*ZEA5DAAA032* V E R S L A G * * * * * * *

Transcriptie

1 *ZEA5DAAA032* Zaaknummer: ZA /DN V E R S L A G * * * * * * * van de commissievergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 14 juni 2016 om uur in het gemeentehuis in Sellingen. Voorzitter: Griffier: Aanwezig: Afwezig: Aanwezig: Verslag: H.B. Wijnholds. H.R. Kastermans. 17 leden: W. Eilert (PvdA), R. Joling (PvdA; fractievoorzitter), D.W. Hoftijzer (PvdA), E.C. v.d. Horst (PvdD; fractievoorzitter), R.H.J. Kriek (GL; fractievoorzitter), J.G. Sanders (D66; fractievoorzitter), H. Hemmen (CDA), M. Heidekamp-Prins (CDA; fractievoorzitter), H.J. Kuper (CDA), J.J. Wachters (CDA), R. Koskamp (GB; plv. commissielid.), P.F..X. Timmermans (GB), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), J.R. Kruiter-Draadjer (GB), H. Brunen (GB), H. de Vries (CU; fractievoorzitter), K.R.P. Buigel (VVD; plv. commissielid). H. van der Goot (GB). L.A.M. Kompier (burgemeester), wethouders S. Lok (CDA), W. Potze (PvdA) en F.J. Luth (GB). M. Kinket. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2. Vaststellen agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

2 3. Spreekrecht burgers. Mevrouw Potze: Ik spreek hier namens mijn man en mijzelf. Het gaat over agendapunt 10, reactie van het college op motie Woningbouw in het buitengebied. Ongeveer een jaar geleden hebben wij onze woning verkocht. En wij hebben de wens om in de gemeente Vlagtwedde een nieuwe woning te bouwen. Nu hebben we via makelaar Sluiter een stukje grond op het oog wat ons wel heel erg aanspreekt. Na overleg met de makelaar Sluiter blijkt dat er geen bouwvergunning op dat stukje grond is. Dat betreft aan de S.W. De Clercqweg in Vlagtwedde, Hebrecht noemen ze dat wel. De makelaar heeft geadviseerd om contact op te nemen met de gemeente om wat meer informatie te krijgen over de situatie. Dat heeft mijn man gedaan. En we hebben informatie gekregen van Klaas Gringhuis, hij heeft ons uitgelegd over de achtergrond en wet- en regelgeving en hij heeft ons ook op de hoogte gesteld van een document wat hierop van toepassing zou zijn. Het stukje grond is S.W. De Clercqweg en het ligt tussen huisnummer 6 en huisnummer 10 in. Dus de kans is heel groot dat het nummer 8 geweest is. In het verleden hebben daar mensen gewoond en de woning is afgebrand. En wij hebben begrepen dat in 1987 met de bestemmingsplanwijziging er een agrarische bestemming op gekomen is. Nu hopen wij dat er qua wet- en regelgeving nu wel mogelijkheden zijn om daar toch een bouwvergunning op te kunnen krijgen, omdat het onze wens is om daar nieuw te bouwen. Wij hebben gekeken naar die motie. Het stuk van woningbouw in het buitengebied. En wij begrijpen dat de fracties Gemeentebelangen en PvdA zich buigen over criteria om toch bestemmingswijziging voor elkaar te krijgen op bepaalde stukken een grond met voormalige agrarische bestemming. Wat we dan zien onder het kopje Provinciale Omgevingsverordening, daar staat vermeld dat een bestemmingsplan onder voorwaarde kan voorzien in de bouw van maximaal twee nieuwe woningen op een open plek in een bestaand bebouwingslint. Nu is hier naar onze mening sprake van een bebouwingslint omdat het een rij is van woningen die elkaar opvolgen en waar er één in ontbreekt. Dat is een beetje mijn definitie. Het staat veel mooier verwoord in het document. Nu staat er onder het kopje gemeentelijk beleid dat het bestemmingsplan buitengebied geen regeling kent voor de invulling van een open plek in een bestaand bebouwingslint. En de opmerking wordt genoemd, als er ruimtelijke winst is te behalen met deze regeling ligt het voor de hand initiatieven met een positieve insteek te benaderen en deze middels een afwijkingsbesluit te faciliteren. Het zou mooi zijn als dat van toepassing is. Verder wordt er ook gesproken over regionale presentatieafspraken, gelijkblijvende woningvoorraad op 1 januari 2018 en anticiperen op een dalende woningvoorraad wat ook één van de doelen is van de gemeente. Dat zou betekenen dat je niet een woning mag bouwen een bouwvergunning mag uitgeven tenzij je elders een woning aan de woningvoorraad onttrekt. Daarbij wordt wel opgemerkt dat dit dan niet mag leiden tot ongewenste ruimtelijke situaties. Bijvoorbeeld een storend gat in de lintbebouwing. Nu zou dat voor ons wellicht betekenen dat wij elders een stukje grond zouden moeten kopen waar een woning op staat. Dat valt niet altijd mee. Bovendien is dat voor ons financieel niet haalbaar. Misschien voor andere mensen wel. Maar het zou al gauw betekenen dat je een stukje grond moet kopen voor ,00 of meer. De woning zou dan vervolgens van die grond af moeten. Dus die kosten zijn voor ons. Je hebt ook nog kosten koper. Je zit gauw aan ,00 a ,00 om dan de beschikking te krijgen om elders een bouwvergunning te krijgen. Dan zouden we dat moeten betalen en vervolgens zouden we nog de grond moeten Pagina 2 van 37

3 betalen en een huis moeten gaan bouwen aan de S.W. De Clercqweg. Dus het is voor ons in ieder geval niet haalbaar. De kans is dan ook nog aanwezig dat je elders een bouwvergunning weghaalt waar naar ons inzicht ook dan misschien het probleem wat nu aan de S.W. de Clercqweg is, die lintbebouwing die niet ingevuld is, die door het weghalen van een bouwvergunning elders weer gaat creëren. Dus dan verplaats je het ene gat in de lintbebouwing naar een ander gat in de lintbebouwing. We zouden het heel erg fijn vinden als we toch in de gemeente Vlagtwedde zouden kunnen wonen. We wonen nu tijdelijk in de gemeente Stadskanaal. Althans dat is de bedoeling. We willen ons wel weer heel graag gaan vestigen in de gemeente Vlagtwedde. Dat zou betekenen dat er weer twee mensen bijkomen in de gemeente Vlagtwedde, dus jippie hoera. Bij deze dan het verzoek van ons om jullie gedachte erover te laten gaan en hopelijk om medewerking te kunnen verlenen aan ons verzoek hiertoe. Als wij op één of andere manier daar aan mee kunnen werken dan doen wij dat graag. In ieder geval wil ik jullie bedanken voor deze tijd om hierover te kunnen spreken. Nogmaals dank aan alle betrokkenen en de aanwezigen. De heer Hoftijzer: Het is in ieder geval heel mooi dat u graag in de gemeente Vlagtwedde wilt gaan wonen. Daar zijn wij uiteraard heel blij mee. Heeft u ook overwogen om een bestaande woning te kopen die er al is in de gemeente. Om daar te gaan wonen. Want volgens mij is er redelijk veel aanbod. En wat heeft u doen besluiten om dat niet te doen? Mevrouw Potze: Als we een bestaande woning zouden kopen dan zit je heel vaak vast aan een gebied wat niet zo mooi rustig is als S.W. de Clercqweg. Dus dat is onze wens om in het buitengebied te wonen. Daarnaast willen wij ook heel graag energiezuinig gaan bouwen. Het is wel heel lastig om een bestaande woning echt goed energiezuinig te krijgen zonder dat je dan weer extra hoog in de kosten komt. Wij moeten ook kijken naar het budget wat wij tot onze beschikking hebben. Dus dat zijn in ieder geval overwegingen om dat niet te doen. Dat zal ook niet snel gebeuren. De heer Buigel: Ik heb het niet helemaal in uw verhaal gehoord. Bent u nu eigenaar of heeft u een koopoptie op dit stukje grond. Mevrouw Potze: Wij hebben een afspraak met de makelaar dat wij in gesprek gaan met u om te kijken of er mogelijkheden zijn om er wel een bouwvergunning op te krijgen. En als dat het geval is dan zullen wij met de makelaar verder afspraken gaan maken. Maar dat hebben we nog niet, want dan zouden we een stuk grond aankopen waar totaal geen mogelijkheden in zijn. Dus dat zou niet zo verstandig zijn. We hebben op dit moment gewoon het vertrouwen van de makelaar om dit op deze manier te doen. De heer Kriek: Ik vroeg mij af, het stuk grond wat nu te koop is aangeboden is dat te koop aangeboden als zijnde bebouwbaar? Dus werd daarbij verteld dat het mogelijk was om daar woningbouw te doen? Of werd dat te koop aangeboden als landbouwgrond? Mevrouw Potze: Misschien dat mijn man dat beter kan zeggen. Maar volgens mij staat er niet in dat het echt met een bouwvergunning is. Er staat bij genoemd dat dat dan besproken moet worden. Dat de mogelijkheid onderzocht moet worden of daar een bouwvergunning kan komen. Pagina 3 van 37

4 De heer Timmermans: Ik had dezelfde vraag als de heer Hoftijzer. Maar daarnaast zou ik graag uw verhaal op papier willen zien. Zodat wij het verder kunnen nalezen. En de vraag, u bent bij de heer Gringhuis geweest, maar u heeft nog geen echt vaststaand plan ingediend? Mevrouw Potze: Nee hoor. De heer Timmermans: U heeft nog geen echte weigering gehad? Mevrouw Potze: Dan moet ik even meneer Gringhuis aankijken maar volgens mij niet. Ik begrijp de vraag niet zo goed. De heer Timmermans: Of er een weigering is gegeven voor dit stukje grond. Mevrouw Potze: U wilt graag het verhaal op papier. Mag ik dan misschien met u contact opnemen hoe en wat? Oké. 4. Bestuurlijke informatie. Geen bestuurlijke informatie. 5. Vaststellen verslag commissievergadering 10 mei Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 6. Vaststellen toezeggingenlijst. De toezeggingenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. 7. Ingekomen stukken. 07.A.01 t/m 07.A.09 De heer Hoftijzer: Het gaat over 07.A.01 de motie gratis ter beschikking stellen van een verklaring omtrent gedrag. Dit is een belangrijke motie. Zowel voor onze gemeente als voor vrijwilligersorganisaties in onze gemeente. De kosten van een VOG zijn aanmerkelijk verhoogd. En die komen vaak voor rekening van de vrijwilligersorganisatie of via subsidies voor rekening van onze gemeente. Wij zouden dan ook deze raad willen voorstellen om deze motie in algemene zin te ondersteunen. En dat ook kenbaar te maken. De heer Kuper: Een VOG kost volgens mij rond de 30,00 a 35,00 euro in deze gemeente. Voor veel vrijwilligersorganisaties kan het natuurlijk een behoorlijke drempel zijn. Want nou is het ook zo dat er wel commerciële organisaties, ik noem maar een kinderopvang, ook een VOG Pagina 4 van 37

5 nodig hebben. Bedoelt de heer Hoftijzer dat ook voor dergelijke organisaties een VOG gratis zou moeten zijn? De heer Hoftijzer: Volgens mij is de motie daar helder in. Het gaat om vrijwilligersorganisaties. De heer Buigel: Het gaat over 07.A.04 over de begrotingswijzigingen. In de raad van maart jongstleden hebben wij het gehad over het krediet voor de herindeling. In dat voorstel stond dat wij maandelijks gerapporteerd werden over de voortgang van wat er uitgegeven wordt. Mijn vraag is dan ook, op welk moment komt een dergelijke rapportage naar de raad toe? Mevrouw Kompier: 13 juli. De heer Hoftijzer: Ik wou nog even terugkomen op 07.A.01. Ik heb een vraag gesteld en daar geen antwoord op gekregen. Ik kan mij voorstellen dat eventuele besluitvorming in een volgende vergadering terugkomt. Maar toch graag reactie op de vraag. Willen wij dit ondersteunen ja of nee. De heer Sanders: Mijn fractie is het er volkomen mee eens. Alleen heb ik de vraag, wat zijn de kosten die onze gemeente dan maakt? Om hoeveel aantallen gaat het dan? Grote aantallen? Anders zijn we denk ik wat geld aan het verschuiven. Als het gaat over subsidie en het komt vanuit een andere pot dat is mij nog niet helemaal duidelijk. Maar in principe steunen wij de motie van harte. Mevrouw Hemmen: Ik vind de motie heel sympathiek. Maar de vraag is in hoeverre hebben vrijwilligersorganisaties in onze gemeente hier nu ook last van? Zijn wij daarmee bekend? Is dit een probleem? De heer Buigel: Ook de vragen die door D66 en het CDA gesteld zijn die leven ook bij ons. Op zich staan wij heel sympathiek tegen het voorstel van het gratis verstrekken van VOG's. Maar ik zou dan wel graag wat meer informatie hebben. Is er behoefte aan bij onze verenigingen? Wat gaat het de gemeente kosten? Ik zou er wat meer inzicht in willen hebben voordat ik nu zo plotsklaps zeg ja of nee. De heer Kriek: Ook vanuit GroenLinks hebben wij sympathie voor deze motie. Ik denk dat het heel belangrijk is dat juist ook bij vrijwilligersorganisaties met name als die met kinderen werken of met andere mensen die niet zo sterk staan in de samenleving dat die beschermd worden doordat VOG's worden uitgegeven. Maar inderdaad kunnen wij ons goed voorstellen dat dat een hele hoge kostenpost is. Dus wij vinden het een heel sympathiek idee. De heer Timmermans: Op zich vinden wij het een sympathiek voorstel. Maar wij willen er graag wat meer berekeningen op los gezien hebben. Wat gaat het de gemeente kosten? Want de gemeente maakt ook kosten van een VOG. Wat gaat het de gemeente totaal niet opbrengen? Wij willen graag wat meer informatie over het geheel. De heer Hoftijzer: Het is niet een motie die ons direct aangaat en ons direct geld kost. Het is een motie gericht aan de tweede kamer om hier wat aan te gaan doen, aan de hoge kosten voor de VOG's. En in die zin hebben wij daar indirect profijt van als gemeente in de situatie die ik net Pagina 5 van 37

6 geschetst heb. Dus het gaat niet om hier de VOG's gratis ter beschikking te stellen. Het gaat om een oproep aan de Kamer en de politiek landelijk om iets aan dit probleem te doen. De heer Buigel: Begrijp ik dan de vraag van de heer Hoftijzer goed dat wij als gemeenteraadsleden in contact treden met onze Tweede Kamerleden of ze dit eventueel gaan aannemen of niet gaan aannemen. De heer Hoftijzer: Wij gaan als gemeente deze brief ondersteunen richting de Tweede Kamer en aangeven dat wij dit ook van belang vinden. Mevrouw Van der Horst: Zo had ik het ook gelezen en dan vind ik het een zeer goed idee en zouden wij het ondersteunen. Mevrouw Kompier: Het is even of je vanuit de vrijwilligersportefeuille benadert of vanuit gedragskant. Dus je kunt het vanuit verschillende portefeuilles aanvliegen. Vanuit gedragskant kan ik hem alleen maar onderschrijven. 07.B B.02. De heer Timmermans: Wij willen graag aandacht vragen voor 07.B.02 het afschrift van de brief van plaatselijk belang. Het mag niet zo zijn dat door een verbeterde kruising N391 en N366 het buurtschap de Maten en gedeeltelijk het stuk van de Maten verkeersoverlast krijgt, groot landbouwverkeer. Wij willen voorstellen dat ons college met de provincie Drenthe, die volgens ons de leider is in dit traject, in overleg gaat om dit af te wenden. De heer Buigel: Dat ligt ook in het verlengde van wat de heer Timmermans zegt. Wij vinden ook de brief van deze bewoners zeer sympathiek. De parallelweg is destijds ook voor het landbouwverkeer aangelegd. Wij zouden ook vragen aan het college neem contact op met de provincie Drenthe, eventueel met de provincie Groningen. Daaraan gekoppeld zou onze fractie ook alvast een kleine dekkingsvoorstel willen doen. Wij hebben namelijk nog de bestemmingsreserve verbreding N33 Assen-Zuidbroek. Misschien zou dat een hulpje kunnen zijn in de onderhandelingen naar de provincie Drenthe toe. De heer Kriek: Ook wij ondersteunen de woorden van Gemeentebelangen. Wij vinden het zowel voor de landbouwers als voor de omwonenden van belang dat het landbouwverkeer niet heel erg hoeft om te rijden en ook zeker niet door allerlei kernen hoeft te gaan. Het is jammer als de verbouwing van een weg tot een wat hoogwaardiger weg dit als gevolg zou hebben. In het verleden heeft het aanleggen van deze weg al heel wat lokale wegen afgesneden. Het houdt ergens een keer op. Dus ook wij zouden graag zien dat het college hier iets aan probeert te gaan doen. De heer Hoftijzer: Ondersteuning van de woorden van de vorige sprekers behalve die van de heer Buigel. Ik denk dat het in eerste instantie een probleem is wat de provincie moet oplossen. Wethouder Luth: Wij vinden deze brief ook heel erg sympathiek. We hebben dit afgelopen vrijdag besproken. We zijn als college op bezoek geweest bij het buurtschap De Maten. En daar Pagina 6 van 37

7 is dit ook aan de orde geweest. Ook in de ochtend is er overleg geweest met de provincie Drenthe met ambtelijke ondersteuning vanuit onze gemeente. Wij hebben in ieder geval aangegeven, maar ik denk dat het heel goed is om daar contact over te zoeken. Voor wat betreft de provincie Groningen staat er volgende week een afspraak gepland met de gedeputeerde. En dat lijkt mij ook een prima moment om dit even mee te nemen. 07.C.01 t/m 07.C.03. De heer Kriek: Het gaat over 07.C.01. Wij hebben vorige keer ook al vragen gesteld, over de omwonenden in hoeverre die worden betrokken bij het verhaal van de passeerplaatsen. En wij lezen hier dat de wethouder zegt, inmiddels hebben wij met de indieners van de petitie een rondgang gemaakt langs de aangegeven wegen en met hun op kaart genoteerd en gefotografeerd waar men precies passeerplaatsen heeft bedacht. Prachtig. Maar wij vroegen de vorige keer, wat gaat er gebeuren met de overige omwonenden. Dus niet alleen de indieners. En daar lezen wij nog steeds niets over terwijl het in het verslag van de vorige vergadering wel staat van mevrouw Luth, voor wat betreft de aanwonenden vinden wij dat wij als gemeente verplicht zijn dat daar waar iets verandert aan de weg, we ook moeten communiceren met de omwonenden. Dus graag hier een toelichting bij. De heer Hoftijzer: Het betreft een toezegging aan de Partij voor de Dieren over het overleg met LTO. De vraag aan het college, welke status hebben deze overleggen? Er worden geen verslagen van gemaakt. Het lijkt mij toch professioneel dat je afspraken en de onderwerpen waarover je gesproken hebt vastlegt. Volgende vraag, waarom alleen agrariërs via LTO. Er zijn volgens onze fractie meer belangenorganisaties van agrariërs waarmee gesproken zou worden. En als het gaat over het buitengebied is volgens mij het aandeel niet- agrariërs onder onze inwoners vele malen groter dan het aantal agrariërs. Is er ook overleg met hen? De heer Joling: Eindelijk ligt het rapport van het agentschap Telecom met aanvullend onderzoek in onze dropbox. Ik moet zeggen dat mijn fractie behoorlijk onder de indruk is van de wijze waarop agentschap Telecom onderzoek heeft gedaan naar de mobiele bereikbaarheid van 112 in onze gemeente. Er zijn uit mijn hoofd gezegd rond de 700 testoproepen gedaan. En in de meeste gevallen naar boven afgerond in 100% van de gevallen is 112 bereikbaar. Die conclusie verbaasde mij eigenlijk wel. Maar nu schijnt het zo te zijn dat de techniek is zo dat als je geen bereik hebt op je telefoon en je belt 112 dan wordt je automatisch doorgeschakeld naar een andere provider of zelfs naar een Duitse provider die dan precies weet dat je in Nederland bent en dan wordt je weer automatisch doorverbonden naar een Nederlandse provider zodat je toch 112 aan lijn krijgt. Ik heb het zelf stiekem ook een paar keer geprobeerd op een plek waar helemaal geen bereik was. Ik ben niet verder gegaan dan dat de telefoon overging daarna ben ik gestopt. En 112 is inderdaad goed bereikbaar in onze gemeente, maar de mobiele bereikbaarheid naar burgers en bedrijven toe is wel slecht in onze gemeente. En daar zijn wel blinde vlekken. In een vorige raadsvergadering heb ik het college gevraagd, ga met het ministerie in gesprek, ga met providers in gesprek, ga met agentschap Telecom in gesprek. Ik ben dan ook benieuwd of er al wat ontwikkelingen zijn en of die gesprekken al hebben plaatsgevonden of gaan plaatsvinden. Pagina 7 van 37

8 Wethouder Luth: De situatie is als volgt. Het klopt inderdaad wat meneer Kriek zegt. Alleen moet ik u eerlijk zeggen dat ik de handtekeningenactie, want dat was een hele lange lijst, zo niet in mijn hoofd of alle omwonenden, maar volgens mij hebben we een heel groot deel van de omwonenden ook daarbuiten. Dus dat moet ik even navragen. Maar het lijkt mij evident dat als je daar iets gaat veranderen dat je in ieder geval direct, zoveel aanwonenden zijn er niet, die daarbij gaan betrekken. Dus de planvorming ligt nog voor, dus men is druk bezig met inventariseren. De heer Kriek: Juist dat laatste baart mij zorgen. De planvorming ligt al voor. De plannen vorderen dus al en de omwonenden zijn volgens mijn informatie nog steeds niet betrokken. Terwijl dat wel is toegezegd. Dus ik zou toch graag willen dat dat op zeer korte termijn gebeurt, zodat die overige omwonenden, waarvan ik die informatie heb, dat die juist niet op de lijst staan, dat die hier toch bij worden betrokken en niet verrast worden door ingrepen waar zij niets van hebben kunnen vinden. Wethouder Luth: Gauw oppakken. Wethouder Lok: Uiteraard praat de LTO niet alleen met mij maar ook wel eens met ambtenaren of de overige leden van het college. De vraag is waarom geen vastlegging. Het is eigenlijk heel informeel overleg. Het is gewoon even bijpraten over de situatie in de wereld en de situatie in onze gemeente en eventuele problemen waar men tegenaan loopt of zaken. Het is heel informeel. En ik denk dat het ook goed is om dat informeel te houden. Als er behoefte is aan vastlegging dan komt er wel iemand met een verzoek of anderszins. En als het nodig is wordt de raad daar ook wel in meegenomen. Maar om het informeel te houden hebben is daar tot dusver van zowel gemeentezijde als van de LTO geen behoefte toe geuit. Waarom alleen met de LTO? We spreken niet alleen met de LTO zoals ook in het antwoord staat, we spreken natuurlijk met een hoop partijen in onze gemeente. Wie dat wil kan met ons spreken. Ook mensen die niet georganiseerd zijn in een standsorganisatie of wie dan ook. Maar de LTO, dat is traditie die heeft dat aangegeven en dat is ook zo gegroeid. Wij hebben daar geen probleem mee. We willen daar natuurlijk niemand voor buitensluiten. Dus ook als andere inwoners van onze gemeente met ons in gesprek willen dan zullen we daar altijd open voor staan. Dat voor wat betreft de LTO. Dan de vraag van de heer Joling voor wat betreft de mobiele bereikbaarheid. We hebben vorige week een gesprek gehad met KPN over de problemen met de mobiele bereikbaarheid. Ook over ontwikkelingen met betrekking tot breedband. We kunnen dat ook nog wel even terugkoppelen. Maar het belangrijkste is wel voor wat betreft de mobiele bereikbaarheid dat KPN inzag dat wij als gemeente daar een probleem hebben. Het is ook op een goede manier onder de aandacht gebracht. De burgemeester heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Dat heeft de organisatie ook goed wakker geschud. Dus dat was prima. Daarin hebben zij voortvarend voorzien door de belofte te doen dat ze een extra mast zullen plaatsen achter het Boschhuis. Ik moet de exacte locatie nog eens bekijken. Maar om elk geval die onbereikbare hoek te voorzien van een goede bereikbaarheid. Dus dat is een toezegging die zij hebben gedaan om daar op korte termijn in te voorzien. Daar waren wij blij mee. De heer Hoftijzer: Ik zou nog even willen reageren op het overleg met LTO. Ik kan mij niet voorstellen dat daar geen onderwerpen aan de orde komen die van enig belang zijn. En die ook te maken hebben met het voeren van beleid in onze gemeente. U noemt zelf al als er problemen zijn et cetera dan lijkt mij toch ook dat je daar op enige manier aan Pagina 8 van 37

9 voortgangsbewaking doet et cetera. Dus ik zou toch willen vragen aan het college om daar wel mee aan de gang te gaan, en iets van een actielijst of iets dergelijks op te stellen. Wethouder Lok: Als geen van beide partijen daar in die zin behoefte aan hebben vind ik dat wel een beetje veel gevraagd. Maar dat betekent dat u geïnformeerd wil worden over de inhoud van de gesprekken. Dat is wat u in principe bedoelt? De heer Hoftijzer: Misschien is dat wel de achterliggende vraag ja. Wethouder Lok: Als u daar behoefte aan heeft dan kunnen wij daarin voorzien. Maar dan vraag ik mij wel af, moeten wij van alle gesprekken die wij als college voeren met wat voor organisaties dan ook steeds een terugkoppelen aan de raad. Want dan vraag ik mij af, waarom alleen voor de LTO en niet voor de rest van de gesprekken die wij voeren. De heer Hoftijzer: Ik neem aan dat u met de rest van de organisaties ook op een professionele manier met elkaar omgaat. En dingen die van belang zijn ook zo vastlegt. Die hoef ik niet allemaal te zien. Maar het kan wel van belang zijn. Wethouder Lok: Ik vraag mij toch wel even af waar dan de grens ligt. Want als u een verslag wilt hebben van elk gesprek wat wij met wie dan ook voeren in deze gemeente met organisaties of individuelen. U zegt zelf, de achterliggende idee is dat wij als raad willen worden geïnformeerd. Dat geeft u zelf aan. Dan vraag ik mij af, waar begint het en waar eindigt het? De heer Joling: Volgens mij hebben we net verschrikkelijk goed nieuws gehoord van de wethouder dat we een extra mast krijgen in onze gemeente. Chapeau voor het college dat ze dat voor elkaar hebben gekregen. Wethouder Lok: Dank u wel voor dit compliment. De heer Kriek: Er ontstond net een kleine discussie tussen de heer Lok en de heer Hoftijzer. En ik wil daar toch ook iets over zeggen. De vraag van de heer Lok is of er behoefte aan is. Ja, daar is behoefte aan. Het betreft hier namelijk een overleg wat niet incidenteel is maar structureel. En zowel met het bestuurlijk overleg als met ambtenaren. Dus het is niet zomaar een los gesprekje waarvan ik me goed kan voorstellen dat dat af en toe gebeurd. Het is een structureel overleg waarin zaken worden besproken en waarschijnlijk ook word teruggekoppeld op eerdere overleggen. Anders zou het zeg maar los zand overleg zijn. Dus dit is echt een structuur. En het is helemaal geen rare vraag om daar als raad enige inzage in te krijgen wat daar precies besproken wordt. En zeker de langere lijnen die daarin zitten. De heer De Vries: De ChristenUnie ziet geen noodzaak om van elk overleg een rapportage te krijgen ware het met milieudefensie of de LTO. De consequenties van die gesprekken komen naar ik aanneem in voorstellen. De ChristenUnie wil niet uitgaan van de gedachte dat er in achterkamertjes een regeling met milieudefensie wordt gemaakt om geen nieuwe bedrijven of zo te starten. Dus daar gaat de ChristenUnie niet van uit. Ik stel voor dat de consequenties van de gesprekken, mochten die er zijn, gewoon in raadsvoorstellen naar voren komen. Dat is het standpunt van de ChristenUnie. Pagina 9 van 37

10 8. Informatie GR Publieke Gezondheid en Zorg (PG&Z) De heer J. Rietveld, directeur Publieke Gezondheid GGD Groningen geeft een presentatie. (zie bijlage) De heer Sanders: Dank voor de presentatie helder en duidelijk. U geeft aan op dat er wat discrepantie is tussen de leefwijze en de kwaliteit van leven. De getallen, de leefwijze, is dat nu echt gekoppeld aan jong volwassenen of loopt dat helemaal door tot aan mijn categorie, de wat oudere krasse knar, maar die uit een bepaald sociaal milieu komt. De heer Rietveld: Deze cijfers gaan over alle volwassenen van deze gemeente. De heer Wachters: U doet veel onderzoek bij asielzoekers naar tuberculose. Wordt dat regelmatig aangetoond of valt dat mee? De heer Rietveld: In absolute aantallen valt dat mee. Maar het gaat toch uit mijn hoofd over zo'n 250 gevallen per jaar wat echt gesignaleerd wordt. We hebben screenings maar dat we TBC vinden gaat om enkele honderden. Dat is wel van belang, want dat is een hele besmettelijke ziekte, om die mensen gelijk eruit te halen, om op die manier ook verspreiding van die ziekte te voorkomen. De heer Kriek: Wij zijn de afgelopen tijd geconfronteerd met een paar vraagstukken en daar hoor ik u helemaal niet over. Daar wil ik even specifiek naar vragen. Ten eerste, de rook die veroorzaakt wordt door houtkachels die op een verkeerde manier gestookt worden, daar schijnt landelijk heel veel om te doen te zijn. Ik heb begrepen dat dat ook in onze regio een probleem zou kunnen zijn. En er is wat twijfel over in hoeverre dat nou echt een heel groot probleem is. De één zegt van wel de ander zegt van niet. In hoeverre speelt u daar een rol bij? Mijn tweede vraag is, een vraagstuk waar wij veel mee te maken hebben is de toename in dit geval van de grootschalige veehouderij, ik noem het maar even niet direct intensieve veehouderij, waardoor wij een hogere geur- en fijnstofdruk krijgen. Ik weet dat daar in Brabant heel goed naar gekeken wordt. Vanuit de GGD wordt daar gemonitord, geadviseerd, en onderzocht. In hoeverre doet de GGD Groningen dat? De heer Rietveld: Twee heel verschillende vragen. Het houtrookdossier, als ik het zo mag zeggen, heeft inmiddels al een zekere geschiedenis. We hebben vorig jaar in samenspraak met de GGD's Groningen, Drenthe, en Friesland een klein onderzoek gedaan naar de schadelijkheid van houtrook. Dus houtkachels thuis zeg maar. Daar is uit naar voren gekomen dat er wel degelijk eigenlijk een te hoge concentratie van schadelijke stoffen in huis blijft hangen. En in die zin een verhoogd risico is voor de volksgezondheid. Daar is een hele discussie over gevoerd ook bestuurlijk. Is dat nou echt een probleem of niet. Het is in ieder geval zo dat het onderwerp ook in de Tweede Kamer aan de orde is geweest. Daar zijn vragen gesteld aan de staatssecretaris, wat gaat u hier aan doen? Want het gaat ook over de vraag, als dat zo is hoe ga je dat dan controleren? En vooral hoe ga je dat handhaven? Betekent dat dat je een ander type kachels moet gaan aanschaffen? Betekent dat je daar echt regels voor moet gaan stellen? Ik meen te weten dat vorige week op het VNG congres daar een motie over is aangehouden. Het is een onderwerp wat landelijk inmiddels de aandacht heeft. Het ministerie is daar nu ook mee bezig, want dat is typisch een vraagstuk wat je ook niet op lokaal niveau kunt oplossen. Dat is ook Pagina 10 van 37

11 vanuit de GGD Groningen gezegd, als je hier wat mee wil moet je het op landelijk niveau tillen. Overigens bijvoorbeeld in Duitsland heeft men daar al veel meer regelgeving voor dan in ons land. Het is wel een belangrijk thema want ik geloof dat in sommige delen van deze provincie wel 60% van de huishoudens hout stookt. Dus het is wel van belang om dat goed te onderzoeken. De heer Kriek: De vraag is, in hoeverre doet u in onze gemeente onderzoek naar om vast te stellen dat een probleem is. De heer Rietveld: We hebben dus een onderzoek gedaan onder een aantal huishoudens in het Noorden. Dat is niet specifiek voor deze gemeente maar gewoon om dit probleem in kaart te krijgen. En onze milieukundige zeggen, hier is echt wel wat aan de hand. De heer Hoftijzer: U heeft het over binnenshuis en volgens mij bedoeld de heer Kriek met name buitenshuis, overlast bij buren en dergelijke. De heer Rietveld: Dat speelt ook een rol, maar het binnenhuismilieu is zeker zo belangrijk zeker als het gaat om risico's. Uw andere vraag ging over de intensieve veehouderij. Ik weet dat hier niet zo lang een bijeenkomst is geweest waar ook mensen van ons bij zijn geweest. Dat thema intensieve veehouderij is in deze provincie relatief klein. Ik meen te weten dat hier een paar hele grote boerderijen zijn. En in Brabant wordt daar inderdaad veel uitgebreider onderzoek naar gedaan. Ik kan daar inhoudelijk als het gaat om de situatie hier niet veel bijzonders over melden in de zin dat hier de risico's nou extra groot zouden zijn dat geloof ik niet. De heer Heijne: Ik zit te kijken bij de gezondheid volwassenen van de hele provincie Groningen en dan mis ik eigenlijk wel denk ik het belangrijkste gebeuren van het hele land maar ook hier zeker, en dat is met name wat in Tsjernobyl is gebeurd. In Groningen is ook een onderzoekcentrum opgericht. In hoeverre wordt dat door de GGD gevolgd. Heel veel mensen worden ziek daardoor. En dan wordt er gezegd, roken, zwaar alcoholgebruik. In hoeverre kruist dat gedeelte met de radioactieve neerslag die we hebben gehad? Wordt daar ook onderzoek naar gedaan? Dat zijn dan natuurlijk denk ik dan ook wel hele langdurige onderzoeken die je doet. Maar in dit hele verhaal zie ik daar eigenlijk helemaal niks over terug. Je hoort overal dat wij in het Noorden behoorlijk vaak ziek zijn ten opzichte van de rest van Nederland. De heer Rietveld: Ik moet zeggen dat ik daar geen antwoord op heb. Het was natuurlijk in 1986 dat die ramp plaatsvond. Voor zover ik het weet, maar dan doe ik het echt uit mijn hoofd, is de halfwaardetijd van die stoffen inmiddels ruimschoots verstreken. Ik geloof niet dat dat iets te maken heeft met deze cijfers. Los van de vraag of daar nog steeds iets van nawerking is, maar dat zou ik niet durven zeggen. Ik zou moeten navragen of wij daar nog onderzoek naar doen op dit moment. De heer Buigel: Allereerst hartelijk dank voor uw heldere presentatie. Ik heb toch nog een paar vragen. U noemde 500 onverklaarbaar overlijden. Is dat een cijfer van landelijk? Of is dat een cijfer uitsluitend voor Groningen? De heer Rietveld: Ik had het niet zozeer over onverklaarbaar. Ik had het over, het is een verzameling van overlijdenssituaties. Dat kan om suïcides gaan, om auto-ongelukken, Pagina 11 van 37

12 onnatuurlijke dood, mensen die dood in huis worden gevonden. Die 500 gaat echt over de provincie Groningen. De heer Buigel: U noemt ook het inenten van baby's. En als ik de media moet geloven dan heb ik toch het idee dat er een tendens is om baby's niet te enten. Zie je die tendens ook in Groningen? De heer Rietveld: Ja. Dat is een beweging die ook landelijk gaande is. Dat het nut en de eventuele bijwerkingen van vaccinaties wel ter discussie worden gesteld. Wij verlaten ons daar heel erg bij op het RIVN (de landelijke GGD). Het is nog steeds zo dat de voordelen echt opwegen tegen de nadelen. Wat onverlet laat dat mensen natuurlijk altijd de vrijheid hebben om hun kinderen niet in te laten enten, zoals dat in sommige Christelijke kringen de opvatting is. Mensen hebben uiteindelijk de keuzevrijheid om dat wel of niet te laten doen. De heer Hoftijzer: U heeft het in uw presentatie gehad over middelengebruik onder jongeren. Daar werd ook alcohol en cannabis uitgesplitst. Is er ook iets bekend over het gebruik van zwaardere middelen dan cannabis? De heer Rietveld: Dat zou ik niet uit mijn hoofd weten. Dat moet ik even navragen. Volgens mij is dat buitengewoon beperkt in deze regio. Ik zal het even nagaan. De heer Hoftijzer: Nog een andere vraag. Met het oog op de intensieve veehouderij. Wij hebben daar laatst een bijeenkomst over gehad waar ook een presentatie is geweest vanuit de GGD. Ik vond die presentatie niet echt helder. Wij hebben in onze regelgeving staan dat intensieve veehouderij 50 meter vanaf bebouwing moet staan. Volgens mij is het advies van de GGD 250 meter. Klopt dat? De heer Rietveld: Dat heb ik niet paraat. Ook dat zal ik even moeten nagaan. De heer De Vries: Mijn vraag gaat in een iets andere richting. Ik heb wel feitelijk te maken gehad met jeugdzorg en bijzonder veel respect voor die sector. En voor de kwetsbaarheid die men loopt wanneer iets in het nieuws is. Wat ik weet van die mensen is dat erg veel tijd besteed moet worden aan rapportage. Iets wat bij veiligheid ook een rol speelt. En rapportage kost dus erg veel tijd en is soms nodig, wordt nodig geacht, vanwege het risico dat men negatief in het nieuws kan komen. Wordt er nagedacht over mogelijkheden om of meer risico te lopen of meer de rapportage te automatiseren dan wel te minimaliseren zodat meer tijd besteed kan worden aan de werkelijke praktische uitvoering van de baan? De heer Rietveld: Dat is een brede vraag die u stelt. Even voor de helderheid. Wij doen op zich geen jeugdzorg als GGD. We doen jeugdgezondheidszorg. We hebben op dit moment een rol in de toegang. Het is absoluut zo dat daar eisen gesteld worden aan rapportage. Ook de inspecties kijken over onze schouder mee. Zo nu en dan zijn er calamiteiten, gaat er een keer iets mis. Dan is het voor alle betrokkenen erg prettig als je kan nazoeken wat er gedaan is, ook in het voortraject. In algemene zin is het denk ik een afweging maar die ligt niet zozeer bij de GGD maar eigenlijk meer landelijk, hoe die balans is tussen directe en indirecte tijd. Ik geloof dat op dit moment in Nederland daar wel een soort van evenwicht in gevonden is. Maar het blijft Pagina 12 van 37

13 eigenlijk jammer dat er relatief veel tijd aan verantwoording moet worden besteed. Maar tegelijkertijd is dat wel de maatschappelijke opvatting dat dat toch op dit moment het beste is. De heer De Vries: U zult dat ongetwijfeld op de werkvloer horen. De heer Rietveld: De rapportages die wij zelf doen in het kader van consultatiebureaus die wij doen en schoolartsen. Die zijn eigenlijk best te overzien. Die zijn niet erg uitbundig. Maar naar mate je wat meer in de ingewikkelde zorg terecht komt en gevaar en veiligheid in het spel is worden de eisen die daar gesteld worden steeds strikter. Dat is ook wat de rechter op een gegeven moment vraagt als het tot een uithuisplaatsing zou komen. Dan moet daar echt een gedegen dossier onderliggen. Mevrouw Hemmen: Er was één opmerking die mij bijzonder triggerde van u vanavond tijdens deze heldere presentatie. Dat ging met name over de opmerking dat de toegangstaken en jeugdconsulenten die nu bij jullie bij de GGD ondergebracht zijn dat u die het liefst weer teruggaf aan de gemeente. Zou u dat nader kunnen toelichten? De heer Rietveld: Dat is een onderwerp dat moet nog bij ons in het bestuur behandeld worden. Dus ik blik daar even wat op vooruit. Wij hebben die taken vorig jaar overgekregen van jeugdbescherming Noord. Die taken werden als het ware gedecentraliseerd naar de gemeente toe. Er is toen afgesproken dat de betreffende medewerkers, het gaat om een 60-tal in deze provincie, dat die verspreid zouden worden over de verschillende gemeenten. Die toegangstaak is eigenlijk een beetje het sluitstuk van de hele jeugdhulpketen. Het gaat vooral over ingewikkelde gevallen waar risico is. Waar achter de voordeur gekeken zou moeten worden zal ik maar zeggen, intensieve begeleiding. En dat is het sluitstuk van een hele jeugdzorgketen. De GGD is niet in eerste instantie ervoor de jeugdzorg in engere zin. Wat wij op het gebied van jeugdgezondheidszorg doen is een preventieve taak. Andere taken worden uitgevoerd door Elker en Arkade. Wij vinden zelf dat die taak eigenlijk beter belegd zou zijn bij de gemeente zelf. Hij zit nu ook een beetje half bij de gemeente en half bij ons. Dat is eigenlijk ook niet goed. Want het is best wel een taak waar je heel scherp op moet toezien als ik het zo mag zeggen. Wij zullen het bestuur voorstellen om die taak wat overigens ook de bedoeling was, hij is als het ware voor drie jaar bij de GGD geparkeerd, om die met ingang van 2018 als het ware door te decentraliseren naar de gemeente toe. Maar nogmaals het bestuur moet daar nog wat van vinden. Mevrouw Van der Horst: Even ter verduidelijking. Ik heb het waarschijnlijk niet goed onthouden. Maar zei u dat uitbraak van ziektes zoals Q-koorts vielen onder de GOR? De heer Rietveld: Nee. Dat valt onder onze afdeling infectieziekten. De heer Eilert: U noemde net even twee woorden die mij even triggerde. Het ging over gevaar en veiligheid. Dat doet mij denken aan, sinds kort is er vanuit de Rijksoverheid het aanjaagteam verwarde personen ingesteld onder leiding van mevrouw Spies. Ik vraag mij af wat dat voor deze provincie misschien voor deze gemeente betekent. Is hier ook een toename te zien van onveiligheid door verwarde personen op straat die zich zoals we weten vaak op stations, bushaltes, et cetera ophouden. Pagina 13 van 37

14 De heer Rietveld: Dat is helaas het geval. Ik geloof uit mijn hoofd dat dat inmiddels die groep zo'n 60% groter is dan vijf jaar geleden. Dat is overigens de landelijke tendens. Het is een combinatie van allerlei factoren. Er wordt ook landelijk naar gekeken. Hoe komt dat nou? Heeft dat te maken met sluiten van bedden in de psychiatrie? Heeft het te maken met armoede? Heeft het te maken met meer mensen die als het ware aan hun lot worden overgelaten? Op dit moment is er ook binnen deze provincie een taskforce bezig onder leiding van burgemeester Den Oudsten van de stad om te kijken hoe dit aangepakt wordt. En concreet wordt er nagedacht over een opvang in de stad die ten behoeve van de hele provincie voor deze groep personen zou kunnen dienen. Een groep mensen waar de politie met name heel erg veel werk van heeft. En in deze provincie ook heel veel tijd kwijt is met heen en weer rijden. Vaak worden die mensen naar de arrestanten-cel in de stad gebracht. En blijkt het toch niet echt psychiatrie aan de hand te zijn dan kost het heel veel tijd. En de politie zet deze discussie ook wat op scherp. De bedoeling is dat in het najaar daar concrete voorstellen voor komen. Het Kabinet heeft daar overigens inmiddels ook geld voor beschikbaar gesteld. De heer Eilert: Ik heb begrepen dat volgens mij in Amsterdam goede ervaringen zijn opgedaan met de zogenaamd psycholance. Geen ambulance maar een psycholance. En dat dat nu waarschijnlijk verder over het land uitgerold gaat worden. Dus wellicht dat het uw aandacht ook al heeft. De heer Rietveld: Ja. De vraag is of het in een dunbevolkte provincie als de onze haalbaar is. Maar er wordt zeker naar gekeken. De voorzitter: Dat waren de vragen naar aanleiding van de presentatie. In het begin werd even gesproken over het GGD rapport van de POMS-site Ter Apel. Die staat inmiddels bij iedereen in de dropbox onder het mapje GGD Groningen dus die is voor iedereen zichtbaar. Bespreekstukken 9. Begroting Regeling Publieke Gezondheid en Zorg Groningen (PG&Z). Dit agendapunt wordt als hamerstuk geagendeerd voor de raadsvergadering van 21 juni Reactie college op motie Woningbouw in het buitengebied. De heer Timmermans: Wij hebben inderdaad op 27 oktober vorig jaar een motie aangenomen over wonen in het buitengebied. Als we kijken naar de inhoud van de motie dan staat daar als eerste aandachtspuntje criteria op te stellen waaraan verzoeken om bestemmingswijziging voor het bouwen van een woning op eigen grond kunnen worden getoetst. Het antwoord wat wij van het college gekregen hebben voldoet eigenlijk niet aan de vraag van de motie. Wij vragen criteria op te stellen. Wij vragen criteria op te stellen voor herbestemming voor voormalige agrarische bebouwing. Wij vragen geformuleerde criteria uiterlijk april. Het is iets later geworden. En wat wij krijgen is uitleg van de regelgeving. Dat kan toch niet mogelijk zijn. Want als ik kijk naar de conclusie op bladzijde zes, dan staat daar dat er weinig ruimte is voor Pagina 14 van 37

15 eigen beleid in de gemeente. Maar weinig is meer als niets. En juist dat weinig daar hadden wij op gehoopt dat het college daar wat creatief in zou zijn. En als wij de reactie van de heer Orsel van een tijdje geleden en de reactie van mevrouw Potze vanavond blijkt daar toch wel behoefte aan te zijn. En juist die twee plannen, mevrouw Potze geeft aan, ze wil een woning bouwen met veel aandacht voor milieu, energiezuinig waarschijnlijk. En de heer Orsel wilde een stuk natuur teruggeven. Wat is er dan nog nodig om hier wel van die weinige ruimte gebruik te maken? Daar zijn wij heel benieuwd naar. De heer Hoftijzer: Afgelopen middag is er aan uw dropbox nog een artikeltje uit de Volkskrant toegevoegd. Het gaat niet over het hele artikeltje maar met name over de inleiding daartoe waarin een aantal trends en ontwikkelingen zitten die ook mijn fractie moet constateren. En om die niet allemaal weer te hoeven uitleggen is dat artikeltje bijgevoegd. Bij het vaststellen van het bestemmingsplan buitengebied in oktober 2015 is er door Gemeentebelangen en de PvdA een motie ingediend. Deze motie had de uitdrukkelijke wens om plannen zoals die van de heer Orsel mogelijk te maken. De reactie van het college was dat de criteria nodig waren om willekeur in de besluitvorming te voorkomen. Wij hebben nu het antwoord van het college gekregen. Het college geeft eigenlijk alleen een opsomming waarom het niet zou kunnen. Naar de mening van onze fractie is het zoals wij op die manier omgaan met woon- en bouwwensen van de burgers zal de krimp alleen maar bevorderd worden. U heeft het vanavond ook gehoord. Op zich is er best behoefte om in deze gemeente te wonen. Maar het is haast onmogelijk om iets van de grond te krijgen om het zo maar te zeggen. De heer en mevrouw Orsel hebben ons in mails en inspraakreacties regelmatig aangegeven waar de mogelijkheden zitten in de bestaande wetgeving. Ik heb ze nog weer even geprint en één van die reacties eindigt met mogelijkheden genoeg, als men maar wil. Volgens mij is het ook best mogelijk om binnen bestaande regelgeving een weg te vinden om dingen mogelijk te maken. Als ik kijk naar de behoefte van de inspreker dan zegt zij ook al er is bestaande regelgeving en zoekt daarin zijn weg om plekje te vinden om te kunnen bouwen. Op zich heel mooi. Wat wij als Partij van de Arbeid vinden, als er dan toch aan criteria gedacht moet worden dan moet dat ook een criteria zijn die op zich meehelpen een oplossing te bieden voor de problemen die wij constateren in dit gebied. Eén van die problemen is dat wij vinden en dat staat ook in dat artikel dat bebouwing in het buitengebied steeds meer moderne en industriële vormen aanneemt. Een ander probleem is een afname in de biodiversiteit en dat is een trend die al jaren aan de gang is. Hoe zou je dat nu kunnen vertalen in criteria waarbij je bebouwing in het buitengebied kunt toestaan. Als iemand iets bijzonders wil zal die daar ook iets extra's voor moeten doen. Criterium één, historische bebouwing. Als je in aanmerking wil komen voor nieuwbouw in het buitengebied dan moet er aangesloten worden bij de historie van de bouwplek of het moet passen in de plannen met de omgeving. In het voorliggende geval is dat verwoord als bouwen in de situatie van rond Daarmee versterkt het beeld en het karakter van het gebied. Als je het hebt over biodiversiteit ben ik na mijn terugkomst van mijn vakantie in Italië eigenlijk enorm geschrokken van ons gebied. Ons gebied kent maar één kleur en dat is groen. En als je net daar geweest bent en je hebt daar de bermen gezien hoe ze waarschijnlijk ook ooit hier geweest zijn met allerlei bloemen dan is dat een heel ander beeld. En het was mij eigenlijk nooit zo opgevallen. Maar daardoor werd het heel prominent dat dat verschil er is. Je zou in deze vorm een stuk compensatie kunnen vragen van bouwers in het buitengebied die de biodiversiteit ten goede komt. Dat kan zijn in de vorm van land die aan de landbouw wordt onttrokken, of een natuurbestemming krijgt. Zoals ook de heer Orsel voorstelt. Of mogelijkheden om ecologisch of iets dergelijks te gaan bouwen. Op zich zijn wij wel huiverig om nog meer regelgeving toe te Pagina 15 van 37

16 voegen aan de bestaande regelgeving. Maar blijkbaar is het in Nederland nodig om extra regels op te stellen om dingen mogelijk te maken. Het college is bang voor grote aantallen van nieuwe woningbouw in het buitengebied. Op zich zouden wij daar eigenlijk wel blij mee moeten zijn. Want dat betekent dat er grote belangstelling is voor onze gemeente en om hier te wonen. Het lijkt ons goed om te gaan kijken of het mogelijk is met experimenten en dat voor een beperkt aantal woningen te gaan toestaan. Zodat de massale toestroom die het college verwacht wordt voorkomen. De heer Kriek: De heer Hoftijzer heeft een uitgebreid verhaal gehouden. En ik wil dat uitgebreide verhaal van harte ondersteunen. Ook voor GroenLinks is het belangrijk dat enerzijds de natuurwaarde van dit gebied van onze gemeente en de toekomstige gemeente Westerwolde natuurlijk zo goed mogelijk worden behouden en bewaard. Maar dat sluit niet uit dat er op kleine schaal woningen moeten worden kunnen gebouwd op locaties waar het mogelijk is. En daar moet zorgvuldig naar gekeken worden. Ook wij hebben geluisterd naar het verhaal van mevrouw Potze. Daar blijkt het te gaan om een perceel waar in het verleden een woning heeft gestaan. Waar waarschijnlijk nog een huisnummer aan te koppelen is. En het zou toch mogelijk moeten zijn tenzij daar inmiddels radicale wijzigingen in de omgeving zijn geweest en met name in de directe omgeving van dat perceel om op zo'n locatie weer tot een zorgvuldige afweging te komen. Om daar bebouwing toe te staan die inderdaad past bij het landschap en de visie van onze gemeente. En de toekomstige gemeente Westerwolde zullen we maar zeggen. Wat betreft de heer Orsel. Het is natuurlijk een lastige kwestie om te kijken in hoeverre dat nou wel of niet kan vanwege de provinciale regelgeving. Hier wordt gesteld in de beantwoording van het college dat dat beslist niet mogelijk is. Dat is wel een heel stellige reactie. We vragen ons af of dat inderdaad wel zo is en zouden daar toch wel een toelichting op willen hebben. We juichen erg toe dat er tenslotte in het stuk staat over het ecodorp. Dat experiment hebben wij gehoord op de Cittaslowdag. Daar zijn diverse maatregelen voor genomen, ook vanuit de Provincie om dat mogelijk te maken. Het is erg goed dat daar vanuit onze gemeente naar wordt gekeken. Dus dat is een hele positieve ontwikkeling. De heer De Vries: De ChristenUnie heeft toch wel wat aarzelingen met het gemak zoals nu gedacht wordt dat wij een genoemd probleem van krimp op kunnen lossen door te bouwen in het buitengebied. Waarbij de vraag is hoe vloeibaar de criteria zullen worden. Ik zou in ieder geval het gemak waar we nu mee denken dat ontbrekende nummers ingevuld kunnen worden die er veel meer zijn als één of twee in onze gemeente. Als er een inventarisatie gedaan wordt kan er wel een hele straat bijgebouwd worden denk ik. Om dat te koppelen aan termen als biodiversiteit. Wat ik dan nog mis is Cittaslow. De problematiek is dat wij een overschot aan woningen hebben en dat er heel veel woningen te koop staan. Dat er ook best woningen bij zijn waarvan het beter is dat ze tegen de vlakte gaan. Die staan op prachtige locaties. Ik weet er zo wel een paar. Dat komt omdat ik op een gegeven moment de markt op moest. Ik aarzel hoe vloeibaar, hoe gemakkelijk wij nu aan een criterium gaan toetsen. De heer Kriek: Daar wil ik even dringend op reageren als het mag. Deze woorden volgen direct op de mijne. En blijkbaar heeft de heer De Vries net even zitten slapen of zijn snoepje opengemaakt, want de woorden gemak die hij gebruikt kloppen van geen enkele kant. Er is zowel van de heer Hoftijzer als van mij uit juist gehamerd op zorgvuldigheid. Dat is het tegenovergestelde van gemak. Pagina 16 van 37

17 De heer Timmermans: Daar wil ik op aanhaken. Dat wij vragen om criteria. En criteria zijn niet vloeibaar. Criteria liggen vast. En om van de weinige ruimte gebruik te maken heb je juist criteria nodig. Ik bestrijd de woorden van mijn buurman dat het allemaal heel makkelijk zou worden en dat er gemakkelijk gedacht wordt. De problematiek van de koopwoningen komt in het volgende agendapunt. Daar hebben wij ook wel wat over te melden. Maar dat staat hier verder los van vinden wij. Mevrouw Heidekamp: Deze discussie over wel of niet toestaan van extra bebouwing in het buitengebied hebben we natuurlijk al veel vaker gehad. En veel vaker hebben wij ook de discussie gehad of het toestaan daarvan of dat nieuwe problemen zou opleveren. In ons eigen woon- en leefbaarheidsplan hebben wij met elkaar de keuze gemaakt om vooral heel terughoudend te zijn in het toevoegen van nieuwe bebouwing. Omdat we weten dat de leegstand die wij hebben, daar is al een prognose van, dat die zal toenemen. Als je dan bestaande bebouwing leeg laat staan en nieuwe gaat toevoegen heb je toch wel een cirkel die je heel moeilijk kunt keren. Wat dat betreft sluit het CDA zich in grote lijnen aan bij de woorden van de ChristenUnie. En ik denk dat we ook heel terughoudend moeten zijn. Overigens hoor ik geen gemak in de betogen van de anderen. Maar ik denk wel dat voordat we besluiten op twee hele sympathieke en goed klinkende initiatieven mee te gaan ons moeten afvragen op hoeveel plekken dat dan ook aan de orde zou kunnen zijn. En hoeveel gevallen er nu al zijn die na een gesprek met één van de ambtenaren hebben gezegd dan zoek ik iets anders. Ik koop een bestaand pand. Ik sloop dat. Maak daar een nieuw energieneutraal pand van. Van dat soort voorbeelden zijn er diverse in deze gemeente. Waardoor mensen dus eigenlijk de woningmarkt, de problemen zelf oplossen die wij hebben op de woningmarkt. Want iedereen kent hier verpauperde leegstaande gebouwen in het buitengebied. En ik denk dat ook niemand van ons wil dat dat probleem nog toeneemt. Dan is het wel belangrijk om te kijken of je de weinige ruimte die er is voor extra bebouwing of je die wilt gebruiken in het buitengebied waarvan echt de prognose al heel lang is dat er alleen maar meer leegstand komt. Of dat je zegt kijk dan juist naar de kernen waar meer levensloopbestendige woningen voor ouderen en dat soort woningen toegevoegd zouden moeten worden om echt te voldoen aan de vraag. Dus wat mijn fractie betreft is de beantwoording van het college in lijn met de eerder ingenomen standpunten van deze raad. En hebben wij ook geen behoefte aan extra ruimte om te bouwen in het buitengebied dan er nu al is. Want er zijn best wel een aantal mogelijkheden in het bestemmingsplan overgebleven. De heer Kriek: Ik heb alle begrip voor de woorden die ik zojuist hoor van mevrouw Heidekamp. En daarover nadenkend kom ik met het volgende idee. En ik geloof dat ik dat in het verleden al eerder heb langs horen komen. Stel nu dat je mensen die je heel graag op een locatie iets willen gaan bouwen als voorwaarde stelt dat ze een bijdrage moeten leveren in een sloop of opkoopfonds. Waardoor dus panden die op een locatie liggen waar op dat moment geen enkele behoefte aan is toch met een bijdrage kunnen worden gesloopt. Want we zitten met een probleem dat er locaties zijn waar niemand wil gaan wonen. Uiteindelijk kan je mensen niet gaan dwingen om dat te doen. Terwijl er andere locaties zijn die naar zorgvuldige overweging meneer De Vries kunnen worden aangewezen als mogelijke bouwlocatie. Het zou jammer zijn om van die kans geen gebruik te maken. Want zoals de heer Hoftijzer al zegt, we hebben hier te maken met krimp. We willen daar graag wat aan doen. Dan is het gewoon zonde als wij iets in de schoot geworpen krijgen om daar sowieso zonder meer geen gebruik van te maken. Pagina 17 van 37