Informatiebulletin. Algemeen:

Transcriptie

1 Deze informatie is gericht op het leerjaar waarin uw kind nu zit. Zoals u weet kunt u alle algemene informatie terug vinden op de website, in de schoolgids en/of in de jaarbijlage van onze school. Op de website staan veel documenten, zoals bijvoorbeeld het huishoudelijk reglement van de school. Op de groepspagina van elke klas is daarnaast specifieke informatie over de klas te bekijken. Algemeen: - s Morgens mag u met uw kind de klas in, s middags is dit niet de bedoeling. Wij willen uw medewerking vragen om op tijd te zijn, zodat er ook op tijd met de lesactiviteiten kan worden gestart. - Als uw kind ziek is, wilt u dit s morgens tussen 8.00u u. melden? Als uw kind er niet is en er is geen melding geweest, dan wordt er rond 8.45u. contact met u opgenomen. - Wilt u ons iets melden, dan kan dit natuurlijk altijd. We staan altijd open voor een gesprek, maar vragen u daarvoor even een afspraak te maken. We hebben daar tijdens de inloop geen tijd voor en het is lastig om dan met goede aandacht naar u te kunnen luisteren. Start van de dag voor de kinderen: - Bij binnenkomst hangen de kinderen hun jas aan de kapstok bij hun eigen nummer/naam. De bekers/bakjes (graag voorzien van naam) kunnen in de daarvoor bestemde bakken worden gezet. - Wanneer uw kind overblijft, kan het de spullen die daarvoor bestemd zijn, gewoon in de tas laten zitten. - De leerkracht staat elke ochtend bij de deur om uw kind een hand te geven om op deze manier hem/haar persoonlijk te kunnen begroeten. - Inloop: op het bord staat elke morgen wat de inloopactiviteit is. Hier kan uw kind mee starten voor schooltijd. Soms stopt deze activiteit om 8.30u. en start het reguliere lesprogramma, maar het kan ook zijn dat de activiteit een start is van een les die dan om 8.30u. een vervolg heeft. Afspraken: Omgangsregels: In iedere groep wordt er aan het begin van het jaar aandacht besteed aan de afspraken die bij de Kanjertraining horen. Deze regels worden opgehangen in de klas en ieder kind ondertekent deze afspraken. Zo wordt in de groep ook op diverse momenten

2 teruggekomen op deze afspraken. Er wordt ook aandacht besteed aan de schoolregels die we met elkaar hebben afgesproken. 1. We respecteren elkaar en geven elkaar aandacht. 2. We zorgen ervoor dat iedereen zijn werk goed kan doen. 3. We zorgen samen voor een rustige en veilige school. 4. We gaan zorgvuldig om met materialen en eigendommen van iedereen. 5. We zorgen voor een schone en opgeruimde schoolomgeving. Je bent een geweldig kind als je zelf de oplossing vindt. Werkverzorging: In iedere groep hangt een blad met de afspraken rondom werkverzorging, deze afspraken worden regelmatig besproken met de kinderen. We vinden het belangrijk dat we de kinderen verzorgd laten werken en schrijven. Vanaf groep 4 wordt gestart met het schrijven met pen. Uw kind mag schrijven met een Stabilo of vulpen. De schoolregel is dat er niet geschreven wordt met een balpen. Stippen bij zelfstandig werken: Na de instructie van de leerkracht maken de kinderen zelfstandig de verwerking van de les. De leerkracht maakt duidelijk aan de kinderen welke stip er opgehangen wordt. We gebruiken vier kleuren; blauw: je mag alleen overleggen met je groepje, groen: je mag overleggen met je groepje of vragen stellen aan de leerkracht, oranje: je mag alleen vragen stellen aan de leerkracht en werkt dus stil, rood: je werkt stil en alleen. De kinderen leren op deze manier dat er momenten zijn waarop ze de leerkracht niet mogen storen. De leerkracht geeft dan bijvoorbeeld een groepje leerlingen extra ondersteuning. In groep 3 wordt het zelfstandig werken m.b.v. de stippen rustig opgebouwd en ingevoerd. Zodra de kinderen goed bekend zijn met de wijze van werken tijdens de verschillende lessen, wordt er over gegaan op het bevorderen van het zelfstandig werken. Inloop: Als s ochtends de school opengaat, kunnen de kinderen in iedere groep zien wat de startactiviteit van de dag is. Bij de kleutergroepen kiezen de kinderen een activiteit die voor hen klaar ligt. In de andere groepen zien ze op het bord wat de inloop activiteit is. Zo hoeven de kinderen niet te wachten tot de hele groep aanwezig is en kunnen ze alvast op een rustige manier opstarten.

3 Catechese: Dagelijks wordt er aandacht besteed aan catechese. We werken met de methode Trefwoord. De methode werkt drie weken lang aan een thema, bijvoorbeeld geluk. Aan de hand van een kalenderplaat is er elke dag een activiteit, zoals een kringgesprek, een gedicht of een verhaal. Dit zijn zowel Bijbelverhalen als spiegelverhalen, waarin verschillende normen en waarden aan bod komen. Ook besteedt de methode aandacht aan bijzondere dagen die passen bij onze maatschappij, zoals bijvoorbeeld Prinsjesdag. Aan de Christelijke feesten als Kerst, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren, etc. wordt ook aandacht besteed vanuit deze methode. Tevens wordt er ook stil gestaan bij de gebruiken van andere geloven. Sociaal-emotionele ontwikkeling: Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van ieder kind te bevorderen, maken wij op school gebruik van de Kanjertraining. De Kanjertraining heeft als doel dat een kind positief over zichzelf en anderen leert denken. Er zijn 5 belangrijke afspraken bij de Kanjertraining: 1. We vertrouwen elkaar 2. We helpen elkaar 3. Niemand speelt de baas 4. Je bent niet zielig 5. We lachen elkaar niet uit Het doel van de Kanjertraining is kinderen meer zelfvertrouwen te geven. Daardoor gaan ze respectvoller met zichzelf en hun omgeving om. De kinderen gaan zich veiliger voelen en voelen zich meer betrokken. Ook leren ze hun gevoelens onder woorden te brengen. Bij de Kanjertraining wordt gesproken over vier typetjes die door middel van petjes zichtbaar worden. Bij elk typetje hoort een bepaald gedrag. Hierdoor krijgen de kinderen snel inzicht in hun eigen gedrag en het gedrag van anderen.

4 Dit zijn de vier typetjes: In elke klas hangt een poster die past bij de leeftijd van de kinderen. Meer informatie vindt u op De vakken: Rekenen: methode Alles telt. Leerstof in groep 5: Aan het einde van dit jaar moeten de kinderen de getallen rij t/m 1000 goed beheersen. Ook moeten de leerlingen kunnen optellen en aftrekken tot Ze leren deelsommen maken met en zonder rest. Daarnaast leren ze vermenigvuldigen met 10-tallen en een vermenigvuldiging omzetten naar een deelsom. Meten in meters, centimeters en kilometers. Lengtes vergelijken. Combineren van tijd en afstand (snelheid). Betekenis van kilometer (km), meter (m), decimeter (m), centimeter (cm) en millimeter (mm) Tijd: Digitale en analoge tijden kunnen aflezen en bij elkaar kunnen zoeken. Structuur van een maand- en een jaarkalender doorzien. Geld: Kennen en gebruiken van 1, 2, 5, 10 en 20 eurocent. Omrekenen van 1 en 2 in 100 cent en 200 cent. Gebruiken van het symbool. Prijzen vergelijken met het beschikbare geld. Interpreteren van een staafgrafiek. Introductie van een beeldgrafiek. Grafiek maken op basis van gegevens uit een tabel. Rekenen met getallen uit tabellen en grafieken. Elke les beginnen de leerlingen met hoofdrekenen. Dit doen we onder andere met de methode Met sprongen vooruit.

5 Wilt u meer weten over deze methode? Kijk een op de website: Taal en Spelling: methode STAAL. Inhoudelijk biedt Staal wat je van een eigentijdse methode mag verwachten. In elk thema legt Staal een sterk kennisfundament. De kinderen doen de eerste twee weken kennis op, die zij vervolgens in week 3 toepassen. Elk kind maakt in die week zijn eigen eindproduct in de vorm van een publicatie of presentatie. In verrassende thema s van Staal gaan de kinderen aan de slag met levensechte bronnen, teksten en foto s. Staal werkt met een beproefde, preventieve spellingaanpak. Het vaste ritme: goed voordoen, elke dag herhalen en dagelijkse dictees zorgen voor goede spellingsresultaten. Staal is ook de eerste methode die spelling en grammatica combineert. Technisch lezen: methode Estafette. De methode wordt uitgevoerd in drie verschillende aanpakken. Kinderen in aanpak 3 werken op hun eigen niveau nagenoeg zelfstandig. Zij krijgen heel diverse opdrachten waar ze allerlei soorten leesmaterialen gebruiken (boeken, strips, naslagwerken, enz.). Kinderen die in aanpak 2 werken krijgen instructie en in-oefening en gaan daarna zelfstandig aan het werk. De kinderen van aanpak 1 werken aan dezelfde les als aanpak 2, maar dan onder begeleiding van de leerkracht. Naast de reguliere lessen zijn er toepassingslessen, dan werkt de leerkracht met de aanpak 3 kinderen. In de toepassingsweken staat er een thema centraal waar aan gewerkt wordt. Begrijpend lezen: methode Tekstverwerken. Deze methode is erg aantrekkelijk voor kinderen dankzij de leuke lay-out en de aansprekende teksten. De verhalen komen uit bekende geschreven boeken, herkenbaar voor kinderen. De informatieve teksten sluiten aan op de belevingswereld van het kind. Er komen verschillende doelen aan bod, zoals het herkennen van een tekst. Is het een weettekst, een verhaal of een gedicht? Hoe herken je dat? In de methode worden zeven van de negen leesstrategieën aangeleerd, te weten: - inhoud voorspellen. - voorkennis activeren. - doel, structuur en vorm van de tekst herkennen. - tekst interpreteren. - samenvatten. - tekst beoordelen. - reflectie leesgedrag. Engels: methode Take it easy. De methode bestaat uit 6 units. Elke unit heeft een eigen thema. De thema s in groep 5 zijn: meeting people, food, spare time, asking the way, health en home. De methode gaat uit van het digibord. Daarnaast hebben de leerlingen een werkboek. Per thema komen onder andere de volgende onderdelen aan bod; een filmpje, een muziekclip, een leestekst, een luistertekst, korte spreekoefeningen en dialogen.

6 De lessen Engels worden, naast de native speaker via het digibord, zoveel mogelijk in het Engels gegeven. Schrijven: methode Pennenstreken Leerstof in groep 5 : Twee keer in de week schrijven de kinderen een bladzijde in het schrijfschrift. In groep 5 wordt het aanvankelijk schrijven afgerond. De kinderen automatiseren de kleine letters en hoofdletters. Ook wordt er aandacht besteed aan moeilijke verbindingen van lettercombinaties en het omzetten van gedrukte tekst naar geschreven tekst. Zaakvakken: - Geschiedenis: methode Brandaan. onderwerpen in groep 5: De methode bestaat uit 5 thema s: Thema 1: Tijd van jagers en boeren: Leven als jager en boer. Thema 2: Tijd van Grieken en Romeinen: Romeinen in Nederland. Thema 3: Tijd van monniken en ridders: Leven als ridder. Thema 4: Tijd van steden en staten: De middeleeuwse stad. Thema 5: Tijd van ontdekkers en hervormers: De wereld ontdekken. - Aardrijkskunde: methode Meander. onderwerpen in groep 5: De methode bestaat uit 5 thema s: Thema 1 Onderweg: Wat zie je elke dag onderweg naar school? Aan de hand van deze vraag bekijken we wat aardrijkskunde eigenlijk is. Thema 2 Om ons heen: Verschillen tussen plaatsen in Nederland. Waar zou je willen wonen? Verschillen tussen dorpen en steden. Thema 3: Waterland: Nederland ligt onder de zeespiegel. Wat betekent dat? Hoe is het land op de zeebodem ontstaan? Thema 4: Platteland: Waar komt ons eten vandaan? Hoe komt dit van het land op ons bord terecht? Thema 5: Over de grens: Wat vind je allemaal in de supermarkt? Waar komt het vandaan? Hoe komt het daar terecht? De verschillende provincies van Nederland zijn verdeeld over deze thema s. De topografie sluit steeds aan bij het thema. Op deze manier krijgt de topografie nog meer betekenis. In groep 5 leren ze de provincies van Nederland met hun hoofdsteden en nog enkele belangrijke plaatsen voor Nederland en de bekendste wateren. - Biologie: methode Naut onderwerpen in groep 5: Thema 1: De wereld om je heen. Thema 2: Planten en dieren. Thema 3: Voeding en je lichaam.

7 Thema 4: Techniek om je heen. Thema 5: Weer en klimaat. - Verkeer: methode: Wijzer door het verkeer. onderwerpen in groep 5: Om de week besteden we tijd aan verkeer. We gebruiken hiervoor de leesboeken en de werkboeken. Enkele thema s die aan bod komen zijn: 1. oversteken en voorgaan (voorrangstekens en borden en regels). 2. veilig fietsen (fietsonderdelen en veiligheid, maken van bochten). 3. weer en verkeer ( licht op je fiets, gladheid in het verkeer). borden (pas-op, kijk, hier is, je moet hier en je mag hier niet borden). - Studievaardigheden: methode: Blits. In de groepen 5 tot en met 8 wordt aandacht besteed aan studievaardigheden. Op een systematische manier worden belangrijke studievaardigheden verweven. Ze hebben die nodig, nu en later, in iedere vorm van het voortgezet onderwijs en in het dagelijks leven. Er worden vier vaardigheden geoefend. -Hanteren van studieteksten (samenvatten, uittreksel maken, hoofdgedachte en centrale vraag weergeven). -Hanteren van informatiebronnen (alfabetiseren, kiezen van trefwoorden, omgaan met naslagwerken). -Kaartlezen (encyclopedie, telefoongids,internet,interpreteren van kaartgegevens). -Lezen van schema s, tabellen en grafieken (analyseren en interpreteren van gegevens). Expressie vakken: -drama: Jezelf kunnen uiten vinden we erg belangrijk op onze school. Daarom wordt er elke week aandacht besteed aan dramatische vorming. Het gaat hier niet alleen om dat een kind een toneelstukje speelt, maar dit kan heel divers zijn. Denk aan het voeren van een interview, het uitspelen van een taalopdracht, een Energize oefening of een oefening vanuit de Kanjertraining. -creatieve werkvormen: Wekelijks wordt er aandacht besteed aan creatieve werkvormen. Hier valt het vak tekenen ook onder. Er wordt aandacht besteed aan het werken met verschillende materialen en technieken. -presentatievaardigheden: Jezelf kunnen presenteren voor een groep vinden we heel belangrijk om te leren en te oefenen. Vanaf groep 5 besteden we daar aandacht aan door de volgende activiteiten: -voorleeswedstrijd (groep 5 vrijwillig, groep verplicht). -spreekbeurt (groep 5 over jezelf, groep 6: eigen keuze, groep 7: een land, groep 8: een bekend persoon). -behandelen krantenbericht/digitaal bericht (groep 5 t/m 8).

8 Het stappenplannen voor de spreekbeurt kunnen de kinderen op de website vinden. We geven geen beoordeling. We vinden het belangrijk dat ieder kind gewend raakt om een presentatie te geven aan een groep. Wel krijgen de kinderen een evaluatieblad mee naar huis, waarbij zijzelf en de leerkracht wat opschrijven. Huiswerk: De afspraken rondom huiswerk kunt u nalezen in de schoolgids/op de website. In groep 5 wordt er af en toe huiswerk meegegeven. De kinderen moeten bijvoorbeeld de tafels thuis oefenen of krijgen een zaakvak mee om te leren. Zij hebben geen agenda nodig, omdat ze deze niet structureel hoeven te gebruiken. Als er huiswerk opgegeven wordt dan wordt de datum en de opdracht op het bord geschreven. Heeft uw kind zijn/haar huiswerk niet mee, gemaakt of geleerd, dan zullen we u daar per mail van op de hoogte brengen. CITO LOVS: Op onze school werken we met het CITO leerlingvolgsysteem-primair onderwijs. Zo kunnen we de vorderingen van uw kind, los van de methodes volgen. De afnamemomenten van deze toetsen zullen plaats vinden midden groep 5 (M5) en/of eind groep 5 (E5). U kunt hier meer over lezen in de schoolgids. In leerjaar 5 worden de volgende toetsen afgenomen: -rekenen - leestechniek - AVI -spelling - DMT (technisch lezen) -begrijpend lezen - woordenschat -leestempo Zijn er nog vragen, stel ze gerust! Met vriendelijke groet, De leerkrachten van groep 5, Saskia Brouwer en Céline van Vliet