Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
|
|
- Krista van den Broek
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief 12 januari 2006
2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief RIZA Lelystad, januari 2006 Riza werdocumentnr.: X Auteurs: F.C.M. Kerkum D. Bijstra
3 Inhoudsopgave Inleiding Koelwaterlozing Beoordeling Mengzone Opwarming 6 2. Gevoeligheid van organismen voor blootstelling aan thermische lozingen Vissen 7 3. Relevante visgegevens van het Twenthekanaal Resultaten visbemonstering Resulaten visbemonstering Analyse Conclusies Literatuur: 21 3 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
4 4 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
5 1. Inleiding Op 21 juni 2005 is de NBW-beoordelingssystematiek door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat vastgesteld en daar het beleidskader geworden waaraan warmtelozingen moeten worden getoetst. Op verzoek van AKZO Nobel is overleg opgestart om zicht te krijgen van op de consequenties van de NBW-beoordelingssystematiek voor de lozing van koelwater op het Twenthekanaal. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is informatie nodig met betrekking tot de omvang van de lozingen en de hiermee samenhangende beïnvloeding van het Twenthekanaal (warmtepluim) en de ecologie van het Twenthekanaal. In dit rapport wordt nader ingegaan op de beschikbare ecologische gegevens van het Twenthekanaal die relevant zijn voor de beoordeling van de warmtelozing. Om een en ander in een breder perspectief te plaatsen wordt in dit hoofdstuk kort ingegaan op koelwaterlozingen in het algemeen en de criteria van de NBW-beoordelingssystematiek voor warmtelozingen. 1.1 Koelwaterlozing De lozing van koelwater resulteert in een koelwaterpluim, waarbij het warmste deel zich nabij het lozingspunt bevindt. Door verdunning en afkoeling aan de lucht neemt de temperatuur in de pluim vervolgens stroomafwaarts af. Op hoofdlijnen zijn de effecten in te delen naar lokale effecten bij het lozingspunt en meer regionale effecten op watersysteemniveau. Bij lokale effecten zijn letale en stress temperaturen voor organismen van belang. Ook hebben warmteminnende exoten betere overlevingskansen in de directe omgeving van de warmtelozing. Door toename van de watertemperatuur kunnen op regionale schaal verschuivingen optreden in het ecosysteem. Dat komt omdat levenscycli van organismen worden verstoord, waardoor een mismatch ontstaat in de timing van levensfasen. Voor de meeste zoetwatervissen ligt de letale temperatuur boven de 30ºC met maxima rond de 35 à 36 ºC voor soorten als blankvoorn, brasem en snoekbaars. 1.2 Beoordeling Voor de beoordelingssystematiek voor warmtelozingen zijn toetsingscriteria nodig. Onder andere bestaat de wens om het aquatische milieu zo goed mogelijk te beschermen en de diversiteit in aquatische milieus recht te doen. De NBW-beoordelingssystematiek voor warmtelozingen gaat in op de volgende criteria: Onttrekking Mengzone. Dit is een beperkt gebied nabij het lozingspunt waar de waterkwaliteitsdoelstelling niet geldt. Opwarming. Met dit criterium moet voorkomen dat het oppervlaktewater te veel opwarmt. 5 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
6 1.3 Mengzone Redenerend vanuit het aquatische milieu bestaat de wens om zo min mogelijk warmte te lozen op oppervlaktewater. Tevens dient de temperatuur niet hoger te zijn dan letale of liever nog stress waarden. De vraag is: Hoe groot mag de mengzone zijn? Voor oppervlaktewater met de functie water voor karperachtigen mag op de rand van de mengzone de temperatuur niet hoger zijn dan 30 ºC. Afhankelijk van lokale doelstellingen kan een ander ER-niveau kan worden gehanteerd. Verder mag de mengzone geen belemmering zijn voor migratie van vissen. Dat wil zeggen de mengzone (T>30 C) mag in een waterloop niet zodanig groot zijn dat deze niet meer passeerbaar is (maximaal 25% van de natte dwarsdoorsnede van de waterloop). Voor grote kanalen zonder paaifunctie, zonder migratiefunctie en waar hoofdzakelijk volwassen vis voorkomt zijn ook wel ideeën geopperd dat een bovengrens van 50% nog mogelijk zou kunnen zijn [2]. Door het mengzonecriterium wordt indirect ook het volume van de mengzone gelimiteerd 1. In de mengzone wordt niet voldaan aan de waterkwaliteitsdoelstellingen en om die reden is een te groot gebied niet acceptabel. Dit gebied wordt in feite onttrokken als habitat. 1.4 Opwarming Opwarming van het oppervlaktewater heeft effect op de samenstelling van het aquatische milieu. Bepaalde soorten hebben voldoende lage temperaturen nodig om te kunnen voortplanten. Er zijn echter geen duidelijke handvatten gevonden die aangeven wat de maximum opwarming van het watersysteem zou mogen zijn om nog voldoende waarborgen te bieden voor het aquatische milieu. Daarom wordt gebruik gemaakt van de EG-viswaterrichtlijn 78/659/EEG. In deze richtlijn is voor oppervlaktewater met de functie water voor karperachtigen, water voor zalmachtigen en water voor schelpdieren de maximale temperatuur respectievelijk op 28, 21,5 en 25 ºC en de maximum opwarming ten gevolge van warmtelozingen op respectievelijk 3, 1,5 en 2 ºC vastgelegd 2. Het overgrote deel van de Nederlandse zoete wateren heeft de functie water voor karperachtigen. Geadviseerd wordt om rekening te houden met het biologisch voorjaar, de omvang van de mengzone en functie van het oppervlaktewater, die in de toekomst geformuleerd worden in het kader van de kaderrichtlijn water. 1 In de NBW-beoordelingssystematiek is aangegeven dat havens eventueel als mengzone kunnen worden aangemerkt, mis ecologisch verantwoord. Een en ander moet door de waterbeheerder worden gemotiveerd. 2 Voor stromende wateren wordt de opwarming na volledige menging getoetst, dit is een berekende waarde Q loz /Q afv * T koelsysteem. Voor watersystemen met beperkte afvoer kan voor het criterium opwarming kan in een gelimiteerd deel van het watersysteem een opwarming van 3 C of meer worden toegestaan mits dit ecologisch verantwoord is. Of en in welke mate voor deze aanpak wordt gekozen (omvang van de toelaatbare mengzone (dt> 3 C)) moet door de beheerder worden gemotiveerd. 6 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
7 2. Gevoeligheid van organismen voor blootstelling aan thermische lozingen Figuur 1: Gevoeligheid voor thermische blootstelling per groep organismen In de het rapport Effecten van koelwater op het aquatische milieu [2] zijn de effecten van blootstelling aan thermische lozingen voor verschillende organismen beschreven. Hieruit volgt het volgende beeld (figuur 1) ten aanzien van de gevoeligheid voor thermische blootstelling: Gevoeligheid AFNAME gevoeligheid Groep Vissen Sessiele algen Fytoplankton Ongewervelde dieren Zoöplankton Vegetatie In het bovengenoemde effectenrapport is ervoor gekozen om voor de beoordeling van warmtelozingen uit te gaan van vissen als toetsorganisme. Om deze reden is in dit rapport gekozen om voor de beoordeling van de ecologische toestand in relatie tot thermische blootstelling in eerste instantie uit te gaan van de beschikbare informatie met betrekking tot vissen voor het Twenthekanaal. In dit hoofdstuk wordt in algemene zin ingegaan op de invloed van temperatuur op vissen. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de beschikbare informatie met betrekking tot vissen in het Twenthekanaal. 2.1 Vissen Op hoofdlijnen zijn de effecten van warmtelozingen in te delen naar lokale effecten bij het lozingspunt en meer regionale effecten op watersysteemniveau. Bij lokale effecten zijn mogelijke letale dan wel stress temperaturen voor organismen van belang. Warmteminnende exoten hebben betere overlevingskansen in de buurt van een warmtelozing. 7 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
8 De tolerantie van vissen voor hoge temperaturen kan per vissoort sterk verschillen. Deze tolerantie hangt onder meer af van acclimatisatietemperatuur en het zuurstofgehalte. Voor de meeste zoetwatervissen ligt de letale temperatuur boven de 30 C met uitschieters naar 35 C à 36 C voor Snoekbaars en Blankvoorn. Zoetwatersoorten met een relatief lage letale temperatuur zijn spiering (26-29 C) en zeeforel (26-27 C). De temperatuur waarbij temperatuurstress optreedt bij vissen ligt enkele C lager dan de letale temperatuur (zie figuur 3.) Bij stress zal veelal vluchtgedrag optreden. Voor paai zijn temperatuur en zuurstofgehalte eveneens van belang. In de navolgende figuur 2 is weergegeven hoe de paai kan worden gelimiteerd door een te hoge temperatuur en/of te laag zuurstofgehalte Figuur 2: Temperatuur- en zuurstoflimitatie bij 3 C temperatuur verhoging voor een zestal vissoorten Paai temp. o C O 2 g elimit ee rd 100 p O temp. gelimiteerd 0 jan mrt mei juli sep nov 0 Paai jan mrt mei juli sept nov kopvoorn zeelt karper kolblei alver ruisvoorn Naast de letale temperatuur kan opwarming ook effect hebben op de reproductie. Sommige vissen hebben hier lage temperaturen voor nodig. Voor vissen die hiervoor bijzonder gevoelig zijn kan dit betekenen dat paai alleen kan plaatsvinden bij watertemperaturen lager is dan 10 C. Wordt deze temperatuur in de wintermaanden en in het voorjaar niet meer bereikt dan stagneert de reproductie en zullen soorten verdwijnen en leiden tot een lagere diversiteit van vissoorten. Het water wordt in feite ongeschikt voor deze vissoorten. Daarnaast kunnen tengevolge van een toename van de watertemperatuur verschuivingen op regionaal niveau optreden in het ecosysteem. Met name voor vissoorten die een lage paaitemperatuur nodig hebben en waarvan de paai in het einde van de winter of het vroege voorjaar plaatsvindt kan een opwarming ten gevolge van een warmtelozing een significante verschuiving van de paaiperiode met zich meebrengen of ervoor zorgen dat paai helemaal niet meer plaatsvindt. Doordat levenscycli van organismen worden verstoord, kan een mismatch ontstaan in de timing van levensfasen. Dus ook bij lage 8 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
9 watertemperaturen kunnen warmtelozingen effecten hebben voor het aquatische milieu. In de navolgende figuur 3 zijn kritische temperatuurtrajecten voor een aantal vissoorten weergegeven Figuur 3 Temperatuureisen van enkele vissoorten. rood: viseter; blauw: macrofaunaeter; paars: vis- /macrofauna-eter. groen: vegetatie- /macrofauna-eter. Een pijl achter de soort geeft aan dat deze temperaturen > 28 ºC kan verdragen 0-10 o o o >28 o effect geen effect stress lethaal 0 o 10 o 20 o 30 o 40 o noodzakelijk voor minst last kwabaal spiering ruisvoorn kopvoorn winde alver serpeling zeelt pos karper blauwneus brasem kolblei blankvoorn Tabel 1 Indeling Indeling in paaigilden Ook de locatie is bepalend of paai al of niet kan plaatsvinden. Vissoorten zijn in te delen in zogenaamde paaigilden (tabel 1). Sommige vissoorten zijn vrij beperkt en kritisch in het substraattype. Als het benodigde substraat niet voorhanden is, is de kans op een succesvolle paai nihil. Andere vissoorten zijn minder kritisch en kunnen de paai volbrengen en eieren afzetten op meerdere typen substraat. Hierdoor komen ook combinaties van paaigilden voor (bijvoorbeeld: steen/grindpaaier). Grindpaaier Steenpaaier Zandpaaier is afhankelijk van de aanwezigheid van grind of kiezels om de eieren af te zetten (ook wel lithofiel genoemd) is afhankelijk van de aanwezigheid van stenen of rotsen om de eieren af te zetten (ook wel lithofiel genoemd) is afhankelijk van de aanwezigheid van een zandbodem om de eieren af te zetten Plantpaaier heeft vegetatie nodig om de eieren op af te zetten (dit kan ook zeewier zijn) (ook wel fytofiel genoemd, hier is gekozen voor de term plantpaaier om verwarring met de beschuttingsgilde fytofiel te voorkomen) Bodempaaier zet de eieren op de bodem af Naast paailocatie is ook het opgroeigebied van belang. De vissoorten kunnen worden ingedeeld in zogenaamde opgroeigilden (tabel 2). De indeling is gebaseerd op ecologische informatie van de afzonderlijke soorten. Hierbij is de opgroeifase beperkt tot de periode vanaf dat de 9 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
10 Tabel 2 Indeling in opgroeigilde eieren uitkomen tot en met de eerste zomer. De opgroeigilden zijn als volgt gedefinieerd (tabel 2): Pelagisch (p) Pelagisch met structuur (ps) leven in het open water, geassocieerd met de gehele waterkolom, maar niet met de bodem leven in de waterkolom maar daar waar structuren (planten, takken, kunstmatige structuren maar ook menselijk afval (oude fietsen etc.)) voorkomen Benthisch (b) leven nabij of op de bodem Pelagisch en/of bentisch (pb) leven nabij de bodem als in het open water Benthisch met structuur (bs) leven nabij of op de bodem maar daar waar structuren voorkomen Sommige vissoorten zijn tevens beleidsmatig geprioriteerd. Het betreft hier soorten die op een of andere manier beschermd zijn (Flora en Fauna-wet, Habitatrichtlijn, enz) of op de Rode lijst voorkomen. De kolblei is hierbij ook meegenomen omdat deze een doelsoort is bij diverse natuurdoeltypen. In tabel 3 zijn vissoorten ingedeeld naar paaigilde, opgroeigilde en is tevens aangegeven of er sprake is van een beleidsmatige prioritering Tabel 3 Indeling van vissoorten in paaigilden en beleidsmatige prioritering Nederlandse naam paaigilde opgroeigilde beleidsmatig geprioriteerd alver plant/materiaalpaaier p baars plant/steenpaaier ps bermpje zandpaaier b blankvoorn plantpaaier ps brasem plant/bodempaaier ps driedoornige stekelbaars plantpaaier ps karper plantpaaier ps kolblei plant/bodempaaier ps doelsoort pos grind/plantpaaier pb riviergrondel grind/zandpaaier pb roofblei steen/grindpaaier ps ruisvoorn of rietvoorn plantpaaier ps snoek plantpaaier ps snoekbaars grind/zand/mergel/klei/plantpaaier p vetje plantpaaier ps rode lijst winde grind/plantpaaier ps rode lijst zeelt plantpaaier bs 10 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
11 3. Relevante visgegevens van het Twenthekanaal In dit hoofdstuk worden de resultaten van een visbemonsteringsonderzoek, uitgevoerd door OVB in 2004, vergeleken met een door OVB uitgevoerd visbemonsteringsonderzoek in Door de OVB is in maart 2004 een visstandbemonstering op de Twentekanalen uitgevoerd. Gedurende vier dagen is een gecombineerde elektro- en zegenvisserij uitgevoerd om een compleet beeld te krijgen van de huidige visstand. In tegenstelling tot 1996 is geen visserij met de kuil uitgevoerd. Een kuilvisserij is zeer lastig uit te voeren gezien de drukke scheepvaart en de kans op vastlopers. Uitgangspunt van de bemonstering was een dusdanige visstandbemonstering dat een vergelijking met de bemonstering in april 1996 mogelijk is. Met een 250 meter zegen zijn 18 zegentrekken uitgevoerd. De uitvoering van de zegenvisserij werd bemoeilijkt door de drukke scheepvaart op het kanaal, waardoor niet gevist kon worden over de gehele breedte van het water. Verder is met het elektrovisapparaat langs delen van de oevers gevist. 3.1 Resultaten visbemonstering Tabel 4 Aangetroffen vissen in stuwpand Hengelo-Delden in 1996 [4] De resultaten van de bemonstering zijn vastgelegd in een rapportage opgesteld door OVB in 1996 (Zoeteman, 1996 [4]). In de navolgende tabel 4 zijn de resultaten van de bemonstering van 1996 op het pand Hengelo-Delden weergegeven. Vissoort Aantal Acclimatisatie temp in C Stress temp. in C Max. letale temp in C Karper >32 Brasem Kolblei 49 Blankvoorn Ruisvoorn 3 Goudvis 1 Alver Snoekbaars Baars Pos 21 Paling 23 totaal 884 Uit de rapportage van OVB [4] wordt aangegeven dat Brasem de meest dominante soort is. Dit wordt ook bevestigd door de bovenstaande tabel 4. Tevens blijkt dat ook jongere vis, de eerste drie jaarklassen goed is vertegenwoordigd. De conditie van de brasem was voldoende [4]. 11 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
12 Ten aanzien van de conditie de gevangen karpers is destijds geconcludeerd dat deze gemiddeld onvoldoende was. Ook de conditie van de gevangen snoekbaarzen was onvoldoende. In totaal zijn er 11 verschillende soorten aangetroffen, in feite 10 want je kunt je afvragen of de goudvis moet worden meegerekend. 3.2 Resultaten visbemonstering 2004 In de tabellen 5 en 6 is het resultaat van de visbemonstering van 2004 weergegeven. In 2004 is een visstandbemonstering uitgevoerd door de OVB in twee stuwpanden van het Twentekanaal, nl. het stuwpand Hengelo-Delden en het stuwpand Delden-Eefden (Leijzer, 2004). Tevens is aangegeven welke vissen nieuw zijn aangetroffen in de vangsten van 2004 ten opzichte van 1996, welke temperatuur letaal is en bij welke acclimatisatie-temperatuur die letale temperatuur is gemeten. Ook is voor een aantal soorten de temperatuur aangegeven wanneer stress optreedt Tabel 5 Aangetroffen vissen in stuwpand Hengelo-Delden. In rood = soort alleen om 2004 aangetroffen Vissoort Aantal Acclimatisatie temp in Stress temp. in Max. letale C C temp in C Alver X X Baars X X Brasem X X Blankvoorn X X Karper >32 X X Kolblei 33 X X Roofblei 2 X Snoekbaars X X Vetje 7 X X Winde X Goudvis 0 X Paling 0 X Pos 0 X totaal Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
13 Tabel 6 Aangetroffen vissen in stuwpand Delden-Eefde. In rood = soort alleen in 2004 aangetroffen. Vissoort Aantal Acclimatisatie temp. in C Stress temp. in C Max. letale temp. in C Baars X X Bermpje 1 >32 X Brasem X X Blankvoorn X X Driedoornige stekelbaars 1 >32 X Kolblei 2 X X Paling 3 X X Pos X X Roofblei 13 X Riviergrondel X Ruisvoorn X X Snoek 6 32 X X Snoekbaars X X Vetje 2 X Winde X Zeelt X Totaal Analyse De resultaten van de bemonstering van 2004 zijn vergeleken met de resultaten van een bemonstering uitgevoerd in Tevens is gekeken hoe de resultaten gevonden in het kanaalpand Hengelo-Delden, waar de koelwaterlozing van AKZO plaatsvindt, zich verhouden tot de resultaten in het kanaalpand Delden-Eefde (referentie). Vergelijking van de resultaten van 1996 en 2004 voor het kanaalpand Hengelo-Delden leert dat het aantal soorten min of meer gelijk is gebleven (11 (inclusief goudvis) in 1996 en 10 in 2004). Er zijn wel wat verschillen in de soorten die zijn aangetroffen. In 1996 werd goudvis, paling en pos aangetroffen en in 2004 waren deze soorten niet meer aanwezig. Daarentegen zijn ook soorten in 2004 aangetroffen die in 1996 niet zijn aangetroffen: roofblei en winde. Opmerkelijk is het voorkomen van de soorten roofblei en winde, hetgeen mogelijk is te verklaren door uitzettingen (winde) en een betere verbinding van het Twentekanaal met de IJssel, bijvoorbeeld door een toename van het aantal keren dat geschut wordt door een toename van de scheepvaartbewegingen. Opvallend in de vangst zijn de windes en roofbleien die, op één na, allen voor de sluis bij Eefde gevangen zijn. Dus zover mogelijk weg van de warmtebron. In beide jaren gold dat het water als viswater getypeerd kon worden als brasem-snoekbaars viswatertype. In 1996 werden 13 soorten gevangen. 88 % van de vangst bestond uit brasem, karper en 13 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
14 blankvoorn. In 2004 zijn in de kanaalpanden Hengelo-Delden en Eefde- Hengelo 18 soorten gevangen. Naast Brasem, Karper en Blankvoorn, die ook nu weer meer dan 80% van de vangst uitmaakten, werden Bermpje, Driedoornige stekelbaars, Roofblei, Riviergrondel, Vetje, Winde en Zeelt aangetroffen. Behalve Winde en Roofblei werden deze soorten alleen in het stuwpand Delden-Eefde aangetroffen en is het voorkomen van deze soorten waarschijnlijk het gevolg van de aanleg van natuurvriendelijke oevers aldaar. Het aandeel van de vangst aan Blankvoorn en Karper is ten opzichte van 1996 afgenomen. Het aandeel Brasem is toegenomen. De OVB wijt de afname van het aandeel Karper aan het feit dat in april 1996 de karpers voornamelijk werden gevangen bij de uitlaat van AKZO (warm water en dus ideale overwinteringplek), terwijl in 2004 de temperatuur van het koelwater lager was en de karpers waarschijnlijk over meerdere overwinteringplekken kunnen beschikken en als gevolg daarvan meer verspreid over het kanaal zullen voorkomen. In Leijzer 2004 [3] wordt echter vermeld dat de laatste jaren geen Snoekbaars en Karper meer is uitgezet. Een afname van het Karperbestand als gevolg van een stagnerende paai en opgroei behoort daarmee ook tot de mogelijkheden als oorzaak voor de geringe Karper vangst. De soorten die in 1996 en in 2004 zijn aangetroffen zijn soorten die tolerant zijn voor hoge temperaturen (tot C). Zeker wanneer de vissen langdurig zijn geacclimatiseerd bij een hoge temperatuur zullen zij tolerant zijn. De soorten die zowel in 1996 als in 2004 het overgrote deel van de vangst uitmaakten (Brasem, Blankvoorn) kunnen na acclimatisatie temperaturen verdragen tot 36 C. Dit betekent echter niet dat deze soorten makkelijk 36 C kunnen verdragen. Deze temperatuur is de letale temperatuur. De vissen zullen bij een lagere temperatuur al gestresst raken en vluchtgedrag vertonen (MTR 28 C, voor wateren voor karperachtigen). Nieuw aangetroffen soorten als Riviergrondel, Winde, Vetje en Roofblei kunnen zelfs minder hoge temperaturen verdragen (tot 30 C). Ook hiervoor geldt wel dat 30 C de letale temperatuur is en deze soorten ook al bij lagere temperaturen gestrest raken. Deze soorten komen over het algemeen alleen in het stuwpand Delden-Eefde voor. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers is de voor deze soorten geschikte habitat daar toegenomen. In de tabellen 5 en 6 zijn de vangsten met aantallen individuen weergegeven in de twee stuwpanden. Tevens is aangegeven welke vissen nieuw zijn aangetroffen in de vangsten van 2004 ten opzichte van 1996, welke temperatuur letaal is en bij welke acclimatisatietemperatuur die letale temperatuur is gemeten. Ook is voor een aantal soorten de temperatuur aangegeven wanneer stress optreedt. In het stuwpand Hengelo-Delden worden voornamelijk soorten aangetroffen die tolerant zijn ten opzichte van hoge temperaturen. In het stuwpand Delden-Eefde komen naast de thermisch tolerante ook soorten voor uit beken en rivieren en temperaturen boven de 30 C niet kunnen verdragen. Op basis van Brasem en Blankvoorn wordt in het stuwpand Delden-Eefde circa 4 x zoveel gevangen als in het stuwpand Hengelo-Delden. 14 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
15 Door het lozen van warm water wordt de paai en opgroei van vissen beïnvloed. Niet alleen paaien vissen in een bepaald temperatuurtraject, maar ook de opgroei van jonge vis is temperatuurgebonden. In tabel 7 wordt een overzicht hiervan gegeven voor vissen die in het Twentekanaal zijn aangetroffen. De paai en opgroeitemperaturen voor jonge vis liggen over het algemeen lager dan de temperaturen die volwassen vissen kunnen verdragen Tabel 7 Temperaturen in C voor optimale paai en opgroei voor vissoorten aangetroffen in het Twentekanaal Vissoort Paaitraject temp. in C Max. paaitemp ooit gemeten in C Opgroeitraject temp. in C Max. opgroei temp. in C Alver Baars Bermpje Brasem Blankvoorn Driedoornige stekelbaars Karper Kolblei Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoek Snoekbaars Vetje Winde Zeelt Op basis van de hier vermelde gegevens staat het vast dat de visstand in het Twentekanaal wordt beïnvloed door de koelwaterlozing van AKZO. Er komen, zeker in het stuwpand Hengelo-Delden, alleen temperatuur tolerante soorten voor. Er is geen sprake van een evenwichtige opgebouwde gevarieerde en gezonde visstand. De visstand is éénzijdig. Dit komt tot uiting door het feit dat Brasems in een lengteklasse van 0-40 cm vrijwel niet worden aangetroffen en dat het water steeds sterker gedomineerd wordt door Brasem. Er is weinig jonge vis, omdat de temperatuur gedurende lange perioden niet geschikt is voor paai en opgroei van jonge vis. Tevens moet worden opgemerkt dat het pand Hengelo-Delden qua inrichting niet kan worden aangemerkt als water met een specifieke paaihabitat. Het voorkomen van een specifieke paai-en opgroeihabitat is mede bepalend of paai- en opgroei van vissoorten goed kan plaatsvinden. In tabel 8 is weergegeven welke specifieke paai- en opgroeihabtitat nodig is voor de in het Twenthekanaal (pand Hengelo- Delden) aangetroffen vissoorten. 15 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
16 Tabel 8 Indeling van vissoorten in paaigilden en beleidsmatige prioritering Nederlandse Paaigilde Opgroei- beleidsmatig naam gilde geprioriteerd alver niet gespecialiseerd p X X baars niet gespecialiseerd ps X X blankvoorn plantpaaier ps X X brasem plant/bodempaaier ps X X karper plantpaaier ps X X kolblei plant/bodempaaier ps doelsoort X X pos grind/plantpaaier pb X roofblei steen/grindpaaier ps X snoekbaars niet gespecialiseerd p X X vetje plantpaaier ps rode lijst X X winde grind/plantpaaier ps rode lijst X Uit de bovenstaande tabel 8 en Emmerik, 2003 [5] volgt dat 3 van de 10 genoemde soorten weinig kritisch zijn in een voorkeur voor het paaihabitat (Alver, Baars en Snoekbaars). Twee soorten hebben wel een meer specifieke voorkeur maar nemen genoegen met alternatieven (Brasem en Kolblei). De overige soorten hebben specifiek paai en opgroeihabitat nodig. Hierbij moet gedacht worden aan optrekmogelijkheden op kleine snelstromende beken en rivieren, begroeide oevers en ondiepten. Van de in de tabel genoemde soorten is daarom alleen voor de weinig kritiesche soorten sprake van een min of meer geschikte paaihabitat in het Twenthekanaal (pand Hengelo- Delden). Het gaat hierbij om Alver, Baars en Snoekbaars, die behoren tot het opgroeigilde "pelagisch (p)" of "pelagisch met structuur (ps)". Dit houdt in dat ze vooral voorkomen in open water en niet geassocieerd zijn met de bodem. Uit tabel 7 en figuur 2 volgt dat de Alver paait in de vroege zomer (paaitraject:17-23 C), baars in maart/april (paaitraject: 6-13 C) en snoekbaars in de periode april/mei (paaitraject: 8-22 C). In het pand Hengelo-Delden zal een deel van het kanaal ten gevolge van de warmtelozing met meer dan 3 C worden opgewarmd. Een opwarming van 3 C of meer kan consequenties hebben voor het moment van paaien. Uit figuur 2 is af te lezen dat een opwarming van 3 C een verschuiving van de paaiperiode met zich kan brengen. Voor baars kan de start van paaiperiode met 6 weken worden vervroegd en voor snoekbaars ca. 4 weken met als mogelijke consequentie een verstoring van levenscycli van organismen, hetgeen kan resulteren in een "mismatch" van timing van levensfasen. Hierdoor nemen de overlevingskansen van een juveniele populatie af. Voor de Alver is met name de invloed van de opwarming gedurende de zomer op de zuurstofhuishouding van het oppervlaktewater van belang voor de overlevingskansen van een jonge populatie. Maar gezien het paaitraject van 8-22 C kan ook het zuurstofgehalte voor snoekbaars, 16 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
17 die gevoelig is voor lage zuurstofconcentraties, een rol spelen tijdens paai en opgroei. Het Twenthekanaal biedt allen voor de soorten Alver, Baars en Snoekbaars een min of meer geschikte paaihabitat. Echter de kansen op natuurlijke aanwas worden door de opwarming van het oppervlaktewater ten gevolge van de warmtelozing negatief beïnvloed. De overige soorten zullen ongeacht de aanwezigheid van de warmtelozing weinig of geen paaimogelijkheden hebben. Ten aanzien van de mogelijkheden tot opgroei van juveniele vis behorend tot het opgroeigilde "ps" is het de vraag of structuren in de vorm van planten, takken, kunstmatige structuren en ook menselijk afval (bv. fietsen) in voldoende mate voorkomen om te kunnen dienen als geschikt opgroeihabitat voor deze soorten. Naast temperatuur is ook het ontbreken van een geschikte paaihabitat en/of opgroeihabitat een bepalende factor voor de leeftijdsopbouw van de aangetroffen vispopulatie in het Twenthekanaal (pand Hengelo- Delden). 17 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
18 18 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
19 4. Conclusies 1. Uit de beschikbare visgegevens blijkt dat koelwaterlozing van invloed is op de soortsamenstelling van deze organismen. In het pand Hengelo-Delden worden voornamelijk warmteminnende soorten aangetroffen. De aangetroffen vissen hebben een hoge tolerantie ten opzichte van temperatuur. Vooral Brasem, Blankvoorn en Snoekbaars verdragen hoge temperaturen (letale temperatuur 36 C). 2. De temperatuur waarbij stress optreedt ligt enkele graden lager dan de letale temperatuur en zal al leiden tot vluchtgedrag. Wanneer de koelwaterpluim tot op de bodem reikt zal migratie van vissen door de koelwaterpluim worden belet met als gevolg een beperking van de leefhabitat. Temperatuurstress gecombineerd met beperking van de leefhabitat kan uiteindelijk leiden tot sterfte. De mate van de inperking van de habitat en de duur van de blootstelling spelen hierbij ook een rol. 3. Er is géén sprake van een evenwichtig opgebouwde gevarieerde gezonde visstand. Meer als 80% van de aangetroffen vis in de visstandsbemonsteringen van 1996 en 2004 bestond uit Brasem. Jonge Brasem wordt echter niet of nauwelijks aangetroffen. Dit duidt op een stagneren van paai en opgroei. Ook het feit dat er maar 1 Karper is gevangen in de visstandbemonstering van 2004 ten opzichte van 55 in 1996 kan duiden op een paai en opgroeiprobleem bij Karper. De laatste jaren is er geen Karper en Snoekbaars meer uitgezet en het afnemen van deze populaties zou een gevolg kunnen zijn van te hoge temperaturen voor paai en groei. Ook het ontbreken van een geschikte paaihabitat in het kanaalpand Hengelo-Delden kan hierbij een rol spelen. 4. Vergelijking van de resultaten van het visstandbemonsteringsonderzoek van het kanaalpand Hengelo-Delden en Delden- Eefde geeft aan dat in het kanaalpand Delden-Eefde de soortenrijkdom groter is dan in het kanaalpand Hengelo-Delden (16 vs. 10). In het kanaalpand Delden-Eefde komen naast thermisch tolerante soorten ook soorten voor uit rivieren en beken met een geringere tolerantie voor temperatuur. 5. Indien in de toekomst eventueel mocht worden besloten om over te gaan tot de aanleg van natuurvriendelijke oevers in de Twenthekanalen zal dit bij continuering van de warmtelozingen naar verwachting in het kanaalpand Hengelo-Delden vanwege de thermische omstandigheden niet leiden tot een visstand met een gezonde en gevarieerde opbouw qua soorten en leeftijd. 19 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
20 20 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
21 5. Literatuur: [1] M.A.A.J. Kamps-Mulder & M. Greijdanus-Klaas, Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 5 Toxiciteit van water en zwevend stof op bioassays en macrofauna onderzoek RIZA werkdocument Concept. [2] F.C.M. Kerkum, Dr. A. bij de Vaate, Ir. D. Bijstra, Drs. S.P. de Jong, Dr. H.A. Jenner, Effecten van koelwater op het zoete aquatische milieu. RIZA rapport ISBN [3] Leijzer, T.B. & J. Beekman, Evaluatie Visstandsbeheerplan Twentekanalen. Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij. [4] Zoeteman R.B., De visstand in de Twenthekanalen. Beschrijving van de visstand in relatie tot het milieu. Deelrapport 1 van het visstandbeheerplan Twenthekanalen, OVB (1996). [5] Emmerik, W.A.M. van, Indeling van de vissoorten van de Nederlandse binnenwateren in ecologische gilden en in hoofdgroepen. Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij. OVB Onderzoeksrapport Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
22 22 Koelwaterlozing op Twenthekanalen in ecologisch perspectief
De visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieRode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieOnderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar
Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:
Nadere informatieVertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013
Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal Jasper Arntz 6 juni 2013 Inhoud Karakteristieken Julianakanaal Grensmaasproject Effecten van vertroebeling Abiotische monitoring Biotische
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieHet visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Het visperspectief Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Intro Foto: Wikipedia Deel 1: De leefgebieden, de knelpunten en de oplossingen Deel
Nadere informatieVismonitoring Hollandse IJssel 2003
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 3 Vismonitoring Hollandse IJssel . Inleiding
Nadere informatie4.7 Exoten. Bram bij de Vaate, RIZA en Erwin Winter, RIVO
.7 Bram bij de Vaate, RIZA (b.bdvaate@riza.rws.minvenw.nl) en Erwin Winter, RIVO (erwin.winter@wur.nl) Een aanzienlijk deel van de macrofauna op harde substraten bestaat uit exoten. Dat kan problemen opleveren
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieNevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten
Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren
Nadere informatieVismigratie onder het kanaal
Vismigratie onder het kanaal Is de langste en diepste onderleider van Nederland vispasseerbaar? Door Hendry Vis VisAdvies B.V. Monitoring vispassages in Nederland Compilatie monitoringsresultaten door
Nadere informatieVisstand Haringvliet en Voordelta - heden -
Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand
Nadere informatieOnderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.
Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de
Nadere informatieInventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland
Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van RAVON in opdracht Waterschap Zuiderzeeland (mede namens Natuurmonumenten en de provincie Flevoland) J. Kranenbarg
Nadere informatieRapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013
Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000
Nadere informatieNieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
Nadere informatieVissen met een potje water edna metabarcoding
Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen
Nadere informatieNATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN
NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN Opdrachtgever Stichting Natuur & Milieu Educatie Zaanstreek Postbus 223 1500 EE Zaandam Telefoon: 075-6312020 Fax: 075-6312468 E-mail: info@nme-zaanstreek.nl Samenstelling Natuuratlas
Nadere informatieVisonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken
Visonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken 217-22 Margriet Schoor RWS Johan van Giels ATKB OBN Veldwerkdag 16 maart 218 Inhoud presentatie Aanleiding en doelstelling Veldwerk 217 - methodiek Resultaten
Nadere informatieBijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp
Bijlagenrapport Vijzels; faunapomp Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT
BIJLAGENRAPPORT 3 GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 BIJLAGENRAPPORT 3 Gemalen of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP RAPPORT w3 Bijlagenrapport 3 bij het hoofdrapport
Nadere informatieFlora- en faunabemonstering Capreton en Linge
Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering
Nadere informatieSteeknet & Hengelvangstregistratie
Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.
Nadere informatieOnderzoek naar de visstand in de aan- en afvoerkanalen van twee E-centrales
Onderzoek naar de visstand in de aan- en afvoerkanalen van twee E-centrales Opgesteld in opdracht van: RWS R.I.K.Z. 3 november 25 Door: F.T. Vriese, J.C.A. Merkx & M.C. de Lange Organisatie ter Verbetering
Nadere informatieedna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)
edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers
Nadere informatieVISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal
VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en
Nadere informatieFlora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen
Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering
Nadere informatieBijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen
Bijlagenrapport Centrifugaalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen
Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 8 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper
Nadere informatieBijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)
Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact) Rapport: VA9_33 Bijlagenrapport 7 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen.
Nadere informatieVis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland
Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen
Nadere informatieNVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen
NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke
Nadere informatieRapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen
Rapport Hengelvangstregistraties 2017 Volkerak-Zoommeer en kanalen Inleiding Op het Volkerak-Zoommeer wordt gevist door zowel sport- als beroepsvissers. Sportvisserij Zuidwest Nederland heeft een machtiging
Nadere informatieVISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL
VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES
Nadere informatieKRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014
KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir
Nadere informatieBIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT
BIJLAGENRAPPORT 9 GEmALEN Of vermalen worden fase OPEN SCHROEFPOMPEN RAPPORT w9 BIJLAGENRAPPORT 9 Gemalen of vermalen worden fase Open schroefpompen RAPPORT w9 Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport Gemalen
Nadere informatieMet DNA visstand monitoren op de grote rivieren
Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle
Nadere informatieSchroefcentrifugaalpompen
BIJLAGENRAPPORT GEmALEN Of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w BIJLAGENRAPPORT Gemalen of vermalen worden fase 3 Schroefcentrifugaalpompen RAPPORT w Bijlagenrapport bij het hoofdrapport
Nadere informatieNederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse
Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen Tom Buijse 1 Aanleiding Aanleiding Decembernota 2006 Kaderrichtlijn Water Om vismigratie naar ecologisch waardevolle
Nadere informatieVisserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014
Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014
Nadere informatieWinde. Willie van Emmerik Jochem Koopmans
Winde Willie van Emmerik Jochem Koopmans Vis van het jaar 2006 Belangrijke vissoort Sportvisserij Waterbeheer Visstandbeheer Visserij Zeer gewilde vis voor de sportvisserij Vroeger ook voor de beroepsvisserij
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieRWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:
RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld
Nadere informatieAanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten
Aanpassing vismaatlatten voor M-typen Inleiding Nu 5 deelmaatlatten vis in zoete M-typen 5. Aantal soorten 1. brasem - snoekbaars 2. baars - blankvoorn 3. ruisvoorn - snoek 4. zeelt - kroeskarper Guus
Nadere informatieVistoets Opsterlandse Compagnonsvaart
Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse
Nadere informatieOmvang van de Nederlandse sportvisserij,
Indicator 24 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland zijn ruim een half
Nadere informatieVismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828
Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828 in opdracht van Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828 M. Koopmans Foto Voorplaat Overzicht paaivijver, M. Koopmans M. Koopmans 2012 Vismonitoring
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu RWS Waterdienst. De aanpassing van de KRW vismaatlatten. Eddy Lammens, RWS WD
RWS Waterdienst De aanpassing van de KRW vismaatlatten Eddy Lammens, RWS WD 1 van 9-5-201212-4-20128-9 Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu November 2011 De evaluatie van de maatlatten in 2010 Voorafgaand
Nadere informatieRivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes
Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes Foto: Theodoor Heijerman Rivierkreeften Overzicht in Nederland voorkomende rivierkreeften. Nederlandse naam Europese rivierkreeft Turkse rivierkreeft Californische
Nadere informatieBijlagenrapport 6 Hidrostalpompen
Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 6 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieGemeente Lelystad. Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad. Projectnummer: AT Datum: Mei 2003
Gemeente Lelystad Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad Projectnummer: AT 30.2003.095 Datum: Mei 2003 Status: Concept Opgesteld: J. Kampen Gecontroleerd: P. Rutjes Watertoren 20, Postbus
Nadere informatie4.6 Vissen KRW. Joep de Leeuw, RIVO en Tom Buijse, RIZA
4.6 Joep de Leeuw, RIVO (joep.deleeuw@wur.nl) en Tom Buijse, RIZA Het Nederlandse rivierengebied kan aantrekkelijker voor vissen worden als uiterwaarden een natuurlijker onderdeel vormen van de rivier.
Nadere informatieBijlagenrapport 9 Open schroefpompen
Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen Rapport: VA9_ Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen. (Kemper et al.,)
Nadere informatieBeschouwing over de cumulatieve warmtelozing op de Noordzee (bestaande situatie)
l>us-s) -1-50662145 Consulting 07-0234 Beschouwing over de cumulatieve warmtelozing op de Noordzee (bestaande situatie) In deze aanvulling op het MER "1100 MW e kolengestookte centrale op de Maasvlakte"
Nadere informatieRecente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck
Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Vissennetwerk 7 september 2017 Indeling Levenscyclus Situatie in Vlaanderen
Nadere informatieVisonderzoek Gamerensche Plas
Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie na uitvoering van 85% van de verondiepingsmaatregelen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie
Nadere informatieResultaten monitoring Koopmanspolder
Resultaten monitoring Koopmanspolder Remco van Ek (thans Witteveen+Bos) Met: Leon Kelder (SBB), Marco Bats, Patrick Bakker (HHNK), Vrijwilligers KNNV, Studenten AERES, Landschap Noord-Holland, Fishflow
Nadere informatieHerinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg
Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Joke Nijburg 1 Inhoud: Aanleiding Beleid Uitvoeringsmethodieken Voor- en nadelen visstand Praktijkvoorbeelden Conclusies 2 Aanleiding Waterkwaliteit
Nadere informatieResultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland
Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten
Nadere informatie2 Materiaal en methode
2 Materiaal en methode 2.1 MONITORINGSMETHODE ALGEMEEN De STOWA richtlijnen voor bemonstering schrijven voor dat een monitoring, indien mogelijk continue dient te worden uitgevoerd. Continue monitoring
Nadere informatieEindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O
Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.
Nadere informatie4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO
4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016
KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg KRW Visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus 111 9750 AC
Nadere informatieVisbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,
Nadere informatieOmvang van de Nederlandse sportvisserij, in 2010
Indicator 23 september 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland zijn ruim een
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE PASSEERBAARHEID VAN SIFONS.
ONDERZOEK NAAR DE PASSEERBAARHEID VAN SIFONS. 14 januari 1998 Uitgevoerd in opdracht van Dienst Weg- en Waterbouwkunde Project RWS/OVB 1997-45 Bibliografische referentie: Kemper Jan H., 1997. Onderzoek
Nadere informatieSoortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden
BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY
Nadere informatieTREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages
TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.
Nadere informatieVerslag vissterfte vastgesteld in de Kleine Nete te Kasterlee op 17/07/2015 en berekening van de kostprijs van een compenserende herbepoting
Verslag vissterfte vastgesteld in de Kleine Nete te Kasterlee op 17/07/2015 en berekening van de kostprijs van een compenserende herbepoting 1. Omstandigheden De eerste melding van vissterfte bereikt het
Nadere informatieZoetwatervissen,
Indicator 19 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Soorten van schoon water zijn
Nadere informatieVrijwilligersmonitoring
Vrijwilligersmonitoring Arjen Kikkert Adviseur Waterkwaliteit en Ecologie Rijkswaterstaat West Nederland Noord 9 april 2015 Zoet-zoutmigratie - verbinding zoet-zout - zachte overgang in ruimte/tijd - verbindingen
Nadere informatie8.6. Ecologie van zoetwatervissen
8.6. Ecologie van zoetwatervissen Een belangrijke basis voor het visstandbeheer is voldoende kennis van de zoetwatervissen en hun omgeving. Welke eisen stellen vissen aan hun leefomgeving en hoe bepaalt
Nadere informatieOpdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:
Memo Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: 035.00.03.00.00 Aan: Gemeente Bodegraven Van: Mevrouw drs. A.A. Schwab Onderwerp: Actualisatie natuurwaardenonderzoek Bodegraven-Oost Datum: 13-11-2013
Nadere informatieKRW visstandmonitoring Woldmeer 2016
KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres
Nadere informatieNatuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieKoelwater Handreiking en inspectiekader voor Wvo- en Wwh-vergunningverlening
Datum Handreiking en inspectiekader voor Wvo- en Wwh-vergunningverlening 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Leeswijzer 5 1.3 Bijlagen 5 2 Beoordelingskader voor koelwaterlozingen 7 2.1
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen
Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Leiemeanders Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 265/4 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:
Nadere informatieV.V.H.V. Dr. M. Coussement
V.V.H.V. Dr. M. Coussement Twee groepen wateren: Groep 1 = waterwegen (bevaarbare waterlopen en kanalen) + kunstmatige visplassen (afgesloten viswateren)= Positief Lijst Groep 2= alle onbevaarbare waterlopen
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018.
Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 208. Provincie Limburg Rapportnummer: 2080379/rap02 Status rapport:
Nadere informatieKNNV afdeling Delfland
voor een natuurlijke leefomgeving In opdracht en in overleg met RAVON Uitgevoerd door de studiegroep vissen KNNV afdeling Delfland Doel: input voor digitale visatlas van Nederland en speciaal Zuid-Holland
Nadere informatieUltrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis
Ultrasone bestrijding blauwalg - effecten op vis Rapport: VA2007_28 Opgesteld in opdracht van: Hoogheemraadschap van Rijnland Oktober, 2007 2 e concept door: M.C. de Lange Statuspagina Statuspagina Titel:
Nadere informatieBemonstering van de visstand in enkele oeverlocaties langs de Hollandse IJssel
Bemonstering van de visstand in enkele oeverlocaties langs de Hollandse IJssel juli en september 3 uitgevoerd in opdracht van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
Nadere informatieVisrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot
NL39_03 Ringvaart Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot SportvisserijZuidwest Nederland machtigi ng Waterbeheerder: Hoogheemraadschap
Nadere informatieLanglopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde
Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde Najaarsonderzoek 2015 Rapportnummer: 20130096_3/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 2 december 2015 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:
Nadere informatieEddy Lammens, RWS WVL
RWS Water, Verkeer en Leefomgeving Uitzetten en onttrekken van vis Waar komen we vandaan, waar gaan we naar toe? Eddy Lammens, RWS WVL 1 9-5-201212-4-20128-912-4-20128-9 November 2011 Waarom is dit thema
Nadere informatieKRW visstandonderzoek in dertig waterlichamen in het beheergebied van Waterschap Rivierenland in 2018
KRW visstandonderzoek in dertig waterlichamen in het beheergebied van Waterschap Rivierenland in 2018 Rapport 2: Toetsing en beoordeling van de visstand voor de KRW In opdracht van: Waterschap Rivierenland
Nadere informatieVisbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Rode Loop Gerlinde Van Thuyne en Yves Maes INBO.IR.2012.24
Nadere informatie1 9 OKT Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking 1 9 OKT. 2015 Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede
Nadere informatieVisstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel
Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag 2008 Rapport 2009-023 J.H. Wanink Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel veldwerkverslag
Nadere informatieRapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:
Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande en kleine wateren Scheldemeander Meerseput, Scheldemeander Het Anker, Leiemeander te Oeselgem, Oude Durme te Hamme en de Rupelmondse Kreek, 22 Provincie
Nadere informatieInventarisatie paai- en opgroeigebieden van vis onder invloed van een aantal e-centrales in Nederland. Opgesteld in opdracht van: RIZA, Lelystad
\sg()-5:) Inventarisatie paai- en opgroeigebieden van vis onder invloed van een aantal e-centrales in Nederland Opgesteld in opdracht van: RIZA, Lelystad Door: FT, Vriese, A. bij de Vaate & GAJ, de Laak
Nadere informatie4.3.3. Het bekken van de Gentse kanalen
108 Tielt Bekken van de Gentse kanalen West-Vlaanderen BEKKEN VAN DE BRUGSE POLDERS Ruiselede Aalter Afleidingskanaal van de Leie Deinze LEIEBEKKEN Leopoldkanaal Waarschoot Zomergem Nevele Sint-Laureins
Nadere informatieThema: Vissen tussen zoet en zout II; - tussen zee en binnenwater - Opening
Verslag 20 e bijeenkomst van het Vissennetwerk - 27 november 2008 te Middelburg Thema: Vissen tussen zoet en zout II; - tussen zee en binnenwater - Opening Dagvoorzitter Reinier van Nispen (Provincie Zeeland)
Nadere informatieRAPPORT VISSERIJKUNDIG ONDERZOEK. Veersche Kreek. Op 1 en 2 december 2004 uitgevoerd in opdracht van de Hengelsportvereniging Middelburg 2L PB2004020
1 1 1 RAPPORT VISSERIJKUNDIG ONDERZOEK Veersche Kreek Op 1 en 2 december 2004 uitgevoerd in opdracht van de Hengelsportvereniging Middelburg 2L PB2004020 door Ing. P.A.D.M. Wijmans & G. Gerlach ORGANISATIE
Nadere informatieEuropese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen
Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Aanwezigheid van een bijzondere veenreus Bart Schaub; Hoogheemraadschap van Rijnland Martin Hoorweg; Sportvisserij Nederland Samen met Gerrit van
Nadere informatieOnderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013.
Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April
Nadere informatieInventarisatie vissen in de Harderbroek en de Stille Kern, Flevoland
Inventarisatie vissen in de Harderbroek en de Stille Kern, Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland Een rapportage van
Nadere informatieEnquête waterplanten en sportvisserij
Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties
Nadere informatieZaterdag 10 oktober 2015
Zaterdag 10 oktober 2015 Zaterdag 10 oktober zakten we af naar het hoge noorden van onze provincie. Paul, Harry en Rigo hadden de week vooraf de trajecten op de Prinsenloop vastgelegd. Bedankt daarvoor.
Nadere informatieDe Dender ontspringt in... en mondt uit in de... in de stad... Deze stad dankt zijn naam hieraan.
De Dender ontspringt in... en mondt uit in de... in de stad... Deze stad dankt zijn naam hieraan. Dit werkblad en volgend werkblad worden in de klas gemaakt, voor dat ze op stap gaan en de Dender van dichtbij
Nadere informatie