De beleidsartikelen (artikel 4)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De beleidsartikelen (artikel 4)"

Transcriptie

1 4. BEROEPSONDERWIJS EN VOLWASSENENEDUCATIE 4.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de intensiveringen en ombuigingen waartoe uit hoofde van het hoofdlijnenakkoord Balkenende II is besloten. Een nadere uitwerking hiervan treft u aan bij de beschrijving van de operationele doelstellingen. De intensiveringen en ombuigingen vinden plaats ten opzichte van een bestaande situatie. De operationele doelstellingen verderop in dit hoofdstuk bestrijken dan ook niet alleen de intensiveringen en ombuigingen, maar beschrijven wat er met het totaal van de middelen op de OCW-begroting wordt nagestreefd. Bij de beschrijving van de operationele doelstellingen van de onderwijsvelden is gekozen voor een vaste structuur, met als basis de volgende operationele doelstellingen: toerusting, kwaliteit, toegankelijkheid. Onder deze operationele doelstellingen zijn alle beleidsmaatregelen, inclusief de intensiveringen en ombuigingen, beschreven. In het hoofdlijnenakkoord van dit kabinet hebben onderwijs en kennis een prominente plaats gekregen. In overleg met veertien partijen uit het beroepsonderwijs zijn de wensen en prioriteiten voor de speerpunten van beleid voor het beroepsonderwijs voor deze kabinetsperiode besproken. In dat overleg zijn de volgende hoofdlijnen onderscheiden: 1. Verhoging van de productiviteit: de sociaal economische lijn; 2. Optimale participatie: de sociaal culturele lijn; 3. De modernisering besturingsfilosofie; 4. Randvoorwaarden en condities voor innovatief beroepsonderwijs. In paragraaf worden deze hoofdlijnen nader toegelicht Topprioriteiten/intensiveringen In de komende vier jaar wordt extra geïnvesteerd in vier beleidsprioriteiten van het ministerie van OCW: + Autonomie, deregulering en rekenschap; + Innovatie en versterking (top)kennisinfrastructuur; + Maximale participatie; + Een aantrekkelijk leraarberoep. Onderstaand worden de beleidsmaatregelen vermeld met betrekking tot deze topprioriteiten. De verdere uitwerking hiervan maakt onderdeel uit van de operationele doelstellingen. In het kader van de deregulering, wordt gestreefd naar een ontwikkeling van private instellingen met een publieke taak, die ondernemend en responsief zijn. Tussen deze instellingen dient een gezonde rivaliteit te bestaan, leidend tot hogere kwaliteit en productiviteit. Vergroten van de autonomie, deregulering en rekenschap wordt binnen de bve-sector bewerkstelligd door het servicegericht uitvoeren/onderwijsnummer. Servicegericht uitvoeren is een maatregel die bijdraagt aan het vergroten van de deregulering en het verminderen van de administratieve lastendruk in het beroepsonderwijs. Een meer uitgebreide toelichting op deze maatregel is te vinden in artikel 18. De tweede beleidsprioriteit waar de komende vier jaar extra op wordt ingezet is innovatie en versterking (top)kennisinfrastructuur. Het onderwijs draagt ook in belangrijke mate bij aan de economie door kennis te ontwikkelen, te verspreiden en toe te passen met bedrijven. Persexemplaar 121

2 Gestreefd moet worden naar meer samenwerkingsverbanden van instellingen met bedrijven, waarbij met name een goede relatie van het midden en klein bedrijf met het beroepsonderwijs van belang is. Een hoofdrichting is de ontwikkeling naar instellingen die actief onderdeel uitmaken van de regionale kennisinfrastructuur en een sterkere relatie kennen met het bedrijfsleven, gericht op het tot stand brengen van innovaties. De komende jaren wordt in dit kader extra geïnvesteerd in de volgende maatregelen: + bevorderen ondernemerschap ( 7 miljoen in 2006 en vanaf miljoen); + kennisverspreiding midden en kleinbedrijf ( 6 miljoen in 2006 en vanaf miljoen); + implementatie nieuwe kwalificatiestructuur ( 2 miljoen in 2004 en 5 miljoen in 2005 en 2006); + innovatiearrangement ( 10 miljoen in 2004, 15 miljoen in 2005 en vanaf miljoen); + informatie- en communicatietechnologie; dit wordt toegelicht op artikel 10. De derde beleidsprioriteit betreft maximale participatie. Alle deelnemers aan het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie moeten in de gelegenheid worden gesteld om onderwijs te volgen via de leerweg en het niveau die het beste bij hen passen. Onze economie kent een arbeidsmarkt waarbij we het ons niet kunnen veroorloven dat jongeren de school verlaten zonder startkwalificatie. Tegelijkertijd draagt onderwijs bij aan de volwaardige deelname van mensen aan de maatschappij. Niet alleen is een goede beheersing van de Nederlandse taal daarvoor een vereiste evenals het in acht nemen van algemeen aanvaarde waarden en normen. Uit de monitor «Sociale veiligheid in de bve-sector », waarover met de Kamer in juni 2003 een schriftelijk overleg is afgerond (Kamerstukken II, , , nr. 26), blijkt dat dat het klimaat op veel bve-instellingen moet verbeteren. De rol van de rijksoverheid is de instellingen bij hun pogingen om dit te bereiken, te stimuleren. Daarom is enkele jaren geleden het Platform Veiligheid en geweld bij de Bve Raad opgericht. Door instrumenten zoals een model veiligheidsplan te ontwikkelen en werkconferenties te organiseren, heeft het platform ervoor gezorgd dat iedere instelling nu een eigen veiligheidsbeleid heeft of verder ontwikkelt. Het platform Veiligheid en geweld blijft voortbestaan als netwerk voor bve-instellingen op het gebied van integraal veiligheidsbeleid. Daarbij moet worden gedacht aan onderhoud van de website bveraad.nl, een jaarlijkse landelijke bijeenkomst waarop good practices worden uitgewisseld en het herhalen van de genoemde monitor, eens per twee jaar. Het kabinet wil onderwijsachterstanden zoveel mogelijk bestrijden, het aantal voortijdig schoolverlaters terugdringen en uitval zoveel mogelijk voorkomen. Daarvoor worden de volgende maatregelen ondernomen: + verhogen budget voorbereidende en ondersteunende activiteiten met 1,5 miljoen in 2004, 2 miljoen in 2005, 3,5 miljoen in 2006 en 12,5 miljoen vanaf 2007; + verhogen rmc-budget met 2,5 miljoen in 2005 en 5 miljoen vanaf 2006; + voor de inrichting van de taskforce jeugdwerkloosheid is 0,5 miljoen gereserveerd. Persexemplaar 122

3 Ten aanzien van de vierde beleidsprioriteit worden de komende vier jaar maatregelen getroffen op het terrein van arbeidsmarktmaatregelen. Deze maatregelen worden toegelicht bij de overzichtsconstructie personeel Hoofdlijnenakkoord met het beroepsonderwijs In de onderstaande box wordt een nadere uitwerking gegeven van de hoofdlijnen beroepsonderwijs: Box 4.1: Nadere uitwerking hoofdlijnenakkoord Verhoging van de productiviteit: de sociaal economische lijn gericht op innovatie en (top)kennisinfrastructuur. Richtinggevend is de ontwikkeling naar instellingen voor beroepsonderwijs die actief onderdeel zijn van een ondernemende regionale kennisinfrastructuur. Van belang daarbij is verspreiding en toepassing van kennis met als doel de productiviteit te verhogen en een goede samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen om innovaties tot stand te brengen. Optimale participatie: de sociaal culturele lijn. Richtinggevend is de ontwikkeling naar instellingen voor leven lang leren. De inzet is dat er voor iedere deelnemer een leerloopbaan wordt geboden gericht op een volwaardige plaats in de samenleving. Het behalen van de startkwalificatie blijft daarbij het doel, maar de wegen die leiden tot deze startkwalificatie worden meer toegesneden op de individuele leerloopbanen. Modernisering besturingsfilosofie De hoofdrichting van de ontwikkeling is te typeren als een ontwikkeling naar netwerksturing en governance (rekenschap). De publieke verantwoording waarbij het accent ligt op prestaties is zowel gericht op de (rijks)overheid als op de directe omgeving van de onderwijsinstelling. Van belang zijn transparantie en vergelijkbaarheid van prestaties tussen instellingen, verbetering van het landelijke imago van het beroepsonderwijs en de ontwikkeling naar private, ondernemende en responsieve instellingen met een publieke taak. Onderdeel van de modernisering van de besturingsfilosofie is de aanpak die wordt nagestreefd om de inhoudelijke doelen te realiseren. Deze aanpak wordt nader toegelicht in paragraaf Doelmatigheid. Randvoorwaarden en condities voor innovatief beroepsonderwijs Richtinggevend is de ontwikkeling naar de docent als ondernemende professional. Een docent met een flexibele en gevarieerde teamgeoriënteerde taakopvatting en een dienstverlenende en coachende houding naar de deelnemer. Deze hoofdlijnen worden de komende periode in overleg met de partijen uit het beroepsonderwijs verder uitgewerkt. Daarbij zal ook een vertaalslag worden gemaakt in de richting van prestatie-indicatoren, nulwaarden en streefwaarden. Over deze uitwerking in de vorm van een prestatieakkoord zal de Tweede Kamer in een afzonderlijke brief of in Koers Bve 2 (waarvan het voornemen is deze in januari 2004 aan de Tweede Kamer te zenden) worden geïnformeerd. Bovengenoemde hoofdlijnen zijn geconcretiseerd in vier operationele doelstellingen: toerusting, toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid. De maatregelen die gericht zijn op het verhogen van de productiviteit, worden gekoppeld aan de operationele doelstelling kwaliteit. De maatregelen voor het optimaliseren van de participatie en de maatregelen voor de modernisering besturingsfilosofie worden gekoppeld aan respectievelijk de operationele doelstellingen toegankelijkheid en doelmatigheid. De Persexemplaar 123

4 randvoorwaarden en condities voor innovatief beroepsonderwijs worden gekoppeld aan de operationele doelstelling toerusting. Tabel 4.1: Topprioriteiten bve Topprioriteiten Hoofdlijnenakkoord beroepsonderwijs Beleidsmaatregelen Autonomie, deregulering en rekenschap Innovatie en versterking (top)kennisinfrastructuur Maximale participatie Randvoorwaarden en condities innovatief beroepsonderwijs Verhogen productiviteit, sociaal economische lijn Optimale participatie, de sociaal culturele lijn Arbeidsmarktbeleid bve ICT in de bve-sector Servicegericht uivoeren, Onderwijsnummer Innovatiearrangement beroepskolom, Kennisverspreiding MKB, Bevorderen ondernemerschap Implementatie vernieuwde kwalificatiestructuur Innovatiearrangement ICT algemeen Verhogen budget voa, Verhogen rmc-budget, Inrichting taskforce Jeugdwerkloosheid Een aantrekkelijk leraarberoep Besturingsfilosofie Arbeidsmarktmaatregelen Ombuigingen Uit het hoofdlijnenakkoord komen voor de bve-sector de volgende ombuigingen voort: Incidentele loonontwikkeling (ilo) Deze taakstelling betekent een korting van 10 miljoen in 2004 op dit artikel. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de beleidsagenda en de verdiepingsbijlage (algemeen gedeelte). Subsidiekorting in 2004 Deze taakstelling betekent een korting van 2 miljoen in 2004 op dit artikel. De exacte invulling is op dit moment nog niet bekend. Om die reden is de korting inhoudelijk nog niet verwerkt onder de operationele doelstellingen. Bevorderen arbeidsparticipatie vanaf 2005 Deze taakstelling betekent een korting van 0,7 miljoen in 2005 op dit artikel. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de beleidsagenda en de verdiepingsbijlage (algemeen gedeelte). Prestatiebeurs bol Daarnaast wordt voor bol-deelnemers op de niveaus 3 en 4 de prestatiebeurs ingevoerd. De financiële gevolgen hiervan zijn zichtbaar op artikel 11 studiefinanciering. Er zal aandacht worden besteed aan de studeerbaarheid Besturingsrelatie met het veld en rekenschap In de relatie met het veld is de ontwikkeling naar netwerksturing en governance (rekenschap) richtinggevend. Daarbij wordt ingezet op een koers richting: Persexemplaar 124

5 + Versterken van het responsief en innovatief vermogen van spelers in het bve-stelstel; + Terugdringen administratieve lastendruk en verdergaande deregulering; + Verbetering landelijk imago van het beroepsonderwijs; + Stimuleren van het publiek ondernemerschap. De onderscheiden hoofdlijnen, zoals toegelicht in paragraaf resulteren in een modernisering van de besturingsfilosofie. Deze nieuwe aanpak ziet er dan als volgt uit: + De overheid stelt essentiële kaders en bemoeit zich van daaruit actief, maar op hoofdlijnen met de sector beroepsonderwijs. + De overheid definieert rond de politiek-maatschappelijke prioriteiten een landelijke ambitie die richtinggevend is voor het presteren van de individuele instellingen en stuurt op resultaten. + De overheid richt zich op het in positie brengen van spelers op een drietal niveaus: nationaal, het bestel en de individuele instelling. + De overheid bouwt een aantal zekerheden in. De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) biedt voldoende ruimte voor een verdere ontwikkeling van het bestel, waarbinnen door een andere aanpak verbeteringen zijn de realiseren. In paragraaf wordt deze besturingsfilosofie nader toegelicht. In het kader van Rekenschap zal voor de bve-sector in 2004 worden gewerkt aan de versterking van de ketenregie op het toezicht in de sector. Dit betekent dat op basis van een nadere risicoanalyse accenten zullen worden bepaald in het toezicht. Ook zal een programma met beheersmaatregelen worden opgesteld. In 2004 worden de aanpassingen in de bekostiging verwerkt die nodig zijn als gevolg van het wetsvoorstel «korte klap». Het wetsvoorstel «korte klap» bevat aanbevelingen voor de korte termijn, waarmee het vigerende bekostigingssysteem meer fraudebestendig wordt gemaakt. Ook wordt de meervoudige publieke verantwoording (mpv) versterkt en moet de beleids- en toezichtketen sluitend gemaakt worden. In paragraaf wordt nader ingegaan op het onderwerp Rekenschap. 4.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling van het beroepsonderwijs en de educatie is alle deelnemers de kans te geven om hun talenten zoveel mogelijk te ontwikkelen en hen te kwalificeren voor de beroepsuitoefening of een vervolgopleiding dan wel hen een basis te geven om op latere leeftijd weer te leren, sociaal redzaam te zijn en te participeren in de Nederlandse maatschappij door onder meer het goed beheersen van de Nederlandse taal. Het middelbaar beroepsonderwijs en de educatie leveren een belangrijke bijdrage aan het versterken van de (kennis)economie, innovatie en het herstel van de groei van de arbeidsproductiviteit die momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda staan. Enerzijds als toeleverancier van het vervolgonderwijs, anderzijds als toeleverancier van de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben het middelbaar beroepsonderwijs en de educatie een belangrijke sociaal culturele functie gericht op het optimaliseren van de participatie van jongeren en volwassenen aan de Nederlandse samenleving. Persexemplaar 125

6 Verantwoordelijkheidsverdeling De loopbaan van de deelnemer staat centraal. Er is een groot aantal actoren betrokken bij de loopbaan van de deelnemer. In eerste instantie de bve-instelling die belast is met het organiseren van het leeraanbod en leerproces gericht op de wensen van de deelnemers enerzijds en de wensen van de arbeidsmarkt anderzijds. De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (kbb s, voorheen lob s) zijn belast met de vormgeving van de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs en het accrediteren van leerbedrijven. De bedrijven zijn belast met het vormgeven van de beroepspraktijkvorming. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de planning en bekostiging van de educatie en hebben een curatieve taak bij het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten. De sociale partners zijn betrokken bij de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs en spelen een rol in de innovaties in de bve-sector. Verder vormt de bve-sector een beroepskolom met het aanleverend onderwijs (vmbo) en het afnemend onderwijs (hbo). De minister is verantwoordelijk voor het totale stelsel en draagt verantwoordelijkheid voor het scheppen van ruimte en creëren van de kaders en randvoorwaarden en voldoende checks en balances. Daarnaast is de minister direct verantwoordelijk voor het toezicht, het meten van resultaat en het afleggen van rekenschap. In het kader van de modernisering van de besturingsfilosofie wordt een aanpak nagestreefd waarbij OCW essentiële kaders stelt met de daarbij behorende verantwoording, stuurt op resultaten voor wat betreft de politieke prioriteiten en spelers in positie brengt om de zelfregie te versterken Beschrijving van het bve-stelsel Het bve-terrein omvat twee soorten onderwijs: het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de educatie. Het middelbaar beroepsonderwijs richt zich primair op jongeren vanaf 16 jaar en volwassenen. Bij educatie gaat het uitsluitend om volwassenen. Middelbaar beroepsonderwijs Deelnemers kunnen het mbo langs twee leerwegen volgen: de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) met een praktijkdeel van minimaal 60% van de studieduur, en de beroepsopleidende leerweg (bol) met een praktijkdeel van tussen de 20 en 60%. De bol is zowel in voltijd als in deeltijd te volgen. Een opleiding kan op vier niveaus worden gevolgd: assistentopleiding (niveau 1), basisberoepsopleiding (niveau 2), vakopleiding (niveau 3) en middenkader- en specialistenopleiding (niveau 4). Een deelnemer betaalt les- of cursusgeld en kan in aanmerking komen voor studiefinanciering wanneer hij 18 jaar of ouder is en een bolvoltijdopleiding volgt. Voor bol-deelnemers onder de 18 jaar kunnen de ouders een tegemoetkoming in de schoolkosten krijgen. Tenslotte is er een fiscale faciliteit voor erkende leerbedrijven die bbl-deelnemers een beroepspraktijkvormingsplaats (bpv-plaats) bieden. Deze leerbedrijven geven de deelnemers een vergoeding voor hun bpv-activiteiten. Er bestaat ook de mogelijkheid om beroepsopleidingen te volgen bij aangewezen/erkende particuliere instellingen, die niet in aanmerking komen voor bekostiging. Persexemplaar 126

7 Educatie Educatie is onderwijs aan volwassenen en bestaat uit de volgende componenten: het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo), de sociale redzaamheid en breed maatschappelijk functioneren en Nederlands als tweede taal (nt2). Breed maatschappelijk functioneren en sociale redzaamheid is een eerste stap naar verdere scholing en ontwikkeling. Met nt2 kunnen niet-nederlanders hun taalvaardigheid op een aanvaardbaar niveau brengen. Bij het vavo bestaat de mogelijkheid om een diploma op vmbo-niveau (theoretische leerweg), havo-niveau of vwoniveau te behalen. Binnen de kwalificatiestructuur educatie gaat het dan respectievelijk om de niveaus 4, 5 en 6. Sociale redzaamheid en breed maatschappelijk functioneren (niveaus 1, 2 en 3) en nt2 (hierin bestaan 5 niveaus) zijn erop gericht deelnemers beter in staat te stellen zelfstandig in onze maatschappij te functioneren. In onderstaand diagram staan de belangrijkste geldstromen in het bve-stelsel. (bedragen x 1 miljoen). De bekostiging wordt verder toegelicht onder paragraaf De bedragen naar bve-instellingen en kbb s zijn indicatief Gemeente Rijk KBB's educatie ROC's bveinstellingen 52 Deelnemers Leerbedrijven Studiemateriaal Levensonderhoud Stelsel in cijfers In het mbo zijn ruim deelnemers. Voor de komende jaren wordt een verdere stijging verwacht. Tabel 4.2: Raming aantallen deelnemers mbo Mbo Bol-vt Bbl Bol-dt Persexemplaar 127

8 Bron: Referentieraming 2003 Aan de educatie nemen ongeveer mensen deel. Ook hier wordt een stijging van het aantal deelnemers verwacht. Tabel 4.3: Raming aantallen educatie (x 1000) Educatie 138,1 138,6 139,0 139,4 139,8 140,3 140,7 Bron: beleidstelling 2002, bevolkingstelling cbs In onderstaande tabel is het percentage gediplomeerden in de uitstroom zichtbaar. Met name in de deeltijd-bol ligt het percentage laag. Hier doet zich het verschijnsel voor dat het om deelnemers gaat die vaak al werk hebben en/of zich inschrijven voor een bepaald vak. Zij hebben vaak niet het doel een volledige opleiding af te ronden. Overigens zijn niet alle ongediplomeerden per definitie voortijdig schoolverlaters. Een deel heeft al eerder in het mbo een diploma gehaald. Tabel 4.4: Gediplomeerde uitstroom mbo 2001/2002 Diploma Totale uitstroom Diploma (in %) Bol-vt % Waarvan % Waarvan % Bbl % Waarvan % Waarvan % Bol-dt % Waarvan % Waarvan % Totaal % Bron: referentietelling 2002 (diploma s) en referentieraming 2003 (ongediplomeerde uitstroom) Aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Jaarlijks wordt onderzocht wat gediplomeerde schoolverlaters na hun opleiding gaan doen en hoe de aansluiting met het vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt is. Uit het onderzoek over 2002 (Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2002, ROA, juli 2003) komen de volgende gegevens: Tabel 4.5: Bestemming van schoolverlaters in procenten Studie Betaald werk Werkloos Anders Bol niveau Bol niveau Bbl niveau Bbl niveau Persexemplaar 128

9 Op de vraag of men de gevolgde opleiding opnieuw zou kiezen, antwoordt 65% van de gediplomeerden op bol niveau 1-2 met ja. Voor bol niveau 3-4 is dat 77%, voor bbl niveau % en voor bbl 3-4 zelfs 80%. De werkende schoolverlaters zijn ook gevraagd naar hun oordeel over de aansluiting tussen de opleiding en hun huidige functie (op een schaal van goed, voldoende, matig, slecht). In ruim 80% van de gevallen wordt die als goed of voldoende beoordeeld. 4.2 Operationele doelstellingen Schematisch worden hieronder de vier operationele doelstellingen toegelicht die worden nagestreefd en volgens welke dit hoofdstuk verder is ingedeeld. In het schema is tevens aangegeven welke hoofdlijn met welke doelstelling correspondeert en welke maatregelen onder doelstelling en hoofdlijn horen. Tabel 4.6: Operationele doelstellingen Operationele doelstellingen Hoofdlijn beroepsonderwijs Beleidslijnen/maatregelen Toerusting Randvoorwaarden en condities innovatief beroepsonderwijs Arbeidsmarktbeleid bve-sector Informatie en communicatietechnologie (ICT) Internationaal Kwaliteit Verhogen productiviteit, sociaal economische lijn Innovatiearrangement beroepskolom Kennisverspreiding MKB Bevorderen ondernemerschap Implementatie vernieuwing KSB Examinering MBO Verbetering kwaliteit BPV Toegankelijkheid Optimale participatie, de sociaal culturele lijn Begeleiding jongeren zonder startkwalificatie Leven lang leren Alfabetisering autochtonen Doorlopende leerwegen vmbo-mbo-hbo Doelmatigheid Besturingsfilosofie en plan van aanpak Deregulering in de bve-sector Rekenschap Kwaliteitszorg en MPV Positie deelnemer Onderwijsprogrammering Afschaffen gedwongen winkelnering educatie Toerusting De overheid heeft de verantwoordelijkheid het stelsel deugdelijk toe te rusten. Hiermee creëert de overheid de voorwaarden en condities voor innovatief beroepsonderwijs, waardoor de instellingen in staat worden gesteld om te voldoen aan de toegankelijkheids-, kwaliteits- en doelmatigheidseisen. Belangrijke onderdelen van deze doelstelling zijn: het terugdringen van het lerarentekort, het bevorderen van kwalitatief goed onderwijs- Persexemplaar 129

10 personeel, een ontwikkeling naar de docent als een ondernemende professional en instellingen in staat stellen te investeren in ict als middel om onderwijsinnovatie te versterken. Om dit te bereiken wordt het bve-stelsel door de overheid bekostigd. Bij de onderwijsinstellingen in het beroepsonderwijs gebeurt dit op basis van het aantal ingeschreven deelnemers en het aantal diploma s. Deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de deelnemersontwikkeling en voor loon- en prijsbijstelling. Het historisch bepaalde budget vormt de basis. Daarnaast kan aanpassing op grond van beleidsmatige overwegingen plaatsvinden. Instellingen kunnen verder nog specifieke onderwijsactiviteiten voor derden (de zogeheten contractactiviteiten) verrichten. De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (voorheen landelijke organen beroepsonderwijs) worden door OCW bekostigd op basis van het aantal kwalificaties dat ze hebben ontwikkeld, het aantal leerbedrijven dat ze hebben erkend en het aantal bpv-plaatsen bij leerbedrijven dat feitelijk door deelnemers is bezet. De rijksbijdrage voor kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven wordt jaarlijks aangepast voor loon- en prijsbijstelling. Daarnaast kan aanpassing plaatsvinden op grond van beleidsmatige overwegingen. Het historisch bepaalde budget vormt de basis. OCW stelt middelen ter beschikking aan de gemeenten voor educatie. De vergoeding is gebaseerd op het aantal volwassen inwoners, het aantal volwassenen met een nader bepaalde etnische achtergrond en het aantal volwassenen met een onderwijsachterstand in een gemeente. De rijksbijdrage educatie wordt jaarlijks aangepast aan de loon- en prijsbijstelling. Naast de bekostiging van het stelsel worden in het kader van de doelstelling toerusting maatregelen getroffen op het vlak van arbeidsmarktbeleid, rekenschap en deregulering. Deze zijn bedoeld om het functioneren van het stelsel te optimaliseren (zie paragraaf , en ). Specifiek voor de bve-sector worden in het kader van deze doelstellingen de volgende activiteiten ontplooid: Arbeidsmarktbeleid bve-sector Het doel is dat er voldoende kwalitatief goed onderwijspersoneel is. Met aanvullende maatregelen wordt beoogd in 2004 circa 400 nieuwe instromers en ongeveer 165 geslaagde matches van vraag en aanbod tot stand te brengen. Voorts wordt er in 2004 naar gestreefd dat een derde van de instellingen (de eerste tranche) in 2004 gericht beloningsdifferentiatie gaan realiseren. De vraag naar onderwijspersoneel neemt toe, door onder andere de hoogte van de gemiddelde leeftijd van het huidige personeelsbestand (gemiddeld 46 jaar; vermeldenswaardig is dat 18,8% van het onderwijzend personeel 55 jaar of ouder is) in de bve-sector en een stijging van het aantal deelnemers in deze sector. De tekorten in de periode Persexemplaar 130

11 worden geraamd op fulltimers. De arbeidsvoorwaarden in de bve-sector zijn gedecentraliseerd. Hierdoor is de sector in staat een toegespitst arbeidsmarktbeleid te voeren. Aanvullend vindt er specifieke ondersteuning plaats om de instellingen in staat te stellen de ontstane vacatures zoveel mogelijk te vervullen en tegelijkertijd in te zetten op kwaliteitsborging en competentieontwikkeling van het onderwijspersoneel. Voor de nieuwe instroom van personeel wordt bijna 20% ingevuld met afgestudeerden van de lerarenopleiding. Daarnaast zal nieuw personeel aangetrokken worden vanuit andere maatschappelijke sectoren, zoals het bedrijfsleven. De instellingen gebruiken daartoe de relatie met het (regionale) bedrijfsleven. Het nieuw aangetrokken personeel wordt ingezet in de verschillende onderwijsfuncties, waarbij zij zich zo nodig al werkend kwalificeren tot leraar. Dat vergt specifieke begeleiding. De overheid stelt middelen beschikbaar voor de volgende specifieke maatregelen: Het bevorderen van nieuwe instroom De instellingen worden gestimuleerd zich op een bredere doelgroep van personeel te richten. Dit houdt in dat zij zich ook moeten richten op mensen die niet via een lerarenopleiding zijn opgeleid. Het gaat hierbij om personeel met een hbo-opleidingsniveau of personeel dat via werkervaring en (aanvullende) opleiding geacht kan worden op dit niveau te werken. Zij beschikken wel over vakkennis voor de opleiding waarvoor zij ingezet worden, maar dienen een aanvullende scholing en training in pedagogisch en didactische kennis, inzicht en vaardigheden te volgen. Deze cursus is vanaf 2003 vraaggefinancierd door de toevoeging van het budget aan het instellingsbudget. Het voorkomen van uitstroom van personeel Het personeels- en arbeidsmarktbeleid van de instelling dient zich ook te richten op het beperken van de uitstroom en het verminderen van uitval van personeel door ziekte (verminderen ziekteverzuim) en arbeidsongeschiktheid (instroom WAO). Daartoe ondersteunt het arboservicepunt bve de instellingen bij het ontwikkelen van verzuimbegeleiding en het verzamelen en analyseren van ziekteverzuimgegevens. Het arboservicepunt rapporteert de verzuimregistratie en bespreekt de resultaten met de instellingen. Het servicepunt ondersteunt in een pilotproject circa 10 instellingen bij de ontwikkeling van het verzuimbeleid. Het servicepunt stimuleert en beoordeelt de subsidieaanvragen voor reïntegratietrajecten van arbeidsongeschikt personeel in de bve-sector. Het treffen van een matchingsvoorziening Soms is het moeilijk om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Daarom is via het Sectorbestuur (SBO) een matchingsvoorziening getroffen die voor bve-instellingen de matching van vraag en aanbod kan uitvoeren. De Onderwijs BV en Word leraar zijn de twee organisaties die de matching uitvoeren. De instelling kan bij hen haar vacature aanmelden, die vervolgens belangstellenden selecteren op geschiktheid en kandidaten bij de instelling voordragen. De Onderwijs BV en Word leraar ontvangen een vergoeding per geplaatste kandidaat. De matchingsvoorziening dient na 2004 selfsupporting te zijn. Persexemplaar 131

12 De begeleiding van zich scholend personeel Werkend leren stelt specifieke eisen aan de organisatie. Werknemers in duale opleidingstrajecten hebben behoefte aan begeleiding binnen de organisatie van het werk en scholing op de instelling. Daarnaast dient vanuit de instelling het contact met de (leraren)opleiding onderhouden te worden. Het is van belang dat de instelling hierin binnen de organisatie investeert. De begeleiding kan door collega-leraren of coördinatoren worden uitgevoerd, of het management van de opleidingssector(en) kan deze taak op zich nemen. De bve-instellingen verkeren in de positie om scholingstrajecten voor nieuw en zittend personeel in te kopen. Daartoe zijn in het instellingsbudget de volgende posten opgenomen: + nascholingsmiddelen; + een budget voor arbeidsmarktknelpunten voor maatregelen op instellingsniveau; + een budget voor didactische cursus bve; + een budget voor begeleiding van personeel (opleidingsmanagement). Uit de monitor instellingsbudgetten blijkt dat de instellingen het budget met name besteden aan professionalisering van de organisatie, scholing van docenten en scholing van management. Ook veel genoemd worden: extra ondersteunend personeel voor het primaire proces en begeleiding in een duaal opleidingstraject of van nieuw personeel. Ontwikkelen en implementeren integraal personeelsbeleid bij instellingen De bve-instellingen hebben de invoering van het integraal personeelsbeleid voltooid. Bij de verdere ontwikkeling en implementatie wordt er naar gestreefd beloningsdifferentiatie toe te passen in relatie met de ontwikkeling van competenties. Dit start in Wat mag het kosten? Tabel 4.7: Maatregelen (x 1 miljoen) Integraal personeelsbeleid (onderdeel van lumpsum 9,3 Duale opleidingstrajecten 3,5 Matchingsvoorziening 0,4 Didactische cursus (ter bevordering zij instroom 0,7 Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek In de nota «Werken in het onderwijs» staan de cijfermatige gegevens inzake de onderwijsarbeidsmarkt. Het beleid wordt gemonitord en de gegevens worden jaarlijks gerapporteerd in: + monitor instellingsbudgetten; + monitor Integraal personeelsbeleid. Deze monitor is ook gericht op het aspect beloningsdifferentiatie. Daarnaast worden gegevens verkregen vanuit: + inventarisatie van aanvragen regeling duale opleidingstrajecten; + kwartaalrapportages van arboservicepunt bve over ziekteverzuimregistratie en pilotprojecten verzuimbegeleiding. Verder wordt verwezen naar de overzichtsconstructie arbeidsmarkt en personeelsbeleid bij deze begroting. Persexemplaar 132

13 Informatie- en communicatietechnologie (ict) Het ict-beleid is gericht op het bevorderen van het gebruik van ict in het onderwijs, met als doel het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en een goede aansluiting van het onderwijs op de maatschappij en de werkomgeving. De scholen moeten daarom in staat worden gesteld te investeren in ict. Voor de bve-sector is het van essentieel belang dat de deelnemer, naast algemene ict-vaardigheden, beschikt over beroepsspecifieke ict-vaardigheden die aansluiten bij de vraag van de arbeidsmarkt. In 2004 en volgende jaren staat de implementatie van ict in het primaire onderwijsproces centraal. Dat vereist visie, adequate en up-to-date hardware, (toegang tot) voldoende content en goed geschoold en gemotiveerd personeel (zowel docenten als ict-beheerders). Bovendien kan ict een bijdrage leveren aan de verhoging van de efficiëntie van de organisatie. Om de scholen in staat te stellen te investeren in ict, verstrekt OCW een bijdrage per leerling. Deze bestaat uit een algemene component en een component die bedoeld is voor de inrichting van een internetvoorziening. Daarnaast zijn er enkele centrale activiteiten, onder andere gericht op de professionalisering van docenten en het verbeteren van de beschikbaarheid van educatieve content. Deze worden beschreven in hoofdstuk 10. Wat mag het kosten? In de lumpsum is een bedrag opgenomen voor de ict-voorziening. Voor het beroepsonderwijs gaat het om 21,5 miljoen en voor de educatie om 2,7 miljoen. Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek De stand van zaken rond het gebruik van ict in het onderwijs wordt jaarlijks in opdracht van OCW en in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs gevolgd via de Ict-Onderwijsmonitor. Naast deze kwantitatieve meting, die een representatief beeld geeft van de stand van zaken rond ict in het onderwijs, worden tevens sectorspecifieke kwalitatieve thematische studies uitgevoerd Internationaal Het beleid rond internationale thema s wordt toegelicht in de overzichtsconstructie internationaal beleid. Voor bve gaat het om de thema s bevordering van mobiliteit en institutionele subsidies Nederland Kwaliteit Het onderwijs in de bve-sector moet van een dusdanige kwaliteit zijn dat de Inspectie van het Onderwijs het oordeel «voldoende» kan geven. De mbo-deelnemer moet goed zijn voorbereid op deelname aan de arbeidsmarkt of doorstroom naar een andere opleiding. De educatie moet een bijdrage leveren aan de maatschappelijke integratie van volwassenen Persexemplaar 133

14 die in een achterstandssituatie verkeren. Als onderdeel van de doelstelling kwaliteit is een ontwikkeling gewenst naar instellingen voor beroepsonderwijs, die actief onderdeel vormen van een ondernemende regionale kennisinfrastructuur. Daarbij wordt ingezet op het verhogen van de productiviteit. De hieronder beschreven maatregelen dragen bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Het betreft maatregelen voor de volgende onderwerpen: examinering beroepsonderwijs en verbetering kwaliteit beroepspraktijkvorming. Extra intensiveringen van dit kabinet zijn het innovatiearrangement beroepskolom, implementatie van de vernieuwing kwalificatiestructuur en een verbetering op de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt door kennisverspreiding en -toepassing tussen middelbaar beroepsonderwijs en het midden en kleinbedrijf (MKB) (paragraaf tot en met ) Innovatiearrangement Beroepskolom (zie ook de overzichtsconstructie beroepsonderwijs) Het innovatiearrangement heeft als doel het stimuleren van regionale en/of sectorale innovatieve projecten van onderop in de beroepskolom (vmbo, mbo, hbo) binnen een aantal thema s. Om aan het innovatiearrangement uitvoering te geven is op 2 mei 2003 een convenant gesloten tussen OCW, het Platform Beroepsonderwijs en de Stichting van de Arbeid. Daarin geven partijen aan te zullen bevorderen dat er activiteiten tussen onderwijsinstellingen en het regionale of sectorale (georganiseerde) bedrijfsleven ontstaan, die bijdragen aan het versterken van de relatie tussen het beroepsonderwijs en het (georganiseerde) bedrijfsleven. Dit convenant is richtinggevend voor de door partijen te ontwikkelen activiteiten. OCW heeft een regeling gemaakt op grond waarvan projecten voor overheidssubsidie in aanmerking kunnen worden gebracht. Projecten worden gedragen door samenwerkingsverbanden, waarbij tenminste een bve-instelling, een instelling voor vmbo en/of hbo en het regionale en/of sectorale bedrijfsleven zijn betrokken. Een voorwaarde daarbij is dat de partijen van het samenwerkingsverband financieel moeten bijdragen aan het uitvoeren van het project (cofinanciering). Het innovatiearrangement is naar zijn aard vernieuwend en betreft projecten die binnen de onderwijssector niet eerder zijn voorgekomen en is daarmee additioneel ten opzichte van de vernieuwings- en innovatieactiviteiten die de onderwijsinstellingen binnen het kader van de lumpsumbekostiging en de impulsmiddelen uitvoeren. Een onafhankelijke beoordelingscommissie beoordeelt de projecten en brengt advies uit aan de staatssecretaris van OCW. Daarnaast bestaan op dit moment twee regelingen om innovatieve projecten te bevorderen (silo en kebb). Deze regelingen worden mogelijk aan het innovatie-arrangement toegevoegd. Voor wat betreft kebb zal hierover met het ministerie van Economische Zaken overleg gevoerd worden. Persexemplaar 134

15 Wat mag het kosten? Voor de uitvoering van het innovatiearrangement zijn, aansluitend op het eenmalige beschikbaar gestelde bedrag in 2003 van 10 miljoen, de volgende bedragen beschikbaar: Tabel 4.8: Beschikbaar bedrag voor innovatiearrangement (x 1 miljoen) e.v. jaren Beschikbaar Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek Het Platform Beroepsonderwijs draagt in samenspraak met de convenantpartners zorg voor de monitoring van de projecten en rapporteert de staatssecretaris tweemaal over de effecten van de regeling voor wat betreft de realisatie van de benoemde thema s: eenmaal halverwege de looptijd van de projecten en eenmaal na afronding daarvan. De convenantpartners dragen gezamenlijk zorg voor de verspreiding van de resultaten van de projecten. Daarnaast vindt er uitwerking plaats van prestatie-indicatoren, nulwaarden en streefwaarden in het kader van het prestatieakkoord dat wordt uitgewerkt als onderdeel van de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord Kennisverspreiding MKB De doelstelling is het verbeteren van de kennisverspreiding en -toepassing tussen het middelbaar beroepsonderwijs en het MKB. Het gaat er om de ontwikkelde innovaties breed te laten «landen», ook binnen sectoren die niet van oudsher een innovatietraditie kennen. De onderwijsinstellingen en kenniscentra moeten hier, naast de technocentra een actieve rol gaan vervullen, door aantoonbaar innovaties zowel binnen sectoren als tussen sectoren te verspreiden. In overleg met Economische Zaken zal worden bekeken op welke wijze de bedrijven hierbij ingeschakeld zullen worden. Vanaf 2006 worden onderwijsinstellingen en kenniscentra gefaciliteerd om, in samenwerking met bedrijven en het MKB, actief aan kennisverspreiding te gaan doen. Daarbij gaat het niet alleen om het leggen van extra verbindingen tussen onderwijs en arbeidsmarkt, gericht op overdracht van kennis maar vooral om de verspreiding en toepassing van innovatieve kennis. Dit dient te gebeuren op twee niveaus: zowel tussen de instelling en het regionale bedrijfsleven als tussen de instelling en de afgestudeerden. Maatregelen hierbij zijn: + het instrument van de onderhoudscontracten dat verder wordt ontwikkeld en verspreid: dit prikkelt de deelnemers om hun kennis actief te onderhouden, en biedt onderwijsinstellingen de mogelijkheid meer met hun kennis te doen. Afgestudeerden op de niveaus 3 en 4 Persexemplaar 135

16 kunnen via een «strippenkaart» voor het onderhouden van hun kennis een beroep doen op de scholing. Uitgangspunt daarbij is cofinanciering; + instellen van MKB-regisseurs: docenten met een speciale opdracht om relaties te leggen met het bedrijfsleven en beschikbare kennis ter beschikking te stellen, gericht op «makelen en schakelen». Wat mag het kosten? Hiervoor wordt in 2006 een bedrag van 6 miljoen gereserveerd, en in 2007 e.v. een bedrag van 10 miljoen. Nader uit te werken, mede op basis van cofinanciering. Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek Kennisverspreiding MKB maakt deel uit van het prestatieakkoord dat in het kader van het hoofdlijnenakkoord beroepskolom (uitwerking bijdrage bve-stelsel) wordt opgesteld. Voor de middelen worden heldere resultaatafspraken gemaakt. Als voorbeelden worden genoemd: aantallen onderhoudscontracten en MKB-regisseurs. De resultaten worden gemonitord Bevorderen ondernemerschap Innovatie is meer dan alleen investeren in kennis. Slimme marketing en ondernemersvaardigheden zijn net zo belangrijk. Het gaat dan niet alleen om het vergroten van de mogelijkheid om jongeren tijdens de opleiding reeds in contact te brengen met het ondernemerschap (door bijvoorbeeld miniondernemingen), maar ook om het begeleiden van jongeren door onderwijsinstellingen bij het opstarten van een eigen onderneming na het gediplomeerd verlaten van het onderwijs. Breed introduceren van een didactische leervorm die jongeren reeds in een vroeg stadium in aanraking brengt met innovatie en ondernemen (bijvoorbeeld door miniondernemingen en projecten uit de recent afgelopen subsidieregeling onderwijs en ondernemerschap). Dit vraagt een andere rol van de docent, een andere infrastructuur op de school, en een andere inzet van het bedrijfsleven: er worden feitelijk tijdens de opleiding ondernemingen opgericht, onder begeleiding van de docent en een lector uit het bedrijfsleven. Daarnaast kunnen jongeren die het onderwijs verlaten hebben, door het onderwijs en het bedrijfsleven ondersteund worden bij het opstarten van hun eigen onderneming. De school fungeert als vraagbaak, zodat een startende ondernemer binnen een vertrouwde omgeving een goede start kan maken. Deze functie moet door de onderwijsinstelling worden ingericht. Wat mag het kosten? Hiervoor wordt in 2006 een bedrag van 7 miljoen gereserveerd en in 2007 en verder een bedrag van 10 miljoen. In overleg met de instellingen en op basis van ervaringsgegevens, moet worden bepaald hoeveel Persexemplaar 136

17 deelnemers voor dit bedrag op de nieuwe manier kunnen worden opgeleid en hoeveel nieuwe ondernemingen geholpen zijn met kennis. Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek Bevorderen ondernemerschap maakt deel uit van het prestatieakkoord dat in het kader van het hoofdlijnenakkoord beroepskolom (uitwerking bijdrage bve-stelsel) wordt uitgewerkt. Voor de middelen worden heldere resultaatafspraken gemaakt. Als voorbeeld wordt gedacht aan nieuwe didactische vormen. De resultaten worden gemonitord Implementatie vernieuwde kwalificatiestructuur De afgelopen jaren is gewerkt aan het vereenvoudigen en flexibiliseren van de kwalificatiestructuur en het daarop gebaseerde opleidingenaanbod in de richting van een kwalificatiestructuur gebaseerd op competenties. De huidige kwalificatiestructuur beroepsonderwijs en het daarop gebaseerde onderwijsaanbod moet flexibeler en transparanter worden om een goed antwoord te kunnen bieden op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de maatschappij en op wijzigingen in de samenstelling van de doelgroep die onderwijs vraagt. Het einddoel is te komen tot een maximum aantal van circa kwalificaties rond Daarvoor moet in het najaar 2003 overeenstemming bereikt zijn over de systematiek voor de beschrijving van de beroepsinhouden, aan de hand van competenties. De bovenstaande ontwikkeling van de kwalificatiestructuur gericht op competenties, dient te worden vervolgd door een adequate implementatie van competentiegericht onderwijs op de onderwijsinstellingen. Gezamenlijke regie op samenwerking bij deze implementatie maakt deel uit van de overeenstemming tussen OCW en betrokkenen. De onderwijsinstellingen moeten als vervolg op de ontwikkeling van de kwalificatiestructuur hun didactische omgeving aanpassen op het aanleren van kerncompetenties en het totale opleidingenaanbod herschikken vanuit het competentiedenken. De instellingen hebben daar ondersteuning bij nodig. Mogelijke maatregelen daarbij zijn het aanstellen van projectleiders op onderwijsinstellingen en het instellen van een regiepunt «competentiegericht onderwijs» door de gezamenlijke onderwijsinstellingen bij de Bve Raad. Hierover moeten de komende maanden nog afspraken worden gemaakt met de betrokken partijen, waarbij het uitgangspunt is dat er een link wordt gelegd tussen de extra middelen die beschikbaar worden gesteld en de snelheid waarmee de nieuwe kwalificatiestructuur daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Wat mag het kosten? Voor elke nieuwe kwalificatie-inhoud moet een nieuwe opleiding en nieuwe didactiek worden ontworpen. Dit vraagt om een forse investering van docenten en management, die het «oude» opleidingenaanbod moeten vervangen door een «nieuw» opleidingenaanbod. Persexemplaar 137

18 Voor de coördinatie en ondersteuning van een succesvolle implementatie van een competentiegericht onderwijs is een extra inzet van 2 miljoen in 2004 en 5 miljoen per jaar in 2005 en 2006 beschikbaar. Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek De kwalificatieprofielen uit de nieuwe kwalificatiestructuur worden getoetst aan de hand van een aantal kwaliteitscriteria. Deze kwaliteitscriteria, zoals duurzaamheid, transparantie, herkenbaarheid bij het bedrijfsleven, responsief vakmanschap, doorstroomgerichtheid naar hbo, etc. worden de komende geoperationaliseerd met de betrokken bestuurlijke partijen. Het voornemen is om wettelijk te regelen om jaarlijks namens de minister proportioneel te toetsen of de kwalificatiestructuur voldoet aan de bovenstaande kwaliteitscriteria. Daarnaast worden prestatie-indicatoren, nulwaarden en streefwaarden vastgesteld in het kader van het prestatieakkoord dat wordt opgesteld als onderdeel van de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord beroepsonderwijs uitwerking bve-stelsel Examinering mbo Het streven is dat in 2005 de onderwijsinstellingen voor 85% van de aangeboden beroepsopleidingen kwalitatief voldoende examens hebben gerealiseerd, volgens de landelijke standaarden voor de examenkwaliteit die het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) opstelt. Dit beleidsdoel heeft betrekking op de invoering van een nieuwe examensystematiek mbo, met als beoogde datum van inwerkingtreding 1 augustus De Inspectie concludeert over de examens in het studiejaar 2001/2002 dat bij 52% van de onderzochte opleidingen sprake was van voldoende voorwaarden voor een goede uitvoering van examens. De nieuwe examensystematiek wordt vormgegeven via de volgende activiteiten: + Het wetsvoorstel wijziging van de WEB, dat de formele basis legt voor de nieuwe examensystematiek. + De Stichting KCE ontwikkelt de landelijke standaarden, de normering en een stimuleringsmodel; + Onderwijsinstellingen zullen al zoveel mogelijk toegroeien naar de nieuwe examensystematiek. De Bve-Raad, Colo en Paepon verrichten hierbij ondersteunende activiteiten voor hun leden. Tijdens het overgangsjaar 2003/2004 wordt toegestaan dat onderwijsinstellingen die dit wensen, de verplichting tot externe legitimering invullen door een overeenkomst met het KCE te sluiten. Voor opleidingen die niet zijn ondergebracht in de overeenkomst met het KCE, blijft de verplichting tot externe legitimering door een exameninstelling geheel overeind. De Inspectie zal het verscherpte toezicht op de naleving van deze verplichting voortzetten bij laatstgenoemde opleidingen. Wat mag het kosten? De 11,3 miljoen die jaarlijks beschikbaar is als extra inzet voor de examens mbo wordt ingezet voor de stimulering van de verbetering en vernieuwing van de examens door instellingen en voor de bekostiging Persexemplaar 138

19 van de vaste overheadlasten van het KCE (de instellingen dragen zelf zorg voor de betaling van de kosten van de feitelijke uitvoering van de externe borg door het KCE). Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek De Inspectie levert in het Examenverslag en het Onderwijsverslag het totaalbeeld van bevindingen uit de in dat jaar verrichte onderzoeken bij de instellingen over de kwaliteit van de onderzochte examens Verbetering kwaliteit beroepspraktijkvorming Onderwijs en bedrijfsleven ontmoeten elkaar onder meer in de beroepspraktijkvorming (bpv). De bpv levert een belangrijke bijdrage aan het verspreiden van kennis en het versterken van de relatie tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Zowel onderwijs als bedrijfsleven vinden dat de kwaliteit van de bpv moet worden verbeterd, met name wat betreft de deelnemersbegeleiding. Eén van de eisen waar de instellingen aan moeten voldoen, is de standaard beroepspraktijkvorming (bpv) van de Inspectie. De Inspectie beoordeelt de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming en let hierbij op: de voorbereiding op de bpv, de afstemming tussen instelling en bedrijf, de kwaliteit van de begeleiding, de aansluiting van het onderwijs in de praktijk bij de ervaring van de deelnemers, de wijze van beoordeling en de vraag of de praktijkovereenkomst voldoet aan de wettelijke eisen en naar behoren functioneert. Uit het onderwijsverslag over 2002 van de Inspectie blijkt dat de begeleiding van de deelnemer door de instelling in het verslagjaar 2002 over het algemeen positief (76%) beoordeeld wordt. Dit is aanzienlijk beter dan het gemiddelde van 63% over de jaren 1999 tot en met Het belang van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming en het feit dat nog verbetering mogelijk is, maakt dat dit onderwerp nog steeds een punt van aandacht is. 1 Dit meetarrangement maakt gebruik van gegevens die bijvoorbeeld door de Inspectie van het Onderwijs, de JOB en de brancheorganisaties verzameld worden. Zowel instellingen en kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven als hun vertegenwoordigers Bve Raad en Colo hebben de zorg voor de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming steeds beter op het netvlies. Colo en Bve Raad ontwikkelen momenteel voorstellen die gericht zijn op de verbetering van de verschillende facetten van de bpv, zoals de leerlingbegeleiding op de bpv-plek en de praktijkbegeleiding bij de leerbedrijven. Om de beroepspraktijkvorming te verbeteren, zijn de volgende activiteiten van belang: + Het onderhouden van de verbeteragenda (de afstemming van vraag en aanbod van praktijkplaatsen; erkenning en kwaliteitsbewaking leerbedrijven; kwaliteitsimpuls voor praktijkopleiders; beoordeling bpv en samenwerking in de regio); + Het ontwikkelen van een meetarrangement 1 ; + Het verspreiden van informatie (via internet). Op dit moment worden bovengenoemde activiteiten uitgevoerd onder regie van de contactgroep werkend leren. Persexemplaar 139

De beleidsartikelen (artikel 5) Wat willen we bereiken?

De beleidsartikelen (artikel 5) Wat willen we bereiken? De beleidsartikelen (artikel 5) 5. TECHNOCENTRA Wat willen we bereiken? Doelstelling is een bijdrage te leveren aan een versterking van de kennisinfrastructuur binnen de technische sector. De technocentra

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

Korte inhoud van de wet doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging

Korte inhoud van de wet doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging In haar nieuwsbrief van 19 september 2013 gaat de directie Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie van het ministerie van OCW in op de gevolgen van de Wetswijziging Doelmatige leerwegen MBO en modernisering

Nadere informatie

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Den Haag, 20 december 2001 1 Werkend leren moet worden versterkt, werkend leren is ook kansen creëren. Leerwerktrajecten bieden jongeren

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6.1 Adviesaanvraag Voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijven wordt de SER advies gevraagd over de volgende passage uit de adviesaanvraag: Het instrumentarium

Nadere informatie

De beleidsartikelen (artikel 12)

De beleidsartikelen (artikel 12) 12. TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN 12.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II 12.0.1 Topprioriteiten (intensiveringen) Van de enveloppemiddelen die ingezet worden voor de «begeleiding nieuwe

Nadere informatie

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187) a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Preambule Door Nederland is de duidelijke keuze gemaakt om te gaan behoren

Nadere informatie

Focus op Vakmanschap in MBO

Focus op Vakmanschap in MBO Focus op Vakmanschap in MBO Een tussenstand en een vooruitblik Rico Vervoorn beleidsadviseur btg Communicatie en Media MBO Raad Sectoraal overleg onderwijsinstellingen Hoe is het ook alweer begonnen? Februari

Nadere informatie

Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding

Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli 2000 Inleiding In het plan van aanpak voortijdig schoolverlaten dat in juni 1999 aan de Tweede Kamer is gezonden, wordt gesteld dat samenwerking tussen vmbo en roc

Nadere informatie

09 Kennisverspreiding. Algemene beleidsdoelstelling

09 Kennisverspreiding. Algemene beleidsdoelstelling 09 Kennisverspreiding Algemene beleidsdoelstelling Het verspreiden van kennis en vaardigheden aan de (toekomstige) doelgroepen in het agrofoodcomplex en de groene ruimte om deze breed inzetbaar te kwalificeren

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

C O N V E N A N T & A C T I E P L A N

C O N V E N A N T & A C T I E P L A N EMBARGO TOT 6 MAART 2006 15.00 UUR C O N V E N A N T & A C T I E P L A N Voorwoord In juni 2005 heeft MKB-Nederland een nota gepresenteerd over het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie,

Nadere informatie

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo Algemeen Verbindend Voorschrift BVE/Stelsel- 2005/59103 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur

Nadere informatie

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs Inleiding In opdracht van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt heeft EIM onderzoek gedaan naar de meerwaarde van diversiteitsbeleid in het onderwijs.

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB Dit document is opgesteld door: Het Ministerie van OCW, het Ministerie van VWS en de MBO Raad in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs en JOB.

Nadere informatie

Convenant OCW-SBO. Aanpak van het Lerarentekort

Convenant OCW-SBO. Aanpak van het Lerarentekort Convenant OCW-SBO Aanpak van het Lerarentekort Partijen: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, en Het Algemeen Bestuur van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt,

Nadere informatie

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Aanval op de uitval. perspectief en actie Aanval op de uitval perspectief en actie Fatma wil fysiotherapeut worden. En dat kan ze ook. Maar ze heeft nog een wel een lange leerloopbaan te gaan. Er kan in die leerloopbaan van alles misgaan waardoor

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Titel : Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Project/Werkgroep : Voor vragen kunt

Nadere informatie

De beleidsartikelen (artikel 10)

De beleidsartikelen (artikel 10) 10. INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 10.1 Algemene beleidsdoelstelling De minister is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Informatie- en communicatietechnologie (ict) kan hierbij

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland 2e fase wetenschappelijk onderwijs post hoger beroepsonderwijs beroepsgerichte volwasseneneducatie OU wetenschappelijk onderwijs hoger

Nadere informatie

Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO. Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM

Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO. Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM Landelijke ontwikkeling professionalisering MBO Myriam Lieskamp beleidsmedewerker CNV Onderwijs Master HRM programma Nederland een kenniseconomie Leven lang leren Wat zijn de actuele ontwikkelingen? Wat

Nadere informatie

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Erkend leerbedrijf dáár wordt het vak geleerd horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Waarom erkend leerbedrijf? Jonge mensen wegwijs maken in de sector: dat is de taak van een leerbedrijf.

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2006, nr. BVE/IenI/2006/33530, houdende regels voor het verstrekken van een aanvullende vergoeding voor het werven van

Nadere informatie

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum De kracht van het primair onderwijs Activiteiten Arbeidsmarktplatform 2017 Waarvoor kunt u in 2017 bij het Arbeidsmarkplatform PO terecht? Welke thema s staan dit jaar centraal? Hieronder staan de thema

Nadere informatie

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen

Nadere informatie

en leerlingenvervoer

en leerlingenvervoer Wat willen we bereiken? Omschrijving/Definitie: Hier wordt onder verstaan: 1. zorgdragen voor vervoer van leerlingen met een beperking; 2. bevorderen onderwijs voor leerlingen met beperkingen; 3. bevorderen

Nadere informatie

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van:

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: 2 Gezamenlijke aanpak BPV In de Verbeteragenda BPV van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers Wat gaan we doen? Tot slot

INHOUDSOPGAVE Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers Wat gaan we doen? Tot slot INHOUDSOPGAVE 1. Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers 2 1.1 Waarom is stimuleren van ondernemerschap in het onderwijs van belang? 3 1.2 Doelstelling en beleidsacties tot nu toe 3 1.3 Knelpunten

Nadere informatie

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht Aanbevelingen en Actieprogramma Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht 2 Aanbevelingen ter verbetering van (de aantrekkelijkheid van) het VMBO naar aanleiding van het VMBO

Nadere informatie

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000 OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879

Nadere informatie

De beleidsartikelen (overzichtsconstructie leerlingen)

De beleidsartikelen (overzichtsconstructie leerlingen) De beleidsartikelen (overzichtsconstructie leerlingen) OVERZICHTSCONSTRUCTIE LEERLINGEN Inleiding 1 Verklaring afkortingen: (V)SO: (voortgezet) speciaal onderwijs; scholen die vallen onder de wet op de

Nadere informatie

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie Servicedocument wijziging regelgeving Educatie In het actieplan mbo Focus op vakmanschap 2011-2015 is een aantal wijzigingen van wet- en regelgeving aangekondigd over het educatiebeleid van OCW. Op 19

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23441 22 december 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2011, nr. BVE/Stelsel/337729

Nadere informatie

4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen

4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen 4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen Koers BVE schetst nieuwe bestuurlijke verhoudingen die passen in de trend van decentralisatie, grotere betrokkenheid en meer verantwoordelijkheden voor de partijen in

Nadere informatie

Voorstel. Iedere opleiding zal vanaf aug 2014 36 weken onderwijs programmeren met 28 uur onderwijsprogrammering per week Waarbij de regel geldt 36+1+1

Voorstel. Iedere opleiding zal vanaf aug 2014 36 weken onderwijs programmeren met 28 uur onderwijsprogrammering per week Waarbij de regel geldt 36+1+1 Doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging. Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs

Nadere informatie

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken. Nota van toelichting Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken. Algemeen 1. Inleiding De kwalificatiestructuur mbo wordt herzien met het oog op een betere inhoudelijke

Nadere informatie

Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren. Els de Ruijter Maartje van den Burg

Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren. Els de Ruijter Maartje van den Burg Onderwijstijd; een middel om kwaliteit te genereren Els de Ruijter Maartje van den Burg 1 oktober 2015 Onderwerp workshop 1. Wetgeving per 01-08-2014 2. Toezicht 3. BOT & Beroepspraktijkvorming 4. Afwijken

Nadere informatie

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006 OCenW-Regelingen Bestemd voor: een insteling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b en artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB); een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8. van de

Nadere informatie

Bijeenkomst Wet educatie en beroepsonderwijs voor niet-bekostigd mbo. 28 november 2012 Renée van Schoonhoven

Bijeenkomst Wet educatie en beroepsonderwijs voor niet-bekostigd mbo. 28 november 2012 Renée van Schoonhoven Bijeenkomst Wet educatie en beroepsonderwijs voor niet-bekostigd mbo 28 november 2012 Renée van Schoonhoven Inzicht bieden in Doelstelling Historie en opzet WEB Wat is relevant voor niet-overheids bekostigd

Nadere informatie

Mbo-instelling.. te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, hierna te noemen: de instelling.

Mbo-instelling.. te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, hierna te noemen: de instelling. Overeenkomst kwaliteitsafspraken mbo Overeenkomst tussen de Staatssecretaris van Economische Zaken en onderstaande onderwijsinstelling inzake de uitvoering van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo. Partijen:

Nadere informatie

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende: TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2012/13 33 187 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU F. van Wetten Plaats : Beek en Donk BRIN nummer : 26CP Onderzoeksnummer : 292322 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Inzet en betrokkenheid van de vakbonden bij het middelbaar beroepsonderwijs

Inzet en betrokkenheid van de vakbonden bij het middelbaar beroepsonderwijs Notitie Datum 12 januari 2017 Aan Deelnemers Ledencongres Van Ben Francooy Status Ter bespreking Onderwerp Inzet en betrokkenheid van vakbonden bij MBO/1701010/BF/CdK Inzet en betrokkenheid van de vakbonden

Nadere informatie

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER KADER LOOPBAANONTWIKKELING DIALOOG BEWUST TOEKOMST ZELFSTURING TALENT INNOVATIEKRACHT LOOPBAAN ONTWIKKELING FLEXIBILITEIT EIGEN REGIE NETWERKEN GROEI PERSONEEL KWALITEITEN EMPLOYMENT WERKNEMER INLEIDING

Nadere informatie

Subsidieregeling innovatiearrangement 2005

Subsidieregeling innovatiearrangement 2005 Subsidieregeling innovatiearrangement Mededelingen OCenW Convenant samenwerking ten behoeve van innovatie in het beroepsonderwijs Bestemd voor: scholen voor voortgezet onderwijs (vo); instellingen voor

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

reglement erkenning leerbedrijven 2013

reglement erkenning leerbedrijven 2013 reglement erkenning leerbedrijven 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: 1. Leerbedrijf Het bedrijf of de organisatie die op grond van dit reglement bevoegd is om de beroepspraktijkvorming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 012 Leven Lang Leren Nr. 30 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999-4Middelbaar BeroepsOnderwijs ROA De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op de jaarlijkse schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE SPRONG, SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE SPRONG, SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE SPRONG, SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS Plaats: Terneuzen BRIN-nummer: 26LL Onderzoek uitgevoerd op: 8 september 2009 Rapport verzonden op: 20 november 2009 Rapport

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste

Beleid. Beschrijving trekkersrollen LC en LD. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg e.o. / De Nieuwe Veste 1. Inleiding De koers voor de komende jaren, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan 2011-2014 heeft consequenties voor gewenste managementstijl van de school. In de managementvisie 2011-2014 heeft

Nadere informatie

TREFWOORDENREGISTER. Persexemplaar 486

TREFWOORDENREGISTER. Persexemplaar 486 TREFWOORDENREGISTER Aankoopfonds 36, 197, 199, 207, 221, 226, 227, 229, 297 Aanvullende beurs 253, 254, 255, 256, 257, 259, 260, 261, 263, 264, 397, 416, 418, 480 Accreditatie 11, 16, 19, 35, 149, 152,

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. 183 BRIEF

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo 01-11-2013 Pagina 1 van 9 1. Inleiding 1.1. Formele kaders In de WEB zijn bepalingen opgenomen over de ontwikkeling en

Nadere informatie

Verslag van Werkzaamheden BM-Services opleiding Beveiliger 10876. Verslag van Werkzaamheden

Verslag van Werkzaamheden BM-Services opleiding Beveiliger 10876. Verslag van Werkzaamheden Verslag van Werkzaamheden BM-Services 2012 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Verslag van werkzaamheden... 3 3. Risico s volgens bevoegd gezag... 4 4. RMC meldingen... 5 5. Jaarverslag... 5 6. Kwaliteitsverbeteringen...

Nadere informatie

Wettelijke en branchevereisten & examinering

Wettelijke en branchevereisten & examinering Wettelijke en branchevereisten & examinering Een publicatie naar aanleiding van de leg-uit-bijeenkomst op 28 januari 2014 van het Servicepunt examinering mbo in samenwerking met het ministerie van OCW

Nadere informatie

Focus op Vakmanschap. Heel wat voeten in de aarde Bas Derks, Ministerie van OCW

Focus op Vakmanschap. Heel wat voeten in de aarde Bas Derks, Ministerie van OCW Focus op Vakmanschap Heel wat voeten in de aarde Bas Derks, Ministerie van OCW Focus op Vakmanschap (FoV) in perspectief Inhoud/Kernpunten FoV en Regeerakkoord Onderwijstijd Entreeopleidingen Bekostiging

Nadere informatie

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan!

Het vmbo van de toekomst. Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Het vmbo van de toekomst Strategische alliantie vmbo-mbo? Succesvol samenwerken kan! Voorstellen Mirjam Bosch, plv. directeur CSV Veenendaal Dennis Heijnens, adviseur bij Actis Advies Programma deelsessie

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018 ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018 Ontwikkelingen vmbo en mbo Bestuursakkoord mbo (Ministerie OCW en Mbo- Raad) Sterk beroepsonderwijs (Ministerie OCW) SER advies: sterk en innovatief

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

5 juli 2004 I/II/4041462

5 juli 2004 I/II/4041462 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 5 juli 2004 I/II/4041462 Onderwerp Actieprogramma ondernemerschap en

Nadere informatie

Beleidsartikelen BELEIDSARTIKEL 6: ARBEIDSMARKTBELEID Algemene beleidsdoelstelling

Beleidsartikelen BELEIDSARTIKEL 6: ARBEIDSMARKTBELEID Algemene beleidsdoelstelling BELEIDSARTIKEL 6: ARBEIDSMARKTBELEID 1 6.1 Algemene beleidsdoelstelling Het leveren van een bijdrage aan een adequaat functionerende arbeidsmarkt in VWS-sectoren om het beoogde voorzieningenniveau te kunnen

Nadere informatie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Beleidskader RMC 2017-2020 Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Inleiding Voor u ligt het beleidskader RMC van de regio Zuidoost-Brabant. RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Gemeenten

Nadere informatie

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg Afsprakenkader Partners in Leren en Werken in Zorg en Welzijn Zeeland ViaZorg 2014 Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad INHOUD Inleiding 1. Hoe kunnen de opleidingen kwalitatief beter en vooral uitdagender?

Nadere informatie

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Ook in het vmbo is er sprake van onderwijsvernieuwing. De meest in het oog springende vernieuwing is de introductie van een kern, profiel en (meerdere) keuzes. De

Nadere informatie

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 - Missie/Visie - Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015 Op AMS staat de leerling centraal. Dat betekent dat alles wat we doen er op gericht is om iedere leerling zo goed mogelijk

Nadere informatie

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector 1 De bestuurspartijen voor het onderwijs, namens deze PO-Raad VO-raad MBO Raad De Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Beleidsartikelen BELEIDSARTIKEL 29: ARBEIDSMARKTBELEID. 29.1 Algemene beleidsdoelstelling

Beleidsartikelen BELEIDSARTIKEL 29: ARBEIDSMARKTBELEID. 29.1 Algemene beleidsdoelstelling BELEIDSARTIKEL 29: ARBEIDSMARKTBELEID 29.1 Algemene beleidsdoelstelling Een beheerste ontwikkeling van de arbeidskosten, een innovatief functionerende arbeidsmarkt mede gericht op een optimale allocatie,

Nadere informatie

2 1 SEP. Z012 Update Uitvoeringskalender MBO Actieplan: Focus op vakmanschap

2 1 SEP. Z012 Update Uitvoeringskalender MBO Actieplan: Focus op vakmanschap Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Colleges van Bestuur van BVE-instellingen Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Besturen van niet-bekostigde

Nadere informatie

Herziening MBO voor leerbedrijven. Versie 1.0 juli 2015

Herziening MBO voor leerbedrijven. Versie 1.0 juli 2015 Herziening MBO voor leerbedrijven Versie 1.0 juli 2015 De presentatie in het kort Het mbo-onderwijs verandert Keuzedelen, nieuw in de mbo-opleiding Kansen voor het bedrijfsleven Het mbo-onderwijs verandert

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) KWALITEITSONDERZOEK MBO New School Routing Academy 90111 Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) December 2015 BRIN: 30KP Onderzoeksnummer: 286411 Onderzoek uitgevoerd: 07 december

Nadere informatie

gezamenlijke aanpak bpv

gezamenlijke aanpak bpv BPVprotocol gezamenlijke aanpak bpv In de Verbeteragenda bpv van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven met de bpv: Beroepspraktijkvorming in

Nadere informatie

Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo

Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo 1. Inleiding 1.1. Formele kaders In de WEB zijn bepalingen opgenomen over de ontwikkeling en toetsing van kwalificatiedossiers voor het middelbaar beroepsonderwijs,

Nadere informatie

De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap

De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) Het Kwaliteitscentrum Examinering beoordeelt de kwaliteit van de examens van alle beroepsopleidingen

Nadere informatie

SAMENWERKING TEN BEHOEVE VAN INNOVATIE IN HET BEROEPSONDERWIJS

SAMENWERKING TEN BEHOEVE VAN INNOVATIE IN HET BEROEPSONDERWIJS 1 CONVENANT SAMENWERKING TEN BEHOEVE VAN INNOVATIE IN HET BEROEPSONDERWIJS Partijen, A. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger

Nadere informatie

informatie maatwerk risicoleerlingen

informatie maatwerk risicoleerlingen informatie maatwerk risicoleerlingen 1. context Terugdringen van voortijdig schoolverlaten staat centraal in de ambities die in Koers BVE zijn neergelegd. Terugdringen van voortijdig schoolverlaten is

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU. Leidse instrumentmakers School te Leiden ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN/ OPLEIDINGSNIVEAU Leidse instrumentmakers School te Leiden Fijnmechanische techniek (Researchinstrumentmaker) 4255204/4 BRIN: 02OV Onderzoeksnummer:

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

Doelstelling. Programma. Wet educatie en beroepsonderwijs Hoofdlijnen en actualiteiten. Studiemiddag WEB 18 juni 2013

Doelstelling. Programma. Wet educatie en beroepsonderwijs Hoofdlijnen en actualiteiten. Studiemiddag WEB 18 juni 2013 Wet educatie en beroepsonderwijs Hoofdlijnen en actualiteiten Studiemiddag WEB 18 juni 2013 Renée van Schoonhoven Marianne van Es Frans Brekelmans Doelstelling Introductie op hoofdlijn van de WEB Inzicht

Nadere informatie

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland BIJLAGE: Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland Pagina 1: Effecten bij leerlingen Effecten bedrijven - onderwijs Toelichting: De percentages onder het kopje Nul zijn de uitersten

Nadere informatie

18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403

18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403 Onderwerp Cijfers 2006-2007 Voortijdig Schoolverlaten Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 012 Leven Lang Leren Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERK- GELEGENHEID

Nadere informatie

Zoetermeer, 10 oktober 2013

Zoetermeer, 10 oktober 2013 Ministerie van OCW Mevrouw dr. J. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 10 oktober 2013 Betreft: advies SBB samenwerkingsmodel beroepsonderwijs bedrijfsleven Kenmerk: br13-1160bes_alg Geachte

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

Wet educatie en beroepsonderwijs

Wet educatie en beroepsonderwijs Wet educatie en beroepsonderwijs Kernbeschrijving Deze wet regelt de educatie en het beroepsonderwijs. De wet omschrijft de aanbodsvoorwaarden voor instellingen en bevat bepalingen over kwalificatiestructuur,

Nadere informatie

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301

De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301 De Verticale Ondernemerskolom Twente: Project 301 ROC van Twente - Hengelo In januari 2004 is de afdeling Handel van het toenmalige ROC Oost- Nederland, School voor Economie en ICT, locatie Hengelo - nu

Nadere informatie

8 Ondernemerschap. 8.1 Adviesaanvraag. 8.2 Koers BVE over ondernemerschap

8 Ondernemerschap. 8.1 Adviesaanvraag. 8.2 Koers BVE over ondernemerschap 8 Ondernemerschap 8.1 Adviesaanvraag Ondernemerschap is het vierde onderwerp waarover de SER is gevraagd te adviseren. De volgende vraagstelling is voorgelegd: Het bevorderen van ondernemerschap is eveneens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 Nr. 95 BRIEF

Nadere informatie

Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk?

Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk? Gepersonaliseerd onderwijs: is maatwerk in de beroepskolom mogelijk? VMBO-congres Marc van der Meer Ede, 20 januari 2015 Inhoudsopgave - Deel 1. Toerustingsagenda beroepsonderwijs - Deel 2. gepersonaliseerd

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. ONTWIKKELINGEN

1. INLEIDING 2. ONTWIKKELINGEN DOORSTROOM ENTREEOPLEIDINGEN EN MBO VAN KWETSBARE JONGEREN 1. INLEIDING De toeleiding van kwetsbare jongeren, met een meer dan gemiddelde afstand tot de arbeidsmarkt, geniet momenteel een grote mate van

Nadere informatie

Invoering entreeopleiding

Invoering entreeopleiding Invoering entreeopleiding Inleiding De entreeopleiding is geïntroduceerd in het kader van het actieplan Focus op Vakmanschap. Focus op Vakmanschap kent een tweetal pijlers: doelmatige leerwegen en modernisering

Nadere informatie

Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo

Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo 1. Inleiding 1.1. Formele kaders In de WEB zijn bepalingen opgenomen over de ontwikkeling en toetsing van kwalificatiedossiers voor het middelbaar beroepsonderwijs,

Nadere informatie