INHOUDSOPGAVE MEDIA-AANBODBELEID

Transcriptie

1 media-aanbodbeleid 2014

2 INHOUDSOPGAVE MEDIA-AANBODBELEID Inleiding - De publieke taak van de Omroep van Amsterdam... 4 De publieke taak... 4 Omroep van Amsterdam: professioneel aanbod AT5, nieuwsvoorziening en FUNX... 5 Omroep van Amsterdam: public access... 5 Het media-aanbodbeleid... 6 Inleiding Missie en uitgangspunten Het kader: de (media-)wettelijke eisen Mediadiensten De eisen uitgewerkt in doelstellingen Doelgroepen Media-aanbod Programmaschema s en kanaalprofielen Productienormen Appendices Appendix 1 - Mediawettelijke plicht Appendix 2 - Mediawet artikel 2.1: de publieke mediaopdracht Appendix 3 - Mediawet artikel Appendix 4 - Procedure vaststelling media-aanbodbeleid van Publieke Omroep Amsterdam Appendix 5 - Media-aanbod nieuwsvoorziening Appendix 6 - Criteria nieuwsvoorziening Appendix 7 - Media-aanbod public access Appendix 8 - Criteria public access Appendix 9 - Voorwaarden voor uitbesteding

3 VOORWOORD Dit is het media-aanbodbeleid van de Publieke Omroep van Amsterdam zoals dat is vastgesteld door het Programmabeleidbepalend orgaan (pbo). De Mediawet schrijft voor dat iedere publieke media-instelling die zendtijd heeft toegewezen gekregen, zelf vorm en inhoud van het door haar verzorgde media-aanbod bepaalt. Tevens is deze instelling verantwoordelijk voor wat er wordt uitgezonden. Het pbo is verantwoordelijk voor het vaststellen van het beleid voor het media-aanbod. Zij ziet er op toe dat het beleid voldoet aan de voorschriften van de Mediawet. Het media-aanbod dat de Publieke Omroep Amsterdam aanbiedt bereikt kijkers en luisteraars in groot Amsterdam. Het mediaaanbod bestaat voor een deel uit een professionele nieuwsvoorziening, zoals geproduceerd voor de zender AT5 en voor de jongerenzender FunX. Voor een ander deel bestaat het uit public access media-aanbod. Deze programma's bieden een spiegel van de Amsterdamse samenleving, zowel wat betreft doelgroepen als wat betreft aandachtsgebieden. Op de public access wordt de informatievoorziening voor en door uiteenlopende doelgroepen zelf gemaakt. In deze notitie beschrijven we het mediaaanbodbeleid voor de Publieke Omroep Amsterdam. Dit beleid voldoet aan de eisen die de wetgever stelt. Het media-aanbod dat is uitbesteed aan derden wordt weliswaar vormgegeven door de hoofdredacties van de opdrachtnemers, maar wordt getoetst aan de door het pbo gestelde eisen. De redactionele beslissingsbevoegdheid ligt echter bij de Publieke Omroep Amsterdam. Het pbo blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het mediaaanbod van de Publieke Omroep Amsterdam en de programma-inhoud. Namens het pbo de Voorzitter 3

4 INLEIDING - DE PUBLIEKE TAAK VAN DE OMROEP VAN AMSTERDAM De publieke taak De publieke lokale omroep heeft de wettelijke taak 1 om media-aanbod te maken dat gericht is op de culturele en maatschappelijke behoeften van de eigen gemeente. De Publieke Omroep Amsterdam verzorgt daarvoor een evenwichtige programmering met informatie, cultuur, educatie en amusement. De publieke lokale omroep is verantwoordelijk voor de informatievoorziening en opinievorming in het verzorgingsgebied, maar ook voor het versterken van de lokale democratie, voor het bevorderen van de communicatie tussen en met haar bewoners en tenslotte voor het bijdragen aan de sociale cohesie. Het media-aanbod is gestoeld op het mediaaanbodbeleid dat jaarlijks door het pbo 2 wordt vastgesteld. De fundamenten voor het mediaaanbodbeleid worden gevormd door het inhoudelijk kader dat de Mediawet biedt, door middel van een uitvoerige beschrijving van de publieke mediaopdracht 3 en in de vorm van eisen aan het media-aanbod 4. De missie, de randvoorwaarden, de programmatische uitgangspunten en het meerjarenbeleid van de Publieke Omroep vormen de kaders voor dit jaarlijks vast te stellen mediaaanbodbeleid. Met dit media-aanbod voorziet de Publieke Omroep Amsterdam al ruim twee decennia in een volwaardig en ongekend omvangrijk aanbod voor Amsterdam en omstreken op de radio, televisie en internet. 2 Het pbo is een orgaan van de omroep en representatief voor de belangrijkste maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen in het verzorgingsgebied van de omroep. 3 Zie appendix 2 1 Zie appendix 1 4 Zie appendix 3 4 INLEIDING - DE PUBLIEKE TAAK VAN DE OMROEP VAN AMSTERDAM

5 Omroep van Amsterdam: professioneel aanbod televisiezender AT5, nieuwsvoorziening en radiozender FUNX AT5 Op 1 april 1992 ging de omroep de lucht in en werd een professionele nieuwsvoorziening aan het aanbod toegevoegd: AT5 de lokale nieuwsen actualiteitenzender van Amsterdam en omstreken. Kernbegrippen die het bestaansrecht voor de zender AT5 vormen zijn: onafhankelijke en betekenisvolle journalistiek, informatie, opinie en debat en vooral passie voor de stad en haar bewoners, met eigenzinnige formats waarin ruimte is voor Amsterdams nieuws en spraakmakende randprogrammering. AT5 is een belangrijke bron van informatie voor Amsterdammers, in de stad en in de wijde omtrek. Daarnaast biedt AT5 sport, cultuur, human interest en discussie. Marktonderzoek wijst uit dat in Amsterdam en de regio wekelijks ruim resp mensen afstemmen op AT5. De website AT5.nl is één van de grootste nieuwssites van Amsterdam. FunX In 2002 is gestart met de radiozender FunX, FunX is een Nederlands publiek radiostation dat zich richt op jongeren (15-24 jaar) en jongvolwassenen (25-34 jaar) in de grote steden, FunX wil stadsjongeren bedienen met professioneel gemaakte programma s, een onderscheidend multicultureel 'urban' muziekformat en een redactionele toon en sfeer, die jongeren aanspreekt. De zender draait een grote diversiteit aan muziekstijlen, waaronder r&b, hiphop, dance, latin, reggae, Bollywood, Arab en andere cross-over stijlen uit Europa en andere delen van de wereld. FunX is te ontvangen in de ether, op de kabel, via internet en overal en altijd op de mobiele telefoon. Het radiostation heeft veel interactie met de doelgroep op radio, internet en grote evenementen. Omroep van Amsterdam: public access De Publieke Omroep van Amsterdam is verantwoordelijk voor het media-aanbod voor Amsterdam en omstreken. De Publieke Omroep heeft zich in de afgelopen decennia geprofileerd met een uniek concept. Vanaf het eerste begin in 1984 is er voor gekozen om de licentie ter beschikking te stellen aan de Amsterdammers zelf. Daarbij werd iedereen uitgenodigd een actieve bijdrage aan het Amsterdamse mediaaanbod te leveren. Zo is de Amsterdamse Publieke Omroep een platform geworden voor programma s en programmamakers uit Amsterdam en omgeving, een platform dat tevens fungeert als springplank voor mediatalent. Dit mediaaanbodmodel, beter bekend onder de noemer 'public access' heeft geresulteerd in een bijzonder, omvangrijk en gevarieerd mediaaanbod op de open kanalen van Publieke Omroep Amsterdam SALTO. INLEIDING - DE PUBLIEKE TAAK VAN DE OMROEP VAN AMSTERDAM 5

6 HET MEDIA-AANBODBELEID Inleiding Voorafgaand aan ieder jaar wordt door het pbo het media-aanbodbeleid vastgesteld. Het public access media-aanbod wordt voorbereid door het bestuur van de omroep en besproken met het pbo. Voor het professionele aanbod wordt het programmabeleid voorbereid door de hoofdredactie van de producent en besproken met het bestuur van de omroep. Het pbo stelt het gehele beleid uiteindelijk vast. In onderstaande paragrafen wordt eerst ingegaan op de missie en uitgangspunten die het bestuur van de omroep heeft opgesteld i.s.m. het pbo voor het media-aanbodbeleid van de omroep. Daarna wordt ingegaan op de mediadiensten die ingezet worden, op het media-aanbod dat wordt uitgezonden, op de programma-schema s en op de ICE norm. 1 - Missie en uitgangspunten Bij de vaststelling van het media-aanbodbeleid vormt de missie van SALTO uitgewerkt in programmatische uitgangspunten de basis. In de uitwerking van het media-aanbod wordt onderscheid gemaakt naar beide soorten aanbod: professioneel in opdracht geproduceerd media-aanbod zoals de nieuwsvoorziening voor televisie zender AT5 en radio FunX enerzijds, en het public access radio en televisie media-aanbod anderzijds. Bij de jaarlijkse vaststelling van het media-aanbod wordt een vaste procedure gevolgd 5. Het pbo hanteert verschillende programmatische uitgangspunten als basis voor het aanbodbeleid (zie schema hieronder). De missie van SALTO komt voort uit het gedachtegoed achter de mediawet en luidt: De Publieke Omroep biedt met een journalistieke, betekenisvolle en spraakmakende nieuwsvoorziening de belangrijkste bron van informatie voor de inwoners van de stad. Daarnaast biedt de public access alle Amsterdammers en Amsterdamse organisaties met een boodschap een open platform om zelf programma s te maken, aan te bieden en uit te zenden en mediatalent te ontwikkelen. Samen vormen we daarmee een spiegel van de Amsterdamse samenleving en leveren we een bijdrage aan de agenda- en opinie vorming in de stad. 5 zie appendix 4 6 HET MEDIA-AANBODBELEID

7 2 - Het kader: de (media-)wettelijke eisen In het media-aanbodbeleid wordt vastgelegd welke mediadiensten ingezet worden, welke programma s worden uitgezonden op grond van de programmaschema s, welke programma s door de omroep zelf worden gemaakt en welke worden uitbesteed. Het media-aanbodbeleid geeft ook aan tot welke categorieën (informatie, cultuur en educatie) de programma s behoren en geeft aan welke doelstellingen worden nagestreefd en welke doelgroepen met het media-aanbod en onderdelen daarvan men beoogt te bereiken. 3 - Mediadiensten Publieke Omroep Amsterdam benut zoveel mogelijk distributiekanalen voor haar aanbod. Onder haar licentie worden momenteel 7 radiozenders en 3 televisiezenders doorgegeven via kabel, Digitenne en internet en - voor de radio - ook via de ether. Het gehele media-aanbod is on demand via de websites te beluisteren en te bekijken. 4 - De eisen uitgewerkt in doelstellingen De in de mediawet genoemde opdrachten worden door de Publieke Omroep Amsterdam geconcretiseerd in de volgende doelstellingen voor de onder haar verantwoordelijkheid uitgezonden radio- en televisieprogramma's: 1. De programma's vormen samen een spiegel van de stedelijke samenleving. 2. Daartoe voorzien de programma's een grote diversiteit aan doelgroepen van een grote verscheidenheid aan programma's die - naar vorm en inhoud - onafhankelijk van economische krachten, overheidsinvloeden en/of politieke druk tot stand komen. 3. Via open radio- en televisiekanalen kunnen inwoners van Amsterdam en hun organisaties optreden als mediaproducent. SALTO biedt de ruimte om onder eigen redactie programma s te maken en daarmee invulling te geven aan het participatierecht en actief burgerschap en deel te nemen aan het democratisch proces. SALTO is een platform voor informatie, debat, expressie, verstrooiing maar ook voor talentontwikkeling en biedt alle inwoners in gelijke mate toegang tot de lokale media. 4. De programma's voorzien bestuurders en uitvoeringsorganisaties, culturele instellingen, welzijns- en onderwijsorganisaties en alle andere vormen van georganiseerde samenleving in Amsterdam van een mediaplatform, om de inwoners van Amsterdam te informeren over ontwikkelingen in de stad. 5. De Publieke Omroep Amsterdam vervult met de nieuwsvoorziening een waakhondfunctie voor de lokale democratie. De professionele nieuwsvoorziening informeert en controleert met een open vizier en kijkt met een kritische blik naar politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen in de stad. 5 - Doelgroepen Publieke Omroep Amsterdam wil alle Amsterdammers bereiken met een breed toegankelijk aanbod: via de nieuwsvoorziening met een informatief en journalistiek onafhankelijk media-aanbod, gericht op een algemeen publiek; via de zender FunX gericht op jongeren in de Randstad; via het public access mediaaanbod en de Concertzender, gericht op een diversiteit van doelgroepen. De public access programma s zijn gericht op alle leeftijden, alle HET MEDIA-AANBODBELEID 7

8 politieke gezindten, alle geestelijke- en of levensbeschouwelijke stromingen, alle kunst en cultuur, muzikale stromingen, specifieke belangengroeperingen, maatschappelijke en/of economische belangenorganisaties, etc. De doelgroepbenadering van de Publieke Omroep Amsterdam wordt duidelijk in de ambitie om Amsterdammers te mobiliseren zelf maker te worden. Daarvoor biedt zij faciliteiten en is ze zeer laagdrempelig. Zo functioneert SALTO als een broedplaats voor nieuwe programma s en mediatalent. De ambitie is om talent te helpen ontwikkelen, dat via de public access doorstroomt naar de professioneler loten van Publieke Omroep Amsterdam of naar de regionale en landelijke mediaorganisaties. 6 - Media-aanbod Publieke Omroep Amsterdam brengt haar programma s onder in professioneel geproduceerd aanbod: AT5 en FunX, en public access aanbod: SALTO en de Concertzender. De zender en nieuwsvoorziening AT5 wordt in opdracht van de Publieke Omroep Amsterdam geproduceerd en is gericht op een breed Amsterdams publiek. Publieke Omroep Amsterdam laat onder de naam AT5 de nieuwsvoorziening en tevens andere mediadiensten verzorgen. Het media-aanbod voorziet in de algemene en brede informatiebehoefte van de Amsterdamse bevolking. Voor Amsterdam is een nieuwsvoorziening met een publiek karakter nodig. De stad en haar bevolking heeft sinds 1992 via de zender AT5 een volwaardige nieuwsvoorziening die betrouwbaar en spraakmakend is. Het programma verzorgt de dagelijkse nieuwsuitzendingen op televisie en internet en vormt de belangrijkste informatiebron voor de Amsterdammers over hun stad. Daarnaast biedt ze service-gerichte informatie, heeft een belangrijke rol bij het debat over maatschappelijke thema s en wil met het aanbod een bijdrage leveren aan de agenda en opinievorming in de stad. Bovendien heeft AT5 zich ontwikkeld als kweekvijver voor nieuw talent, deze functie moet behouden blijven voor Amsterdam, dat graag een bloeiende mediastad wil zijn en deze positie verder wil uitbouwen. De urban jongerenzender FunX wordt in opdracht van de gemeentes Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag (de G4) geproduceerd en richt zich op alle jongeren tussen 15 en 35 jaar. FunX is opgezet als een samenwerkingsverband van de lokale omroepen van de vier grote steden. Het is een zender voor en door stadsjongeren met professioneel gemaakte radioprogramma s. FunX draait hun muziek en biedt een platform voor meningsuiting en meningsvorming met een redactionele toon en sfeer, die de jongeren aanspreekt. Er zijn vier stadsedities van FunX, namelijk in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. De uitzending bestaat uit een gezamenlijk raamprogramma, waarbij enkele uren gesplitst zijn in verschillende (lokale) edities. Deze stadsedities worden via FM uitgezonden in de buurt van de genoemde steden. Daarnaast is er sinds 2005 een landelijke editie van FunX die in samenwerking met de NPO tot stand komt. Het Public access mediaaanbod. Het media-aanbod onder de noemer 'public access' wordt gemaakt door Amsterdammers en Amsterdamse organisaties. De programma s onderscheiden zich door hun diversiteit, qua onderwerpen, qua format, qua productiewijze, qua doelgroep en qua genre. Het aanbod op de Open Kanalen is net zo divers als de samenstelling van de stad en biedt een spiegel van de Amsterdamse samenleving, zowel wat betreft doelgroepen als aandachtsgebieden. 8 HET MEDIA-AANBODBELEID

9 De Concertzender is sinds 2009 weer terug bij Publieke Omroep Amsterdam. Als een themakanaal in het radiopakket, met een programmering waarin klassieke muziek, oude muziek, jazz en wereldmuziek de kern vormen. De binding met de hoofdstad wordt extra versterkt in de radioprogrammering door aandacht voor de culturele agenda, podiumnieuws, actualiteiten en uitbreiding van het aantal live-registraties. 7 - Programmaschema s en kanaalprofielen Publieke Omroep Amsterdam heeft het beheer over drie televisiekanalen en zeven radiokanalen. Elke kanaal kent een eigen profiel. De profielen vormen het raamwerk waarin alle programma s geclusterd worden om ze vindbaar en herkenbaar te maken. De programmering van alle tien kanalen wordt jaarlijks vastgelegd in programmaschema s. Voor het professionele media-aanbod zijn specifieke procedures opgesteld omdat het om uitbesteding aan derden gaat, waarvoor de Mediawet aparte regels hanteert 6. De opdracht voor de verzorging van nieuwsvoorziening is vastgelegd in een productieovereenkomst en een reclame-acquisitieovereenkomst, waarbij de Publieke Omroep Amsterdam het merk AT5 in licentie geeft voor een overeengekomen periode. Het kanaalprofiel wordt vastgesteld op basis van het programmastatuut, de programmatische uitgangspunten en criteria die het pbo voor de nieuwsvoorziening heeft opgesteld 7. De toetsing van het media-aanbod voor de nieuwsvoorziening is vastgelegd in een procedure 8, waarin is bepaald dat het mediaaanbod vooraf aan het bestuur wordt voorgelegd en achteraf door het pbo wordt getoetst aan de vastgestelde criteria en uitgangspunten. Ook worden tussentijdse evaluatiemomenten vastgelegd. Met de radiozender FunX is de vaststelling en toetsing geformaliseerd en opgezet op basis van productie-afspraken. Ook hier ligt een programmastatuut, een productie-overeenkomst en een reclame acquisitieovereenkomst ten grondslag aan de samenwerking. Voor de public access programmering inclusief de Concertzender stelt het pbo het programmaschema vast met behulp van de zendtijdprocedure 9. Deze procedure regelt de toetsing van de programma s op criteria 10 en plaatsing binnen de verschillende kanaalprofielen Zie appendix 6 8 Zie appendix 5 9 Zie appendix 7 6 Beleidsbrief lokale omroep en uitbesteding C.v.d.M Zie appendix 8 11 Zie appendix 7 HET MEDIA-AANBODBELEID 9

10 8 - Productienormen Het public access aanbod wordt niet uitbesteed op basis van een productieovereenkomst, maar op basis van uitzendovereenkomsten die met de programmamaker of organisatie worden afgesloten. Bij de uitzendovereenkomsten zijn algemene voorwaarden opgesteld waarin het mediawettelijke kader is aangegeven 12. De Publieke Omroep Amsterdam produceert in bijzondere gevallen programma's ter aanvulling op het public access media-aanbod. De voorwaarden voor de programma s die door Publieke Omroep Amsterdam zijn uitbesteed en in opdracht gemaakt worden, zijn vastgelegd in de productie-overeenkomsten. Deze programma s dienen te voldoen aan de voorwaarden voor uitbesteding 13. De lokale Publieke Omroep blijft altijd verantwoordelijk voor de inhoud van de programma's en ziet er op toe dat deze voldoen aan de eisen die de mediawet stelt. ICE Het Commissariaat voor de Media toetst of de Publieke Omroep zich houdt aan alle programmavoorschriften zoals opgenomen in de Mediawet. Daarin is vastgelegd hoeveel een omroep van bepaalde programmacategorieën, zoals informatie, cultuur en educatie moet uitzenden, om te voldoen aan de ICE norm. Deze norm bepaalt dat ten minste vijftig procent van de toetsingstijd een informatief, cultureel of educatief karakter moet hebben, gericht op de eigen gemeente. Van deze vijftig procent moet vervolgens ten minste 60 procent een lokaal informatief of educatief karakter bezitten en 40 procent Cultuur. Alle kanalen die door de Publieke Omroep Amsterdam worden doorgegeven dienen te voldoen aan de ICEnorm. Jaarlijks wordt getoetst of hieraan is voldaan. 50% van de programmering moet voldoen aan de ICE norm 12 In de beleidsbrieven van het Commissariaat voor de Media is bepaald dat de lokale Publieke Omroep zich moet houden aan de productienorm. Dit betekent dat ten minste vijftig procent van de toetsingstijd dient te bestaan uit de programma s die door haarzelf of uitsluitend in haar opdracht zijn geproduceerd. Hierbij ziet het C.v.d.M. erop toe dat de omroep zich niet dienstbaar mag zijn aan het maken van winst door derden. 13 Zie appendix 9 10 HET MEDIA-AANBODBELEID

11 APPENDICES Appendix 1 - Mediawettelijke plicht In de Grondwet is vastgelegd dat de overheid een zorgplicht heeft voor de media. De overheid stimuleert en beschermt deze plicht. De Mediawet regelt de organisatie, financiering en taken van de Publieke Omroepen, zowel nationaal, regionaal als lokaal. Middels de mediawet wordt de journalistiek onafhankelijke en controlerende functie van de publieke media beschermd en wordt bemoeienis van de overheid op afstand gehouden. De Mediawet bepaalt ook dat per lokaal verzorgingsgebied slechts één zendgemachtigde belast mag zijn met het verzorgen van het publieke media-aanbod. Appendix 2 - Mediawet artikel 2.1: de publieke mediaopdracht 1. Er is een publieke mediaopdracht die bestaat uit: a. het op landelijk, regionaal en lokaal niveau verzorgen van publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod op het terrein van informatie, cultuur, educatie en verstrooiing, via alle beschikbare aanbodkanalen en b. het verzorgen van publieke mediadiensten waarvan het media-aanbod bestemd voor landen en gebieden buiten Nederland en voor Nederlanders die buiten de landsgrenzen verblijven. 2. Publieke mediadiensten voldoen aan democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving door het aanbieden van media-aanbod dat: a. evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is en zich tevens kenmerkt door een grote verscheidenheid naar vorm en inhoud; b. op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt; c. gericht is op en een relevant bereik heeft onder zowel een breed en algemeen publiek, als onder bevolkings- en leeftijdsgroepen van verschillende omvang en samenstelling met in het bijzonder aandacht voor kleine doelgroepen; d. onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden; e. voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen, en f. voor iedereen toegankelijk is. Appendix 3 - Mediawet artikel 2.70 Het programma-aanbod van de regionale en lokale publieke mediadienst bestaat per programmakanaal: 1. voor ten minste vijftig procent van de duur uit aanbod van informatieve, culturele en educatieve aard dat in het bijzonder betrekking heeft op de provincie resp. gemeente waarvoor het aanbod bestemd is, en 2. voor tenminste uit een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen percentage aanbod als bedoeld in onderdeel 1 dat door de regionale respectievelijk lokale publieke media-instelling zelf of uitsluitend in haar opdracht is geproduceerd. APPENDICES 11

12 Appendix 4 - Procedure vaststelling media-aanbodbeleid van Publieke Omroep Amsterdam Relatie bestuur en pbo. Het pbo stelt het media-aanbod vast maar het bestuur van de omroep is verantwoordelijk voor het overeenkomstig de Mediawet functioneren van de omroep. Het bestuur moet het beleid vooraf accorderen om te garanderen dat dit past binnen de (financiële) kaders van de omroep. Het bestuur is verantwoordelijk voor het functioneren van het pbo en zorgt voor toereikende ondersteuning en faciliteiten. De missie en programmatische uitgangspunten die zijn opgesteld door het bestuur worden als belangrijke onderdelen van het meerjarenbeleid voorgelegd aan het pbo. Het meerjarenbeleid vormt het kader voor het vast te stellen media-aanbodbeleid. Het pbo ziet er eveneens op toe dat het wettelijk verplichte ICE-percentage worden gehaald en toetst of de beoogde doelstellingen van het media-aanbodbeleid zijn behaald. Het media-aanbodbeleid van de Publieke Omroep Amsterdam behelst zowel het Public Access media-aanbod als het professionele media-aanbod, in het bijzonder dat van de nieuwsvoorziening van de zender AT5. Procedure 1. Het door het pbo vastgestelde media-aanbodbeleid wordt vastgelegd in een schriftelijk document en binnen 4 weken na vaststelling overhandigd aan het bestuur. 2. Het door het pbo vastgestelde media-aanbodbeleid geldt in principe voor één jaar. 3. Het media-aanbodbeleid dient vooraf geaccordeerd te worden door het bestuur. 4. Het door het pbo vastgestelde media-aanbodbeleid kan door het pbo tussentijds gewijzigd worden op voorstel. 5. Jaarlijks wordt het gevoerde media-aanbodbeleid geëvalueerd door het pbo. De evaluaties van het beleid worden gerapporteerd aan het bestuur. 6. Het pbo maakt jaarlijks een verslag van haar functioneren en bevindingen voor het bestuur. Besluitvorming pbo 1. Het pbo vergadert ten minste driemaal per jaar, waarvan in ieder geval éénmaal ten behoeve van de vaststelling van het media-aanbodbeleid en éénmaal voor de evaluatie van het programmaaanbod, en voorts op basis van de onderwerpen die de voorzitter van het pbo wenst te agenderen. 2. De vergaderingen van het pbo worden bijgewoond door leden van het bestuur van lokale publieke omroep en kunnen door leden van de hoofdredactie van de externe producenten worden bijgewoond. De leden van het bestuur en van de (hoofd)redactie hebben geen stemrecht in de pbo-vergadering. Appendix 5 - Media-aanbod nieuwsvoorziening Opstellen van het programmaschema De producent stelt het programmaschema op voor de zender waarvoor de opdracht wordt verstrekt. Dit programmaschema wordt vooraf voorgelegd aan het pbo en bestuur, op basis van het door het pbo vastgestelde media-aanbodbeleid. De producent geeft uitvoering aan het programmaschema op basis van hetgeen daarover is vastgelegd in de productie-overeenkomst. Het media-aanbod van de zender wordt jaarlijks geëvalueerd door het pbo om te beoordelen of de programmering inderdaad 12 APPENDICES

13 uitvoering geeft aan het media-aanbod beleid. De evaluatie wordt opgenomen in het jaarlijks verslag van het pbo. Het bestuur bespreekt de uitkomsten van de evaluatie met de producent. Dit samenspel tussen pbo, bestuur en producent/hoofdredacteur maakt het noodzakelijk dat er tussen deze organen met betrekking tot het media-aanbodbeleid en de verzorging en verspreiding ervan een regelmatige informatie-uitwisseling plaatsvindt. Deze zal primair plaatsvinden tussen het bestuur van de omroep en de zakelijk directeur en/of hoofdredacteur van de producent enerzijds en anderzijds tussen en het bestuur van de omroep en het pbo. Voor de inhoudelijke en financiële toetsing voor- en achteraf stelt het bestuur jaarlijks een vergaderschema op, afgestemd op de gestelde termijnen van het Commissariaat voor de Media en de gemeente. Procedure 1. Het programmaschema maakt onderdeel uit van het totale media-aanbodbeleid en dient vooraf geaccordeerd te worden door het pbo en bestuur van de omroep. 2. Het door de producent/hoofdredacteur opgestelde programmaschema inclusief begroting wordt vastgelegd in een schriftelijk document en overhandigd aan het bestuur en toegelicht door de zakelijk directeur en/of hoofdredacteur van de producent. 3. De vaststelling van dit programmaschema door het pbo geldt voor één jaar. 4. Jaarlijks wordt het programmaschema geëvalueerd door het pbo op basis van het vastgestelde media-aanbodbeleid en getoetst op de criteria. Dit evaluatierapport wordt besproken met de zakelijk directeur en/of hoofdredacteur van de producent. 5. Het pbo maakt jaarlijks een verslag van haar functioneren en bevindingen voor het bestuur. Appendix 6 - Criteria nieuwsvoorziening De opdracht voor het media-aanbod van de nieuwszender is vastgelegd in de productieovereenkomst met de producent. Het bestuur heeft voor de nieuwsvoorziening de onderstaande criteria opgesteld, uitgesplitst naar inhoud, vorm en bereik. Inhoud 1. De mate waarin voldaan wordt aan de basiswaarden: Amsterdams, spraakmakend, onafhankelijk, pluriform, kwaliteit, innovatief, interactie, invloed en gevarieerd. 2. De mate waarin voldaan wordt aan de criteria uit de Code voor de Journalistiek: onafhankelijk, betrouwbaar, open vizier, fair. 3. De mate van impact van de programma's op het lokale publieke debat. 4. Het verzorgen van voldoende programma's met een educatieve, informatieve, maatschappelijke of culturele meerwaarde (ICE). 5. De mate waarin de redactionele inhoud en onderwerpkeuze van de randprogrammering uitwerking geeft aan: a. Wekelijks sportprogramma waarin alle relevante sporten vertegenwoordigd zijn; b. Wekelijks evenwichtig politiek programma; c. Wekelijks Kunst- en Cultuurprogramma; APPENDICES 13

14 d. Evenementen verslagen: gemeenteraadsverkiezingen, Koninginnedag, Sail, intocht Sinterklaas, etc.; e. Wekelijks informatieve programma s over de stad (bijv. Amsterdam.nl/tv); f. Algemene verstrooiingsprogramma s hebben bij voorkeur een relatie met de stad. Vorm 1. De lokale nieuwsvoorziening zendt 365 dagen per jaar uit; 2. Er is minimaal een nieuwsbulletin per dag van ongeveer 15 minuten, met daarin 6 tot 10 items die de belangrijkste nieuwsfeiten verslaan, gemaakt op locatie; 3. Er wordt een crossmediale strategie gevolgd; 4. De redactie en de presentatoren dienen een afspiegeling van de stad vormen; 5. Op Amsterdam gerichte formats. Bereik 1. Het merendeel van de Amsterdammers informeert zich via de lokale nieuwsvoorziening over gebeurtenissen in de stad (nu ca. 80% weekbereik); 2. Het gemeten bereik laat zien dat de lokale nieuwsvoorziening voorziet in een behoefte van vrijwel alle bevolkingsgroepen in de stad; 3. De nieuwsvoorziening dient aan te sluiten op het mediagebruik van de doelgroep. Appendix 7 - Media-aanbod public access Het aanbodbeleid voor de public access wordt vastgesteld door het pbo. Hierbij gaat het om het vaststellen van de uitgangspunten, selectiecriteria en de kanaalprofielen die gelden als raamwerk voor de zendtijdaanvragen die de programmamakers indienen. Procedure Het media-aanbod voor de Public Acces wordt een keer per jaar vastgesteld voorafgaand aan het nieuwe seizoen. 1. Dit gebeurt op basis van de evaluatie van het pbo op basis van het vastgestelde media-aanbod en de criteria. 2. De vaststelling van het programmaschema geldt voor één jaar. 3. De evaluaties worden schriftelijk gerapporteerd aan het bestuur van de omroep. Zendtijdprocedure Het programmaschema komt tot stand op basis van de jaarlijkse aanvraagprocedure. De aanvraagprocedure behelst een tijdspad waarin de aanvragen worden verwerkt en beoordeeld. Het totale traject is verspreid over vier maanden. Nadat de aanvragen zijn verwerkt in een mediaaanbodschema en deze zijn vastgesteld door het pbo, ontvangen de aanvragers/ programmamakers een uitzendovereenkomst en uitzendvoorwaarden, waarin de verplichtingen over en weer zijn vastgelegd. Deze uitzendcontracten hebben een looptijd van één omroepseizoen. 1. In de zendtijdaanvraag wordt het programma getoetst op de vereiste criteria en de vereiste ICE en wordt bekeken of het past binnen het kanaalprofiel. 2. De zendtijdaanvragen worden door het bestuur verwerkt in programmaschema s. 14 APPENDICES

15 3. In de procedure is ruimte voor bezwaar op het concept uitzendschema s door de aanvrager. 4. De ingekomen bezwaren worden behandeld door het bestuur. 5. Uiteindelijk resulteert dit in een definitief programmaschema voor alle public access kanalen in het nieuwe seizoen. 6. Met alle programmamakers worden uitzendovereenkomsten afgesloten voor het komende seizoen. Kanaalprofielen Televisie: Op SALTO 1 worden de programma's uitgezonden die een inhoudelijk en technisch professioneel karakter hebben en Nederlandstalig of Nederlands ondertiteld zijn. SALTO 2 biedt programma s die voortkomen uit de grootstedelijke diversiteit, anderstalig of experimenteel zijn of een broedplaatsfunctie hebben. Op beide televisiekanalen zijn thema-avonden geïntroduceerd rond onderwerpen als onderwijs, politiek, jongeren, kunst, cultuur en diversiteit. Radio: Wat de radiozenders betreft hebben alle zes kanalen een duidelijk eigen profiel, op grond van het aanbod, variërend van 'jongeren' tot 'nieuws' en 'religie'. De Concertzender wordt ook als themakanaal doorgegeven via internet. Appendix 8 - Criteria public access 1. De te verwachten kwaliteit van bestaande programma's, projecten, experimenten, waarbij ook rekening gehouden wordt met de perceptie van kwaliteit vanuit de doelgroep. Hierbij wordt vooral gelet op aspecten als creativiteit en ontwikkeling, eigenheid en ook mediatechnische kwaliteit. 2. De aard en omvang van de doelgroep waarop het programma is gericht en het belang en de betekenis die de beoogde uitzendingen of dienst voor specifieke doelgroepen hebben. 3. De wijze waarop het programma een bijdrage levert aan of een verdere aanvulling zal zijn op de pluriformiteit en de verscheidenheid van het aanbod als geheel. Daarbij gaat het zowel om de verscheidenheid qua categorieën programma's (informatie, cultuur, muziek etc.) als om de verschillende doel- en taalgroepen in Amsterdam. 4. De uniciteit van het programma binnen het totale aanbod van SALTO. De herkenbaarheid en uitstraling op het totale aanbod is hierbij van belang. Het gaat om de mate waarin het programma bijdraagt aan de herkenbaarheid, de kwaliteit, de ontwikkeling en de uitstraling van het totale aanbod van SALTO. 5. Het draagvlak van het programma, dit kan tot uitdrukking komen in de wijze waarop het programma tot stand is gekomen met de medewerking van organisaties/groepen/individuen/ stadsdelen en de eventuele bijdragen van adverteerders etc. Appendix 9 - Voorwaarden voor uitbesteding 14 Een lokale omroepinstelling die de verzorging van programmaonderdelen, de verzorging van reclameboodschappen of de verwerving van reclame-inkomsten uitbesteedt aan een derde dient in de overeenkomst met die derde in ieder geval het volgende op te nemen: 1. een nauwkeurige aanduiding van de door de derde ten behoeve van de lokale omroepinstelling te verrichten activiteit(en); 14 Beleidsbrief lokale omroep en uitbesteding C.v.d.M. APPENDICES 15

16 2. de verplichting van de derde om jaarlijks, binnen 5 maanden na afloop van het boekjaar, aan de lokale omroepinstelling inzicht te geven in de kosten en opbrengsten van de ten behoeve van de lokale omroepinstelling verrichte activiteiten; de verplichting dat de financiële verantwoording, de jaarrekening van die derde, vergezeld gaat van een accountantsverklaring; 3. de bepaling dat uitsluitend met instemming van de lokale omroepinstelling de activiteit door de derde kan worden uitbesteed aan een andere derde of andere derden; de verplichting van de derde dat hij aan de andere derde of derden aan wie hij de activiteit uitbesteedt, dezelfde verplichtingen oplegt als welke aan hem door de lokale omroepinstelling zijn opgelegd; 4. de voorwaarde dat de derde, aan wie de lokale omroepinstelling de activiteit heeft uitbesteed, geen directe of indirecte zeggenschap of direct of indirect financieel belang heeft in de derde of derden aan wie hij deze activiteit geheel of gedeeltelijk uitbesteedt; 5. de bepaling dat de bruto-omzet is bedoeld in geval dat de overeengekomen financiële vergoeding die de lokale omroepinstelling verschuldigd is aan de derde gebaseerd is op de omzet die de derde heeft gemaakt; de verplichting dat in de jaarrekening van die derde zowel de bruto-omzet als de netto-omzet wordt getoond. 16 APPENDICES