WAO en arbeidsmarkt. Enkele bevindingen betreffende 54 gemeenten1. D. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos. Inleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WAO en arbeidsmarkt. Enkele bevindingen betreffende 54 gemeenten1. D. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos. Inleiding"

Transcriptie

1 WAO en arbeidsmarkt Enkele bevindingen betreffende 54 gemeenten1 D. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos Inleiding Sedert de zestiger jaren wordt er in toenem ende mate een beroep gedaan op de sociale voorzieningen. De jaarlijkse stijging van de uitgaven baart zorgen voor de toekomst. D oor de overheid wordt al een belangrijke ombuigingsoperatie uitgevoerd om een financiële ramp af te wenden. Afgezien van het kostenaspect vraagt vooral de volume-uitbreiding bijzondere aandacht: namelijk de toeneming van het aantal mensen dat jaarlijks een beroep doet op uitkeringen. Eén van de belangrijkste wetten op dit gebied is de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (W AO). Sinds de invoering van deze wet in 1967 is-afgezien van de eerste jaren - het aantal uitkeringgenietenden jaarlijks netto met ongeveer 10% toegenomen. Een van de belangrijkste oorzaken werd gezocht in de economische malaise waarin ons land terecht is gekomen. De W AO zou meer en meer gaan dienen als een oneigenlijke opvang voor werklozen. Dat wil zeggen dat een ziekte of een ongeval in feite nauwelijks de aanleiding vormt, ook al is het krachtens art. 21, lid 2, sub a in principe mogelijk bij de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid het aspect van de werkloosheid te verdisconteren. Over de omvang van dit verschijnsel is weinig bekend, al doen de meest uiteenlopende schattingen daarover de ronde. Sommigen spreken over éénderde, anderen over de helft van het aantal uitkeringsgenietenden (zie bijvoorbeeld Heertje 1974 en Hoffman, 1976). Ons onderzoek hoopt een bijdrage te leveren aan deze kwestie. Doel en opzet van het onderzoek H et gaat ons vooral om de invloed van de sociaal-economische situatie in een bepaald gebied op het aantal W AO-uitkeringgenietenden. Met andere w oorden, in hoeverre heeft de verslechterende werkgelegenheid zijn weerslag op de omvang van het W AO-bestand? Indien we uitgaan van verwachtingen die in brede kring om trent de verdiscontering van de werkloosheid in de W AO leven, mogen we een aanmerkelijke 265

2 SG 79/4 (jg XXVI) relatie tussen beide veronderstellen. Onze typering van de sociaal-economische situatie betreft de omvang van de werkloosheid, de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de afhankelijkheid van de sociale voorzieningen. Deze indicatoren van de economische kwetsbaarheid van een bepaald gebied, die we verderop in detail zullen uitwerken, vormen de kern van dit onderzoek. Ze staan uiteraard niet op zichzelf, maar moeten worden bezien tegen de sociaal-demografische achtergrond van een gebied. Wij hebben daarbij het oog op de leeftijdsopbouw van de bevolking, met name het oudere deel van de werkende bevolking; verder op het percentage agrarische beroepsbevolking, ter karakterisering van de stedelijkheid; en op het opleidingsniveau van de bevolking. Het onderzoek heeft betrekking op alle 54 gem eenten in de provincie G roningen en de drie noorddrentse randgemeenten Eelde, Peize en Roden. Deze keuze vloeide voort uit een onderzoek2 naar de individuele lotgevallen van ruim 200 mannelijke werknemers, en op de betekenis daarvan voor de ziekteduur en de overgang naar de W AO. In het kader van deze studie waren de bovengenoemde gegevens reeds verzameld. We bepalen onze aandacht echter nu op de gemeente als eenheid van analyse. Aan deze werkwijze kleeft het bezwaar dat, om over een sociaal-economische structuur van een bepaald gebied te kunnen spreken, een ruimer geografisch kriterium wenselijk is. D e concentratie bijvoorbeeld van de industrie en de dienstverlening in enkele van de door ons onderzochte gemeenten heeft immers een belangrijke invloed op het omliggende gebied. Een vergelijking tussen regio s van grotere omvang en met duidelijke verschillen in werkgelegenheidsstructuur, zou vermoedelijk een meer bevredigende benadering van de probleemstelling vormen dan nu het geval is geweest. Ook de beperking tot één provincie in het noorden van het land brengt met zich mee dat de uitkomsten niet representatief zijn voor de situatie in Nederland. Teneinde de invloed van de economische ontwikkeling in de loop van de tijd op de omvang van het W AO-bestand te bestuderen werden aanvankelijk twee tijdsperioden onderzocht: het jaar 1971, toen de economie er nog goed voorstond, en het jaar 1975 waarin de gevolgen van de economische teruggang duidelijk merkbaar waren en de stijging van het aantal nieuwe W AO-gerechtig- den onverminderd was doorgegaan. In dit laatste jaar vond het individu-gerichte onderzoek plaats. In de analyse zullen we ons in hoofdzaak beperken tot de gegevens uit 1975, omdat deze de verslechterde economische situatie weergeven. Uit de eerste bevindingen was verder gebleken dat er een zeer nauwe samenhang bestond tussen de variabelen gemeten in 1971 en 1975 en dat de uitkomsten niet wezenlijk van elkaar verschilden. In het kort zullen we de overeenkomsten en verschillen tussen beide jaren aan de orde stellen. 266

3 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt Uitwerking van de probleemstelling De vraag of het aantal W AO-ers in belangrijke mate wordt beïnvloed door de sociaal-economische situatie in een bepaald gebied willen we nu nader uitwerken. In de eerste plaats gaat het om de situatie op de arbeidsmarkt. We veronderstellen dat naarm ate de werkloosheid groter, de vraag naar arbeid kleiner of de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ongunstiger is, het aantal WAO-ers in een bepaald gebied groter zal zijn. Deze relatie wordt niet nader onderzocht bij bepaalde beroepen of bedrijfstakken. Dit was om praktische redenen niet mogelijk. Aangenomen wordt dat desondanks de veronderstelde relatie duidelijk aantoonbaar is, ofschoon het 'bewijs wellicht gem akkelijker te leveren zou zijn indien een dergelijke specifikatie wel mogelijk was geweest. Een evident voorbeeld daarvan vormt de mijnbouw (van der G rinten, 1975). Verder betrekken we bij de sociaal-economische situatie ook de afhankelijkheid onder de bevolking van de sociale voorzieningen. Naast de voorzieningen voor langdurige werkloosheid (de WWV en de RWW) rekenen we hieronder de algemene bijstandsvoorziening (de ABW ) en de regeling voor de minder valide en vroeggehandicapte personen (de TRM ). De mate waarin de bevolking een beroep doet op een bijstandsregeling is eveneens een indicator voor de zwakte van de sociaal-economische structuur van een bepaald gebied. Deze is mogelijk tevens van invloed op de mate waarin een uitkering, zoals via de W AO, sociaal wordt geaccepteerd. Deze acceptatie zal groter zijn, in gebieden waar de afhankelijkheid groot is. In de tweede plaats veronderstellen we dat de volgende structurele kenm erken van invloed zijn op de WAO. a. het aantal mensen van 50 tot 65 jaar in de totale bevolking van 15 tot 65 jaar. De leeftijd speelt niet alleen bij het ziekteverzuim en de gemiddelde ziekte- duur een belangrijke rol, maar ook bij iemands kansen op de arbeidsm arkt (zie bijvoorbeeld Van Wezel, 1972). Voor oudere werknemers zijn die kansen aanzienlijk kleiner dan voor jongeren. Dit zal eens te m eer gelden voor ouderen die problem en met hun gezondheid hebben. We veronderstellen derhalve dat naarm ate de genoemde leeftijdscategorie sterker is vertegenwoordigd ook het aantal W AO-ers groter zal zijn. b. het percentage agrarische beroepsbevolking. De redenering is in dit geval dat waar de agrarische sector omvangrijk is, de industrialisatie geringer zal zijn. Het gevolg daarvan is dat èn het aantal arbeidsplaatsen èn de differentiatie in het aanbod van arbeidsplaatsen kleiner is. De kansen voor iemand m et een handicap om passend werk te vinden zullen daardoor kleiner zijn. Naast deze structurele kant van de stedelijkheid, weergegeven door het percentage agrarische beroepsbevolking, telt ook de culturele kant ervan. D e stedelijke 267

4 SG 79/4 (jg XXVI) bevolking onderscheidt zich van die op het platteland door een andere oriëntatie op arbeid, alsmede door een ruimere ziektedefinitie. Een dergelijke houding heeft vaak een wat hoger ziekteverzuim tot gevolg. Daarbij is de sociale controle op het gedrag in de stad vaak geringer, hetgeen bij het ziekteverzuim eveneens een rol kan spelen (Philipsen, 1969). Welk aspect van de stedelijkheid, het structurele of het culturele, bij langdurig verzuim of bij de W AO de doorslag zal geven is moeilijk te voorspellen. Wij nemen voorlopig aan dat het structurele aspect zwaarder weegt, c. het opleidingsniveau van de bevolking. Een geringe scholing geeft in het algemeen toegang tot een kleiner aantal beroepen en functies. We verwachten dat het aantal W AO-ers groter zal zijn indien het opleidingsniveau van de bevolking lager is. Bij de analyse zullen we eerst de invloed nagaan van de drie laatstgenoemde demografische kenmerken op de W AO. We beschouwen deze als determ inanten niet alleen van de W AO maar ook van de variabelen die de sociaal-econo- mische situatie weergeven. We veronderstellen bijvoorbeeld dat de betekenis van de werkloosheid voor de omvang van de W A O-populatie (mede) afhankelijk is van de stedelijkheid van een gebied. H et gaat ons vooral om de zelfstandige invloed van de werkloosheid op de afhankelijke variabele zonder dat demografische verschillen daarin nog meespelen. M et andere woorden, wanneer de invloed van de demografische variabelen onder controle wordt gehouden, levert de werkloosheid dan nog een significante bijdrage aan de verklaring van de WAO, en hoe groot is in dat geval het percentage extra verklaarde variantie? Schematisch ziet het er als volgt uit: We zullen de kenm erken van de sociaal-economische situatie eerst elk afzonderlijk in de analyse betrekken en vervolgens nagaan wat hun gezamenlijke betekenis is voor de WAO. De onderzochte kenmerken van de gemeenten Hieronder geven we eerst de precieze berekeningswijze van de onderzochte kenmerken. In tabel 1 zijn de maten van spreiding en centrale tendentie van deze faktoren vermeld. 1. Het percentage W A O -ers - Dit betreft het aantal mannelijke W A O -ers in 268

5 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt 1975 per gemeente, gerelateerd aan de mannelijke afhankelijke beroepsbevolking3. Via de Gemeenschappelijk Medische Dienst (GM D) kregen we de beschikking over de aantallen W AO-gerechtigden, uitgesplitst naar geslacht, per gemeente volgens de voorlopige telling van eind oktober Aangezien de precieze aantallen toen bij de GM D nog niet bekend waren moesten ze worden geraamd. Op basis daarvan werd een schatting gemaakt van de omvang van de W AO-uitkeringgenietenden voor het jaar Dit geschiedde met behulp van een voor alle gemeenten gelijke correctiefactor die door de GM D was bepaald op De gegevens omtrent de mannelijke afhankelijke beroepsbevolking zijn evenmin precies bekend. We hebben de volgende werkwijze toegepast. We zijn uitgegaan van het aandeel van de loonafhankelijke beroepsbevolking in de totale mannelijke beroepsbevolking per gemeente. Dit is het zogenaamde deelnemingspercentage, hetwelk voor het jaar 1971 is af te leiden uit de gegevens van de volkstelling. Doordat het aandeel van de loonafhankelijken in de totale beroepsbevolking in de loop van vijf jaar iets is toegenomen moest het percentage worden gecorrigeerd. Deze correctiefactor is overigens alleen bekend per provincie (voor Groningen bedroeg deze 1.006, zie Sociale M aandstatistiek, mei 1977). De toepassing ervan veronderstelt dus een in alle gemeenten gelijke toename. Het aantal W AO-ers bleek sterk van gemeente tot gemeente te varieren. In enkele gemeenten in Oost-Groningen bijvoorbeeld lag dit cijfer in 1975 zelfs dichtbij de 20% van de mannelijke afhankelijke beroepsbevolking. 2. De werkloosheid - H et werkloosheidspercentage per gemeente had betrekking op de gehele mannelijke arbeidsreserve en omvatte de korte en langdurige werklozen ook personen die in aanvullende werken en sociale werkvoorzienings-objecten te werk waren gesteld, voorzover dezen bem iddelbaar werden geacht voor het vrije bedrijfsleven. De aantallen werklozen voor 1975 zijn gerelateerd aan de mannelijke afhankelijke beroepsbevolking per gem eente.5 Ook de werkloosheidspercentages van de betrokken gemeenten bleken tamelijk sterk uiteen te lopen. In 1975 varieerde deze van 2,3% tot 13,4%. Streken zoals het Zuidelijk W esterkwartier en Oost-Groningen sprongen er in dit opzicht duidelijk ongunstig uit. 3. De verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt - Bij de arbeidsbureaus wordt niet alleen een registratie gevoerd van het aantal werklozen maar ook van het aantal openstaande vacatures bij de overheid en het bedrijfsleven. Tegenover de geregistreerde arbeidsreserve (afgekort G A R) welk hierboven voor de berekening van het werkloosheidspercentage werd gebruikt, staat de geregistreerde openstaande vraag (afgekort GO V). D e verhouding tussen G O V 269

6 SG 79/4 (jg XXVI) en GAR geeft een indikatie van de economische kwetsbaarheid van een bepaald gebied. In tijden van hoogconjunctuur, zoals in het begin van de zeventiger jaren nog het geval was, overtrof landelijk gezien de vraag naar arbeid het aanbod. Enkele jaren daarna was het beeld omgekeerd (Statistisch Zakboek, CBS, 1975, 1976). De registratie zowel van de G O V als van de GAR wordt per kwartaal bijgehouden. Het jaargemiddelde is gebruikt voor de berekening van de verhouding tussen beide (alleen mannen). Aan deze cijfers betreffende de GOV kleeft de beperking dat een verplichte vacaturemelding bij de arbeidsbureaus ontbreekt. Hierdoor is het mogelijk dat de situatie aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt niet betrouw baar is weergegeven. Tabel 1 Iaat zien dat de vraag in géén van de onderzochte gemeenten het aanbod overtrof. In het algemeen was de verhouding zeer ongunstig. De werkgelegenheidssituatie lag relatief nog het gunstigst in de stedelijke en geïndustrialiseerde gemeenten, waar tegenover één vacature gemiddeld ongeveer 5 werklozen stonden. Terzijde zij hier opgem erkt dat het aanbod van banen op dezelfde wijze aan de mannelijke afhankelijke beroepsbevolking is gerelateerd als de arbeidsreserve. Bij de correlatie-berekening bleek dit GOV-percentage zeer nauw samen te hangen met de verhouding G O V /G A R. De correlatie-coefficiënt bedroeg r=.95. Deze sterke overlap tussen beide variabelen was voor ons een reden om alleen de verhouding tussen de GOV en G A R in de analyse op te nemen. 4. Afhankelijkheid van de sociale voorzieningen - We betrokken in het onderzoek de Algemene BijstandsW et (ABW ), de Tijdelijke Regeling Minder-vali- den (TRM), de W et W erkloosheidsvoorzieningen (WWV) en de Rijksgroepsregeling Werkloze W erknemers (RWW). We telden alle personen die voor hun levensonderhoud op deze voorzieningen waren aangewezen, exklusief de mensen boven de 65 jaar en de mensen die verbleven in de tehuizen. De cijfers werden via het CBS verkregen in de vorm van jaargemiddelden gebaseerd op driemaandelijkse tellingen. De aantallen van mannen en vrouwen die van bovengenoemde sociale voorzieningen afhankelijk waren werden gerelateerd aan de bevolking van 15 tot 65 jaar. Gemiddeld ontving per gemeente ongeveer 2% van de bevolking een uitkering krachtens die wetten. In de stedelijke gemeenten en in Oost-Groningen lagen deze percentages over het algemeen daarboven. 5. Bevolking van 50 tot 65 jaar - De bevolking van 50 tot 65 jaar per gemeente is uitgedrukt als het percentage van de bevolking van 15 tot 65 jaar. Gemiddeld behoorde 25% van de bevolking tot de onderzochte leeftijdscategorie. 270

7 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt Tabel 1 Maten van spreiding en centrale tendentie van de onderzochte variabelen per gemeente (n = 54) minimum maximum gemid standaarddelde deviatie 1. Percentage WAO-ers 4,7 18,0 9,5 2,6 2. Percentage werkloosheid 2,3 13,4 7,0 2,6 3. Verhouding GO V/GAR 0,01 0,78 0,08 0,12 4. Percentage afhankelijken 0,8 4,4 2,3 0,8 van sociale voorzieningen 5. Percentage bevolking50-65 jr. 16,5 31,8 24,6 3,2 6. Percentage agrarische beroeps ,5 13,6 7,9 bevolking 7. Percentage onderwijsniveau 19,0 67,8 47,9 9,6 basis en lager 6. De agrarische beroepsbevolking - Uit de jaarlijkse landbouwtelling van het CBS zijn de mannelijke arbeidskrachten, die regelmatig meer dan 15 uren per week in de land- en tuinbouw werkzaam zijn, per gemeente berekend. Dit aantal is eveneens gerelateerd aan de totale mannelijke beroepsbevolking van Deze variabele geeft uiteraard in sterke mate de stedelijkheid van een gebied weer. In sommige gemeenten was eenderde van de beroepsbevolking werkzaam in de agrarische sector. 7. Onderwijsniveau - De gegevens van de volkstelling in 1971 verschaffen een inzicht in de scholing van de bevolking. Het CBS hanteert een vijfdeling: 1. basis- en lager onderwijs; 2. uitgebreid lager onderwijs; 3. middelbaar onderwijs; 4. semi-hoger onderwijs en 5. hoger onderwijs. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de categorie van scholing niet bekend in sommige gemeenten omvangrijk was (ongeveer 20% ). We berekenden per gem eenten het percentage van de mannelijke beroepsbevolking met alleen basis- en voortgezet lager onderwijs zoals VGLO of LAVO. Gemiddeld bleek 48% van de m annelijke beroepsbevolking tot deze categorie te horen. Uit de wijze waarop we bij de operationalisering van de variabelen te werk zijn gegaan kan worden geconcludeerd dat aan hun geldigheid en betrouwbaarheid het een en ander ontbreekt. Diverse malen hebben we gebruik moeten maken van schattingen, zoals bij de W AO-cijfers en bij de afhankelijke beroepsbevolking. Dergelijke beperkingen kleven helaas aan dit soort onderzoek. Verwerking van de gegevens Bij de analyse maakten we gebruik van de enkelvoudige correlatie-rekening, die 271

8 SG 79/4 Gg XXVI) de totale samenhang tussen twee variabelen weergeeft. De correlatie-coefficiënten gebaseerd op 54 onderzoekseenheden is op het 5% -niveau (eenzijdig) significant bij r >.23.6 Daarnaast presenteren we de resultaten van de (stapsgewijze) multipele regressie waarbij het percentage verklaarde variantie in de afhankelijke variabele door meerdere onafhankelijke variabelen wordt uitgedrukt in het kwadraat van de multipele correlatie-coëfficiënt Per onafhankelijke variabele wordt de gestandaardiseerde Bëta-coëfficiënt vermeld. Deze houdt rekening met de invloed van de andere variabelen op de afhankelijke en toont de hoeveelheid verandering die in de afhankelijke variabele te weeg wordt gebracht, indien de onafhankelijke variabele met één eenheid verandert. Bij de bespreking van de bevindingen richten wij ons vooral op de betekenis van de werkloosheid, de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de afhankelijkheid van de sociale voorzieningen voor de W AO. Deze werden in het voorgaande in hun beïnvloeding van de WAO afhankelijk beschouwd van de demografische kenmerken zoals het percentage jarigen, het percentage agrarische beroepsbevolking en dat betreffende het onderwijsniveau. De bevindingen De enkelvoudige correlatie-rekening laat zien dat zowel een hoog percentage ouderen als een hoog percentage laaggeschoolden onder de bevolking van invloed waren op de omvang van de W AO. Dit was conform de verwachtingen. Niet voorspeld was de uitkomst dat in de verstedelijkte gem eenten (een laag percentage agrarische beroepsbevolking) ook meer W AO-ers woonachtig waren. De betekenis van de stedelijkheid of van het onderwijsniveau werd zelfs versterkt, indien met de andere twee variabelen rekening werd gehouden. In de regressieanalyse bleek de invloed van het percentage 50 tot 65 jarigen op de WAO niet meer significant. Alle drie de kenmerken tezamen verklaarden 41% van de variantie in de afhankelijke variabele. Tabel 2 De samenhang tussen WAO en de demografische variabelen uitgedrukt in totale correlaties, beta-coëfficiënten en de multipele correlatie (n=54) r WAO beta 1. Bevolking jaar (n.s.) 2. Agrarische beroepsbevolking Onderwijsniveau, basis + lager multipele correlatie

9 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt De uitkomst betreffende de stedelijkheid wijst er dus op dat het structurele aspect van een gering en een niet-gedifferentiëerd aanbod van banen vermoedelijk niet een passende verklaring vormt voor een hoog percentage W AO-ers. Wellicht is het stedelijke leefklimaat met de daarbij horende normen en waarden van meer belang. Een eerste conclusie is in ieder geval dat met behulp van deze drie kenmerken al een relatief hoog percentage verklaarde variantie is bereikt. De vraag die nu rijst is hoeveel de overige variabelen daaraan kunnen toevoegen. WAO en werkloosheid Er bestond een tamelijk sterke relatie tussen de werkloosheid en de WAO. Ook de richting van het verband was in overeenstemming met onze verwachtingen. De enkelvoudige correlatie-coëfficiënt bedroeg maar liefst.42. Werkloosheid hing echter ook sterk samen met twee van de drie eerder genoemde demografische kenmerken, de bevolking van 50 tot 65 jaar en het onderwijsniveau. Hoe groter het aandeel van de ouderen in de bevolking en hoe lager het onderwijsniveau des te groter was de werkloosheid in de gemeente. De correlatie-coëffici- ënten bedroegen respectievelijk.62 en.58. Met de agrarische beroepsbevolking toonde de werkloosheid geen significant verband (r =.14). De stedelijke gebieden verschillen op dit punt niet duidelijk van de plattelands gemeenten. Betrekken we deze variabelen tezamen met de werkloosheid in de regressieanalyse dan blijkt het volgende (zie tabel 3). Tabel 3 Samenhang tussen WAO en de demografische variabelen inclusief de werkloosheid, uitgedrukt in totale correlaties, beta-coëfficiënten en de multipele correlatie (n = 54) WAO r beta 1. Bevolking jaar (n.s.) 2. Agrarische beroepsbevolking Onderwijsniveau, basis + lager Werkloosheid (n.s.) multipele correlatie.66 De werkloosheid bleek géén significante bijdrage meer te leveren aan de verklaring van de verschillen in het percentage W AO-ers tussen de gemeenten (p >.10). Het percentage extra verklaarde variantie bedroeg 2.7%. Van een zelfstandige invloed van de werkloosheid op de W AO is dus niet duidelijk sprake. 273

10 SG 79/4 (jg XXVI) WAO en de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt Een onverwachte uitkomst betrof de relatie tussen WAO en de verhouding G O V /G A R. Hoewel het verband tussen beide wel significant was, was de richting daarvan tegengesteld aan de verwachtingen. Dit betekent dat in gemeenten waar de kans op werk relatief gunstig was het percentage WAO-ers groter was. Deze positieve samenhang tussen beide variabelen kan vermoedelijk ten dele verklaard worden uit het feit dat zowel de verhouding G O V /G A R als het percentage W AO-ers op hetzelfde jaar betrekking hebben. Indien in de WAO een groot percentage werklozen verscholen is, brengt dat automatisch met zich mee dat de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt relatief gunstiger wordt. O f daarmee het positieve verband zal verdwijnen is twijfelachtig. Bij de bespreking van de gegevens over 1971 in een volgende paragraaf komen we op dit probleem terug. Indien de verhouding G O V /G A R in verband wordt gebracht met de drie demografische kenmerken blijkt vooral in de meer stedelijke gebieden met weinig agrarische beroepsbevolking de kans op werk gunstig te liggen. In de multipele regressie-analyse behield de onderzochte variabele zijn invloed op de afhankelijke (zie tabel 4). Tabel 4 Samenhang tussen WAO en de demografische variabelen inclusief de verhouding GOV/GAR uitgedrukt in totale correlaties, beta-coëfficiënten en de multipele correlatie (n=54). r WAO 1. Bevolking jaar (n.s.) 2. Agrarische beroepsbevolking Onderwijsniveau, basis + lager verhouding GOV/GAR beta multipele correlatie.68 De significante bijdrage van de variabele betreffende de verhouding GOV/ G A R in termen van het percentage extra verklaarde variantie was het dubbele van die van de werkloosheid: 5.3%. Deze merkwaardige bevinding bracht ons er toe de tamelijk heterogene groep van gemeenten op te splitsen in subgroepen. We gingen van de gedachte uit dat het uiteenlopende karakter van de onderzochte gemeenten debet zou kunnen zijn aan deze uitkomst: een middelgrote universiteitsstad, verschillende indus 274

11 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt triële kerngemeenten die overwegend bevolkt zijn met forensen en vele plattelandsgemeenten. De opdeling van de 54 gemeenten in 11 industrie-kem en en 43 landelijke gebieden leverde het volgende resultaat op. In de ene groep noch in de andere vonden we een significante correlatie tussen W AO en de verhouding G O V / GA R. De enkelvoudige correlatie-coëfficiënten bedroegen voor de 11 respectievelijk de 43 gemeenten -.11 en Een grafische afbeelding bracht aan het licht dat de industriële gem eenten zich van de plattelandsgemeenten onderscheidden, zowel door een hoger percentage W AO-ers als door een gunstiger verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Deze omstandigheid veroorzaakte de op de gehele onderzoekpopulatie gebaseerde correlatie van.23. In feite blijkt er van een betekenisvolle samenhang tussen WAO en de verhouding G O V /G A R geen sprake te zijn, indien men de invloed van de stedelijkheid constant houdt. Doordat de variabelen betreffende de bevolking van 50 tot 65 jaar en betreffende het onderwijsniveau, die positief correleerden met de W AO, een negatief verband toonden met de verhouding G O V /G A R - dat wil zeggen in gemeenten met een gunstiger verhouding tussen vraag en aanbod was de bevolking gemiddeld jonger en lag het onderwijsniveau gemiddeld h o g er-, was de bèta-coëffici- ënt significant. E r waren dus twee tegengestelde invloeden die de betekenis van de verhouding G O V /G A R voor de W AO bepaalden. Enerzijds de stedelijkheid, anderzijds de gemiddelde leeftijd van de bevolking met het daarbij behorende opleidingsniveau. De eerstgenoemde factor verzwakte en de laatstgenoemde versterkte die betekenis. Per saldo bleef het verband bestaan tussen een relatief gunstige vraag naar arbeid en een hoog percentage W AO-ers. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de vraag naar en het aanbod van arbeid niet meer op elkaar aansluiten. Vooral waar veel ouderen woonachtig waren ontbrak vermoedelijk de werkgelegenheid die voor hen geschikt was. Met als gevolg dat aan het begrip 'passende arbeid in veel gevallen geen inhoud kon worden gegeven en afvloeiing van deze categorie van werknemers in de W AO plaatsvond. De toekomst biedt, wat betreft de discrepantie tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een som ber perspectief. In een door de Stichting Federatie N oordelijke Economische Instituten uitgebracht rapport wordt voor het Noorden een grotere vraag naar personen met een hogere opleiding verwacht dan er aanbod is, terwijl juist voor mensen met een lagere opleiding een groot tekort aan arbeidsplaatsen w ordt voorzien (FN EI-rapport, 1978). WAO en de afhankelijkheid van de sociale voorzieningen Conform de verwachtingen hing een sterke afhankelijkheid van sociale voorzie 275

12 SG 79/4 (jg XXVI) ningen zoals de ABW, TRM, WWV en RWW samen met een groot percentage WAO-ers. De correlatie-coëfficiënt bedraagt.50. Evenals bij het percentage werkloosheid het geval was, toonden de variabelen betreffende de bevolking van 50 tot 65 jaar en betreffende het onderwijsniveau een verband met de afhankelijkheid van de sociale voorzieningen. De correlaties vielen overigens lager uit. Ze bedragen respectievelijk.48 en.27. Hoe hoger de gemiddelde leeftijd en hoe lager het gemiddelde onderwijsniveau des te vaker was men aangewezen op de genoemde sociale voorzieningen. De factor van de stedelijkheid hing niet significant samen met deze afhankelijkheid. De richting van het verband was, in tegenstelling tot de werkloosheid, negatief (r = -.17). Dit wil zeggen dat de afhankelijkheid in de stedelijke gemeenten wat groter was. In tabel 5 vermelden we de resultaten van de multipele regressie-analyse. Het percentage verklaarde variantie bedraagt 48%. Tabel 5 Samenhang tussen WAO en de demografische variabelen inclusief de afhankelijkheid van sociale voorzieningen, uitgedrukt in totale correlaties, beta-coëfficiënten en de multipele correlatie (n=54) r W A O beta 1. Bevolking van jaar.29.00(n.s.) 2. Agrarische beroepsbevolking Onderwijsniveau, basis + lager Afhankelijkheid van sociale voorzieningen Multipele correlatie.69 De variabele betreffende de afhankelijkheid van de sociale voorzieningen draagt significant bij aan de verklaring van de verschillen in de percentages WAO-ers, namelijk 6.5% boven hetgeen reeds door de eerste drie variabelen werd verklaard. We merken hierbij op dat het niveau van de acute werkloosheid kennelijk minder telde dan dat van de langdurige werkloosheid (WWV, RWW) en van de algemene weerbaarheid van de bevolking tegen de economische onzekerheden van het bestaan (ABW, TRM ). Tenslotte willen we nog twee vragen bespreken. 1. Hoe groot is de totale invloed van de onderzochte factoren op de WAO; hoeveel voegen de indicatoren van de sociaal-economische kwetsbaarheid gezamenlijk toe aan hetgeen reeds door de drie demografische variabelen werd verklaard? 2. In hoeverre treden verschillen op in de uitkomsten, indien we wat betreft de onafhankelijke variabelen uitgaan van het jaar 1971 in plaats van 1975? 276

13 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt Uitgezonderd de variabele betreffende het onderwijsniveau die alleen voor 1971 bekend is, zijn alle andere voor beide jaren berekend. In tabel 6 hebben we de bevindingen samengevat. We vermelden alleen de bèta-coëfficiënten en de muitipele correlaties. Tabel 6 Samenhang tussen WAO (1975) ende verklarende variabelen, gemeten in 1971 en 1975 uitgedrukt in beta-coëfficiënten en multipele correlaties (n=54) WAO (1975) Bevolking50-65 jaar.01 (n.s.) -.08 (n.s.) 2. Agrarische beroepsbevolking Onderwijsniveau, basis + lager Werkloosheid.14(n.s.).11 (n.s.) 5. Verhouding GOV/GAR.22 (n.s.) Afhankelijkheid sociale voorzieningen.20 (n.s.).22 (n.s.) Multipele correlatie Percentage verklaarde variantie 52% 56% D e beantwoording van de eerste vraag luidt dat 52% van de te verklaren variantie in de WAO toegeschreven kan worden aan zes factoren waarvan er vier géén significante bijdrage (p >.05) in het geheel leverden. Namelijk de omvang van de bevolkingsgroep van 50 tot 65 jaar en de drie indicatoren van de sociaal-economische kwetsbaarheid. Deze laatste drie droegen in totaal 10.4% extra bij in de verklaring van de variantie in de afhankelijke variabele. Vergelijken we deze uitkomst met de invloed van deze variabelen uit 1971, dan blijkt dat deze een iets hoger percentage verklaarde variantie bereiken. De variabelen uit dat jaar zijn iets betere voorspellers van het percentage W AO-ers in In grote lijnen zijn de sterkte en de richting van de verbanden dezelfde. D at wil dus zeggen dat de trend toen ook al bestond. De werkloosheid in 1971 bijvoorbeeld voorspelde de omvang van de W AO niet beter dan die in De bèta-coëfficiënten van de beide werkloosheidsvariabelen waren vrijwel gelijk en niet significant. E r zijn wel enkele verschillen te constateren. H et onderwijsniveau van de betrokkenen in 1971 blijkt een krachtiger voorspeller van de W AO in Dit geldt ook voor de verhouding G O V /G A R (de bèta-coëfficiënt is significant). W aar in 1971 de kansen op werk gunstiger waren, was de omvang van de W AO vier jaar later het grootst. Deze omstandigheid deed zich vooral in de industriële gebieden voor. Dus ook in het geval dat de omvang van de W AO niet van invloed kon zijn op de verhouding G O V /G A R blijkt er een positieve correlatie 277

14 SG 79/4 (jg XXVI) tussen beide variabelen te bestaan. Deze bevinding laat zien dat onze eerdere opmerking over de problematische relatie tussen WAO en de verhouding GO V/ G AR voor de resultaten van de analyse, niet door de feiten werden ondersteund. De drie indicatoren van de sociaal-economische kwetsbaarheid in 1971 droegen overigens gezamenlijk minder bij aan het totale percentage verklaarde variantie. Zij voegden extra 7.6% toe. Uit dit alles blijkt dat de betekenis van de variabelen betreffende de agrarische beroepsbevolking en het onderwijsniveau relatief het grootst is. Samenvatting en conclusie Dit onderzoek was gericht op de vraag naar de invloed van de sociaal-economische situatie op de omvang van het W AO-bestand in 54 gem eenten in de provincies G roningen en Drenthe. Bij de analyse vonden we eigenlijk geen zelfstandige invloed van de werkloosheid op de W AO. H et verband met de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt was echter wel opm erkelijk, om dat een relatief gunstige verhouding samenhing met een grotere afhankelijkheid van de W AO onder de bevolking. Deze uitkomst bleek vooral te berusten op verschillen tussen de industriële kerngemeenten en de plattelandsgemeenten. Van een werkelijk verband tussen WAO en de verhouding G O V /G A R binnen deze subgroepen was géén sprake. In de industriële gemeenten was het percentage WAO-ers niet alleen groter maar ook lag de verhouding G O V /G A R gunstiger dan in de overige gemeenten. Deze beide uitkomsten weerspreken onze verwachting dat een slechte economische situatie zijn direkte weerslag zal hebben op de omvang van de WAO. Het verband tussen beide was kennelijk niet zo eenvoudig als sommigen wel veronderstellen. Zowel Heertje (1974) als Hofmann (1976) leidden uit de toegenomen werkloosheid rechtstreeks het aantal WAO-ers af, dat eigenlijk in de WW thuishoort. H eertje schatte dit aantal indertijd op personen en Hofmann kwam voor het jaar 1974 uit op een aantal van Onze bevindingen ondersteunen dergelijke schattingen niet. Ook andere onderzoeken wijzen in dezelfde richting. Zo constateert Hilverink (1977) dat op het niveau van de bedrijfstak er maar een zwakke relatie bestaat tussen enerzijds werkloosheid en werkgelegenheid en anderzijds de W A O.7 Onderzoek onder langdurig arbeidsongeschikten levert evenmin duidelijke aanwijzingen op dat degenen die het werk niet meer hervatten in ongunstiger gebieden wonen wat betreft de werkgelegenheidssituatie dan de werk-hervat- ters (M erens-riedstra, 1977, Wiersma, 1979). Al met al kunnen we op grond van de beschikbare onderzoeksgegevens niet concluderen dat de W AO op grootscheepse wijze fungeerde als een kanaal voor geheel of gedeeltelijk werklozen. Wel lijkt het zo te zijn dat in streken waar de 278

15 P. Wiersma, E. Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt algemene afhankelijkheid van de sociale voorzieningen groot was, ook een relatief groot aantal W A O -ers werden geteld. H et gebrek aan arbeidsmogelijkheden speelt zonder twijfel een belangrijke rol in de toekenning van een W AO- uitkering. Het is alleen de vraag op welke wijze de betekenis daarvan kwantitatief moet worden gewogen. De twee belangrijkste factoren voor een relatief groot percentage W AO-ers bleken in dit onderzoek te zijn: 1. een laag percentage agrarische beroepsbevolking ofwel een hoge graad van stedelijkheid, en 2. een gemiddeld laag onderwijsniveau onder de bevolking. Voor de onverwachte bevinding dat in de meer stedelijke gemeenten het percentage W AO-ers hoger was zochten we een verklaring in het niet op elkaar aansluiten van vraag naar en aanbod van arbeid. Onze gegevens lieten echter geen uitsplitsing toe naar beroep en bedrijfstak die de discrepantie zou kunnen verklaren tussen enerzijds een groot aantal W AO-ers en anderzijds een relatief gunstige verhouding op de arbeidsmarkt. H et waren de oudere en vooral de laaggeschoolde werknemers die de dupe werden de huidige herstructurering van het arbeidsproces. Deze factoren van leeftijd en scholing die sterk bepalend zijn voor iemands marktinferioriteit (Van Wezel, 1972) zijn ook in ander opzicht een belangrijk gegeven. Uit ons onderzoek gericht op de lotgevallen van individuele werknemers, bleek dat hoe machtelozer iemand zich voelde in zijn handelen, in het veranderen van zijn levensomstandigheden (bijvoorbeeld werk), des te vaker zo iemand overging in de W AO. Een dergelijke houding van onmacht, onmondigheid en vervreemding hing sterk samen met een lage opleiding en een ongeschoold beroep. Verschillen in de normen- en w aardenpatronen in de stad en op het platteland kunnen bij de toetreding tot de W AO eveneens een rol spelen. De stedelijke mentaliteit met een andere oriëntatie op arbeid en bedrijf alsmede de waarschijnlijk ruimere definitie van ziekte en de geringere sociale controle op het gedrag worden in de regel aangevoerd ter verklaring van een hoger ziekteverzuim onder werknemers afkomstig uit de stad (Philipsen, 1969). D it zou ook in ons onderzoek het geval kunnen zijn al doet zich de moeilijkheid voor dat de onderzochte gemeenten door pendel nauw met elkaar verbonden zijn. Wel willen we nog wijzen op de uiteenlopende historische achtergronden van bepaalde gebieden, die kunnen verklaren waarom in het ene gebied de afhankelijkheid van de W AO en andere sociale voorzieningen groter is dan in het andere. In de provincie G roningen bijvoorbeeld zijn twee economisch achtergestelde streken aan te wijzen die op dat punt nogal van elkaar verschillen. Enerzijds het W esterkwartier, waaronder 7 gem eenten vallen behorende tot het district van het gewestelijk arbeidsbureau Marum, en anderzijds O ost-gronin- gen met in totaal 15 gemeenten. H et laatstgenoemde gebied is iets meer geïndustrialiseerd dan het eerste (18% versus 8% van de mannelijke beroepsbevolking 279

16 SG 79/4 (jg XXVI) is werkzaam in de land- en tuinbouw), m aar beide zijn min of meer vergelijkbaar wat betreft het percentage werkloosheid. Zowel in het W esterkwartier als in O ost-groningen was dit relatief hoog: respectievelijk 7,0% en 8,8%. De verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt was in beide streken zeer ongunstig, hoewel in O ost-groningen met acht banen op honderd werkzoekenden minder dan in het W esterkwartier met vier banen. Het verschil tussen de percentages W AO-ers en afhankelijken van sociale voorzieningen was echter opvallend: in Oost-Groningen waren deze respectievelijk 37% en 61% hoger dan in het W esterkwartier waar kennelijk minder vaak een beroep op de sociale voorzieningen werd gedaan. Vanuit de sociale en culturele ontwikkelingen van deze gebieden is dit verschil ten dele wel te verklaren (Keuning, 1970). Het Westerkwartier is vanouds gekenmerkt door een groot aantal zelfstandige kleine boeren met een gemengd bedrijf. Seizoenarbeid kwam betrekkelijk weinig voor. Men hechtte sterk aan zijn zelfstandigheid en onafhankelijkheid. In Oost-Groningen daarentegen, beschikte een kleine groep boeren over al het land en beheerste het economische leven vrijwel volledig. Een groot deel van de bevolking was min of meer direkt afhankelijk van deze hereboeren. Seizoenarbeid was een normaal verschijnsel, waardoor voor velen de bestaanszekerheid klein was en men noodgedwongen ook vaker was aangewezen op sociale bijstand. Voor een bevolking met een dergelijk verleden zijn de sociale voorzieningen vermoedelijk m eer aanvaardbaar en vanzelfsprekend. Concluderend merken we op dat een rechtstreekse relatie tussen werkgelegenheid of werkloosheid en toetreding tot de W AO nagenoeg ontbreekt. O n danks het feit dat de gekozen onderzoekseenheid en de betrouwbaarheid van de gebruikte variabelen hieraan debet kunnen zijn, lijken onze bevindingen tam e lijk consistent met die uit andere onderzoeken. Ofschoon hierbij het gevaar van de contextual fallacy niet denkbeeldig is. Wel constateerden we duidelijke verschillen in percentage W AO-ers onder de bevolking tussen de geïndustrialiseerde gemeenten en de plattelandsgemeenten en ook tussen twee regionale gebieden in de provincie Groningen. Voldoende inzicht in het ontstaan van dergelijke verschillen ontbreekt tot op heden. H et is voor een effectief volumebeleid op het terrein van de sociale verzekering daarom noodzakelijk de aandacht te richten op de vraag bij welke beroepsgroepen, in welke bedrijfstakken en in welke regio s er sprake is van een oververtegenwoordiging in de WAO. Ook zal de vraag en aanbod op de lokale arbeidsmarkt meer gedetailleerd in kaart moeten worden gebracht. Toekomstig onderzoek zal zich daarom moeten richten op het meso- en macroniveau zoals dat van bepaalde bedrijven of bedrijfstakken in een of m eerdere gebieden. Ofschoon hierbij het gevaar van de,contextual fallacy niet denkbeeldig is. 280

17 P. Wiersma, E- Ie Gras en C. Vos WAO en arbeidsmarkt Noten 1. Dit onderzoek kwam tot stand in het kader van de Werkgroep Psychohygiëne TNO, Afdeling Sociale Psychiatrie te Groningen. 2. Een verslag van dit onderzoek getiteld 'psychosociale stress en langdurige arbeidsongeschiktheid' zal onder verantwoordelijkheid van de eerste auteur als dissertatie in september 1979 verschijnen. " 3. Hierbij ontbreken helaas de aantal personen die via het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds een invaliditeitspensioen ontvingen. We konden slechts de beschikking krijgen. óver de gevraagde gegevens tegen de niet geringe 'kostprijs' van ƒ ,. Dit ging ons onderzoeksbudget te boven. In tegenstelling hiermee staat de kosteloze verstrekking van de benodigde cijfers door de GMD. 4. Deze gelijke correctiefactor voor alle gemeenten is vermoedelijk twijfelachtig. Achteraf gezien hadden we beter de gegevens van 1977 kunnen handhaven. Daardoor hadden we bovendien voor het probleem van de 'time-lag' een elegantere oplossing gehad. 5. De cijfers betreffende de arbeidsreserve en de hierna te noemen openstaande vraag zijn verkregen via het Districtsbureau voor de arbeidsvoorziening in de provincie Groningen. 6. Matrix van intercorrelaties tussen de onderzochte variabelen in 54 gemeenten. I. WAO 2. Werkloosheid Verhouding GOV/GAR Afhankelijkheid soc. voorz Bevolking jaar Agrarische beroepsbevolking Onderwijsniveau, basis+lager Significant indien r 0.23 bij =0.05 (eenzijdig) 7. Uit een recente publicatie (Bos et al, 1979) blijkt evenwel dat opgrond van een over een reeks van jaren uitgevoerde trendanalyse wel een verband tussen afnemende werkgelegenheid en een toenemend aantal WAO-toekenningen op bedrijfstakniveau aantoonbaar is. Dit verband geldt met name voor bedrijfstakken uit de secundaire sector (de industrie). Literatuur Bos, B., M,A. Kooyman, A.G.M. Steerneman, C. Sterrenburg, W. Voorhoeve. Greconprognose en arbeidsmarktontwikkeling in Econ. Stal. Berichten 64 (1979) 3196, p CBS - leeftijdsopbouw naar burgerlijke staat en geslacht per 1/1/72 en 1/1/76 - totale mannelijke beroepsbevolking, Volkstelling (tabel 38 c.d.) en sociale maandstatistiek 1977, p agrarische beroepsbevolking, Landbouwtelling mei 1971 en mei Onderwijsniveau, Volkstelling (tabel 12/1) 28/2/1971. Grinten, T. van der, De mijnsluiting in Limburg, in: M.G.V., 12, 1975, p Heertje, A., Werkgelegenheid: van Keynes naar Marx, in: Beleid en Maatschappij, okt./ 281

18 SG 79/4 (jg XXVI) nov., Hilverink, H.G., Arbeidsongeschikt of arbeid ongeschikt?, in: Arbeidsongeschikt, enkele invalshoeken, uitgegeven en ter gelegenheid van het tiende jaarverslag van de GMD, Amsterdam Hoffmann, L., Arbeidstijdvermindering als instrument voor de werkloosheidsbestrijding, Economisch-statistische Berichten, 1976, p Keuning, H.J., Het Nederlandse volk in zijn woonomgeving, 's-gravenhage, Merens-Riedstra, H.S., Leven zonder werk. Een onderzoek bij arbeidsongeschikten. Tweede interimverslag. Nederlands Inst. voor Praeventieve Geneeskunde TNO Leiden, febr. 77. Philipsen, H., Afwezigheid wegens ziekte, Groningen, Wezel, J.A.M. van., Herintreding in het arbeidsproces: een onderzoek onder werklozen. Tilburg, Wiersma, D. Psychosociale stress en langdurige arbeidsongeschiktheid, verschijnt in

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV. 17 maart 2011 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks in een gezamenlijk

Nadere informatie

Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV

Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV 16 februari 2012 Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Definities jongeren 1. De doelgroep jongeren van de PDTFJ betreft jongeren van 15 t/m 22 buiten het volledig dagonderwijs. Arbeidsmarktcijfers over deze

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf. 9 juli 2010 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks

Nadere informatie

4. Werkloosheid in historisch perspectief

4. Werkloosheid in historisch perspectief 4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek 31 oktober 2007 Maandelijkse cijfers over de werklozen en van het CBS en CWI Samenvatting Vanaf 20 januari 2004 publiceren het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en CWI (Centrum voor Werk en Inkomen)

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Ann-Kristin Engelhardt Deze special van de Twente Index 2006 geeft een beknopte profielschets van de economie en arbeidsmarkt van het Regierungsbezirk

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao.

Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Buitenlandse arbeidskrachten en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curaçao. Zaida Lake Inleiding Via de media zijn de laatste tijd discussies gaande omtrent de plaats die de buitenlandse arbeidskrachten

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-4 Ed Berendsen Coen Akkerman Frank Schreuder INKOMSTENVERREKENING IN DE WW Wat is er door de Wet werk en zekerheid veranderd? Kenniscentrum UWV Maart 2018 Het UWV Kennisverslag is

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2008 Amsterdam, februari 2008 Lichte stijging aantal werkzoekenden in januari Het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww) is in januari 2008 toegenomen met 2.000 (+ 0,4%)

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Midden-Holland, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Midden-Holland, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Midden-Holland, augustus 2017 Daling WW-uitkeringen in Midden-Holland minder sterk In augustus blijft het aantal lopende WW-uitkeringen in Midden-Holland nagenoeg gelijk. Van alle

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen September 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2014

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2014 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 214 In deze notitie van UWV WERKbedrijf, die tweemaandelijks verschijnt, worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht.

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland maart 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland maart 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Regio Flevoland maart 2019 Aandeel WW ers met lange uitkeringsduur neemt af In maart verstrekte UWV in Flevoland 7.754 WW-uitkeringen. In nagenoeg alle sectoren bleef het aantal

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) December 2014

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) December 2014 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) December 2014 In deze notitie van UWV WERKbedrijf, die tweemaandelijks verschijnt, worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht.

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Flevoland, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Flevoland, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, augustus 2017 Afvlakking daling WW-uitkeringen in Flevoland In augustus 2017 daalde het aantal WW-uitkeringen in Flevoland nauwlijks. De stijging van de uitkeringen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017 Daling WW-uitkeringen vlakt af In augustus blijft het aantal lopende WW-uitkeringen in Haaglanden en Zuid- Holland Centraal nagenoeg

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Midden-Utrecht, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Midden-Utrecht, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Regio Midden-Utrecht, augustus 2017 Afvlakking daling WW-uitkeringen in Midden-Utrecht In augustus 2017 bleef het aantal WW-uitkeringen in Midden-Utrecht nagenoeg gelijk De daling

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400 Augustus 2008 Aantal werkzoekenden daalt in ustus met 8.400 2 Ingediende vacatures 4 Vraag en aanbod bij CWI 5 Ontslagen met toestemming CWI 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW / Toelichting CWI krapte-indicator

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen Juni 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, mei 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, mei 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, mei 2016 Aantal WW-uitkeringen gedaald In de arbeidsmarktregio s Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland en Zuid- Kennemerland en IJmond is het aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in vogelvlucht

Arbeidsmarkt in vogelvlucht Arbeidsmarkt in vogelvlucht In het eerste kwartaal van 2011 is het aantal banen van werknemers, in vergelijking met het vierde kwartaal van 2010, licht gedaald. Dit is het eerste kwartaal met banenkrimp

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, januari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, januari 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, januari 2018 Daling WW-uitkeringen, kansen in techniek Het aantal lopende WW-uitkeringen in Zeeland ligt eind januari 2018 19% lager dan een jaar geleden. In vergelijking

Nadere informatie

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam Oktober 2016 amsterdam economic board Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam (MRA) Oktober 2016

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4 ECONOMISCHE MONITOR EDE 20 / 4 De Economische Monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De Economische Monitor is verdeeld in twee delen: Het

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf, die vanwege de resultaten van de Quick Scan wat later verschijnt dan gebruikelijk, worden de actuele ontwikkelingen

Nadere informatie

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren Werkloosheid heeft een grote impact op mensen. Werk betekent deelname aan de maatschappij, een inkomen, sociale

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, september 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, september 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, september 2017 Arbeidsmarkt ontwikkelt zich gunstig, maar niet iedereen profiteert hiervan al evenveel De economische groei zorgt ervoor dat ook de arbeidsmarkt zich positief

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Februari De ontwikkeling van de werkloosheid algemeen

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Februari De ontwikkeling van de werkloosheid algemeen Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Februari 2013 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf, die tweemaandelijks verschijnt, worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

door B. Sondemeijer Verborgen werkloosheid Door de sociologen met een werkkring wordt in

door B. Sondemeijer Verborgen werkloosheid Door de sociologen met een werkkring wordt in De werkgelegenheidssituatie van sociologen door B. Sondemeijer Inleiding Werkloosheid onder academici is een verschijnsel dat de laatste jaren steeds sterker de aandacht trekt. Steeds vaker worden berichten

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, maart 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, maart 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Holland Rijnland, maart 2019 Minder werkzoekenden langdurig in de WW in Holland Rijnland In Holland Rijnland houdt de daling van WW-uitkeringen gelijke tred met die van Nederland.

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Geen tekort aan technisch opgeleiden Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2006 Herstel economie zet fors door Aantal banen neemt toe Werkloosheidsdaling Breda minder groot Daling jeugdwerkloosheid stagneert Aantal bijstandsgerechtigden daalt

Nadere informatie

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

6 Meervoudige problematiek bij werknemers 6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt

Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt Datum 16-04-2014 1 Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt Voortgangsbijeenkomst 3 Arjen Edzes, Marten Middeldorp, Inge Noback, Viktor Venhorst en Jouke van Dijk Datum 16-04-2014 2 Inhoud Terugblik Voortgang

Nadere informatie

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, Januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, Januari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Holland Rijnland, Januari 2017 Kleine toename lopende WW-uitkeringen in Holland Rijnland In januari 2017 steeg het aantal lopende WW-uitkeringen in Holland Rijnland met 0,9%. Vooral

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie