevoegdheid die aan

112 elk vereist bekwaamheidsbewijs gekoppeld is. De VDAB publiceert deze informatie in de leerkrachtendatabank. AgODi werkt ook samen met de VDAB om de leerkrachtendatabank up-to-date te houden. Syntra Het Vlaams Agentschap voor Ondernemerschapsvorming erkent en subsidieert vijf opleidingscentra voor zelfstandigen en KMO s: de Syntra s. Met een opleiding in een Syntra voldoen deeltijds leerplichtigen aan hun leerplicht. Syntra levert AgODi gegevens over de ingeschreven leerlingen. Zo kan AgODi ook deze leerlingen opnemen in de leerplichtcontrole. Sinds kunnen de leerlingen in een Syntra een studietoelage krijgen. De inschrijvingsgegevens worden daarvoor gebruikt. PDOS Binnen de pensioendienst voor overheidspersoneel (PDOS) is de groep van gepensioneerde personeelsleden uit het onderwijs een belangrijke en omvangrijke groep. Voor de vastbenoemde personeelsleden uit het onderwijs bereidt AgODi het pensioendossier voor. Met de diensten PDOS is er geregeld overleg, in de eerste plaats over de meer operationele aspecten van de dossierafhandeling. Ook op het niveau van de studiedienst wordt geregeld overlegd en op het vlak van vorming worden data uitgewisseld. De PDOS is in 008 gestart met het CAPELO-project, het elektronisch pensioendossier, waarbij wordt beoogd om de pensioendossiers op termijn volledig elektronisch samen te stellen op basis van een verrijkte DMFA-aangifte. (DMFA is de afkorting van Déclaration Multifonctionelle/multifunctionele Aangifte). AgODi heeft zich van meet af aan kandidaat gesteld om voor de gepensioneerden uit het onderwijs als piloot aan dit project mee te werken. In 009 werkte AgODi actief mee aan het diverse testen in de voorbereiding ervan. RSZ Sinds januari 003 communiceert AgODi in het kader van zijn opdracht als subsidiërende overheid - net zoals andere werkgevers - interactief en digitaal met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Die samenwerking uit zich concreet in twee informatiestromen. Enerzijds verstuurt AgODi dagelijks informatie naar de RSZ in het kader van DIMONA. DIMONA staat voor de elektronische aangifte van de nieuwe tewerkstellingen binnen het onderwijs. Elke elektronische indienstmelding door een school aan AgODi genereert ook de noodzakelijke melding van AgODi aan de RSZ. Anderzijds bezorgt AgODi elk kwartaal de loon- en arbeidstijdgegevens van al het onderwijspersoneel elektronisch aan de RSZ (DMFA). Die multifunctionele aangifte betekent dat de verschillende instellingen van de sociale zekerheid die gegevens later kunnen opvragen. Er zijn twee soorten aangiften: de originele kwartaalaangifte: de gegevens van het laatst lopende kwartaal worden overgemaakt;

113 de wijzigende aangiften: zendingen met de gewijzigde loon- en arbeidstijdgegevens, gegenereerd door de (maandelijkse) herzieningen van salarissen van het onderwijspersoneel. FOD Financiën Als subsidiërende overheid heeft AgODi tegenover de Federale Overheidsdienst Financiën een aantal opdrachten die vergelijkbaar zijn met die van een werkgever. Naast het correct toepassen van de regelgeving van de FOD Financiën, bijvoorbeeld op het vlak van de bedrijfsvoorheffing, bezorgt AgODi ook heel wat informatie. In het voorjaar bezorgt AgODi aan alle gesubsidieerde personeelsleden van het Vlaamse onderwijs de fiscale documenten, met name de fiches 8.0, 8., 8.4, 8.8 en 8.5. Aan de FOD Financiën bezorgt AgODi een samenvattende staat. Tot twee jaar geleden gebeurde dat op een cassette. Sindsdien moet dat ook elektronisch gebeuren via de applicatie Belcotax-on-web. RKW In 993 sloot het ministerie van Onderwijs een beheersovereenkomst af met de Rijksdienst voor Kinderbijslag. Daardoor staat die dienst niet alleen meer in voor de betaling van de gezinsbijslag voor tijdelijke personeelsleden uit het onderwijs, maar ook voor de uitbetaling van de gezinsbijslag voor de vastbenoemde personeelsleden. De onderwijsadministratie is een voortrekker op het gebied van informatisering. Een aantal gegevens voor een correcte uitbetaling konden direct uit de eigen betalingsbestanden gehaald worden. Dat zorgde voor lagere administratiekosten voor de vastbenoemde personeelsleden, namelijk,35% in plaats van de gebruikelijke % op het totaal uit te betalen bedrag. De RKW maakte van de gelegenheid gebruik om zijn formulieren aan te passen en klantvriendelijker te maken. De opvolging van deze beheersovereenkomst gebeurt op basis van zesmaandelijks overleg, met een jaarlijks wisselend voorzitterschap. Daar worden in de eerste plaats afspraken gemaakt m.b.t. de te hanteren parameters voor de begroting. AgODi moet er namelijk maandelijks voor zorgen dat de benodigde sommen voor de uitbetaling van de gezinsbijslagen vijf dagen voor de effectieve uitbetalingsdag ter beschikking zijn van de RKW. Ook worden afspraken gemaakt m.b.t. de accenten qua kwaliteitscontroles en worden voorstellen voor optimalisering van de gegevensuitwisseling geformaliseerd. Over die thema s is er tussentijds regelmatig overleg tussen de wederzijds verantwoordelijke personeelsleden. De samenwerking wordt al 5 jaar door beide partijen als constructief en als een win-winoperatie ervaren. Overzicht van het budget voor de uitkering van gezinsbijslag voor tijdelijke en vastbenoemde personeelsleden en de administratiekosten voor de jaren 008 en Gezinsbijslag tijdelijk onderwijspersoneel Gezinsbijslag vastbenoemd onderwijspersoneel Totaal bedrag gezinsbijslag Administratiekosten Betalingskosten Totaal kosten

114 Mensura Sinds begin 00 werkt het ministerie van Onderwijs samen met een firma voor de ziektecontroles. De samenwerking met die firma (nu Mensura) gebeurt op basis van een contract dat telkens gegund wordt voor een periode van twee jaar, verlengbaar met twee keer één jaar. De concrete inhoud van de opdracht, namelijk het uitvoeren van ziektecontroles bij het personeel uit het onderwijs, is telkens in detail opgenomen in het contract. De manier van uitvoeren wordt opgevolgd door de stuurgroep controle ziekteverlof onderwijspersoneel, die ongeveer driemaandelijks vergadert. Tijdens dat overleg wordt de opmaak van het jaarrapport besproken, een rapport dat in de loop der jaren gevoelig is uitgebreid. Zo biedt het verslag interessante gegevens voor het beleid. Ook bijsturingen qua procedures komen aan bod, evenals klachten van personeelsleden of scholen m.b.t. de manier van werken. Ten slotte wordt daar het budget voor ziektecontrole opgevolgd. Dat bedroeg in euro, tegenover euro in 008 en euro in was het eerste jaar van een nieuwe contractperiode van twee jaar, eenmalig verlengbaar met een jaar. CORVE Sinds vele jaren werkt AgODi eveneens samen met Corvé, de coördinatiecel Vlaams e-government. Die Vlaamse overheidsdienst beoogt een efficiënter informatiebeheer tussen de burger en de Vlaamse overheid en tussen de Vlaamse overheidsdiensten onderling. De bedoeling is om de gegevens eenmalig op te vragen bij de burger en die maximaal te delen tussen de administraties. Daartoe werd het MAGDA-platform gecreëerd. MAGDA staat voor Maximale GegevensDeling tussen Administraties voor zowel de authentieke persoons- als ondernemingsgegevens. In 009 heeft AgODi met Corvé samengewerkt in volgende projecten: Algemeen: aanmaken en opzoeken bisnummers van leerlingen; Digitaal aanvraagformulier studietoelagen: opvragen persoonsgegevens en gezinsinformatie; Studietoelagen: opvragen informatie over handicap en kadastergegevens; Bouw en onderhoud van de Web-IDM component: WebEDISON:, wordt door de scholen gebruikt om in te loggen Studentenportaal hoger onderwijs: inloggen van studenten aan studentenportaal via elektronische identiteitskaart Uitwisseling van gegevens: DIMONA en kwartaalaangifte DMFA: Corvé zorgt voor het transport van de gegevens naar Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Kinderbijslag RKW: Corvé zorgt voor het transport van de gegevens naar de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) in het kader van de attestenstroom van Onderwijs en Vorming over KSZ en RKW naar de kinderbijslagfondsen. 4

115 5

116 6

117 Innovatie in de dienstverlening 7

118 3 8 Jaarverslag Innovatie in de dienstverlening

119 Formulieren met een kwaliteitslabel AgODi wil de administratieve planlast van de scholen verminderen. Om die reden evalueert het agentschap de bestaande formulieren. Zijn ze opportuun? Welke worden het best geautomatiseerd? Het agentschap speelt een ware voortrekkersrol in het formulierenproject. Het percentage formulieren van AgODi met een kwaliteitslabel bedraagt eind 009 niet minder dan 90,7%. Ter vergelijking: het gemiddelde aantal kwaliteitsvolle formulieren voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zonder het beleidsdomein Onderwijs en Vorming bedraagt 46,79%. AgODi als gegevensbron De dienstverlening van het agentschap is de laatste jaren sterk geautomatiseerd. AgODi beschikt daardoor over een rijke set aan data. AgODi vormt een authentieke gegevensbron voor het onderwijsveld. AgODi staat in voor de inzameling, opvolging, terbeschikkingstelling en kwaliteitsbewaking van alle data over de leerlingen, het onderwijspersoneel en de scholen. AgODi levert dagelijks gegevens aan derden. De voorbeelden zijn legio: Door de nieuwe financiering beschikt AgODi over een rijke dataset met leerlingenkenmerken. Binnen het kader van de privacywetgeving en de afspraken die daarover in de beleidsraad zijn gemaakt, konden heel wat instanties over deze gegevens beschikken: de lokale overlegplatforms, maar ook de lokale besturen; AgODi stond in voor de opvolging van de griepgegevens in het kader van de dreigende grieppandemie afgelopen winter; Binnen het project schoolindicatoren komen alle data uit de operationele databanken van AgODi die relevant zijn voor schooldoorlichtingen terecht in een datawarehouse. Ze staan ter beschikking van de onderwijsinspectie. Die gegevens worden nu gebruikt om schooldoorlichtingen voor te bereiden. Daardoor moeten de scholen zelf minder gegevens verzamelen. AgODi stelt zich bovengenoemde activiteit als kerntaak, zoals overigens opgenomen in de vorige en het voorliggende ontwerp van beheersovereenkomst. Met het oog op de ontwikkeling van een kenniscentrum heeft AgODi ondertussen al initiatieven genomen. Er zijn gerichte wervingen gebeurd in functie van ontbrekende competenties binnen het agentschap en een gegevensbeheerder op niveau N- is aangesteld. Bij het uitvoeren van de nieuwe beheersovereenkomst zal dat ook tot uiting komen. AgODi ziet de uitbouw van een kenniscentrum als een belangrijk element van goed bestuur of corporate governance, waarbij de stakeholders en alle belanghebbenden betrokken moeten worden. De goed uitgebouwde relaties van AgODi met het onderwijsveld zijn een belangrijke troef om deze ambitieuze doelstelling met alle partners samen te realiseren

120 Het elektronische personeelsdossier, het schooldossier en WebEDISON Het elektronische personeelsdossier (EPD) startte in 995. Vanaf het schooljaar verloopt de personeelsadministratie en -communicatie voor bijna alle onderwijssectoren automatisch. Het informatiseringsproject via EDISON en het elektronische personeelsdossier (EPD) zijn ongetwijfeld de belangrijkste en meest ingrijpende projecten voor de administratieve vereenvoudiging. Dankzij die projecten verdwijnen jaarlijks honderdduizenden formulieren en documenten. In termen van tijdswinst betekent dat een schot in de roos! Tegelijk zorgen die investeringen in IT ook voor een correctere en snellere dossierafhandeling. Ten slotte zijn hiermee de randvoorwaarden gecreëerd om de scholen ook op andere terreinen maximaal te ondersteunen. Enkele voorbeelden: Dankzij de informatisering kan AgODi de DIMONA-verplichtingen overnemen van de inrichtende machten/schoolbesturen voor de personeelsleden die de onderwijsagentschappen betalen; De formulierenstroom voor de reaffectaties werd afgeschaft; Voor de scholen en leerkrachten werd in samenwerking met de VDAB een gecertificeerde en actuele lerarendatabank ontwikkeld. Ongetwijfeld vallen er ook in de toekomst nog bijkomende mogelijkheden te verkennen zoals bij de vervulling van de RSZ-verplichtingen voor de aangifte van sociaal risico (ASR) of bij het vervolledigen van het pensioendossier (project CAPELO van de PDOS). Via EDISON sturen de scholen hun leerlingengegevens en tellingen door. Die gegevens komen terecht in het elektronische schooldossier. Dat vormt de basis voor de berekening van de werkingsmiddelen en de omkadering en voor de opvolging van afwezigheden en spijbelcontrole. EDISON is het Elektronisch Doorsturen van Informatie tussen Schoolinstellingen en het ONderwijsdepartement. De omschakeling van EDISON naar WebEDISON, die startte in mei 008, is voortgezet in 009. Op 3 december 009 waren 4374 instellingen overgestapt (98%). In de maand april 00 is de oude EDISON definitief stopgezet. Voor veel medewerkers van schoolsecretariaten is dit systeem de eerste kennismaking met een internettoepassing die toegankelijk is via de elektronische identiteitskaart of het federaal token. Het vergt dan ook enige aanpassing. Eenmaal echter de overstap gemaakt, zijn de gebruikers vooral tevreden over het gebruiksgemak en de toegankelijkheid van het systeem. 0

121 3 Salarisbrief online De online salarisbrief vormt een nieuwe stap op het vlak van innovatie. Tot 009 ontvingen de personeelsleden hun salarisbrief alleen maar bij een wijziging van één van de elementen die het salaris bepalen, zoals bij een indexsprong. Vanaf juni (009) kan het onderwijspersoneel zijn maandelijkse salarisbrief digitaal ontvangen. Men kan de digitale salarisbrief ook gemakkelijk opslaan op de computer. AgODi werkt voor dit project samen met ISABEL, een samenwerkingsprotocol opgezet door de banksector om aan thuisbankieren te doen. Via de zogenaamde ZOOMIT-knop op de individuele bankpagina kan het personeelslid een fotokopie van zijn salarisbrief oproepen. Thuisbankieren is dus een voorwaarde om de salarisbrief elektronisch te ontvangen. Die manier van werken garandeert een goed beveiligde en betrouwbare omgeving. Op dit ogenblik zijn de banken AXA, CBC, Centea, Dexia, Fintro, Fortis, ING, KBC en het Landbouwkrediet aangesloten bij ISABEL. In totaal vertegenwoordigen zij 3,6 miljoen gebruikers van internetbankieren. 3,4 miljoen van hen hebben toegang tot ZOOMIT. Nog meer banken zullen zich trouwens op het systeem aansluiten. Eind december 009 hadden.6 personeelsleden ingetekend voor deze elektronische communicatie. Het gaat om,7% van het totale personeelsbestand. Sinds juni 009 werden papieren salarisbrieven verstuurd naar de ongeveer personeelsleden. Door dit project werden sindsdien salarisbrieven niet meer op papier afgedrukt. SEPA in het onderwijs In 009 paste AgODi de uitbetaling van de onderwijssalarissen en werkingsmiddelen aan volgens de internationale regels die de invoering van het Europese rekeningnummer oplegt in het kader van het Single Euro Payments Area (SEPA). Daardoor moest men aanpassingen doorvoeren in de verschillende informaticasystemen. In januari 009 gebeurden alle salarisbetalingen via het SEPA-formaat. AgODi nam een voortrekkersrol op zich binnen de Vlaamse overheid. Ook voor Dexia zelf was die pilootervaring belangrijk. Een externe audit van het salarissysteem In 009 kregen personeelsleden uit het onderwijs een salaris van het ministerie van Onderwijs en Vorming. De totale loonuitgaven bedroegen 7, miljard euro. AgODi staat in voor het dossierbeheer van personeelsleden, maar ook voor het beheer van het salarissysteem. De uitbetaling van deze salarissen steunt immers voor een groot gedeelte op informaticasystemen, waarvan het salarissysteem de oudste en meest kwetsbare toepassing is. In 008 lanceerde AgODi een algemene offerteaanvraag om een audit van het salarissysteem

122 te laten uitvoeren. De opdracht werd toegekend aan Ernst en Young en in de loop van mei 009 werd het rapport opgeleverd. Het rapport adviseert duidelijk om dringend werk te maken van een re-engineering van het salarissysteem. Daarbij zou de onderliggende database IDMS (Integrated Database Management System, een netwerkdatabase van de tweede generatie die voornamelijk in de jaren 70 gebruikt werd) vervangen moeten worden door het modernere DB. Op basis van die studie is aan EDS-Telindus een offerte gevraagd voor een raming van de volgende fase in de vernieuwbouw van het salarissysteem. Die offerte geeft een antwoord op de aanbevelingen van de audit. Gezien de grootte, de complexiteit en het belang van de toepassing zal een vernieuwbouw in fasen aangepakt moeten worden. Op 3//009 werd de bestelling geplaatst voor een eerste deel van bovenvermelde offerte, namelijk de roadmap. Dit document moet een algemene analyse bevatten van de mogelijke scenario s om vanaf het huidige salarissysteem te evolueren naar een nieuw salarissysteem dat past in de technologieën en coderingen van de overige toepassingen van Onderwijs en Vorming en in het bijzonder binnen het EPD-systeem. In 009 werd er al voor geopteerd om in het informaticaplan 00 prioritair te investeren in de vernieuwbouw van het salarissysteem. Informaticaprojecten voor de uitvoering van nieuw onderwijsbeleid In 009 werkte AgODi hard aan een groot informaticaproject om de eindejaarstoelage, het vakantiegeld en de uitgestelde bezoldiging voor alle personeelsleden automatisch te berekenen. Dat informaticaproject geeft uitvoering aan CAO VIII en vergemakkelijkt en stroomlijnt de werkzaamheden van de medewerkers in de werkstations. In 009 werden het vakantiegeld en de uitgestelde bezoldiging voor tijdelijke personeelsleden op die manier uitbetaald, terwijl dat in december 008 al voor de eindejaarstoelage gold. De technologie waarmee de nieuwe toepassingen zijn gebouwd, komt overeen met de aanbevelingen die Ernst&Young heeft uitgebracht in zijn auditrapport over het salarissysteem. Op ICT-vlak leverde AgODi belangrijke inspanningen om het programma voor de toekenning van de werkingsmiddelen in het kader van de nieuwe financiering operationeel te maken. AgODi is erin geslaagd om de toepassing op tijd klaar te krijgen. Het voorschot op de werkingsmiddelen kon AgODi tijdig en correct uitrekenen en betalen in januari 009. Ook andere informaticaprojecten gaven in 009 uitvoering aan diverse nieuwe beleidsmaatregelen: de gegevensregistratie voor de uitvoering en opvolging van het decreet Leren en Werken, het opvragen van gegevens voor de schooltoelage in het basisonderwijs en secundair onderwijs, de correcte en tijdige uitbetaling van de personeelsleden van de centra voor basiseducatie. Door het project cumulatie kon AgODi de nieuwigheden in de cumulatieregeling vanaf september 009 correct en informaticaondersteund uitvoeren. Door de late goedkeuring van de maatregelen en het ingrijpende karakter ervan kon de uitbetaling pas plaatsvinden in november 009. Daardoor moest het hogere loon met terugwerkende kracht worden uitbetaald.

123 3 Prilproject Het project PRIL (Procesre-engineering Instellingen en Leerlingen) ontwikkelt toepassingen om de dienstverlening voor de scholen en de andere klanten van AgODi te verbeteren: Binnen School on web wordt er gewerkt aan de uniformiteit van de dienstbrieven omkadering en toelagen van het basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en de CLB s. AgODi zal de processen van de verificatie binnen het basisonderwijs, het secundair onderwijs en het deeltijds kunstonderwijs grondig analyseren met het oog op een optimale onderlinge afstemming en verbetering van de werking. Het afstemmen van de opdracht van de verificatie met de werkzaamheden van de onderwijsinspectie zal ook een onderdeel uitmaken van dit project. 3

124 4

125 Management en organisatie 5

126 4 Management en organisatie 6 Jaarverslag

127 Over het kalenderjaar 009 telde AgODi in totaliteit 57 medewerkers. Dat is de som van alle personeelsleden waarmee het agentschap in de loop van 009 een arbeidsrelatie had en dit ongeacht hun aan- of afwezigheid (wegens onbetaald verlof, loopbaanonderbreking ) of het arbeidsregime (voltijds / deeltijds). In vergelijking met 008 betekent dit een lichte stijging. Deze stijging is het gevolg van een groter personeelsverloop en van een toename van de deeltijdse arbeid waardoor meer personeelsleden ter vervanging worden aangeworven, en dit vooral in de groep van de specifieke medewerkers (zie 4..5) De statutairen en contractuelen vormen de hoofdmoot. Samen met de CODO-groep (medewerkers met een Contract Onbepaalde duur ten laste van het Departement Onderwijs) realiseren ze de algemene dienstverlening. De overige medewerkers zijn aan de slag in het kader van het specifieke beleid rond de startbanenprojecten VeVe (Verkeersveiligheid) en JoJo (Scholen voor Jongeren, Jongeren voor Scholen) en het Lokaal Overleg Platform (LOP). ), en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het secundair onderwijs. Zowel de CODO groep als de medewerkers in het kader van het specifieke beleid worden niet betaald met de eigen personeelskredieten van AgODi, maar met middelen uit de onderwijsbegroting. Overzicht van de verdeling van de personeelsleden volgens statuut en categorie (MOD-Vlimpers) Categorie Statutair Aantal personeelsleden 008 Aantal personeelsleden Contractueel CODO 5 7 Begeleiding JoJo/VeVe Begeleiding LOP Begeleiding examencommissie Totaal Sinds de oprichting van het nieuwe agentschap AKOV op mei 009 werden volgende bevoegdheden van AgODi overgedragen aan dit nieuwe agentschap: Het bepalen van de gelijkwaardigheid van de diploma s van het basis- en secundair onderwijs; De organisatie van de centrale Examencommissie Vlaamse Gemeenschap voor het secundair onderwijs en het secretariaat van de taalexamencommissies. De personeelsleden die daarvoor werden ingezet binnen AgODi gingen met ingang van september 009 over naar het nieuwe Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming In totaliteit ging het om 3 betrekkingen, enerzijds de gedetacheerde leerkrachten van de Examencommissie en anderzijds een beperkt aantal statutaire en contractuele medewerkers voor de overige bevoegdheden

128 Verhouding statutair - contractueel personeel Beschikbaar personeelseffectief (MOD-Vlimpers) - personeelskrediet AgODi Aantal personeelsleden Statutair % in ,09% 85,4% 75 4,9% 4,76% % 00% Contractueel Totaal % in ,09% van het personeelsbestand van het eigen personeelskrediet is statutair verbonden met AgODi, 4,9 % heeft een contractuele aanstelling (als titularis of als vervanger). De verhouding statutair contractueel personeel blijft stabiel in vergelijking met 008. AgODi verklaarde een aantal statutaire betrekkingen op niveau C en D vacant en valoriseerde op die manier een aantal van zijn medewerkers die met succes de generieke proeven aflegden. Anderzijds werden heel wat personeelsleden op niveau A en B contractueel geworven bij gebrek aan kandidaten voor de statutaire functies. Een vergrijzing van het personeel De vergrijzing zet zich verder : bijna 3 % van deze groep van medewerkers is 55 jaar of ouder en zal vermoedelijk binnen vijf jaar uitstromen. De 55-plussers nemen met 3,3% toe ten opzichte van 008. Leeftijdspiramide AgODi (MOD-Vlimpers) - personeelskrediet AgODi Leeftijd Jonger dan 5 % in ,6%,4% 97 9,3% 8,7% 35 t.e.m ,3%,5% 45 t.e.m ,0% 9,9% Totaal % in t.e.m en ouder 8 Aantal personeelsleden 55 30,8% 7,5% % 00%

129 4 aantal personeelsleden volgens leeftijd Aantal personeelsleden Jonger dan 5 5 t.e.m t.e.m t.e.m en ouder De vervrouwelijking Globaal maken vrouwen 60% van het personeelsbestand uit, net zoals in 008. Vooral in de leeftijdsgroepen tussen 5 en 45 jaar is het vrouwelijk aandeel sterk. Verhouding vrouwen/mannen (MOD-Vlimpers) - personeelskrediet AgODi Vrouwen Jonger dan 5 % Mannen % Totaal 33% 67% 5 t.e.m % 6 7% t.e.m % 37 35% t.e.m % 58 4% 4 55 en ouder 84 54% 7 46% % 94 39% 503 Totaal 3 Meer en meer hooggeschoolden Meer en meer hooggeschoolden vervoegen het team van medewerkers. Dat kunnen we zien als een logisch gevolg van het aanwervingsbeleid dat het accent legt op het aantrekken van nieuwe medewerkers op niveau A of B. Het aantal universitair geschoolden steeg met,4%, het aandeel personeelsleden tewerkgesteld op niveau B met,6%. Ruim de helft van de medewerkers werkt op niveau C. 9

130 Personeelsleden volgens niveau van tewerkstelling (MOD-Vlimpers) - personeelskrediet AgODi Niveau Aantal Aantal personeelsleden personeelsleden % in 009 % in 009 Niveau A ,57% 5,5% Niveau B 4 3,44% 4,45% Niveau C ,98% 50,0% Niveau D 6 50,0% 9,94% ,00% 00,00% Totaal Grafiek: personeelsleden volgens niveau van tewerkstelling (MOD-Vlimpers) - personeelskrediet AgODi Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Aantal personeelsleden 008 Aantal personeelsleden 009 Specifieke medewerkers De personeelstrends voor de 69 personeelsleden die uit de onderwijsbegroting worden betaald, volgen grotendeels de algemene evoluties, zij het iets minder uitgesproken. Personeelsleden volgens categorie (MOD-Vlimpers) - onderwijsbegroting Categorie Aantal personeelsleden CODO 7 Begeleiding JoJo/VeVe 6 Begeleiding LOP 35 Examencommissie Vlaamse Gemeenschap Totaal 69 Personeelsleden volgens leeftijd (MOD-Vlimpers) - onderwijsbegroting Leeftijdsgroep LOP Examencommissie 3 5 t.e.m t.e.m / 6 45 t.e.m / 3 Totaal Jo-Jo/VeVe Jonger dan 5 55 en ouder 30 Codo / /

131 4 Personeelsleden volgens geslacht (MOD-Vlimpers) - onderwijsbegroting Codo Vrouwen Mannen Totaal Jo-Jo/VeVe LOP examen commissie Personeelsleden volgens tewerkstellingsniveau (MOD-Vlimpers) - onderwijsbegroting Niveau Codo Jojo/veve LOP examen commissie Niveau A / 6 4 Niveau B 6 / / Niveau C 0 / / / Niveau D / / / Totaal Diversiteit in het personeelsbeleid De Vlaamse Regering benadrukt de tewerkstelling van specifieke kansengroepen. Het agentschap scoort goed op het vlak van het percentage vrouwen in middenkaderfuncties. Met 66% overtreft AgODi het Vlaamse streefcijfer van minimaal 33%. De ondervertegenwoordiging van allochtonen en personen met een handicap vraagt om een volgehouden inhaalbeweging. In 009 leidde dat tot de contractuele aanwerving van twee personeelsleden niveau B. Differentiatie in het loopbaanbeleid blijft een must in functie van kortgeschoolden enerzijds en van ervaren werknemers anderzijds. Personeelsplan 009: de lat ligt hoog Het agentschap moet als hedendaagse organisatie voldoen aan hoge eisen. In 009 zette het intensief in op de verdere automatisering en informatisering van de belangrijkste processen. Voor het personeel ligt de lat hoog op het gebied van complexe opdrachten, flexibiliteit en een polyvalente inzetbaarheid. Het personeelsplan 009 beantwoordt deze uitdagingen op twee sporen: Een aanwervingsbeleid met een nadrukkelijk accent op hogergeschoolden op A- of B-niveau. Door nieuwe wervingen met het oog op gegevensbeheer en -ontsluiting, versterkte het agentschap zich op het vlak van voorheen ontbrekende competenties; Een maximale waardering van de aanwezige competenties van de medewerkers. 3

132 Personeel in beweging In 009 verrijkten 5 statutaire en 0 contractuele medewerkers de werking van AgODi. Voor 0 van de statutaire indiensttredingen betrof het geen nieuwe indiensttreding, maar een omzetting van een contractuele naar een statutaire tewerkstelling. Daarnaast wenste het agentschap de aanwezige competenties onder zijn personeelsleden maximaal te waarderen. Het sectoraal akkoord opende de mogelijkheid voor een aantal nieuwe loopbaanpaden voor vastbenoemde ambtenaren: A, B3, C3, D3. Naast de invoering van vijf functies A, acht functies C3 en vijf functies B/C voorzag AgODi voor 009 ook vier vacatures in rang D. De bevorderingsronde werd volledig afgerond tegen einde 009: bevorderingen gingen in op november 009, één op januari 00. Personeelsplan Het personeelsplan 009 zoals overlegd met het Beleidsdomeinoverlegcomité omvat: 436 statutaire betrekkingen (personeelskrediet AgODi) 4 contractuele betrekkingen (personeelskrediet AgODi) Daar moeten nog aan toegevoegd worden: 6 contractuele betrekkingen (recuperatiefonds) 8 contractuele betrekkingen (startbaanovereenkomsten) 7 codo betrekkingen (onderwijsbegroting) 3 betrekkingen begeleiding JoJo en VeVe project (onderwijsbegroting) 3 betrekkingen begeleiding LOP (onderwijsbegroting) 8 betrekkingen Examencommissie (onderwijsbegroting) Personeelsbudget AgODi beschikte in 009 over een budget van ,54 euro voor de uitvoering van het personeelsbeleid (lonen, kinderbijslag, functionerings- en managementtoelage, maaltijdcheques). Dit is het eigen personeelskrediet van AgODi. Eind 009 blijkt,7% van dit budget niet gerealiseerd. Het onvolledige gebruik ervan is deels toe te schrijven aan het niet onmiddellijk kunnen invullen van vacatures. Vanaf september golden ook de besparingsmaatregelen waardoor geen nieuwe wervingsprocedures meer werden opgestart. In 009 werkte AgODi verder aan een uniform en gestructureerd vormingsbeleid in al zijn afdelingen. De toekomstvisie van het agentschap werd duidelijk weerspiegeld in het opleidingsaanbod. Tal van automatiseringsprojecten voor personeelsdossierbeheer belandden in de eindfase en werden aan de medewerkers toegelicht. Demo s over het scanproject dat in de 3

133 4 steigers stond, moesten de personeelsleden vooral mentaal voorbereiden op een toenemende gedigitaliseerde werkomgeving. AgODi organiseerde daartoe trouwens een intern seminarie. Het vond plaats in gemeenschapscentrum De Markten in Brussel. Minister Pascal Smet kwam er spreken, evanals prof. Bouckaert die het had over de toekomstige uitdagingen voor overheidsadministraties. De namiddag werd ingevuld met bijdragen vanuit verschillende AgODiwerkgroepen. Het vernieuwde opleidingstraject voor nieuwe personeelsleden werd geëvalueerd en bracht verdere verbeterpunten naar voren. Daarnaast stimuleerde AgODi de deelname van zijn personeelsleden aan de vormingsinitiatieven voor het hele beleidsdomein: onderwijskundige seminaries, studiedagen en voorbereidingen voor aanwervingsexamens. Het interne wisselleren tussen verschillende afdelingen werd uitgebreid en een nieuw leven ingeblazen. Er liepen onder meer externe projecten bij de Franse Gemeenschap en WVG (Welzijn, Volksgezondheid en Gezin). Een toenemend aantal personeelsleden bezocht één of meerdere scholen om de voeling met het werkveld levend te houden. Sommigen gingen op pad met een verificateur en ondervonden hoe o.a. leerlingen tellingen in hun werk gaan. Anderen volgden de werkzaamheden van een inspectieteam tijdens een schooldoorlichting. Een afdelingshoofd van AgODi maakte tijdens een uitwisseling kennis met de onderwijssituatie in Berlijn. Op het niveau van de afdelingen werden heel wat interne, vooral vakinhoudelijke maar ook teamgerichte opleidingen georganiseerd zowel over personeelsregelgeving als over instellingen en leerlingen. Zo staan er bij de start van elk schooljaar de toelichtingen over wijzigingen bij het begin van het schooljaar op het programma. Het agentschap maakte ook intensief werk van vorming voor zijn LOP-deskundigen. Daartoe behoorden onder andere een aantal gezamenlijke vormingsdagen i.s.m. de VLOR en een opleiding rond mentorschap en coachende vaardigheden. Klinkt werken zonder een vaste werkplaats of zonder papier als verre toekomstmuziek? Op basis van de recente ontwikkelingen op ICT-gebied werkt AgODi volop innoverende programma s uit. Een overzicht: Al één op drie werknemers uit de werkstations werkt structureel tot 3 dagen per week van thuis uit; daarnaast vindt het occassionele thuiswerk meer en meer ingang; De LOP-deskundigen en de voltijds werkende verificateurs hebben structureel geen werkplek binnen het Consciencegebouw en werken van thuis uit. Er is centraal wel overleg via vergaderingen en werkgroepen; Het project Scanning opent perspectieven op het gebied van plaatsonafhankelijk werken en een efficiënte kantoororganisatie. Bedoeling is de resterende papieren documenten in te scannen en te koppelen aan het elektronische personeelsdossier. Het gaat over alle documenten van de personeelsdossiers van alle onderwijsniveaus en over de arbeidsongevallen. In 009 werd gewerkt aan de analyse en de bouw van de informaticasystemen. Het startsein daartoe werd trouwens eind april 00 gegeven; 33

134 Het project Workflow biedt een elektronisch alternatief voor het centraal beheer van de huidige takenlijsten in de werkstations. Eén agenda met alle werkpunten voor de medewerkers verbetert bovendien de opvolging door het management. Ook dit project kon van start gaan in 009; Weetulex is het intern documentatiesysteem van AgODi. Het vormt een informatiesysteem op maat van de thuiswerkers. Het systeem maakt interne documenten en omzendbrieven over personeelsmaterie en binnenkort ook over instellingen en leerlingen online beschikbaar. In 009 kwam de bouw van Weetulex op een nieuwe en krachtigere versie. Die moet er op termijn ook voor zorgen dat schoolsecretariaten het documentatiesysteem kunnen gebruiken; De controle op de voorwaarden bij een vaste benoeming van een personeelslid kan sinds januari 009 op een volledig geautomatiseerde manier verlopen. Dat betekent een werklastvermindering voor de werkstations; De controles die de werkstations uitvoeren bij dienstonderbrekingen verlopen sinds 009 ook op een geautomatiseerde manier: in september 009 konden alle verloven en afwezigheden voor verminderde prestaties al op die manier worden afgehandeld. De verloven om tijdelijk een andere opdracht waar te nemen (TAO) waren in december 009 aan de beurt. Omdat de werking van scholengemeenschappen belangrijker wordt, hebben de werkstations basisonderwijs en secundair onderwijs vanaf september 009 hun interne werking daar volledig op afgestemd. Er is voortaan één contactpersoon voor de personeelsvragen van alle scholen van de scholengemeenschap. Die heeft een overzicht over het geheel en kan zo een stuk efficiënter alle personeelsbewegingen opvolgen en de schoolsecretariaten beter ondersteunen bij het doorsturen van hun personeelsgegevens. ICT is een onmisbaar hulpmiddel bij de werking van het agentschap. De belangrijkste bedrijfsprocessen binnen AgODi zijn in grote mate geautomatiseerd. Een goed uitgebouwde IT-dienstverlening is cruciaal om de continuïteit van de dienstverlening van het agentschap te verzekeren. De Vlaamse overheid heeft voor de ondersteuning van haar ICT-behoeften een contract afgesloten met het consortium EDS-Telindus voor de ondersteuning van haar ICT-behoeften. Het overleg met de IT-leverancier gebeurt op het niveau van het beleidsdomein en de agentschappen, met de domeinstuurgroepen en in de verschillende stuurgroepen van de projecten. Om de ICT-middelen zo optimaal mogelijk in te zetten, wordt gewerkt volgens domeinen die overeenkomen met de belangrijkste dienstverleningsclusters. Beide domeinen werken min of meer op dezelfde manier: applicatiebeheerders volgen de evolutie van de regelgeving op en staan in voor het onderhoud van de systemen. De domeinen Domein Instellingen en Leerlingen Binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming vormt het domein Instellingen en Leerlin- 34

135 4 gen een horizontaal samenwerkingsverband tussen alle afdelingen die diensten verlenen aan scholen of onderwijsinstellingen, leerlingen, cursisten en studenten. Binnen het domein Instellingen en Leerlingen worden heel wat processen /applicaties opgevolgd en beheerd: de jaarlijkse leerlingentellingen; de controle op de leerplicht; de berekening en toekenning van de werkingsmiddelen en de omkadering voor de scholen; de verificatie; de aanmaak en het versturen van de inschrijvingsattesten voor de kinderbijslag. Ook toepassingen voor het agentschap AHOVOS, de studietoelagen, de databanken hoger onderwijs of toepassingen zoals de lerende mens horen bij dat domein. Domein personeel Het domein Personeel is een parallel samenwerkingsverband binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming tussen alle afdelingen die bevoegd zijn voor personeelsmaterie. Met dat systeem plukt het beleidsdomein de vruchten van een gelijke aanpak van de gemeenschappelijke aspecten van alle personeelsdossiers. Het domein Personeel omvat twee systemen om het geldelijke en administratieve dossier van het Vlaamse onderwijspersoneel te beheren: het elektronische personeelsdossier (EPD) en het salarissysteem. Domeinoverschrijdend: WebEDISON De applicatie WebEDISON ondersteunt beide domeinen. EDISON staat voor elektronisch doorgeven van informatie tussen scholen en het ministerie van Onderwijs. Het is de communicatietool waarmee scholen op een gestructureerde en beveiligde manier gegevens doorsturen naar het beleidsdomein. De scholen doen een beroep op een softwarepakket dat ze vrij kunnen kiezen. De softwareleveranciers krijgen de instructies rechtstreeks van de WebEDISON-helpdesk. De helpdesk WebEDISON heeft als voornaamste taak de elektronische communicatie tussen de scholen en het beleidsdomein te bewaken. Dat gebeurt voor zowel de personeels- als de leerlingengegevens. Jaarlijks een aanzienlijk ICT-budget Jaarlijks bedragen de IT-budgetten een aanzienlijke som. Er zijn twee grote categorieën te onderscheiden. Onder Klein Werk' vallen kleine aanpassingen - meestal voor het onderhoud van de programma s - die volgens een eenvoudigere procedure verlopen. Grote IT-noden worden ingevuld aan de hand van projecten. In 009 bedroeg het (vastgelegd) budget voor Klein Werk voor het volledige Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming euro. Het budget voor projecten bedroeg, ook voor het volledige beleidsdomein, euro. De projecten kunnen worden ingedeeld volgens de vier strategische doelstellingen van de beheersovereenkomst: dienstverlening 35

136 meewerken aan het beleid innovatie management en organisatie Onderstaande grafiek toont de projecten die specifiek zijn voor processen van AgODi of die AgODi gemeenschappelijk heeft met het agentschap AHOVOS (bijvoorbeeld als het gaat over de uitbetaling van salarissen). De infrastructuurprojecten (datawarehouse en informix) worden eveneens afzonderlijk opgenomen. Het budget voor projecten die uitvoering geven aan nieuwe beleidsinitiatieven is gestegen van 8% in 008 naar 37% in 009. Die verschuiving is kenmerkend voor het laatste jaar van vorige legislatuur, waarbij verschillende beleidsvernieuwingen moesten worden geïmplementeerd. Projecten voor AgODi en gemeenschappelijke projecten Dienstverlening 3% Infrastructuur % Innovatie % Beleid 37% Management 8% Klantentevredenheidsonderzoek 008, acties 009 In 008 peilde het onafhankelijke marktonderzoeksbureau Significant GfK naar de tevredenheid van leerkrachten, schoolsecretariaten en schooldirecties over de samenwerking tussen de verschillende diensten van AgODi en de scholen. De klemtoon van die peiling lag op de werking van de werkstations en de schoolbeheerteams. (Aangezien personeelsleden bijna geen contact hebben met de schoolbeheerteams, werden zij niet bevraagd). Ook andere elementen kwamen aan bod: de kennis, het gebruik, het imago, het vertrouwen en de eventuele tekortkomingen van en verwachtingen ten opzichte van AgODi, de informatiedragers, de bereikbaarheid, het contact, de contactpersoon en de redenen van contact. De meerderheid van de respondenten is uiterst tot zeer tevreden en heeft een groot vertrouwen in het agentschap. Maar hoe kan AgODi die tevredenheid nog verhogen? Dankzij de feedback kent het agentschap de knelpunten. Het ondernam op basis van het klantentevredenheidson- 36

137 4 derzoek in 009 al een aantal acties om de tevredenheid nog te verhogen: De online-jaarkalender is een informatiekanaal waarover de schoolsecretariaten uitgesproken tevreden zijn. Nochtans kent maar 50% dit communicatie-instrument. AgODi engageert zich om de jaarkalender sneller dan vorige jaren online ter beschikking te stellen. In mei 009 was de kalender al toegankelijk. Via Schooldirect heeft AgODi ook de schoolsecretariaten beter geïnformeerd over dit nuttige werkinstrument, zowel bij het begin van het schooljaar als bij wijzigingen in de jaarkalender. Directieleden zijn het minst tevreden over de informatiekanalen van AgODi en de samenwerking tussen het werkstation en de andere diensten van AgODi. Daarom neemt het agentschap initiatieven om de samenwerking en de bereikbaarheid van de verschillende diensten te verbeteren. Vanaf mei 009 konden de scholen op de website een duidelijk overzicht van de dienstverleningen van AgODi terugvinden, met de contactpersonen per dienst beknopt weergegeven. Er wordt voor gezorgd dat de documenten steeds up-to-date zijn. De communicatie en de informatie over de loonbrieven laat te wensen over volgens de personeelsleden. Om aan die tekortkoming tegemoet te komen, werkt AgODi aan een aantal vernieuwingen. Vanaf juni 009 werd de loonbrief klantvriendelijk en gebruiksvriendelijk aangeboden via het internet. AgODi werkt ook aan de opmaak en de leesbaarheid van de loonbrieven. Het klachtenrapport van 009 Het totale aantal ontvankelijke klachten is in 009 gedaald; ook het aantal gegronde klachten ligt beduidend lager dan in 008. Klachten AgODi Ontvankelijk Onontvankelijk Gegronde klachten (deels of volledig) Ongegronde klachten Opgelost (deels of volledig) Niet opgelost Totaal In de sector van de personeelsdossiers hebben de gegronde klachten (5) vooral betrekking op terugvorderingen van salarissen en laattijdige mededelingen van beslissingen. Soms is ook de rol van AgODi als derde betaler onduidelijk voor de personeelsleden. Voor leerlingendossiers hebben de klachten in de eerste plaats betrekking op de afhandeling van aanvragen voor speciale onderwijsleermiddelen, in mindere mate op de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma s. Hier gaat het meestal om ongegronde klachten, bijvoorbeeld omdat ouders de toegekende speciale onderwijsleermiddelen ontoereikend vinden. AgODi neemt maatregelen om de interne procescontroles te verscherpen en vormingsinitiatieven voor de personeelsleden van het agentschap, maar ook voor de schoolsecretariaten. In 00 stuurde AgODi een brief naar beginnende leerkrachten om hen duidelijk te maken welke dienstverlening zij van het agentschap kunnen verwachten. 37

138 Kort na de start van Beter Bestuurlijk Beleid sloten het departement en AgODi een overeenkomst af die hun samenwerking formaliseerde. Dat heeft voordelen: De beleidsvoorstellen, beleidsaanbevelingen en dossiers zijn zo veel mogelijk gedragen door het volledige beleidsdomein. De minister krijgt voorstellen die helemaal zijn uitgepraat binnen het beleidsdomein en die zo eenvormig mogelijk zijn. Beleidsvoorstellen en aanbevelingen zijn haalbaar in uitvoering, zowel door de agentschappen als door de scholen. In de samenwerkingsovereenkomst wordt een onderscheid gemaakt tussen de overlegprocedure en de formele adviesprocedure. De overlegprocedure is behalve voor de beantwoording van vragen om uitleg, schriftelijke vragen, actuele vragen van het Vlaams Parlement een informele richtlijn voor samenwerking, enerzijds in werkgroepen, anderzijds tussen partners. Partners zijn de afdelingen of personen die respectievelijk bij AgODi en de beleidsvoorbereiding (departement) belast zijn met de opvolging van een beleidsvoorstel of beleidsaanbeveling. De beheersovereenkomst bevat de engagementen over de formele adviesprocedure. Die procedure geldt zowel voor de beleidstoets als voor de uitvoerbaarheidtoets. De formele adviesprocedure: termijnen van de samenwerkingsovereenkomst Overleggen de partners van in het begin over een dossier (via een werkgroep of via overleg), dan is de maximale termijn voor het formele advies beperkt tot tien werkdagen. Enkel in dossiers die voor het eerst aan de partner worden voorgelegd zonder voorafgaand overleg bedraagt de termijn dertig werkdagen. Dat zijn de termijnen in normale omstandigheden. Van die termijnen kan worden afgeweken. De termijn kan langer zijn als het dossier het toelaat, maar kan op basis van politieke beslissingen ook korter zijn. Sommige toetsen zoals de weerslag op IT en andere apparaatfactoren kunnen pas starten nadat de genomen opties in het dossier duidelijk worden. 38

139 4 AMBITIE : AgODi engageert zich om op het einde van de beheersovereenkomst 90% van het aantal vanuit het departement ontvangen vragen om advies binnen de in de samenwerkingsovereenkomst gestelde termijnen te verwerken. Bij de toepassing van de samenwerkingsovereenkomst, hanteert AgODi in de meeste dossiers de meest strikte prestatienorm van tien werkdagen, ook al wordt dat niet uitdrukkelijke gevraagd. In 009 werden in totaal 38 uitvoerbaarheidtoetsen uitgebracht. De gemiddelde antwoordtermijn bedroeg 0,8 werkdagen. 55,6% van de uitvoeringstoetsen werd binnen de termijn van tien dagen verwerkt. 39

140 40

141 Het budget 4

142 5 AgODi beheert voor de uitvoering van zijn opdracht een omvangrijk budget. Het is in de begroting ondergebracht onder 97 verschillende basisallocaties. Hieronder volgt een totaaloverzicht van enerzijds de uitgaven en anderzijds de inkomsten die AgODi in 009 beheerde en recupereerde. 4

143 Uitgaven Uitgavenkredieten Uitgavencategorie Bedrag in Lonen Werkingsmiddelen 3 Specifieke werkingsmiddelen en subsidies Totaal Uitvoering 009 Vastleggingen Lonen Werkingsmiddelen Specifieke werkingsmiddelen en subsidies Totaal ,5% ,98% % ,0% Het jaar 009 wordt beheerst door de economische crisis en de ermee gepaard gaande besparingen die aanleiding hebben gegeven tot een tekort op de lonen. Dit tekort vertekent het globale vastleggingpercentage. Het globale vastleggingpercentage in 009 bedraagt 0,5% t.o.v. 99,8% in 008. Dat meer dan 00% werd vastgelegd, is toe te schrijven aan het tekort ten opzichte van de raming van de loonuitgaven in het zogenaamde loonmodel. In 009 bedroeg het tekort voor AgODi en AHOVOS samen 40,5 miljoen euro. Het oorspronkelijke tekort van 70 miljoen euro kon voor meer dan 9 miljoen gemilderd worden door het gebruik van middelen uit het wedderecuperatiefonds. Het wedderecuperatiefonds is opgericht om dit soort schommelingen op te vangen. De afwijking bedraagt ongeveer 0,5% op de totale loonmassa (meer dan 7 miljard euro) en is het gevolg van de economische crisis waarvan de impact op het loonmodel onvoldoende kon worden ingeschat. De loonbetalingen in onderwijs zijn open end. Dat betekent dat de te betalen lonen in de eerste plaats een gevolg zijn van leerlingenevoluties in de diverse onderwijsniveaus en vormen waarop diverse omkaderingsregels worden toegepast. Scholen beschikken ook over een ruime autonomie in het gebruik van die omkadering. Een tweede belangrijke factor is de vergrijzing: een vertraging van de uitstroom van oudere leerkrachten zorgt voor een hogere budgetbehoefte aangezien anciënniteit een belangrijke factor is in de verloning. Een derde belangrijke factor is de benuttigingsgraad van de toegelaten omkadering: als gevolg van de crisis worden we geconfronteerd met minder onbezette ambten en minder oningevulde vervangingsvacatures. Door de complexiteit van het loonmodel is het ook bijna onmogelijk om de loonuitgaven exact te ramen. De middelen van het werkingsmodel worden nog steeds voor nagenoeg 00% vastgelegd (99,98% t.o.v. 99,94% in 008). Zoals de vorige jaren is er geen 00% vastlegging van de werkingsmiddelen. Dat is het gevolg van de inhouding van terugvorderingen op de derde schijf van de werkingsmiddelen, zodat alleen het werkelijk uitbetaalde bedrag werd vastgelegd. 3 4 Tijdens het begrotingsjaar 008 werd er een vooruitbetaling uitgevoerd van de werkingsmiddelen basis- en secundair onderwijs voor 009. Exlusief inversteringsdonaties aan AGIOn, Gemeenschapsonderwijs. 43

144 Wat betreft de specifieke werkingsmiddelen en subsidies is het vastleggingpercentage t.o.v. 008 gedaald van 99,47% tot 97,85%. De verklaring daarvoor is ook te vinden in de econo mische crisis: naar aanleiding van de opgelegde besparingen in 009 kon ongeveer,3 miljoen euro van het budget vervoerskosten en Leren en Werken niet worden uitbetaald. Inkomsten Inkomsten (bron: kwartaalrapportering 009) 5 Inkomstencategorie Bedrag in Fondsmiddelen Automatische recuperaties Terugvorderingen met brief TIVOLI-ontvangsten Terugvorderingen detacheringen Andere terugvorderingen (VDAB, federale overheid ) Totaal Fondsmiddelen Fonds inschrijvingsgeleden DKO Elk van de 97 basisallocaties kan worden ondergebracht bij één of meer strategische doelstellingen van de beheersovereenkomst. In onderstaand overzicht wordt de budgettaire graad van realisatie getoond per strategische doelstelling waarvoor in de begroting een beleidskrediet werd opgenomen. Begroting SD Financiering en omkadering ,5% ,6% ,4% SD9 Aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt ,08% SD Beleidsvoerend vermogen schoolsecretariaten opleiden ,40% Totaal ,0% Totaal na correctie ,0% SD6 Gelijke kansen en startbanen 5 44 % 99,8% SD5 Gelijke kansen en inschrijvingsrecht faciliteren Realisaties SD Salarisverwerking en -betaling Correctie Het betreft hier de gerealiseerde inkomsten op

145 5 Overzicht per programma (definitieve kredieten na begrotingscontrole en herverdelingsbesluiten) Programma Leerling ondersteuning Infrastructuur Basisonderwijs Secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs Niveauover- Algemeen schrijdend Systeem ondersteuning Totaal Niveauoverschrijdend Totaal Onderwijs begroting () 004 Dit overzicht per programma komt overeen met de huidige begrotingsstructuur met daarbij een opdeling tussen de onderwijsniveaus en het niveauoverschrijdende gedeelte. Tijdens het begrotingsjaar 008 werd er een vooruitbetaling uitgevoerd van de werkingsmiddelen basisonderwijs en secundair onderwijs voor 009. Dat verklaart grotendeels de stijging van het krediet 008 ten opzichte van 007 en de daling van het krediet 009 ten opzichte van 008. Overzicht per programma en uitgavensoort (definitieve kredieten) Program- Uitgavenma soort Basisonderwijs Salarissen Werking Totaal Basisonderwijs Secundair onderwijs Salarissen Werking Salarissen Werking Andere Salarissen Werking Totaal Niveauoverschrijdend Eindtotaal Totaal Deeltijds kunstonderwijs Niveauoverschrijdend Totaal Secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs

146 Per uitgavensoort en programma (definitieve kredieten) Uitgaven- Programsoort ma Salarissen Basisonderwijs Secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs Niveauoverschrijdend Basisonderwijs Secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs Niveauoverschrijdend Totaal Salarissen Werking Totaal Werking Andere Niveauoverschrijdend Totaal Andere Eindtotaal Basisonderwijs Secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs Niveauoverschrijdend

147 5 Het jaarverslag schetst een beeld van de manier waarop AgODi in 009 vorm en uitvoering geeft aan zijn missie en zijn eerste beheersovereenkomst. De lezer vindt erin terug wat het agentschap heeft kunnen realiseren op het vlak van dienstverlening, innovatie en management, maar ook hoe AgODi heeft kunnen bijdragen tot vernieuwing en uitvoering van het onderwijsbeleid. Aan het eind van dit rapport blikken we terug op 009. In het rapport van 008 trokken de beleidsaanbevelingen de aandacht. In dit jaarverslag focussen we veeleer op evoluties in onze eigen organisatie van het voorbije jaar. AgODi beheert namelijk een groot budget in een complex beleidsdomein met grote maatschappelijke relevantie. Zo beschikte AgODi in 009 over een uitgavenkrediet van maar liefst 6,7 miljard euro. AgODi investeerde in 009 in verschillende innoverende projecten om de dienstverlening te verbeteren en uit te groeien tot een efficiënte en duurzame organisatie. We kijken ook vooruit naar de bedreigingen en kansen voor de toekomstige werking van het agentschap. IT-Projecten voor dienstverlening en nieuw beleid In 009 heeft AgODi heel wat projecten gerealiseerd en op de rails gezet om de dienstverlening te verbeteren. Personeelsleden kunnen hun salarisbrieven online raadplegen via het systeem van thuisbankieren, alle betalingen vinden plaats volgens het SEPA-formaat en de communicatie met alle scholen verloopt via WebEDISON. Andere projecten droegen bij tot de uitvoering van het onderwijsbeleid. Uitschieter daarbij is de berekening en betaling van de werkingsmiddelen van de scholen van het basisonderwijs en secundair onderwijs. Om het nieuwe financieringsdecreet uit te voeren heeft AgODi nieuwe leerlingengegevens verzameld en verwerkt in een complex berekeningssysteem. De voorbije jaren heeft AgODi veel inspanningen geleverd om dit nieuwe proces voor te bereiden en de nodige IT-aanpassingen in te bouwen. In 009 kregen de scholen hun werkingsmiddelen uitbetaald volgens deze nieuwe regels. Maar ook andere beleidsmaatregelen hebben hun vertaling gekregen in omvangrijke IT-projecten: de nieuwe cumulatieregeling vanaf september 009, de verdere uitvoering van CAO VIII (verhoging vakantiegeld). Groei naar een innovatieve en duurzame organisatie In 009 zette AgODi ook heel wat stappen in de richting van een moderne en efficiënte organisatie. Door het scanproject (VEPD) worden alle papieren documenten die binnenkomen voor het onderwijspersoneel gedigitaliseerd en ze worden gekoppeld aan het elektronische 47

148 personeelsdossier en de agenda van de medewerkers. Het project Workflow stroomlijnt de kwaliteitsopvolging via een elektronische agenda. Weetulex is het intern documentatiesysteem van AgODi. Het systeem maakt interne documenten en omzendbrieven over personeelsmaterie en binnenkort ook over instellingen en leerlingen online beschikbaar. Al die projecten zijn vernieuwend en openen perspectieven op het vlak van een efficiënte kantoororganisatie en de optimalisatie en uitbreiding van plaatsonafhankelijk werken. Het zijn tegelijk projecten die, zoals de salarisbrief online, bijdragen tot een duurzame administratie. In september 009 vond een reorganisatie plaats van de werkstations van het basisonderwijs en secundair onderwijs. Naast een reductie en een schaalvergroting kregen zij een hertekening op maat van de scholengemeenschappen, die een steeds prominentere rol zullen opnemen in de schooladministratie. Elke scholengemeenschap zal voortaan een beroep kunnen doen op een vast contactpunt. AgODi zette ook stappen om de dienst arbeidsongevallen grondig te vernieuwen en te reorganiseren. In uitwerking van de aanbevelingen van het klantentevredenheidsonderzoek van 008 kregen de scholen al in mei 009 een elektronische jaarkalender en heeft AgODi de website met de contactpersonen vernieuwd. In het schooljaar kregen alle nieuwe personeelsleden in het onderwijs een brief waarin zij konden kennismaken met de dienstverlening van AgODi. Efficiëntiewinst noodzakelijk voor nieuwe taken AgODi kon in 009 belangrijke stappen zetten in de richting van een maximale informatisering van belangrijke processen. Dat heeft geleid tot werklastvermindering en efficiëntiewinst, maar ook tot een betere en meer performante dienstverlening. De manuele berekeningen van eindejaarstoelage, vakantiegeld en uitgestelde bezoldiging werden tot het minimum herleid. De voorwaarden om een vaste benoeming van een personeelslid na te gaan, kan sinds januari 009 op een volledig geautomatiseerde manier. De informatisering van de controles die de werkstations moeten uitvoeren bij de meest voorkomende dienstonderbrekingen, is vanaf 009 gestart en zal vanaf schooljaar 00-0 worden voltooid. Een doorgedreven informatisering impliceert dat het kritische punt en de verantwoordelijkheid voor een goede en kwaliteitsvolle dienstverlening steeds meer verschuiven naar de scholen. De regels die scholen moeten toepassen nemen daarbij toe en worden steeds complexer. AgODi kiest er resoluut voor om voor de scholen en schoolsecretariaten een partner te zijn in onderwijsadministratie en hen te ondersteunen in deze opdracht via een klantgericht relatiebeheer, opleiding en communicatie op maat. In het schooljaar werkte het agentschap een vernieuwd programma uit voor de opleiding van schoolsecretariaten. Vanaf het schooljaar 00-0 zal AgODi dit programma verder uitvoeren. Steeds meer groeit het aanleveren van gegevens uit tot een nieuw takenpakket van AgODi. Door de sterk doorgedreven informatisering beschikt het agentschap over een rijke set aan data. De nieuwe financiering van het leerplichtonderwijs steunt op vernieuwde data in verband met leerlingenkenmerken. Die data wekten de interesse van diverse instanties: de lokale overlegplatforms, lokale besturen, onderwijsinrichters, onderzoekers Binnen het kader van de privacywetgeving en de beslissing van de beleidsraad heeft AgODi deze informatie ter 48

149 5 eschikking gesteld. b Het beheren en uitwisselen van gegevens is voor AgODi een kerntaak, die ook het agentschap aan bod wil laten komen in de nieuwe beheersovereenkomst. AgODi ziet de uitbouw van een kenniscentrum als een belangrijk element van goed bestuur of corporate governance, waarbij de stakeholders en alle belanghebbenden betrokken moeten worden. De goed uitgebouwde relaties van AgODi met het onderwijsveld zijn een belangrijke troef om deze ambitieuze doelstelling met alle partners samen te realiseren. HRM gericht op de uitvoering van nieuwe taken Informatisering en nieuwe opdrachten hebben ook consequenties voor het personeelsbeleid van AgODi. Het takenpakket van de personeelsleden in werkstations, schoolbeheerteams en verificateurs zal evolueren van dossier- naar relatiebeheerders en zal nieuwe en andere competenties vereisen. Daarnaast is een goed uitgebouwde en deskundige backoffice noodzakelijk, waarop de medewerkers in de eerste lijn snel en professioneel een beroep kunnen doen. Doorgedreven informatisering vereist ook een versterking van het applicatiebeheer en competenties op het vlak van informatiemanagement en databeheer. De vernieuwbouw van het salarissysteem zal gepaard moeten gaan met een opbouw van interne competenties op het vlak van rekenregels en de toepassing ervan in de informatica. Op het vlak van organisatiebeheersing beveelt de dienst Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) aan dat AgODi verder werk zou maken van het ontwikkelen van het analytische luik van de economische boekhouding, zodat nog meer sturing op efficiëntie mogelijk wordt. Om dat te realiseren moeten ook deze competenties worden versterkt. Bijna 30% van de medewerkers van AgODi is 55 jaar of ouder en zal de komende vijf jaar uitstromen. Dat vormt een bedreiging, omdat met die generatie heel wat kennis wegstroomt uit het agentschap. Tegelijk is het een opportuniteit om nieuwe competenties te verwerven. Om die uitdaging aan te pakken, zal AgODi doorgaan met de upgrading van zijn personeelsleden en investeren in een versterking van competenties op het vlak van communicatie, applicatie- en databeheer, informatie- en financieel management. Aanbevelingen. IT-investeringen blijven noodzakelijk Omdat AgODi een zeer omvangrijk budget beheert en uitvoering geeft aan een complexe regelgeving, staat het agentschap hoog op de lijst van prioritair te auditeren organisaties bij audit-instanties zoals IAVA en het Rekenhof. Zo werd in 006 een audit uitgevoerd door IAVA waarbij het proces van de loonbetalingen onder de loep werd genomen en werd het agentschap in 007 geauditeerd in het kader van BCM (Business Continuity Management). Daarnaast was er de audit van IAVA op het gebied van organisatiebeheersing en is in 00 een audit gestart rond het debiteurenbeheer van AgODi. Ook het Rekenhof heeft diverse onderzoeken 49

150 uitgevoerd en op vraag van AgODi zelf heeft Ernst&Young het salarissysteem geaudit. In 009 kregen personeelsleden uit het onderwijs een salaris van het ministerie van Onderwijs en Vorming. De totale loonuitgaven (voor AgODi en AHOVOS) bedroegen 7, miljard euro. AgODi staat in voor het dossierbeheer van personeelsleden, maar ook voor het beheer van het salarissysteem. De salarisbetaling in het onderwijs is een zeer complexe aangelegenheid doordat de sector een eigen, uitgebreide Vlaamse personeelsregelgeving kent en daarnaast veel federale regels moet toepassen op het vlak van sociale en fiscale wetgeving. Bovendien wordt de sector gekenmerkt door een grote flexibiliteit in de inzet van het personeel, met veel wisselende opdrachten en versnipperde aanstellingen. Uit het jaarverslag blijkt het succes van deeltijds werken in het onderwijs, waarbij diverse soorten verlofstelsels mogelijk zijn. De uitbetaling van de salarissen steunt voor een groot gedeelte op informaticasystemen. Het eigenlijke salarissysteem is de oudste en meest kwetsbare toepassing. Het grootste gedeelte stamt uit de jaren 80 van de vorige eeuw. Een correcte werking van het salarissysteem is uiterst belangrijk en ligt zeer gevoelig in de Vlaamse onderwijswereld; het maandelijkse inkomen van meer dan personeelsleden (en hun gezinnen) hangt ervan af. Zoals opgenomen in de beheersovereenkomst heeft AgODi zelf een externe audit laten uitvoeren van het salarissysteem. De opdracht werd begin november 008 toegekend aan het consultancybedrijf Ernst & Young. In de loop van mei 009 werd het rapport opgeleverd. Het rapport adviseert duidelijk om dringend werk te maken van een re-engineering van het salarissysteem. Dat vereist extra investeringen over verschillende jaren. Om deze cruciale kerntaak te waarborgen, maar ook om nieuwe vormen van dienstverlening te kunnen realiseren (uitbouw van echt e-governement, verbeteren beleids- en begrotingsinformatie, online terbeschikking stellen van dossiergegevens aan personeelsleden en inrichtende machten/schoolbesturen...) zullen de komende jaren veel IT-middelen moeten worden geïnvesteerd in de vernieuwbouw van het salarissysteem. Bovenvermelde audits van IAVA en het Rekenhof resulteren in de regel in aanbevelingen, vaak op het gebied van nog andere IT-investeringen. Nochtans zijn de beschikbare middelen beperkt. Tal van projecten die in 008 nog in de steigers werden gezet, zijn wegens budgettaire redenen geschrapt: Het project inzage in personeelsdossiers door externen waarbij personeelsleden en hun inrichtende machten/schoolbesturen het personeelsdossier online kunnen raadplegen; De koppeling van het elektronische personeelsdossier aan de databank van het rijksregister (bijvoorbeeld voor adreswijzigingen); Het project PRIL (Proces Re-engineering Instellingen en Leerlingen), met een automatisering van de toelatingsvoorwaarden en het elektronisch aanbieden van dienstbrieven aan de scholen. Anderzijds zijn de noden hoog: de vernieuwing van het salarissysteem kwam al aan bod, maar ook de andere (oudere en recentere) informatiseringsprojecten vergen blijvend onderhoud. Wil AgODi uitvoering geven aan het e-govdecreet en de continuïteit van de bedrijfsvoering waarborgen, zijn daarvoor ook inspanningen noodzakelijk. 50

151 5. Aandacht voor data en gegevens bij uitvoering en voorbereiding van beleid AgODi is al jaren vertrouwd met het beleidsinstrument waarbij de financiering en subsidiëring van scholen is gebaseerd op leerlingengegevens die scholen aan het agentschap bezorgen. Dit instrument is door het nieuwe financieringsdecreet nog verfijnd en uitgebreid met nieuwe leerlingenkenmerken. De gegevens die bevraagd worden bij scholen die opgeslagen worden in de databanken van AgODi, nemen almaar toe. De laatste jaren is een beleid ontwikkeld waarbij ook de rechten van individuen, van ouders en leerlingen, (recht op schooltoelage, controle op de leerplicht, toegang tot het lager onderwijs, taaltoets ) gebaseerd worden op gegevens die in het kader van de financiering/subsidiëring van scholen worden verzameld. De kwaliteit van deze gegevens is afhankelijk van de input door de scholen. Een foutieve data-entry resulteert in een kleine afwijking op de middelen waarop een school wettelijk recht heeft. Het menselijke effect van een foutieve data-invoer is echter aanzienlijk groter, als het gaat over een individueel recht. Begin 00 stuurde AgODi 4.33 waarschuwingsbrieven naar ouders van leerlingen uit het kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs. Het ging om ouders van leerlingen die volgens de door de scholen ingevulde databanken niet voldoende aanwezig waren in het schooljaar , en die het risico liepen om de studietoelage voor hun kinderen te verliezen. Voor de ouders van de kleuters werd eveneens gewezen op de nieuwe toelatingsvoorwaarden voor het lager onderwijs vanaf 00-0, die ook een voldoende mate van aanwezigheid in het kleuteronderwijs vereisen. De (ca. 550) reacties van de ouders op deze brieven waren massaal. Sommige reacties waren echter ook om andere redenen schrijnend. Het merendeel (ca. 80%) van de reacties kwam namelijk van ouders van wie de kinderen onvoldoende aanwezig waren geweest wegens ziekte en revalidatie. Tot nu toe telt enkel de echte lijfelijke aanwezigheid mee voor het aantal halve dagen aanwezigheid in de kleuterklas. Elke afwezigheid, zelfs gewettigd door een dokter, telt niet mee. Dat was zeer moeilijk uit te leggen aan die ouders: bovenop de menselijke zorgen voor hun kind dat ziek is of revalidatie nodig heeft, kregen zij van de overheid de boodschap dat hun kind niet naar de lagere school mag gaan zonder taaltoets af te leggen en dat zij een eventueel recht op een schooltoelage mislopen. In de fase van de voorbereiding van nieuw beleid, maar ook tijdens de uitvoering van een besliste maatregel, moet er voldoende aandacht zijn voor de kwalitatieve specificaties van data. Scholen moeten vooraf duidelijk weten waarvoor de data die zij aanleveren worden gebruikt en welke verstrekkende gevolgen foutieve of laattijdige data-invoer kan hebben. De overheid moet zicht krijgen op het betrouwbaarheidsgehalte van de databanken zodat, in functie van de verschillende doelstellingen waarvoor zij worden gebruikt, de risico s duidelijk zijn. 3. De brievenfabriek van AgODi omturnen naar een digitale overheid Het jaarverslag van 009 toont aan dat AgODi inspanningen blijft doen op het vlak van IT om de dienstverlening te verbeteren en om efficiënter en duurzamer te werken. Dat sluit aan op een lange traditie binnen de onderwijsadministratie. Zoals opgenomen in de toekomstvisie van het agentschap, wil AgODi blijven doorgroeien naar een digitale overheid en gaan voor 5

152 een maximale informatisering van de gegevensstromen. Vandaag, anno 00, kan worden gesteld dat al belangrijke stappen zijn gezet in de richting van informatisering van input (gegevensstromen van scholen naar het agentschap) en processen (automatische verwerking), maar dat nog een belangrijk terrein braak ligt op het vlak van de output van het agentschap. Jaarlijks verstuurt AgODi nog ca. miljoen brieven of documenten: de (nog altijd meer dan miljoen) salarisbrieven, de fiscale attesten voor de belastingaangiften (ca ), de formulieren voor de aanvragen vakbondspremies (ca ), de briefwisseling en loopbaanfiches i.v.m. terugvorderingen, arbeidsongevallen, vaste benoemingen, detacheringen en eindeloopbaandossiers (samen ca ). Daarnaast verstuurt AgODi ongeveer brieven naar de scholen over omkadering en toelagen en zo'n brieven in het kader van de leerplicht. Hier kunnen nog belangrijke stappen gezet worden naar een meer duurzame en efficiëntere werkwijze. Dit kan op volgende manieren mogelijk worden gemaakt: De personeelsleden van het onderwijs zelf kunnen hiervoor de grootste bijdrage leveren. Sinds juni 009 kunnen zij ervoor kiezen om hun salarisbrief niet langer op papier te ontvangen, maar via het internet. Eind 009 heeft bijna % van de personeelsleden die stap gezet. In september 00 bedraagt hun aantal al bijna 4%. Hoewel dat een schitterend resultaat is, is er nog een grote vooruitgang mogelijk. AgODi is ervan overtuigd dat het onderwijspersoneel gewonnen is voor de ecologische voordelen van de elektronische salarisbrief en zal hen blijven sensibiliseren. Vaak is ook de bestaande (federale) wetgeving een hinderpaal om documenten online ter beschikking te stellen. Vandaag krijgen alle personeelsleden een formulier voor een aanvraag van een vakbondspremie per post toegestuurd. Omdat het gaat om een standaardformulier, zou dat ook via het internet on demand aangeboden kunnen worden voor de personeelsleden die er gebruik van wensen te maken. Dit vergt een aanpassing van federale regelgeving. Personeelsleden en schoolbesturen zouden hun personeels- en schooldossier online kunnen raadplegen: zo zou men zelf zijn/haar loopbaan kunnen opvolgen, salarisgegevens raadplegen, opvragen op welke personeelsformatie of werkingsmiddelen de school kan rekenen enz. Daarvoor zijn echter bijkomende investeringen en informaticakredieten noodzakelijk. 4. Verdere stappen zetten richting efficiëntie Een doorgedreven informatisering van een aantal processen heeft in 009 geleid tot werklastvermindering en efficiëntiewinst, waardoor andere en nieuwe accenten in de dienstverlening konden worden gelegd. AgODi wil echter verder zoeken naar optimalisatie van zijn taken en zal in de nieuwe beheersovereenkomst 0-05 een aantal projecten naar voren schuiven die zullen leiden tot een efficiëntere werking. Door het scanproject (V-EPD) verlopen alle gegevensstromen tussen school en werkstation nu via een elektronisch agendasysteem. Dat opent perspectieven op het vlak van een meer efficiënte kantoororganisatie en plaatsonafhankelijk werken. AgODi wil zijn kantoorruimte in de toekomst efficiënter beheren door er alle (ca ) dossiers uit te verwijderen. De opening van het nieuwe archief van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het Depot in Vilvoorde, biedt daarvoor mogelijk een aantal kansen die onderzocht zullen worden. AgODi behandelt vandaag de arbeidsongevallen van het onderwijspersoneel en van de ambtenaren van het agentschap zelf, maar ook van het departement Onderwijs en de andere 5

153 5 agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Jaarlijks verwerkt AgODi meer dan aangiften. Het agentschap kan ook instaan voor de afhandeling van de arbeidsongevallendossiers, beroepsziekten (erkenningen, doorgeven dossiers aan Medex, opmaak rentebesluiten ) en buitendienstongevallen van alle entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap zonder rechtspersoonlijkheid. De afhandeling van de arbeidsongevallen en beroepsziekten (jaarlijks ongeveer 650 aangiften) in de dertien verschillende beleidsdomeinen vindt plaats in de managementondersteunende diensten. Het aantal personeelsleden dat met arbeidsongevallen belast is, is bijgevolg erg versnipperd en de knowhow om de dossiers met voldoende deskundigheid af te handelen staat niet in verhouding tot het aantal. Door de veelvuldige contacten met verzekeringsmaatschappijen (meestal aangaande terugvorderingen) bij arbeidsongevallen met derden en buitendienstongevallen, heeft AgODi ook op dit terrein belangrijke deskundigheid opgebouwd. Het is dan ook duidelijk dat door de schaalgrootte en expertise van de huidige dossierafhandeling binnen AgODi, een aantal belangrijke winstpunten kunnen worden gerealiseerd: dossiers worden afgewerkt op een meer uniforme en kwaliteitsvollere manier; efficiëntiewinst: AgODi vraagt daarvoor geen extra middelen, maar anderzijds komt er menskracht vrij in de verschillende entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap; er is continuïteit in de dienstverlening. Kortom, een mooi voorbeeld van hoe efficiëntiewinst kan worden gerealiseerd door schaalgrootte. 5. Kwaliteit In de beheersovereenkomst werd zeer sterk gefocust op de tijdigheid van de dienstverlening. Dat leidde tot uitzonderlijk scherpe prestatienormen (99,9% van de salarissen moet tijdig worden betaald!). AgODi heeft zich met succes georganiseerd op het behalen van die normen en zal dat ook in de toekomst blijven doen. Al eerder kwam aan bod dat AgODi steevast hoog prijkt op de lijst van prioritair te auditeren organisaties bij instanties zoals IAVA en het Rekenhof. Die instanties leggen nadruk op interne controle van de processen en een dossierafhandeling die wetgevingsconform is. In de nieuwe beheersovereenkomst 0-05 zal AgODi dan ook volop de kaart trekken van kwaliteit en controle op de kwaliteit. In 008 werd samen met IAVA en het Rekenhof al een methode ontwikkeld die in 009 gebruikt werd om een nulmeting uit te voeren voor de personeelsdossiers. Over het resultaat biedt dit jaarverslag een eerste rapportering. De komende jaren wordt het systeem uitgebreid naar andere processen: toekenning van werkingsmiddelen, toelagen en omkadering. Tegelijk wil AgODi de kwaliteitsnormen scherper stellen, maar op een manier die toelaat te focussen op de huidige bedrijfsprocessen en de verbetering ervan. 53

154 Rapporten AgODi AgODi publiceert op heel regelmatige basis rapporten. U kunt die raadplegen op Ze gaan onder meer over: Leerplicht: Wie is er niet als de schoolbel rinkelt? Huisonderwijs Speciale onderwijsleermiddelen Lokale overlegplatforms Startbanenproject JoJo-VeVe Vaste benoeming Ziekteverzuim Vlaams onderwijspersoneel Vlaamse reaffectatiecommissie Examencommissie Onderwijsarbeidsmarkt Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers Ook het jaarverslag vindt u op de website. Audits AgODi a) IAVA Thema-audit van IAVA over bedrijfscontinuïteitsmanagement dd. 007 (opvolgings- audit 00) Audit organisatiebeheersing (007; opvolgingsaudit 009) Thema-audit debiteurenbeheer (00) b) Rekenhof Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs en secundair onderwijs ( ) Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen in het onderwijs ( ) Pedagogische en administratieve ondersteuning van basisscholen en secundaire scholen (009-00) Omkadering in het gewoon voltijds secundair onderwijs (009-00) De rapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst met het Agentschap voor Onderwijsdiensten (009-00) c) Externe audit Ernst&Young. Agentschap voor Onderwijsdiensten. Audit van delen van de loonket- ting (009) 54

155 5 Afkortingen Agion: Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs AgODi: Agentschap voor Onderwijsdiensten Ahovos: Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Akov: Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming AMDVP: Administratief, meesters- vak- en dienstpersoneel AN: Anderstalige nieuwkomers AND: Andere (bekwaamheidsbewijs) AOP: Advies en Ondersteuning onderwijspersoneel ASO: Algemeen secundair onderwijs ASR: Aangifte van Sociaal Risico ASS: Autisme Spectrum Stoornis AVP: Afwezigheid verminderde prestaties BAO: Basisonderwijs BFT: Budgettaire Fulltime BSO: Beroepssecundair onderwijs BuO: Buitengewoon basisonderwijs BuSO: Buitengewoon secundair onderwijs CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst CDO: Centrum voor deeltijds onderwijs CLB: Centrum (of centra) voor leerlingenbegeleiding CODO: Contracten Onbepaalde duur ten laste van het Departement Onderwijs CORVE: Coördinatiecel Vlaams e-government DBSO: Deeltijds beroepssecundair onderwijs DKO: Deeltijds kunstonderwijs DMFA: Déclaration multifonctionelle/ multifunctionele Aangifte Dimona: Onmiddellijke aangifte van tewerkstelling EDISON: Elektronisch Doorgeven van Informatie tussen Schoolinstellingen en het Onderwijsdepartement EPD: Elektronisch personeelsdossier FTE: Fulltime equivalent GO!: Gemeenschapsonderwijs GOK: Gelijke onderwijskansen GON: Geïntegreerd onderwijs ION: Inclusief onderwijs IBSOGO: Instituut voor bijzonder secundair onderwijs van het gemeenschapsonderwijs JoJo: Scholen voor jongeren, jongeren voor scholen (startbaanproject) KSO: Kunstsecundair onderwijs LBO: Loopbaanonderbreking LO: Lager onderwijs LOC: Lokaal Overleg Comité LOP: Lokaal Overleg Platform MAGDA: Maximale GegevensDeling tussen Administraties MOD: Management ondersteunende diensten MPIGO: Medisch-pegagogisch instituut van het Gemeenschapsonderwijs NICO-project: Netoverschrijdend informaticaproject tussen CLB s en onderwijs O&V: Onderwijs & Vorming OGO: Gesubsidieerd Officieel Onderwijs OKAN: Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers 55

Woord vooraf. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan.

Woord vooraf. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan. 2 Jaarverslag 2010 Woord vooraf Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) biedt u met dit jaarverslag een overzicht van de realisaties van 2010 én een inkijk in soms unieke gegevens over het onderwijs

Nadere informatie

Woord vooraf. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan.

Woord vooraf. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan. Woord vooraf Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) biedt u met dit jaarverslag een overzicht van de realisaties van 2012 én een inkijk in soms unieke gegevens over het onderwijs in Vlaanderen.

Nadere informatie

Vlaanderen is onderwijs & vorming. AgODi. jaarverslag

Vlaanderen is onderwijs & vorming. AgODi. jaarverslag Vlaanderen is onderwijs & vorming AgODi jaarverslag 2014 Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) biedt u met dit jaarverslag een overzicht van de realisaties van 2014 én een inkijk in soms unieke

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten AGODI-Academie

Opleiding voor schoolsecretariaten AGODI-Academie Opleiding voor schoolsecretariaten 2018-2019 AGODI-Academie Overzicht programma Kennismaking met de werking van AGODI Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) Afdeling

Nadere informatie

Overzicht programma. Kennismaking met de werking van AGODI

Overzicht programma. Kennismaking met de werking van AGODI Opleiding voor schoolsecretariaten 2018-2019 AGODI-Academie Academie Overzicht programma Kennismaking met de werking van AGODI Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI)

Nadere informatie

Onderwijsdiensten. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan.

Onderwijsdiensten. We formuleren ten slotte een aantal aanbevelingen om de toekomstige uitdagingen van AgODi succesvol te kunnen aangaan. Onderwijsdiensten Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) biedt u met dit jaarverslag een overzicht van de realisaties van 2013 én een inkijk in soms unieke gegevens over het onderwijs in Vlaanderen.

Nadere informatie

Vlaanderen is onderwijs & vorming AGODI. jaarverslag

Vlaanderen is onderwijs & vorming AGODI. jaarverslag Vlaanderen is onderwijs & vorming AGODI jaarverslag 216 In dit negende jaarverslag leest u hoe AGODI in 216 zijn missie Als betrouwbare partner tussen beleid, scholen en andere actoren, bijdragen tot

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten 2015-2016

Opleiding voor schoolsecretariaten 2015-2016 Opleiding voor schoolsecretariaten 2015-2016 Overzicht programma Kennismaking met de werking van AgODi 1. Beleidsdomein Onderwijs en Vorming 2. Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) 3. Beleidsuitvoering

Nadere informatie

Overzicht programma. Kennismaking met de werking van AGODI

Overzicht programma. Kennismaking met de werking van AGODI Opleiding voor schoolsecretariaten 2017-2018 AGODI-Academie Academie Overzicht programma Kennismaking met de werking van AGODI Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI)

Nadere informatie

Woord vooraf. U, beste lezer, wens ik alvast een boeiende lectuur van ons eerste jaarrapport toe! Guy Janssens Administrateur-generaal AgODi

Woord vooraf. U, beste lezer, wens ik alvast een boeiende lectuur van ons eerste jaarrapport toe! Guy Janssens Administrateur-generaal AgODi 2 Jaarverslag 2008 Woord vooraf Dit is het eerste jaarrapport van AgODi, het Agentschap voor Onderwijsdiensten. De mooie resultaten die we hierin kunnen voorleggen, vormen een weerspiegeling van het dagelijkse

Nadere informatie

B A S I S O N D E R W I J S

B A S I S O N D E R W I J S 28-29 B A S I S O N D E R W I J S in beeld L E E R L I N G E N aantal leerlingen: kleuteronderwijs gewoon 243.482 gewoon 381.882 1.977 27.543 totaal kleuteronderwijs 245.459 totaal 49.425 totaal basisonderwijs:

Nadere informatie

Vlaanderen is onderwijs & vorming AGODI. jaarverslag + OVERZICHT 10 JAAR

Vlaanderen is onderwijs & vorming AGODI. jaarverslag + OVERZICHT 10 JAAR Vlaanderen is onderwijs & vorming AGODI jaarverslag 27 + OVERZICHT JAAR Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) stelt graag zijn tiende jaarrapport 27 aan u voor. Met tien jaarrapporten op een rij

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten

Opleiding voor schoolsecretariaten Opleiding voor schoolsecretariaten 2018-2019 AGODI-Academie Academie Overzicht programma Kennismaking met de werking van AGODI Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI)

Nadere informatie

S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld

S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld 27-28 S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld L E E R L I N G E N aantal leerlingen: voltijds secundair deeltijds secundair gewoon 438.315 deeltijds beroepssecundair 6.687 buitengewoon 18.263 deeltijds

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel Studeren

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Deel 6. niveauoverschrijdende gegevens. Hoofdstuk 1 : Internen en internaten

Deel 6. niveauoverschrijdende gegevens. Hoofdstuk 1 : Internen en internaten Deel niveauoverschrijdende gegevens Hoofdstuk 1 : Internen en internaten Schooljaar 2009-2010 AANTAL INTERNATEN PER NET Gemeenschapsonderwijs Privaatrechtelijk Provincie Gemeente Vlaamse Gemeenschapscomm.

Nadere informatie

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs afkortingen ASO Algemeen secundair onderwijs BIS Begeleid Individueel Studeren B.O. Buitengewoon onderwijs BSO Beroepssecundair onderwijs Bu.S.O. Buitengewoon secundair onderwijs BVJ Beroepsvoorbereidend

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88 AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. ALGEMEEN Schoolbevolking. 1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs. 2 Evolutie schoolbevolking per onderwijsniveau

BASISONDERWIJS Leerlingen. ALGEMEEN Schoolbevolking. 1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs. 2 Evolutie schoolbevolking per onderwijsniveau ALGEMEEN Schoolbevolking 1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs basisonderwijs (1) Voltijds onderwijs Kleuteronderwijs 271.239 Lager onderwijs 428.036 Totaal 699.275 Secundair onderwijs (1) Voltijds

Nadere informatie

LIJST DER DEFINITIES EN AFKORTINGEN

LIJST DER DEFINITIES EN AFKORTINGEN Deel 5 BUDGET 5 LIJST DER DEFINITIES EN AFKORTINGEN 1. Definities In 2006 onderging de Vlaamse overheid een herstructurering onder de naam 'Beter Bestuurlijk Beleid' met een nieuwe organisatiestructuur

Nadere informatie

Vlaanise Regering [V

Vlaanise Regering [V Vlaanise Regering [V Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van de middelen voor het mentorschap in het onderwijs DE VL7\AMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 april

Nadere informatie

Tijdelijke aanstelling en aanvangsbegeleiding vanaf 1 september 2019

Tijdelijke aanstelling en aanvangsbegeleiding vanaf 1 september 2019 Tijdelijke aanstelling en aanvangsbegeleiding vanaf 1 september 2019 Doelstellingen van de maatregelen uit cao XI De praktijkschok verminderen door een betere en meer kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO BuSO BVJ CLB CVO DBSO DKO EVC EVK GAS GGS GO GOK GON HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Taak- en functiedifferentiatie in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs

Taak- en functiedifferentiatie in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs SO/2007/03 (pers) 10/07/2007 Taak- en functiedifferentiatie in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs Cao VIII bevat een afspraak over extra middelen voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs

Nadere informatie

Opleiding schoolsecretariaten

Opleiding schoolsecretariaten Opleiding schoolsecretariaten 2018-2019 AGODI ACADEMIE Inhoud 1. Inleiding A. Doel van de cursus B. Wetgeving C. Toepassingsgebied en gevolgen D. Draagwijdte vaste benoeming 2. Algemene bepalingen A. Vacantverklaring

Nadere informatie

Beleidsdomein Onderwijs en Vorming

Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Beleidsdomein Onderwijs en Vorming 1 Beleidsdomein Onderwijs en Vorming VLOR Minister Beleidsraad Inspectie Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs (AGIOn) Agentschap voor onderwijs- diensten (AgOD

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VIZO VGO Vl.I.R VOCB VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten

Opleiding voor schoolsecretariaten Opleiding voor schoolsecretariaten 2018-2019 AGODI- AGODI- 2 1 Programma AGODI- Inleiding Organigram Gegevensstroom Terminologie Inschrijving en schoolverandering Discimus en leerlingenzendingen Registratie

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten

Opleiding voor schoolsecretariaten Opleiding voor schoolsecretariaten 2015-2016 Scholenmaterie 2 Programma Inleiding Gegevensstroom Terminologie en afkortingen: school, structuur, net, Inschrijving en schoolverandering Discimus en leerlingenzendingen

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf 11 INHOUD

INHOUD. Woord vooraf 11 INHOUD Woord vooraf 11 1 Onderwijs in Vlaanderen 15 1. Vlaams onderwijslandschap 17 1.1. De onderwijsniveaus van jong naar oud 17 1.2. Over inrichters, financieren en subsidiëren: de netten 19 2. Vlaamse steden

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VICE MINISTER PRESIDENT VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot bepaling van

Nadere informatie

Opleiding voor schoolsecretariaten

Opleiding voor schoolsecretariaten Opleiding voor schoolsecretariaten 2018-2019 2 1 Programma Inleiding Gegevensstroom Terminologie Inschrijving en schoolverandering Discimus en leerlingenzendingen Registratie van aan- en afwezigheden Klassement

Nadere informatie

Cursus voor schoolsecretariaten

Cursus voor schoolsecretariaten Cursus voor schoolsecretariaten 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding A. Wetgeving B. Toepassingsgebied 2. Algemene bepalingen A. Vacantverklaring B. Voorwaarden personeelslid C. Voorwaarden betrekking D. Ingangsdatum

Nadere informatie

Elektronische salarisbrief on demand. Agentschap voor Onderwijsdiensten

Elektronische salarisbrief on demand. Agentschap voor Onderwijsdiensten Elektronische salarisbrief on demand Agentschap voor Onderwijsdiensten Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) 15 Inhoud Voorstelling van AgODi De elektronische salarisbrief AgODi Agentschap voor Onderwijsdiensten

Nadere informatie

Deel 4 PERSONEEL. Toestand januari 2017

Deel 4 PERSONEEL. Toestand januari 2017 Deel 4 PERSONEEL 4 Toestand januari 2017 TOELICHTING ONDERWIJSPERSONEEL In de personeelsstatistieken wordt enkel het personeel geregistreerd dat ofwel rechtstreeks door het Beleidsdomein Onderwijs en Vorming

Nadere informatie

WERKINGSMIDDELEN VAN SCHOLEN EN INTERNATEN EURO S EN KOOPKRACHT

WERKINGSMIDDELEN VAN SCHOLEN EN INTERNATEN EURO S EN KOOPKRACHT WERKINGSMIDDELEN VAN SCHOLEN EN INTERNATEN EURO S EN KOOPKRACHT Schoolbesturen die hun begroting niet in evenwicht krijgen. Schoolbesturen die niet meer zonder de opbrengsten van fondsenwervingsacties

Nadere informatie

VR DOC.0893/3BIS

VR DOC.0893/3BIS VR 2018 2007 DOC.0893/3BIS VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN HET DECREET BASISONDERWIJS VAN 25 FEBRUARI 1997, HET DECREET VAN 8 JUNI 2007 BETREFFENDE DE STUDIEFINANCIERING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP,

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD september 2009 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. VAN DE DERDE GOK-CYCLUS NAAR EEN NIEUW FINANCIERINGSSYSTEEM... 5 3. DE DERDE GOK-CYCLUS... 6 3.1 DE 5 GOK-INDICATOREN...

Nadere informatie

CONCEPTNOTA. besturen in het leerplichtonderwijs: de scholengroepen

CONCEPTNOTA. besturen in het leerplichtonderwijs: de scholengroepen CONCEPTNOTA besturen in het leerplichtonderwijs: de scholengroepen 1. Waarom een nieuw concept van besturen? Werkgever voldoende ruimte en slagkracht geven om: o werkzekerheid voor beginnende leerkrachten

Nadere informatie

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN TABELLEN Deel 1. LEERLINGEN Hoofdstuk 1 : Algemeen overzicht van de schoolbevolking Onderwijs met volledig leerplan naar inrichtende macht... 33 Onderwijs met volledig leerplan naar provincie... 34 Onderwijs

Nadere informatie

Frequent gebruikte afkortingen

Frequent gebruikte afkortingen Frequent gebruikte afkortingen SBT schoolbeheerteam OV opleidingsvorm ON ondersteuningsmodel ONW ondersteuningsnetwerk ABO alternerende beroepsopleiding (OV 3) ASV algemene en sociale vorming BGV beroepsgerichte

Nadere informatie

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN 3 394 Schooljaar 2014-2015 TOTAAL AANTAL SCHOLEN IN HET BASISONDERWIJS (scholen met kleuteronderwijs, lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs) Antwerpen 90 6 96 368

Nadere informatie

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs VVKSO CODIS/DOC/11/09 2011-02-07 Arbeidsmarktrapport 2010 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Departement Onderwijs en Vorming Secundair Onderwijs Basisonderwijs Secundair onderwijs Structuur van

Nadere informatie

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN 3 402 Schooljaar 2016-2017 TOTAAL AANTAL SCHOLEN IN HET BASISONDERWIJS (scholen met kleuteronderwijs, lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs) Privaatrechtelijk Provincie

Nadere informatie

Vlaamse Regering!j Kïf ^"

Vlaamse Regering!j Kïf ^ TH"WWW"W Vlaamse Regering!j Kïf ^" Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van de middelen voor het mentorschap in het onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

25/01/2017. Opleiding voor schoolsecretariaten Scholenmaterie

25/01/2017. Opleiding voor schoolsecretariaten Scholenmaterie Opleiding voor schoolsecretariaten 2016-2017 Scholenmaterie 2 1 Programma Inleiding Gegevensstroom Terminologie en afkortingen: school, structuur, net, GON, SOL, Inschrijving en schoolverandering Discimus

Nadere informatie

Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs

Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs Verhoogde instroom van vluchtelingen Aantal niet-begeleide minderjarige vluchtelingen Nationaliteit opgevangen asielzoekers Regelgevend

Nadere informatie

Nieuw financieringsmechanisme voor het secundair onderwijs

Nieuw financieringsmechanisme voor het secundair onderwijs Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DOCUMENT VVKSO Nieuw financieringsmechanisme voor het secundair onderwijs 1 Kenmerken van het nieuwe financieringsmechanisme

Nadere informatie

VR MED.0231/2

VR MED.0231/2 VR 217 26 MED.231/2 MONITORING VAN DE NIEUWE OMKADERING BASISONDERWIJS SCHOOLJAAR 212-213 tem 215-216 I. Inleiding Op 1 september 212 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

Nadere informatie

JOKER. 1 Titel. 2 Samenvatting

JOKER. 1 Titel. 2 Samenvatting JOKER Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft het ondersteuningsmodel 1 Titel Decreet tot wijziging van

Nadere informatie

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden

Nadere informatie

Aandachtspunten schooljaar

Aandachtspunten schooljaar Aandachtspunten schooljaar 2002-2003 Inhoud : 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1. Bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB) 1.2. Licentiaat + GHSO of GVO wordt licentiaat + BPB 1.3. Ambten van het medisch,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, artikel 26;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, artikel 26; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het opleidingsaanbod, de structuur, organisatie en financiering van de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn in Mechelen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi November 2015 Afdeling basisonderwijs, DKO en CLB. Scholen en Leerlingen Gefaseerde aanpak Collectieve opvanginitiatieven Lokale Opvanginitiatieven Erkende vluchtelingen

Nadere informatie

nr. 421 van JOS DE MEYER datum: 5 mei 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 421 van JOS DE MEYER datum: 5 mei 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 421 van JOS DE MEYER datum: 5 mei 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Urenpakketten onderwijs Aanwendingspercentages

Nadere informatie

betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs

betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs stuk ingediend op 1083 (2010-2011) Nr. 3 1 juni 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs Tekst aangenomen door de plenaire vergadering

Nadere informatie

Schooljaar Deel 1: reaffectatie en wedertewerkstelling door de Vlaamse reaffectatiecommissie

Schooljaar Deel 1: reaffectatie en wedertewerkstelling door de Vlaamse reaffectatiecommissie Vlaamse Schooljaar 2010-2011 Deel 1: reaffectatie en wedertewerkstelling door de Vlaamse Ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel

Nadere informatie

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS INFORMATIE VAN HET KABINET ONDERWIJS JUNI 2017 Een nieuw ondersteuningsmodel voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in basis- en secundair onderwijs, en voor studenten met een functiebeperking

Nadere informatie

Op Stapel mei Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Op Stapel mei Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel Op Stapel 2015-06 13 mei 2015 13-05-2015 Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel In de rubriek Op Stapel geven de collega's van de afdeling Onderwijsorganisatie

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: oktober 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Inhoudsopgave 3. Woord vooraf 7 DEEL I. INLEIDENDE BEPALINGEN 9 DEEL II. BEGRIPPEN 11

Inhoudsopgave 3. Woord vooraf 7 DEEL I. INLEIDENDE BEPALINGEN 9 DEEL II. BEGRIPPEN 11 Codificatie secundair onderwijs.fm Page 3 Friday, October 7, 2011 8:07 AM INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 3 Woord vooraf 7 DEEL I. INLEIDENDE BEPALINGEN 9 DEEL II. BEGRIPPEN 11 DEEL III. GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

VR DOC.0198/1

VR DOC.0198/1 VR 2019 1502 DOC.0198/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten wat betreft de aanpassing

Nadere informatie

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 ADVIES Algemene Raad 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 Advies over het voorontwerp van decreet houdende de toelatingsvoorwaarden tot het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen school

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juni 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten HOGER ONDERWIJS Studenten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding (1) 1 inschrijvingen naar finaliteit (1)(2) go vgo ogo Totaal cursisten

Nadere informatie

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon-instellingen - deze lijn wordt niet afgedrukt > Deze woordenlijst

Nadere informatie

VR DOC.0885/1BIS

VR DOC.0885/1BIS VR 2018 2007 DOC.0885/1BIS VICE MINISTER PRESIDENT VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse

Nadere informatie

Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AgODi) werft aan in contractueel verband: 1 polyvalent deskundige met een contract van onbepaalde duur

Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AgODi) werft aan in contractueel verband: 1 polyvalent deskundige met een contract van onbepaalde duur Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AgODi) werft aan in contractueel verband: 1 polyvalent deskundige met een contract van onbepaalde duur Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Entiteit Agentschap

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juni 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Naar een nieuwe financiering voor het leerplichtonderwijs 0011 0010 1010 1101 0001 0100 1011. Situering en timing.

Naar een nieuwe financiering voor het leerplichtonderwijs 0011 0010 1010 1101 0001 0100 1011. Situering en timing. Naar een nieuwe financiering voor het leerplichtonderwijs 00 000 00 0 000 000 0 Frank Vandenbroucke Persconferentie 26 november 2007 Situering en timing 00 000 00 0 000 000 0 Discussienota 5 juni 2007

Nadere informatie

Alle scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs kunnen deelnemen aan het pilootproject lerarenplatform.

Alle scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs kunnen deelnemen aan het pilootproject lerarenplatform. Lerarenplatform 1. Inleiding Tijdens het schooljaar 2018-2019 start het pilootproject lerarenplatform om tijdelijke leerkrachten meer werkzekerheid te bieden. De leerkrachten in het lerarenplatform krijgen

Nadere informatie

Op Stapel mei Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Op Stapel mei Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel Op Stapel 2017-05 2 mei 2017 02-05-2017 Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel In de rubriek Op Stapel geven de collega s van de afdeling Onderwijsorganisatie

Nadere informatie

In het officieel onderwijs bestaat bovendien de mogelijkheid om een vrijstelling aan te vragen voor het volgen van een levensbeschouwelijk vak.

In het officieel onderwijs bestaat bovendien de mogelijkheid om een vrijstelling aan te vragen voor het volgen van een levensbeschouwelijk vak. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 208 van ANN BRUSSEEL datum: 4 februari 2016 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Basis- en secundair onderwijs - Levensbeschouwelijke

Nadere informatie

Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AgODi) werft aan in contractueel verband: 1 polyvalent deskundige (CODO-contract: onbepaalde duur)

Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AgODi) werft aan in contractueel verband: 1 polyvalent deskundige (CODO-contract: onbepaalde duur) Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AgODi) werft aan in contractueel verband: 1 polyvalent deskundige (CODO-contract: onbepaalde duur) Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Entiteit Agentschap

Nadere informatie

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende personeelsleden in het secundair onderwijs die op bedrijfsstage gaan DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie

Nadere informatie

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN Artikel 1. Voorwerp Binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en

Nadere informatie

Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AGODI) werft aan in contractueel dienstverband. 1 polyvalent deskundige

Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AGODI) werft aan in contractueel dienstverband. 1 polyvalent deskundige Het Agentschap Voor Onderwijsdiensten (AGODI) werft aan in contractueel dienstverband 1 polyvalent deskundige Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Entiteit Agentschap voor Onderwijsdiensten Niveau

Nadere informatie

JAARLIJKSE INLICHTINGEN - SCHOOL

JAARLIJKSE INLICHTINGEN - SCHOOL INSTELLINGSKENMERKEN INSTNR W.S. NAAM STRAAT + NR POSTNUMMER + GEMEENTE TELEFOON FAXNUMMER JAARLIJKSE INLICHTINGEN SCHOOL 1. HERVERDELING VAN LESTIJDEN (binnen de eigen school) SCHOOLJAAR Lestijden kleuteronderwijs

Nadere informatie

Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur

Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur 1. Inleiding Sinds 1 september 2003 geldt een eenvormige voorrangsregeling voor alle onderwijsniveaus en alle netten: de tijdelijke aanstelling van doorlopende

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten BASISONDERWIJS Leerlingen HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding van het volwassenenonderwijs

Nadere informatie

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs Vlaamse Regering > Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs DEVLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

Relevante regelgeving. 1. Europese en Vlaamse doelstellingen inzake levenslang leren 1 2

Relevante regelgeving. 1. Europese en Vlaamse doelstellingen inzake levenslang leren 1 2 Relevante regelgeving 1. Europese en Vlaamse doelstellingen inzake levenslang leren 1 2 In 2001 werd in Vlaanderen het Pact van Vilvoorde ondertekend, dat vernieuwd werd in 2005. In navolging van het Europese

Nadere informatie

Inspiratiedag Kinderopvang

Inspiratiedag Kinderopvang Gent 20 maart 2014 Inspiratiedag Kinderopvang 7.21 Sociaal Voordeel in de Praktijk Jan De Crom Decreet 30/11/2007 Nieuwe rol voor gemeente Actor: Organisator van gemeentelijk onderwijs (basis, SO, DKO,

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: december 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2008-479- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Het lerarenplatform is beperkt tot de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel.

Het lerarenplatform is beperkt tot de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel. Lerarenplatform in het basisonderwijs 1. Inleiding Tijdens het schooljaar 2018-2019 wordt een pilootproject lerarenplatform opgezet om meer tijdelijke leerkrachten werkzekerheid en een opdracht die voldoende

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

VR DOC.1354/1BIS

VR DOC.1354/1BIS VR 2017 2212 DOC.1354/1BIS VICE MINISTER PRESIDENT VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari

Nadere informatie

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel

Nadere informatie

Deel 6 NIVEAUOVERSCHRIJDENDE GEGEVENS

Deel 6 NIVEAUOVERSCHRIJDENDE GEGEVENS Deel 6 NIVEAUOVERSCHRIJDENDE GEGEVENS 6 Deel 6 NIVEAUOVERSCHRIJDENDE GEGEVENS Hoofdstuk 1 : Internen en internaten 6 Schooljaar 2013-2014 INTERNEN EN INTERNATEN INTERNATEN PER NET Gemeenschapsonderwijs

Nadere informatie

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs Stafdienst Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL +32 2 507 06 19 www.katholiekonderwijs.vlaanderen Analyse septembertelling schooljaar 2018-2019 18 september 2018 Bijna 743 000 leerlingen en hun ouders kiezen voor

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS Stand van zaken: oktober 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon basisonderwijs worden de anderstalige nieuwkomers niet apart

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS Stand van zaken: april 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon basisonderwijs worden de anderstalige nieuwkomers niet apart

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ZITTING APRIL 1996 ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ZITTING APRIL 1996 ONTWERP VAN DECREET Stuk 248 (1995-1996) Nr. 9 VLAAMS PARLEMENT ZITTING 1995-1996 2 APRIL 1996 ONTWERP VAN DECREET houdende tijdelijke beperking inzake programmatie en benoeming in sommige onderwijssectoren IN EERSTE LEZING

Nadere informatie

betreffende een nieuw ondersteuningsmodel in het leerplichtonderwijs

betreffende een nieuw ondersteuningsmodel in het leerplichtonderwijs ingediend op 1015 (2016-2017) Nr. 1 12 december 2016 (2016-2017) Voorstel van resolutie van Caroline Gennez, Steve Vandenberghe en Katia Segers betreffende een nieuw ondersteuningsmodel in het leerplichtonderwijs

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs

Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs directie Onderwijs & Vorming Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering van een goede studiekeuze in het secundair onderwijs Artikel 1 Definities Voor de toepassing van

Nadere informatie

Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau goedkeuringsdatum : 30 NOVEMBER 2007 publicatiedatum : B.S.

Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau goedkeuringsdatum : 30 NOVEMBER 2007 publicatiedatum : B.S. Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau goedkeuringsdatum : 30 NOVEMBER 2007 publicatiedatum : B.S.11/02/2008 Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1591 (2011-2012) Nr. 6 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met het oog op de invoering van een deels op socio-economische

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wat betreft maatregelen aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften

Nadere informatie