Afwezig zijn: de dames Y.A.J. van den Berg-Pupovic, J. Heijmans, M.C. Ruisch, K.M. Rusinovic, en C. Safranti en de heer C.A. van Verk.

Transcriptie

1 N O T U L E N VAN DE VERGADERING VAN 3 MAART 2009 Voorzitter: de heer R.J.G. Bandell, burgemeester. Griffier: mevrouw L.D.H. Arlman-Rosier. Wethouders: de heren drs. A.T. Kamsteeg, J.H. Lagendijk, F.J. van den Oever, J.W. Spigt en D.A. van Steensel. In deze vergadering zijn aanwezig geweest 33 leden en wel: de dames J.L.M. van Benthem en J. van den Bergh-Wapperom, de heren J.C.C. Bruggeman, D.G.E. Cobelens, J.J.W. van Dongen, A.G. Hoogerduijn en A. Karapinar, mevrouw D. Koppens-van Leeuwen, de heer W. van der Kruijff, de dames L.J. Kuhlemeier-Booij en C.M.L. Lambrechts, de heren M.P.P.M. Merx, H. Mostert, W.J.M. Nederpelt, D. Pols, J.C. Rakhorst, D.F.M. Schalken-den Hartog, de heer P.H. Sleeking, mevrouw N. de Smoker-van Andel, de heren O. Soy, W. van der Spoel, B. Staat, S. Tasgin (vanaf uur), H.J. Tazelaar, P.J.T. Tiebosch en D.E. Vermeulen, mevrouw V.I. Versluis, de heren H.P.A. Wagemakers en H.S. Weidema, de dames S.M. Wemmers-Wanrooij, E.C. van Wenum-Kroon en G. Yanik alsmede de heer A.G. van Zanten. Afwezig zijn: de dames Y.A.J. van den Berg-Pupovic, J. Heijmans, M.C. Ruisch, K.M. Rusinovic, en C. Safranti en de heer C.A. van Verk. 1. OPENING EN VASTSTELLEN AGENDA De VOORZITTER: De vergadering is geopend. Ik heet u allen hartelijk welkom. In het bijzonder wil ik welkom heten de leerlingen van het Stedelijk Dalton, die als gast van de gemeenteraad aanwezig zijn. In de komende tijd zullen zij met een aantal opdrachten aan de slag gaan. Zij gaan bijvoorbeeld een onderzoek doen naar een jongerenraad. In een ver verleden hebben wij in Dordrecht een jeugdgemeenteraad gehad, wie weet wat uit dit onderzoek komt! Zij zullen een filmpje maken, een bezoek aan de Dordtse Kamers brengen en ook speuren naar ambtelijk taalgebruik op bijvoorbeeld de website. Dat lijkt mij geen moeilijke opdracht. De kans bestaat dat u deze jongeren in de toekomst in de politieke arena zult tegenkomen. Met het oog op de raadsverkiezingen van het volgend jaar is het natuurlijk heel belangrijk dat de leerlingen van het Stedelijk Dalton zich gaan voorbereiden op het moment waarop zij voor het eerst mogen gaan stemmen. Dat is niet alleen belangrijk voor de raadsverkiezingen, maar ook voor de verkiezingen voor Provinciale Staten, de Kamerverkiezingen en de Europese verkiezingen. Onze gasten zitten in 4-HAVO. en zijn nog geen achttien, maar jong geleerd, oud gedaan. Ik vind het leuk dat jullie bij een deel van deze raadsvergadering aanwezig zullen zijn. Ik moet u mededelen dat de fractie van BVD heeft aangekondigd bij agendapunt 13 een stemverklaring te willen afleggen. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Heijmans, die met vakantie is, en van mevrouw Ruisch, die met een aantal vrouwen uit Dordrecht Bamenda in Kameroen bezoekt. Zij komt daar op een mooi moment. De heer Sanjou, die in Bamenda jarenlang gedelegeerde van de regering was, is door een nieuwe government delegate vervangen. Er is veel gespeculeerd over wie de heer Sanjou zal gaan vervangen en die overgang is niet zonder slag of stoot verlopen. Wat dat betreft is Kameroen net Nederland. Een bezoek aan Kameroen is gelet op het eten, het drinken en de invloed daarvan op je gezondheid best spannend. Wij hopen dat mevrouw Ruisch en de andere Dordtse deelneemsters aan deze reis gezond zullen terugkeren. Mevrouw Safranti, die met zwangerschapsverlof is, wil ik sterkte wensen. Ik heb begrepen dat het haar niet goed gaat. Mevrouw Van den Berg van GroenLinks is afwezig en dat geldt ook voor mevrouw Rusinovic, de heer Van Verk en de heer Tasgin, die ziek is. Kunnen wij de agenda ongewijzigde vaststellen? Aldus wordt besloten. 1

2 2. LIJST INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN De VOORZITTER: Ik heb één mededeling. Wethouder Spigt wil na afloop van deze raadsvergadering in de B&W-kamer graag kort met de fractievoorzitters van gedachten wisselen. Aansluitend aan die bijeenkomst hebben wij een vergadering van de agendacommissie. BETREKKING HEBBEND OP DE BEVOEGDHEDEN VAN DE RAAD a. Verzoek van de heer H.J. Tazelaar namens de Verenigde Senioren Partij om de heer H. Romijnsen als commissielid te benoemen. b. Afschrift van de beantwoording van vragen ex art. 40 van het Reglement van Orde van mevrouw M.C. Ruisch namens de fractie GroenLinks inzake de crisis in de top van Drechtwerk. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder a en b genoemde brieven voor kennisgeving aan te nemen. c. Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden: ondernemingsplan, begrotingswijziging 2009 en begroting Mevrouw VAN DEN BERGH-WAPPEROM: Mijnheer de voorzitter. Wij verzoeken u de raad een afschrift van deze brief te willen doen toekomen. De VOORZITTER: Ik zal ervoor zorgen dat de raad een kopie van deze brief ontvangt. De heer SLEEKING: Mijnheer de voorzitter. Ik zou mij kunnen voorstellen dat wij in de loop van de komende maand de begroting en het bedrijfsplan in de commissie zullen bespreken. Wij hebben dan alle stukken bij elkaar. De VOORZITTER: Ook met het oog daarop lijkt het mij belangrijk dat u dit stuk ontvangt. Ik kan mij niet anders voorstellen dan dat dit stuk in de commissie aan de orde zal komen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder c genoemde brief voor advies in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen. d. Vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van mevrouw D. Koppens-van Leeuwen en de heer P. Sleeking namens de fractie van BVD over de realisatie van het hostel. De VOORZITTER: De beantwoording van deze vragen is in concept gereed en zal deze week naar de raad toe komen. Als alles loopt zoals wij verwachten, zal het hostel op 7 april aan de orde zijn. De fractie van BVD stel ik voor de beantwoording van haar vragen bij de behandeling van het voorstel te betrekken. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder d genoemde brief door te geleiden naar het college van burgemeester en wethouders om op de gebruikelijke wijze voor de beantwoording zorg te dragen. e. Rapport Leren verantwoording afleggen van de rekenkamer inzake het onderzoek naar art. 213a Gemeentewet. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder e genoemde brief voor behandeling door te geleiden naar de adviescommissie. BETREKKING HEBBEND OP DE BEVOEGDHEDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS 2

3 f. Brief van ABVAKABO inzake hun standpunt over de mogelijke privatisering van de Sportboulevard. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder f genoemde brief ter afhandeling in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen en als de raad dat nodig acht te betrekken bij de behandeling van de Sportboulevard in de vergadering van 3 maart g. Brief van Stichting Behoud Dordtse Polders inzake de beslissing van B&W op het bezwaar WOB. Mevrouw VAN DEN BERGH-WAPPEROM: Mijnheer de voorzitter. Wij verzoeken u de raad ook van deze brief een afschrift te doen toekomen. De VOORZITTER: Akkoord. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder g genoemde brief ter afhandeling in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen. h. Brief van Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden inzake interne ontwikkelingen en maatregelen. Hierbij zij opgemerkt dat deze brief betrokken is bij de behandeling in de adviescommissie van 17 februari De heer NEDERPELT: Mijnheer de voorzitter. Mag ik ervan uitgaan dat deze brief bij de discussie over Drechtwerk zal worden betrokken? De VOORZITTER: Deze brief is daarbij al betrokken geweest. Drechtwerk zal in de komende tijd meerdere malen onderwerp van bespreking zijn en het staat u vrij deze brief daarbij te betrekken. i. Antwoordbrief van het college van B&W inzake het IDvoorderaad van de heer Blaas over bezoekersparkeerkaarten. j. Antwoordbrief van het college van B&W op de brief van mevrouw Knieriem-Moret inzake gladheidbestrijding. k. Afschrift van een brief van Stichting Behoud Dordtse Polders aan burgemeester en wethouders inzake de landbouwroute tussen de Oude Veerweg en de Blindeweg. De heer NEDERPELT: Wij verzoeken u de raad een afschrift van uw antwoord op deze brief te willen doen toekomen. De VOORZITTER: Dat zeg ik toe. l. Brief van Belangenvereniging Funderingsproblematiek Dordrecht inzake de grondwaterstand Reeweg Oost. m. IDvoorderaad van de heer L. Schaap inzake behoud schoollocatie Eulerlaan 51. De heer SLEEKING: Mijnheer de voorzitter. Wij willen graag een afschrift ontvangen van uw antwoord op brief m. De VOORZITTER: Dat zeg ik de fractie van BVD toe. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder h t/m m genoemde brieven voor kennisgeving aan te nemen. 3

4 OVERIGE n. Lijst van ter inzage liggende stukken. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de lijst onder n voor kennisgeving aan te nemen. 3. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 17 FEBRUARI 2009, VAN DE ADVIESCOMMISSIE VAN 2O JANUARI 2009 EN DE BESLOTEN ADVIESCOMMISSIES OVER DE WATERBUS VAN 16 SEPTEMBER 2008 EN OVER STADSWERVEN VAN 2 SEPTEMBER EN 28 OKTOBER De notulen van de raadsvergadering van 17 februari 2009, de notulen van de adviescommissie van 20 januari 2009 en de notulen van de besloten adviescommissies over de waterbus van 16 september 2008 en over Stadswerven van 2 september en 28 oktober 2008 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 4. BENOEMEN VAN DE HEER H. ROMIJNSEN TOT LID VAN DE ADVIESCOMMISSIE De heer H. Romijnsen wordt bij acclamatie benoemd tot lid van de adviescommissie. De VOORZITTER: Ik ben vergeten u te melden dat wethouder Van Steensel van woensdag tot en met vrijdag in Kopenhagen zal zijn. Wat hij daar gaat doen weet ik niet, maar dat merken wij nog wel. Het is in ieder geval een zakelijke reis. Stukken ter bespreking 5. RAADSINFORMATIEBRIEF OVER GUNNING EXPLOITATIE SPORTBOULEVARD (118717) Discussie over de vraag of de raad wit terugkomen op zijn oorspronkelijke standpunt over de uitbesteding van de exploitatie aan een private partij dan wel of de raad van oordeel is dat de exploitatie niet aan deze partij zou moeten worden gegund. Bij dit agendapunt kunnen de brieven van ABVAKABO (dossiernummer ) en van de Stichting Schaats- en Activiteitencentrum Drechtsteden (dossiernummer ) worden betrokken. De heer COBELENS: Mijnheer de voorzitter. De PvdA heeft in de afgelopen periode kritische vragen gesteld over de exploitatie van de Sportboulevard door Ontspoort. Naar aanleiding van de Kamerdiscussies over dit onderwerp kan de PvdA om een aantal redenen instemmen met de gunning aan Optisport. De belangrijkste reden is voor ons, dat Optisport zich opstelt als partner van de gemeente waar het gaat om het uitwerken van het nieuwe sportbeleid. Dat blijkt uit de informatie in het convenant, dat ons door de wethouder is toegestuurd. In het convenant wordt aangegeven dat Optisport op het gebied van talenten en topsport, evenementen en de samenwerking met verenigingen grote plannen heeft. Wij hebben daarin vertrouwen. Daarnaast wil ik wijzen op het financiële voordeel dat met de gunning aan Optisport behaald kan worden en het feit dat de personele zaken goed geregeld zijn. In de laatste brief van ABVAKABO wordt daarover met geen woord gerept. Wij hebben het vertrouwen dat de gemeente en Optisport de personele zaken in goede harmonie zullen regelen. Dat de tarieven voor de verenigingen zijn bevroren garandeert, dat de verenigingen weten waaraan zij toe zijn. Zij weten voor welke prijs zij hun activiteiten zullen kunnen voortzetten. Gezien de gevoeligheid van dit onderwerp moeten wij deze exploitatie natuurlijk kritisch bekijken. Wij hebben dat gedaan en zijn tot de conclusie gekomen, dat in het contract en in het aanvullende convenant heldere afspraken zijn vastgelegd. Voor de PvdA is het 4

5 belangrijk dat de sport bij de exploitatie voorop blijft staan. Uit eerdere antwoorden van de wethouder is gebleken dat Optisport naar zijn mening, gelet op de elders in het land opgedane ervaringen, een goede partij is om deze exploitatie uit te voeren. Als het Sportbedrijf de exploitatie en het beheer van de accommodaties op zich zou nemen, zou dat onherroepelijk leiden tot een situatie waarin de gemeente geld zal moeten bijleggen. Gezien de voordelen die wij kunnen verwachten - in de eerste jaren zal het voordeel naar schatting ,-- bedragen. De heer WAGEMAKERS: Mijnheer de voorzitter. De heer Cobelens spreekt over een financieel voordeel van ,--. Als wij de businesscase van Optisport naast de businesscase van het Sportbedrijf leggen, zien wij dat dit bedrag tot ,-- wordt teruggebracht. Ik ben benieuwd waar de heer Cobelens de kwalitatieve waarborgen heeft aangetroffen waarover hij heeft gesproken. Het convenant dat hij zojuist noemde is een concept. Een convenant verbindt partijen wel met elkaar, maar verplicht op geen enkele wijze tot het leveren van bepaalde prestaties. De heer COBELENS: De inhoud van het convenant is heel specifiek. Ik ga ervan uit dat Optisport heeft aangegeven daarmee te kunnen instemmen en dergelijke afspraken niet voor Jan met de korte achternaam worden gemaakt. Ik ga ervan uit dat het de ambitie is het in het convenant gestelde met elkaar uit te werken. De PvdA heeft het vertrouwen dat beide partijen die intentie hebben en stemt daarom in met de gunning aan Optisport. Omdat in de toekomst financieel voordeel behaald zal worden, zouden wij het plezierig vinden als het college toezegt te zullen meewegen dat de in de toekomst te verdienen bedragen wellicht naar de sport zullen terugvloeien. Ik denk bijvoorbeeld aan de verdere uitwerking van het sportbeleid elders in de stad. De bedragen die wij kunnen besparen door voor deze richting te kiezen, komen bij de sport vandaan en wij zouden het goed vinden als die bedragen voor de sport beschikbaar blijven. De heer Tasgin komt ter vergadering. (14.20 uur) De VOORZITTER: Ik heet de heer Tasgin welkom. Ik had u ziek gemeld, maar heb inmiddels begrepen dat u alleen gisteren ziek was. Ik ben blij dat u aanwezig kunt zijn. De heer RAKHORST: Mijnheer de voorzitter. De voorliggende raadsinformatiebrief is de uitkomst van het besluit van de raad tot het uitbesteden van de exploitatie van de mooiste Sportboulevard van Nederland met als resultaat de enige acceptabele kandidaat: Optisport. Naar de uitkomst van de aanbesteding kijkend zien wij dat de aanbesteding financieel voordeel oplevert. De exploitatiekosten en de tarieven vallen lager uit, het laatste gecombineerd met een vooraf afgesproken indexering. De uitkomst van de aanbesteding ziet er goed uit. In de twee aan dit onderwerp gewijde commissievergaderingen is veel tijd besteed aan de consequenties die de gunning aan Optisport voor de medewerkers zal hebben en bij het sprekersplein met dank aan de insprekers aan Hoe zit het met de toezeggingen aan de sportverenigingen? aan vragen over continuïteit en risico s, vragen over de financiële situatie van Optisport en de vraag wat in geval van wanprestaties zal gebeuren. Voor wat betreft de consequenties voor de medewerkers van het zwembad en de Drechtstedenhal zijn wij van mening, dat door het met de bonden sluiten van een principeakkoord op hoofdlijnen aan de primaire arbeidsvoorwaarden wordt voldaan. Voor wat betreft het invullen van de secundaire arbeidsvoorwaarden moet op het individuele niveau nog een vervolgslag worden gemaakt. Dit is maatwerk en zal pas na gunning kunnen gebeuren. De wethouder heeft aangegeven dat hij daarvoor alle aandacht heeft. De VVD zal dit natuurlijk blijven volgen. De toezeggingen aan de sportverenigingen zijn voor zo ver dat mogelijk is in het convenant verwerkt. Nadere invulling zal na de gunning plaatsvinden. 5

6 De financiële positie van Optisport is nader bekeken. Wij hebben het jaarverslag 2007 met daarbij een niet ondertekende accountantsverklaring ontvangen, wij gaan ervan uit dat dit een omissie is. Helaas weten wij niet hoe het Optisport in 2008 is vergaan, maar dat is ook korte termijn. Door de samenwerkingsconstructie tussen de gemeente en Optisport betreffende de exploitatie en door het in eigendom van de gemeente blijven van het complex zijn de risico s beperkt. Bij wanprestatie van de exploitant zal ontbinding van het contract mogelijk zijn. Optisport is een bedrijf met ruime ervaring op het gebied van sport- en welzijnsexploitaties. Gezien de lange lijst van sport- en welzijnsorganisaties die van de diensten van Optisport gebruik maken, hebben wij vertrouwen in Optisport. De VVD vindt Optisport een aantrekkelijke partner voor de professionele exploitatie van de mooiste Sportboulevard van Nederland. Nogmaals onze dank aan de wethouder en de ambtenaren voor de beantwoording van de vele vragen. De VVD heeft geen bezwaar tegen het gunnen van de exploitatie aan Optisport. De heer WAGEMAKERS: Mijnheer de voorzitter. Vanmiddag liggen twee vragen ter beantwoording voor. Allereerst is dat de vraag aan de raad terug te komen op het oorspronkelijk ingenomen standpunt over de private exploitatie van de publieke delen van de Sportboulevard. Het antwoord op deze eerste, principiële vraag is voor wat betreft de fractie van BVD ja. Gezien de huidige politieke verhoudingen is een dergelijke heroverweging nu echter niet aan de orde. De tweede vraag is of de raad van oordeel is dat de exploitatie niet aan Optisport gegund moet worden. Wat BVD betreft is het antwoord op deze vraag eveneens ja. BVD is nimmer voorstander geweest van private exploitatie, zeker niet zo lang de haalbaarheid van de mogelijke financiële voordelen niet onomstotelijk vaststaat en er geen voldoende waarborgen zijn voor het realiseren van een kwalitatieve invulling. Het vorige college heeft in de nadagen van zijn bestaan, in 2006, het besluit tot private exploitatie genomen, zij het toen nog in de hybride variant van het bouwen en de exploitatie door één partij. In februari 2007 heeft de meerderheid van de raad met dat besluit ingestemd. Bij gebrek aan belangstelling van de markt slechts één partij bleef over is de aanbesteding in juli 2007, in onze ogen terecht, door het college afgeblazen. In 2008 is met een van de bouw losgekoppelde aanbesteding van de exploitatie gestart. Ook nu bleek de interesse van de markt beperkt te zijn tot één partij, namelijk Optisport. Hoewel een tweede partij, Sportfondsen, op grond van in haar ogen onevenwichtige elementen in de aanbestedingsstukken geen bieding heeft gedaan maar een alternatief heeft voorgesteld. Dat alternatief hebben wij in de commissie aangekaart en de wethouder heeft daarbij aangegeven dat hij dit alternatief niet als een serieuze optie beschouwt. Het is de vraag of Optisport wel heeft voldaan aan de uitgangspunten van de aanbestedingsleidraad. Is sprake van een onvoorwaardelijke bieding? Naar de mening van BVD is dat niet het geval en is ten aanzien van de vooraf in de aanbestedingsleidraad vastgestelde gunningcriteria slechts aan het onderdeel prijsstelling voldaan. Aan de overige gunningcriteria is niet of onvoldoende voldaan, zodat geen sprake is van een onvoorwaardelijke bieding. Hoe verhoudt dit gegeven zich tot de positie van Sportfondsen? Is in juridische zin sprake van een geldend gelijkheidsbeginsel voor alle betrokken partijen? Is juridisch getoetst of de gang van zaken in dit aanbestedingstraject volgens de regels is geweest of kunnen wij een gang naar de rechter verwachten? De vorige maand is de gemeente Westland in kort geding gedaagd, omdat niet transparant was gemaakt dat een gunning overeenkomstig de regels van de aanbestedingsleidraad was uitgevoerd en de voorzieningenrechter heeft de vorige maand beslist, dat de gemeente Westland een herbeoordeling conform de aanbestedingsleidraad dient uit te voeren. 6

7 De gunningcriteria in de aanbestedingsleidraad van de gemeente Dordrecht vallen in twee onderdelen uiteen: de prijsstelling en een aantal kwalitatieve aspecten, zoals de gedegenheid van het businessplan, de gedegenheid van de risicoanalyse en de beheersmaatregelen en een visie op het organiseren van evenementen, samenwerking met verenigingen, talentontwikkeling en innovatie. Dit alles om het door de gemeente zozeer gewenste sportbeleid in onze stad met de Sportboulevard te kunnen realiseren. In de aanbestedingsleidraad worden deze gunningcriteria in een gunningmatrix bijlage 5 van een score en een wegingsfactor voorzien. Op basis van de eindscore brengt de selectiecommissie volgens de procedure een advies uit aan het college van burgemeester en wethouders en de raad. Op basis van de bieding van Optisport heeft naar de overtuiging van BVD geen bepaling conform deze gunningmatrix kunnen plaatsvinden. In onze optiek is het college derhalve van de vooraf vastgestelde procedure afgeweken. Zojuist heb ik in de richting van collega Cobelens van de PvdA opgemerkt dat de businesscase van Optisport in 2010 een beoogd financieel voordeel van ,- laat zien, oplopend tot ,-- in 2020, ten opzichte van de businesscase van het Sportbedrijf. Wij vragen ons af hoe gedegen deze berekening is onderbouwd. Optisport presenteert in de stukken een gemiddeld exploitatieresultaat over een periode van twintig jaar. Daarbij wordt uitgegaan van de maximale exploitatiesubsidie van de gemeente van 2,5 miljoen. De meerjarenbegroting , die het uitgangspunt moet zijn bij het doorrekenen van een dergelijk financieel voordeel en die wel is opgesteld voor de bieding die Optisport heeft gedaan voor fase 3, de fitness, ontbreekt. Men gaat uit van een gemiddelde over een periode van twintig jaar. Optisport gaat bij de berekening van de inkomsten uit van een forse groei van het aantal bezoekers, terwijl de landelijke tendens een krimp van 5 tot 10% laat zien. Ter vergelijking: Optisport stelt dat ten aanzien van recreanten een groei van 55% mogelijk zou zijn. Hoe realistisch zijn deze prognoses, die van grote invloed zijn op de exploitatie? In de exploitatiebegroting zit niet veel rek bij tegenvallers voor wat betreft het aantal bezoekers. Zelf noemt Optisport het betaald parkeren, naast de mogelijke hinder van bouwactiviteiten op de Sportboulevard, een groot risico voor het realiseren van de exploitatie. Bij tegenvallende bezoekersaantallen zal Optisport al snel de gemeente als verantwoordelijke aanwijzen en om compensatie vragen. De heer COBELENS: U stelde dat hinder als gevolg van bouwwerkzaamheden ertoe zou kunnen leiden dat het aantal bezoekers aan de Sportboulevard afneemt. Volgens mij is de planning met betrekking tot de bouw bekend en ik ga ervan uit dat Optisport daarvan op de hoogte is. Optisport weet dat als gevolg daarvan minder bezoekers te verwachten zijn en mijns inziens heeft Optisport dat gegeven meegenomen. De heer WAGEMAKERS: Ik ga ervan uit dat u hebt kennisgenomen van de bieding van Optisport en weet dat dit aspect daarin als een risico is vermeld, geen beheersmaatregelen zijn genoemd en aan het effect daarvan geen kwantitatieve berekening ten grondslag ligt. De heer COBELENS: Het risico is Optisport bekend. Ik ga ervan uit dat Optisport dit aspect in de bieding heeft meegenomen. De heer WAGEMAKERS: Dat is niet gebeurd. Intussen zijn wij in 2012 aangekomen. Wellicht hebben wij dan al in de rechtszaal tegenover Optisport gestaan om over de interpretatie van de gemaakte afspraken te strijden. Optisport deinst immers niet terug voor het inschakelen van de rechter in geval van conflicten met gemeenten. Overigens heeft Optisport de tegen de gemeenten Hoorn en Lansingerland aangespannen rechtszaken glansrijk verloren, maar er is wel sprake van imagoschade voor de gemeenten. BVD schat de kans hoog in dat binnen twee jaar zal blijken dat de exploitatie niet sluitend is. Ook hiervan zijn in het land voorbeelden, zoals bijvoorbeeld in de gemeente Heemstede. Het risico voor de gemeente is wellicht beperkt. De Sportboulevard is en blijft immers eigendom van de gemeente en alleen de exploitatie wordt aanbesteed. Als Optisport niet 7

8 kan leveren en de exploitatie bij de gemeente terugvalt, is de kans echter niet denkbeeldig dat deskundig personeel elders zijn weg vindt en zullen wij alsnog met een probleem zitten. Optisport geeft drie oplossingsrichtingen aan bij een mogelijk scenario waarin sprake is een financieel tekort. Allereerst: het verhogen van de vrije tarieven. Voor BVD is dat geen optie, omdat de bereikbaarheid en de betaalbaarheid van de publieke voorzieningen op de Sportboulevard daardoor onder druk komen te staan. Als gemeente hebben wij ten aanzien hiervan geen sturingsmogelijkheden, dit in tegenstelling tot bij de parkeervoorzieningen op de Sportboulevard die eigendom van de gemeente zijn en door de gemeente worden geëxploiteerd. Naar de mening van BVD is dat een merkwaardige situatie. De tweede optie is kostenbesparing, met name op de post personeel. Ook dat is voor BVD geen begaanbare weg. BVD is van oordeel dat tekorten in de exploitatie niet op het personeel mogen worden afgewenteld. De derde optie is de gang naar de gemeente voor een hogere exploitatiesubsidie. BVD is daartegen omdat de financiële kaders van de gemeente voor Optisport vooraf helder waren en niet, zoals bij de bouwfase wel is gebeurd, zo maar extra middelen beschikbaar kunnen worden gesteld. De raad heeft tegen die tijd waarschijnlijk een andere samenstelling en het college van burgemeester en wethouders wellicht ook. Vandaag vinden immers op de kop af over 365 dagen de volgende gemeenteraadsverkiezingen plaats. U kunt dat vast in uw agenda noteren. De gemeente loopt een inhoudelijk en beleidsmatig risico, doordat er onvoldoende waarborgen zijn ten aanzien van de invulling door Optisport van de exploitatie van de Sportboulevard. Dit is niet op te lossen door een convenant te sluiten. Zojuist heb ik erop gewezen dat een convenant partijen wel verbindt, maar tot niets verplicht. Kijkend naar de aanbieding van Optisport stelt BVD vast dat niet is voldaan aan de kwalitatieve invulling, zoals opgenomen in de aanbestedingsleidraad en de gunningmatrix. Op grond hiervan stelt BVD het college voor Optisport te verzoeken een nadere onderbouwing van de bieding te overleggen, waarin specifiek aandacht wordt besteed aan een meerjarenexploitatiebegroting over de periode , waaruit duidelijk naar voren komt wat Optiesport in die jaren aan inkomsten en uitgaven en dus aan resultaat denkt te kunnen realiseren. Verder willen wij graag een onderbouwing zien van de naar onze mening te hoge prognose van de bezoekersaantallen, alsmede een prognose van het effect op de exploitatie van het betaald parkeren, van de eventuele hinder van de bouwactiviteiten op de Sportboulevard en een uitwerking van de visie van Optisport op de samenwerking met de verenigingen, de evenementen, talentontwikkeling en het innovatief aanbod op strategisch niveau. BVD dient hiertoe een motie in. Wellicht is het voor de leerlingen van het Stedelijk Dalton leuk te zien hoe het behandelen van een motie in zijn werk gaat. Op grond van de gunningmatrix kan vervolgens een gewogen oordeel worden gegeven over de dan voorliggende bieding en het college kan deze informatie daarna zo spoedig mogelijk met de raad bespreken. Wij vinden het merkwaardig dat dit college, ondanks de mening van belanghebbenden zoals de verenigingen, de Sportraad, het personeel, de vakbonden, het management, de sportbonden en een groot deel van deze raad, aan zijn keuze vasthoudt. BVD was en is geen voorstander van private exploitatie van de Sportboulevard en zou liever zien dat de gemeente de exploitatie in de komende jaren samen met het Sportbedrijf op zich neemt. Ervan uitgaande dat de Sportboulevard een succes zal worden, kan de gemeente dit succes uitdragen en een dergelijke kans moet volgens BVD met beide handen worden aangegrepen. De heer COBELENS: Als ik u goed heb begrepen, wilt u dat Optisport wordt gevraagd met een nieuwe bieding in elk geval met nieuwe gegevens te komen, maar u hebt ook aangegeven dat u tegen private exploitatie van de Sportboulevard bent. Ik vraag mij af of ik uw woordvoering goed heb begrepen. De heer WAGEMAKERS: U hebt mij niet goed begrepen. In mijn woordvoering heb ik aangegeven dat BVD op grond van de voorliggende stukken niet op de bieding van Optisport wil ingaan. BVD vraagt om een nadere onderbouwing van de voorliggende bieding 8

9 en wij hebben in dat verband gesproken over een meerjarenbegroting en een onderbouwing ten aanzien van het effect van bijvoorbeeld de hinder als gevolg van bouwwerkzaamheden. Het is niet onze bedoeling dat een nieuwe aanbestedingsprocedure wordt gestart. De VOORZITTER: De motie van BVD luidt als volgt: De gemeenteraad van Dordrecht, bijeen in vergadering op 3 maart 2009 ter bespreking van het voorgenomen besluit van het college van burgemeester en wethouders inzake de gunning van de exploitatie van de Sportboulevard; constaterende dat: - het college van burgemeester en wethouders voornemens is de exploitatie van de Sportboulevard te gunnen aan Optisport; kennisnemend van: - de raadsinformatiebrief gunning exploitatie Sportboulevard van 14 januari 2009; - de aanbestedingsleidraad; - de bieding van Optisport; overwegende dat: - alvorens tot gunning van de exploitatie van de Sportboulevard aan een private exploitant over te gaan, er voldoende waarborgen over de financiële haalbaarheid en borging van kwalitatieve doelstellingen dienen te zijn; - de gunningmatrix (bijlage 5) uit de aanbestedingsleidraad uitgangspunt is voor het advies van de selectiecommissie aan het college van burgemeester en wethouders en de raad; is van mening dat: - de voorliggende bieding van Optisport onvoldoende inzicht in de financiële haalbaarheid en kwalitatieve waarborgen bevat; - de gunningmatrix niet als uitgangspunt voor het advies richting college en raad heeft gediend; - derhalve op grond van de huidige bieding geen gunning verstrekt kan worden aan Optisport; - het aangekondigde convenant de gemeente onvoldoende zekerheden biedt ten aanzien van de gevraagde waarborgen; verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Optisport te vragen om nadere onderbouwing van zowel de financiële als kwalitatieve onderdelen van haar bieding, meer specifiek: - een meerjarenexploitatiebegroting over de periode ; - de onderbouwing van haar prognose van de bezoekersaantallen voor het zwembad en de schaatsbaan; - een prognose van het effect op de exploitatie van betaald parkeren en eventuele hinder door bouwactiviteiten rond de Sportboulevard; - de uitwerking van haar visie op samenwerking met verenigingen, organiseren van evenementen, talentontwikkeling en innovatief aanbod op strategisch niveau; en de uitkomsten van deze nadere onderbouwing zo spoedig mogelijk met de raad nader te bespreken alvorens tot gunning over te gaan; en gaat over tot de orde van de dag. (1) Deze motie, die is ondertekend door alle leden van de fractie van BVD, zal worden vermenigvuldigd en kan onderdeel uitmaken van de beraadslagingen. De heer BRUGGEMAN: Mijnheer de voorzitter. Ik heb van de heer Wagemakers begrepen dat hij deze motie ook heeft ingediend omdat het voor de leerlingen van het Dalton interessant is te zien hoe een motie wordt behandeld. Ik veronderstel dat deze motie hen zal helpen bij hun speurtocht naar ambtelijk taalgebruik op de website. Dat gaat goed. Ik zeg erbij dat dit nu eenmaal de manier is waarop moties worden geformuleerd. Voor ligt de vraag of de raad wil terugkomen op zijn oorspronkelijke standpunt ten aanzien van private gunning van de exploitatie van de Sportboulevard. Het antwoord van de CDAfractie op die vraag is, dat wij daarop niet willen terugkomen. 9

10 Gezien de in de commissie gevoerde discussies en de bijdragen van de verenigingen, de Sportraad en medewerkers lijkt het mij goed in te gaan op een aantal van de naar voren gebrachte bezwaren en vragen, die ook in onze fractie tot discussie hebben geleid. Allereerst wil ik op de algemene risico s ingaan. De heer Wagemakers heeft genuanceerd weergegeven welke vragen wij bij private exploitatie kunnen stellen en welke risico s daaraan verbonden zouden kunnen zijn. Wij moeten vaststellen dat de aanbesteding van de exploitatie inderdaad niet risicoloos is, maar voor het alternatief geldt onzes inziens precies hetzelfde. De exploitatie van de Sportboulevard door de gemeente is evenmin zonder risico, het risico is alleen anders. Wij zien regelmatig dat bij gemeentelijke projecten en activiteiten dingen kunnen misgaan, waarna gecorrigeerd moet worden, wat geld kost. De vraag die wij moeten beantwoorden is de volgende: zijn de risico s van aanbesteding van de exploitatie groter dan de risico s van het alternatief, namelijk exploitatie door het gemeentelijk Sportbedrijf, en zijn de risico s onverantwoord groot dan wel kan via private aanbesteding van de exploitatie een resultaat worden bereikt dat met exploitatie door het gemeentelijk Sportbedrijf niet bereikt kan worden? In het vervolg van mijn betoog zal ik op die vraag ingaan. Ten tweede moeten wij onszelf de vraag stellen of van private aanbesteding een meerwaarde te verwachten is. Die vraag is in de brief van ABVA/KABO duidelijk gesteld en naar de mening van ABVA/KABO en de FNV is het antwoord op die vraag nee. Wij zien een drietal redenen om deze vraag met ja te beantwoorden. Onzes inziens is wel degelijk sprake van een meerwaarde. Allereerst noem ik het financieel voordeel op de middellange en lange termijn. Of dat voordeel ,-- bedraagt, zoals zojuist door de heer Cobelens is beargumenteerd, of ,--, zoals door de heer Wagemakers is aangegeven, het voordeel is er. De heer WAGEMAKERS: Een verschil van ,-- is in het licht van de totale begroting van de gemeente wellicht niet groot, maar het is wel een substantieel bedrag. Ik ben benieuwd hoe hard deze bedragen in de optiek van de heer Bruggeman zijn. Hoe stevig is de onderbouwing daarvan naar zijn mening? De heer BRUGGEMAN: Zojuist heb ik daarover al iets gezegd en ik wil daarop nu niet specifieker ingaan. Natuurlijk kunnen met betrekking tot de aan ons voorgelegde informatie allerlei vragen worden gesteld, maar die vragen kunnen ook over het alternatief gesteld worden. Op een gegeven moment moeten wij vertrouwen op de integriteit van de cijfers die wij aangeleverd krijgen. Die cijfers zijn door deskundigen ambtelijke deskundigen of externe deskundigen getoetst. Dat is de basis waarvan wij moeten kunnen uitgaan. De heer WAGEMAKERS: Ik zal een concreet voorbeeld geven. In de bieding van Optisport wordt van recreatieve bezoeken per jaar uitgegaan. Het Sportbedrijf gaat uit van consolidatie of wellicht een kleine plus boven het huidige bezoekersaantal, dat ongeveer bedraagt. Dat is een substantieel verschil van kaartjes maal 4,--. De heer BRUGGEMAN: Ja, kaartjes tegen een overigens aanmerkelijk lager tarief. Dat risico is reëel. De heer WAGEMAKERS: Hebt u kennisgenomen van de aanbiedingsbrief van Optisport? De heer BRUGGEMAN: Ja. De heer WAGEMAKERS: Of bent u afgegaan op de inhoud van de raadsinformatiebrief, waarin een ander bedrag is vermeld? De heer BRUGGEMAN: Ook daarop ben ik afgegaan, maar dat u deze vraag stelt is terecht. Belangrijk is, dat het risico bij Optisport ligt. Wij moeten beoordelen of Optisport een financiële positie heeft die Optisport in staat stelt dat risico op een verantwoorde manier te nemen. Het antwoord op die vraag is ja. Ik verwijs naar de beantwoording door 10

11 wethouder Lagendijk op 15 januari. De wethouder heeft toen aangegeven dat het met name om het weerstandsvermogen van de organisatie gaat en dat is er. Voorts wil ik erop wijzen dat niet alleen het financiële resultaat op middellange en lange termijn ons ervan heeft overtuigd, dat de aanbesteding van de exploitatie een meerwaarde heeft. Of het voordeel nu ,-- of ,-- bedraagt, het financiële voordeel is niet significant. Zeker zo belangrijk vinden wij twee andere aspecten. Allereerst noem ik het feit dat de tarieven voor het zwembad of de ijsbaan naar het zich laat aanzien concurrerender, dus voor de gebruikers aantrekkelijker, kunnen zijn dan wanneer het Sportbedrijf de exploitatie uitvoert en voor ons is het ook belangrijk dat er voor Optisport een financiële prikkel is om het goed te doen. Zo werkt dat in een markt en dat is naar onze mening a priori niet vies. Voor Optisport is het belangrijk alle in de voorwaarden voor de gunning opgesomde zaken na te streven, omdat de Sportboulevard alleen bij realisering daarvan succesvol zal kunnen worden geëxploiteerd. Al deze zaken samenvattend zijn wij van mening dat er redenen genoeg zijn om ervan overtuigd te zijn, dat van exploitatie door Optisport een meerwaarde zal uitgaan. Zal Optisport voldoende flexibiliteit laten voor verenigingen? Zal een goede samenwerking tot stand komen tussen Optisport en de verenigingen? De praktijk zal dat moeten uitwijzen, maar er zijn twee overwegingen die ons ertoe brengen daarin vertrouwen te hebben. Allereerst is dat de prikkel waarover ik zojuist heb gesproken. Wil de Sportboulevard een succes worden, dan zal Optisport met de gebruikers daarvan de verenigingen en hun leden tot een goede samenwerking moeten komen. Als Optisport daarin niet slaagt, wordt het niets en blijven de gebruikers weg. Ten tweede: door verenigingen zijn terecht belangen benadrukt en zorgen geuit, maar wij hebben van een aantal verenigingen begrepen dat zij de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. De verenigingen zijn kritisch en alert en hebben vragen, maar zij zien wel dat de samenwerking met Optisport mogelijk een succes zal worden. De heer WAGEMAKERS: U zegt dat het risico ten aanzien van de bezoekersaantallen bij Optisport ligt. Het is mogelijk dat sprake zal zijn van een tekort van ,--. Zojuist heb ik drie opties genoemd: verhogen van de tarieven, snijden in de personeelskosten of naar de gemeente toe. Hoe staat het CDA daar tegenover? De heer BRUGGEMAN: Optisport heeft een weerstandsvermogen, daarmee begint het. Als deze exploitatie niet goed functioneert, zal Optisport in de eerste plaats zelf moeten bloeden. Ik ben van mening dat wij daarover niet te lang moeten praten, omdat daardoor de indruk zou kunnen ontstaan dat wij daarmee serieus rekening houden, wat ik vooralsnog niet wil doen. Als het niet goed gaat, zullen wij met elkaar een afweging hebben te maken. U hebt in uw woordvoering een uitweg geschetst en één van de drie mogelijkheden is dat de gemeente zelf een rol zal vervullen voor wat betreft de exploitatie. U schudt nee, maar het antwoord is ja De heer WAGEMAKERS: Voor de duidelijkheid: ik heb de drie opties aangehaald die Optisport in dit stuk zelf heeft genoemd en vervolgens aangegeven, dat de mogelijkheid bestaat dat de exploitatie zal terugvallen naar de gemeente. Dat is echter niet één van de drie opties. De heer BRUGGEMAN: Dat is één van de vier opties. Zoals gezegd: het begint bij het weerstandsvermogen. Optisport is de eerste die problemen zal ervaren als de exploitatie niet naar wens verloopt en als die situatie zich aandient, zullen wij met elkaar moeten bekijken wat wijsheid is. Eén van de mogelijkheden is dat de gemeente op dat moment zelf weer een rol gaat vervullen. Mijn vierde en voorlaatste punt heb ik in feite al besproken. Ik doel op de door een aantal partijen gestelde vraag of Optisport de exploitatie van de Sportboulevard wel aan kan. Naar het trackrecord van deze organisatie elders in het land kijkend zien wij een aantal positieve voorbeelden, maar er zijn ook negatieve voorbeelden, die zojuist de revue zijn gepasseerd. 11

12 De belangrijkste zekerheid die wij hebben is dat de Sportboulevard als fysiek gegeven de gebouwen in handen zal blijven van de gemeente en wij ten aanzien van de exploitatie altijd een alternatief houden, namelijk exploitatie door de gemeente zelf. Over de rechtspositie van de medewerkers kan ik kort zijn. Tussen de werkgever en de bonden is een akkoord op hoofdlijnen bereikt. Het akkoord is nog niet tot op de punten en de komma s uitgewerkt, maar er ligt wel een akkoord en wij zijn van mening dat het niet aan de gemeenteraad is in die verhouding een positie te kiezen. Wij constateren dat er een akkoord is en de rechtspositie van de medewerkers kennelijk voldoende is gewaarborgd. Samenvattend: wij komen niet terug op de eerder door ons uitgesproken intentie en kunnen akkoord gaan met deze gunning. De heer HOOGERDUIJN: Mijnheer de voorzitter. Er is wel eens kritiek op de manier waarop de gemeente haar taken uitoefent en met projecten omgaat. Het bedrijfsleven doet dat vaak beter, effectiever en goedkoper. Hier en daar wordt dat ook wel eens gepolitiseerd. Zo heet dat tegenwoordig. Vanmiddag zien wij de omgekeerde situatie: het niet meer als gemeente zelf doen, maar laten doen. Bij voorbaat is dat bestuurlijk en politiek interessant, zeker nu ook de gemeente extra op de centen moet letten. Wij vinden het terecht dat hierover in de gemeenteraad afrondend wordt gesproken. In de commissie hebben wij gezegd dat gunning van de exploitatie aan Optisport naar onze mening voor de hand ligt, overeenkomstig het in december door het college genomen besluit daarover. Wij wijzen daarbij op de zeer uitvoerige informatie van het college van burgemeester en wethouders en de naar onze mening overtuigende nadere toelichting van wethouder Lagendijk, zowel mondeling als schriftelijk, mede naar aanleiding van vragen van onze fractie in de commissie. Kort samengevat: wij vinden de duidelijke financiële voordelen op termijn van belang, de tarieven, de financiële degelijkheid De heer WAGEMAKERS: Ik ga het riedeltje herhalen, mijnheer de voorzitter. De VOORZITTER: Als u uw standpunt één keer duidelijk naar voren brengt, hoeft u niet elke keer hetzelfde riedeltje te herhalen. De heer WAGEMAKERS: Ik wil graag van de fractie van de ChristenUnie/SGP horen waar zij de financiële onderbouwing van het uiteindelijke resultaat vandaan heeft gehaald. Die heb ik niet gezien. De VOORZITTER: Gaat u verder, mijnheer Hoogerduijn. De heer HOOGERDUIJN: Hoef ik de vraag van de heer Wagemakers niet te beantwoorden, mijnheer de voorzitter? De VOORZITTER: Dat hoeft niet, maar het zou wel beleefd zijn. De heer HOOGERDUIJN: Wij baseren ons op de stukken van het college, die daarover naar onze mening voldoende duidelijkheid geven en die in de commissie voldoende zijn toegelicht. Omdat hierover zojuist ook al het een en ander is gezegd, wil ik hierop op dit moment niet nader ingaan. Ik noemde de voordelen op termijn, niet alleen in financiële zin voor de gemeente maar ook voor wat de tarieven betreft. Natuurlijk vinden wij de financiële degelijkheid van Optisport ook van belang, evenals de positie van de sportverenigingen en de evenementen en last but not least de regelingen voor het personeel, waarover wij in de commissie al het een en ander hebben gezegd. Wij benadrukken nogmaals dat naast de belangen van de sportconsumenten en de gemeentelijke medewerkers ook de belangen van de belastingbetalers een rol spelen. Een 12

13 euro kan maar één keer worden uitgegeven. Anders gezegd: onze fractie benadert dit voorstel vanuit het integrale belang van alle Dordtenaren. Wij zijn van mening dat een juist evenwicht is gevonden en zorgvuldig rekening is gehouden met de sectorale belangen, de sportconsumenten en de gemeentelijke medewerkers. De heer WAGEMAKERS: Mag ik de heer Hoogerduijn, die over de belangen van de Dordtse belastingbetaler heeft gesproken, herinneren aan het feit dat wij bij de bouw gestart zijn met een krediet van 35 miljoen en daaraan inmiddels al ruim 17 miljoen is toegevoegd? Dat is ook geld van de Dordtse belastingbetaler. De heer HOOGERDUIJN: Dat is des te meer reden om voor wat de exploitatie betreft kritisch te zijn. Overigens wil ik erop wijzen dat de uiteindelijke gunning relatief gezien maar een klein extraatje opleverde. Naar ik veronderstel zult u zich dat herinneren. Ik meen dat het slechts 8% was. Zeker in die tijd viel dat erg mee. Vandaar dat wij daarmee akkoord zijn gegaan. Er is alle reden kritisch naar de exploitatie te kijken en wij hebben dat ook gedaan. Ik heb al gezegd dat wij een euro maar één keer kunnen uitgeven en op de voordelen voor alle Dordtenaren gewezen. Onze conclusie is, dat wij geen enkele reden zien om terug te komen op de in 2007 gemaakte keuze de exploitatie aan een private exploitant uit te besteden. Wat ons betreft kan de gunning aan Optisport worden afgerond. De motie van BVD zullen wij niet steunen. De heer NEDERPELT: Mijnheer de voorzitter. Vandaag is de gunning van de exploitatie van de Sportboulevard aan de orde. GroenLinks heeft zich daarover de volgende vragen gesteld: worden de werknemers daar beter van; wordt het sportbeleid daar beter van; gaan de kosten omlaag; wordt de burger er beter van en is de procedure goed doorlopen? Ik zal deze vijf vragen stuk voor stuk doorlopen. Gelet op de woordvoeringen van de voorgaande sprekers zal ik proberen mijn bijdrage kort te houden. Ik begin met de werknemers van de gemeente en de ijshal. Door de gemeente, Optisport en de vakorganisaties is een sociaal plan opgesteld, waarvan de werknemers van de ijshal onderdeel uitmaken. Omdat met hen of hun vertegenwoordigers niet rechtstreeks is gesproken, zijn wij van mening dat de gemeente niet zorgvuldig met de medewerkers van de ijshal is omgegaan. Voor wat betreft de ambtenaren van Aquapulca is dat echter wel het geval. Deze gang van zaken leidt op termijn tot een verslechtering van de rechtspositie van de huidige en de toekomstige medewerkers van de Sportboulevard. Dordrecht gaat dus verdienen aan de slechtere arbeidsvoorwaarden van de medewerkers van de nieuwe Sportboulevard. Het sportbeleid van de gemeente kent drie spaken: de verenigingen, de gemeente en het Sportbedrijf of Optisport. Als één van die partijen niet goed is aangehaakt of te kennen geeft op deze voet niet verder te willen, kan dat betekenen dat de vaart eruit gaat en mogelijk zelfs de band klapt. Gezien de inspraak van de door u gewaardeerde Sportraad, die tegen dit voorstel is, hebben wij onszelf de vraag gesteld welk risico de gemeente in dezen loopt. De Sportraad vertegenwoordigt immers niet alleen de sport, maar ook vele vrijwilligers en juist de vrijwilligers maken of breken de nieuwe ontwikkelingen. Wij zien een groot afbreukrisico voor wat betreft het sportbeleid. De verwachte kosten voor de gemeente. Uit de analyse blijkt dat de gemeente op termijn zal gaan besparen. Optisport heeft echter geen belang bij een goed sportbeleid, maar wel bij een financieel aantrekkelijk beleid. Die tweespalt kan voor vrijwilligers een reden zijn om af te haken, wat het laatste is wat wij willen. De maatschappelijke opbrengst kan daardoor minder zijn dan de financiële opbrengst. Het gaat ons echter om de maatschappelijke opbrengst van dit complex, waarbij veel verenigingen zijn betrokken, en niet om de financiële opbrengst. Wat betekent dit voor de burgers? De burgers onderscheiden wij in de vrijwilligers van de verenigingen en de bezoekers. Dit zijn voor ons belangrijke groepen. Dat zijn immers de mensen voor wie wij dit doen. 13

14 Het standpunt van de vrijwilligers en de verenigingen is door de Sportraad duidelijk verwoord, zij zijn tegen. Wij steunen de Sportraad in dezen. De burgers/recreanten hebben een voordeel, blijkend uit de toegangsbewijzen. Of dit ook in de komende jaren het geval zal zijn, zal moeten blijken. De gevolgde procedure. In de commissie hebben wij geconstateerd dat door de Sportraad en ook door andere partijen pas daar voor het eerst werd ingesproken. Wij zouden het op prijs hebben gesteld als de verenigingen nauwer zouden zijn betrokken bij de aanbestedingsprocedure, ook bij de beoordeling van de aanbesteding, opdat beter rekening had kunnen worden gehouden met hun wensen en eisen. De antwoorden op onze vijf vragen samenvattend: Worden de werknemers hier beter van? Nee. Wordt het sportbeleid hier beter van? Nee. Gaan de kosten omlaag? Misschien. Wordt de burger hier beter van? Misschien. Is de procedure goed doorlopen? Zijn alle actoren daarbij betrokken? Niet echt. Alles overziend deel ik u mede dat GroenLinks niet instemt met de private exploitatie en dus wil terugkomen op het eerder genomen besluit over de gunning. De heer TAZELAAR: Mijnheer de voorzitter. De Sportraad en het Sportbedrijf hebben vele jaren goed werk geleverd. Vele vrijwilligers hebben zich daarvoor ingezet. De Dordtse harten klopten voor het Sportbedrijf en de sportverenigingen. Wij vinden het jammer dat het mooiste sportcomplex van Nederland, zoals wordt gezegd, zal worden geprivatiseerd. Wij denken dat het enthousiasme daardoor zal verdwijnen. De VSP is van mening dat Optisport geen ervaring heeft met dergelijke grote projecten. Wij hebben de projecten van Optisport in den lande bekeken en vastgesteld dat die projecten misschien 2% vormen van wat wij in Dordrecht op poten aan het zetten zijn. Wij willen daarmee een eerste prijs behalen en betwijfelen of dat met Optisport mogelijk zal zijn. Over de opbouw van het personeel en de salarissen op langere termijn hebben wij ook twijfels. Hoe staat het met de garantie van de geplande uren voor de sportverenigingen? Daarover wordt niet consequent gesproken en daarover is niets vastgelegd. Hoe vangen wij dat op? Blijft de Sportraad nog invloed uitoefenen en zal bijsturing mogelijk zijn als het niet loopt zoals het zou moeten lopen? Wij zouden graag een jaar lang willen bekijken wat Optisport presteert voordat wij dit prachtige sportcomplex laten verzanden. Wij zijn van mening dat de sport in Dordrecht altijd moet doorgaan, daarmee zijn wij al jaren bezig en vele vrijwilligers en verenigingen hebben nu de kans zich te ontwikkelen. De gunning aan Optisport mag niet ten koste van de sporters gaan en eventuele financiële tegenslagen mogen niet ten koste van de burgers van Dordrecht worden verrekend. Als de meerderheid van deze raad besluit tot privatisering over te gaan en mocht blijken dat Optisport niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, hoe denkt u dat dan op te lossen? Zijn professionele hulptroepen aanwezig, zijn zij al in opleiding en hebben zij al de kans gehad te bekijken hoe het complex draait? Als er een kink in de kabel komt, zal de deur niet opengaan omdat Optisport er niet meer is en zal een of andere inspecteur voor de deur staan kijken. Wie zal zorgdragen voor het ontwikkelen van talenten? Zullen de verenigingen daarop nog wel invloed hebben? Krijgen zij genoeg uren om hun doelen te verwezenlijken? Ik heb begrepen dat talenten elke dag moeten sporten. Wij hebben daarover twijfels. Om deze reden gaan wij niet akkoord met de gunning aan Optisport. Wij zijn van mening dat het Sportbedrijf Dordrecht nog eens goed naar de mogelijkheden moet kijken en ons een goed ander voorstel zal moeten doen, een beter voorstel dan het voorstel inzake Optisport, zodat wij daarvoor zullen kunnen kiezen. In de motie van BVD staan veel vragen en zolang wij vragen hebben, kunnen wij niet besluiten. Ik ondersteun de motie van BVD. 14