INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING Voorwoord... 1 HOOFDSTUK 2 RECHTMATIGHEID VAN DE UITVOERING verstrekte uitkeringen / aantallen

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING Voorwoord... 1 HOOFDSTUK 2 RECHTMATIGHEID VAN DE UITVOERING verstrekte uitkeringen / aantallen aanvragen, beëindigingen en hercontroles Aantal beëindigde uitkeringen Gemiddelde afhandelingstermijn... 3 HOOFDSTUK 3 VERIFICATIEBELEID Verificatie van gegevens Gegevensuitwisseling met derden Maatregelen Boetes Verantwoordingsverslag... 6 HOOFDSTUK 4 FRAUDEBESTRIJDING Werkzaamheden Regionaal Bureau Sociale Recherche Afhandeling belastingsignalen... 8 HOOFDSTUK 5 ARBEIDSMARKTTOELEIDING Inleiding Centrum voor Werk en Inkomen Doorlichting bestand Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) Individuele trajectbegeleiding en trajectplannen Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Rea) Instroom / doorstroom-banen (I/D-banen) Project Sociale Activering Bbz/Ioaz Premie- en vrijlatingsbeleid Deeltijdsubsidie, uitstroomsubsidie, werkaanvaardingssubsidie, scholingssubsidie Kinderopvang HOOFDSTUK 6 ARMOEDEBESTRIJDING Algemeen Bijzondere bijstand (onderverdeling kosten) Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen voor meerjarige minima Vergoeding maaltijdkosten Bijdrageregeling activiteiten / Tegemoetkoming schoolgaande kinderen Minima en computers Schuldhulpverlening Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke heffingen Evaluatie deelname Algemeen Sociaal Fonds Papendrecht HOOFDSTUK 7 CLIENTENPARTICIPATIE EN VOORLICHTING Cliëntenparticipatie Voorlichting HOOFDSTUK 8 SAMENVATTING BELEIDSVERSLAG BIJLAGE 1 - TABELLEN BELEIDSVERSLAG BIJLAGE 2 - LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN... 35

2 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Voorwoord De afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid biedt mensen die daar recht op hebben inkomen en voorzieningen en helpt klanten op weg naar werk en participatie. In dit beleidsverslag vindt u een weergave van de resultaten van wat in 2002 op bijstands- en minimagebied in Papendrecht heeft plaatsgevonden: voor de stad, voor specifieke groepen en voor individuele inwoners in het Papendrechtse. Het resultaat telt. Voor klanten van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan dit een uitkering zijn, maar ook een baan, opleiding of een woonvoorziening. Het effect hiervan is dat mensen beter rondkomen, zelf in hun inkomsten voorzien, zich ontplooien en langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Dat het resultaat telt, krijgt ook in de werkwijze betekenis. Centraal daarin staan het streven naar duurzame oplossingen en de keuze voor intensieve begeleiding van mensen en trajecten op maat. Dit geldt met name voor de toeleiding naar werk, inburgering en schuldhulpverlening. Als groepen mensen dezelfde problemen ondervinden, worden speciale projecten opgezet, bijvoorbeeld voor alleenstaande ouders. Deze gerichte aandacht versterkt het resultaat. Op grond van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), zijn gemeenten verplicht om jaarlijks een beleidsplan en een beleidsverslag op te stellen. Voor de indeling is grotendeels dezelfde indeling gehanteerd als bij het beleidsplan Per onderwerp wordt ingegaan op de beleidsvoornemens die voor 2002 waren gemaakt. Het plan en verslag dienen gericht te zijn op: - de bevordering van een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet; - de bevordering van de zelfstandige bestaansvoorziening door middel van inschakeling van arbeid in dienstbetrekking. - de realisatie en de vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet. Het werken met beleidsplannen en jaarlijkse uitvoeringsverslagen doet recht aan de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten in het kader van het medebewind. Controle op de uitvoering kan dan op grotere afstand plaatsvinden. Aan de resultaten van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben in 2002 veel mensen een bijdrage geleverd, zowel de medewerkers als de samenwerkingspartners. Door een gezamenlijke inzet is de Papendrechtse aanpak succesvol. 1

3 HOOFDSTUK 2 RECHTMATIGHEID VAN DE UITVOERING 2.1 verstrekte uitkeringen / aantallen aanvragen, beëindigingen en hercontroles De gemeente Papendrecht verstrekte in ,- (2001: ,-) aan uitkeringen levensonderhoud. Het grootste deel hiervan waren uitkeringen op grond van de algemene bijstandswet (Abw). De Abw is het laatste vangnet binnen het systeem van sociale zekerheid in Nederland. Het aantal periodieke uitkeringen voor levensonderhoud (Abw, Ioaw of Ioaz) stond op 1 januari 2002 op 390 verstrekkingen, 31 december 2002 waren dit 365 verstrekkingen geworden. Dit betekent dus een lichte daling van het aantal periodieke uitkeringsgerechtigden. Opvallend, daar dit bewerkstelligd is ondanks de verslechtering van de economische situatie en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Hoewel het totale cliëntenaantal dus vrij stabiel was, betekent dit niet dat het hele jaar dezelfde cliënten uitkering ontvingen. Het verloop in het cliëntenbestand is juist vrij groot geweest, getuige de hierna vermelde aantallen aanvragen en beëindigingen. AANTAL AANVRAGEN 2002 soort aanvragen Binnengekomen Afgehandeld Abw levensonderhoud Ioaw 7 7 Ioaz 0 0 Bbz 1 1 Bijzondere bijstand Éénmalige overbrugging Minimabeleid Overig Totaal Het aantal afgehandelde aanvragen is als volgt verder onder te verdelen: AANTAL AFGEHANDELDE AANVRAGEN 2002 soort aanvragen Toegekend Afgewezen Ingetrokken / vervallen Totaal Periodiek Abw Ioaw Ioaz Bbz 1 1 Bijz. bijstand Minimabeleid Overig Totaal Toelichting Daarnaast is er in het kader van het minimabeleid 421 maal ambtshalve een bijdrage toegekend. 2

4 2.2 Aantal beëindigde uitkeringen Het aantal beëindigingen van periodieke uitkeringen kwam in 2002 op 178. Dit betekent dat zo n 40 % van het cliëntenbestand gewisseld is. In onderstaand overzicht staan de aantallen per beëindigingsreden: BEEÏNDIGDE UITKERINGEN 2002 CBS-code Reden aantal 1 Aanvang studie 1 2 Aangaan relatie 5 3 Bereiken 65-jarige leeftijd 15 Verkregen inkomsten: Arbeid in dienstbetrekking 33 (incl. additionele arbeidsplaats) 13 Zelfstandig beroep of bedrijf 1 14 Uitkering werkloosheid 1 15 Uitkering arbeidsongeschiktheid 1 17 Alimentatie 0 19 ander inkomen 23 Administratieve redenen: 31 geen inlichtingen 5 32 Verhuizing naar andere gemeente Verhuizing naar buitenland 2 39 Andere oorzaak Oorzaak bij partner TOTAAL Gemiddelde afhandelingstermijn De gemiddelde afhandelingstermijn in 2002 van aanvragen levensonderhoud bedroeg 6 weken. Bij aanvragen bijzondere bijstand bedroeg de gemiddelde afhandelingsduur in 2002 ook zo n 6 weken. 3

5 HOOFDSTUK 3 VERIFICATIEBELEID 3.1 Verificatie van gegevens In het beleidsplan 2002 en de bijlage ( Verificatiematrix ) is beschreven welke gegevens voor de verlening van bijstand moeten worden verstrekt. Deze gegevens worden aan de hand van de Verificatiematrix door de bijstandsconsulenten schriftelijk aan aanvragers / cliënten verzocht. Controle hierop vindt als plaats door kwaliteitsmedewerkers; deze checken alle door bijstandsconsulenten opgestelde rapportages inclusief het voorafgaande gegevensonderzoek. Bovendien wordt steekproefsgewijs controle door de interne controlefunctionaris hierop verricht. 3.2 Gegevensuitwisseling met derden Zoals in het beleidsplan 2002 reeds staat beschreven, zijn er tal van organisaties waarmee gegevensuitwisseling mogelijk is. Met de meeste organisaties vindt echter gegevensuitwisseling plaats op incidentele basis plaats, met andere woorden wanneer dit in het kader van onderzoek noodzakelijk is. Geautomatiseerde gegevensuitwisseling vindt slechts plaats met het GBA, daarmee ligt een directe koppeling. Gegevensuitwisseling met de Belastingdienst heeft plaatsgevonden via de zogenaamde belastingsignalen, de bestandsvergelijking die jaarlijks achteraf plaatsvindt. Bij de gegevensuitwisseling met derden dient de privacy van de cliënt gewaarborgd te zijn. Per 1 september 2001 was de Wet persoonsregistraties (Wpr) vervangen door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). In 2002 zou bekeken worden welke consequenties voor de uitvoering van de Abw heeft. Beleidsvoornemen/resultaatverplichting: de belastingsignalen onderzoeken binnen een jaar na ontvangst van deze signalen van de belastingdienst. In 2002 voorbereidingen treffen zodat aansluiting bij het inlichtingenbureau per mogelijk is. In 2002 zijn de belastingsignalen over het jaar 2000 volledig afgehandeld. Aansluiting bij het Inlichtingenbureau heeft eind 2002 plaatsgevonden. Beleidsvoornemen/resultaatverplichting: In 2002 de gevolgen bekijken welke de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) heeft voor de uitvoering van de Abw. In september 2002 zijn de bij de afdeling sozawe voorkomende verwerkingen van persoonsgegevens beschreven en aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens. 3.3 Maatregelen Bij het niet nakomen van aan de uitkering verbonden verplichtingen, dient de gemeente een maatregel op te leggen. Dit betekent dat de uitkering gedurende een maand (bij recidive: gedurende 2 maanden) met een bepaald percentage wordt verlaagd. 4

6 Deze verlaging van de uitkering bedraagt: 5% bij gedragingen van de eerste categorie, te weten: bij het niet inschrijven bij het CWI, dan wel niet tijdig verlengen van de inschrijving; het niet ondertekenen van een trajectplan; het niet tijdig verstrekken van informatie (waaronder het te laat inleveren van de inkomstenverklaring); 10% bij gedragingen van de tweede categorie, te weten: het niet naar vermogen trachten arbeid in dienstbetrekking te verkrijgen; het niet tijdig voldoen aan een oproep om, in verband met de inschakeling in de arbeid, op een aangegeven tijd en plaats te verschijnen; het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot inschakeling in de arbeid, dan wel aan een onderzoek naar de geschiktheid voor scholing of opleiding; 20% bij gedragingen van de derde categorie, te weten: gedragingen die inschakeling in de arbeid belemmeren; het niet dan wel in onvoldoende mate meewerken aan een voor de inschakeling in de arbeid noodzakelijk geachte scholing of opleiding, dan wel aan andere aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen; 100% bij gedragingen van de vierde categorie, te weten: het niet aanvaarden van passende arbeid; het door eigen toedoen niet behouden van arbeid in dienstbetrekking. Wanneer elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen maatregel opgelegd. Wanneer er dringende redenen zijn kan van het opleggen van een maatregel worden afgezien. In 2002 diende er in 118 gevallen het opleggen van een maatregel te worden bezien. In onderstaande tabel zijn deze naar soort uitgesplitst. MAATREGELEN 2002 Categorie I II III IV totaal 1 maand Recidive Subtotaal Afzien Waarschuwing Totaal Per maand zijn gemiddeld 4 hersteltermijnen verleend wegens het niet of niet volledig verstrekken van informatie. Het aantal termijnen van orde bedroeg gemiddeld per maand 10. Uit het - in verhouding - grote aantal gevallen waarin is afgezien van het opleggen van een maatregel, blijkt dat genuanceerd wordt omgegaan met de verplichting tot het opleggen van maatregelen, met oog voor de situatie van belanghebbenden. Een aanzienlijk deel van deze gevallen betrof het te laat inleveren van inkomstenverklaringen, waar vanwege de persoonlijke situatie van de belanghebbende is afgezien van het opleggen van een maatregel. 5

7 3.4 Boetes Voorts is de gemeente verplicht een boete op te leggen, wanneer de belanghebbende de inlichtingenplicht (als bedoeld in Abw, artikel 65) niet of niet behoorlijk is nagekomen, door geen, onjuiste of onvolledige mededelingen te doen. Evenals bij de maatregelen het geval is, legt de gemeente wanneer elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt geen boete op, en kan de gemeente afzien van het opleggen van een boete wanneer er dringende redenen zijn. Hieronder staan de aantallen van de opgelegde boetes en van de gevallen waarin is afgezien van het opleggen van een boete. Het gaat dus om het aantal afgehandelde boeteonderzoeken. BOETES 2002 Afgezien van boete 7 Boete opgelegd 5 Waarschuwing 4 Totaal Verantwoordingsverslag Beleidsvoornemen / resultaatverplichting uit beleidsplan 2002: In het eerste halfjaar 2002 een verantwoordingsverslag 2001 opstellen in het kader van de single audit. In 2002 is het tweede verantwoordingsverslag uitgebracht, over het jaar Dit verslag is in augustus 2002 opgesteld, en met de jaaropgave 2001 aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdig (voor 20 september) opgestuurd. De (zelf gestelde) termijn van 1 juni is niet gehaald, omdat door o.a. verouderde software het meer tijd kostte de benodigde gegevens te genereren. Beleidsvoornemen / resultaatverplichting uit beleidsplan 2002: De heronderzoeken in het kader van de Abw, Ioaw en Ioaz overeenkomstig het bepaalde in het Heronderzoekplan laten plaatsvinden Beleidsvoornemen / resultaatverplichting uit beleidsplan 2002: De debiteurenonderzoeken in het kader van de Abw, Ioaw en Ioaz overeenkomstig het bepaalde in het Heronderzoekplan laten plaatsvinden. De verantwoording over de mate waarin de heronderzoeken en debiteurenonderzoeken conform het Heronderzoekplan hebben plaatsgevonden, vindt plaats via het Verantwoordingsverslag

8 HOOFDSTUK 4 FRAUDEBESTRIJDING 4.1 Werkzaamheden Regionaal Bureau Sociale Recherche De gemeente Papendrecht doet veel aan het voorkomen van oneigenlijk gebruik en misbruik van uitkeringen. Evenals voorgaande jaren is voor fraudeonderzoek en -bestrijding sociale recherche ingehuurd via de gemeente Zwijndrecht. Onderstaand zijn de cijfers opgenomen, zoals deze door het Regionaal Bureau Sociale Recherche ten aanzien van Papendrecht zijn geleverd. Ter vergelijking zijn tevens de cijfers over 2001 opgenomen. Onderzoeken en tips Beginvoorraad 6 1 Nieuwe opdrachten Afgehandeld Eindvoorraad 1 7 Resultaat Ingestelde onderzoeken Geen fraude Beëindiging uitkering 18 9 Terugvordering 8 26 Fraudebedrag (in euro s) Besparingsbedrag (in euro s) Boete 7 26 Proces-verbaal 2 1 Uit bovenstaande gegevens valt af te leiden, dat het aantal ontvangen fraudetips en het aantal ingestelde onderzoeken in vergelijking met 2001 is toegenomen, dat het opgespoorde fraudebedrag is toegenomen, en dat het besparingsbedrag is toegenomen. Het aantal ingestelde onderzoeken waarbij daadwerkelijk sprake is van uitkeringsfraude ligt rond de 60% (2001: 70%). Verder valt op dat het aantal malen dat proces-verbaal moest worden opgemaakt minimaal is. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de grens waarboven proces-verbaal moet worden opgemaakt per 1 april 2000 was verhoogd naar ,-. Daardoor heeft er een verschuiving plaatsgevonden van procesverbaal naar boete. Overigens gaat het bij het bij boete genoemde aantal om zaken waarin ee boete-onderzoek dient plaats te vinden. In het vorige hoofdstuk ging het bij boetes om het aantal afgehandelde boeteonderzoeken. Daarom stemmen de 2 cijfers niet overeen. In 2002 bij de contractsverlenging het aantal uren sociale recherche dat wordt ingehuurd naar beneden bijstellen Bij de contractsverlenging in 2002 is het aantal ingehuurde uren (inclusief administratieve ondsteuning verlaagd van 48 naar 24 uur per week 7

9 4.2 Afhandeling belastingsignalen Jaarlijks krijgen de gemeenten van de Belastingdienst gegevens omtrent de samenloop van uitkering met andere inkomsten. Een groot deel van deze samenloopgevallen betreft cliënten die deze andere inkomsten steeds zorgvuldig hebben opgegeven. In de gevallen waarin mensen de andere inkomsten niet hebben opgegeven, is er teveel uitkering betaald, welke dient te worden teruggevorderd. In 2002 zijn de belastingsignalen van het jaar 2000 volledig afgehandeld. Het aantal samenloopgevallen bedroeg 288, hiervan hebben 11 gevallen geleid tot een terugvordering. AANTAL BELASTINGSIGNALEN AFGEWERKT IN Geen onderzoek 248 Geen fraude 29 Fraude 11 Totaal 288 HOOGTE FRAUDE 2000 Bedrag < 6.000, ,- < bedrag < ,- 0 Bedrag > ,- 0 Totaal 11 8

10 HOOFDSTUK 5 ARBEIDSMARKTTOELEIDING 5.1 Inleiding De afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een waaier aan mogelijkheden om mensen toe te leiden naar werk. Ieder traject sluit aan bij de mogelijkheden die mensen hebben en is gericht op een duurzame oplossing. De inspanningen van de afdeling sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn in belangrijke mate gericht op mensen met een grote afstand op de arbeidsmarkt. Cliënten krijgen een passend traject aangeboden met intensieve begeleiding. Een traject is primair gericht op betaald werk. Waar nodig en indien mogelijk wordt daarbij gebruik gemaakt van gesubsidieerd werk. In het beleidsplan 2002 wordt het uitstroombeleid in hoofdstuk 5 beschreven. In dit hoofdstuk van het beleidsverslag zal worden ingegaan op de resultaten van dit beleid en op de ontwikkelingen die op dit gebied in 2002 hebben plaatsgevonden. 5.2 Centrum voor Werk en Inkomen Vanaf 1 januari 2002 zijn in Nederland de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) wettelijk verantwoordelijk voor de intake voor uitkeringen op grond van de Abw en de Ioaw. Deze taak werd tot die tijd door de gemeenten uitgevoerd. De verandering is een gevolg van de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI). Ook voor Papendrecht verzorgt het CWI Dordrecht sinds 1 januari 2002 voor de uitkeringsintake voor cliënten die een beroep doen op bijstand. Daarnaast is het CWI verantwoordelijk voor de bemiddeling van fase 1 cliënten (direct bemiddelbaar naar de arbeidsmarkt). Cliënten met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt (fase 2, 3 en 4) worden na een diagnose door de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid op een traject richting werk (of sociale activering) geplaatst. Begin 2002 was het CWI een kwetsbare schakel in het proces. Er was sprake van achterstanden en va het overdragen van onvolledige dossiers. De Sociale Dienst Dordrecht heeft in 2002 ondersteuning geboden aan het CWI om knelpunten in de nieuwe werkwijze op te lossen. Zo zijn medewerkers van de Sociale Dienst Dordrecht ingezet als intaker en coach bij het CWI. Afspraken maken met het CWI Dordrecht en gemeenten in het werkgebied ter zake van de intake in het CWI en deze in een Service Niveau Overeenkomst (SNO) vastleggen. De afspraken zijn gemaakt en in een zogenaamde Service Niveau Overeenkomst (SNO) vastgelegd. De SNO is begin 2002 door alle gemeenten en het CWI ondertekend. 5.3 Doorlichting bestand In het eerste kwartaal 2002 het gehele cliëntenbestand doorlichten en iedereen een aanbod doen in de vorm van een trajectplan. Met het doorlichten van het bestand is eind 2001 gestart. Dit is begin 2002 voltooid. Hieronder is het resultaat van de analyse te vinden. 9

11 omschrijving man Vrouw totaal Fase traject begeleiding SIW aangemeld SIW evt. SIW WIN kind < medisch advies ontheffing medisch ontheffing sociaal ontheffing verslaving REA-onderzoek reïntegratie-advies gevraagd scholing zelfstandige > 57, > Overig Beëindigd *416 *Het totale aantal correspondeert niet met de cijfers van het aantal uitkeringen per 1 januari, omdat de analyse het bestand per betrof, waarbij ook de partners van gehuwden als afzonderlijke cliënt zijn beschouwd. 5.4 Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) De Wiw biedt gemeenten een samenhangend instrumentarium om de afstand tot de arbeidsmarkt voor langdurig werklozen, werkloze uitkeringsgerechtigden en werkloze jongeren te verkleinen dan wel te voorkomen dat deze afstand toeneemt. De instrumenten die daartoe kunnen worden benut bestrijken het gehele terrein van sociale activering, scholing en mogelijkheden tot het toekennen van financiële incentives, tot gesubsidieerde arbeid in de vorm van Wiw-dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen. Het gemeentebestuur heeft de uitvoering van de Wiw, waar het de dienstbetrekkingen en de werkervaringsplaatsen betreft, gemandateerd aan de (verzelfstandigde) Stichting Integratie en Werkaanbod (SI&W). SI&W geeft cliënten op basis van een diagnose een trajectadvies dat gericht is op (gesubsidieerd) werk of sociale activering. Door SI&W worden de mogelijkheden en belemmeringen van de cliënt in kaart gebracht. Hiervoor gebruikt SI&W verschillende methoden. Deze variëren van testen en een gericht assessment tot arbeidskundig onderzoek. Op deze manier worden de leer en werkmogelijkheden van een cliënt verkend. Met behulp van psychodiagnostiek kunnen belemmeringen op psychisch en sociaal gebied worden onderkend. Op basis van een analyse wordt vastgesteld welk traject voor een cliënt het meest geschikt is. Instroomstop wegens gewijzigde kabinetsplannen In de zomer van 2002 zijn kabinetsplannen gepresenteerd, die inhouden dat het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen teruggebracht moet worden. Op landelijk niveau dient het aantal I/Dbanen met zo n 25% verminderd te worden. Bij de Wiw-dienstbetrekkingen wordt er vanuit gegaan dat er jaarlijks zo n 30% uitstroomt. Per circulaire van 4 september 2002 is aan gemeenten een dringende oproep gedaan vrijkomende I/D-banen of Wiw-dienstbetrekkingen niet te vervullen. Papendrecht heeft hieraan gevolg gegeven, dit houdt in dat de gemeente vanaf september 2002 in feite een stop op nieuwe instroom in gesubsidieerde arbeid heeft toegepast. 10

12 Aantallen (taakstelling) voor 2002 inzake Wiw-dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen, vast te stellen naar aanleiding van de bestandsanalyse, in een overeenkomst met de SI&W vastleggen. De taakstellingen zijn vastgelegd in de jaarafspraken, behorend bij het contract met SI&W. Daarbij is een bepaalde bandbreedte afgesproken, waarbinnen voor het aantal dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen minimale en maximale aantallen zijn afgesproken. De minimale en maximale aantallen staan vermeld onder in de tabellen, waarin de werkelijk gerealiseerde aantallen over 2002 staan vermeld. In onderstaande overzichten zijn de resultaten over 2002 ten aanzien van de Wiw-dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen weergegeven. Hierbij is ten aanzien van de dienstbetrekkingen onderscheid gemaakt tussen cliënten jonger dan 23 jaar (dienstbetrekkingen in het kader van de sluitende aanpak jeugdwerkloosheid) en cliënten ouder dan 23 jaar. Jongeren hebben vaak een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Uitgangspunt is dat een goede opleiding het belangrijkste toegangsbewijs voor werk is. Daarnaast zijn er de mogelijkheden die er ook voor andere doelgroepen zijn, bijvoorbeeld gesubsidieerd werk. UITVOERING WIW-DIENSTBETREKKINGEN In- en uitstroom < 23 jaar > 23 jaar totaal Beginstand % Instroom Totaal actief Uitstroom Eindstand Min-max afspraken WIW-WERKERVARINGSPLAATSEN Beginstand Instroom Totaal actief 3 Uitstroom 0 Eindstand Min-max afspraken 5-15 De taakstellingen zijn vastgelegd in het contract met SI&W. Er is slechts één nieuwe plaatsing in 2002 geweest. Overigens blijkt de lage instroom in de Wiw-WEP een landelijk beeld te zijn. 11

13 5.5 Individuele trajectbegeleiding en trajectplannen De gemeente Papendrecht heeft voor trajectbegeleiding en het maken van trajectplannen een contract met de SI&W. Individuele trajectbegeleiding is een aanpak waarbij werklozen die door allerlei factoren niet direct bemiddelbaar zijn via een intensief, planmatig en fasegewijs traject naar een plaats in het arbeidsproces gebracht worden. Daarbij kan het gaan om scholing, het opdoen van werkervaring, een sollicitatiecursus, training of persoonlijke vorming. Naast de begeleiding naar werk kan de trajectbegeleiding ook bestaan uit sociale activering, als eerste stap op weg naar betaald werk. In Papendrecht werden in 2002 sociale activeringstrajecten en voortrajecten voor de Wiw door de SI&W uitgevoerd. Hieronder staan de in- en uitstroomcijfers van zowel de voortrajecten als de sociale activeringstrajecten. Beleidsvoornemen/resultaatverplichting: De aantallen (taakstelling) inzake sociale activeringstrajecten voor 2002 in een overeenkomst met de SI&W vastleggen. De taakstellingen zijn vastgelegd in het contract met SI&W. Onderstaand de resultaten. TRAJECTEN Voortrajecten sociale activering totaal % Beginstand Instroom totaal actief Uitstroom Eindstand min-max afspraken Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Rea) De aantallen (taakstelling) inzake Rea-trajecten voor 2002 in een overeenkomst met de SI&W vastleggen. De taakstelling is vastgelegd. In de praktijk blijkt het aantal Rea-trajecten ver achter te blijven bij deze taakstelling / prognose. Rea-trajecten in- en uitstroom Beginstand Instroom totaal actief 5 Uitstroom 2 Eindstand min-max afspraken 5-15 Doel van de wet Rea is de kansen van arbeidsgehandicapten (ongeacht hun inkomstenbron) op werk 12

14 te vergroten. Anders dan bij de Wiw en Wsw (Wet sociale werkvoorziening), die zich richten op gesubsidieerde arbeid, gaat het bij de Rea om reguliere arbeid bij reguliere werkgevers. De uitvoering van de Rea geschiedt door de reguliere werkgever, de Uitvoeringsinstellingen (is inmiddels Uitvoeringsinsteling Werknemersverzekeringen (UWV)), de arbeidsvoorzieningsorganisatie en de gemeente. De gemeente is in dit verband verantwoordelijk voor de reïntegratie van arbeidsgehandicapten met een Abw, Ioaw of Ioaz-uitkering en personen met een Wiwdienstbetrekking. De wet Rea is per 1 juli 1998 in werking getreden. De uitvoering van de wet Rea heeft de gemeente Papendrecht uitbesteed aan de Stichting Integratie en Werkaanbod (SI&W). 5.7 Instroom / doorstroom-banen (I/D-banen) Instroom / Doorstoombanen (I/D-banen) zijn structurele banen met een volledige subsidie op de loonkosten op basis van een direct dienstverband bij instellingen in de overheids- en non-profit sector. De gemeente Papendrecht heeft de Stichting Integratie en Werkaanbod (SI&W) aangewezen om de I/D-regeling uit te voeren. In 2002 zijn de volgende resultaten geboekt: INSTROOM / DOORSTROOM-BANEN Beginstand Instroom 5 totaal actief Uitstroom 8 Eindstand 17 Als uitwerking van het Strategisch Akkoord besloot het kabinet 520 miljoen euro te bezuinigen op gesubsidieerde arbeid. Dit betekent voor de gemeente Papendrecht ook bezuinigingen. Daarom gold, evenals bij de Wiw, vanaf eind 2002 een instroomstop voor de I/D-banen. 5.8 Project Sociale Activering Samen met de gemeenten Alblasserdam, Graafstroom en Sliedrecht heeft Papendrecht gedurende het jaar 2001 het project Sociale Activering geactiveerd uitgevoerd. Doel van dit project was, met behulp van een extern ingehuurde kracht, te komen tot een beleidsplan sociale activering. In het kader van het project zijn een start- en een voortgangsconferentie georganiseerd, waaraan zo n 80 mensen deelnamen. Eind 2001 is per gemeente een conceptbeleidsplan sociale activering tot stand gekomen, waarover in 2002 nadere besluitvorming zou gaan plaatsvinden. In februari 2002 een beleidsplan sociale activering aanbieden. Resultaat Doordat één van de belangrijke onderdelen van het beleidsplan het voorstel te komen tot een leerwerkcentrum in de gemeente Papendrecht niet haalbaar bleek, heeft formele besluitvorming op het beleidsplan sociale activering niet plaats gevonden. Wel is inmiddels in 2003 een vrijwilligerssteunpunt in Papendrecht gerealiseerd. 5.9 Bbz/Ioaz De uitvoering (onderzoek en rapportage) van het Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) en de Ioaz (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) 13

15 zijn uitbesteed aan het Bureau Zelfstandigen en Scheepvaart van de dienst SoZaWe van de gemeente Rotterdam. Over 2002 bedroegen de feitelijke kosten 6.950,-. Hiervoor zijn door het Bureau Zelfstandigen en Scheepvaart in totaal in 13 gevallen onderzoeken verricht of (voorlichtings)gesprekken gevoerd. De beslissingen op de aanvragen zijn door de kwaliteitsmedewerkers namens het college van B&W genomen; ook de uitbetaling is door de afdeling zelf geschied Premie- en vrijlatingsbeleid In de eerste helft van 2002 over het al dan niet mogelijk maken van een activeringssubsidie definitief een standpunt in te nemen, en zonodig de verordening hierop aan te passen. In 2002 is nog niet gekozen voor het invoeren van een activeringssubsidie ( premie vrijwilligerswerk). Inmiddels is dat in 2003 wel gebeurd, en is deze subsidie in de verordening opgenomen. Wettelijk hebben alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar en uitkeringsgerechtigden ouder dan 57,5 jaar recht op vrijlating van inkomsten. In het vrijlatingsbeleid (vastgelegd in een verordening) zijn als extra categorieën toegevoegd: alleenstaande ouders met kinderen tussen de 5 en 12 jaar, en cliënten tussen de 50 en 57,5 jaar. Daarnaast hebben mensen die om medische of sociale redenen geen (volledige) arbeidsverplichting hebben recht op een vrijlating. In onderstaand overzicht is weergegeven hoeveel mensen van elke groep inkomsten hadden en een vrijlating genoten. Ter vergelijking zijn de aantallen over 2001 tevens vermeld. Vrijlating inkomsten uit arbeid Categorie aantal 2002 aantal 2002 aantal 2001 Vrouwen mannen totaal Wettelijk Alleenstaande ouders, jongste kind jonger dan 5 jaar Cliënten ouder dan 57,5 jaar Subtotaal wettelijk Gemeentelijke uitbreiding Alleenstaande ouders, jongste kind jonger dan 12 jaar Cliënten ouder dan 50 jaar, jonger dan 57,5 jaar Cliënten aangewezen op deeltijdarbeid vanwege medische of sociale redenen subtotaal gemeentelijke uitbreiding Totaal Uit bovenstaande tabel blijkt dat door de gemeentelijke uitbreiding ruim driemaal zoveel mensen voor vrijlating in aanmerking zijn gekomen, als wanneer alleen de wettelijke vrijlating gegolden zou hebben. Verder blijkt vooral het aantal werkende alleenstaande moeders waarvan het jongste kind tussen de 5 en 12 jaar oud is te zijn toegenomen Deeltijdsubsidie, uitstroomsubsidie, werkaanvaardingssubsidie, scholingssubsidie De Verordening premiebeleid Wiw en vrijlating van inkomsten Abw, Ioaw en Ioaz die in 1998 is vastgesteld, is in april 2001 vervangen door de Verordening subsidiebeleid Wiw en vrijlating van inkomsten Abw, Ioaw en Ioaz. 14

16 Naast begripsmatige aanpassing van de verordening (het begrip premie is vervangen door het begrip subsidie ), heeft ook toevoeging van de zogenaamde werkaanvaardingspremie plaatsgevonden. De verordening kent een aantal subsidies. Onderscheiden kunnen worden de deeltijdsubsidie, uitstroomsubsidie, de werkaanvaardingssubsidie en de scholingssubsidie. Deeltijdsubsidie Dit is een subsidie waarvoor mensen ouder dan 30 jaar in aanmerking komen die langer dan een jaar werkloos zijn. De subsidie bedraagt 25% van de maandelijkse netto inkomsten tot een maximum van 1/12 van het in artikel 43 lid 2 onder j. Abw genoemde bedrag. De subsidie wordt maandelijks uitbetaald, gedurende maximaal 12 maanden. Uitstroomsubsidie Dit is een éénmalige subsidie van (in 2002) 350,-, waarvoor mensen ouder dan 30 jaar in aanmerking komen, die langer dan een jaar werkloos zijn geweest, en die volledig aan het werk gaan. Wel dient men aan te tonen dat men voor tenminste 6 maanden werk heeft gevonden. Scholingssubsidie Dit is een éénmalige subsidie van (in 2002) 70,-, waarvoor mensen in aanmerking komen die een scholing of opleiding in het kader van een trajectplan met goed gevolg hebben voltooid. In navolgend overzicht staan de bedragen en aantallen van de in 2002 verstrekte subsidies. Ter vergelijking staan de in 2001 verstrekte subsidies (/premies) tevens vermeld Soort subsidie aantal totaalbedrag aantal Totaalbedrag Uitstroomsubsidie Scholingssubsidie Deeltijdsubsidie Totaal Kinderopvang De regeling "kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders" voorziet erin dat de gemeente kinderopvang kan subsidiëren, speciaal om opvangplaatsen voor kinderen van alleenstaande ouders te creëren. Hiervoor krijgen gemeenten een speciale subsidie van het rijk. Deze plaatsen zijn bedoeld voor alleenstaande ouders die ofwel een noodzakelijke opleiding volgen, ofwel aan het werk gaan. Daarbij kan het zowel gaan om mensen die zowel een uitkering als werk hebben, als om mensen die door werkaanvaarding volledig uit de uitkering zijn gegaan. In 2002 maakten 29 alleenstaande ouders gebruik van de regeling. Hieronder staat hoe de verdeling is tussen mensen die nog een uitkering ontvingen en mensen die volledig uitgestroomd zijn (hetzij naar regulier werk, hetzij naar additioneel werk). Aantal alleenstaande ouders nog in uitkering volledig uitgestroomd Totaal Hieronder staat uitgesplitst naar de soort opvang waarvan gebruik is gemaakt. Bij hele kleine kinderen (jonger dan 4) is sprake van dagopvang, bij de overige van buitenschoolse opvang. Aantal kinderen Dagopvang buitenschoolse opvang Totaal

17 HOOFDSTUK 6 ARMOEDEBESTRIJDING 6.1 Algemeen Uitgangspunt van het Papendrechtse armoedebeleid is dat iedere inwoner volwaardig moet kunnen meedoen in de samenleving. De afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid voert een aantal inkomensondersteunende maatregelen uit en bevordert de maatschappelijke participatie van mensen met een laag inkomen. Tevens wordt er ook zorg besteed aan schuldhulpverlening. in de eerste helft 2002 een nota minimabeleid uitbrengen omtrent: het uitbreiden van de doelgroep van het bijzondere bijstands- en minimabeleid het eventueel wijzigen van de regeling bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen in een zogenaamde witgoedregeling, zoals veel andere gemeenten die kennen. voorstellen om ervoor te zorgen bv. kinderen van mensen een minimum-inkomen niet verstoken hoeven te blijven van mogelijkheden om met computers te werken. de wenselijkheid met Trias een overeenkomst te sluiten omtrent het tand-g pakket / éénloket-aanpak. Er is geen nota minimabeleid uitgebracht, omdat: - voor de uitbreiding van de doelgroep geen (extra) middelen beschikbaar waren; uitbreiding van de doelgroep zou dan verlaging van het voorzieningenniveau impliceren; - reeds bekend werd dat zogenaamde witgoedregelingen vanwege hun categorale karakter binnen afzienbare tijd door het Rijk niet langer zouden worden toegestaan; - het afsluiten van een overeenkomst inzake het tand-g pakket zou betekenen een verschil tussen bijstandscliënten en niet-bijstandscliënten. Met het oog op de doelstelling dat cliënten zoveel mogelijk dienen uit te stromen uit de bijstand, werd een dergelijk verschil als onwenselijk gezien. Ook omdat reeds signalen werden ontvangen vanuit het rijk omtrent bezuinigingen op het (categorale) minimabeleid, is niet gekozen voor uitbreiding van het minimabeleid. Wél is een regeling getroffen om ouders van schoolgaande kinderen (12-18 jaar), die langdurig (3 jaar) een minimuminkomen hebben, in staat te stellen een computer aan te schaffen. 6.2 Bijzondere bijstand (onderverdeling kosten) Een belangrijk instrument van het armoedebeleid is bijzondere bijstand. Mensen krijgen deze bijstand voor noodzakelijke kosten die zij door bijzondere individuele omstandigheden moeten maken en die zij niet uit het eigen inkomen of van de eigen uitkering kunnen betalen. Voorbeeld van kosten die vergoed kunnen worden zijn de kosten voor huisraad en de eigen bijdrage voor medische kosten. In 2002 zijn in totaal 722 verstrekkingen bijzondere bijstand gedaan. In 2002 is in totaal ,- aan bijzondere bijstand uitgegeven. Hieronder staat de onderverdeling van de kosten waarvoor deze bijstand is verleend. Ter vergelijking staan de totaalbedragen over 2001 tevens vermeld. 16

18 Kosten aantal Totaalbedrag aantal Totaalbedrag Verhuizing / inrichting * Woonkostentoeslagen Vervoerskosten Kosten i.v.m. scholing Retributiekosten (gezinshulp) Brillen Maaltijdvoorziening Tandartskosten Hulpmiddelen (para)medische hulp Levensonderhoud Diversen Totaal * Hierin is ook begrepen de bijstand voor duurzame gebruiksgoederen voor meerjarige minima De grootste verschillen in de uitgaven bijzondere bijstand ten opzichte van 2001 worden veroorzaakt door de toegenomen verhuis- en inrichtingskosten. 6.3 Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen voor meerjarige minima Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen (bv. vervanging wasmachine, koelkast, stofzuiger e.d.) wordt in beginsel als lening gegeven. In het kader van het minimabeleid kunnen mensen die reeds langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen, tot een bepaald bedrag de bijstand voor duurzame gebruiksgoederen om niet (als gift) krijgen: * 3-5 jaar: max. 115,- om niet * 5-10 jaar: max. 230,- om niet * meer dan 10 jaar: max. 345,- om niet Wanneer dit bedrag niet toereikend is, kunnen cliënten het meerdere als lening krijgen. De volgende bedragen zijn in 2002 toegekend en uitbetaald (ter vergelijking zijn ook de aantallen en bedragen van 2001 vermeld). Duurzame gebruiksgoederen langdurige minima: aantal Totaalbedrag aantal Totaalbedrag verschil > 3 jaar minimuminkomen fl 613- > 5 jaar minimuminkomen fl > 10 jaar minimuminkomen fl Totaal fl Vergoeding maaltijdkosten 17

19 Sedert januari 1998 wordt via een vereenvoudigde methode bijzondere bijstand verstrekt voor maaltijdkosten verstrekt, voor mensen die aangewezen zijn op maaltijdvoorziening door het SWOP (Stichting Welzijn Ouderen Papendrecht). Het SWOP brengt bij mensen die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen direct een gereduceerde prijs in rekening, en declareert maandelijks bij de gemeente het verschil tussen normale prijs en gereduceerde prijs. In 2002 maakten 29 mensen van de regeling gebruik, en werd via het SWOP ,- uitbetaald. 6.5 Bijdrageregeling activiteiten / Tegemoetkoming schoolgaande kinderen De bijdrageregeling activiteiten in 2002 voortzetten, in februari 2002 een nieuwe verordening ter vaststelling aanbieden. De verordening Minimabeleid (waarin zowel de bijdrageregeling activiteiten als de bijdrageregeling voor schoolgaande kinderen worden geregeld) is door de gemeenteraad in februari 2002 vastgesteld. Aan de cliënten die over maart 2002 uitkering voor levensonderhoud ontvingen, is de bijdrage ambtshalve toegekend. Beleidsvoornemen/resultaatverplichting: De bijdrageregeling voor schoolgaande kinderen van jaar in 2002 voortzetten, in februari 2002 een nieuwe verordening ter vaststelling aanbieden. De verordening Minimabeleid (waarin zowel de bijdrageregeling activiteiten als de bijdrageregeling voor schoolgaande kinderen worden geregeld) is door de gemeenteraad in februari 2002 vastgesteld. Aan deze beide regelingen is in 2002 totaal ,- (2001: ,-) uitbetaald. Daarvan betrof ,- (2001: ,-) de tegemoetkoming voor schoolgaande kinderen, en ,- (2001: ,-) de bijdrageregeling activiteiten. 6.6 Minima en computers In het beleidsplan 2002 was het voornemen opgenomen te onderzoeken op welke wijze de gemeente ervoor zou kunnen zorgen dat bv. kinderen van mensen met een minimuminkomen niet verstoken blijven van mogelijkheden met computers te werken. Onderzocht is of en zo ja op welke wijze andere gemeenten hiermee om zijn gegaan. Dit heeft in 2002 geresulteerd in het voorstel inzake minima en computers. In de eerste helft van 2002 een voorstel doen om ervoor te zorgen dat bv. kinderen van mensen met een minimuminkomen niet verstoken hoeven te blijven van mogelijkheden om met computers te werken. Half 2002 hebben B&W besloten tot het instellen van een regeling minima en computers. Deze hield in dat aan ouders met kinderen in de leeftijd van jaar, die reeds drie jaar een inkomen op minimumniveau (110% van de bijstandsnorm) hebben, éénmalig bijzondere bijstand verleend kon worden voor de aanschaf van een computer met toebehoren tot maximaal 1250,-, onder aftrek van een eigen bijdrage van 230,-. Ook kon voor de eerste aansluitingskosten van kabel of adsl-verbinding een bedrag van 100,- vergoed worden. In totaal hebben 30 mensen van de regeling gebruik gemaakt, hiermee was ,- gemoeid. Onder de 30 mensen die gebruik gemaakt hebben van de regeling minima en computers, is een korte enquête uitgezet. Van deze 30 mensen hebben 20 mensen de enquête ingevuld teruggezonden. Onderstaand zijn de resultaten van de enquête weergegeven. 18

20 ENQUETE REGELING MINIMA EN COMPUTERS totaal percentage 1. Hoe heeft u van de regeling kennisgenomen? - via de toegezonden nieuwsbrief 9 45% - via de krant 8 40% - via internet 0 - anders 4 20% 2. Was de informatie duidelijk? - ja 17 85% - nee 3 15% 3. Had u al een computer? - ja 6 30% - nee 14 70% 4. Zou u zonder de bijdrage van de gemeente Ook een computer hebben aangeschaft? - ja 3 15% - nee 17 85% 5. Hoeveel gezinsleden maken gebruik van de computer? Hoeveel kinderen gebruiken de computer voor school? Maakt u gebruik van internet? - nee 3 15% - ja via 5 25% telefoon via kabel / adsl-verbinding 12 60% 8. Levert het gebruik van internet nadelige financ. Consequenties op? - nee 3 15% - ja 14 70% 9. Wordt de computer nog steeds gebruikt? - ja 19 95% - nee 1 5% 6.7 Schuldhulpverlening samenwerking met Rivas op het gebied van schuldhulpverlening voortzetten, daartoe voor 2002 een samenwerkingsovereenkomst sluiten. In 2002 is een tweejarige overeenkomst met Rivas op het gebied van schuldhulpverlening afgesloten, geldend voor de jaren 2002 en Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke heffingen 19

21 De mogelijkheden tot verdere vereenvoudiging van afdoening van kwijtscheldingsverzoeken onderzoeken, waarvan de optie van automatische kwijtschelding onderdeel zal uitmaken. De uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid is in zoverre vereenvoudigd, dat bijstandsontvangers (en anderen met een minimuminkomen) die reeds tweemaal eerder kwijtschelding ontvingen, automatisch een sterk vereenvoudigd kwijtscheldingsformulier krijgen toegezonden. 6.9 Evaluatie deelname Algemeen Sociaal Fonds Papendrecht gemeentelijke inbreng in de stichting Algemeen Sociaal Fonds (ASFP) in 2002 ongewijzigd voortzetten. de gemeentelijke inbreng in de stichting ASFP in 2002 is ongewijzigd voortgezet. 20

22 HOOFDSTUK 7 CLIENTENPARTICIPATIE EN VOORLICHTING 7.1 Cliëntenparticipatie Decentralisatie van beleid naar de gemeente heeft met zich meegebracht dat de gemeente Papendrecht op allerlei beleidsterreinen verder invulling moet geven aan het landelijk beleid. Het belang van inspraak op lokaal niveau is hierdoor groter geworden. Op centraal niveau wordt dit ook onderkend en vanaf 1 juli 1998 bestaat voor de gemeentelijke sociale diensten de verplichting om in het beleidsplan aan te geven op welke wijze de participatie van uitkeringsgerechtigden is geregeld. In 1999 is tijdens de bijeenkomst in het Denksportcentrum in Papendrecht de Cliëntenraad Papendrecht geïnstalleerd. De Cliëntenraad heeft een signaalfunctie en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college van burgemeester en wethouders. Er vindt regelmatig overleg plaats met het hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vanuit de Cliëntenraad hadden in leden zitting in de commissie Sociale Zekerheid. Met het overlijden van de toenmalige voorzitter van de Cliëntenraad, heeft de Cliëntenraad in 2002 overwogen of het nog wel zinvol was met een minimaal aantal leden door te gaan. De Cliëntenraad heeft besloten dat wel te doen. Het is de Cliëntenraad zelfs gelukt evenals voorgaande jaren een (thema)middag in het Denksportcentrum te organiseren. Thema van deze bijeenkomst was Armoede en handicap, de bijeenkomst was samen met de PAG (Papendrechtse Adviesraad voor het Gehandicaptenbeleid) georganiseerd. frequentie van het overleg met de Cliëntenraad in 2002 te verhogen, en tevens aandacht te besteden aan het vergroten van het aantal leden van de Cliëntenraad. Hoewel de frequentie van het aantal overlegmomenten formeel niet verhoogd is, zijn er voldoende mogelijkheden geweest zaken met de Cliëntenraad te bespreken. Onderwerpen waar aandacht aan is besteed in 2002, ofwel in direct overleg met de Cliëntenraad, ofwel via de commissie Sociale Zekerheid, zijn: - beleidsverslag verantwoordingsverslag minimabeleid regeling minima en computers - het invoeren van een activiteitensubsidie ( premie vrijwilligerswerk ) 7.2 Voorlichting In de Abw zijn bepalingen opgenomen die de gemeente opdracht geven voorlichting te verstrekken aan de burgers. Deze voorlichtingstaak richt zich op de volgende gebieden: - voorliggende voorzieningen - uitstroomactiviteiten - bijstandsverlening (met name rechten en plichten) Voorliggende voorzieningen Bij mogelijke aanspraken op voorliggende voorzieningen wordt gericht verwezen naar de instantie die de betreffende regeling uitvoert. Een cliënt die wordt verwezen ontvangt een gespreksbevestiging, waarop de naam en eventueel het adres van de instantie staat vermeld. Deze bevestiging wordt tevens gebruikt om, na een tevergeefs verzoek bij een voorliggende voorziening, af te kunnen wijken van de hoofdregel; datum aanvraag is ingangsdatum van de uitkering. Indien nodig zal de cliënt inhoudelijke informatie over de voorliggende voorziening worden overhandigd in de vorm van een folder / brochure. Overigens is in de wachtruimte bij de afdeling een rek met folders aanwezig waarin een groot aantal folders en brochures liggen over diverse voorliggende voorzieningen (uitgaven van het voorlichtingscentrum sociale voorzieningen en het ministerie van SZW) en instanties waar regelmatig naar verwezen wordt (bijvoorbeeld Budgetbureau, RIAGG en Algemeen Maatschappelijk 21

23 Werk). Iedere bezoeker van het gemeentehuis kan hier vrijblijvend informatie uit meenemen. Ook het vragenboekje Alles over de bijstand en de gemeentelijke uitgave Wegwijzer zijn hier verkrijgbaar. Uitstroomactiviteiten Naast de door het CWI uitgegeven vacatureoverzichten, werden cliënten in het CWI gerichter geïnformeerd over vacatures, doordat naast de hier aanwezige vacatureborden, langs geautomatiseerde weg de vacaturebank van Arbeidsvoorziening kon worden ingezien. Bijstandsverlening (rechten en plichten) Tijdens het intakegesprek wordt de cliënt mondeling gewezen op de informatieplicht (maandelijkse rechtmatigheidformulieren heronderzoeken, plicht om direct wijzigingen door te geven). Bovendien ontvangt elke nieuwe cliënt tevens het boekje Wegwijzer (rechten en plichten van cliënten), naast documentatiemateriaal over bijstand in het algemeen, de normen, de wet Boete en over terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand. In deze brochures wordt onder meer nader ingegaan op de consequenties van het bewust of onbewust geven van foutieve informatie en de strafmaat die - administratief of strafrechtelijk - is verbonden aan het plegen van fraude. Daarnaast wordt de cliënt gewezen op de mogelijkheden van de bijzondere bijstand en het minimabeleid. Begin 2002 een herziene versie van het boekje Wegwijzer uitbrengen. Actiever voorlichting geven via de gemeentepagina in het Papendrechts Nieuwsblad. Er is geen herziene versie van het boekje Wegwijzer uitgebracht. Wel is in 2002 een uitgebreidere set voorlichtingsfolders voor cliënten samengesteld, waarvan het boekje Wegwijzer deel uitmaakt. Met name over het minimabeleid is verscheidene malen voorlichting gegeven via de gemeentepagina in het Papendrechts Nieuwsblad. Daarnaast is aan cliënten voorlichting over belasting (aanvraag heffingskortingen), en minimabeleid (waaronder regeling minima en computers) verstrekt door het uitbrengen van een nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief is aan het hele cliëntenbestand toegestuurd. 22

24 HOOFDSTUK 8 SAMENVATTING BELEIDSVERSLAG 2002 Onderstaand staan alle in dit beleidsverslag genoemde beleidsvoornemens en de resultaten nog eens op een rij. De tabellen die in dit beleidsverslag zijn opgenomen, staan in bijlage 1. nogmaals achter elkaar, zonder begeleidende tekst: VERIFICATIEBELEID Beleidsvoornemen/resultaatverplichting: de belastingsignalen onderzoeken binnen een jaar na ontvangst van deze signalen van de belastingdienst. In 2002 voorbereidingen treffen zodat aansluiting bij het inlichtingenbureau per mogelijk is. In 2002 zijn de belastingsignalen over het jaar 2000 volledig afgehandeld. Aansluiting bij het Inlichtingenbureau heeft eind 2002 plaatsgevonden. Beleidsvoornemen/resultaatverplichting: In 2002 de gevolgen bekijken welke de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) heeft voor de uitvoering van de Abw. In september 2002 zijn de bij de afdeling sozawe voorkomende verwerkingen van persoonsgegevens beschreven en aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens. Beleidsvoornemen / resultaatverplichting uit beleidsplan 2002: In het eerste halfjaar 2002 een verantwoordingsverslag 2001 opstellen in het kader van de single audit. In 2002 is het tweede verantwoordingsverslag uitgebracht, over het jaar Dit verslag is in augustus 2002 opgesteld, en met de jaaropgave 2001 aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdig (voor 20 september) opgestuurd. De (zelf gestelde) termijn van 1 juni is niet gehaald, omdat door o.a. verouderde software het meer tijd kostte de benodigde gegevens te genereren. Beleidsvoornemen / resultaatverplichting uit beleidsplan 2002: De heronderzoeken in het kader van de Abw, Ioaw en Ioaz overeenkomstig het bepaalde in het Heronderzoekplan laten plaatsvinden Beleidsvoornemen / resultaatverplichting uit beleidsplan 2002: De debiteurenonderzoeken in het kader van de Abw, Ioaw en Ioaz overeenkomstig het bepaalde in het Heronderzoekplan laten plaatsvinden. De verantwoording over de mate waarin de heronderzoeken en debiteurenonderzoeken conform het Heronderzoekplan hebben plaatsgevonden, vindt plaats via het Verantwoordingsverslag