Re -integratie

Transcriptie

1 Re-integratie

2 Inhoud 3 Inleiding 5 Instrumenten 6 De re-integratie rotonde 7 Vakmanschap 8 Korte bemiddeling 9 Gerichte ondersteuning 10 Nieuw arbeidsbeperkten 12 Cijfers & perspectief 20 Analyse 2

3 Effectiviteit van re-integratie in Zoetermeer Wat wer kt? Veranderend speelveld In Zoetermeer vinden we het belangrijk dat iedereen meedoet. In 2015 is de Participatiewet in werking getreden en daarmee heeft de gemeente de verantwoordelijkheid gekregen om ook mensen met een arbeidsbeperking te ondersteunen bij het vinden van werk. Hiervoor kunnen een aantal nieuwe vormen van ondersteuning worden ingezet zoals loonkostensubsidie op basis van een loonwaardemeting en beschut werk. We ondersteunen mensen op maat. Door een traject aan te bieden dat mensen naar werk begeleidt of een rechtmatige verstrekking van de uitkering. Maar soms is het complexer. Dan kijken we met de persoon wat de best passende ondersteuning is. Dit jaar leveren we voor de derde keer op verzoek van de raad een rapportage over de effectiviteit van re-integratie. Hierin maken we zichtbaar hoe we de re-integratiemiddelen hebben ingezet, wat daarvan de kosten en effecten zijn en hoe we door te leren steeds betere resultaten proberen te bereiken. Met de inzet van vakmanschap en het uitproberen van nieuwe werkmethodieken in proeftuinen wordt de re-integratie aanpak doorontwikkeld. Inzicht in effectiviteit re-integratie Bij het meten van de effectiviteit van re-integratie gaat het om inzicht in de vraag wat het effect van re-integratie instrumenten is en of interventies Daarom belichten we de effectiviteit vanuit drie invalshoeken voor snellere en duurzamere werkhervatting zorgen. Het is niet eenvoudig een goed en eenduidig inzicht te krijgen in de effectiviteit van instrumenten. Het effect is niet alleen in cijfers uit te drukken, maar valt ook af te leiden uit de aanpak, dynamiek en maatschappelijke meerwaarde. Niet alle resultaten zijn dus meetbaar, maar kunnen wel merkbaar zijn. Zo zorgt uitstroom uit de bijstand voor economische zelfstandigheid en levert daarmee een bijdrage aan onze ambitie om bij de gemeentelijk top 3 armoedebestrijding te horen. We belichten de effectiviteit vanuit drie invalshoeken: we kijken naar onze eigen prestaties, vergelijken ons met de resultaten van andere gemeenten en leren van wat er in de praktijk gebeurt. Dat doen we vanuit de overtuiging dat het vakmanschap vergroten een belangrijke sleutel tot succes is. Regionaal Steeds meer wordt het re-integratiesucces bepaald door regionale samenwerking. Dankzij een onderling uniforme werkgeversbenadering binnen de arbeidsmarktregio s Haaglanden en Zuid Holland Centraal, lukt het om op regionaal niveau vacatures en werkzoekenden te matchen. De arbeidsmarkt is regionaal en zo n regioaanpak levert meer baanopeningen en geschikte kandidaten op. Die zijn hard nodig om de hoge uitstroomambities waar te maken. 3

4 Leeswijzer In deze rapportage vindt u eerst een totaaloverzicht van de resultaten per (hoofd-)instrument op basis van de rotonde, zoals ook gepresenteerd in het beleidsplan De eerste afslag naar werk. Per instrument staan het aantal ingezette activiteiten in 2015, hoeveel klanten hiermee zijn bediend en de kosten. Ook gaan we in op de rol van vakmanschap in een lerende organisatie. Vervolgens lichten we de instrumenten toe, waarbij een professional de uitvoering van een een instrument beschrijft. Daarna wordt Zoetermeer vergeleken met andere gemeenten op bijvoorbeeld de uitstroom, instroom en ontwikkeling van het aantal uitkeringen. De rapportage sluit af met een uitgebreide analyse. Wat werkt en wat is merkbaar? Het college is trots op de geboekte resultaten en met het verbeterde inzicht in re-integratie. Tegelijkertijd realiseren we ons goed dat we er nog niet zijn. We blijven stappen zetten om steeds beter inzicht te krijgen in de effectiviteit van interventies. Telkens vanuit de vraag: Wat werkt en wat is merkbaar? Hierbij staat werken vanuit de bedoeling centraal en het organiseren vanleren in kleine betekenisvolle verbeter praktijken. Namens het college van burgemeester en wethouders, Taco Kuiper Wethouder Werk en Inkomen Het voor 2014 ontwikkelde rapportage format hebben we dit jaar weer gebruikt en op kleine onderdelen aangepast. Steeds met het doel om de uitkomsten op een toegankelijke wijze te presenteren, voor de gemeenteraad, onze inwoners, maatschappelijke partners en andere overheden. 4

5 De instrumenten 5

6 Zorg & activering Afslag 9 Activiteiten Unieke klanten 600 Totale kosten Re-integratie Rotonde 2015 Beschut werk Loonkostensubsidie arbeidsbeperkten+ 8 7 Nieuw arbeidsbeperkten Afslagen 7 en 8 Activiteiten 100 Unieke klanten 80 Totale kosten Participatiebevordering 9 <<< Samenwerking sociaal domein >>> 6 Tijdelijke loonkostensubsidie 0 Instroom 5 Centurion Max WW aanpak 1 Preventie Gerichte ondersteuning Afslagen 5 en 6 Korte bemiddeling Afslagen 1 t/m 4 Activiteiten Unieke klanten 870 Totale kosten Direct werk 3 Ondernemershuis WSP Werkacademie Uitzendbureau 4 Werkplus Activiteiten 1420 Unieke klanten 500 Totale kosten

7 Vakmanschap Als lerende organisatie zoeken we voortdurend naar mogelijkheden om ons werk te verbeteren. Dat doen we niet door grote veranderplannen uit te rollen, maar vooral in de praktijk van het werk met werkzoekenden, gezinnen, bedrijven en partnerorganisaties omdat daar de verbetermogelijkheden besloten liggen. Het hoofddoel van verbeteringen is altijd dat mensen kunnen meedoen naar vermogen. Om het leren in de organisatie te faciliteren is in 2015 het programma vakmanschap gestart. In dit programma wordt op diverse manieren gewerkt aan gezamenlijk leren, onder meer: n Met proeftuinen werken we vanuit de praktijk aan verbetering van de uitvoering. Zo is de aanvraag van bijstand vereenvoudigd en is de ondersteuning aan kwetsbare gezinnen die te maken kregen met de kostendelersnorm verbeterd. n In leersessies leren we van gebeurtenissen en projecten. Bijvoorbeeld door met een mix van collega s een documentaire over de tegenprestatie te bespreken of door een evaluatiegesprek over een werkgelegenheidsproject. n In intervisie werken medewerkers aan individuele en gezamenlijke leervragen en wordt besproken hoe complexe ondersteuningsvragen kunnen worden opgelost. n In training en opleiding wordt gewerkt aan het vergroten van kennis en vaardigheden. Bijvoorbeeld het trainen van gespreksvaardigheden of een lezing van wat de effecten van armoede op het gedrag van mensen is. Door voortdurend te leren, werken we ook aan het vergroten van de effectiviteit van reintegratie. Leren van re-integratietrajecten, het versterken van gesprekstechnieken door intervisie, het beproeven van nieuwe ondersteuningsvormen, het leren van ervaringen in andere steden dragen daar allemaal aan bij. Ook deze rapportage effectiviteit van re-integratie in Zoetermeer heeft als doel om de effectiviteit van re-integratie te vergroten. Door het geboden inzicht in resultaten leren we wat goed en wat minder goed werkt en hebben we als gemeente - raad, college en uitvoeringsorganisatie - aangrijpingspunten voor het verder versterken van re-integratie in Zoetermeer. 7

8 Korte bemiddeling Björn, coach bij de Werkacademie Door middel van groepstraining, coaching en intensieve begeleiding ondersteunen we werkzoekenden bij het vinden van een baan. In nauwe samenwerking met het Werkgeversservicepunt (WSP), klantmanagers, Tempo-Team, het scholingsloket, Dress for Success en jobcoaches. Meestal richten we ons op mensen die direct aan het werk kunnen, maar we geven ook workshops bij andere activiteiten, zoals Centurion. De kracht van de Werkacademie is dat kandidaten in groepen werken, waarbij zij tips aan elkaar kunnen geven en van elkaar kunnen leren. Daarnaast wordt er in elke workshop gekeken wat de kwaliteiten van iemand zijn, wat zij zelf kunnen doen bij het vinden van een baan en wat er van hen verwacht wordt. Een ander sterk punt van de Werkacademie is dat we continue bezig zijn om te leren. We willen weten wat goed is maar ook wat beter kan. Daarom zijn we in 2015 op zoek gegaan naar wat echt werkt. We hebben onderzoek gedaan welke ondersteuning kandidaten nodig hebben, hoe onze aanpak erop aansluit en hoe dit beter kan. Op basis van dit onderzoek hebben we onze aanpak gewijzigd. Het blijkt dat veel mensen sterk gemotiveerd zijn om een baan te vinden, maar vaak niet goed weten hoe ze dit moeten doen. Daarom hebben we de focus verlegd van het motiveren van de kandidaten naar het ontwikkelen van technische vaardigheden van het solliciteren. We hebben hier al veel goede reacties op gekregen! 8

9 Gerichte ondersteuning Sherida, klantmanager bij Centurion Sherida is klantmanager voor iedereen die meedoet aan het traject Centurion. Samen met een jobcoach, het WSP, andere klantmanagers en de werkacademie zorgt ze ervoor dat kandidaten aan de slag kunnen. Door een goede samenwerking en veel gesprekken te voeren weten we wat de kandidaat nodig heeft en wat we het beste kunnen doen. We vullen we elkaar goed aan. Centurion is een traject dat mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt begeleid en geschikt is voor iedereen die een minimum aantal uur kan werken. Al heeft iemand een beperking of is de beheersing van de taal niet voldoende. Voor iedereen die het nodig heeft, biedt DSW begeleiding aan. Maar ook doordat we ruimte hebben om echte aandacht aan de kandidaat te geven, kunnen we ervoor zorgen dat mensen weer bij een werkgever aan de slag gaan. Aandacht is wat er écht werkt. Wij begrijpen dan wat men nodig heeft en kunnen erop inspelen. Ze voelen zich gewaardeerd en zijn daardoor ook sterk gemotiveerd. 9

10 Nieuw arbeidsbeperkten Lisanne, klantmanager nieuw arbeidsbeperkten Samen met mijn collega s bied ik mensen die niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen de kans om toch aan de slag te gaan bij een werkgever. Meestal doen we dit met loonkostensubsidie. In nauwe samenwerking met de werkgever en het WSP creëren we een plek die bij iemand past. Dit doen we door 1 op 1 gesprekken te voeren met de kandidaat en daarna met elkaar de mogelijkheden te bespreken. Alles staat of valt bij een goede match. Ik kan het niet zonder het WSP en betrokken werkgevers doen, en andersom. Vanaf de dag dat iemand start, wordt de kandidaat begeleid door een jobcoach van de gemeente. Zo krijgen de kandidaat en zijn werkgever de ondersteuning die nodig is voor een duurzame plaatsing. Alles draait dus om maatwerk. We moeten goed kijken naar wat de kandidaat kan en wat de werkgever kan bieden. Wij spelen hierop in. Naast de loonkostensubsidie kunnen we ook mensen met een indicatie voor beschut werk de kans bieden om aan de slag te gaan op een beschutte werkplek binnen de DSW. Het principe is hetzelfde, maar bij beschut werk krijgt men meer begeleiding dan dat met loonkostensubsidie en een jobcoach geboden kan worden. Dit is voor mensen die bijvoorbeeld snel zijn afgeleid of om het kwartier moeten rusten en zoveel (1-op-1) sturing vragen dat dit van een reguliere werkgever niet gevraagd kan worden. Dit zijn vaak voor werkgevers belemmeringen om iemand in dienst te nemen, maar bij beschut werk niet. Toch een mooie kans voor mensen die graag aan de slag willen maar ook een beperking hebben. 10

11 Nieuw arbeidsbeperkten Guinyfer, klantmanager multiproblematiek Klantmanager Guinyfer richt zich in haar werk op de Multiproblem aanpak. Deze aanpak bestaat uit twee pijlers. Enerzijds wordt er ingezet op preventie, het voorkomen van complexe problematiek. Anderzijds daar waar al sprake is van meervoudige problematiek, het in kaart brengen van de problematiek en deze te stabiliseren of op te lossen. Zo kwam ze in 2015 in contact met mevrouw Jansen, moeder van drie volwassen maar nog inwonende kinderen. Haar twee jongste kinderen hadden een verstandelijke beperking maar kregen niet de hulp die zij nodig hadden. Haar oudste dochter was samen met haar kinderen uit Frankrijk gevlucht voor haar gewelddadige ex-man. En haar kleinzoon zorgde voor moeilijkheden in huis doordat hij psychische problemen had opgelopen. Toen ik er achter kwam welke problemen dit gezin had, heb ik onmiddellijk actie ondernomen. Ik heb voor de oudste dochter en haar kinderen geregeld dat ze met een urgentie verklaring een huis kreeg. Voor oma en de volwassen kinderen is er begeleiding geregeld. En ben ik samen met de moeder en alle belangrijke instanties in gesprek gegaan om gezamenlijk te kijken welke hulp het beste bij de kleinzoon past. Na een heftige periode heeft de hulp van Guinyfer geholpen en gaat het weer goed met de gezinnen. Ik denk dat het belangrijkste is om het vertrouwen te winnen en rekening te houden met de personen en de situatie. Door tijd en aandacht kan ik situaties goed in kaart brengen en met maatwerkoplossingen komen. Iedereen is anders en daar moet ik op inspelen. Als klantmanager heb ik eigenlijk elke dag een andere rol en dat maakt elke dag weer een goede uitdaging. 11

12 Cijfers & perspectief 12

13 Cijfers 2015 Trajecten Unieke klanten Gemiddelde kosten per activiteit Totale kosten per instrument Aantal activiteiten Uitstroom naar werk met LKS Uitstroom naar regulier werk Korte bemiddeling naar werk Gerichte ondersteuning Zorg en Activering Loonkostensubsidie mensen met arbeidsbeperking Totaal / gemiddeld * * * 2014 Trajecten Unieke klanten Gemiddelde kosten per activiteit Totale kosten per instrument Aantal activiteiten Uitstroom naar werk met LKS Uitstroom naar regulier werk Korte bemiddeling naar werk Gerichte ondersteuning Zorg en Activering Loonkostensubsidie mensen met arbeidsbeperking Totaal / gemiddeld * * * * Klanten kunnen meerdere instrumenten hebben doorlopen, waardoor optelling van bovenstaande niet mogelijk is 13

14 Toelichting OP DE TABEL CIJFERS 2014 / 2015 De tabellen geven de belangrijkste resultaten van de re-integratie instrumenten over 2015 en 2014 weer. In 2015 is 7,9 mln. besteed aan de inzet van 6100 re-integratie activiteiten die zijn gestart vanaf 1 januari Een deel van deze activiteiten loopt door tot in Per regel is aangegeven hoeveel van deze activiteiten al in 2015 hebben geleid tot uitstroom naar werk middels een loonkostensubsidie en hoeveel tot uitstroom naar regulier werk. De kolom uitstroom naar werk met LKS duidt op de oude LKS constructie, zoals de Zoetermeerbaan of werkgeverscheques. De uitstroom met LKS nieuwe stijl bij het instrument LKS mensen met een arbeidsbeperking valt onder regulier werk. Van die groep zijn 10 mensen met een oude loonkostensubsidie en 10 met een nieuwe loonkostensubsidie uitgestroomd. Per instrument zijn het aantal unieke klanten en de kosten weergegeven. De klanten zijn daarbij uniek per instrument, maar kunnen ook andere instrumenten hebben doorlopen. Onderstaand een korte toelichting per instrument. Korte bemiddeling Enerzijds is er selectiever ingezet op korte bemiddeling dan vorig jaar, anderzijds is er anders georganiseerd waardoor het goedkoper is geworden. Zo is een relatief kostenintensief traject als Werk Plus van extern ingekocht naar intern (opgeleid) gegaan. Gerichte ondersteuning Het voornaamste traject binnen dit instrument is Centurion. Voorheen zat de Zoetermeerbaan ook binnen dit instrument. Er zijn afgelopen jaar meer trajecten ingezet, tegen een gemiddeld lager tarief. Een van de voornaamste oorzaken hiervan is dat de Zoetermeerbaan - waar we mee gestopt zijn - 2 keer zoveel kostte als Centurion. Zorg & Activering Naar aanleiding van de vorige analyse is de vraag vanuit de Raad gekomen om meer in te zetten op de onderkant van het klantenbestand. In antwoord hierop wordt een actieplan Sociale Activering naar de Raad gezonden. De uitvoering van dit plan gaat van start medio 2016 en is derhalve nog niet geheel terug te zien in de cijfers over Daarnaast is de gemeente een aantal trajecten zelf gaan organiseren, wat tot kostenreductie heeft geleid. Loonkostensubsidie mensen met arbeidsbeperking De uitgaven aan de doelgroep Loonkostensubsidie zijn laag, echter de meeste mensen die aan dat instrument hebben deelgenomen, hebben ook deelgenomen aan één van de andere instrumenten. Dit geldt overigens ook voor deelnemers aan alle andere instrumenten. Daarnaast zijn de kosten exclusief loonkostensubsidies (dat is I-deel). De tabel laat zien: n meer budget naar gerichte ondersteuning en minder naar korte bemiddeling n meer uitstroom naar regulier werk en minder naar gesubsidieerde banen n meer trajecten en de gemiddelde kosten per activiteit omlaag. 14

15 Grafiek 1 Ontwikkeling Participatiewet aantallen 2015 Zoetermeer A B C D E F Gemiddelde Zoetermeer had tot 2015 al 4 jaar op rij de hoogste uitstroom naar werk van Nederland. Onderstaande grafiek toont de volume ontwikkeling BUIG (PW+IOAW+IOAZ) ten opzichte van de andere gemeenten die de afgelopen jaren een zeer hoge kans op uitstroom naar werk hadden. Het gaat hier om het aantal uitkeringen per einde van de maand met 31 december 2014 = index 100 (bron: Benchmark Divosa 2015) 15

16 Grafiek 2 Aandeel uitstroom naar werk 2015 Zoetermeer A B C D E F Gemiddelde Uit onderstaande grafiek blijkt dat bij de redenen van beëindiging van uitkeringen in Zoetermeer hoog scoort met het aandeel uitstroom naar werk (bron: benchmark Divosa 2015). 16

17 Grafiek 3 Ontwikkeling bestand Zoetermeer 2010 t/m 2015 Instroom Uitstroom Stand Het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen (PW) over 2015 bedraagt in Zoetermeer bijna De dynamiek van het bestand is ten opzichte van 2014 licht afgenomen. Bijna 1100 uitkeringen zijn gestart en beëindigd. De grafiek toont de bewegelijkheid van het uitkeringsbestand. De lijn geeft het bestand over de periode 2009 t/m 2015 weer. Daaronder staan het aantal nieuwe en beëindigde uitkeringen per jaar. In de loop van 2015 bedienden we zo n 200 uitkeringsgerechtigden minder dan in Zowel uitstroom als instroom waren lager dan in Dit is nog geen trendbreuk, omdat voor 2016 weer een hogere in- en uitstroom & gemiddeld aantal uitkeringen wordt verwacht (bron: uitkeringsadministratie Zoetermeer)

18 Grafiek 4 Ontwikkeling instroom in de bijstand 2015 Zoetermeer A B C D E F Gemiddelde De grafiek laat de instroom over de maanden in 2015 zien, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal betaalde uitkeringen per maand van de zeven gemeenten. De instroom van Zoetermeer is vergelijkbaar met gemeenten die net als Zoetermeer een zeer hoge uitstroom hebben. (bron: Benchmark Divosa) Een hoog percentage in deze grafiek kan duiden op lage preventie of een snel stijgende werkloosheid. Deze grafiek heeft een relatie met de bestandsdynamiek op de vorige bladzijde. In de regel hoe hoger dit percentage des te meer dynamiek in het bestand. 18

19 Grafiek 5 Ontwikkeling percentage parttime werk 2015 Zoetermeer A B C D E F Gemiddelde De grafiek laat het aantal personen dat in parttime dienstverband werkt zien, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal personen dat in de uitkering zit van de zeven gemeenten met de hoogste uitstroom in Onderin de tabel staat per gemeente het gemiddelde bedrag aan maandelijkse inkomsten vermeld. Hieruit blijkt dat Zoetermeer qua percentage klanten dat parttime werkt onder het gemiddelde scoort. Voor de gemiddelde maandelijkse inkomsten zit Zoetermeer net onder het gemiddelde. Gemiddelde inkomsten uit parttime werk Z meer 594 A 637 B 644 C 570 D 531 E 719 F 552 Gem

20 An aly se Alle inzet van de gemeente en haar partners is erop gericht dat mensen kunnen meedoen naar vermogen. Iedereen die dat kan, gaat aan het werk. Kun je dat nog niet, dan ben je op een andere manier actief. De gepresenteerde cijfers in deze rapportage geven een beeld welke resultaten de gemeente Zoetermeer het afgelopen jaar heeft behaald met de inzet van haar re-integratiemiddelen. De effectiviteit van het ondersteunen van werkzoekenden staat landelijk ter discussie (Zie het rapport kansrijk arbeidsmarktbeleid deel 2 van het Centraal Planbureau van begin dit jaar). Zoetermeer doet het beter dan de rest van Nederland. Het aantal mensen in de bijstand in Zoetermeer is licht gedaald terwijl gemiddeld in Nederland het aantal mensen in de bijstand zo n 5% is gestegen. Een belangrijke reden van deze prestatie is dat we de mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt intensiever hebben begeleid waardoor nog meer mensen dan in 2014 naar regulier werk zijn uitgestroomd. In vergelijking met 2014 laten de uitkomsten zien dat we in 2015 meer mensen naar regulier werk en minder mensen naar gesubsidieerd werk hebben laten uitstromen. In lijn met de doelstelling uit de Eerste afslag naar werk hebben we onze aanpak veranderd om zo met minder geld de uitstroom op niveau te houden. Met zo n 10% minder budget in 2015 is ruim 10% meer uitstroom naar regulier werk gerealiseerd. De kosten van re-integratie bedragen in ,9 mln. tegenover 8,7 mln. in De gemiddelde kosten per activiteit zijn ten opzichte van voorgaand jaar gedaald. Hoge uitstroom De rapportage geeft via verschillende invalshoeken inzicht in de behaalde resultaten. Daarmee wordt ook direct duidelijk dat het niet mogelijk is resultaten met één indicator te beoordelen, maar dat het altijd van belang is vanuit verschillende perspectieven de uitkomsten te bekijken. We zien dat de uitstroom vanuit de bijstand naar betaald werk relatief hoog is in Zoetermeer. Wel zien we dat er relatief weinig mensen parttime aan het werk zijn: 7,5 % in Zoetermeer tegenover gemiddeld 9 % in Nederland. Betaald werk maar ook activering Voor de een betekent meedoen naar vermogen een betaald dienstverband of de start van een eigen bedrijf. Voor een ander is het (weer) doen van vrijwilligerswerk een belangrijke stap. Met De eerste afslag naar werk heeft de raad ervoor gekozen om naast toeleiding naar werk meer in te zetten op het activeren van mensen die (nog) geen perspectief hebben op een baan. We zien de intensivering van die inzet deels terug in de cijfers bij het instrument zorg en activering : in 2014 zijn activiteiten ingezet, in 2015 zijn dat er Tegelijkertijd tonen deze cijfers maar een deel van de werkelijkheid: soms is veel inzet nodig om iemands situatie te stabiliseren. 20

21 Dit is niet zichtbaar in deze cijfers. Maar de verwachting is dat uiteindelijk de maatschappelijke kosten omlaag gaan bijvoorbeeld omdat er minder beroep wordt gedaan op de huisarts of de Wmo. Voor het college staat activering hoog op de agenda. In 2015 heeft de raad het Actieplan Sociale Activering onbenutte kwaliteiten ontvangen. Dit wordt in samenspraak in 2016 uitgewerkt tot een aanpak om activering te versterken. Effectiviteit van instrumenten We willen met deze rapportage niet alleen verslag doen van de resultaten, maar ook als leerdocument bevindingen over de diverse instrumenten vermelden. De effectiviteit van re-integratie-instrumenten verschilt per groep. Daarom is het van belang dat instrumenten gericht worden ingezet. Dat kan door de consequente inzet van profiling en targeting: n Profiling is het vaststellen van wat werkt voor een specifieke groep. n Targeting is het gericht inzetten van instrumenten op een specifieke groep. Om de (kosten-)effectiviteit verder te vergroten zijn qua inzet op en accenten binnen de instrumenten de volgende aanpassingen gedaan: n In 2013 en 2014 lag de focus vooral op kortebemiddeling. Dit instrument is nu goed doorontwikkeld en in 2015 goedkoper en effectiever geworden; n In 2015 is meer ingezet op gerichte ondersteuning en met daarin als belangrijk onderdeel het project Centurion. Na een intake- en opleidingsfase worden klanten via groepsdetachering ingezet bij Leerwerkbedrijven en vervolgens bemiddeld naar regulier werk. Klantmanagers verzorgen als extra activiteiten de jobcoaching en begeleiding op de werkplek. Inmiddels is de derde groep van start gegaan en gelet op de uitstroomresultaten en de tussentijdse verbeteringen hebben we hier een effectieve aanpak gerealiseerd. n Gesubsidieerd werk (Zoetermeerbanen, ID banen re-integratiebanen) is conform het beleid afgebouwd. Voor individuele loonkostensubsidies worden lagere bedragen ingezet n Met extra inzet bij zorg & activering is in de vorm van een pilot gerichter aandacht besteed aan de vaak complexe situatie om daarin na rust vooruitgang te bereiken. n In een groot aantal proeftuinen wordt vakmanschap aangesproken en verder ontwikkeld. Centraal staat hierbij de wens om meer zelf te doen en meer resultaten met minder middelen te bereiken. Bij deze innovatieve aanpak wordt het verschil voor klanten en klantmanagersmerkbaar gemaakt door snel en oplossingsgericht een werkbare aanpak te bedenken en al lerende toe te passen. Een goed voorbeeld hiervan is de opvang en activering van statushouders. Tenslotte De rapportage levert veel meer informatie op dan we in deze analyse kunnen vatten. We streven er ook niet naar om volledig te zijn. Het doel van de rapportage is om met de presentatie van cijfers en resultaten de raad en de uitvoeringsorganisatie in de gelegenheid te stellen afwegingen te maken over de effectiviteit van re-integratie en de samenleving te laten zien wat het resultaat is van de inzet van re-integratiemiddelen. Naast cijfers en meetbare resultaten, gaat het ook om merkbaar het verschil te maken voor hen die aan het werk kunnen en voor hen voor wie dat nog niet aan de orde is. Het is de ambitie van het college om het inzicht in wat werkt en vooral ook hoe het werkt verder te vergroten. Het doel is dat mensen mede dankzij onze ondersteuning kunnen meedoen aan de samenleving. 21

22 Co lo fon Dit is een uitgave van de gemeente Zoetermeer 2016 Redactie : Ronald Kuiper denise de Bruin henk Brouwer Vormgeving : Eelco Hupe XYVA concepts & design Illustraties : Jongens van de Tekeningen 22