ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR EMMER BETON CENTRALE TE EMMEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR EMMER BETON CENTRALE TE EMMEN"

Transcriptie

1 ONTWERP Ons Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Emmer Beton Centrale te Emmen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR EMMER BETON CENTRALE TE EMMEN 1. ALGEMEEN 1.1. Onderwerp aanvraag Op 5 oktober 2009 hebben wij een aanvraag ontvangen van Betonmortelbedrijven Cementbouw BV, vestiging Emmer Beton Centrale, voor een revisievergunning op grond van de Wm. De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. Het betreft een inrichting voor de verkoop, productie en afvoer van betonmortel en de handel, verkoop en afvoer van zand en grind. De aanvraag heeft betrekking op de productie van betonmortel met een capaciteit van 500 m 3 per dag en kg per uur of meer. Volgens het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb), behorende bij de Wm, valt de inrichting onder meer onder de categorieën 11.1h en 11.3c uit het Ivb. Wij zijn op grond hiervan bevoegd gezag Locatie bedrijf De inrichting bevindt zich op het industrieterrein Bargermeer te Emmen. Het bedrijf ligt aan Pieter de Keyserstraat 12 te Emmen, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie F, nummers en De afstand tot de dichtstbijzijnde woning buiten het gezoneerde industrieterrein is ca. 320 m Vergunningensituatie Wet milieubeheer De volgende vergunningen en/of meldingen zijn eerder aan het bedrijf verleend: - Revisievergunning Wm, d.d. 16 februari 1999, kenmerk MB/A2/ , betreffende een aanvraag voor een vergunning voor het veranderen van de inrichting en het in werking hebben na die verandering van de gehele inrichting. De aangevraagde vergunning vervangt de vorengenoemde vergunning. Deze vervalt op het moment dat de vergunning onherroepelijk wordt. Op het moment dat dit besluit van kracht wordt, is de eerder afgegeven revisievergunning geëxpireerd. Hierdoor kunnen wij geen revisievergunning afgeven. De aanvraag is daarom beoordeeld als een aanvraag voor een oprichtingsvergunning (Wm, artikel 8.1). Voor de inhoud van de vergunning heeft dit geen gevolgen.

2 2 Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) De volgende vergunning is eerder door Zuiveringschap Drenthe (voorloper van waterschap Velt en Vecht) aan het bedrijf verleend: - Lozingsvergunning, d.d. 15 februari 1999, nummer De voornoemde vergunning wordt ingetrokken als de nieuwe Wm- en Wvo-vergunning van kracht zijn geworden Procedure Voor de behandeling van de aanvraag is de procedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Als adviseurs zijn bij de procedure betrokken: - het college van burgemeester en wethouders van Emmen - het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht - de VROM-inspectie, Regio Noord De aangevraagde activiteiten zijn tevens -Wvo-vergunningplichtig. Aanvraagster heeft bij ons op 5 oktober 2009 een aanvraag om een Wm-vergunning ingediend. Tevens heeft de aanvraagster bij het waterschap Velt en Vecht op 12 november 2009 een aanvraag om een Wvo-vergunning ingediend. De startdatum voor beide procedures is 12 november Beide aanvragen zijn gecoördineerd in behandeling genomen. Wij hebben de aanvragen gezamenlijk verzonden aan de wettelijke adviseurs. Na inhoudelijke afstemming zijn de procedures losgekoppeld. Het traject van de Wvo-vergunning is namelijk vertraagd Waterwet en Wvo Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. Voor Emmer Beton Centrale betekent dit dat de indirecte lozingen van het bedrijf, ofwel lozingen via de rioleringen, niet meer Wvo-vergunningplichtig zijn. Deze indirecte lozingen moeten krachtens de Waterwet gereguleerd worden met de Wmvergunning. De bevoegdheden vallen daarmee onder het gezag van de provincie Drenthe. Het waterschap behoudt de adviesrechten over deze indirecte lozingen. De directe lozingen op het oppervlaktewateren blijven onder het bevoegd gezag van het waterschap Activiteitenbesluit Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het "Activiteitenbesluit") (Staatsblad 2007, 415) in werking getreden. Dit geldt ook voor de bijbehorende ministeriële Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (de "Regeling"). Dit Activiteitenbesluit en de bijbehorende Regeling bevatten algemene regels voor een aantal specifieke activiteiten en installaties. Type A- en type B-inrichtingen vallen geheel onder de algemene regels en hebben geen vergunning (meer) nodig. Voor type C-inrichtingen blijft de vergunningsplicht bestaan. Voor type C-inrichtingen kunnen echter voor een aantal activiteiten bepalingen gelden van het Activiteitenbesluit (zie artikel 1.4 van het besluit). Dit laatste is voor de onderhavige inrichting het geval. Voor deze inrichting geldt dat moet worden voldaan aan de volgende onderdelen van het Activiteitenbesluit: - paragraaf 3.1.3: lozen van hemelwater dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening; - paragraaf 3.1.4: lozen van huishoudelijk afvalwater; - paragraaf 3.3.2: het wassen van motorvoertuigen of onderdelen van motorvoertuigen; - paragraaf 4.1.5: voor zover dit betrekking heeft op het brengen van afvalwater of andere stoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in het oppervlaktewater, met behulp van een werk, dat niet op een ander werk is aangesloten of op een andere wijze dan met behulp van een werk. In deze vergunning zijn geen voorschriften opgenomen voor die aspecten waarvoor het Activiteitenbesluit geldt.

3 3 2. MILIEUEFFECTRAPPORTAGE (M.E.R.) 2.1. M.e.r.-beoordelingsplicht De voorgenomen activiteit komt noch voor in bijlage C noch in bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage De activiteit is daarom noch m.e.r.-plichtig noch m.e.r.-beoordelingsplichtig. 3. BELEIDSOVERWEGINGEN 3.1. Algemeen Toetsingskader/Best beschikbare technieken (BBT) Bij vergunningverlening in het kader van de Wm wegen wij zo veel mogelijk de verschillende milieugevolgen tegen elkaar af (integrale afweging). Dit doen wij om een zo hoog mogelijk milieurendement te krijgen. In elk geval worden de milieugevolgen getoetst op het gebied van bodem, lucht, geluid, externe veiligheid, afvalwater, energiegebruik, water en grondstoffen, afvalstoffen en verkeer en vervoer. Bij deze toetsing worden ook toekomstige ontwikkelingen van de omgeving betrokken. Verder houden wij rekening met de geldende milieubeleidsplannen en andere beleidskaders. Ook houden wij rekening met de voor de aangevraagde activiteiten geldende richtlijnen. Op 1 december 2005 is een aanpassing van de Wm in werking getreden, waarmee de IPPC-richtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Dientengevolge moeten in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning voorschriften worden verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zo veel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende BBT worden toegepast. Bij de bepaling van BBT dienen wij in zijn algemeenheid de in de artikel 5a.1 van het Ivb vermelde aspecten te betrekken, rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen en met het voorzorg- en het preventiebeginsel. In het bijzonder dienen wij bij de bepaling van BBT rekening te houden met de Regeling aanwijzing BBT-documenten Beoordeling Op de aangevraagde activiteiten zijn de volgende Nederlandse informatiedocumenten uit de Regeling aanwijzing BBT-documenten van toepassing: - Circulaire energie in de milieuvergunning - Handreiking wegen naar preventie bij bedrijven - Werkboek wegen naar preventie bij bedrijven - Nederlandse emissierichtlijn (NeR) lucht - Werkboek milieumaatregelen betonmortel- en betonproductenindustrie * - Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) - PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen - PGS 30: Vloeibare aardolieproducten: opslag in kleine installaties * Dit document is per 19 december 2008 verwijderd uit de Regeling aanwijziging BBT-documenten, maar is wel als richtlijn gehanteerd bij de beoordeling van BBT.

4 Conclusies BBT De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de BBT ter voorkoming van emissies naar de lucht, de bodem, het water, geluidemissies, afvalpreventie, externe veiligheid en energiebesparing. Voor de overwegingen per milieuthema wordt verwezen naar de desbetreffende paragraaf. 4. DEELCONCLUSIE 4.1. Deelconclusie 1 De aangevraagde activiteiten achten wij in overeenstemming met het beleid zoals dat is vastgelegd in het beschreven toetsingskader. 5. MILIEUASPECTEN 5.1. Algemene inleiding De aangevraagde activiteiten hebben invloed op milieuaspecten. Alleen de milieuaspecten die relevant zijn, zijn hierna beschreven. 6. AFVALWATER 6.1. Het kader voor de bescherming tegen verontreiniging door de lozing van afvalwater Op de lozing van afvalwater op een openbaar riool is de "Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer" van toepassing. In het kader van deze regeling dienen voorschriften opgenomen te worden die gericht zijn op de kwaliteit van het te lozen bedrijfsafvalwater. De aangevraagde activiteiten zijn tevens Wvo-vergunningplichtig. Op grond van de instructieregeling moeten, indien een Wvo-vergunning is vereist of algemene voorschriften krachtens de Wvo gelden, voorschriften worden opgenomen die gericht zijn op de bescherming van het openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool behorende apparatuur. Verder moeten voorschriften opgenomen worden die bepalen dat het afvalwater van dien aard moet zijn dat de kwaliteit van het rioolslib er niet door wordt aangetast, zodat de verwerking van dit slib niet wordt belemmerd. De genoemde voorschriften zijn in deze beschikking opgenomen. Algemeen Ten behoeve van een effectieve handhaving zijn in deze beschikking de vorengenoemde voorschriften aangevuld met een aantal voorschriften met betrekking tot de aanwezigheid van een controleput en, ter bescherming van het openbaar riool, parameters die bepalend zijn voor de corrosieve eigenschappen van het afvalwater. Het afvoeren van niet-verontreinigd hemelwater via het vuilwaterriool naar een waterzuiveringsinstallatie wordt niet als doelmatig beschouwd. Dit kan voorkomen worden door af te koppelen. Tevens kan door afkoppelen verdroging worden teruggedrongen omdat het afgekoppelde hemelwater eventueel kan worden (her)gebruikt. Afkoppelen kent een groot aantal voordelen, waaronder verminderen van overstorten uit het rioolstelsel, een beter zuiveringsrendement van de rioolwaterzuiveringsinrichting en terugdringing van verdroging. Het hemelwater is echter in beperkte mate verontreinigd als gevolg van de bedrijfsactiviteiten. Afkoppeling naar oppervlaktewater is daarom minder gewenst. Daarnaast is voor afkoppeling de aanleg van een gescheiden riolering noodzakelijk. Dit is een relatief kostbare maatregel.

5 5 Wij achten het niet redelijk om voor de beperkte milieuwinst die de afkoppeling van hemelwater betekent, een dergelijk kostbare maatregel voor te schrijven en concluderen dat afkoppeling redelijkerwijs niet mogelijk is. Spoel-, was- en schoonmaakwater, afkomstig van de bedrijfsactiviteiten wordt opgevangen in een bezinkbak. In deze bezinkbak zakken zware vaste delen naar de bodem en wordt het water ontdaan van betonresten en grondstoffen. Het gezuiverde water wordt afgepompt naar een waterbassin. Uit het waterbassin wordt het water weer hergebruikt als spoelwater. Het slib uit de bezinkbak wordt periodiek verwijderd. Indirecte en directe lozingen Op het bedrijfsterrein van Emmer Beton Centrale ontstaan door de bedrijfsactiviteiten de volgende afvalwaterstromen: 1. huishoudelijk afvalwater 2. verontreinigd hemelwater (noordzijde en bedrijfsterrein) 3. verontreinigd hemelwater (zuidzijde bedrijfsterrein) 4. water afkomstig van wasplaats 5. spoelwater van truckmixers en menger Ad 1. Het huishoudelijk afvalwater wordt via lozingspunt 3 geloosd op de gemeentelijke riolering. Ad 2. Het door vaste deeltjes verontreinigde hemelwater, afkomstig van het bedrijfsterrein aan de noordzijde wordt via voorzieningen en lozingspunt 1 geloosd op de gemeentelijke riolering. Het overige deel van het door vaste deeltjes verontreinigde hemelwater wordt via voorzieningen en lozingspunt 2 geloosd op de perceelsloot. Ad 3. Het door vaste deeltjes verontreinigde hemelwater, afkomstig van het bedrijfsterrein aan de zuidzijde wordt voornamelijk via voorzieningen en lozingspunt 2 geloosd op de perceelsloot. Het overige deel wordt via voorzieningen en lozingspunt 3 geloosd op de gemeentelijke riolering. Ad 4. Het waswater afkomstig van de wasplaats is mogelijk verontreinigd door minerale olie en vaste deeltjes. Deze afvalwaterstroom wordt via voorzieningen en lozingspunt 1 geloosd op de gemeentelijke riolering. Ad 5. Het spoelwater van truckmixers en mengers is verontreinigd door vaste deeltjes. Dit spoelwater wordt via voorzieningen en lozingspunt 4 geloosd op het oppervlaktewater. De voornoemde voorzieningen betreffen olie-/slibafscheiders, straatputten, (diepe) goten en bezinkputten of bakken waarmee verontreinigingen uit de afvalwaterstromen worden verwijderd Beoordeling en conclusie Algemeen De in de aanvraag vermelde maatregelen ter voorkoming en beperking van lozing van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen zullen naar verwachting leiden tot een acceptabel lozingsniveau, dat in overeenstemming is met genoemde doelstellingen. Wij achten deze situatie vergunbaar. Indirecte lozingen (lozingspunten 1 en 3) De afvalwaterstromen die via de lozingspunten 1 en 3 zijn indirecte lozingen. Deze afvalwaterstromen vallen tevens onder de werkingsfeer van het Activiteitenbesluit. In de paragrafen 3.1.4, 3.3.2, en uit het Activiteitenbesluit staan voorschriften vermeld waaraan deze afvalwaterstromen moeten voldoen voordat ze geloosd kunnen worden.

6 6 Directe lozingen (lozingspunten 2 en 4) De afvalwaterstromen die via de lozingspunten 2 en 4 zijn directe lozingen. Deze afvalwaterstromen vallen onder het bevoegd gezag van het waterschap. De lozingsvoorwaarden voor deze directe lozingen worden geregeld in een Wvo-vergunning en zullen in deze vergunning niet verder besproken worden. 7. BODEM 7.1. Het kader voor de bescherming van de bodem Het (nationale) preventieve bodembeschermingsbeleid is vastgelegd in de Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB) bedrijfsmatige activiteiten. Het Ministerie van VROM heeft de NRB in overleg met vergunningverleners, onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven opgesteld. Deze richtlijn is ontwikkeld om vergunningvoorschriften te uniformeren en harmoniseren. Met de NRB kunnen (voorgenomen) bodembeschermende maatregelen en voorzieningen binnen inrichtingen worden beoordeeld en kan de besluitvorming met betrekking tot een optimale bodembeschermingstrategie worden gestuurd. De NRB beperkt zich tot de normale bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming ten behoeve van calamiteiten wordt in NRB-kader niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang echter wel De potentieel bodembedreigende activiteiten In de aanvraag is in paragraaf 4.8 een bodemrisicoanalyse opgenomen. In deze paragraaf zijn van alle bodembedreigende activiteiten de emissiescore en de eindemissiescore bepaald aan de hand van de NRB-systematiek. Binnen de inrichting vinden de volgende potentieel bodembedreigende activiteiten plaats: - opslag gasolie in bovengrondse tank - tankplaats wiellader - lossen van cement, bind- en vulstoffen uit bulkwagen in silo's - lossen van hulpstoffen uit bulkwagen - opslag hulpstoffen in mengergebouw - wasplaats truckmixers - ondergrondse bedrijfsriolering - garage annex werkplaats met opslag oliën en smeermiddelen 7.3. De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming van de bodem In de in de aanvraag opgenomen bodemrisicoanalyse zijn de maatregelen en voorzieningen ter voorkoming van bodemverontreiniging beschreven Beoordeling en conclusie Wij hebben de in de aanvraag opgenomen bodemrisicoanalyse beoordeeld en stemmen in met de opzet, de uitgangspunten en de resultaten. Uit de aanvraag blijkt dat niet voor alle bodembedreigende locaties het verwaarloosbaar bodemrisico wordt behaald. Aanvraagster of aanvrager zal daarom binnen een door ons gestelde termijn alsnog voor de desbetreffende locaties een verwaarloosbaar bodemrisico dienen te realiseren. Ter plaatse van de wasplaats voor truckmixers dient een vloeistofdichte voorziening te worden aangelegd. De nieuwe voorziening dient binnen drie maanden na het in werking treden van deze beschikking te zijn gerealiseerd. Bij het stellen van de voorschriften hebben wij met het vorenstaande rekening gehouden.

7 Bodembelastingsonderzoek Het preventieve bodembeschermingsbeleid gaat ervan uit dat (zelfs) een verwaarloosbaar bodemrisico nooit volledig uitsluit dat een belasting van de bodem optreedt. Om die reden is altijd bodembelastingonderzoek noodzakelijk. Het bodembelastingonderzoek richt zich op de afzonderlijke activiteiten en de aldaar gebruikte stoffen. Bodembelastingonderzoek bestaat uit het vastleggen van de nulsituatiebodemkwaliteit, voorafgaand aan, of zo spoedig mogelijk na, de start van de desbetreffende activiteit(en) en een vergelijkbaar eindsituatiebodemonderzoek na het beëindigen van de desbetreffende activiteit. Het nulsituatieonderzoek moet ten minste duidelijkheid verstrekken over: - de locatie van bemonsteringspunten, rekening houdend met de mobiliteit van de gebruikte stoffen en de lokale grondwaterstroming; - de wijze waarop de desbetreffende stoffen moeten worden gedeclareerd, bemonsterd en geanalyseerd; - de bodemkwaliteit ter plaatse van de bemonsteringslocaties. De door middel van nulsituatieonderzoek vastgelegde bodemkwaliteit geldt als uitgangspunt bij de beoordeling of ten gevolge van de desbetreffende activiteiten bodembelasting heeft plaatsgevonden en of bodemherstel nodig is. Voor de inrichting is, zoals in de aanvraag staat vermeld, een onderzoek uitgevoerd naar de nulsituatie van de bodem- en grondwaterkwaliteit. Dit onderzoek van 16 januari 1997, dat is uitgevoerd door Iwaco, geeft ons geen aanleiding tot het stellen van nadere maatregelen of eisen en beschouwen wij daarom als nulsituatieonderzoek. Na beëindiging van de desbetreffende activiteit(en) dient de eindsituatiebodemkwaliteit te worden onderzocht om vast te stellen of ondanks de getroffen voorzieningen en maatregelen bodembelasting is opgetreden en herstel van de bodemkwaliteit nodig is. De in dit kader gestelde voorschriften zijn op grond van artikel 8.16, sub c, van de Wm gesteld en blijven drie jaar van kracht nadat de onderhavige vergunning vervalt of wordt ingetrokken. 8. GELUID EN TRILLINGEN 8.1. Beschrijving van de activiteiten De bedrijfsactiviteiten van de onderhavige inrichting hebben tot gevolg dat geluid wordt geproduceerd. Deze geluidsemissie wordt vooral bepaald door: - (interne) transportbewegingen - lossen en overslaan van grond- en hulpstoffen - productie van betonmortel - spoelen van betonmixers De door deze inrichting veroorzaakte geluidsbelasting in de omgeving is in kaart gebracht in een akoestisch rapport van WNP raadgevende ingenieurs met kenmerk R02, d.d. 4 mei 2009, dat deel uitmaakt van de aanvraag. Het geluid wordt beoordeeld op basis van de representatieve bedrijfssituatie. Dit is de situatie waarbij de inrichting gebruikmaakt van de volledige capaciteit in de desbetreffende beoordelingsperiode onder normale omstandigheden. Beoordeeld worden de geluidsbelasting, de maximale geluidsniveaus en de indirecte hinder als gevolg van het in werking zijn van de inrichting Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) Emmer Beton Centrale ligt op het gezoneerde industrieterrein Bargermeer in de gemeente Emmen. De dichtstbijzijnde woning buiten het industrieterrein ligt op een afstand van ca. 320 meter.

8 8 Bij het besluit op de aanvraag nemen wij in ieder geval in acht de geldende grenswaarden voor gezoneerde industrieterreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Voor gezoneerde industrieterreinen geldt als uitgangspunt dat de etmaalwaarde van het equivalent geluidsniveau vanwege het gehele industrieterrein buiten de zone niet meer mag bedragen dan 50 db(a) etmaalwaarde. De zonebeheerder heeft verklaard dat de berekende geluidimmissie, gecumuleerd met de geluidimmissie van de overige op het industrieterrein gevestigde bedrijven, past binnen de beschikbare geluidruimte voor het desbetreffende industrieterrein Maximaal geluidsniveau (LA max ) Voor de omgeving kunnen kortstondige verhogingen van het geluidsniveau extra hinderlijk zijn. Binnen de inrichting kunnen als gevolg van het af- en aanrijden van vrachtwagens, het lossen van kiepwagens, het manoeuvreren van de wiellaadschop en de stalen grijper van de mobiele draadkraan kortstondige verhogingen van het geluidsniveau optreden. Volgens de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening moet gestreefd worden naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus die meer dan 10 db boven het aanwezige equivalente niveau uitkomen. Bij de beoordelingspunten worden de streefwaarden overschreden. De grenswaarden voor de maximale geluidsniveaus bedragen 70 db(a), 65 db(a) en 60 db(a) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Op de woningen buiten het industrieterrein wordt aan de grenswaarden voldaan. De maximale geluidsniveaus hebben wij in een voorschrift vastgelegd Indirecte hinder Onder indirecte hinder wordt verstaan hinder die niet rechtstreeks voortvloeit uit de activiteiten van de inrichting, maar wel kan worden toegeschreven aan de aanwezigheid van de inrichting. Als gevolg van transportbewegingen van en naar de inrichting kunnen omwonenden geluidsoverlast ondervinden. Het geluid van het verkeer van en naar een inrichting, gelegen op een gezoneerd industrieterrein wordt bij vergunningverlening Wm niet getoetst aan de in de circulaire genoemde grenswaarden, omdat hierdoor het speciale regime en vergunningstelsel voor bedrijven op een gezoneerd industrieterrein worden doorkruist. Omdat de onderhavige inrichting op een gezoneerd industrieterrein ligt, zijn de akoestische gevolgen van de verkeersaantrekkende werking van de inrichting niet nader onderzocht Bijzondere situaties Voor afwijkende en incidentele bedrijfssituaties, dat wil zeggen situaties die slechts een beperkt aantal dagen per jaar optreden, kunnen op grond van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening ruimere grenswaarden worden gesteld. Emmer Beton Centrale vraagt voorts vergunning voor een regelmatige afwijking van de representatieve bedrijfssituatie; een situatie die zich met enige regelmaat kan voordoen. Het betreft de productie en transport van betonmortel gedurende 24 uur per dag. Deze situatie kan enkele malen per jaar voorkomen en gedurende enkele dagen achtereen plaatsvinden. Emmer Beton Centrale vraagt voorts vergunning voor een niet-representatieve bedrijfssituatie; een situatie die zich maximaal twaalfmaal per jaar voordoet. Het betreft het in werking hebben van een mobiele puinbreker gedurende maximaal twaalf keer per jaar gedurende acht uur in de dagperiode.

9 9 Vanwege vorenstaande situatie zal een verhoogde geluidsproductie plaatsvinden overeenkomstig tabel 2 en tabel 4 in hoofdstuk 8 van het akoestisch onderzoek. Gelet op de hierbij te verwachten optredende geluidsbelasting en het incidenteel voorkomen van deze niet-representatieve bedrijfssituatie kunnen wij deze toestaan. Van de afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie dienen wij vooraf op de hoogte te worden gesteld. Bij de vaststelling van de geluidzone is met deze afwijkende en incidentele situaties geen rekening gehouden. Geluidsbelastingen, veroorzaakt in deze situaties worden daarom niet aan de grenswaarden van de geluidszone getoetst. Best beschikbare technieken (BBT) In de regeling aanwijzing BBT-documenten zijn geen documenten met betrekking tot geluid aangewezen. Om een hoog niveau van bescherming van het milieu mogelijk te maken, dient de inrichting de meest doeltreffende technieken toe te passen om de emissie van geluid en andere nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zo veel mogelijk te beperken. Uit de aanvraag blijkt dat Emmer Beton Centrale de BBT toepast om de emissie van geluid zo veel mogelijk te voorkomen/beperken Conclusies Ten aanzien van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus, maximale geluidsniveaus en indirecte hinder is de situatie milieuhygiënisch aanvaardbaar. Wij hebben aan de vergunning voorschriften verbonden waarin grenswaarden zijn gesteld op beoordelingspunten bij woningen van derden en de vergunningcontour. De geluidsbelasting op deze punten is overeenkomstig de bij de aangevraagde activiteiten gewenste geluidsruimte Trillingen Gezien de aard van de activiteiten en de afstand tot de dichtstbijzijnde trillingsgevoelige bestemmingen is trillingshinder niet te verwachten. Een onderzoek naar trillingen achten wij daarom niet nodig. Ook achten wij het daarom niet nodig hierover voorschriften op te nemen. 9. EXTERNE VEILIGHEID 9.1. Algemeen kader Het externe veiligheidsbeleid in Nederland is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van activiteiten voor de omgeving (mens en milieu). Het gaat hierbij om de risico's die verbonden zijn aan de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Bij Emmer Beton Centrale worden geen grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen of gebruikt dan vermeld in de drempelwaardentabel. Ook bij ongewone voorvallen binnen dit bedrijf is niet te verwachten dat gevaarlijke stoffen vrijkomen. Daarom is het aspect externe veiligheid voor de beoordeling van deze aanvraag niet relevant.

10 Stofexplosie Een stofexplosie kan zich voordoen wanneer een ontstekingsbron een explosief mengsel van stof en zuurstof (lucht) tot ontsteking brengt. Bij Emmer Beton Centrale bestaat in de cementsilo's of in de nabijheid daarvan door de aanwezigheid van vrijgekomen en ronddwarrelend stof de kans dat dit stof tot ontbranding of ontsteking wordt gebracht. Hoewel cement voornamelijk bestaat uit onbrandbare componenten, kunnen in een opslagruimte toch stofexplosies plaatsvinden. De oorzaak dient te worden gezocht in de brandbare additieven die (door de producent) aan het cement worden toegevoegd, zoals cellulosederivaat (verdikkingsmiddel). De meeste eindproducten zijn echter onbrandbaar en kunnen als stof-/luchtmengsel als niet-stofexplosiegevaarlijk worden beschouwd. De verplichtingen voor bedrijven ten aanzien van gas- en stofontploffingsgevaar zijn vanaf 1 juli 2003 verankerd in de Arbowet en het Arbobesluit. Concreet gaat het voor inrichtingen (bedrijven) dan met name om het explosieveiligheidsdocument, de ri&e voor de onderdelen gas- en stofontploffing en de gevarenzone-indeling. De Arbeidsinspectie is de toezichthoudende instantie. Om deze reden worden ten aanzien van stofontploffingsgevaar geen voorschriften aan deze vergunning verbonden (Intern) bedrijfsnoodplan In de nieuwe Arbowetgeving (1 januari 2007) is het hebben van een noodplan geregeld. Op basis van artikel 2.5c van het Arbobesluit is een bedrijf verplicht een noodplan te hebben. Op basis van dit artikel is het bedrijf ook verplicht onder andere hulpverleningsinstanties in te lichten over het noodplan indien gewenst door deze instanties (er moet dus zelf om gevraagd worden). In artikel 2.0c van de Arboregeling is geregeld wat er ten minste in het noodplan moet zijn opgenomen (verwezen wordt naar bijlage II van de regeling). Gezien het voorgaande worden ten aanzien van een (intern) bedrijfsnoodplan geen voorschriften aan deze vergunning verbonden PGS voor opslag gevaarlijke stoffen Ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen zijn richtlijnen opgesteld in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS), waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de opslag van gevaarlijke stoffen in emballage is de PGS 15 opgesteld. Deze is bij Emmer Beton Centrale van toepassing op de opslag van hulpstoffen en oliën en vetten. In de voorschriften van deze vergunning is opgenomen aan welke voorschriften uit de PGS 15 moet worden voldaan. Binnen de inrichting zijn gasflessen aanwezig. Gasflessen die als werkvoorraad gezien worden, moeten aangesloten zijn op de apparatuur waarvoor het gas benodigd is. Indien dit niet het geval is, is er sprake van opslag. Uit de onderliggende aanvraag is gebleken dat sprake is van opslag van gasflessen met een gezamenlijke inhoud van meer dan 115 liter. Deze moeten worden bewaard in een speciaal daarvoor bestemde opslagplaats. In de voorschriften van deze vergunning is opgenomen aan welke voorschriften uit hoofdstuk 6 (opslag van gasflessen) van de PGS 15 moet worden voldaan. Binnen de inrichting wordt gasolie opgeslagen in een bovengrondse tank. Aangezien de totale opslag van vloeibare aardolieproducten (met een vlampunt van 55 ºC tot 100 ºC) de 150 m 3 niet overschrijdt, is op de opslag PGS 30 van toepassing. In de voorschriften van deze vergunning is opgenomen aan welke eisen uit de PGS 30 de verharding bij het vulpunt, het afleverpunt en de opstelplaats van de voertuigen alsmede de opvang van gemorst product moeten voldoen. Uit de aanvraag blijkt ook dat jaarlijks maximaal liter gasolie afgeleverd wordt aan rijdend materiaal van Emmer Beton Centrale. Er is sprake van kleinschalige aflevering aan voertuigen wanneer voldaan wordt aan de volgende voorwaarden.

11 11 Aflevering vindt uitsluitend plaats aan voertuigen die niet bestemd zijn voor wegvervoer en die bestemd zijn voor eigen bedrijfsmatig gebruik, waarbij een jaaromzet van ten hoogste liter wordt bereikt. Wij concluderen dat sprake is van kleinschalige aflevering aan voertuigen, zodat de PGS 28 hierop niet van toepassing is. In de voorschriften van deze vergunning is opgenomen aan welke eisen de aflevering van gasolie moet voldoen. 10. LUCHT Het wettelijke kader voor de bescherming van de lucht Wij beoordelen de emissies naar de lucht volgens de systematiek van de Nederlandse emissierichtlijn (NeR) lucht. Deze richtlijn, die de BBT voor het beperken van emissies naar de buitenlucht beschrijft, passen wij toe als toetsingskader voor de beoordeling en regulering van luchtemissies Grof- en fijnstof (PM10)-verspreiding De aangevraagde emissies zijn getoetst aan de NeR. In paragraaf 3.2 worden maxima gesteld aan deze emissies. De aangevraagde emissies uit puntbronnen voldoen aan de grenswaarden van de NeR. Ter voorkoming van negatieve beïnvloeding van het milieu door verspreiding van de binnen de inrichting opgeslagen of toegepaste materialen zijn aan deze vergunning voorschriften verbonden met als doel de verspreiding van deze stoffen in voldoende mate te beperken. Als er ondanks de getroffen maatregelen uit de NeR toch stofverspreiding plaatsvindt, dan mag zich op twee meter of meer vanaf de bron geen visueel waarneembare stofvorming voordoen. Dit uitgangspunt is een concretisering van de NeR, waarin als stelregel wordt gehanteerd dat geen direct bij de bron visueel waarneembare stofverspreiding mag optreden. Wij hebben het begrip "direct bij de bron" uitgedrukt in een afstand van twee meter om handhavend te kunnen optreden bij visueel waarneembare stofverspreiding Toetsing aan bijlage 2 van de Wm Wettelijk kader met betrekking tot de luchtkwaliteit De grenswaarden voor de luchtkwaliteit uit bijlage 2 van de Wm, betreffende de stoffen zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen in de lucht, worden door ons als toetsingscriterium gehanteerd. Tevens is in deze bijlage een richtwaarde voor ozon gedefinieerd en zijn richtwaarden gegeven voor het totale gehalte in de PM10-fractie voor arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen. De grenswaarden geven een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn geheel, niet mag worden overschreden. In beginsel dienen ter beperking van de emissies de BBT te zijn toegepast. Worden desondanks overschrijdingen van de grenswaarden verwacht en er is sprake van een in betekende mate bijdrage van de inrichting, dan moet worden gezocht naar aanvullende eisen of alternatieven, waardoor de bijdrage van de inrichting per saldo niet groter wordt dan voor het te nemen besluit voor de vergunningverlening. Alleen ten aanzien van de stoffen die genoemd zijn in bijlage 2 van de Wm en waarvan te verwachten is dat deze stoffen door de inrichting in betekenende mate worden uitgestoten, is het noodzakelijk dat een onderzoek wordt verricht naar de mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit door het in werking zijn van de inrichting.

12 12 Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen wij vergunning verlenen indien de concentratie in de buitenlucht van de in bijlage 2 van de Wm genoemde luchtverontreinigende stoffen (inclusief eventuele lokale bronnen in de omgeving van de inrichting) vermeerderd met de immissie ten gevolge van de activiteiten binnen de inrichting (inclusief voertuigbewegingen van en naar de inrichting) lager is dan de grenswaarden, zoals vermeld in bijlage 2 van de Wm. Indien één of meer grenswaarden (dreigen te) worden overschreden, dan dient te worden bepaald of de bijdrage van de inrichting aan de concentratie in de buitenlucht groter is dan 1% van de grenswaarden zoals genoemd in bijlage 2 van de Wm. Uitgezonderd van deze toetsing zijn de gevallen waarin de bijdrage van de aangevraagde activiteiten leidt tot een per saldo verbetering van de luchtkwaliteit. De toets of aan artikel 5.16 van de Wm wordt voldaan, wordt uitgevoerd nadat de emissies voor zover mogelijk zijn beperkt overeenkomstig de Nederlandse emissierichtlijn (NeR) Lucht en BREF's met de BBT. NO x De verwarmingsinstallaties hebben samen een vermogen van ca. 175 kw. Gezien het beperkte vermogen mag aangenomen worden dat de NO x -emissies van deze bronnen niet significant zijn in verhouding tot de emissies van NO x afkomstig van verkeersbewegingen. Deze emissies zijn daarom buiten beschouwing gelaten. De hoeveelheid uitgestoten NO x afkomstig van de (vracht)auto's bedraagt gemiddeld ca. 205 g/d. Deze uitstoot is dusdanig laag dat wij niet verwachten dat de grenswaarde voor NO x overschreden wordt als gevolg van de activiteiten van Emmer Beton Centrale Hierbij hebben wij rekening gehouden met de lage achtergrondconcentratie van NO x ter plaatse van de inrichting. PM10 De emissie van fijn stof van Emmer Beton Centrale is afkomstig van voertuigbewegingen, emissies van cementstof van silo's, vullen van de menger en de op- en overslag van zand en grind. Uit de gegevens die Emmer Beton Centrale heeft aangeleverd, blijkt dat de emissie van fijn stof hoofdzakelijk bepaald wordt door de op- en overslag van zand en grind. Deze emissie bedraagt gemiddeld 2,7 kg/d en ligt significant hoger dan de overige fijnstofemissies. In deze vergunning zijn voorschriften opgenomen ter beperking van de emissies van stof als gevolg van de op- en overslag van zand en grind (bulkgoederen). Ook zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot filters op de silo's voor stuifgevoelige stoffen. Bij het opstellen van de voorschriften hebben wij rekening gehouden met de lage achtergrondconcentratie van fijn stof ter plaatse van de inrichting Conclusie overwegingen aangaande de emissies naar de lucht Door het toepassen van BBT, zoals in de NeR beschreven, worden emissies naar de lucht in voldoende mate beperkt. Aan deze vergunning zijn ter borging voorschriften verbonden die tot dit doel zullen leiden. De eventuele nadelige gevolgen van de maatregelen en voorzieningen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en de kwaliteit van de bodem zijn in voldoende mate beperkt. Met betrekking tot uit de inrichting vrijkomende stoffen naar de buitenlucht ontstaat geen strijdigheid met de Wet luchtkwaliteit.

13 ENERGIE Energierelevante bedrijven Emmer Beton Centrale is energierelevant. Uit de aanvraag blijkt dat het energieverbruik hoger is dan de grenswaarden uit het toetsingskader van het BBT-document "Circulaire energie in de milieuvergunning". Aangezien Emmer Beton Centrale niet deelneemt aan het convenant benchmarking of de MJA-2, energieconvenanten afgesloten met de overheid, wordt getoetst of het bedrijf voldoende inspanningen heeft gepleegd om tot het zuinig en verantwoord omgaan met energie te komen. Uit de aanvraag blijkt dat het bedrijf recentelijk nog de nodige inspanningen heeft gepleegd op het terrein van energiebesparing. Uit de aanvraag blijkt tevens dat het bedrijf voornemens is een aantal energieefficiencyverhogende maatregelen te nemen. Deze energie-efficiencyverhogende maatregelen zijn vastgelegd door middel van vergunningvoorschriften. 12. PREVENTIE Verruimde reikwijdte Een belangrijk onderdeel van de Wm is de "verruimde reikwijdte". Dit betekent onder meer dat de aspecten watergebruik, afvalstoffen en vervoer in de vergunning moeten worden meegenomen. Daarvoor zijn in de Handreiking "Wegen naar preventie voor bedrijven" handvatten gegeven. Op basis daarvan zijn in deze beschikking voornoemde aspecten beoordeeld, met inachtneming van per aspect vastgestelde relevantiecriteria Waterverbruik De winning van drinkwater kost geld, grondstoffen en energie. Het zuinige gebruik van drinkwater vormt dan ook onderdeel van de verruimde reikwijdte in de Wm. Het gebruik van drinkwater als proceswater moet zo veel mogelijk worden beperkt tot die processen waarvoor water van een bepaalde kwaliteit noodzakelijk is. Op het onttrekken van grondwater is de Grondwaterwet van toepassing. Wij mogen dientengevolge in deze beschikking geen eisen stellen aan de winning van grondwater. De Wm verplicht ons echter wel te toetsen of grondstoffen doelmatig worden gebruikt. Wij moeten voorkomen dat afvalwater ontstaat en als dat niet mogelijk is moeten wij het doelmatige beheer van afvalwater bevorderen. Binnen de inrichting wordt het gezuiverde spoelwater in het waterbassin aangevuld met grondwater. Het grondwater wordt vermengd met het gezuiverde spoelwater en gebruikt als proceswater voor de betonmortel. De pompcapaciteit van de bronpomp is kleiner dan 10 m 3 /uur. De pomp is niet voorzien van een watermeter, zodat de hoeveelheid onttrokken grondwater niet bekend is. Wij zijn daarom van mening dat het in deze situatie nodig is om voorschriften met betrekking tot registratie van het grondwaterverbruik in de vergunning op te nemen. Het totale drinkwaterverbruik van aanvraagster bedraagt ca. 810 m 3 per jaar. Het richtinggevende relevantiecriterium voor waterbesparing is een verbruik van meer dan m 3 op jaarbasis. Er is geen sprake van overschrijding van het relevantiecriterium zoals wij die voor het drinkwaterverbruik hebben gesteld. Door aanvraagster zijn de besparingsmogelijkheden om het verbruik van drinkwater terug te dringen onderzocht. Wij zijn daarom van mening dat het in deze situatie niet nodig is om voorschriften met betrekking tot beperking van het drinkwaterverbruik in de vergunning op te nemen.

14 Overwegingen voor primaire ontdoeners van afvalstoffen Op grond van artikel 8.10 van de Wm kan de Wm-vergunning in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd. Onderdeel van het begrip "bescherming van het milieu" is de zorg voor het doelmatig beheer van afvalstoffen. In artikel 1.1 van de Wm is aangegeven wat moet worden verstaan onder het doelmatig beheer van afvalstoffen. Op grond hiervan moeten wij rekening houden met het geldende afvalbeheersplan dan wel het bepaalde in de artikelen 10.4 en 10.5 van de Wm (artikel van de Wm). In het bedoelde afvalbeheersplan (het Landelijk afvalbeheerplan , hierna aangeduid als het LAP) is het afvalstoffenbeleid neergelegd. Op grond van de Wm dient het LAP als toetsingskader voor het beslissen op een aanvraag om een Wm-vergunning voor zover deze betrekking heeft op afvalbeheer. De hoofdlijnen van het beleid zijn vastgelegd in het LAP. De doelstellingen van het LAP geven invulling aan de voorkeursvolgorde voor afvalbeheer zoals die in artikel 10.4 van de Wm is opgenomen en als volgt is samen te vatten: - het stimuleren van preventie van afvalstoffen; - het stimuleren van hergebruik/nuttige toepassing van afvalstoffen door het promoten van afvalscheiding aan de bron en nascheiding van afvalstromen. Afvalscheiding maakt producthergebruik en materiaalhergebruik (nuttige toepassing) mogelijk en beperkt de hoeveelheid te storten of in een afvalverbrandingsinstallatie (AVI) te verbranden afvalstoffen; - het optimaal benutten van de energie-inhoud van afval dat niet kan worden hergebruikt (nuttig toepassen als brandstof); - het verwijderen van afvalstoffen door verbranding; - het verwijderen van afvalstoffen door storten. Bij de vaststelling van het LAP is ook rekening gehouden met de in artikel 10.5 van de Wm vermelde aspecten van doelmatig afvalbeheer. Bijlage 4 bij het LAP bevat een invulling van het beleid voor specifieke afvalstoffen. Preventie In hoofdstuk 13 van het LAP is het beleid uitgewerkt voor afvalpreventie. Preventie van afval is een van de hoofddoelstellingen van het afvalstoffenbeleid. Op welke wijze wij invulling geven aan preventie is beschreven in de handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil 2005). Uitgangspunt voor alle bedrijven is dat het ontstaan van afval zo veel mogelijk moet worden voorkomen of beperkt. De handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil, 2005) hanteert ondergrenzen die de relevantie van afvalpreventie bepalen. Hierin wordt gesteld dat afvalpreventie relevant is wanneer er jaarlijks meer dan 25 ton (niet gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt/-komen. De totale hoeveelheid niet gevaarlijk afval ligt boven de gehanteerde ondergrens. Het bedrijf heeft echter al de nodige maatregelen getroffen zoals: - 100% hergebruik van restbeton als granulaat in het proces; - morsverliezen van grondstoffen worden verzameld en voor het productieproces ingezet. Gezien de getroffen maatregelen zijn wij van mening dat verdere preventiemaatregelen niet noodzakelijk zijn. Wij achten het daarom niet noodzakelijk om een afvalpreventieonderzoek voor te schrijven. Wel worden voorschriften opgenomen met betrekking tot de registratie van afvalstoffen.

15 15 Afvalscheiding In hoofdstuk 14 van het LAP is het beleid uitgewerkt voor afvalscheiding, waarbij paragraaf 14.4 specifiek ingaat op afvalscheiding door bedrijven. Daarbij is aangegeven dat het voor bedrijfsafval niet goed mogelijk is een limitatieve opsomming te maken van afvalstoffen die door alle bedrijven gescheiden moeten worden gehouden. Bedrijven verschillen van aard en omvang veel van elkaar en er bestaat een groot aantal bedrijfsspecifieke afvalstoffen. Uitgangspunt is dat bedrijven verplicht zijn alle afvalstoffen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven, tenzij dat redelijkerwijs niet van hen kan worden gevergd. Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting afvalstoffen vrijkomen waarvan in het LAP is aangegeven dat er omstandigheden kunnen zijn dat scheiding daarvan redelijkerwijs van een bedrijf kan worden gevergd. Op basis van het gestelde in de aanvraag achten wij het in voorliggende situatie daarom redelijk van vergunninghoudster afvalscheiding te verlangen. Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting een aantal afvalstoffen vrijkomen in hoeveelheden, waarvan in het LAP is aangegeven dat hiervoor scheiding van die afvalstoffen kan worden verlangd. Wij achten het in de voorliggende situatie dan ook redelijk om afvalscheiding voor te schrijven voor de volgende afvalstoffen: - betonresten; - huishoudelijk afval; - oud ijzer; - papier en karton; - afgewerkte olie; - loog- en zuurhoudende vloeistoffen Vervoer Wij achten het aspect vervoer door medewerkers pas relevant bij meer dan 500 werknemers als tegelijk niet aannemelijk is gemaakt dat het bedrijf alle maatregelen heeft getroffen om de nadelige gevolgen voor het milieu tegen te gaan. Gebleken is dat deze relevantiecriteria niet worden overschreden. Daarom wordt in deze vergunning verder geen aandacht besteed aan het aspect vervoer. 13. DEELCONCLUSIE Deelconclusie 2 De aanwezige voorzieningen en de te nemen maatregelen zijn zodanig dat de gevolgen voor het milieu tot een minimum zijn beperkt. 14. EINDCONCLUSIE Eindconclusie Gelet op vorenstaande overwegingen bestaat er voor ons geen aanleiding de gevraagde vergunning in het belang van de bescherming van het milieu te weigeren. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden die bescherming bieden tegen de nadelige gevolgen voor het milieu. 15. BEKENDMAKING ONTWERPBESLUIT Ingekomen adviezen Naar aanleiding van de aanvraag zijn binnen de door de wet gestelde termijn geen adviezen binnengekomen.

16 Tervisielegging Om te voldoen aan hoofdstuk 13 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) liggen de aanvraag met de bijbehorende stukken en het ontwerpbesluit zes weken ter inzage bij de gemeente Emmen en bij de provincie Drenthe. De kennisgeving is gepubliceerd in het huis-aanhuisblad de ZuidOosthoeker Zienswijzen Binnen zes weken na de dag waarop het ontwerpbesluit ter inzage is gelegd, kan eenieder daartegen bij het bestuursorgaan een schriftelijke zienswijze inbrengen. De persoonlijke gegevens van degene die een schriftelijke zienswijze heeft ingebracht, worden, indien hij daarom verzoekt, niet bekendgemaakt. Beslissing Gedeputeerde staten van Drenthe; gelet op het voorgaande en de wettelijke bepalingen van de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: - aan Betonmortelbedrijven Cementbouw BV, vestiging Emmer Beton Centrale, een oprichtingsvergunning volgens artikel 8.1 van de Wm, eerste lid, onder a en c, te verlenen voor het in werking hebben van een inrichting voor de verkoop, productie en afvoer van betonmortel en de handel, verkoop en afvoer van zand en grind; - deze vergunning voor onbepaalde tijd te verlenen. - de tabel "Bedrijfsenergieplan " en paragraaf 4.8, Bodemrisico-analyse, van de aanvraag alsmede figuur 3 en figuur 4 (ontvangerpunten) van het akoestisch onderzoek in bijlage 2 van de aanvraag deel te laten uitmaken van deze vergunning; - dat met toepassing van artikel 8.16, sub c, van de Wm de voorschriften en van kracht blijven tot drie jaar na het vervallen van de vergunning; - aan dit besluit de hierna vermelde voorschriften te verbinden. Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze, P.J. van Eijk, manager Duurzame Ontwikkeling Bijlage(n): tkl/coll. G:\Sec\Secretariaat DO\Ontwerpen (brieven, enz.)\ob-do-emmer Beton Centrale Emmen.doc

17 17 Het origineel van dit besluit wordt verzonden aan Emmer Beton Centrale, t.a.v. de heer G. Rodenhuis, Marconiweg 1, 7741 KM Coevorden Afschrift aan: - het college van burgemeester en wethouders van Emmen, Postbus 30001, 7800 RA Emmen - de VROM-inspectie, Regio Noord, Postbus 30020, 9700 RM Groningen - het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht, t.a.v. de heer H. Grootens, Postbus 330, 7740 AH Coevorden - RWS Waterdienst, Postbus 17, 8200 AA Lelystad - Betonmortelbedrijven Cementbouw BV, t.a.v. de heer ing. Van Berkel, Postbus 414, 2100 AK Heemstede - Witteveen+Bos, t.a.v. de heer J. Hassing, Postbus 233, 7400 AE Deventer

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Hoogeveen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK Assen, 31 mei 2010 Ons kenmerk DO/2010007053 Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Cubri Pallet- en Handelsmij BV te Schoonebeek

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Emmen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FRIESLAND FOODS DOMO BEILEN TE BEILEN Assen, 18 februari 2009 Ons kenmerk DO/2009001842 Behandeld door mevrouw R.B. Dingemanse (0592) 36 58 36 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Friesland Foods Domo Beilen te Beilen

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2052623/2898163 op de op 25 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van H. de Kok Metaal- en Schroothandel, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 14 augustus 2007 bij hen ingekomen verzoek van Gebr. Van Vijfeijken BV aan de Helmondsingel 131 te Deurne om wijziging van de op 21 september

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE GEMEENTE DE WOLDEN TE ZUIDWOLDE

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE GEMEENTE DE WOLDEN TE ZUIDWOLDE ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de gemeente De Wolden te Zuidwolde ONTWERPBESLUIT VAN

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FLEX FERTILIZER SYSTEM NL BV, EERSTE BOKSLOOTWEG 17, 7821 AT EMMEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM FLEX FERTILIZER SYSTEM NL BV, EERSTE BOKSLOOTWEG 17, 7821 AT EMMEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw I. Reitzema (0592) 36 55 51 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Flex Fertilizer System NL BV, Eerste Bokslootweg 17,

Nadere informatie

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Gruno Recycling ten behoeve van op- en overslag van metalen (locatie:duinkerkenstraat 100 te Groningen) Inhoudsopgave 1. OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Waterschap Groot Salland Aangevraagde activiteiten : Aanpassen van de installatie in het kader van de gasveiligheid Locatie

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2015367/2717248 op de op 9 februari 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Loon- en grondverzetbedrijf W. Arts BV, om vergunning

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Zaaknummer: 2015-0968 Kenmerk: 2015/48998 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129844/3498482 op de op 10 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Plastic Recycling Company BV, om vergunning krachtens de Wet

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

Afdeling Vergunningen

Afdeling Vergunningen Afdeling Vergunningen BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 19 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255154

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053759/2912290 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Den Ouden Regionaal Overslag Centrum BV, om

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Aan: Wolfswinkel Reiniging B.V. Haarweg 19 3953 BG Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Delamine B.V. (Locatie Oosterhorn 8 te Farmsum) Groningen, 21 augustus Nr. 2007-31.021/34, M V Procedure nr. Procedure Nummer 6264 Inhoudsopgave 1. VERZOEK

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Van Gansewinkel ten behoeve van het opslaan van afvalstoffen. (locatie: Duinkerkenstraat 50 te Groningen) Groningen, 5 september 2012 Nr. 418911 Procedure

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR GENERAL ENTERPRISES BV TE EELDE

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR GENERAL ENTERPRISES BV TE EELDE ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw I. Reitzema (0592) 36 55 51 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor General Enterprises BV te Eelde ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Naam van de inrichting : De Valk Witgoedinzamelaar & Recycling Inrichtingdrijver : De heer U. Sahin Activiteiten van de inrichting : Inzameling, reparatie

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 22 oktober 2007 bij hen ingekomen verzoek van J.A. Rodenburg Beheer BV aan de Denariusstraat 19 te Oosterhout tot het intrekken van enkele

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR HANDELSONDERNEMING T. WOLTERS TE NIEUW-DORDRECHT

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR HANDELSONDERNEMING T. WOLTERS TE NIEUW-DORDRECHT Assen, 19 januari 2010 GECORRIGEERD EXEMPLAAR Ons kenmerk DO/2010001030 Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Handelsonderneming

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Verleend Aan Top Trans Holding BV (Locatie: Industrie 16 te Noordhorn) Groningen, april 2012 Nr. 2011-17266 Zaaknummer:

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel

Nadere informatie

(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Inverko Plastics B.V. / Poly Grind het veranderen van de bedrijfstijden (Locatie: Leek) Groningen, mei 2010 Nr. 2010-31268 Procedure nr. Inhoudsopgave

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS. verleend aan. Franse auto?

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS. verleend aan. Franse auto? OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Franse auto? het wijzigen van een bestaande inrichting bedoeld voor demontage van autowrakken, reparatie en handel in auto s en handel in auto-onderdelen

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer AANVRAAG Algemeen Op 9 april 2008 hebben wij een aanvraag ontvangen van Kalkzandsteenfabriek Harderwijk B.V. (verder te noemen

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191.

De inrichting is gelegen aan de Caledoniastraat 9 en 13 te Tilburg, kadastraal bekend: gemeente Tilburg, sectie F, nummer 5343 en 5191. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Brabants Afval Team Postbus 3223 5003 DE

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Lubrizol Advanced Materials Resin BV ten behoeve van de activiteit: een milleuneutrale verandering van de inrichting; "het verhogen van de jaarlijkse productiecapaciteit"

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2130776/3505454 op de op 26 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Heesbeen Recycling BV, om vergunning krachtens de Wet algemene

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Autobedrijf G.H. Wessel B.V. Activiteiten van de inrichting : Maatwerk activiteitenbesluit Locatie : Dorpstraat 58, te De Lutte Datum

Nadere informatie

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp Prov incie h øis lüesterbrink r, Assen Postadres Postbus rzz, 94oo.tc Assen www.drenthe.nl r (o592) 36 tt tt n (o592) j6 t7 77 pror.tinci renthe Assen, 17 januari2013 VERZONDEN 21JAiI.2O13 Ons kenmerk

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Bouwbedrijf Wijlens BV Activiteiten van de inrichting : Opslag bouwafval, puinbreken, vervaardigen betonmortel en vormgeven betonproducten,

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets Aanvrager : Circulus B.V. Aangevraagde activiteiten : Uitvoeren van de gemeentelijke zorgplicht en opslaan van buiten de

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

Ontheffing stortverbod artikel WET MILIEUBEHEER

Ontheffing stortverbod artikel WET MILIEUBEHEER Ontheffing stortverbod artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER Aan: Kenmerk: Afdeling: Beelen Groep B.V. T.a.v. de heer drs. A. Sijtsma Postbus 2966 3800 GK Amersfoort W-AOV140088 Vergunningen Datum: 22-05-2014

Nadere informatie

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant (Ömgevingstí ienst Beschikking van Gedeputeerde Staten van Ons kenmerk C2126019/3519842 Noord-Brabant op de op 23 juli 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Waterschap Brabantse Delta, om vergunning krachtens

Nadere informatie

provinci renthe 1.1. Ondenrverp Wij hebben op 30 maart 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van

provinci renthe 1.1. Ondenrverp Wij hebben op 30 maart 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Prooincieh øis \ìüesterbrink r, Assen Postadres Postbus r22, 94oo.q.c Assen www.drenthe.nl T F (o592) 3 55 55 (o592) 1 57 77 provinci renthe VERZONDEN O B SEP,2OlT Assen, 8 september 2014 Ons kenmerk 201

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2082601/3080435 op de op 5 juli 2012 bij ons ingekomen aanvraag van B&C Ultrafiltratie voor de inrichting aan

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017 OMGEVINGSVERGUNNING voor: het wijzigen van een inrichting bedoeld voor het op- en overslaan en bewerken van afvalstoffen van derden en op- en overslaan van gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 50 ton.

Nadere informatie

Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019

Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg PH SCHOONEBEEK. Datum verzending: 27 mei 2019 Cubri Pallet en Handelsmaatschappij B.V. t.a.v. de heer G.J. Brinks Kanaalweg 14 7761 PH SCHOONEBEEK Provincie Drenthe Postadres Postbus 122 9400 AC Assen Bezoekadres Westerbrink 1 9405 BJ Assen t 0592-36

Nadere informatie

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT

I. SAMENVATTING ONTWERP BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht ONTWERP-BESLUIT van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 14 december 2010 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Gedeputeerde Staten hebben op 24 november 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a en

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om op verzoek van vergunninghoudster de op 11 mei 1999 aan Georgia-Pacific Nederland BV, Lange Linden 22 te Katwijk verleende Wm-vergunning voor een

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V. (ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Schipper Recycling B.V. Locatie: Schaappad 3 te Weiwerd Groningen, maart 2012 Nr. 2012-11624 Zaaknummer:

Nadere informatie

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING van Smurfit Kappa Solid Board BV ten behoeve van de productie van massief karton (Locatie: KM1, Cereswijk 6 te Oude Pekela) Groningen, 14januari 2014 Nr. 2014-00964/3,

Nadere informatie

1. Vergunningssituatie

1. Vergunningssituatie Assen, 13 augustus 2010 Ons kenmerk DO/2010009757 Behandeld door mevrouw J.H. Blokzijl (0592) 36 58 46 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor DOC Kaas BA voor de inrichting aan Alteveerstraat

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Kenmerk: 2015/50286 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1 Vergunningensituatie...

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053302/2841963 op de op 11 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Heros Vastgoed BV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN. Gebroeders Otte B.V. t.a.v. de heer T.G.M. Otte Heereweg i B 2161 AB fflllegom. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

GEDEPUTEERDE STATEN. Gebroeders Otte B.V. t.a.v. de heer T.G.M. Otte Heereweg i B 2161 AB fflllegom. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM GEDEPUTEERDE STATEN P ZUID HOLLAND DIRECTIE GROEN, WATER EN MILIEU afdeling Vergunningen Gebroeders Otte B.V. t.a.v. de heer T.G.M. Otte Heereweg i B 2161 AB fflllegom CONTACTPERSOON mw. M. Rahmouni DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Gebr. Borg Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

provinci renthe 1.1. Onderwerp Wij hebben op 2 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van

provinci renthe 1.1. Onderwerp Wij hebben op 2 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Prooincieh uis \ü/este brink r, Assen Postadres Postbus rzz, 94oo ec Assen www.drenthe.nl t (o592) 36 tt tt n (o592) 36 t7 77 provinci renthe VERZONDEN O2JIJLI ZO12 Assen, 29 juni2012 Ons kenmerk lf-h12012004593

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2046222/2826771 op de op 30 augustus 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Transport- en Recycling Arno v.d. Dungen BV,

Nadere informatie

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING voor: veranderen koelinstallatie activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer:

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Nr. MPM7251 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 6 februari 2007 hebben wij een verzoek ontvangen van Van Rijnsbergen-Liebregts Transport en Milieu B.V.

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Beslissing van Gedeputeerde Staten van Gelderland inzake het uitvoering geven aan de bevoegdheid ingevolge artikel 2.33 tweede lid

Nadere informatie

Betonindustrie onder algemene regels

Betonindustrie onder algemene regels Betonindustrie onder algemene regels Schakel november 2012 7 december 2012 Chris Alblas Inhoud presentatie Aanleiding en achtergrond betonindustrie onder algemene regels Wat zijn de veranderingen voor

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

Dever unnin aanvraa. Ons kenmerk : Afdeling : Miljeubehear Telefoon : /G.W. de Jong/K Uw kenmerk M+ M nr.: : 1170 Bijlage(n) : div.

Dever unnin aanvraa. Ons kenmerk : Afdeling : Miljeubehear Telefoon : /G.W. de Jong/K Uw kenmerk M+ M nr.: : 1170 Bijlage(n) : div. g $ ~ Van der Wal Recycling B.V. T.a.v. dhr. A. van der Wal Haskerveldweg 2 8501 ZE JOURE Leeuwarden, 5 december 2000 Verzend atum, Ons kenmerk : 392884 Afdeling : Miljeubehear Telefoon : 058-2925298/G.W.

Nadere informatie

1. ALGEMEEN. 1.1. Onderwerp aanvraag

1. ALGEMEEN. 1.1. Onderwerp aanvraag ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de heer S.J. Koornstra (0592) 36 55 88 en de heer L. Bakx (0592) 36 51 83 Onderwerp: Besluit ten behoeve van Vermilion Oil & Gas Netherlands BV (Bosschasteeg

Nadere informatie

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING

1. VERGUNDE SITUATIE 2. AMBTSHALVE WIJZIGING ONTWERPBESLUIT Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor op- en overslagstation gemeente Assen ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Archiefexemplaar Provincie Zeeland Middelburg: 8juli2008 Nummer 08020229/55/45 Afdeling: Milieuhygiene 1. AANVRAAG 1.1 Verzoek BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Op 14 maart 2008 is een verzoek

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR AUTOSLOPERIJ BLADDERSWIJK, OOSTERWIJK WZ 19 TE NIEUW-DORDRECHT

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR AUTOSLOPERIJ BLADDERSWIJK, OOSTERWIJK WZ 19 TE NIEUW-DORDRECHT Assen, 19 januari 2010 Ons kenmerk DO/2010001023 Behandeld door de heer W. Ratering (0592) 36 58 24 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Autosloperij Bladderswijk, Oosterwijk WZ 19

Nadere informatie