Vraagspecificatie LMS als integraal model

Transcriptie

1 RWS BEDRIJFSINFORMATIE Vraagspecificatie LMS als integraal model Datum 12 mei 2015 Status Definitief

2 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat, Water Verkeer en Leefomgeving Informatie C. Hage Telefoon Fax Uitgevoerd door R. Smit Opmaak Datum 12 mei 2015 Status Versienummer

3 Inhoud Inleiding 4 1 Beschrijving van de werkzaamheden Omschrijving project Voertaal in het project Kwaliteit, resultaat, eisen aan product 8 2 Gevraagde producten en communicatie met de opdrachtgever Rapportages Producten Contractvorm en communicatie met de opdrachtgever 10 3 Eisen aan de offerte en beoordeling Eisen aan de offerte Competenties en referentieprojecten 11 4 Planning 5 Overzicht van bijlagen bij de vraagspecificatie 12

4 Inleiding Dit aanbestedingsdocument bevat de beschrijving van de gevraagde werkzaamheden en de op te leveren producten voor het project LMS als integraal model. Op basis van deze beschrijving kan de offerte opgesteld worden. Binnen het Verbeter Programma Modellen (VPM) is een van de deelprojecten LMS als Integraal model, met als doel om het LMS geschikt te maken voor landelijke strategische spoorstudies. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wens van IenM om voor strategische landelijke lange termijn spoor vraagstukken een integraal, onafhankelijk en transparant rekenmodel beschikbaar te hebben. Beoogd resultaat Versie van het LMS met voldoende kwaliteit voor het uitvoeren van integrale studies gericht op spoor (type A vraagstukken spoor met als voorbeeld de NMCA). Dit onderdeel is binnen de scope van deze uitvraag Voorbereiden van de besluitvorming voor ingebruikname van het nieuwe LMS 1 Door de samenhang LMS -NRM is consistentie met regionale studies geborgd. LMS dient te worden toegepast in combinatie met sectorspecifieke modellen van NS en ProRail voor de doorwerking naar trein- en spoorgebruik, zoals DONS voor dienstregeling ontwerp en VISUM voor toedeling van matrices aan lijnvoeringen. Door de verbetering van het LMS wordt de kwaliteit van de modellering van spoor gelijkwaardig aan die van de auto waardoor het LMS geschikter wordt voor multimodale studies waarin de gehele keten ( deur-deur ) wordt beschouwd en het oplossend vermogen van alle modaliteiten in samenhang wordt beschouwd. Tevens wordt door het gebruik van het nieuwe LMS voldaan aan de eis van transparantie, onafhankelijkheid en controleerbaarheid en wordt door deze oplossingsrichting voldaan aan de verbetering van de door de Minister geconstateerde problemen mbt de huidige praktijk, voornamelijk op het vlak van onvoldoende onafhankelijkheid en transparantie. Het is de bedoeling dat het resultaat van dit project, een nieuwe versie van het Groeimodel voor LMS en NRM, gebruikt gaat worden voor de NMCA die in het laatste kwartaal van 2016 zal starten. Daarvoor moet een geteste versie, inclusief besluitvorming over in gebruik nemen van het nieuwe Groeimodel, uiterlijk begin november 2016 zijn afgerond. Vervolgens zal in 2017 de uit dit project resulterende Groeimodel versie ook gehanteerd worden voor het opstellen van de basisprognoses 2017 met een nieuw basisjaar 2014 voor het LMS en NRM. 1 Na afloop van het project volgt een besluit van IenM om het LMS na de doorgevoerde verbeteringen in het vervolg toe te passen voor type A studies niet alleen voor de weg maar ook voor het spoor (zie de bijlage met de beschrijving van de informatiebehoefte). Pagina 4 van 13

5 1 Beschrijving van de werkzaamheden 1.1 Omschrijving project In dit project wordt een nieuwe versie van het Groeimodel voor het Landelijke Modelsysteem (LMS) en Nederlands Regionaal Model (NRM) gerealiseerd. De focus hierbij ligt op verbeterde modellering van de vervoerwijze Spoor, inclusief stations keuze en voor- en natransport keuze en rekening houdend met de mogelijke treinkeuzes. Daarbij wordt expliciet vermeld dat de herschatting, gezien het integrale karakter van het model, uiteraard het gehele Groeimodel betreft. In deze opdracht ligt specifiek de nadruk op de vervoerwijze trein Voor trein wordt actief specificatie onderzoek gevraagd om de modellering te verbeteren. Voor de overige modaliteiten geldt dat niet gevraagd wordt om specifiek op die modaliteiten te zoeken naar betere specificatie. Uiteraard dient de kwaliteit van de modellen voor de andere modaliteiten bij de herschatting, mede ook op nieuwe data, wel getoetst te worden. De kwaliteit van de modellering van de overige modaliteiten dient op hetzelfde niveau te blijven als in het huidig Groeimodel. In bijlage 10 bij de vraagspecificatie zal worden aangegeven op welke wijze de kwaliteitsbeoordeling minimaal uitgevoerd moet worden. Tevens dient het groeimodel gebaseerd te blijven op de theoretische grondslag van geneste multinomiale Logit modellen. Tot de scope van dit project horen de volgende werkzaamheden: 1. Verwerken, toetsen op geschiktheid en verrijken met overige informatie van de aangeleverde databronnen a. MON (of, indien nodig langere periode) b. OViN (uitgaand van oplevering en acceptatie OViN 2014 rond mei 2015) c. Klimaat Onderzoek van de NS, versie IV en V d. Klanttevredenheid Onderzoek van de NS e. Informatie over treingebruik en kaartsoorten mix van de NS en eventueel andere vervoerders f. De stationsrelatiematrix 2010 g. Time Of Day onderzoek uit 2001 (Rand Europe) h. VOT/VOR onderzoek uit 2013 i. NRM West inclusief Level Of Service gegevens (schatting vindt plaats obv NRM West, zie ook bijlage 4 met inhoudelijke eisen) j. Schattingsbestand modellen met basisjaar 2010 k. ALOGIT setups schatting modellen met basisjaar 2010 l. Zonale data NRM West Opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor verkrijgen van de MON databases. Deels zal aanvullende informatie uit registers gekoppeld moeten worden aan het MON (bijvoorbeeld inkomens). Dat moet door het CBS worden gedaan. Aan het koppelen en gebruik van de informatie zijn voorwaarden en kosten verbonden opdrachtnemer dient dit zelf te regelen. Deels zal gewerkt moeten worden on site bij het CBS of via remote access. Ook daaraan zijn voorwaarden verbonden en de beveiligingseisen van het CBS hebben consequenties voor de doorlooptijden van berekeningen. 3 Opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor verkrijgen van de OViN databases en het laten koppelen van de juiste informatie uit registers door het CBS. Pagina 5 van 13

6 2. Aanmaken van de schattingsbestanden op basis van de aangeleverde databronnen, onder andere omzetten van de verplaatsingsgegevens in MON / OViN nar tour informatie tbv de schattingen. 3. Uitvoeren van specificatie onderzoek gericht op het verbeteren van de modellering van Spoor. Met daarbij (zoals hiervoor benoemd) aandacht voor de kwaliteit van de overige modaliteiten. 4. Opleveren rapportage van het specificatie onderzoek 5. Implementatie in een nieuwe versie van het Groeimodel, inclusief tests van de nieuwe software. Zowel uitvoeren van functionele testen (werkt de software zoals deze behoort te werken, zijn er geen implementatiefouten gemaakt) als systeemtesten (convergentie en stabiliteit van het systeem, overdraagbaarheid naar andere computersystemen). Opdrachtnemer verstrekt een garantie op de software implementatie van twee jaar. In de offerte moet worden aangegeven welke tests uitgevoerd zullen worden. 6. Opleveren nieuwe versie van de technische documentatie van het Groeimodel en nieuwe handleiding Groeimodel. Deze zijn gebaseerd op de huidige opzet van deze rapporten 7. Uitvoeren en opstellen van een rapportage van een proeftuin fase / test traject waarin de correcte werking van het nieuwe Groeimodel wordt aangetoond, en waarin inzicht verschaft wordt in de elasticiteiten / gevoeligheden van het model in concrete test toepassingen. de volgende onderdelen maken deel uit van de proeftuin fase: a. LMS en NRM West toepassing van het nieuwe Groeimodel met basisjaar 2010 voor het GE 2030 scenario met de uitgangspunten 2015; vergelijking met de basisprognose LMS en NRM West 2015 met GM In principe inclusief een pivot van de stationsrelatiematrix 2010 (stationsrelatiematrix aan te leveren door de opdrachtgever). Plausibiliteit van verschillen tussen de nieuwe prognoses en de bestaande prognoses dient te worden aangetoond door deze verschillen zo goed mogelijk te verklaren uit de doorgevoerde wijzigingen in het model. b. Opstellen van een prognose vanuit basisjaar 2010 voor 2014 met het nieuwe Groeimodel en vergelijken met basisdata over mobiliteit voor Op basis van de uitkomsten daarvan uitbrengen van een advies over al dan niet actualiseren van de modelparameters naar het jaar 2014 op basis van mobiliteitsgegevens voor de jaren Omdat het Groeimodel werkt volgens de methode van Sample Enumeration is een steekproef van personen en huishoudens nodig om het model toe te kunnen passen. Er dient een advies opgesteld te worden over de vraag of de huidige steekproef die gebaseerd is op MON gehandhaafd kan blijven voor het nieuwe LMS/NRM met basisjaar 2014 zowel in het geval het op 2010 gebaseerde model wordt gebruikt voor basisjaar 2014 als in het geval de modellen worden herschat voor Indien er een nieuwe steekproef moet komen dient opdrachtnemer deze op te stellen en de totstandkoming te verantwoorden in een rapport. c. Optioneel herschatting van de verkregen specificatie op LOS gegevens van basisjaar 2014, gegevens over het verplaatsingsgedrag van en de bijbehorende overige informatie voor 2014 zoals actuele prijzen en sociaal economische gegevens, hoeveelheid vrachtverkeer, inclusief 4 Hierbij geldt als aandachtspunt dat de OVIN bestanden volgens andere dataverzamelingsmethoden tot stand zijn gekomen dan de MON bestanden en ook niet geheel dezelfde informatie bevatten. Pagina 6 van 13

7 actualisatie van het schattingsrapport, technische documentatie, en indien relevant, handleiding. Alle deelmodellen moeten hierbij worden geactualiseerd met uitzondering van het deelmodel AIRACC waarmee de landzijdige mobiliteit van luchtreizigers wordt gemodelleerd. d. Afhankelijk van de besluitvorming doorrekenen met het nieuwe Groeimodel op basis van basisjaar 2010 of met het nieuwe Groeimodel op basis van basisjaar 2014 van twee, nog te selecteren, representatieve toepassingen, 1 voor een weg gerelateerde studie, en een voor een trein gerelateerde studie. Deze beide toepassingen worden zowel met LMS als met NRM West doorgerekend. Vergelijking van de gevonden effecten met de vergelijkbare analyse met Groeimodel 2.4.3, en indien beschikbaar met uitgevoerde analyses met de Kast. 8. Optioneel synthetische verplaatsingsmatrices autobestuurder voor de in het Groeimodel onderscheiden motieven voor LMS en de 4 NRM s produceren met behulp van de nieuwe Groeimodel specificatie. Deze matrices kunnen dienen als a-priori matrices voor de definitieve kalibratie van basismatrices autobestuurder 2014 tbv de actualisatie van LMS en NRM naar basisjaar Deze matrices dienen uiterlijk 18 april 2016, inclusief documentatie opgeleverd te worden. In bijlage10 bij de vraagspecificatie wordt weergegeven op welke wijze de a-priori matrices getoetst en gedocumenteerd moeten worden. 9. In het voorstel dient uitgewerkt te worden hoe een externe kwaliteitsbeoordeling gedurende het project door een onafhankelijke deskundige zal worden georganiseerd. Eventueel daaraan verbonden kosten dienen in het voorstel opgenomen te zijn. Uitgangspunt is de huidige versie van het Groeimodel (versie 2.4.3), inclusief bijbehorende broncode, technische documentatie, schattingsrapportage en gebruikershandleiding. De huidige documentatie wordt meegeleverd bij de aanbesteding. Indien noodzakelijk kan ook de broncode van het Groeimodel worden ingezien. Deze code mag in dit stadium alleen worden gebruikt bij het opstellen van het voorstel en dient na afloop daarvan van alle systemen te worden verwijderd. Ter voorbereiding op de uitvraag is met de hulp van (inter-)nationale inhoudelijke experts onderzocht hoe de huidige specificatie van het Groeimodel verbeterd kan worden mbt de modellering spoor. Tevens is in overleg met DGB-OVS besproken welke informatiebehoefte met een vernieuwd LMS (en NRM) gedekt moet worden, en is nagedacht over eisen aan kwaliteitsborging. Het resultaat van deze activiteiten wordt in enkele bijlagen bij de vraagspecificatie beschreven: bijlage 3 over de informatiebehoefte, bijlage 4 inhoudelijke eisen (met enkele extra bijlagen als achtergrond informatie) en bijlage 10, kwaliteitscriteria. Deze notities bepalen de inhoudelijke randvoorwaarden die door de Opdrachtgever vooraf voor dit project zijn gedefinieerd. Een definitieve schatting op basis van het specificatie onderzoek wordt mogelijk uitgevoerd met Level of Service informatie voor 2014 en OViN gegevens. De reden hiervoor is dat 2014 het nieuwe basisjaar is voor LMS en NRM. Dit basisjaar wordt in 2017 tegelijk met het nieuwe Groeimodel uit dit project geïmplementeerd. Informatie voor de LOS 2014, en overige door de opdrachtgever te leveren schattingsdata is uiterlijk half december 2015 beschikbaar. Indien besloten wordt geen gebruik te maken van LOS gegevens 2014 wordt ook de definitieve specificatie geschat op de 2010 LOS gegevens De eventuele meerkosten voor het schatten van een definitieve specificatie op data van 2014 dient als optie in de offerte te worden opgenomen. De hoofd aanneemsom van de offerte is gebaseerd op de kosten voor specificatie onderzoek en definitieve schatting op basis van 2010 gegevens. Pagina 7 van 13

8 1.2 Voertaal in het project Project rapportages en het schattingsrapport mogen zowel in het Nederlands als in het Engels worden opgesteld. Ook project overleggen met de opdrachtgever kunnen in het Engels worden gevoerd. Wel wordt van het schattingsrapport een Nederlandse samenvatting gemaakt, en worden de aangepaste technische documentatie en gebruikshandleiding van de nieuwe versie van het Groeimodel in het Nederlands opgeleverd. 1.3 Kwaliteit, resultaat, eisen aan product Het project resulteert in een nieuwe versie van het Groeimodel voor LMS en NRM, versie 3. Deze versie bevat een verbeterde modellering van de vervoerwijze trein, zodanig dat deze op hetzelfde niveau komt als de modellering van de vervoerwijze auto. De minimale eisen die de Opdrachtgever hiervoor stelt worden beschreven in de bijlagen 3 en 4 van de vraagspecificatie die gaan over de resultaten uit het vooronderzoek naar mogelijke inhoudelijke verbeteringen, en de uitwerking van de vraagspecificatie. Voor de overige vervoerwijzen geldt dat deze minimaal met gelijke kwaliteit gemodelleerd worden als in de versie van het Groeimodel die als uitgangspunt voor dit project wordt aangeleverd. Het model moet goed getoetst en getest zijn, en voldoen aan de minimale eisen die worden gedefinieerd in bijlage 10 bij de vraagspecificatie. Tevens moet het schattings- en specificatie onderzoek goed gedocumenteerd zijn en wordt de overige documentatie (technische documentatie en handleiding) geactualiseerd. Belangrijke data: Het resultaat van de (optionele) taak opstellen a-priorimatrices 2014 of 2010 inclusief documentatie is uiterlijk 18 april 2016 gereed. De nieuwe versie van het Groeimodel moet juni 2016 gereed zijn voor het doorlopen van de proeftuin fase (binnen scope van dit project). De proeftuinfase moet gereed zijn voor eind september 2016 waarna een besluitvormingstraject start voor in gebruik name van GM versie 3 (buiten scope van dit project). Documentatie / rapportage van het proeftuin traject kan in de eerste helft van oktober 2016 worden afgerond. Definitieve oplevering van een nieuw Groeimodel inclusief documentatie gereed voor toepassingen uiterlijk eind oktober Het nieuwe groeimodel voldoet minimaal aan de volgende randvoorwaarden: 1. In de geactualiseerde modellen zijn tenminste de bestaande mogelijkheden en beleidsknoppen behouden. Additioneel is het noodzakelijk dat er voor het genereren van(ses) tabellen meer mogelijke uitsplitsingen komen bijvoorbeeld ook naar leeftijdscategorieën. Het gaat hier om de flexibiliteit die vroeger (LMS 7.0) op dit vlak mogelijk was. In overleg met de opdrachtgever wordt tijdens het project afgestemd of er tbv analyses voor spoorstudies ook andere informatie nuttig is om standaard in de uitvoer van het model weg te schrijven, bijvoorbeeld over treingebruik in relatie tot persoons- of huishoud kenmerken. Pagina 8 van 13

9 2. Specifiek voor trein wordt voldaan aan de minimale eisen voor het kunnen voorzien in de informatiebehoefte trein. De notitie informatiebehoefte trein is een apart document in de aanbestedingsstukken. In verband met de complexiteit van de gevraagde werkzaamheden moet de opdrachtnemer in het project onafhankelijke expertise betrekken voor het borgen van de wetenschappelijke integriteit van de geschatte modellen en implementatie van de modellen in software. Ook moet de onafhankelijke expert mee beoordelen of de rapportage van het schattingsproces adequaat is. Pagina 9 van 13

10 2 Gevraagde producten en communicatie met de opdrachtgever 2.1 Rapportages De volgende eindrapportages worden geleverd: Rapportage van de schattingen: in deze rapportage worden zowel het zoekproces / specificatie onderzoek als de uiteindelijk geschatte modellen beschreven. Nieuwe technische documentatie op basis van-, en volgens dezelfde opzet als de huidige technische documentatie Nieuwe handleiding van het Groeimodel Indien de optie voor het opstellen van a-priori matrices LMS en NRM voor basisjaar 2014 wordt uitgevoerd: documentatie van de a-priori matrices 2.2 Producten De volgende producten worden geleverd: Nieuwe executable van het Groeimodel Broncode van het nieuwe Groeimodel inclusief informatie over de gehanteerde compiler en compileeropties. Het vernieuwde Groeimodel wordt volledig eigendom van RWS WVL zoals ook de huidige versie van het Groeimodel volledig eigendom is van RWS WVL. Schattingsbestanden waarop de modelschattingen zijn uitgevoerd Setups of configuratiebestanden van de schattingssoftware waarin de opgenomen specificaties zijn geïmplementeerd (bijvoorbeeld ALOGIT setups) Toepassingen van LMS en NRM s die tijdens de proeftuinfase zijn uitgevoerd In geval van uitvoeren van de optionele taak opstellen a-priori matrices opleveren a-priori matrices autobestuurder LMS en 4 NRM s 2.3 Contractvorm en communicatie met de opdrachtgever Het standaard contractmodel voor diensten zal worden gebruikt. Hieraan worden extra artikelen toegevoegd die expliciet aangeven hoe de eisen zijn mbt eigendom van het resulterende model: het model (het Groeimodel), inclusief broncode, is momenteel eigendom van RWS, en het resulterende groeimodel is tevens eigendom van RWS. Tevens wordt een artikel mbt de vertrouwelijkheid van data van de NS die voor dit project beschikbaar wordt gesteld opgenomen. Met de opdrachtnemer wordt regulier overlegd. Minimaal 1 maal per maand face to face overleg over de voortgang tussen de projectleiders van de opdrachtgever en opdrachtnemer, telefonisch via mail overleg wanneer nodig, maar minimaal wekelijks. Project overleggen voor inhoudelijke bespreking van (tussen) producten worden afhankelijk van de voortgang gemaakt. Elke maand zal aan de opdrachtnemer gevraagd worden om een korte voortgangsrapportage te leveren met de volgende elementen: 1. Korte beschrijving uitgevoerde werkzaamheden en resultaat afgelopen maand 2. Planning komende maand: verwachtte voortgang en te boeken resultaat in de komende maand 3. Gewenste inbreng van de zijde van de opdrachtgever: beschikbaar zijn voor beoordelen / bespreken tussenproducten, leveren van gegevens / informatie 4. Risico s met beheersmaatregelen Pagina 10 van 13

11 3 Eisen aan de offerte en beoordeling 3.1 Eisen aan de offerte De offertes dienen minimaal de volgende onderdelen te bevatten: gedetailleerde beschrijving van aanpak van de werkzaamheden waarbij onderscheid wordt gemaakt naar werkzaamheden die naar de mening van opdrachtnemer essentieel zijn voor deze actualisatie en optionele werkzaamheden ( nice to have ) risico s en mogelijke beheersmaatregelen gedetailleerde planning in fasen beschrijving van de tussentijdse producten per fase beschrijving van kwaliteitsbeheersingsmaatregelen inzet van menskracht per persoon naar uren per onderdeel tabel met uurtarieven van het in te zetten personeel vaste prijs eventuele meerwerk opties. 3.2 Competenties en referentieprojecten De gevraagde werkzaamheden hebben een zeer specialistisch karakter. De geselecteerde opdrachtnemer moet aantoonbaar voldoen aan drie voor deze uitbesteding belangrijke competenties. De opdrachtnemer moet aantoonbaar ervaring hebben met: 1. Het schatten van complexe multinomiale geneste logit modellen op basis van meerdere schattingsdatabases 2. Implementeren in werkende overdraagbare- software van geschatte geneste multinomiale logitmodellen 3. Testen en documenteren van in software geïmplementeerde geneste multinomiale geneste logit modellen Voor elk van de genoemde competenties moet de opdrachtnemer een referentieproject van tenminste Euro kunnen overleggen. 4 Planning 4.1 Planning van het project; mijlpalen De volgende projectmijlpalen zijn van belang: Medio juli 2015: start werkzaamheden, start specificatie onderzoek en eerste schattingen obv 2010 gegevens 20 December 2015 / 1 januari 2016 keuze voor leveren LOS gegevens en overige gegevens uit kalibratie basisjaar 2014, en keuze wel of niet uitvoeren definitieve schattingen op basis van 2014 data 18 april 2016 uiterste datum voor leveren a-priori matrices LMS en 4 NRM s inclusief rapportage (afhankelijk van keuze of deze optionele activiteit ook wordt uitgevoerd) 31 oktober 2016: Opleveren in nieuwe Groeimodel, getest en na doorlopen proeftuinfase, met schattingsrapport, technische documentatie en handleiding Pagina 11 van 13

12 5 Overzicht van bijlagen bij de vraagspecificatie de groen gemarkeerde bijlagen horen bij elkaar Bijlage nummer Titel korte beschrijving doel toelichting hoe c.q. op basis waarvan de ingediende transparantie in het Bijlage 1 EMVI scoretabel offertes beoordeeld worden aanbestedingsproces transparantie in het Bijlage 2 concept contract ARVODI 2014 overeenkomst (concept) aanbestedingsproces Bijlage 3 notitie informatiebehoefte beschrijving van de informatiebehoefte waarin het verbeterd LMS moet kunnen voorzien. Inclusief doorvertaling naar eisen aan het model specificatie van de minimale eisen waaraan een verbeterd LMS minimaal moet voldoen, inclusief de context waarom dat gevraagd wordt Bijlage 4 samenvatting inhoudelijke eisen samenvatting van de punten die uit de bijlagen 5-8 naar voren komen waar de opdrachtnemer van vraagt om in het project rekening mee te houden meegeven van aandachtspunten die uit een vooronderzoek naar voren zijn gekomen Bijlage 5 Bijlage 6 Joint memo Andrew Daly - John Bates Memo Andrew Daly Memo met gezamenlijke constateringen en aanbevelingen uit de studies van John Bates en Andrew Daly wat vanuit inhoudelijk perspectief verbeterd kan worden in de modellering spoor in het LMS Memo Andrew Daly met constateringen en aanbevelingen wat vanuit inhoudelijk perspectief verbeterd kan worden in de modellering spoor in het LMS achtergrond informatie bij de memo samenvatting inhoudelijke eisen achtergrond informatie bij de memo samenvatting inhoudelijke eisen

13 bijlage 7 Memo John Bates Memo John Bates met constateringen en aanbevelingen wat vanuit inhoudelijk perspectief verbeterd kan worden in de modellering spoor in het LMS achtergrond informatie bij de memo samenvatting inhoudelijke eisen bijlage 8 Verslag expert meeting Verslag van de internationale expertmeeting die op Schiphol is georganiseerd voor input hoe de modellering spoor in het LMS verbeterd kan worden achtergrond informatie bij de memo samenvatting inhoudelijke eisen bijlage 9 achtergrond notitie expert meeting achtergrond informatie bij de memo samenvatting inhoudelijke eisen bijlage 10 toetsingscriteria Memo met toelichting welke toetsingscriteria minimaal beschouwd en gerapporteerd worden bij de schattingen en bij het opstellen van de (optioneel gevraagde) a-priori matrices o.b.v. het nieuwe GM Bijlage 11 Schattingsrapport GM 2 achtergrond informatie Bijlage 12 Technische documentatie Groeimodel achtergrond informatie Bijlage 13 handleiding Groeimodel achtergrond informatie Bijlage 14 Beschrijving Klimaat en KTO achtergrond informatie Bijlage 15 Bijlage 16 Bijlage 17 Bijlage 18 Zip-file met beschrijving van MON en OViN, beschikbare SEG informatie en Level Of Service (LOS) informatie Schattingsbestand gebaseerd op MON Veldwerkverslag TOD onderzoek 2001 Rapport schatting TOD modellen 2001 Dit betreft een beschrijving van MON en OViN (onderzoeksbeschrijving), de SEG van LMS en NRM, beschrijving van de autonetwerken, beschrijving van de BTM LOS, beschrijving van de trein LOS zoals die door het VISUM model gegenereerd wordt. Achtergrond informatie Achtergrond informatie achtergrond informatie achtergrond informatie