ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR NOBLESSE PROTEINS BV TE WIJSTER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR NOBLESSE PROTEINS BV TE WIJSTER"

Transcriptie

1 ONTWERP Ons Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Noblesse Proteins BV te Wijster ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR NOBLESSE PROTEINS BV TE WIJSTER 1. FEITEN 1.1. Onderwerp aanvraag Op 17 augustus 2009 hebben wij een aanvraag ontvangen op grond van de Wm voor een oprichtingsvergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, van de Wm voor de inrichting Noblesse Proteins BV (hierna: Noblesse). Het betreft een inrichting voor het verwerken van dierlijke bijproducten die vrijkomen bij het slachten van pluimvee Locatie inrichting De inrichting bevindt zich op een gezoneerd industrieterrein. De inrichting ligt aan Ambachtsweg 7 te Wijster, kadastraal bekend als gemeente Beilen, sectie I, nummer 4559 (ged.) en sectie S, nummer 739 (ged.). De afstand tot de meest nabijgelegen woning is 800 m Bestemmingsplan Op het terrein van de inrichting is het bestemmingsplan Bestemmingsplan VAM Tweesporenland van toepassing en het terrein heeft daarin onder andere de bestemming industrieterrein voor bedrijven die rechtstreeks gebruikmaken van de door de VAM (tegenwoordig EMN) geproduceerde warmte. De aangevraagde activiteiten passen binnen het vigerende bestemmingsplan. 2. PROCEDUREEL 2.1. Inhoud aanvraag De aanvraag heeft betrekking op het verwerken van dierlijke bijproducten, afkomstig van pluimveeverwerkende industrie. De dierlijke bijproducten worden verwerkt tot meelproducten en vetten, bestemd voor de diervoeder- en petfoodindustrie. De oprichtingsvergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. De aanvraag bestaat uit een algemeen deel en een aantal bijlagen, waaronder een akoestisch onderzoek, een geuronderzoek, een bodemonderzoek en een IPPC-document Bevoegd gezag Volgens het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (hierna: Ivb), behorende bij de Wm, valt de inrichting onder meer onder categorie 8.2, onder b. Op grond hiervan zijn wij bevoegd gezag.

2 Voorbereidingsprocedure Voor de behandeling van de aanvraag is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) In artikel 8.1, tweede lid, van de Wm is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur categorieën inrichtingen worden aangewezen waarvoor een vergunningplicht geldt. Het gaat hier om het Activiteitenbesluit. In bijlage 1 bij het Activiteitenbesluit is een lijst met vergunningplichtige inrichtingen opgenomen, waarvoor de algemene regels gedeeltelijk van toepassing kunnen zijn. Voor deze inrichtingen moet een Wm-vergunning worden verleend. Uit artikel 8.1, eerste lid, van de Wm volgt dat op inrichtingen waar een installatie aanwezig is, als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installatie), het Activiteitenbesluit niet van toepassing is. De aangevraagde inrichting valt in categorie 6.5 van vorengenoemde bijlage 1. Het Activiteitenbesluit is dus niet van toepassing Europese verordening (EG; nummer 1774/2002) Noblesse moet, naast de Wm vergunning, beschikken over een erkenning op basis van de Verordening tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (EG; nummer 1774/2002). Hiervoor is de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het bevoegd gezag. Na oprichting van de inrichting gaat Noblesse deze erkenning aanvagen. De Europese verordening 1774 is omgezet in Nederlandse regelgeving door middel van de Regeling dierlijke bijproducten In deze regeling worden veterinairrechterlijke en volksgezondheidsvoorschriften vastgesteld voor: - het verzamelen, vervoeren, opslaan, hanteren, verwerken en gebruiken of verwijderen van dierlijke bijproducten, teneinde te voorkomen dat deze bijproducten een risico voor de gezondheid van mens of dier vormen; - het in de handel brengen en, in bepaalde specifieke gevallen, het uitvoeren en het doorvoeren van dierlijke bijproducten. In deze Wm-vergunning mogen wij geen aspecten regelen die in de Regeling dierlijke bijproducten zijn geregeld, omdat deze regeling rechtstreeks van toepassing is op de activiteiten van Noblesse. In overeenstemming met artikel 8.9 van de Wm moeten wij bij de beslissing op deze aanvraag ervoor zorgen dat er geen strijd ontstaat met de regels die voor de inrichting gelden, gesteld bij of krachtens de Europese verordening M.e.r.-(beoordelings)plicht De voorgenomen activiteit is niet m.e.r.-plichtig en niet m.e.r.-beoordelingsplichtig Wet verontreiniging oppervlaktewateren (hierna: Wvo) De aangevraagde activiteiten zijn niet Wvo-vergunningplichtig. Er is geen sprake van coördinatieplicht Bouwvergunning Voor de voorgenomen activiteiten is ook een bouwvergunning op grond van de Woningwet nodig. Deze vergunning wordt verleend door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe. 2

3 3 Gedurende de behandelingsperiode van de Wm-vergunning moet het college een aanvraag om een bouwvergunning aanhouden indien er geen weigeringsgronden bestaan op grond van de Woningwet (artikel 52, eerste lid, van de Woningwet). De aanhoudingsplicht vervalt na verlening en het van kracht worden van de Wm-vergunning. De Wm-vergunning treedt niet eerder in werking dan nadat de bouwvergunning is verleend (artikel 20.8 van de Wm). Voor de inrichting is de volgende bouwvergunning aangevraagd: vrom / Aanvullende gegevens De aanvrager heeft op 15 oktober 2009 per aanvullende gegevens ingediend. Deze gegevens zijn samen met de ontwerpbeschikking rondgestuurd aan de wettelijke adviseurs Rondzending De aanvraag is verzonden aan de wettelijke adviseurs: het college van burgemeester en wethouders van Midden Drenthe, Postbus 24, 9419 AA Beilen het dagelijks bestuur van het waterschap Reest en Wieden, Postbus 120, 7940 AC Meppel de VROM-Inspectie, Regio Noord, Postbus 30020, 9700 RM Groningen 3. BELEIDSKADER 3.1. Algemeen Bij vergunningverlening in het kader van de Wm wegen wij de verschillende milieugevolgen tegen elkaar af. Wij hebben aan alle relevante milieuaspecten getoetst. Verder houden wij rekening met de geldende milieubeleidsplannen. 4. BEST BESCHIKBARE TECHNIEKEN 4.1. Toetsingskader Op 1 december 2005 is een aanpassing van de Wm in werking getreden, waarmee de IPPC-richtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Dientengevolge moeten in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning voorschriften worden verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende best beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Bij de bepaling van BBT dienen wij in zijn algemeenheid de in de artikel 5a.1 van het Ivb vermelde aspecten te betrekken, rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen en met het voorzorg- en het preventiebeginsel. In het bijzonder dienen wij bij de bepaling van BBT rekening te houden met de Regeling aanwijzing BBT-documenten. Voor gpbv-installaties (aangewezen in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) moet in ieder geval rekening worden gehouden met de in tabel 1 van de in de Regeling aanwijzing BBT-documenten opgenomen informatiebronnen. 3

4 4 Met de in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Uit jurisprudentie blijkt dat wij ook de eindconcept-bref's en BREF's die nog niet zijn opgenomen in tabel 1 dienen te betrekken bij de besluitvorming. Deze moeten immers worden beschouwd als documenten die een beschrijving bevatten van vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd Beoordeling De aangevraagde activiteiten worden genoemd in bijlage I van de IPPC-richtlijn in categorie 6.5: installaties voor de destructie of verwerking van kadavers en dierlijk afval met een verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag. Voor Noblesse is de volgende BREF beschikbaar: - Slachthuizen en bijproducten van dierlijke oorsprong Aan deze BREF toetsen wij de aangevraagde activiteiten. De volgende BREF's zijn ook (deels) van toepassing: Op- en overslag bulkgoederen Crossmedia en economics Monitoring Energie-efficiëntie In de aanvraag is, in hoofdstuk 6, een toetsing aan de bovenstaande BREF's opgenomen. De toetsing aan de BREF Slachthuizen en bijproducten van dierlijke oorsprong is verder uitgewerkt in de bij de aanvraag gevoegde bijlage 11. BREF Slachthuizen en bijproducten van dierlijke oorsprong In bijlage 11 van de aanvraag is een lijst opgenomen met de in de BREF voorgeschreven BBT. Noblesse heeft aangegeven op welke wijze zij invulling geven aan deze technieken. In afwijking van wat in de BREF staat vermeld, gaat Noblesse geen koeling toepassen op bloed en categorie 3-materiaal. Het bedrijf werkt volgens de eisen van de verordening dierlijke bijproducten EG; nummer 1774/2002. In deze verordening is vastgelegd dat de dierlijke bijproducten binnen 24 uur verwerkt moeten worden. Daarnaast worden de grondstoffen gekoeld bij het bedrijf waar ze ontstaan. Bij Noblesse worden de grondstoffen inpandig gelost, inpandig opgeslagen en binnen een dag verwerkt. De binnenlucht wordt op onderdruk gehouden en afgezogen via een biofilter. De in de BREF genoemde maatregelen richten zich met name op de opslag van bloed en categorie 3- materiaal tijdens warm weer en in warme klimaten. Wij oordelen dat Noblesse met de door hen genomen maatregelen voldoet aan de doelen zoals gesteld in de BREF. Wij concluderen op basis van de bij de aanvraag gevoegde BREF-toets dat Noblesse voldoet aan de BBT. BREF Op- en overslag bulkgoederen Bij Noblesse vindt op- en overslag plaats van grondstoffen voor de productie: bloed, veren en categorie 3-materiaal. Verder vindt er op- en overslag plaats van de geproduceerde stoffen, bloedmeel, verenmeel, pluimveemeel en vet. Deze stoffen worden opgeslagen in bunkers. Er wordt een kleine voorraad aangehouden. 4

5 5 Er vindt opslag van chemicaliën in kleine tanks plaats. Voor de opslag van deze stoffen zijn voorschriften opgenomen. BREF-monitoring In hoofdstuk 6.4 van de aanvraag staan de aspecten die Noblesse gaat monitoren: - elektriciteit - gas - water - afvalwater - stoom en condensaat - diverse afvalstromen Daarnaast zijn monitoringsvoorschriften aan de vergunning verbonden. De overige BREF's worden in dit besluit behandeld als ze van toepassing zijn. Wij zijn van oordeel dat uit deze toetsing blijkt dat, voor zover van toepassing, aan de BREF's wordt voldaan. Verder hebben wij aan de hand van bestaande literatuur, de in de Regeling aanwijzing BBT-documenten genoemde Nederlandse informatiedocumenten en kennis van de aangevraagde activiteiten bij het verlenen van de vergunning BBT voorgeschreven. Op de aangevraagde activiteiten zijn de volgende Nederlandse informatiedocumenten uit de Regeling aanwijzing BBT-documenten van toepassing: - Circulaire energie in de milieuvergunning - Handreiking wegen naar preventie bij bedrijven - Werkboek wegen naar preventie bij bedrijven - Nederlandse emissierichtlijn (NeR) lucht - Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB) - PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen 4.3. Conclusies BBT De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de BBT ter voorkoming van emissies naar de lucht, de bodem, het water, geluid, afvalpreventie, externe veiligheid en energiebesparing. Voor de overwegingen per milieuthema wordt verwezen naar de desbetreffende paragraaf. MILIEUASPECTEN 5. AFVALSTOFFEN 5.1. Doelmatig beheer van afvalstoffen Op grond van artikel 8.10 van de Wm kan de Wm-vergunning in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd. Onderdeel van het begrip "bescherming van het milieu" is de zorg voor het doelmatig beheer van afvalstoffen. In artikel 1.1 van de Wm is aangegeven wat moet worden verstaan onder het doelmatig beheer van afvalstoffen. Op grond hiervan moeten wij rekening houden met het geldende afvalbeheersplan dan wel het bepaalde in de artikelen 10.4 en 10.5 van de Wm (artikel van de Wm). 5

6 6 Het op grond van artikel van de Wm opgestelde Landelijk afvalbeheerplan (LAP 1), waarin het beleid en toetsingskader voor het doelmatig beheer van afvalstoffen waren neergelegd, heeft evenwel per 3 maart 2009 haar geldigheid verloren. Een nieuw toetsingskader is weliswaar in ontwerp in de Staatscourant gepubliceerd, maar heeft nog geen geldigheid als formeel toetsingskader. Hoewel wij het LAP 1 niet meer als toetsingskader mogen hanteren, neemt dat niet weg dat daaraan nog wel inhoudelijke argumenten zijn te ontlenen die voortvloeien uit het toetsingskader ingevolge de artikelen 10.4 en 10.5 van de Wm. Bij onze beoordeling van de aanvraag hebben wij met dit gegeven rekening gehouden Sectorplan 28: Dierlijk afval In LAP 1 was een sectorplan opgenomen over dierlijk afval. In dit sectorplan staat dat onder dierlijk afval wordt verstaan alles wat onder de Verordening dierlijke bijproducten valt (zie paragraaf 2.5 van dit besluit). Voor alle handelingen met dierlijk afval is de Verordening dierlijke bijproducten leidend ten opzichte van deze vergunning. De Verordening dierlijke bijproducten geeft ook de minimumstandaard voor verwerking aan. Als minimumstandaard voor categorie 3-materiaal staat onder andere genoemd de toepassing voor de petfoodindustrie. Verwerking in diervoeders voor landbouwhuisdieren is niet toegestaan. Noblesse voldoet aan de minimumstandaard Overwegingen voor primaire ontdoeners van afvalstoffen Preventie In hoofdstuk 13 van het LAP 1 was het beleid uitgewerkt voor afvalpreventie, waarbij paragraaf 13.5 specifiek ingaat op de aanpak van afvalpreventie bij bedrijven. Preventie van afval is een van de hoofddoelstellingen van het afvalstoffenbeleid. Op welke wijze invulling kan worden gegeven aan preventie, is beschreven in de handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil 2005). Uitgangspunt voor alle bedrijven is dat het ontstaan van afval zoveel mogelijk moet worden voorkomen of beperkt. De totale hoeveelheid afval die per jaar binnen de inrichting vrijkomt, bedraagt ruim 75 m 3 aan huishoudelijk afval en papier en ruim 800 ton flotatieslib, KCA en afgewerkte olie. Ca. 1 ton daarvan, KCA en afgewerkte olie, is gevaarlijk afval. De handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil, 2005) hanteert ondergrenzen die de relevantie van afvalpreventie bepalen. Hierin wordt gesteld dat afvalpreventie relevant is wanneer er jaarlijks meer dan 25 ton (niet-gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt/-komen. De totale hoeveelheid gevaarlijk en/of niet-gevaarlijk afval ligt boven de gehanteerde ondergrenzen. Het overgrote deel van het afval dat vrijkomt is afkomstig uit het productieproces. Het bedrijf voldoet met het afscheiden van flotatieslib aan de BREF Slachthuizen en dierlijke bijproducten. Afvalscheiding In hoofdstuk 14 van deel 1 van het LAP 1 was het beleid uitgewerkt voor afvalscheiding, waarbij paragraaf 14.4 specifiek inging op afvalscheiding door bedrijven. Daarbij was aangegeven dat het voor bedrijfsafval niet goed mogelijk is om een limitatieve opsomming te maken van afvalstoffen die door alle bedrijven gescheiden moeten worden gehouden. Bedrijven verschillen van aard en omvang veel van elkaar en er bestaat een groot aantal bedrijfsspecifieke afvalstoffen. Uitgangspunt is dat bedrijven verplicht zijn alle afvalstoffen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven, tenzij dat redelijkerwijs niet van hen kan worden gevergd. 6

7 7 Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting geen afvalstoffen vrijkomen waarvan in het LAP 1 was aangegeven dat er omstandigheden kunnen zijn dat scheiding daarvan redelijkerwijs van een bedrijf kan worden gevergd. Op basis van de informatie in de aanvraag vinden wij het daarom niet nodig van Noblesse afvalscheiding te verlangen. 6. AFVALWATER 6.1. Het kader tegen bescherming tegen verontreiniging door lozen van afvalwater Op de lozing van afvalwater op een openbaar riool is de "Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer" van toepassing. In het kader van deze regeling dienen voorschriften opgenomen te worden die gericht zijn op de kwaliteit van het te lozen bedrijfsafvalwater De afvalwaterstromen bij Noblesse De afvalwaterstromen die vrijkomen bij Noblesse zijn: - hemelwater van daken - hemelwater van verhard terrein - huishoudelijk afvalwater - verontreinigd proceswater Hemelwater Het afvoeren van niet-verontreinigd hemelwater via het vuilwaterriool naar een waterzuiveringsinstallatie wordt niet als doelmatig beschouwd. Dit kan voorkomen worden door af te koppelen. Tevens kan door afkoppelen verdroging worden teruggedrongen, omdat het afgekoppelde hemelwater eventueel kan worden (her)gebruikt. Afkoppelen kent een groot aantal voordelen, waaronder het verminderen van overstorten uit het rioolstelsel, een beter zuiveringsrendement van de rioolwaterzuiveringsinrichting en terugdringing van verdroging. Uit de aanvraag blijkt dat op het ETP-terrein een gescheiden rioolstelsel aanwezig is voor de afvoer van regenwater (RWA) en huishoudelijk afvalwater (DWA). In de aanvraag staat dat Noblesse het hemelwater van daken en van het verhard terrein als schoon beschouwt. Dit water wordt geloosd op het RWA-riool of op oppervlaktewater, dit in overleg met de gemeente. Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op het DWA-riool van de gemeente. Huishoudelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op de droogweerafvoer (DWA) van het rioolstelsel Transport afvalwater naar derde partij Het afvalwater van Noblesse wordt niet geloosd op het riool van de RWZI. Het wordt via een meet- en registratievoorziening en een vloeistofdicht transportsysteem geloosd op een AWZI van een derde partij. Noblesse maakt voor het ontvetten van het afvalwater gebuik van een Dissolved Air Flotation (DAF)-unit. Het flotatieslib wordt afgevoerd naar een erkende verwerker Beoordeling en conclusie De in de aanvraag vermelde maatregelen ter voorkoming en beperking van lozing van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen zullen naar verwachting leiden tot een acceptabel lozingsniveau, dat in overeenstemming is met genoemde doelstellingen. Wij achten deze situatie vergunbaar. Voor het lozen van huishoudelijk afvalwater zijn uitsluitend voorschriften, voortvloeiend uit de "Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer" opgenomen. 7

8 8 7. BODEM 7.1. Het kader voor de bescherming van de bodem Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB) bedrijfsmatige activiteiten. Het Ministerie van VROM heeft de NRB in overleg met vergunningverleners, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven opgesteld. Deze richtlijn is ontwikkeld om vergunningvoorschriften te uniformeren en harmoniseren. Met de NRB kunnen (voorgenomen) bodembeschermende maatregelen en voorzieningen binnen inrichtingen worden beoordeeld en kan de besluitvorming met betrekking tot een optimale bodembeschermingstrategie worden gestuurd. De NRB beperkt zich tot de normale bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming ten behoeve van calamiteiten wordt in NRB-kader niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang echter wel. De BREF Op- en overslag bulkgoederen is ook van toepassing op de inrichting van Noblesse. In deze BREF staan geen nadere eisen vermeld aan de opslag van dierlijke bijproducten dan al gesteld zijn in de NRB De potentieel bodembedreigende activiteiten Binnen de inrichting vindt een aantal potentieel bodembedreigende activiteiten plaats. In de tabel op bladzijde 32 van de aanvraag staat een opsomming van de bodembedreigende activiteiten De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming van de bodem Bij de aanvraag is een bodemrisicodocument gevoegd, de tabel op bladzijde 32 van de aanvraag. In dit document zijn van alle bodembedreigende activiteiten de emissiescore en de eindemissiescore bepaald aan de hand van de NRB-systematiek. In dit document zijn de maatregelen en voorzieningen ter voorkoming van bodemverontreiniging beschreven Beoordeling en conclusie Wij hebben het bij de aanvraag gevoegde bodemrisicodocument beoordeeld en stemmen in met de opzet, de uitgangspunten en de resultaten. Uit het document blijkt dat voor alle genoemde bodembedreigende locaties het verwaarloosbaar bodemrisico wordt behaald. Naast de bodembedreigende activiteiten uit de tabel op bladzijde 32 vindt er ook de bodembedreigende activiteit: reinigen van de binnenkant van de vrachtwagens met dierlijke bijproducten plaats. Deze reiniging vindt plaats in de hal, op een vloeistofdichte voorziening Bodembelastingonderzoek Het preventieve bodembeschermingbeleid gaat ervan uit dat (zelfs) een verwaarloosbaar bodemrisico nooit volledig uitsluit dat een belasting van de bodem optreedt. Om die reden is altijd bodembelastingonderzoek noodzakelijk. Het bodembelastingonderzoek richt zich op de afzonderlijke activiteiten en de aldaar gebruikte stoffen. Bodembelastingonderzoek bestaat uit het vastleggen van de nulsituatiebodemkwaliteit, voorafgaand aan, of zo spoedig mogelijk na, de start van de desbetreffende activiteit(en) en een vergelijkbaar eindsituatiebodemonderzoek na het beëindigen van de desbetreffende activiteit. Het nulsituatieonderzoek moet ten minste duidelijkheid verstrekken over: de locatie van bemonsteringspunten, rekening houdend met de mobiliteit van de gebruikte stoffen en de lokale grondwaterstroming 8

9 9 - de wijze waarop de desbetreffende stoffen moeten worden gedetecteerd, bemonsterd en geanalyseerd de bodemkwaliteit ter plaatse van de bemonsteringslocaties De door middel van nulsituatieonderzoek vastgelegde bodemkwaliteit geldt als uitgangspunt bij de beoordeling of ten gevolge van de desbetreffende activiteiten bodembelasting heeft plaatsgevonden en of bodemherstel nodig is. De voor het bodemonderzoek noodzakelijke werkzaamheden als vermeld in de Regeling bodemkwaliteit dienen te zijn uitgevoerd door een erkende instantie als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Voor de inrichting is een bodemonderzoek uitgevoerd, zoals ook in de aanvraag staat vermeld: Wiertsema & Partners, verkennend milieukundig bodemonderzoek, VN d.d. 12 mei De voor dit onderzoek noodzakelijke werkzaamheden als vermeld in de Regeling bodemkwaliteit zijn uitgevoerd door Wiertsema & Partners. Dit is een erkende instantie als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Hiermee is de kwaliteit van het bodemonderzoek geborgd en zijn de resultaten betrouwbaar. Dit onderzoek geeft ons geen aanleiding tot het stellen van nadere maatregelen of eisen en beschouwen wij daarom als nulsituatieonderzoek. Het risico dat door de aangevraagde activiteiten in combinatie met de getroffen en te treffen voorzieningen een bodemverontreiniging ontstaat, is (in combinatie met de gestelde voorschriften) verwaarloosbaar conform het gestelde in de NRB. Het is dan ook niet noodzakelijk dat de bodemkwaliteit tussentijds wordt gecontroleerd. De voorschriften met betrekking tot het bodembelastingonderzoek naar de eindsituatie en de herstelplicht bij geconstateerde verontreiniging zijn op grond van artikel 8.13 van de Wm gesteld en blijven van kracht nadat de onderhavige vergunning vervalt of wordt ingetrokken. De basis hiervoor is artikel 8.16, sub c, van de Wm. In dit artikel wordt gesteld dat voorschriften van kracht kunnen blijven nadat een vergunning haar gelding heeft verloren. 8. ENERGIE 8.1. Toetsingskader Aanvrager heeft een jaarlijks energiegebruik van meer dan 0,5 PJ en wordt daarmee tot de energieintensieve industrie gerekend. Voor de energie-intensieve industrie zijn doelstellingen voor energiebesparing en vermindering van de CO 2 -uitstoot vastgelegd in het Actieprogramma Energiebesparing en de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid. Voor bestaande bedrijven houdt dit in dat iedere vier jaar energiebesparingsplannen worden opgesteld waarmee maatregelen worden getroffen die binnen vijf jaar worden terugverdiend. Voor nieuwe bedrijven die nog moeten worden opgericht, moet getoetst worden of in de aangevraagde op te richten inrichting BBT worden toegepast. Aangewezen toetsingskaders hierbij zijn, voor zover van toepassing, de BREF Slacht- en destructiehuizen, de BREF Koelsystemen en de BREF Energie-efficiency. Daarnaast wordt getoetst aan de Circulaire Energie in de milieuvergunning. 9

10 Energiegebruik van de inrichting Het energiegebruik van de inrichting zal bijna 1 PJ per jaar gaan bedragen. De elektriciteit (13 GWh/jr) wordt gebruikt voor de aandrijving van de aanwezige procesapparatuur en verlichting. Het merendeel van de energie, 5,6 miljoen m 3 gas en ton stoom per jaar, wordt gebruikt voor het verhitten van de grondstoffen en het verdampen van het daarin aanwezige water. De benodigde stoom wordt betrokken van de naastgelegen afvalverbrandingsinstallatie van Essent Beoordeling van het energiegebruik De inrichting wordt nieuw gebouwd en er zullen energiezuinige apparatuur en verlichting worden toegepast. Voor 80% van het warmtegebruik zal gebruik worden gemaakt van stoom die wordt opgewekt met de warmte die vrijkomt bij het verbranden van afval in de naastgelegen installatie van Essent. Deze stoom wordt normaliter gebruikt voor de productie van elektriciteit. Door de levering van stoom aan onderhavige inrichting zal de elektriciteitsproductie bij Essent weliswaar lager zijn, maar in het proces van de onderhavige inrichting wordt de energie-inhoud van de stoom voor een groter deel benut. Uiteindelijk effect is dat er minder restwarmte overblijft en dat het overallrendement hoger ligt. Veel van de benodigde warmte zal worden gebruikt voor het drogen van de bewerkte grondstoffen tot eindproduct. Door voor het voorverwarmen van de gebruikte droge lucht gebruik te maken van stoom, wordt een relatief energie-efficiënte wijze van drogen toegepast. De uit het productieproces vrijkomende waterdamp kan voor een deel worden gecondenseerd, waarbij de vrijkomende energie binnen de inrichting of door derden kan worden toegepast. Alvorens de inrichting wordt opgericht, zullen eventuele mogelijkheden daartoe zijn onderzocht. Binnen de inrichting zal het energiegebruik op zodanige wijze worden gemonitord door middel van een beheerssysteem dat eventueel kan worden bijgestuurd Conclusie Uit de met de aanvraag overgelegde gegevens en onze toetsing concluderen wij dat ten aanzien van het energiegebruik binnen de inrichting BBT zullen worden toegepast. Uit oogpunt van energiegebruik zien wij geen belemmeringen de gevraagde vergunning te verlenen. 9. EXTERNE VEILIGHEID 9.1. Algemeen kader Het externe veiligheidsbeleid in Nederland is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van activiteiten voor de omgeving (mens en milieu). Het gaat hierbij om de risico's die verbonden zijn aan de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Bij Noblesse worden geen grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen of gebruikt dan vermeld in de drempelwaardentabel van de Leidraad risico-inventarisatie ( Ook bij ongewone voorvallen binnen dit bedrijf is niet te verwachten dat gevaarlijke stoffen vrijkomen. Daarom is het aspect externe veiligheid voor de beoordeling van deze aanvraag niet relevant Registratiebesluit Op 30 maart 2007 is het Registratiebesluit externe veiligheid in werking getreden. Dit besluit geeft aan welke inrichtingen en welke informatie opgenomen moeten worden in het Risicoregister. Noblesse valt niet onder het Registratiebesluit. 10

11 Stofexplosie Een stofexplosie kan zich voordoen wanneer een ontstekingsbron een explosief mengsel van stof en zuurstof (lucht) tot ontsteking brengt. Bij Noblesse bestaat in de poedermeelopslagen of in de nabijheid daarvan door de aanwezigheid van vrijgekomen en ronddwarrelend stof de kans dat dit stof tot ontbranding of ontsteking wordt gebracht. De verplichtingen voor bedrijven ten aanzien van gas- en stofontploffingsgevaar zijn vanaf 1 juli 2003 verankerd in de Arbowet en het Arbobesluit. Concreet gaat het voor inrichtingen (bedrijven) dan met name om het explosieveiligheidsdocument, de RI&E, voor de onderdelen gas- en stofontploffing en de gevarenzone-indeling. De Arbeidsinspectie is de toezichthoudende instantie. De Wm ziet toe op effecten buiten de inrichting. De opslag van poeder vindt inpandig plaats. Bij een stofexplosie zal het gebouw bescherming bieden. Wij verwachten geen effecten buiten de inrichting bij een eventuele stofexplosie. Uit oogpunt van externe veiligheid hebben wij gemeend toch een voorschrift ter voorkoming van stofexplosie op te moeten nemen (Intern) bedrijfsnoodplan In de nieuwe Arbowetgeving (1 januari 2007) is het hebben van een noodplan geregeld. Op basis van artikel 2.5c van het Arbobesluit is een bedrijf verplicht een noodplan te hebben. Op basis van dit artikel is het bedrijf ook verplicht onder andere hulpverleningsinstanties in te lichten over het noodplan indien gewenst door deze instanties (er moet dus zelf om gevraagd worden). In artikel 2.0c van de Arboregeling is geregeld wat er ten minste in het noodplan moet zijn opgenomen (verwezen wordt naar bijlage II van de regeling). Gezien het voorgaande worden ten aanzien van een (intern) bedrijfsnoodplan geen voorschriften aan deze vergunning verbonden PGS voor opslag gevaarlijke stoffen Ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen zijn richtlijnen opgesteld in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS), waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de opslag van zwavelzuur, natriumhydroxide, natriumhypochloriet, antischuim, desinfectans, oliën en vetten en polymeer is de PGS 15 opgesteld. Uit de aanvraag blijkt dat de opslag voldoet aan deze PGS. Dit is in de voorschriften van deze vergunning vastgelegd Beoordeling en conclusie Uit de met de aanvraag overgelegde gegevens en onze toetsing concluderen wij dat ten aanzien van externe veiligheid geen belemmering bestaat de gevraagde vergunning te verlenen. Wel hebben wij voorschriften uit de PGS 30 opgenomen en voorschriften ter voorkoming van stofexplosies en een voorschrift voor een brandbestrijdingsplan. 10. GELUID EN TRILLINGEN Algemeen De bedrijfsactiviteiten van Noblesse hebben tot gevolg dat geluid wordt geproduceerd. Deze geluidsemissie wordt vooral bepaald door de openstaande overheaddeuren en het interne transport. De door de inrichting veroorzaakte geluidsbelasting in de omgeving is in kaart gebracht in een akoestisch rapport van Stroop, kenmerk , d.d. 31 juli

12 12 Het geluid wordt beoordeeld op basis van de representatieve bedrijfssituatie. Dit is de toestand waarbij de inrichting volledig gebruikmaakt van de vergunde capaciteit in de desbetreffende beoordelingsperiode. Beoordeeld worden de geluidsbelasting, de maximale geluidsniveaus en de indirecte hinder als gevolg van het in werking zijn van de inrichting Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Noblesse ligt op het gezoneerde industrieterrein VAM Tweesporenland (MERA-terrein) in de gemeente Midden-Drenthe. De geluidszone is op 23 februari 1999 vastgesteld door gedeputeerde staten van de provincie Drenthe. Bij de beoordeling van de aanvraag nemen wij in ieder geval de geldende grenswaarden voor het gezoneerde industrieterrein in acht. Voor gezoneerde industrieterreinen geldt dat de etmaalwaarde van het equivalent geluidsniveau vanwege het gehele industrieterrein buiten de zone niet meer mag bedragen dan 50 db(a) etmaalwaarde. Gedeputeerde staten hebben voor de binnen de zone gelegen woningen Vamweg 6 en Vamweg 8 een hogere grenswaarde vastgesteld van 55 db(a) etmaalwaarde. Voor de woningen Oosterseveldweg 3 en Oosterseveldweg 6 is een hogere grenswaarde van 52 db(a) vastgesteld. Bij de aanvraag is een akoestisch rapport gevoegd. In het akoestisch rapport is de geluidimmissie, zowel voor de dag-, avond- als nachtperiode, aangegeven op de door de zonebeheerder vastgestelde zonebewakingspunten. Deze zonebewakingspunten liggen op de vastgestelde 50 db(a)-contour en bij relevante woningen binnen de zone. De zonebeheerder heeft verklaard dat de berekende geluidimmissie, gecumuleerd met de geluidimmissie van de overige op het industrieterrein gevestigde bedrijven past binnen de beschikbare geluidruimte voor dit industrieterrein. Afzonderlijke geluidsbronnen kunnen de geluidsbelasting op de omgeving bepalen en een onnodige geluidsemissie veroorzaken. Bij Noblesse zijn zulke bronnen niet aanwezig. Onnodige geluidsemissie wordt daarom voorkomen. Voor het aspect geluid wordt voldaan aan de voor de inrichting in aanmerking komende BBT. Omdat de akoestische rapportage een prognose betreft, is in een voorschrift bepaald dat binnen zes maanden na de inbedrijfstelling van de installatie een opleveringsonderzoek moet worden overgelegd aan het bevoegd gezag Maximaal geluidsniveau (LAmax) Volgens de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening moet gestreefd worden naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus die meer dan 10 db boven het aanwezige equivalente niveau uitkomen. Aan de streefwaarden wordt voldaan. Omdat ruimschoots aan de streefwaarden wordt voldaan, vinden wij het niet nodig de maximale geluidsniveaus in een voorschrift vast te leggen Indirecte hinder Indirecte hinder is de geluidsbelasting die wordt veroorzaakt door transportbewegingen van en naar de inrichting zolang de transportmiddelen zich op de openbare weg bevinden. Het geluid van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg wordt beoordeeld volgens de circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" d.d. 29 februari Het geluid van het verkeer van en naar een inrichting, gelegen op een gezoneerd industrieterrein mag echter bij vergunningverlening in verband met de Wm niet worden getoetst aan de in de circulaire 12

13 13 genoemde grenswaarden, omdat hierdoor het speciale regime en vergunningstelsel voor bedrijven op een gezoneerd industrieterrein worden doorkruist. De verkeersaantrekkende werking behoeft daarom niet te worden getoetst conform de jurisprudentie (onder andere dossier nummer E ) van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Conclusie Ten aanzien van de geluidsbelasting, maximale geluidsniveaus en indirecte hinder is de situatie milieuhygiënisch aanvaardbaar. Wij hebben aan de vergunning een voorschrift verbonden waarin grenswaarden zijn gesteld op beoordelingspunten nabij de inrichting. De geluidsbelasting op deze punten is overeenkomstig de aangevraagde geluidsruimte. Vanwege de grote afstand van de geluidgevoelige bestemmingen tot de inrichting en vanwege de invloed van andere geluidsbronnen kan de geluidsbelasting die de inrichting veroorzaakt, niet bij de geluidgevoelige bestemmingen of op de zonegrens worden gemeten (deze kan wel worden berekend). Daarom zijn controlewaarden vastgelegd op controlepunten, gelegen in de nabijheid van de inrichting. Op deze punten kan in het kader van het door het bevoegd gezag uit te oefenen toezicht op de naleving worden gemeten. Een overzicht van de beoordelingspunten c.q. controlepunten is gegeven in figuur 4 van het bij de aanvraag behorende akoestisch onderzoek van Stroop, kenmerk , d.d. 31 juli GEUR Toetsingskader Het in de NeR omschreven algemeen uitgangspunt van het geurbeleid is het zoveel mogelijk beperken van geurhinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Dit uitgangspunt vormt samen met het toepassen van de BBT de kern van het nationale geurbeleid. In het landelijke geurbeleid is vastgelegd dat wij de uiteindelijke afweging maken, waarbij wij rekening houden met alle relevante belangen om tot een duurzame kwaliteit van de leefomgeving te komen. Het geurbeleid bestaat uit de volgende uitgangspunten: - als er geen hinder of kans op hinder is, zijn maatregelen niet nodig; - als er wel hinder of kans op hinder is, worden maatregelen op basis van de BBT afgeleid; - voor bepaalde branches is een toetsingskader voor geurhinder in een bijzondere regeling van de NeR opgenomen; - de mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Voor het bepalen van het acceptabele hinderniveau geeft de NeR de hindersystematiek. Met behulp hiervan kan een situatie met (potentiële) geuroverlast worden beoordeeld. Toepassen van de hindersystematiek leidt tot een specifieke afweging voor een individuele situatie of tot het toepassen van een bijzondere regeling. In Drenthe is de hindersystematiek voor individuele situaties, op basis van de relatie tussen de hedonische waarde en daarbij behorende geurconcentratie, nader uitgewerkt. De hedonische waarde is een kwalificatie voor de (on)aangenaamheid van een geur met een schaal van -4 (uiterst onaangenaam) tot +4 (uiterst aangenaam). 13

14 14 Voor het bepalen van een acceptabel hinderniveau wordt gebruikgemaakt van de geurconcentraties, behorende bij de volgende hedonische waarden: - 0 (neutraal) - -0,5 (noch aangenaam/noch onaangenaam tot enigszins onaangenaam) - -1 (enigszins onaangenaam) - -2 (onaangenaam) Voor geurgevoelige bestemmingen wordt een toetsingskader gehanteerd waarbij de geurconcentratie behorende bij de aangegeven hedonische waarde dient als respectievelijk streef-, richt- en grenswaarde. Bij aaneengesloten woonbebouwing moet hieraan gedurende 98% van de tijd worden voldaan (98-percentiel) en bij verspreid liggende woonbebouwing gedurende 95% van de tijd (95-percentiel). Toetsingskader ter bepaling acceptabel hinderniveau op basis van hedonische waarde Bestaande situatie: geurconcentratie als 95-/98-percentiel behorende bij hedonische waarde Nieuwe situatie: geurconcentratie als 95-/98-percentiel behorende bij hedonische waarde Streefwaarde -0,5 0 Richtwaarde -1-0,5 Grenswaarde -2-1 Op basis van de lokale situatie, waarin onder meer planologische, sociaal-economische en bedrijfseconomische aspecten een rol spelen, wordt een acceptabel hinderniveau vastgesteld. De mogelijkheid tot het nemen van geurreducerende maatregelen wordt hierin meegewogen. In bestaande situaties spelen bovendien de hinderbeleving in de omgeving en een eventueel aanwezig klachtenpatroon een rol Geurbronnen Bij Noblesse is een aantal geurbronnen te onderscheiden: ruimtelucht ontvangsthal ruimtelucht proceshal proceslucht De ruimtelucht van de ontvangsthal en de proceshal wordt afgezogen met een debiet van m 3 /uur. Uit het bij de aanvraag gevoegde geuronderzoek blijkt uit metingen bij een vergelijkbaar bedrijf dat met deze lucht een hoeveelheid geur van 390 miljoen odourunits per uur (Mou E /h) wordt afgevoerd. De in het proces vrijkomende lucht wordt afgezogen; hiermee wordt een hoeveelheid geur van Mou E /h afgevoerd ingeval er één zogenaamde verenlijn in productie is en Mou E /h ingeval twee verenlijnen in productie zijn Getroffen maatregelen De afgezogen ruimtelucht wordt behandeld in een biofilter. Op basis van ervaringen met biofilters elders kan worden aangenomen dat het biofilter ten minste een verwijderingsrendement heeft van 85% voor de in de ruimtelucht aanwezige geur. Vanuit het biofilter wordt op een hoogte van 2 m daarom een hoeveelheid geur van 60 Mou E /h geëmitteerd. 14

15 15 De afgezogen proceslucht wordt behandeld in een wastoren waar het achtereenvolgens met een zuur- en een loogoplossing wordt gewassen. De niet-condenseerbare geurcomponenten in de proceslucht worden thermisch behandeld in de vuurhaard van één van de drogers, waarmee 99% van de geur uit de luchtstroom wordt verwijderd. Deze lucht wordt vervolgens nog nabehandeld in de wastoren. Alle in de wastoren behandelde lucht wordt uiteindelijk geëmitteerd op een hoogte van 40 m. De geëmitteerde geurvracht bedraagt Mou E /h ingeval er één verenlijn in productie is en Mou E /h ingeval twee verenlijnen in productie zijn. De aard van de geur die na behandeling met het biofilter of met de wastoren, in combinatie met de droger, wordt geëmitteerd, uitgedrukt in ou E bij de aangegeven hedonische waarde, is weergegeven in onderstaande tabel. Geurconcentratie behorende bij de verschillende hedonische waarden Bron Geurconcentratie (ou E /m 3 ) behorende bij een hedonische waarde van: 0-0, Wastoren 0,5 1,2 2,9 17 Biofilter 0,5 1,2 2,3 9, Verspreiding geuremissie Met de aangegeven geuremissies zijn verspreidingsberekeningen uitgevoerd met Pluim Plus, overeenkomstig het Nieuw Nationaal Model (NNM). De resultaten van deze berekeningen zijn weergegeven in het bij de aanvraag behorende geurrapport. Uit deze resultaten blijkt dat met het maximum van twee verenlijnen in productie, met de getroffen voorzieningen, ter plaatse van aaneengesloten woonbebouwing voldaan kan worden aan een maximale geurimmissieconcentratie van 0,8 ou E /m 3 als 98-percentiel. Ter plaatse van verspreid liggende woonbebouwing bedraagt de maximale geurimmissieconcentratie 0,5 ou E /m 3 als 95-percentiel. Met één verenlijn in productie kan worden voldaan aan 0,6 ou E /m 3 als 98-percentiel bij aaneengesloten woonbebouwing en <0,5 ou E /m 3 als 95-percentiel bij verspreid liggende woningen Beoordeling van de geursituatie Gezien de aard van het binnen de inrichting te verwerken materiaal moet voorkomen worden dat lucht uit het proces of de geurrelevante ruimtes zich kan verspreiden in de omgeving. Hieraan wordt invulling gegeven door het afzuigen van de proces- en ruimtelucht. Met het bij de aanvraag gevoegde geurrapport, dat is opgesteld op basis van metingen bij eenzelfde proces als dat door Noblesse gaat worden gebruikt, wordt een reëel beeld geschetst van de geuremissie die zal gaan optreden. De afgezogen ruimtelucht wordt behandeld door middel van biofiltratie en de proceslucht wordt behandeld door middel van verbranding en behandeling in een gaswasser. Met deze maatregelen worden de BBT toegepast om de emissie van geur zoveel mogelijk te voorkomen. Gezien de hoeveelheid geur die na behandeling in de proceslucht resteert, wordt deze op 40 m hoogte geëmitteerd om hinder in de omgeving van het bedrijf zoveel mogelijk te voorkomen. De hoogte van de schoorsteen van 40 m is tevens de maximumhoogte die het vigerende bestemmingsplan toestaat. Met de getroffen maatregelen kan bij verspreid liggende woningen worden voldaan aan de streefwaarde. Ten aanzien van aaneengesloten woonbebouwing kan met één verenlijn in productie nagenoeg aan de streefwaarde worden voldaan. Indien twee verenlijnen in productie zijn, kan aan een geurimmissiewaarde worden voldaan die tussen de streef- en de grenswaarde in ligt. Wij zijn van mening dat daarmee een acceptabel hinderniveau wordt gerealiseerd. 15

16 16 Noblesse kan de inrichting starten met één verenlijn, overeenkomstig de gegevens in de aanvraag. Voordat de tweede verenlijn in productie kan worden genomen, moet worden vastgesteld wat de werkelijke geuremissie van het in productie genomen proces is en welke reductie met de genomen maatregelen kan worden bereikt. Op basis daarvan moet worden berekend wat de geuremissie van de inrichting met twee verenlijnen in productie zal zijn. Ook moet worden onderzocht of en op welke wijze met twee verenlijnen in productie kan worden voldaan aan de streefwaarde van 0,5 ou E /m 3 als 98-percentiel ter plaatse van aaneengesloten woonbebouwing. Indien niet aan de streefwaarde kan worden voldaan, dient te worden aangegeven aan welke geurimmissieconcentratie ter plaatse van aaneengesloten woonbebouwing redelijkerwijs kan worden voldaan; dit ter beoordeling van het bevoegde gezag. De geurimmissieconcentratie ter plaatse van aaneengesloten woonbebouwing mag echter nooit meer bedragen dan 0,8 ou E /m 3 als 98-percentiel. De geur die afkomstig is van EMN, is afwijkend van de geur die Noblesse zal gaan verspreiden. Er zal daarom geen sprake zijn van cumulatie van geur Conclusie Met de met de aanvraag overgelegde gegevens wordt een goed beeld gegeven van de geuremissie en -immissie van de inrichting. Met de getroffen maatregelen wordt in de omgeving van het bedrijf een acceptabel hinderniveau gerealiseerd. Wel moet nog worden onderzocht of ook met twee verenlijnen in productie ter plaatse van aaneengesloten woonbebouwing kan worden voldaan aan de streefwaarde van 0,5 ou E /m 3 als 98-percentiel. Uit oogpunt van geur zien wij geen belemmeringen de gevraagde vergunning te verlenen. 12. LUCHT Algemeen Ten gevolge van het productieproces zal een aantal stoffen worden geëmitteerd. De emissie van deze stoffen heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit in de omgeving van het bedrijf Emissie De aangevraagde emissies zijn getoetst aan de Nederlandse emissierichtlijn (NeR). Deze richtlijn, die de BBT voor het beperken van luchtemissies beschrijft, wordt landelijk toegepast als toetsingskader voor de beoordeling en regulering van luchtemissies. Ook in de verschillende BREF's die voor het bedrijf van toepassing zijn, worden BBT omschreven. Vanuit het productieproces zullen stof, stikstofoxiden en zwaveldioxide worden geëmitteerd. De lucht vanuit het productieproces passeert achtereenvolgens een cycloon, een scrubber en als laatste een gaswasser. Hierdoor zal de emissie van stof minder dan 5 mg/m 3 zijn. Hiermee wordt voldaan aan het toepassen van BBT. De emissie van zwaveldioxide vanuit het proces bedraagt 10 mg/m 3. Door het toepassen van een gaswasser wordt de uiteindelijke emissie beperkt tot 2 mg/m 3. Hiermee wordt voldaan aan het toepassen van BBT. De emissie van stikstofoxiden wordt veroorzaakt door de in de drogers toegepaste branders. Door hiervoor low-no x -branders toe te passen, wordt voldaan aan het toepassen van BBT. 16

17 Luchtkwaliteitseisen In de Wm zijn luchtkwaliteitseisen vastgelegd. In bijlage 2 bij de Wm staan grenswaarden genoemd voor een aantal stoffen. Van de emissies van Noblesse staan voor stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM10) grenswaarden genoemd. Voor NO 2 geldt een norm van 40 µg/m 3 jaargemiddeld. Voor fijn stof geldt een norm van 40 µg/m 3 jaargemiddeld, waarbij de daggemiddeldeconcentratie van fijn stof de waarde van 50 µg/m 3 niet meer dan 35-maal per jaar mag overschrijden. Genoemde grenswaarden gelden overal in Nederland, behalve op arbeidsplaatsen. Jaarlijks berekent het RIVM, op basis van metingen en een database met emissiegegevens, de achtergrondconcentraties van genoemde stoffen in Nederland. Op basis van deze achtergrondconcentratie kan worden beoordeeld of met de bijdrage van een inrichting luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. Bij de aanvraag is een luchtkwaliteitsonderzoek gevoegd dat de bijdrage aan de fijnstof- en stikstofdioxideconcentratie van de aangevraagde inrichting weergeeft. Het is onzeker of de bijdrage van de nabijgelegen inrichting van Essent Milieu Noord (EMN) voldoende in de achtergrondconcentraties die het RIVM jaarlijks berekent, zijn meegenomen. Daarom is de bijdrage van EMN in de beoordeling meegenomen. Uit de beoordeling blijkt dat, met de bijdrage van Noblesse en EMN, de jaargemiddeldeconcentratie fijn stof 18 µg/m 3 bedraagt en dat de daggemiddeldeconcentratie van fijn stof de waarde van 50 µg/m 3 tienmaal per jaar wordt overschreden. Voor stikstofdioxide geldt dat, met de bijdrage van Noblesse en EMN, de jaargemiddeldeconcentratie stikstofdioxide 19 µg/m 3 bedraagt Conclusie Voor zowel fijn stof als stikstofdioxide blijkt dat, met de bijdrage van Noblesse en EMN, wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen zoals deze zijn vastgelegd in de Wm. Uit oogpunt van luchtkwaliteitseisen bestaat geen belemmering de gevraagde vergunning te verlenen. 13. MILIEUZORGSYSTEEM Algemeen Ten behoeve van de vertaling van de milieuregelgeving naar de actuele bedrijfssituatie en het streven naar een zo gering mogelijke milieubelasting van de bedrijfsactiviteiten is het landelijke beleid erop gericht dat bedrijven worden gestimuleerd om milieuzorgsystemen te implementeren Milieuzorg en BREF In de BREF Slachthuizen en dierlijke bijproducten wordt over milieuzorg opgemerkt dat de beste milieuprestaties geleverd worden door een installatie die is uitgerust met de beste technologie en bedreven wordt op de meest effectieve en efficiënte wijze (paragraaf 4.1.1). De IPPC-richtlijn-definitie voor techniek is dan ook: "zowel de gebruikte technologie als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, bedreven en ontmanteld". Voor IPPC-installaties geldt dat een milieuzorgsysteem het instrument is dat door bedrijven gebruikt kan worden om op een systematische en aantoonbare manier om te gaan met zaken zoals ontwerp, bouw, bedrijven en het ontmantelen van een installatie. Een milieuzorgsysteem bevat de organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden en procedures. Het draagt bij aan een continue verbetering van milieuprestaties. 17

18 18 Veel bedrijven beschikken over een milieuzorgsysteem dat is opgezet en gecertificeerd volgens internationale normen, zoals EN-ISO en EMAS. Opgemerkt wordt dat een zorgsysteem volgens de systematiek van de EN-ISO de organisatie als een eenheid neemt, terwijl de BREF's een engere reikwijdte hebben. Met name activiteiten met betrekking tot de producten en diensten die een bedrijf heeft, vallen buiten de reikwijdte van de BREF's. Het beschikken over en werken volgens een milieuzorgsysteem is in diverse BREF's aangemerkt als BBT, ook al is het milieuzorgsysteem niet gecertificeerd volgens een internationale norm. Het voldoen aan een milieuzorgsysteem kan dan ook als een aanvulling op de BBT worden gezien Milieujaarverslag De activiteiten van Noblesse vallen in categorie 8.2, onder b, van het Ivb. Deze categorie staat genoemd in Bijlage 1 van het Besluit milieuverslaglegging. Dit betekent dat er jaarlijks vóór 1 april een milieujaarverslag ten behoeve van de overheid opgesteld moet worden, volgens de eisen in Bijlage 2 van het Besluit milieuverslaglegging Beoordeling en conclusie Noblesse gaat niet volgens een milieuzorgsysteem als ISO werken. In plaats daarvan gaat gewerkt worden volgens een aantal kwaliteitssystemen dat noodzakelijk is om in aanmerking te komen voor een erkenning van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). In de aanvraag wordt een aantal mogelijkheden genoemd, waarbij aangegeven wordt dat op moment van start van de productie er een kwaliteitssysteem actief zal zijn. De kwaliteitssystemen die als voorbeeld genoemd worden, zijn: GMP+, HACCP en BRC. Om relevante delen van een kwaliteitssysteem te borgen zijn, op basis van artikel 8.13 van de Wm, voorschriften opgenomen ten aanzien van relevante onderdelen van het kwaliteitssysteem. Ook is een voorschrift opgenomen waarin Noblesse verplicht wordt voor de start van de productie aan te geven welk kwaliteitssysteem zij gaan implementeren. 14. VERRUIMDE REIKWIJDTE Preventie Een belangrijk onderdeel van de Wm is de "verruimde reikwijdte". Dit betekent onder meer dat de aspecten watergebruik en vervoer in de vergunning moeten worden meegenomen. Daarvoor zijn in de Handreiking "Wegen naar preventie voor bedrijven" handvatten gegeven. Op basis daarvan zijn de in deze beschikking voornoemde aspecten beoordeeld, met inachtneming van de per aspect vastgestelde relevantiecriteria. Wij achten echter het aspect vervoer door medewerkers pas relevant bij meer dan vijfhonderd werknemers als tegelijk niet aannemelijk is dat het bedrijf alle maatregelen heeft getroffen om de nadelige gevolgen van vervoer voor het milieu tegen te gaan. Noblesse heeft tien medewerkers. De relevantiecriteria worden niet overschreden. Daarom wordt in deze vergunning verder geen aandacht besteed aan het aspect vervoer door medewerkers Waterverbruik De winning van drinkwater kost geld, grondstoffen en energie. Het zuinig gebruik van drinkwater vormt dan ook onderdeel van de verruimde reikwijdte in de Wm. Het gebruik van drinkwater als proceswater moet zoveel mogelijk worden beperkt tot die processen waarvoor water van een bepaalde kwaliteit noodzakelijk is. Het gebruik van drinkwater als koelwater bijvoorbeeld moet zoveel mogelijk worden voorkomen. 18

19 19 Voor het onttrekken van grondwater is een ontheffing benodigd. De Grondwaterwet ziet hierop toe. Wij mogen dientengevolge in deze beschikking geen eisen stellen aan de winning van grondwater. De Wm verplicht ons echter wel te toetsen of grondstoffen doelmatig worden gebruikt. Wij moeten voorkomen dat afvalwater ontstaat en als dat niet mogelijk is, moeten wij het doelmatig beheer van afvalwater bevorderen. Binnen de inrichting wordt m 3 grondwater per maand verbruikt. Het grondwater wordt gebruikt voor de behandeling van de lucht, afkomstig uit het productieproces. Uit de aanvraag blijkt dat Noblesse wil onderzoeken of er alternatieven voorhanden zijn. In de aanvraag wordt in het bijzonder de mogelijkheid genoemd om effluent van de waterzuivering te gebruiken. In de voorschriften is daarom een verplichting opgenomen om binnen zes maanden een rapportage te overleggen waarin de (on)mogelijkheden van dit en eventuele andere alternatieven zijn beschreven. Het totale drinkwaterverbruik van Noblesse is niet genoemd in de aanvraag. Wel is genoemd dat drinkwater wordt gebruikt door het personeel: kantine en sanitair. Verder wordt drinkwater gebruikt voor de reiniging van vrachtwagens en productieruimtes. Het richtinggevend relevantiecriterium voor waterbesparing is een verbruik van meer dan m 3 op jaarbasis. Om inzicht te verkrijgen in het drinkwatergebruik van Noblesse, hebben wij registratieverplichtingen opgenomen. Omdat er geen drinkwater voor het productieproces wordt gebruikt, is de verwachting dat Noblesse onder de grens van m 3 per jaar zal blijven. Mocht na een jaar uit de registratie blijken dat het verbruik hoger uitvalt, dan wordt een besparingsonderzoek gevraagd. 15. BEKENDMAKING ONTWERPBESLUIT Ingekomen adviezen Naar aanleiding van de aanvraag zijn binnen de door de wet gestelde termijn geen adviezen binnengekomen Tervisielegging Om te voldoen aan hoofdstuk 13 van de Wm en afdeling 3.4 van de Awb liggen de aanvraag met de bijbehorende stukken en het ontwerpbesluit zes weken ter inzage bij de gemeente Midden-Drenthe en bij de provincie Drenthe. De kennisgeving is gepubliceerd in het huis-aan-huisblad de Hoogeveensche Courant Zienswijze Binnen zes weken na de dag waarop het ontwerpbesluit ter inzage is gelegd, kan eenieder daartegen bij het bestuursorgaan een schriftelijke zienswijze inbrengen. De persoonlijke gegevens van degene die een schriftelijke zienswijze heeft ingebracht, worden - indien hij daarom verzoekt - niet bekendgemaakt. 19

20 20 Beslissing Gedeputeerde staten van Drenthe; overwegende het vorenvermelde en gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: - de door Noblesse aangevraagde Wm-vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wm voor onbepaalde termijn te verlenen; - dat de volgende delen van de aanvraag: de tabel bodembedreigende activiteiten en maatregelen op bladzijde 32 van de aanvraag; de eerste bladzijde van de aanvullende gegevens, betreffende opslag, kenmerk ; figuur 4 van het akoestisch rapport van Stroop raadgevende ingenieurs, 31 juli 2009, kenmerk , uit bijlage 5 van de aanvraag; het geurrapport van SGS, 21 juli 2009, kenmerk EZ/08/2592.rap.v3, uit bijlage 6 van de aanvraag en de toetsing aan de BREF Slachthuizen en dierlijke bijproducten in bijlage 11 van de aanvraag deel uitmaken van deze beschikking voor zover de voorschriften en beperkingen niet anderszins bepalen; - aan deze Wm-vergunning de voorschriften te verbinden zoals deze in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen; - dat vergunningvoorschriften en gedurende drie jaar nadat de Wm-vergunning haar geldigheid heeft verloren, in werking blijven. Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze, P.J. van Eijk, manager Duurzame Ontwikkeling Bijlage(n): tkl/coll. G:\Sec\Secretariaat DO\Ontwerpen (brieven, enz.)\ob-do-noblesse Wijster.doc Een origineel van dit besluit is verzonden aan Noblesse Proteins BV, t.a.v. de heer drs. H. Hijlkema, Lange Streek 6, 9231 LC Surhuisterveen. Afschrift aan: - het college van burgemeester en wethouders van Midden Drenthe, Postbus 24, 9410 AA Beilen - de VROM-inspectie Regio Noord, Postbus 30020, 9700 RM Groningen - Grontmij Nederland BV, t.a.v. Projectmanager Reststoffen de heer G. van Rootselaar, Postbus 485, 6824 BJ Arnhem - het dagelijks bestuur van het waterschap Reest en Wieden, t.a.v. de heer W. Pieters, Postbus 120, 7940 AC Meppel 20

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Hoogeveen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK Assen, 31 mei 2010 Ons kenmerk DO/2010007053 Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Cubri Pallet- en Handelsmij BV te Schoonebeek

Nadere informatie

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2015367/2717248 op de op 9 februari 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Loon- en grondverzetbedrijf W. Arts BV, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN Assen, 18 februari 2009 Ons kenmerk DO/2009001842 Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) 36 58 36 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Friesland Foods Domo Beilen te Beilen

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Waterschap Groot Salland Aangevraagde activiteiten : Aanpassen van de installatie in het kader van de gasveiligheid Locatie

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Inverko Plastics B.V. / Poly Grind het veranderen van de bedrijfstijden (Locatie: Leek) Groningen, mei 2010 Nr. 2010-31268 Procedure nr. Inhoudsopgave

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; Collegevoorstel

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; Collegevoorstel CVDR Officiële uitgave van Helmond. Nr. CVDR608718_1 19 april 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent geurhinder industriële bedrijven

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 1. AANLEIDING Op 19 oktober 2015 hebben wij van Coops Mengvoeders BV te Halle (hierna

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING ONTWERPBESLUIT Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor op- en overslagstation gemeente Assen ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel

Nadere informatie

^JJmgevingsdíĉttsŕį Midden- en West-Urabant H

^JJmgevingsdíĉttsŕį Midden- en West-Urabant H ^JJmgevingsdíĉttsŕį Midden- en West-Urabant H Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant onsterk C2116673/3477858 Op de aanvraag om een omgevingsvergunning van Essent Energie Productie B.V.,

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Zaaknummer: 2015-0968 Kenmerk: 2015/48998 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,

Nadere informatie

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU *D152097259* D152097259 ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU Aanvrager : P.C. van Tuijl Kesteren b.v. Datum besluit : Onderwerp : uitbreiding bedrijfsgebouw Van Tuijl Marsdijk Lienden Gemeente

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Van Gansewinkel ten behoeve van het opslaan van afvalstoffen. (locatie: Duinkerkenstraat 50 te Groningen) Groningen, 5 september 2012 Nr. 418911 Procedure

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE AMBTSHALVE WIJZIGING VAN DE WM-VERGUNNING VOOR NV ROVA HOLDING TE MEPPEL

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE AMBTSHALVE WIJZIGING VAN DE WM-VERGUNNING VOOR NV ROVA HOLDING TE MEPPEL Assen, 9 november 2010 Ons kenmerk DO/2010012563 Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Rova Holding te Meppel BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053759/2912290 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Den Ouden Regionaal Overslag Centrum BV, om

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129844/3498482 op de op 10 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Plastic Recycling Company BV, om vergunning krachtens de Wet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2052623/2898163 op de op 25 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van H. de Kok Metaal- en Schroothandel, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Voedingsmiddelen onder algemene regels

Voedingsmiddelen onder algemene regels Kenniscentrum Infomil Voedingsmiddelen onder algemene regels 22 en 27 november 2012 Margreet van der Honing Rommy Ytsma Inhoud presentatie Voedingsmiddelen: 3 categorieën Voedingsmiddelenindustrie Grenzen

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 7 september 2016 Provincie Gelderland nr. OLO

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 7 september 2016 Provincie Gelderland nr. OLO OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 7 september 2016 Provincie Gelderland nr. OLO 2219319 Op 8 juni 2016 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Remondis Dusseldorp B.V. De aanvraag gaat

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191.

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Brabants Afval Team Postbus 3223 5003 DE

Nadere informatie

M.E.R. beoordelingsbesluit

M.E.R. beoordelingsbesluit 1 1 NOV 1014 r. OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK M.E.R. beoordelingsbesluit Schenk Recycling B.V. Bolderweg 22, 1332 AV Almere rd" 11111. OMGEVINGSDIENST FLrvoLArmo 6 GOOI EN Vr.-. TTTTTT

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Waterschap Regge en Dinkel Aangevraagde activiteiten : Optimalisatie WKK-installatie RWZI Hengelo Locatie : Wegtersweg

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR EMMER BETON CENTRALE TE EMMEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR EMMER BETON CENTRALE TE EMMEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) 36 58 36 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Emmer Beton Centrale te Emmen ONTWERPBESLUIT VAN

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE GEMEENTE DE WOLDEN TE ZUIDWOLDE

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE GEMEENTE DE WOLDEN TE ZUIDWOLDE ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de gemeente De Wolden te Zuidwolde ONTWERPBESLUIT VAN

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Emmen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Kenmerk: 2015/50286 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1 Vergunningensituatie...

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR GENERAL ENTERPRISES BV TE EELDE

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR GENERAL ENTERPRISES BV TE EELDE ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw I. Reitzema (0592) 36 55 51 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor General Enterprises BV te Eelde ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Afdeling Vergunningen

Afdeling Vergunningen Afdeling Vergunningen BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 19 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255154

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. DCC Maastricht B.V. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. DCC Maastricht B.V. Zaaknummer: Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning DCC Maastricht B.V. Zaaknummer: 2017-202862 Kenmerk: 2017/67764 d.d. 28 september 2017 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Gruno Recycling ten behoeve van op- en overslag van metalen (locatie:duinkerkenstraat 100 te Groningen) Inhoudsopgave 1. OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Naam van de inrichting : De Valk Witgoedinzamelaar & Recycling Inrichtingdrijver : De heer U. Sahin Activiteiten van de inrichting : Inzameling, reparatie

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 14 augustus 2007 bij hen ingekomen verzoek van Gebr. Van Vijfeijken BV aan de Helmondsingel 131 te Deurne om wijziging van de op 21 september

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Gedeputeerde Staten hebben op 24 november 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a en

Nadere informatie

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V. (ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Schipper Recycling B.V. Locatie: Schaappad 3 te Weiwerd Groningen, maart 2012 Nr. 2012-11624 Zaaknummer:

Nadere informatie

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Delamine B.V. (Locatie Oosterhorn 8 te Farmsum) Groningen, 21 augustus Nr. 2007-31.021/34, M V Procedure nr. Procedure Nummer 6264 Inhoudsopgave 1. VERZOEK

Nadere informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie 8 juli 2010 / rapportnummer 1840-279 1. OORDEEL OVER DE AANVULLENDE INFORMATIE

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL Aan: Lenger Seafoods Industrieweg 35 4401 LA Yerseke Kenmerk: Afdeling: W-MWP150041/00113735 Vergunningverlening Datum: 24 december 2015 Onderwerp:

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliiklcing 00509630 ODH-2018-00040859 1 4 MEI 2018 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T

Nadere informatie

proainci renthe 1.1. Onderwerp

proainci renthe 1.1. Onderwerp Provincie høis Westerbrink r, Assen Postødres Postbus rzz, 94oo ec Assen www.drenthe.nl r (o592) 36 tt tt r (o592) 36 t7 77 proainci renthe VERT0NnFN?R lllll?n1[ Assen, 25 juli 2104 Ons kenmerk 201 401

Nadere informatie

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING van Smurfit Kappa Solid Board BV ten behoeve van de productie van massief karton (Locatie: KM1, Cereswijk 6 te Oude Pekela) Groningen, 14januari 2014 Nr. 2014-00964/3,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Martens Havenontvangstinstallatie Vlissingen B.V. Spanjeweg 2 4455 TW NIEUWDORP Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 21 december 2015 Onderwerp:

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Bodembescherming en de NRB in het Bal Bodembescherming verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Kees Jonker Rijkswaterstaat WVL afd. Bodem en Ondergrond/Bodem+ 25 juni 2019 1 Wat verandert

Nadere informatie

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp Prov incie h øis lüesterbrink r, Assen Postadres Postbus rzz, 94oo.tc Assen www.drenthe.nl r (o592) 36 tt tt n (o592) j6 t7 77 pror.tinci renthe Assen, 17 januari2013 VERZONDEN 21JAiI.2O13 Ons kenmerk

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2115819/3396575 op de op 18 februari 2013 ingekomen aanvraag van Martens beton BV aan het Innovatiepark 15 te Oosterhout

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Beslissing van Gedeputeerde Staten van Gelderland inzake het uitvoering geven aan de bevoegdheid ingevolge artikel 2.33 tweede lid

Nadere informatie

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning milieuneutrale verandering uitbreiding aantal ggo-ruimten Aanvraagnummer OLO-1975447 Stichting Hoger Onderwijs Nederland Theresiastraat 8 2593 AN, s-gravenhage Locatie: Hogeschool

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2082601/3080435 op de op 5 juli 2012 bij ons ingekomen aanvraag van B&C Ultrafiltratie voor de inrichting aan

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2040247/2803136 op de op 14 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Heijmans Facilitair Bedrijf BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Bouwbedrijf Wijlens BV Activiteiten van de inrichting : Opslag bouwafval, puinbreken, vervaardigen betonmortel en vormgeven betonproducten,

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Nr. MPM7251 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 6 februari 2007 hebben wij een verzoek ontvangen van Van Rijnsbergen-Liebregts Transport en Milieu B.V.

Nadere informatie

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp Omgevingsdienst Regio Nijmegen D161392657 D161392657 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager Datum besluit Onderwerp Gemeente / locatie OLO-nummer Zaaknummer Activiteit ARN B.V. 25 augustus 2016 Verwerking luiers,

Nadere informatie

ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR

ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR ONDERZOEK INDUSTRIËLE GEUR SCHOOLLOCATIE SWEELINCKSTRAAT EERBEEK Gemeente Brummen Opdrachtgever: Contactpersoon: Pouderoyen Compagnons dhr. J. Langbroek Documentnummer: [pm], C01 Datum: 29 oktober 2012

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR BGA COEVORDEN GMBH TE COEVORDEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR BGA COEVORDEN GMBH TE COEVORDEN ONTWERP ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR BGA COEVORDEN GMBH TE COEVORDEN 1. FEITEN 1.1. Onderwerp aanvraag Op 12 augustus 2010 hebben wij een aanvraag ontvangen ingevolge

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer 1 AANPASSING VERGUNNING 1.1 Algemeen Op 20 februari 2008 hebben wij het voornemen kenbaar gemaakt tot (ambtshalve) wijziging over

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2039301/2811531 op de op 8 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Caldic Chemie Produktie BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 22 oktober 2007 bij hen ingekomen verzoek van J.A. Rodenburg Beheer BV aan de Denariusstraat 19 te Oosterhout tot het intrekken van enkele

Nadere informatie

provinci renthe 1.1. Onderwerp Wij hebben op 2 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van

provinci renthe 1.1. Onderwerp Wij hebben op 2 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Prooincieh uis \ü/este brink r, Assen Postadres Postbus rzz, 94oo ec Assen www.drenthe.nl t (o592) 36 tt tt n (o592) 36 t7 77 provinci renthe VERZONDEN O2JIJLI ZO12 Assen, 29 juni2012 Ons kenmerk lf-h12012004593

Nadere informatie

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Archiefexemplaar Provincie Zeeland Middelburg: 8juli2008 Nummer 08020229/55/45 Afdeling: Milieuhygiene 1. AANVRAAG 1.1 Verzoek BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 14 maart 2008 is een verzoek

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 mei 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Milieu Service Zuid B.V. te Maasbracht Zaaknummer 2012-0105 d.d. 8 maart 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255457

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

BESLUIT. Omgevingsdienst Regio Arnhiem OMGEVINGSVERGUWNING

BESLUIT. Omgevingsdienst Regio Arnhiem OMGEVINGSVERGUWNING Omgevingsdienst Regio Arnhiem BESLUIT OMGEVINGSVERGUWNING Aanvrager Datum besluit Onderwerp Gemeente/locatie OLO-nummer Zaaknummer Activiteiten Van Houtum Recycling B.V. 16 januari 2015 uitbreiding inrichting

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2103508/3367627 op de op 30 november 2012 bij hen ingekomen aanvraag van W.E.G. Barten Den Bosch BV om een vergunning

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Lubrizol Advanced Materials Resin BV ten behoeve van de activiteit: een milleuneutrale verandering van de inrichting; "het verhogen van de jaarlijkse productiecapaciteit"

Nadere informatie