Kath. Basisschool OVERHOVEN Geldersestraat AT Sittard

Transcriptie

1 website Kath. Basisschool OVERHOVEN Geldersestraat AT Sittard SCHOOLGIDS EEN SPRONG VOORUIT OP EIGEN KRACHT SAMEN MET ANDEREN Website :

2 WOORD VOORAF Beste ouders, Voor U ligt onze nieuwe schoolgids. Met deze gids geven we ouders een beeld van onze school, en de wijze waarop de school een bijdrage levert aan de ontwikkeling van hun kind. We hebben ook nu gekozen voor een gids in 2 delen: * Een algemeen deel waarin vooral informatie wordt verstrekt over de doelstellingen en de inhoud van het onderwijs. Het geeft een goed beeld van de kwaliteitszorg van onze school. Dit deel wordt aangepast, wanneer wettelijke voorschriften of veranderingen binnen de school daartoe aanleiding geven. * In de jaarlijkse schoolkalender wordt specifieke informatie gegeven over het betreffende schooljaar. Voor meer algemene informatie over het Basisonderwijs verwijzen wij naar De basisschool, gids voor ouders en verzorgers, uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Ouders van kinderen die 4 jaar worden, krijgen deze gids toegestuurd. Voor meer actuele informatie kijk op onze website: Namens Het onderwijzend team De ouderraad De medezeggenschapsraad P. Albert Directeur

3 INHOUDSOPGAVE 1 De school 2 2 Onze Visie / Missie 3 Schoolconcept 3 De organisatie en inhoud van het 5 onderwijs 3.0. Onderwijstijd Onderwijsdoelen Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Inhoud van het onderwijs / 6 leerstofaanbod 3.4. Vak- en vormingsgebieden Onderwijsvormen Waardering en evaluatie Groeperingsvormen Afstemming onderwijs op behoeften 10 leerlingen 3.9 Leertijd Leerrendement / opbrengsten Didactisch handelen Continue ontwikkeling en samenwerking 12 voorschoolse educatie en voortgezet onderwijs 3.13 ICT beleid Cultuureducatie Buitenschoolse en bijzondere 14 activiteiten in schooljaar 3.16 Vrijstelling van onderwijsactiviteiten De zorg voor kinderen en de 15 resultaten van het onderwijs 4.1. De opvang van nieuwe leerlingen Leerlingvolgsysteem Naar het voortgezet onderwijs Resultaten van het onderwijs ZORGPLAN Visie op de zorg Functie IB (Interne begeleider) Concretisering zorgniveaus Groepsbespreking/analysegesprekken Leerlingbespreking Procedure toetsen Diagnostische onderzoeken Sociaal-emotionele ontwikkeling Afbuigende 23 leerlijn/ontwikkelingspespectief Extra zorg (hoog) begaafde leerlingen Procedure leerlinggebonden 24 Financiering (rugzakje) Doorstroombeleid Orthotheek Evaluatie en analyses Zorgprofiel DE LERAREN Team van leraren Begeleiding stagiaires Nascholing leraren Vervanging leraren DE OUDERS De Medezeggenschapsraad De oudervereniging Ouderparticipatie KWALITEITSBELEID BINNEN ONZE 34 SCHOOL, Ontwikkelingsplan 8.1 Kwaliteitszorg Onze beleidsvoornemens ALGEMENE ZAKEN Voorzieningen gebouw Schooltijden Ouderavonden Leerplicht Verlof en leerplicht Schoolverzuim Logopedische screening Toezicht op de speelplaats Extern zorgteam Verzekering Voor- tussen en naschoolse opvang Verjaardagen Abonnement op jeugdbladen Schoolregels Hoofdluis Jaarkalender Klachtenregeling Wettelijke regelgeving Toelaten / Schorsen / verwijderen van 54 leerlingen 9.19 Communicatie matrix Informatieplicht van school aan ouders KINDANTE EXTERNE INSTANTIES GGD Jeugdgezondheidszorg Permanente Commissie Leerlingenzorg Leerlinggebonden financiering: 60 het rugzakje 13 Verwijsindex 62

4 1. DE SCHOOL Katholieke basisschool Overhoven Geldersestraat AT Sittard info@bsoverhoven-sittard.nl Internet: EEN SPRONG VOORUIT OP EIGEN KRACHT SAMEN MET ANDEREN Goed gestructureerd onderwijs met oog voor keuzemogelijkheden en zelfverantwoordeijkheid De naam van de school verwijst naar de wijk, waarin de school ligt. In deze naam komt tot uitdrukking dat de school een wezenlijk deel uitmaakt van de hechte gemeenschap van de wijk Overhoven. Directeur: Dhr. Pierre Albert Plaatsvervangend+ directeur: Mevr. Astrid Henssen Bestuur: Kindante Arendstraat KT Sittard tel College van bestuur drs. Y. Prince en dhr. M. van den Eijnden 2

5 2. ONZE VISIE / MISSIE Schoolconcept 2.1. De visie/missie en identiteit van de school Een sprong vooruit Op eigen kracht Samen met anderen Goed gestructureerd onderwijs met oog voor keuzemogelijkheden en zelfverantwoordelijkheid Een sprong vooruit: (competentie) * Kwalitatief goed onderwijs aangepast aan de toekomstige, vernieuwende, veranderende samenleving. * Kennis van de basisvaardigheden. * Je kunt niet alles meer weten in een snel veranderende wereld: -kennis leren zoeken -gebruik maken van vernieuwende media (ICT) * Nieuwe methodes die voldoen aan de doelen en de visie van onze school. * Adaptief onderwijs, rekening houdend met verschillen. * Zelfstandig en samenwerkend leren. Op eigen kracht (autonomie) * Dus rekening houdend met verschillen tussen kinderen. (in niveau, gedrag, cultuur). * Het volgen van leerlingen in hun ontwikkeling. * Zelfstandig werken. * Werkhouding: zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, betrokkenheid, zelfvertrouwen stimuleren. * Met oog voor keuzemogelijkheden (planbord, crea-middagen) en zelfverantwoordelijkheid Samen met anderen (relatie) * Goede communicatie tussen leerlingen, ouders en leerkrachten. * Respect voor elkaar, acceptatie in gedrag en taalgebruik. * Pedagogisch klimaat/schoolklimaat: zorgen voor een veilige leeromgeving, rust, orde, regelmaat en structuur. * Leren samenwerken en communiceren. * Leren omgaan met elkaar, sociale vaardigheden, waarden en normen. * Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. * Samenwerking met de wijk en externe deskundigen 3

6 Schoolconcept Een sprong vooruit Op eigen kracht Samen met anderen Goed gestructureerd onderwijs met oog voor zelfverantwoordelijkheid en keuzemogelijkheden. In dit streven worden wij begeleid door het KPC Den Bosch in de persoon van Kris Verbeeck Ons uitgangspunt is goed gestructureerd onderwijs. Middels effectieve instructie willen we zoveel mogelijk uit de talenten van de kinderen halen. Wij willen de structuur, het kennisaspect en het niveau van ons onderwijs blijven bewaken, maar daarnaast de kinderen ook meer ruimte geven om mee te denken en te praten over organisatorische en inhoudelijke aspecten in bijvoorbeeld een leerlingenraad, maar zeker ook binnen het onderwijsleerproces door meer zelfstandig leren met eigen verantwoordelijkheid voor planning en uitvoering van taken. Waarom en hoe? Kinderen verschillen van elkaar. Het ene kind snapt iets sneller dan het andere kind. Sommige kinderen kunnen moeilijkere taken aan dan andere. Niet elk kind heeft alle uitleg nodig. Om tegemoet te komen aan verschillen tussen kinderen en om kinderen ook meer inbreng te geven in hun eigen leren, hebben we gekozen om met een planbord te werken. Een planbord gebruiken is een manier waarop kinderen geholpen worden om zelf taken te leren inplannen. We merken dat aan kinderen (richting het voortgezet onderwijs) steeds meer gevraagd wordt om zelf taken in te plannen en op te pakken. We willen kinderen hierin begeleiden en leren hoe ze dat kunnen doen. Daarom zijn we in alle groepen gestart met het werken met een planbord. Op het planbord staat genoteerd wat de leerlingen zelfstandig kunnen maken en wat ze kunnen doen als ze klaar zijn. Kinderen mogen dan ook al vaker kiezen waar ze mee willen beginnen. Het ene kind wil graag met rekenen beginnen en het andere met taal. Omdat kinderen graag afwisseling hebben in de manier waarop ze leren, hebben we moettaken en mag-taken. De moettaken zijn verplicht voor de kinderen. De magtaken zijn educatieve taken die kinderen niet hoeven te doen, maar die ze kunnen doen. Dit kan als ze klaar zijn, maar soms ook om even tussendoor iets van een andere aard te kunnen doen. (lezen, computer, educatief spel om tafeltjes te oefenen e.d.) Hoe werkt het planbord? De leerkracht noteert op het planbord welke taken de kinderen moeten doen en welke ze mogen doen. De leerkracht geeft aan op het bord wanneer er uitleg wordt gegeven over de taken en wanneer de taken worden besproken. De kinderen krijgen bijvoorbeeld een taak voor rekenen en een voor taal. De taak wordt even vooraf besproken zodat iedereen weet wat de bedoeling is. Vervolgens gaan de kinderen zelf aan het werk. Ze kiezen met welke taak ze beginnen. Ze kunnen hulp vragen aan de leerkracht en ook aan een medeleerling. Om voldoende materialen te hebben om kinderen te blijven uitdagen en kinderen op een andere manier dan alleen uit boeken te laten leren tijdens het werken met het planbord, proberen we een rijke leeromgeving te creeren. Hiervoor ontwikkelen we op dit moment o.a. een aantal rekenkisten. De leerkracht vervult een begeleidende rol. Soms werkt een leerkracht met een klein groepje kinderen even apart omdat die kinderen nog meer hulp nodig hebben om zo n taak zelf op te pakken. Leerkrachten kunnen op deze manier de kinderen meer op maat begeleiden. Het is ons streven om deze aanpak in de toekomst nader uit te werken. 4

7 3. DE ORGANISATIE EN INHOUD VAN HET ONDERWIJS 3.0. Onderwijstijd De leerlingen van groep 1 t/m 4 gaan minder uren naar school dan de leerlingen van groep 5 t/m 8. Voor de groepen 1 t/m 4 is dat op dit moment op onze school 880 uur per jaar, voor de hogere groepen is dat minimaal 1000 uur per jaar. Dit komt op onze school tot uitdrukking in het feit dat de kinderen van groep 1 t/m 4 elke vrijdagmiddag vrij hebben en een aantal extra dagen in het schooljaar. Een overzicht van vakanties en vrije dagen wordt aan de ouders kenbaar gemaakt, middels de jaarkalender. Ook worden maatregelen genomen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim. Om de onderwijstijd zo efficiënt mogelijk te gebruiken wordt 5 minuten voor aanvang van de lestijd gebeld Onderwijsdoelen Scholen dienen, binnen de afgesproken beleidskaders, een eigen gezicht te ontwikkelen of te behouden. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor hun beleid en autonoom voor wat betreft hun onderwijsvisie. Ze dienen hierover wel verantwoording af te leggen. We leggen de verantwoordelijkheden laag in de organisatie. Leerkrachten, ouders en leerlingen hebben middels het KMPO invloed gehad op de doelen voor de komende jaren. Daarnaast zijn er vanuit het ministerie en bovenschools management doelen geformuleerd. Deze doelen staan beschreven in het hoofdstuk rond beleidsopties. Ten aanzien van het onderwijsleerproces hebben wij ons daarnaast doelen gesteld op onderstaande gebieden Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Er zijn op schoolniveau duidelijke afspraken gemaakt (in postervorm) over omgangsvormen, als het gaat om de manier waarop leerlingen met elkaar dienen om te gaan. In de groepen gelden duidelijke klassenregels, de leerkracht legt de regels uit aan de kinderen en past ze toe. De afspraken worden geëvalueerd in Keek op de week. De regels hangen op in de groepen en zijn opgenomen in de groepsadministratie. De school heeft een pestprotocol. De school organiseert naast de lessen, ook activiteiten om de algemene betrokkenheid van de leerlingen bij de school te vergroten: schoolreizen, excursies, culturele evenementen, sportevenementen enz. De school waakt ook over de veiligheid van de leerlingen door het surveilleren onder de pauzes. Wat de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid betreft laten de leerkrachten. verschillende organisatorische taken in de klas bij toerbeurt door leerlingen uitvoeren. Leerlingen zouden graag meer mogelijkheden tot inspraak willen hebben In dit kader hebben wij een leerlingenraad opgericht. Per groep - in de groepen 5 t/m 8 - vertegenwoordigen 2 leerlingen de groep in de leerlingenraad. Zij worden de vertegenwoordigers van de groep voor één jaar. 5

8 Binnen de groep wordt er indien mogelijk een meisje en een jongen gekozen. De voorzitter van de raad is een lid van de directie. De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is voor ons belangrijk. Het jaarlijks mbv een instrument (Viseon van Cito) door de leerkrachten in kaart brengen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind Onze doelstellingen rond het pedagogisch klimaat zijn: *De leraren van onze school zorgen voor een veilig en structurerend pedagogisch klimaat door: -zorgvuldig te zijn in het eigen taalgebruik -het respect tussen kinderen te bevorderen en een prettige sfeer te creëren -het zelfvertrouwen van de kinderen te ondersteunen -beschikbaar te zijn bij problemen -pestgedrag bespreekbaar te maken en pesten zoveel mogelijk tegen te gaan -op schoolniveau en klassenniveau besproken gedragsregels te hanteren *De leraren van onze school zorgen dat zij hun leerlingen voldoende stimuleren en uitdagen, door: (beleidsoptie) -een uitdagende leeromgeving te creëren in een ordelijk lokaal -de zelfstandigheid van leerlingen te stimuleren *Het schoolklimaat te bevorderen door: -op een positieve manier met elkaar om te gaan -de school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen -de school stimuleert de betrokkenheid van ouders -de school speelt een functionele rol binnen de wijk -de school zorgt voor veiligheid 3.3. Inhoud van het onderwijs, het leerstofaanbod Een van de belangrijkste doelen in dit opzicht zijn -voldoen aan de door het ministerie gestelde kerndoelen -wij bieden de leerstof van de genoemde methoden aan tot en met niveau van groep 8 -wij bieden een ononderbroken lijn aan in het leerstofaanbod -wij passen het leerstofaanbod aan, aan de behoeften van de leerlingen De vak- en vormingsgebieden De door ons gebruikte methodes voldoen aan de kerndoelen en zijn eigentijds De onderbouw: groep 1 en 2 In deze groepen werken wij met het evidence based VVE programma: Ik en Ko Het hoofddoel van KO-totaal is het vergroten van de Nederlandse taalvaardigheid van alle kinderen, zodat taalachterstanden in groep 3 worden voorkomen. Daarbij legt het peuterprogramma Puk & Ko de basis voor een succesvolle start in groep 1 van het basisonderwijs. 6

9 Doelen op het gebied van de taalontwikkeling KO-totaal onderscheidt, naast woordenschatuitbreiding, mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden Ik & Ko legt daarop de nadruk, maar in elk thema van Ik & Ko komen tevens de schriftelijke taalvaardigheden aan bod. Woordenschatuitbreiding vindt in elke activiteit plaats.(passieve en actieve woordenschat) Voor elk thema bepalen we de beginsituatie van de woordenschat. Op het einde van het thema herhalen we de toets om te kijken of er vooruitgang is geboekt. RekenaspectBij Ik & Ko is een speciaal rekenonderdeel ontwikkeld, Ik en Ko rekenen vijf rekenactiviteiten bij elk thema. Deze hebben betrekking op de volgende domeinen, ontleend aan de Tal-groep van het Freudenthalinstituut (Tal-groep, 1999 en 2004). - tellen; getalbegrip meten; tijd en meetkunde De belangrijkste uitgangspunten van KO-totaal zijn verwerkt in de activiteiten. Deze activiteiten: - stimuleren de brede ontwikkeling van jonge kinderen; - doen een beroep op de actieve betrokkenheid van kinderen; - zijn speels van opzet en stimuleren jonge kinderen om zelf dingen te ontdekken; - lokken interactie uit tussen leidster/leerkracht en de kinderen en tussen de kinderen onderling; - bieden een rijk taalaanbod met mogelijkheden om ook taalvaardige kinderen uit te dagen; - garanderen een doorgaande lijn in de ontwikkeling van kinderen van 2,5 tot 6 jaar; - doen waar mogelijk een beroep op de ouders; - kunnen in willekeurige volgorde worden uitgevoerd. Groepen 3 t/m 8 Nederlandse Taal Het taalonderwijs is veelomvattend. Vanaf groep 4 werken we met de methode Nieuwe Taalactief. Deze bestaat uit de onderdelen: taalverwerving, spelling en woordenschat. Per week besteden we afhankelijk van de groep gemiddeld 4.5 tot 5 uur per week aan taal. In de komende schoolplanperiode zal deze methode vernieuwd worden. Lezen In de groepen 1 en 2 wordt de kinderen al de mogelijkheid geboden te spelen met letters en woorden, we noemen dit ontluikende geletterdheid. Verder wordt er aandacht besteed aan de voorwaarden om te leren lezen. In groep 3 wordt een start gemaakt met het leren lezen, met behulp van de nieuwe methode Veilig Leren Lezen Vanaf schooljaar zijn we gestart met het tutor lezen.(oudere leerlingen helpen jongere leerlingen bij lezen) In de groepen 4 t/m 8 gebruiken we de methode Estafette. Deze methode voor voortgezet technisch lezen sluit goed aan op de individuele behoeften van de leerlingen. We leren de kinderen niet alleen technisch te lezen, maar ook het begrijpend en studerend lezen neemt een centrale plaats in. We gebruiken hiervoor de methode Tekstverwerken en Nieuwsbegrip.. Bovendien is er aandacht voor leesplezier. Om dit te bevorderen werken we o.a. samen met de bibliotheek en zijn er leesbevorderingsactiviteiten.in de vorm van het project : De rode draad De school heeft een leescoördinator. In groep 3 lezen de kinderen elke dag, in de overige groepen is dat ongeveer 3 uur per week. 7

10 Rekenen en Wiskunde Vanaf groep 3 werken we met Pluspunt ; een realistische rekenmethode. Per week besteden we gemiddeld 5 uur per groep aan rekenen. Leerkrachten gaan zich extra verdiepen in rekenen. Ze volgen de cursus: Met Sprongen vooruit. Schrijven Kinderen leren op onze school schrijven met de methode Pennenstreken. We hanteren de methode t/m groep 6 In groep 3 besteden we de meeste tijd aan het schrijven; ruim 2½ uur per week. In de overige groepen is dat gemiddeld 1 uur. Engels In groep 7 en 8 maken de kinderen kennis met de Engelse taal volgens de methode Just do it. Doel is een eerste kennismaking met het vak Engels Tijdsduur per week 30 min Godsdienst/Catechese Onze school is een katholieke school, die openstaat voor iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van leven en werken. De christelijke waarden en normen vormen het uitgangspunt en worden niet alleen in de lessen catechese uitgedragen, maar ook in de gewone dagelijkse gang van zaken. In de lessen catechese gebruiken we in de onderbouw verschillende projecten. In de bovenbouw werken we met de methode Beloofd blijft Beloofd. Daarnaast komen ook andere culturen aan de orde. Tijdsduur per week ongeveer: 40 min. De kinderen kunnen op onze school in groep 4 De Eerste Heilige Communie doen en in groep 8 Het Vormsel Wereldoriënterende vakken In de groepen 1 en 2 werken we met thema s uit het programma Ik en Ko. In groepen 3 gebruiken we de thema s uit Veilig leren lezen en Veilig de Wereld door. De methodes die wij gebruiken in de groepen 5 t/m 8 voldoen volledig aan de door het Ministerie gestelde doelen. Voor een aantal vakken loopt de methode van groep 3 t/m 8. Vanaf groep 5 gebeurt dit in afzonderlijke vakken. De volgende methoden zijn op onze school in gebruik: * Aardrijkskunde: Wijzer door de Wereld * Natuur/milieu: Wijzer door de natuur waarin ook techniek en gezond gedrag is opgenomen * Geschiedenis: Wijzer door de tijd * Verkeer/Sociale Redzaamheid: Wijzer door het Verkeer Op onze school sluiten we ons verkeersonderwijs af, met een theoretisch en praktisch verkeersexamen Tijdsduur onderbouw: 1 tot 2 uur per week. Voor de bovenbouw totaal van deze vakken ongeveer 3 tot 4 uur 8

11 Actief burgerschap en sociale integratie Dit is bij ons geen apart vak, maar komt in de verschillende vakgebieden terug. Het verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren; - sociale integratie van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties; - bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur Lichamelijke Oefening Spel en beweging In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Vanaf groep 3 maken we gebruik van onze gymzaal. We gebruiken het leerplan: Basislessen Bewegingsonderwijs. Groep 3 t/m 8 heeft 2 keer per week gymnastiek. Expressievakken In de groepen 1 en 2 is binnen elk thema expressie opgenomen in het totale programma. Vanaf groep 3 zijn er aparte lessen muziek, tekenen en handvaardigheid. We maken hierbij gebruik van leerplannen. We hanteren de muziekmethode Moet je doen. Voor tekenen en handvaardigheid gebruiken we de methode Uit de Kunst Daarnaast zijn er voor de groepen 3 t/m 8 per jaar een aantal Crea middagen. Ouders en leerkrachten bereiden een aantal creatieve activiteiten/doelen voor waar kinderen uit kunnen kiezen. Per week besteden we gemiddeld 3 uur aan expressie Onderwijsvormen Onze visie: Een sprong vooruit, op eigen kracht,samen met anderen Ons didactisch concept : goed gestructureerd onderwijs, met oog voor zelfverantwoordelijkheid en keuze mogelijkheden. Er zal een verschuiving optreden naar een vorm waarin de regie minder in handen van de leerkracht is en de leerling meer zelfverantwoordelijk gaat worden voor zijn eigen leerproces. Niet alle leerlingen leren op dezelfde manier. Dit betekent dat sommige leerlingen meer behoefte hebben aan zelfstandigheid en andere kinderen meer gebaat zijn bij een duidelijke structuur en begeleiding We hanteren in ons onderwijs de volgende werkvormen: * gespreksvormen (praatsituaties); * kijksituaties (observeren); * doesituaties (opdrachten maken); * zoeksituaties (verzamelen); * spelsituaties. * coöperatieve werkvormen (zoals o.a.binnen- en buitenkring, tweepraat, tweetal coach) 3.6. Waardering en evaluatie Er zijn proefwerken, methode gebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen. De resultaten op deze testen bepalen de waardering op het rapport. De kinderen krijgen 3 x per jaar een rapport. Voor het eerste en tweede rapport is er een individuele ouderavond. 9

12 Naar aanleiding van de methode onafhankelijke toetsen voert de interne begeleider analyse gesprekken met de leerkrachten. Er wordt gekeken welke leerlingen de komende periode extra hulp nodig hebben. De zorg staat beschreven in het zorgplan Naar aanleiding van de toetsresultaten vinden er evaluaties op schoolniveau plaats. In kader van kwaliteitsbeleid stellen wij minimaal een keer per jaar een schoolzelfevaluatie opbrengsten op. De behaalde resultaten op de Eindtoets en de tussentijdse toetsen worden vergeleken met onze doelstellingen en de inspectienormen. Op basis hiervan vinden analyses plaats en worden verbeterpunten opgesteld. Dit wordt in een document vastgelegd. De evaluatie van de doelen op schoolniveau worden ook beschreven in het jaarverslag Groeperingsvormen Vanwege het aantal leerlingen zijn er soms 2 groepen van een zelfde leerjaar, de zogenaamde parallelgroepen. Daarnaast beschikt de school over gecombineerde groepen. De kinderen werken in hun eigen jaargroep en hebben 1 of 2 vaste groepsleerkrachten. Onze school werkt volgens een gedifferentieerd leerstof-jaarklassensysteem. Het zal duidelijk zijn dat er binnen een groep verschillen zijn in aanleg, tempo en interesse. We houden rekening met deze verschillen. Dit betekent dat er regelmatig gewerkt wordt in kleinere, heterogene of homogene groepen. De grote verschillen in prestatie- en ontwikkelingsniveau van de kinderen maken het noodzakelijk binnen dit systeem plaats in te ruimen voor groepsgerichte en individuele begeleiding. (instructiegroep) 3.8. Afstemming onderwijs op behoeften leerlingen Binnen een groep zijn er grote verschillen in niveau. Naast de basisstof is er voor de leerlingen die meer moeite hebben met de leerstof extra instructie en/of herhalingsstof. Voor de betere leerlingen is er in de methodes verrijkingsstof. In deze planperiode gaan we werken met groepsplannen voor taal-lezen en rekenen We volgen de 1 zorgroute en handelingsgericht werken Afhankelijk van de vorderingen van de leerlingen wordt het onderwijs afgestemd op de behoeften van de leerlingen. (aanpak 1-2-3) Binnen de zorg wordt bekeken welke leerstof past bij een leerling met problemen. (zie hoofdstuk: zorg). Voor een deel van deze kinderen wordt een groepshandelingsplan opgesteld. Voor de meer begaafde leerlingen is er extra stof. Op dit moment gebruiken we hiervoor o.a. Kant en Klaar. Een andere manier om de onderwijsbehoeften af te stemmen op de leerlingen is door gebruik te maken van elkaar. Zoals we in onze visie hebben aangeduid met op eigen kracht, samen met anderen. We hanteren in de meeste gevallen het convergente differentiatiemodel Bij ons helpen oudere leerlingen, jongere leerlingen. Dit gebeurt o.a. bij tutor-lezen, maar ook bij spelactiviteiten begeleiden oudere leerlingen de jongere leerlingen. Het planbord: We gebruiken in de groepen het planbord. Dit planbord wordt met name gebruikt tijdens zelfstandig werken momenten. Het programma staat voor de kinderen op het planbord genoteerd. Waarom doen we dat? 10

13 Kinderen verschillen van elkaar. Het ene kind snapt iets sneller dan het andere kind. Het ene kind wil graag met rekenen beginnen en het andere met taal. Sommige kinderen kunnen moeilijkere taken aan dan andere. Niet elk kind heeft alle uitleg nodig. Om tegemoet te komen aan verschillen tussen kinderen en om kinderen ook meer inbreng te geven in hun eigen leren, hebben we gekozen om met een planbord aan de gang te gaan. Een planbord is een manier om kinderen te helpen om zelf taken te leren inplannen. We merken, dat kinderen (richting het voortgezet onderwijs) steeds meer verantwoordelijkheid gaan dragen om zelf taken in te plannen en op te pakken. We willen kinderen hierin begeleiden en leren hoe ze dat kunnen doen. In de onderbouw werken kinderen al langer met een keuzebord. Het inzetten van een plankeuzebord gaat daar al sneller. Kinderen maken daar nu al bijna dagelijks gebruik van. Leerlingen in de bovenbouw zijn dat nog niet gewend en moeten daar stap voor stap in geholpen worden Leertijd Onze doelen: -We programmeren voldoende onderwijstijd Wij zorgen ervoor dat de onderwijstijd niet alleen voldoet aan de gestelde minimumeis, maar dat er voldoende reserve uren zijn ingepland voor onvoorziene omstandigheden. -We zorgen ervoor dat weinig tijd verloren gaat binnen de geplande onderwijstijd. Dit trachten we te bereiken door 5 minuten voor aanvang van de schooltijd te bellen, zodat we op de geplande tijd met de lessen kunnen beginnen. -In zijn algemeenheid is er voor de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Kinderen met een handelingsplan en kinderen die tijdelijk extra aandacht moeten besteden aan bepaalde vakken, krijgen hier de tijd voor. Een van onze doelen is om de tijd voor onderwijs en leren nog meer af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een groep en/of leerling die bijvoorbeeld zeer goed is in rekenen en minder goed is in lezen, zou binnen het rooster bijvoorbeeld een half uur meer kunnen gaan lezen en minder gaan rekenen Leerrendement/ leeropbrengsten In het inspectie rapport concludeerde de inspectie het volgende: de resultaten van de schoolverlaters liggen in 2003 t/m 2005 significant boven het gemiddelde van de scholen met een soortgelijke leerlingenpopulatie. Een zeer hoge score, die ook in de volgende jaren werd bereikt. Ook in het inspectierapport van 2010 komt de inspectie tot dezelfde conclusie. We realiseren ons dat gezien de wijzigingen in de leerlingenpopulatie het niveau mogelijk zou kunnen dalen. Ons doel blijft : - dat de resultaten van onze leerlingen hoger zijn dan het gemiddelde van de scholen met een soortgelijke leerlingenpopulatie - de leerlingen beheersen aan het einde van onze basisschool vaardigheden op een niveau dat minimaal verwacht mag worden - dat de leerlingen zich ontwikkelen naar verwachting 11

14 - dat de leerlingen met succes hun schoolloopbaan vervolgen en goed voorbereid zijn op het voortgezet onderwijs Om het leerrendement en de opbrengsten gedurende hun schoolloopbaan goed te volgen maken we gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem en brengen we de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart (Viseon).Op basis van deze gegevens stellen we ons onderwijs bij. De Eindtoets Cito, maar zeker ook de tussentijdse toetsen, worden door ons steeds geëvalueerd. Jaarlijks stellen wij een document samen Opbrengstgericht werken. Hierin hanteren we de normen van de inspectie en onze eigen doelen. We vergelijken de behaalde resultaten met de normen en doelen. Na deze evaluatie en analyse stellen we waar nodig verbeterpunten op Didactisch handelen Onze visie: Een sprong vooruit, op eigen kracht,samen met anderen Ons didactisch concept : goed gestructureerd onderwijs, met oog voor zelfverantwoordelijkheid en keuze mogelijkheden. We hanteren als uitgangspunt het model van effectieve instructie. Onze doelstellingen zijn: -de leraren zorgen in hun lessen voor duidelijkheid en structuur in hun instructie en verwerking. -de leraren zorgen dat leerlingen actief betrokken zijn bij het leerproces. -de leraren bespreken meerdere leerstrategieën en stimuleren bij de leerlingen het gebruik hiervan. Daarnaast is er voor de zwakke leerling meer behoefte aan structuur en een oplossingsstrategie -de leraren houden rekening met verschillen tussen leerlingen en passen hier hun lessen op aan. -de leraren organiseren hun lessen efficiënt en doelmatig. -de leerlingen worden meer zelfverantwoordelijk voor hun leerproces. Het onderwijsleerproces verloopt doelmatig, mede door de aanwezigheid van een goed toegankelijke groepsadministratie. De leerlingen krijgen in voldoende mate de gelegenheid om elkaar te helpen Continue ontwikkeling en samenwerking voorschoolse educatie en V.O. Een van onze doelen voor de komende periode is het samenwerken met de peuterspeelzaal. De eerste stap is gezet. We zijn bij elkaar gaan kijken. De komende jaren zal de samenwerking geïntensiveerd worden. Een eerste belangrijke stap is de afstemming van het VVE programma. We hebben afgesproken om te werken met het programma Ko Totaal (Puk en Ko en Ik en Ko) Wat het voortgezet onderwijs betreft zijn er al meer vormen van overleg. In januari is er voor de schoolverlaters een algemene ouderavond, waar ook coördinatoren van voortgezet onderwijs aanwezig zijn. 12

15 De leerlingen worden elk jaar met de school voor voortgezet onderwijs doorgesproken en er wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Wij krijgen van de school voor voortgezet onderwijs een overzicht van de behaalde resultaten van de oud leerlingen ICT-beleid Materiele infrastructuur Gezien onze doelstellingen moeten de leerkrachten en leerlingen intensief gebruik kunnen maken van computerfaciliteiten voor de uitvoering van taken en werkzaamheden Dit betekent dat er ruim voldoende technische voorzieningen moeten zijn. In de praktijk betekent dit dat wij over een hoogwaardig computernetwerk beschikken met voldoende aansluitpunten voor computers. De leerlingen kunnen die waar ook in het gebouw, naar behoefte gebruiken. De computerdichtheid is ongeveer 1 op 6 leerlingen. Het beheer en onderhoud ligt bij Unilogic Sittard. We beschikken over glasvezel. Website We hebben in eigen beheer een website ontworpen, Ouders en andere externen worden over allerlei zaken geïnformeerd via onze website Toepassingsgebieden: educatieve software (methodisch en methode onafhankelijk) internet interne communicatie (vergaderstukken/agenda/ /centrale opslag van bestanden) Officepakketten (PowerPoint, word,outlook) administratie software (Esis) en Leerlingvolgsysteem Nieuwe doelen voor de komende periode Op Kindante niveau: -invoering Intranet -introductie Esis B Op schoolniveau: -invoering Smartboarden. -vernieuwing van het computernetwerk -educatieve software Cultuureducatie *Cultuuronderwijs neemt ook een centrale plaats in. Het KUNSTMENU heeft tot doel iedere leerling minimaal twee keer in zijn/haar schoolloopbaan in aanraking te laten komen met kunstvormen als: dans, muziek, beeldende kunst, audiovisuele kunsten en literatuur. De 13

16 leerlingen krijgen zodoende concerten, films, exposities, dans- en toneelvoorstellingen enz. aangeboden. Deze activiteiten worden in de groep voorbereid, met behulp van allerlei materiaal Buitenschoolse en bijzondere activiteiten in een schooljaar Naast het leren en werken, nemen bijzondere activiteiten op onze school een belangrijke plaats in. De meeste activiteiten worden voorbereid en georganiseerd door leerkrachten en ouders van de oudervereniging. We noemen hier slechts enkele activiteiten: spellendag, schoololympiade, boekenweek, excursies, St. Nicolaas, Kerstmis, Carnaval, Pasen, schoolreis, schoolverlaterskamp, afsluitingsactiviteiten einde schooljaar, afsluiting van projecten Vrijstelling van onderwijsactiviteiten Als een leerling onze school bezoekt volgt hij de lessen die op het activiteitenplan van de school staan. Er zijn slechts enkele uitzonderingen: *Op grond van medische redenen kan het zijn dat kinderen de lessen lichamelijke opvoeding niet volgen. *In de praktijk van alledag volgen alle kinderen de godsdienst lessen. Wel is het zo dat kinderen- na overleg tussen ouders en school- vrijstelling kunnen krijgen voor o.a. vieringen in de kerk. 14

17 4. DE ZORG VOOR KINDEREN EN DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS We onderscheiden 3 fasen: 4.1. De opvang van nieuwe leerlingen De zorgverlening binnen onze school 4.3. Naar het voortgezet onderwijs 4.4. Resultaten van het onderwijs 4.1. De opvang van nieuwe leerlingen Mochten ouders geïnteresseerd zijn in onze school, dan kunnen ze een afspraak maken voor een gesprek en een kijkje komen nemen op onze school. Rond de maand december/januari vragen we de ouders van de kinderen die in het komende schooljaar 4 jaar worden, zich nu reeds aan te melden. Op deze manier kunnen we al een planning maken voor het komende schooljaar. In onze nieuwe systematiek moeten wij in januari al een prognose maken van het aantal leerlingen, dat waarschijnlijk op 1 oktober op school zal zijn. Bij aanmelding is er van te voren overleg nodig als een kind bijvoorbeeld van het MKD komt of als er specifieke andere problemen zijn. Ook voor kinderen met een rugzakje zijn aparte procedures. In de schoolgids worden ze nader omschreven. Bij tussentijdse aanmelding in de loop van het jaar die niet het gevolg zijn van verhuizingenwordt conform gemaakte afspraken eerst contact opgenomen met de school waar het kind zit. In speciale gevallen kunnen wij ervoor kiezen om een proefplaatsing af te spreken met de ouders. Na deze periode deelt de directie haar besluit mede aan de ouders. * Kijk/introductie middagen voor de kinderen De kinderen krijgen een paar weken voor hun vierde verjaardag een uitnodiging. De kinderen mogen voor het eerst naar school komen op de dag dat ze 4 jaar worden. In de week vooraf mogen ze 2 dagdelen komen kijken, en wel op de maandagmiddag en donderdagmiddag. Op de maandagmiddag mogen de ouders- als ze willen- een uurtje erbij blijven In de laatste 4 weken worden geen kinderen meer voor de zomervakantie geplaatst. * Informatieavond voor de ouders We organiseren een ouderavond voordat de kinderen op school zitten. We hebben gemerkt, dat met name ouders van nieuwe leerlingen een aantal vragen hebben. Op deze avond komen o.a. de volgende punten aan de orde: - dagindeling en programma van een 4 jarige op onze school (PowerPoint); - een aantal praktische zaken; - informatie van de ouderraad en de medezeggenschapsraad 15

18 Twee keer per jaar worden deze avonden, meestal in de maanden januari en september, georganiseerd. Op deze manier proberen wij ouders en kinderen voor te bereiden op hun komst naar onze school Leerlingvolgsysteem Om de leerlingen goed in hun ontwikkeling te kunnen volgen maken we gebruik van het Cito leerlngvolgsysteem. * Hoe worden de leerresultaten gemeten. De leraren houden de vorderingen van uw kind regelmatig bij en registreren dit. - Observaties in de groep tijdens het dagelijks werk van de kinderen. - Cijfers: de leraren beoordelen mondelinge en schriftelijke werkjes van de kinderen, proefwerken enz. - Toetsen: we maken op school gebruik van toetsen om te kijken hoe ver kinderen zijn. Dit gebeurt met toetsen die horen bij de methodes voor een bepaald vak.(methode gebonden toetsen) - Landelijke toetsen: deze toetsen meten de resultaten los van de eigen gebruikte methode. Met behulp van deze toetsen krijgt de leraar beter zicht op de resultaten van de eigen groep en van elke leerling.(methode onafhankelijke toetsen) Elk jaar wordt er een toetskalender opgesteld. Er zijn toetsen voor leervoorwaarden, taal, lezen, rekenen, spelling, begrijpend lezen en woordenschat. De toetsgegevens worden opgeslagen in de computer, intern besproken en vergeleken met anderen. (zie kwaliteitszorg) * Leerlingvolgsysteem Om de ontwikkeling van de kinderen goed te kunnen blijven volgen, maken we gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem. Als de vorderingen van kinderen achterblijven, dienen er verdere doelen/activiteiten te worden geformuleerd. Met behulp van dit systeem kunnen leerproblemen tijdig worden gesignaleerd en kan een diagnose worden gesteld. Daarna vindt de hulpverlening plaats. * Aandacht voor de sociaal-emotionele vorming van het kind In het lesprogramma wordt door middel van verschillende activiteiten en het gebruik van verschillende werkvormen aandacht besteed aan de sociaal-emotionele vorming van de kinderen. Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich sociaal-emotioneel op zijn eigen persoonlijke wijze. Wij volgen deze ontwikkeling door observaties. Hoe maakt het kind contact met anderen, hoe gaat het om met problemen enz. Stagneert deze ontwikkeling, dan kan de leerkracht gerichter observeren middels een observatielijst. Tevens kan de leerkracht een gesprek aangaan met de ouders. Naar aanleiding hiervan kunnen afspraken gemaakt worden rond de begeleiding. Daar de problemen heel individueel zijn, zal de aanpak ook heel verschillend zijn. Niet alleen de leerkracht beoordeelt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We vragen het ook aan de kinderen van de groepen 5/8 zelf. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen maken we gebruik van het instrument: Viseon. (Cito) Jaarlijks is er een afname: 16

19 -de leerkracht vult voor elke leerling een vragenlijst in om een beter beeld te krijgen -de leerling zelf vult ook een vragenlijst in. Op basis hiervan wordt er een profiel samengesteld. * Hoe kan ik als ouder de vorderingen van mijn kind bespreken Afspraak met de leerkracht Wanneer de vorderingen van uw kind daar aanleiding toe geven kunt U deze bespreken met de leerkracht. Het initiatief voor dit gesprek kan komen van de leerkracht, maar ook van u zelf. Als ouders behoefte hebben aan een gesprek, zijn ze altijd welkom. Maak dan wel tijdig een afspraak met de leerkracht. Rapportbespreking (mondeling en schriftelijk) In groep 1 wordt met de ouders na ongeveer 6 a 8 weken een gesprek gepland om de eerste weken van het kind op school te bespreken. Daarnaast worden er officiele gesprekken gevoerd na de afname van de toetsen van het leerlingvolgsysteem. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen 3 keer per jaar een rapport. Voorafgaand aan het eerste en tweede rapport wordt U uitgenodigd om het rapport met de leerkracht te bespreken. Naast de prestaties voor lezen, taal en rekenen geeft het rapport U een beeld van de vorderingen op andere kennisgebieden en van de expressievakken. Bovendien geeft het U een beeld over gedragsaspecten, concentratie, zelfstandigheid, werkhouding enz. Voor sommige vakken worden cijfers gegeven, voor andere vakken geven we een woordbeoordeling. Al deze punten samen geven pas een goed beeld van de ontwikkeling van uw kind. Daarnaast zijn er nog 3 officiële onderwijskundige rapporten die wij als school verstrekken. Eén is bedoeld voor de overgang naar een andere school voor basisonderwijs, bijvoorbeeld bij een verhuizing. De tweede is bedoeld voor overgang naar het voortgezet onderwijs. Verder is er een uitgebreid onderwijskundig rapport dat bedoeld is voor een eventuele overgang naar een speciale school voor basisonderwijs Naar het voortgezet onderwijs Na de basisschool gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. We proberen de kinderen en hun ouders bij die keuze te helpen. De groepsleerkracht bespreekt de mogelijkheden met de leerlingen in de klas. De ouders krijgen allerlei schriftelijke informatie om zich te verdiepen. In januari worden de ouders op een algemene ouderavond hierover nog eens nader geïnformeerd. * Schooladvies De directeur en de groepsleerkracht van groep 7 en 8 adviseren U, namens het team over het meest geschikte onderwijs na de basisschool voor uw kind. Dit schooladvies - het onderwijskundig rapport - is gebaseerd op de kennis en ervaring die de basisschool met uw kind heeft opgedaan. Bij het opstellen van dit advies spelen naast de leerprestaties (leerlingvolgsysteem), ook zaken als inzet, werkhouding enz. een belangrijke rol. De scholen voor voortgezet onderwijs beslissen zelf over toelating en plaatsing, maar zij nemen het schooladvies zeer serieus. 17

20 * Procedure - Begin januari vinden de individuele gesprekken met de ouders van de leerlingen plaats en wordt het voorlopig schooladvies mondeling toegelicht. - In het tweede gedeelte van de maand januari is er een algemene ouderavond over het voortgezet onderwijs, de CITO toets en schoolkamp. Op deze avond zijn ook rectoren en/of brugklas coördinatoren van verschillende vormen van voortgezet onderwijs aanwezig. - Op de scholen voor voortgezet onderwijs worden rond de maand februari/maart Open Dagen georganiseerd. We adviseren de ouders en leerlingen een bezoek te brengen aan deze Open Dagen. - Op 3 ochtenden in februari maken de leerlingen de CITO toets. - Tussen half en eind maart vinden de individuele gesprekken plaats over de definitieve keuze m.b.t. het voortgezet onderwijs. - Voor 1 april dient het kind aangemeld te zijn op de school voor voortgezet onderwijs. - In juni krijgen ouders en leerlingen bericht van het voortgezet onderwijs over de definitieve aanmelding. Ook als uw kind al op het voortgezet onderwijs is, is er nog een vorm van nazorg. De scholen voor voortgezet onderwijs sturen de rapportpunten van de schoolverlaters naar ons. Hieruit blijkt dat het schooladvies meestal een juist advies was Resultaten van het onderwijs Niet alleen de resultaten en hoge scores op toetsen bepalen of een school, een goede school is. Om een goede school te zijn is meer nodig en zijn ook andere kwaliteiten van belang. De resultaten van landelijke toetsen dienen in de schoolgids vermeld te worden. De eindscore op de CITO toets wordt uitgedrukt in een standaardscore. Dit is een getal tussen de 500 en 550. Onze gemiddelde standaardscore van de afgelopen 5 jaar = 539 Dit is zeer ruim boven het landelijk gemiddelde. Citaat inspectieverslagen afgelopen jaren De school scoort op de Cito eindtoets significant hoger dan op grond van de kenmerken van deze leerlingen verwacht mag worden. De gemiddelde resultaten van het afgelopen 5 jaar Vorig schoolplan( ) Standaardscore Cito 539 Gemiddelde % goed Score Taal 79-80% Score Rekenen 79 Score Studievaardigheden Score 74 Wereldorientatie 18

21 Het aantal schoolverlaters op onze school Praktijkonderwijs 0% Basis beroepsgericht / 6% lwoo Kader beroepsgericht 6% Gemengd theoretische 19% leerweg/ incl lwoo Gemengd theoretisch 8% Plusvariant HAVO/VWO 61% De prestaties gedurende de schoolperiode liggen ook boven het niveau. In kader van kwaliteitsbeleid en opbrengstgericht werken stellen wij minimaal een keer per jaar een schoolzelfevaluatie opbrengsten op. De behaalde resultaten op de Eindtoets en de tussentijdse toetsen worden vergeleken met onze doelstellingen en de inspectienormen. Op basis hiervan vinden analyses plaats en worden verbeterpunten opgesteld. Dit wordt in een document vastgelegd. De onderwijskundige resultaten worden elk jaar vermeld in ons jaarverslag 19

22 5. ZORGPLAN 5.0. Schoolspecifiek zorgplan De school beschikt over een uitgebreid schoolspecifiek zorgplan 5.1. Visie op de zorg vertaalt vanuit de visie van de school Gezien de maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen is de functie van een intern begeleider onontbeerlijk voor een school. De facilitering van de IB-er is vastgelegd in het formatieplan. Om de visie van de school te verwezenlijken en waar te maken is niet alleen de begeleiding van leerlingen belangrijk, maar ook de begeleiding en coaching van leerkrachten. Zowel op teamniveau als op leerkrachtniveau wordt gekeken hoe aan adaptief onderwijs, omgaan met verschillen in gedrag en niveau, zelfstandig werken, gebruik maken van de competenties van de leerlingen, e.d. op adequate wijze gestalte kan worden gegeven. In de komende jaren zal hier het handelingsgericht werken en het werken met groepsplannen een plaats krijgen. Dit wordt o.a. gerealiseerd door gesprekken met IB-er, klassenbezoeken door directie en IBer en deskundigheidsbevordering op team en individueel niveau Functieomschrijving van de IB-er De interne begeleider is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het zorgbeleid en hiermee samenhangend het onderwijskundig beleid op school. De coördinatie van de leerlingenzorg en het coachen en begeleiden van de leerkrachten zijn daarbij essentiële aspecten. Voor de interne begeleider zijn lesvrije uren beschikbaar Concretisering van de zorgniveaus op school Zorgniveau 1: Dit is zorg op groepsniveau: adaptief onderwijs. De leerkracht houdt rekening met de verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen en anticipeert hierop. De vorderingen van de leerlingen worden vastgelegd in overzichtslijsten in het leerlingendossier, zowel bij de methodegebonden toetsen als bij de Cito-toetsen van het Leerlingvolgsysteem. Observaties en spontane signaleringen worden eveneens schriftelijk vastgelegd in het journaal of op een aparte bijlage. De leerkracht is verantwoordelijk voor de signalering, de observatie en het systematisch volgen van de leerlingen. Het is tevens de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht afwijkende gegevens van leerlingen onder de aandacht te brengen van de intern begeleider. 20

23 Zorgniveau 2: Naar aanleiding van observaties en/of gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem kan speciale zorg noodzakelijk zijn. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het bieden van die extra hulp aan leerlingen die dit nodig hebben. Dit kan zijn het geven van extra stof als verrijking bij meer begaafde leerlingen ( hoge A leerling), als ook het geven van extra instructie of extra oefenstof aan leerlingen die meer hulp nodig hebben bij de verwerking van de leerstof. De leerkracht kan binnen de groepssituatie extra aandacht besteden aan zorgleerlingen door gebruik te maken van effectieve instructie, effectieve inzet van de methode en goed klassenmanagement. (Het werken met een extra instructiegroepje). De leerkracht informeert de ouders over de extra hulp die het kind geboden wordt binnen de groep. De leerkracht informeert eveneens de intern begeleider. De leerkracht is verantwoordelijk voor de registratie, de planning, de inhoud en de evaluatie van de extra hulp. In de toekomst zal meer gewerkt gaan worden met groepsplannen bij de instrumentele vaardigheden. Zorgniveau 3: Als de extra aandacht en hulp in de groep niet voldoende blijkt te zijn kan men gebruik maken van extra hulpvoorzieningen in de school. Hiervoor dient de leerkracht een kind aan te melden bij de IB-er voor de leerlingbespreking. Aanpak van het probleem vindt zoveel mogelijk in de groep plaats. Indien noodzakelijk vinden er diagnostische gesprekken of onderzoeken plaats. Wanneer de bijstelling van het onderwijs niet leidt tot de gewenste resultaten in de begeleiding van de leerling kan de school andere externe instanties consulteren (bv. fysiotherapie, maatschappelijk werk, logopedie, schoolarts, speciaal onderwijs (PAB). Intern begeleider en leerkracht stellen in overleg een handelingsplan op, waarbij eveneens afspraken worden vastgelegd over evaluatie. Ouders worden op de hoogte gebracht van de noodzaak en de inhoud van het handelingsplan en worden geregeld op de hoogte gehouden van de vorderingen van de leerling. Ouders kunnen zowel bij de leerkracht als bij de IB-er terecht met vragen over de hulp die geboden wordt. De leerkracht is verantwoordelijk voor de registratie, de planning, de inhoud en de evaluatie van de extra hulp; dit wordt vastgelegd in een handelingsplan volgens een vast format. Voortgang Wanneer na een langere periode (bijv. een jaar) blijkt dat de ingezette maatregelen op niveau 2 en 3 tot geen of minimale effecten hebben geleid, kan de school overgaan tot de volgende adviezen: melding op niveau 4 d.w.z. uitgebreider onderzoek door externe deskundigen vaststellen van een streefniveau binnen een vakgebied of vakgebieden: minimumprogramma. Dit vindt tot nu toe alleen plaats bij rekenen. Het streven is om dit verder uit te breiden naar meerdere vakgebieden. Zorgniveau 4: Indien de hulpverlening en bijstelling van het onderwijs niet leidt tot de gewenste resultaten of de problematiek is dermate complex of hardnekkig dan vraagt de school, uiteraard met toestemming van de ouders, hulp aan externe instanties. De begeleiding kan worden aangevraagd bij: *Speciaal Basisonderwijs: ambulante begeleiding *Externe bureaus 21

24 Afhankelijk van de problematiek en de vooruitzichten wordt voor één van beide instanties gekozen. De bemoeienis van deze specialisten zal bestaan uit het voeren van een intakegesprek, uitvoeren van een onderzoek en/of observatie, rapporteren van de onderzoeksgegevens en het voeren van evaluatiegesprekken. De leerkracht en IB-er stellen alle benodigde gegevens van de leerling ter beschikking. De ouders geven schriftelijk toestemming door ondertekening van het aanvraagformulier voor externe ondersteuning op niveau 4. De intern begeleider draagt zorg voor de melding bij Kwadrant en versturing van de benodigde documenten. Zorgniveau 5: Als ondanks alle extra hulp een leerling niet voldoende kan profiteren van het onderwijsaanbod op de basisschool kan het beter zijn een leerling te plaatsen op een school voor Speciaal Basisonderwijs. Daarvoor moet een OWR worden ingevuld en vindt aanmelding plaats bij de PCL. De ouders ondertekenen het aanmeldingsformulier voor melding op niveau 5. De school stuurt het Onderwijskundig Rapport naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) met het aanmeldingsformulier van de ouders. De PCL kan een beschikking SBO afgeven. De ouders kunnen daarna hun kind aanmelden. Wanneer ouders de stap naar SBO niet willen zetten en van mening verschillen met de school, dient de intern begeleider de PCL hiervan in kennis te stellen. Ouders ondertekenen vervolgens een document waarin de school aangeeft dat ze niet de zorg en het onderwijs kan bieden die de leerling nodig heeft en dus niet garant kan staan voor de ontwikkeling van de betreffende leerling Groepsbesprekingen/analysegesprekken De intern begeleider bespreekt de resultaten van de groep met de groepsleerkracht. Er wordt aandacht geschonken aan cognitieve (LOVS-toetsen en methodegebonden resultaten) en sociaal-emotionele aspecten. De leerlingen die reeds extra hulp in de groep krijgen en dus in zorgniveau 2 vallen worden besproken en er wordt gekeken naar de leerlingen die zich onvoldoende ontwikkelen op zorgniveau 1. Leerlingen die meer zorg nodig blijken te hebben dan de zorg op niveau 2, worden door de leerkracht ingebracht in de leerlingbespreking. Deze leerlingen komen mogelijk in zorgniveau 3. Er wordt aandacht besteed aan mogelijke knelpunten op groepsniveau (organisatorisch, pedagogisch, didactisch, e.d.). Indien noodzakelijk worden vervolgafspraken gemaakt met de intern begeleider of een extra leerlingbespreking ingelast. De groepsbesprekingen/analysegesprekken vinden 3 keer per jaar plaats Leerlingbespreking Bouwniveau Deze bespreking vindt 3 x per jaar plaats in 2 bouwen en heeft als doel de leerlingen te bespreken waarvoor hulp op zorgniveau 2 tot geen of minimale effecten heeft geleid. Middels intervisie kan de leerkracht oplossingen, adviezen aangedragen krijgen door zijn collega s met betrekking tot de aanpak van het probleem (zorg). In deze vergadering zijn de leerkrachten van de bouwen aanwezig. Onderbouw: Groep 1 tot en met 4. Bovenbouw: Groep 5 tot en met 8. 22