DE RECHTSPOSITIE VAN JONGEREN IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE RECHTSPOSITIE VAN JONGEREN IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE"

Transcriptie

1 DE RECHTSPOSITIE VAN JONGEREN IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE Aantal woorden: Rebecca Coene Studentennummer: Promotor: Prof. dr. Wendy De Bondt Commissaris: Dhr. Louis Favril Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Rechtsgeleerdheid Academiejaar:

2 In matters of truth and justice, there is no difference between large and small problems, for issues concerning the treatment of people are all the same. Albert Einstein 2

3 WOORD VAN DANK Deze masterproef betekent het einde van de opleiding Master in de Rechten aan de Universiteit Gent. Ik heb deze jaren als onvergetelijk ervaren. Het aangenaam gezelschap van mijn vrienden tijdens (na)schoolse activiteiten, de urenlange conversaties met mijn kotgenoten en de troostende vieruurtjes van mijn mama tijdens het studeren zitten hier ongetwijfeld voor iets tussen. Zoals de traditie het betaamt, gebruik ik graag dit voorwoord om enkele personen in het bijzonder te bedanken. Vooreerst bedank ik graag mijn promotor, professor De Bondt, voor het initieel aanreiken van dit uitdagende onderwerp, de kans om deze masterproef onder haar vleugels te mogen schrijven, de begeleiding en vrijheid die me bij het schrijven ervan gelaten werd. Dat ik deze studies mag beëindigen met een masterproef over een onderwerp dat mijn studiekeuze oorspronkelijk heeft bepaald, is werkelijk de kers op de taart. Een speciale vermelding verdienen mijn ouders om mij enerzijds de kans te geven deze memorabele studententijd te mogen beleven en mij anderzijds te voorzien van hun onuitputbare steun tijdens het schrijven van deze masterproef en tijdens de vele voorafgaande examenperiodes. Het belang van goede supporters kan moeilijk onderschat worden. In dit rijtje hoort ook een plaatsje voor mijn tante Lien. Met haar deel ik deze passie voor het jeugdrecht en kan ik uren over pijnpunten, opportuniteiten of dromen discussiëren. Zij verdient een speciale bedanking voor alle tips, alle contacten, alle nuttige informatie en al haar kennis om tot het schrijven van deze masterproef te komen. Tot slot richt ik dit dankwoord aan mijn zussen, broer en vrienden die mijn studententijd hebben gekleurd. Zij gaven me moed om vol te houden op momenten dat ik het niet meer zag zitten en toonden steeds oprecht interesse. Mijn vriend Thibaud verdient hier als laatste een bijzonder warme en liefdevolle bedanking omdat zijn steun en vertrouwen in mij ervoor gezorgd hebben dat ik deze opleiding in schoonheid mag afronden. Ik hoop dat u als lezer mijn masterproef met evenveel interesse en plezier zal doornemen als het hele proces mij bezorgd heeft. Ik wens u bij deze veel leesplezier. Rebecca Coene Vosselare, 15 mei

4 LIJST VAN AFKORTINGEN Besluit Bijzondere Jeugdbijstand Besluit Integrale Jeugdhulp Besluit Pleegzorg BJB BUPO-Verdrag BVR BW BWHI CRC Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet Pleegzorg Decreet Rechtspositie Minderjarige ECOSOC-Verdrag EHRM Euthanasiewet EVRM BVR 24 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand en het Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, BS 2 maart BVR 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, BS 28 februari BVR 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg, BS 14 januari Bijzondere jeugdbijstand. Internationaal Verdrag (VN) van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten. Besluit van de Vlaamse Regering. Burgerlijk Wetboek. Bijzondere wet 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, BS 15 augustus VN-comité voor de Rechten van het Kind. Decreet 7 maart 2008 betreffende de bijzondere jeugdbijstand, BS 15 april Decreet 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, BS 13 september Decreet 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg, BS 16 augustus Decreet 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp, BS 4 oktober Internationaal Verdrag (VN) 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele rechten. Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Wet 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, BS 22 juni Europees Verdrag voor de Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. 4

5 General Comment 15 Ger. W. Gw. Hca-diensten Hergo IJH ITP Jeugdbeschermingswet Jeugdwet Kinderrechtenverdrag MOF OCJ OM POS VN VOS Wet Bescherming Persoon Geesteszieke Wet Patiëntenrechten Wet Voorlopige Detentie Wet Voorlopige Hechtenis CRC, General Comment, no. 15, CRC/C/GC/15, 17 april 2013, The right of the child to the enjoyment of the highest attainable standard of health. Gerechtelijk Wetboek. Grondwet. Diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling. Herstelgerecht groepsoverleg. Integrale jeugdhulp. Intersectorale toegangspoort. Jeugdbeschermingswet zoals van toepassing voor de wijziging door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni Jeugdbeschermingswet zoals van toepassing na de wijziging door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni Internationaal Verdrag (VN) 20 november 1989 inzake de rechten van het kind. Als misdrijf omschreven feit. Ondersteuningscentrum jeugdzorg. Openbaar Ministerie. Problematische opvoedingssituatie. Verenigde Naties. Verontrustende situatie. Wet 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, BS 27 juli Wet 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, BS 26 september Wet 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die MOF hebben gepleegd, BS 1 maart 2002; ook Everberg-wet genoemd. Wet 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, BS 14 augustus

6 BEGRIPPENLIJST 1 Jeugdrecht Het geheel van juridische regels die het welzijn en de ontplooiing van jongeren beogen te bevorderen en te waarborgen. Jeugdbeschermingsrecht Het geheel van juridische regels betreffende de overheidsinterventie, door middel van specifieke instellingen of voorzieningen, met het oog op bijstand aan jongeren wier welzijn of ontplooiing onvoldoende wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemeen-maatschappelijke voorzieningen. Is tevens de overkoepelende term voor: - Het jeugdhulprecht - Het jeugddelinquentierecht - Beschermingsrecht voor geesteszieke minderjarigen - Het interventierecht ten aanzien van ouders met het oog op de bescherming van de minderjarige Jeugdhulprecht Dit bestaat uit de vrijwillige, gemandateerde en gerechtelijke jeugdhulp. Dit stelsel richt zich onder andere, maar niet enkel, tot jongeren in verontrustende situaties. Integrale jeugdhulp Het geheel van de jeugdhulpverlening, alsook de indicatiestelling en de jeugdhulpregie die worden verricht door de gemandateerde voorzieningen, vermeld in artikel 2, 1, 17 decreet integrale jeugdhulp. Integraal doelt op de jeugdhulpverlening die wordt voorzien in volgende sectoren: Kind & Gezin, de bijzondere jeugdzorg, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, de centra voor integrale gezinszorg, het algemeen welzijnswerk, de centra voor leerlingenbegeleiding en de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Jeugddelinquentierecht Dit strekt tot jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. 1 J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, die Keure, 2015,

7 Buitengerechtelijke, sociale of vrijwillige jeugdbescherming De hulpverlening die op vrijwillige basis wordt verleend door/via jeugdhulporganen. Essentieel worden de taken in het kader van deze vrijwillige hulpverlening in Vlaanderen momenteel verricht door de jeugdhulpaanbieders, de intersectorale toegangspoort en de gemandateerde voorzieningen. De gerechtelijke jeugdbescherming De interventie waartoe wordt beslist in een rechterlijke beslissing. De voornaamste taak is weggelegd voor de jeugdrechtbank, het Openbaar Ministerie en de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. VOS Een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt doordat zijn psychische, fysieke of seksuele integriteit of die van één of meer leden van zijn gezin wordt aangetast of doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen, waardoor het aanbieden van maatschappelijke hulp noodzakelijk kan zijn. Jeugdhulpaanbieders Een persoon of een voorziening die jeugdhulpverlening aanbiedt als bedoeld in artikel 3 van het decreet integrale jeugdhulp, zijnde personeelsleden en inloopteams van Kind en Gezin, Vertrouwenscentra Kindermishandeling, Centra voor Kinderzorg en gezinsondersteuning. Jeugdhulpvoorziening Een voorziening die jeugdhulpverlening aanbiedt als bedoeld in artikel 3 van het decreet integrale jeugdhulp (supra). Jeugdhulpverlener Een persoon die of een team dat binnen een jeugdhulpvoorziening belast is met het verstrekken van jeugdhulpverlening. Bijzondere jeugdbijstand De bijzondere jeugdbijstand regelt in Vlaanderen die aangelegenheden van de jeugdbescherming in België, waarvoor de bevoegdheid in 1980 door de Bijzondere Wet tot Hervorming Instellingen, werd toevertrouwd aan de Vlaamse gemeenschap. Sinds 1 mei 1990 wordt dit geregeld door BVR 4 april 1990 tot coördinatie van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand. 7

8 Jeugdsanctierecht Intersectorale toegangspoort Het jeugdsanctierecht verplaatst de klemtoon van bescherming van de minderjarige naar het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van de delinquente minderjarige. Dit gebeurt via normbevestiging. Orgaan dat onafhankelijk werkt van de jeugdhulpaanbieders en van de andere personen en voorzieningen die jeugdhulpverlening aanbieden, en dat met behoud van artikel 55 decreet integrale jeugdhulp, de buitengerechtelijke toegang tot de niet-rechtstreeks toegankelijke modules organiseert. 8

9 INHOUDSTAFEL WOORD VAN DANK 3 LIJST VAN AFKORTINGEN 4 BEGRIPPENLIJST 6 INHOUDSTAFEL 9 INLEIDING 14 DEEL 1: HISTORIEK 17 Inleiding 17 Hoofdstuk 1: de 19 e eeuw 20 Hoofdstuk 2: de 20 e eeuw De wet van 15 mei Ontstaan en kerngedachte Invloed van het sociaal verweer Het beschermingsmodel De kinderrechtbank De wet op de jeugdbescherming van Ontstaan en kerngedachte Invloed van het nieuw sociaal verweer Verruiming van het beschermingsmodel Vernieuwingen Evaluatie De staatshervormingen De communautarisering van de jeugdbescherming De staatshervorming van 1980: van jeugdbescherming naar de bijzondere Jeugdbijstand De staatshervorming van 1988: verdere uitbreiding bevoegdheden Gemeenschappen Beleidsinitiatieven van de Vlaamse Gemeenschap Het decreet van 27 juni Het decreet van 28 maart Het besluit van de Vlaamse Executieve van 4 april

10 2.4.4 Totstandkoming van de integrale jeugdhulp De wet van 2 februari Kritieken op de wet van Doelstellingen en wijzigingen van de wet van Hoofdstuk 3: de 21 e eeuw De wet voorlopige detentie van 1 maart Hervorming van het jeugddelinquentierecht Hervorming van het jeugdhulprecht De staatshervorming van De rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp Algemeen: rechtsbekwaam, maar in beginsel handelingsonbekwaam Het decreet rechtspositie minderjarige Categorieën jeugdbeschermingsrecht 45 Conclusie 47 DEEL 2: DE RECHTSPOSITIE VAN DE MINDERJARIGE 49 Inleiding 49 Hoofdstuk 1: De rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp Juridische argumenten voor een apart decreet voor minderjarigen Toepassingsgebied Territoriaal toepassingsgebied Materieel toepassingsgebied Personeel toepassingsgebied Bekwaamheid van de minderjarige: artikel 4 DRM Eigenlijke rechten Niet-discriminatie en recht op jeugdhulp Instemming en vrije keuze Informatie en duidelijke communicatie Respect voor het gezinsleven Inspraak en participatie Het dossier 58 10

11 Algemeen Gegevens die de gezondheid betreffen Toegang tot het dossier Afschrift Bijstand Recht op privacy Overige rechten Evaluatie 63 Hoofdstuk 2: De wet patiëntenrechten Algemeen Totstandkoming Toepassingsgebied Bevoegdheid federale overheid Uitgangspunt met betrekking tot minderjarigen Eigenlijke rechten Algemeen Het recht op een kwaliteitsvolle dienstverstrekking Het recht op een vrije artsenkeuze Het recht op informatie over de gezondheidstoestand De wilsonbekwame minderjarige De keuze van een vertrouwenspersoon Het recht op niet-weten De therapeutische exceptie De wilsbekwame minderjarige De keuze van een vertrouwenspersoon Het recht op niet-weten en de therapeutische exceptie Het recht op geïnformeerde toestemming De wilsonbekwame minderjarige patiënt De wilsbekwame minderjarige patiënt Het recht tot voorafgaande wilsverklaringen De negatieve wilsverklaring De positieve wilsverklaring 79 11

12 Het aanduiden van een vertegenwoordiger Het recht om als vertegenwoordiger op te treden Minderjarige als persoonlijk gemachtigde? Minderjarige als informele vertegenwoordiger? Het recht op inzage en afschrift van het patiëntendossier Algemeen De wilsonbekwame minderjarige Een recht van beide ouders De bescherming van de minderjarige Een recht op inzage en afschrift na overlijden De tussenfase De wilsbekwame minderjarige Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Het beroepsgeheim Het recht op intimiteit Het klachtrecht Een beroep op de ombudsfunctie Een vordering voor de rechtbank Het recht op een adequate pijnbestrijding Evaluatie 91 Hoofdstuk 3: De positie van het Internationaal Kinderrechtenverdrag Ontstaansgeschiedenis Sterke en zwakke punten Internationale doorwerking Doorwerking in België Artikel 24 Kinderrechtenverdrag Evaluatie 102 Conclusie

13 DEEL 3: EEN EIGEN RECHTSPOSITIE VOOR DE DELINQUENTE MINDERJARIGE IN DE PSYCHIATRIE 105 Inleiding 105 Hoofdstuk 1: Problematiek Wat is een psychiatrisch probleem? Maatregelen in het kader van de wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke Maatregelen vanuit het jeugdrecht Maatregelen vanuit het strafrecht Beperkingen en nood aan intersectorale samenwerking Oproep Vlaams Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen 118 Hoofdstuk 2: Op zoek naar een oplossing Enkele verschillen Overkoepelend voorstel tot wet 121 ALGEMEEN BESLUIT 123 BIBLIOGRAFIE

14 INLEIDING De zeer oude zingt er is niet meer bij weinig noch is er minder nog is onzeker wat er was wat wordt wordt willoos eerst als het is is het ernst het herinnert zich heilloos en blijft ijlings alles van waarde is weerloos wordt van aanraakbaarheid rijk en aan alles gelijk als het hart van de tijd als het hart van de tijd - Lucebert 14

15 Alles van waarde is weerloos. Deze dichtregel maakte Lucebert immens bekend. Het staat op allerlei manieren geschreven en verspreid in België en Nederland. Zelfs in Gent blinkt deze wijsheid aan de gevel van een gezellig cafeetje bij Sint-Jacobs. Bestaat er iets weerlozer dan kinderen? Toch wel, zieke kinderen. 2 Al heel lang trachten de wetgevers de bescherming van kinderen via wetgeving te realiseren, maar de idee dat een minderjarige als patiënt ook bescherming behoeft, is een relatief recent fenomeen. Daarenboven blijkt dat de aanwezigheid van een psychiatrisch probleem bij delinquente minderjarigen opvallend groter is dan bij niet-delinquente minderjarigen. Deze masterproef behandelt de rechtspositie van delinquente minderjarigen in de forensische jeugdpsychiatrie. Of hoe die ontbreekt. In het eerste deel komt een korte historiek aan bod. Dit is nodig om de juiste draagwijdte van alle termen die vandaag gebruikt worden te begrijpen. Extra aandacht is ook nodig voor de bijna continue bevoegdheidsoverdracht van de federale overheid naar de gemeenschappen. Dit resulteert in het feit dat het onderwerp van deze masterproef bengelt tussen de bevoegdheid van federale overheid en tussen die van de gemeenschappen. In het tweede deel van deze masterproef worden achtereenvolgens de rechten van de delinquente minderjarige en de minderjarige patiënt besproken, respectievelijk volgens het Decreet Rechtspositie Minderjarige en de Wet Patiëntenrechten. Deze beide wetgevingen worden vervolgens gekoppeld aan het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind om na te gaan in welke mate het Verdrag deze wetgevingen heeft kunnen inspireren. Het derde deel van deze masterproef behandelt de rechtspositie van jongeren in de forensische psychiatrie. Het start bij het concreet invullen van het concept psychiatrisch probleem om dan verder de huidige stand van zaken te bekijken voor wat betreft de positie van de geesteszieke minderjarige. De mening van de huidige kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen omtrent deze problematiek wordt ook geëxpliciteerd. Vervolgens worden de verschillen tussen de positie van de delinquente minderjarige en die van de minderjarige patiënt blootgelegd. Hierna volgt een voorstel tot wet om een overkoepelend wetgevend kader aan te reiken, geïnspireerd op de meningen en suggesties van respectievelijk enkele jeugdrechters en enkele jeugdpsychiaters. 2 C. LEMMENS, De minderjarige en de Wet Patiëntenrechten, Intersentia, Antwerpen, 2013, V. 15

16 16

17 DEEL 1: HISTORISCH OVERZICHT VAN DE WETGEVING INLEIDING De problematische en delinquente jeugd is niet meer uit de media weg te denken. Tal van benaderingswijzen om gepast te reageren op dit probleem werden reeds gesuggereerd. Geen van al deze opvattingen in het opvoedings- en jeugdbeschermingsbeleid bleef echter tot op vandaag overeind. In politieke en wetenschappelijke debatten wordt de nood aan fundamentele hervormingen van de vigerende jeugdbescherming aan de kaak gesteld. In dit deel wordt een overzicht van de voornaamste wetgeving met betrekking tot de kinderen - later uitgebreid tot jeugd - gegeven. In het eerste hoofdstuk van dit deel wordt de (ontbrekende) wetgeving uit de negentiende eeuw geschetst. De eerste wet waarin sprake is van een autonoom afwijkend kinderstrafrecht kwam immers maar tot stand op 15 mei De huidige wetgeving is dus het resultaat van een eeuwenlange aaneenschakeling van politieke en levensbeschouwelijke motieven. Wat vast staat, is dat elke generatie zich zorgen maakt om haar jeugd maar dat de concrete aanpak van probleemjongeren er verschillende visies op nalaat. In het tweede hoofdstuk van dit deel wordt de wetgeving van de twintigste eeuw onder de loep genomen. In deze eeuw ligt de focus allereerst op de wet van 15 mei 1912 op de kinderbescherming. Deze wet voert het beschermingsmodel in als antwoord op het mislukken van het strafmodel tegenover de vloedgolf van jeugdcriminaliteit. Kinderen worden niet langer als strafrechtelijk verantwoordelijk beschouwd onder voorwaarde dat zij beschikken over het vereiste onderscheidingsvermogen. De minderjarige wordt voortaan strafrechtelijk onbekwaam geacht en de kinderrechter kiest de best passende maatregel, rekening houdend met de persoonlijkheid van het kind 4. Vervolgens is de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming 5 het onderwerp van studie. 3 Wet 15 mei 1912 op de kinderbescherming, BS mei T. MOREAU, De inzet van de hervorming van de jeugdbescherming, TJK 2001, afl. 4, Wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, BS 15 april

18 Met deze wet consolideert het beschermingsmodel nog meer. De jeugdrechter spreekt beschermingsmaatregelen van onbepaalde duur uit op maat van de minderjarige om diens belangen zoveel mogelijk te behartigen. Tot slot wordt de communautarisering van de jeugdbescherming toegelicht aan de hand van de staatshervormingen van 1980 en De gemeenschappen worden bevoegd voor sociale bescherming en de gerechtelijke bescherming blijft onder de bevoegdheid van de federale regering. Vervolgens zijn enkele beleidsinitiatieven van de Vlaamse Gemeenschap aan de beurt: aan de hand van 2 decreten wordt duidelijk hoe de integrale jeugdhulp tot stand is gekomen. Het is de bedoeling om met die evolutie te komen tot een meer uitgewerkt en integraal beleid waarbij alle factoren over de grenzen heen met elkaar samenwerken. Tot slot wordt de wet van 2 februari tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming- geanalyseerd. De klemtoon verschuift naar de rechten van de minderjarigen en men denkt na over het risico, de schade en het slachtoffer. Het volgend hoofdstuk start met de bespreking van de wet voorlopige detentie van 1 maart Deze wet is het uiteindelijke gevolg van de veroordeling van België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Bouamar. Met deze wet opent het eerste federale gesloten centrum dat de opvangtekorten in de jeugdcriminaliteit moet oplossen na de afschaffing van de arresthuizen. Achtereenvolgens worden de hervormingen in het jeugddelinquentierecht en het jeugdhulprecht besproken. In het jeugddelinquentierecht worden de hervormingen nader bekeken omwille van de toenemende kritiek op het beschermingsmodel van Het falen van het beschermingsmodel tegenover toenemend afwijkend jongerengedrag leidt tot het ontstaan van belangrijke hervormingsinitiatieven. Deze hervormingsprojecten resulteren in de nieuwe jeugdwet van De wet kenmerkt zich inhoudelijk door het (min of meer) behoud van het beschermingsmodel, maar zij introduceert wel bijkomende rechtswaarborgen, legt een aantal maatschappijbeveiligende of sanctionerende klemtonen en werkt ook het kader uit voor herstelgerichte maatregelen als bemiddeling en groepsoverleg. 8 6 Een reparatiewet van 30 juni 1994 moest nadien nog overgangsrecht regelen en bracht op haar beurt enkele door de wet van 2 februari 1994 gewijzigde bepalingen aan. 7 Wet 15 mei 2006, BS 2 juni 2006 en wet 13 juni 2006, BS 19 juli De hervorming werd eind 2006 nog enigszins aangevuld door art wet 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, BS 28 december 2006 en art wet 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, BS 16 augustus 2006, KB 28 september 2006, BS 29 september 2006; Omzendbrief. Jeugdwet 1/2006 van 28 september 2006, BS 29 september 2006, drie samenwerkingsakkoorden 13 december 2006, BS 13 juli 2007; KB 25 februari 2007, BS 2 maart 2007; Omzendbrief. Jeugdwet 1/2007 en 2/2007 van 7 maart 2007, BS 8 maart Beter bekend onder de term hergo. 18

19 Als vierde komt de staatshervorming van 2014 aan de beurt. Dit vormt de voorlopig laatste stap in de communautarisering van de jeugdbescherming. Tot slot zijn het de minderjarigen zelf die in de kijker komen te staan. Het Decreet Rechtspositie Minderjarige in de jeugdhulp van 2014 voorziet in een aantal rechten die de minderjarige in beginsel zelfstandig kan uitoefenen en regelt de rechtspositie van minderjarigen in hun relatie met hulpverleners die onder het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp vallen. 19

20 HOOFDSTUK 1 DE 19E EEUW: GRONDSLAGEN BESCHERMING Vóór de wet van 15 mei 1912 op de kinderbescherming worden minderjarigen als principieel strafwaardig beschouwd. Jeugddelinquenten die handelen met een oordeel des onderscheids worden gestraft. Er is geen sprake van een afzonderlijk strafrechtsregime. In die tijd worden minderjarigen die een overtreding begaan regelmatig vrijgesproken omdat ze niet over het vereiste onderscheidingsvermogen beschikken om veroordeeld te worden. Om ook ten aanzien van deze minderjarigen te kunnen reageren, wordt het essentieel er een aparte categorie van te maken. Vanuit verscheidene hoeken komt steun voor deze conclusie. Allereerst waren het de Verlichte Filosofen die pleitten voor een autonoom systeem voor kinderen met de gepaste bescherming en zorg. Het accent komt meer te liggen op de heropvoeding van de minderjarigen 9. Kinderen moeten beschermd worden tegen de criminogene facetten van de sociaaleconomische levensomstandigheden van een bepaald segment van de bevolking en de maatschappelijke controle over hen hoort verder te worden uitgebouwd. Ouders en hun kinderen leven en werken immers in miserabele omstandigheden na de Industriële Revolutie. Het zijn nog steeds de kinderen van vandaag die de toekomst van morgen uitbouwen. Zij dienen zich door opvoeding zo goed mogelijk te leren aanpassen aan de omgeving en worden aldus object van pedagogische bekommernis. Bovendien wordt die bekommernis aangewakkerd door de hunkering van de arbeidersbewegingen en het verlichte deel van de burgerij naar een lotsverbetering van de arbeidersklasse. Maar ook de gewijzigde strafrechtstheorieën en criminologische opvattingen spelen een belangrijke rol. Enerzijds is er dus de gewijzigde perceptie van jeugdcriminaliteit en anderzijds is er de gewijzigde visie omtrent de reactie op jeugdcriminaliteit. Zo wordt bijvoorbeeld de strafduur afhankelijk gesteld van de heropvoedbaarheid van de gedetineerde. Hiervoor wordt geopperd in het belang van het kind en met het oog op de verbetering ervan. Verschillende initiatieven tot alternatieve afhandeling van jeugddelinquentie ontstaan vanuit deze kritiek. Een eerste alternatief bestaat erin om minderjarige delinquenten vervroegd en voorwaardelijk vrij te laten, vooraleer hier een wettelijke basis is voor voorzien. Een tweede optie: de plaatsing van minderjarige delinquenten bij landbouwers, bij leermeesters, in de mijnen of op schepen. Het doel hiervan is om de zware en minder zware delinquenten van elkaar te scheiden 9 B. DE RUYVER, De strafrechtelijke politiek gevoerd onder de socialistische Minister van Justitie E. Vandervelden, P. Vermeylen en A. Vranckx, Antwerpen, Kluwer, 1988,

21 om kopiërend gedrag te vermijden 10. Een laatste keuze betreft de invoering van de mogelijkheid om het kind ter beschikking van de regering te stellen indien de rechter oordeelt dat het gezin onvoldoende opvoedkundige waarborgen biedt. In die omstandigheid kan de rechter ingevolge het Strafwetboek van 1867 de minderjarige tot zijn eenentwintigste verjaardag plaatsen in een speciaal verbeteringshuis of in een liefdadigheidsinstelling. Op die manier krijgt de heropvoeding van de jongere toch nog een laatste kans. 11 Hierbij moet opgemerkt worden dat deze maatregelen eerder beschouwd moeten worden als een gunst en zeker niet automatisch worden toegepast. 12 HOOFDSTUK 2- DE 20E EEUW: VAN KIND ALS DADER NAAR KIND IN GEVAAR 2.1 De wet van 15 mei 1912 op de kinderbescherming: de geboorte van het probleemkind Ontstaan en kerngedachte Het resultaat van al deze stromingen is de wet van 15 mei 1912 op de kinderbescherming, tot stand gekomen onder justitieminister Carton de Wiart 13. Deze wet is geïnspireerd op het wetsvoorstel van voormalig justitieminister Le Jeune 14 uit Zijn wetsvoorstel 15 bevat de belangrijkste inhoud die later in de eerste kinderbeschermingswet is terug te vinden. Het voornaamste doel is kinderen beneden de 16 jaar buiten het strafrecht te houden. Zo is voor het eerst een leeftijd van strafrechtelijke meerderjarigheid ingevoerd. 16 Centraal hierbij staat de aanwending van het strafrecht (de mens als abstract wezen, begaafd met redelijkheid en vrije wil) op de jonge delinquent, mits aanpassing van de leeftijdsgrenzen en daarbij rekening houdend met de persoonlijkheid en het gedrag van de jongere. Door deze wet worden ten aanzien van jeugdige daders jonger dan 16 jaar bewarings-, opvoedings- en behoedingsmaatregelen van onbepaalde duur uitgesproken door een kinderrechter om zo een veroordeling te vermijden. De 10 J. CHRISTIAENS, Een alternatief voor het alternatief in C. ELLIAERTS (red), Constructief sanctioneren van jeugddelinquenten, een commentaar bij 5 jaar werking BAS!, Brussel, VUB Press, 2002, J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, J. CHRISTIAENS, Een alternatief voor het alternatief in C. ELLIAERTS (red), Constructief sanctioneren van jeugddelinquenten, een commentaar bij 5 jaar werking BAS!, Brussel, VUB Press, 2002, Henri Carton de Wiart was van minister van Justitie in de periode onder regering de Broqueville I Cooreman. 14 Jules Le Jeune was minister van Justitie van 1887 t.e.m en stierf in 19911, net voordat de wet op de kinderbescherming werd aangenomen. 15 E. VERHELLEN, Jeugdbeschermingsrecht, Gent, Mys en Breesch, 1998, J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015,

22 maatregelen bestaan uit een berisping, een plaatsing 17 of de terbeschikkingstelling aan de regering tot aan de meerderjarigheid. 18 Opvallend is dat de wet van 1912 voornamelijk gericht is op delinquentie en predelinquentie (prostitutie, bedelarij, landloperij). Zo kan de figuur van de kinderrechter op vordering van de ouders ook maatregelen opleggen ten aanzien van kinderen die hun ouders ernstige redenen tot ontevredenheid geven wegens hun wangedrag of onbuigzaamheid. Samenvattend is de functie van de eerste kinderbeschermingswet een instrument van criminele politiek. 19 Deze wet bestrijdt de (potentiële) jeugddelinquentie om zo de maatschappelijke orde te bewaken. Als legitimatie van gerechtelijke tussenkomst worden de predelinquente minderjarigen aangegrepen. Zij veroorzaken namelijk criminaliteit Invloed van het sociaal verweer Het gedachtegoed van het sociaal verweer maakt zijn intrede in het strafrecht onder invloed van sleutelfiguren Enrico Ferri en Lombroso. 20 Het politieke milieu wordt gevoelig voor de criminogene gevolgen van erbarmelijke levensomstandigheden die de Industriële Revolutie heeft veroorzaakt. Met het sociaal verweer komt de nadruk te liggen op de bescherming van de maatschappij tegen gevaarlijke individuen waarvan hun misdadige levenswijze oorsprong vindt in hun sociale omgeving en in hun medisch-antropologische persoonlijkheidsfactoren. Vroegtijdig ingrijpen in bepaalde gezinsstructuren aan de hand van heropvoedende maatregelen moet de jeugdcriminaliteit voorkomen en bestrijden. Deze maatregelen zijn van onbepaalde duur, aangepast aan de persoonlijkheid van het kind en vooral aan het gevaar dat het kind vormt voor de maatschappij. 21 Hiervoor moeten de principes van proportionaliteit en goede rechtspleging wijken, wat een nefast gevolg uitmaakt. Er komt dan ook een stormvloed aan kritiek op het gebrek aan rechtswaarborgen voor de minderjarige (delinquent). 17 Onder plaatsing moet worden begrepen: het toevertrouwen van de minderjarige aan een persoon of aan een private of openbare liefdadigheids- of onderwijsinstelling. 18 J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, D. BALLET, De minderjarige en het strafrecht: een poging tot verheldering van zijn strafrechtelijke positie in C. ELIAERTS, J. GERLO en E. VERHELLEN (Eds.), Van jeugdbeschermingsrecht naar jeugdrecht?, Antwerpen, Kluwer Gouda Quint, 1990, J. CHRISTIAENS, De jeugddelinquentie en zijn bescherming: een historisch perspectief, De orde van de dag, 2000, afl. 11, Y. CARTUYVELS, Jeugdrecht in België: wat is er veranderd?, De orde van de dag. Criminaliteit en samenleving, afl. 11,

23 2.1.3 Het beschermingsmodel De wetgever bekrachtigt met de wet op de kinderbescherming van 15 mei 1912 de keuze voor een zuiver beschermingsmodel. Dit model vindt zijn oorsprong in het tekortschieten van de gevangenis als adequaat middel om af te rekenen met jeugddelinquentie. 22 Hierdoor wordt definitief een eind gemaakt aan de toepassing van het strafrechtelijk model op jongeren, die geen rationele maar opgroeiende, nog te vormen, wezens zijn. De wetgever voert met andere woorden een wettelijk vermoeden van afwezigheid van het onderscheidingsvermogen van het kind in, waardoor het kind buiten het strafrecht wordt geplaatst. Hiervoor worden drie redenen aangehaald. 23 Allereerst is er de moeilijke interpretatie van het begrip oordeel des onderscheids van minderjarigen. Dit vertaalt zich naar het aanvoelen van het goede of het kwade dat in het kind schuilt. Met de term aanvoelen is duidelijk waar het probleem schuilt en is er van rechtszekerheid geen sprake. Bovendien faalt het strafrecht in de strijd tegen jeugdcriminaliteit. Ten slotte moet de samenleving zich beschermen tegen onaangepaste en gevaarlijke jongeren, veeleer dan tegen aansprakelijke en schuldige jongeren De kinderrechtbank De minderjarigen jonger dan zestien jaar worden toevertrouwd aan de beoordeling door de kinderrechtbank, een essentieel vernieuwend element uit de kinderbeschermingswet van Deze kinderrechter is bevoegd om beschermingsmaatregelen te nemen. 25 Hij kan dat doen bij jeugdmisdadigheid, maar tevens bij een aantal gedragingen die als sociaal niet wenselijk gedrag kunnen omschreven worden en zo tot criminaliteit kunnen leiden. 26 Jongeren die het slachtoffer van hun opvoedingssituatie zijn, vinden geen heil bij de kinderrechter. Het is slechts de rechter van eerste aanleg die ouders uit hun ouderlijk gezag kan zetten, een mogelijkheid die met de wet van 1912 aanzienlijk wordt uitgebreid. Over wat er nadien gebeurt met de kinderen heeft de kinderrechter geen inspraak. 22 T. MOREAU, De inzet van de hervorming van de jeugdbescherming, TJK, 2001, afl. 4, Y. CARTUYFELS, Jeugdrecht in België: wat is er veranderd?, De orde van de dag. Criminaliteit en samenleving. Afl. 11, J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure,2015, C. ELIAERTS, Zalven of slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming in C. LIS, H. SOLY (eds.), Tussen dader en slachtoffer: Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief, Brussel, VUB Press, 2001, G. DEBOCK, Penale aspecten in de jeugdbescherming in X, Kind en gerecht: teksten bij de studiedag van 16 februari 1978, Leuven, Acco, 1978,

24 Anno 1912 is de visie op het probleemkind dan ook eerder dadergericht. Het zijn de gedragingen van de jongere zelf die aanleiding geven tot gerechtelijke tussenkomst. Ondanks de beschermingsgedachte kan niet worden ontkend dat controle ook een belangrijk doel is van de wet van Deze dubbelzinnige doelstelling roept dan ook vragen op, want het is niet duidelijk welke bescherming nu wordt nagestreefd: die van de jongere of die van de samenleving? 2.2 De wet op de jeugdbescherming van Ontstaan en kerngedachte De wet op de jeugdbescherming van 1965 situeert zich in de naoorlogse periode die niet te vergelijken valt met de vooroorlogse. Tot voor de Tweede Wereldoorlog leidde de wet van 1912 tot bevredigende resultaten. De noodzaak tot herziening ervan is echter na de Tweede Wereldoorlog van prioritair belang omwille van verschillende aspecten. 28 De interventiegronden deinen steeds verder uit en allerlei problemen en gedragingen vinden hun weg naar de kinderrechter. Allereerst is er sprake van een stijging van het aantal plaatsingen. 29 Dit was het gevolg van een toename van de ontzettingen uit het ouderlijk gezag en van de stijging van de naoorlogse jongerencriminaliteit. Dit is vooral problematisch omwille van het penaliserend effect dat dit met zich meebrengt en het gebrek aan behartiging van de belangen van de minderjarige. Vervolgens is er het grote vertrouwen in de ontwikkeling van de sociale wetenschappen en het belang van het gezin. Het gezin wordt voortaan beschouwd als het beste orgaan om de belangen van het kind ter harte te nemen. 30 Indien het gezin hier niet in slaagt, wordt de taak door de staat overgenomen en leidt dit bijgevolg tot een inperking van het ouderlijk gezag. Ten derde is er het verlangen om de praetoriaanse praktijk van 1912 te bestendigen. Het is namelijk zo dat de kinderrechter eveneens bevoegd is voor minderjarigen tot achttien jaar indien de ouders van de minderjarige de kinderrechter vorderen om hun telg te straffen met een maatregel. Deze tegenstrijdigheid met de meerderjarigheidsleeftijd op zestien jaar was in 1965 de aanzet om de strafrechtelijke meerderjarigheid te verhogen tot achttien jaar. 27 Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, BS 15 april 1965, err. BS 29 mei 1965, in werking getreden op 1 september E. VERHELLEN, Jeugdbeschermingsrecht, Gent, Mys en Breesch, 1996, en R. CHARLES, Les activités des comités de protection de la jeunesse, Ann. Dr. 1971, X, Jongeren in de gevangenis. Studiedag: verslagbrochure, studie- en informatiedag, 20 november 1986 te Leuven in het College de Valk, Brussel, Contactcomité voor organisaties voor jeugdzorg, 1986,

25 De wet van 1965 vindt zijn oorsprong in het wetsontwerp van justitieminister Vermeylen uit De jeugdbeschermingswet zorgt voor drie grote wijzigingen: de leeftijd van strafrechtelijke meerderjarigheid wordt opgetrokken tot 18 jaar, de kinderrechter is nu een jeugdrechter en de sociale bescherming doet zijn intrede Invloed van het nieuw sociaal verweer 33 Het nieuw sociaal verweer ontwikkelt zich na de Tweede Wereldoorlog in de context van de opbouw van de welvaartstaat en het consensusmodel. Dit gaat gepaard met een sterke toename van de overheidsinterventie in de sociale sector. De functie van de overheid bestaat er per slot van rekening in verzorgend, besturend en verdelend in zowel de private als de publieke sfeer in te grijpen. Het is in deze context dat het oud sociaal verweer moet wijken voor een meer humaan nieuw sociaal verweer, met specifieke aandacht voor de mensenrechten, analoog met de totstandkoming van de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens 34 (hierna: EVRM). Deze strekking staat positief tegenover resocialisatie, re-integratie en behandeling en komt in de nieuwe jeugdbeschermingswet van 8 april 1965 tot uiting Verruiming van het beschermingsmodel Waar het kind in de wet van 1912 gezien wordt als dader, wordt het kind in de wet van 1965 eerder gezien als slachtoffer van de omstandigheden waarin het wordt opgevoed. Het criterium van tussenkomst verschuift van gevaarlijk kind naar kind in gevaar. 35 Hierdoor is preventieve interventie gelegitimeerd. De jeugdrechter kan vanaf nu optreden indien de jongere een als misdrijf omschreven feit pleegt, maar ook indien hij zich in een problematische opvoedingssituatie bevindt, aangezien dit tot crimineel gedrag kan leiden in de toekomst. Hiervoor wordt naast de gerechtelijke bescherming 36 nu ook voorzien in de buitengerechtelijke of sociale bescherming. 37 De (buiten)gerechtelijke maatregelen zijn gericht op de dader en diens heropvoeding. Ze beogen de 31 Wetsontwerp betreffende de jeugdbescherming van 13 september 1963, Parl. St. Kamer , nr J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, C. ELIAERTS, Zalven of slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming in C. LIS en H. SOLY (eds.), Tussen dader en slachtoffer: Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief, Brussel, VUB Press, 2001, Het EVRM werd in België goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955 houdende goedkeuring van het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, BS 19 augustus J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, Titel II van de wet op de jeugdbescherming, BS 15 april Titel I van de wet op de jeugdbescherming, BS 15 april

26 behandeling van de minderjarige delinquent in zijn eigen belang. Het lijkt erop dat dit eerder een wettelijke verankering is van wat de facto reeds werd toegepast Vernieuwingen De wet van 1965 resulteert in drie vernieuwingen die met de negatieve effecten van de kinderbeschermingswet van 1912 komaf moeten maken. Ten eerste wordt de leeftijd van strafrechtelijke meerderjarigheid opgevoerd van zestien naar achttien jaar. 38 Voortaan krijgen alle minderjarigen jonger dan achttien jaar beschermingsmaatregelen in plaats van strafrechtelijke sancties opgelegd. Deze verhoging is het resultaat van de wens van de wetgever om de praetoriaanse praktijk te officialiseren. Het was namelijk zo dat de kinderrechter de bevoegdheid had om in uitzonderlijke omstandigheden maatregelen ten aanzien van kinderen tot achttien jaar te treffen. Het begrip uitzonderlijke omstandigheden bestaat enerzijds uit bedelende of zwervende jeugd en anderzijds uit kinderen die het voorwerp uitmaken van een ouderlijke klacht. Deze ouderlijke klacht werd in de praktijk echter vaak misbruikt 39 : de ouders van delinquente zestienplusjongeren dienden een ouderlijke klacht in en verzochten de kinderrechter hun kind her op te voeden. Op die manier kon het parket afzien van vervolging voor het misdrijf. Men besloot daarom de leeftijd van strafrechtelijke meerderjarigheid te verhogen, met als uitgangspunt de principiële schuldonbekwaamheid van jongeren onder de achttien jaar. Het doel is de bescherming van de minderjarige. Maar ook deze regeling is niet vrij van kritiek: de rechtsleer is verdeeld. De tegenstanders van de optrekking zijn van mening dat een jongere vanaf zestien jaar betekenis moet kunnen geven aan zijn acties en aldus geen bescherming behoeft. Om tegemoet te komen aan deze groep wordt een tussenoplossing ingevoerd met de uithandengeving, 40 een wettelijke mogelijkheid die tot op vandaag bestaat. Zo is het in sommige omstandigheden mogelijk dat een zestienplusser door de reguliere strafrechtbanken met effectieve straffen wordt bestraft en niet voor de jeugdrechter met beschermingsmaatregelen. Ten tweede moet de kinderrechtbank plaats ruimen voor de jeugdrechtbank. 41 Voortaan is de jeugdrechter bevoegd beschermingsmaatregelen te nemen en op te volgen. De jeugdrechter is de verheerlijking van de beschermer van het kind. Alle mogelijke elementen die te maken hebben met de opvoeding van het kind en wat daarvan in het verlengde ligt, is nu een zaak van de jeugdrechter. 38 F. TULKENS, Enfants en prison: la Belgique condamnée, Journal du droit des jeunes, 1988, afl. 3, E. VERHELLEN, Jeugdbeschermingsrecht, Gent, Mys & Breesch, 1996, J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, Art Jeugdbeschermingswet. 26

27 Hij kan ook maatregelen voorzien om opvoedkundige actie in het gezinsmilieu op te zetten. Zo zijn de ouders vanaf 1965 verplicht zich te schikken naar de maatregelen die de jeugdrechter oplegt. Denk bijvoorbeeld aan ontzetting uit het ouderlijk gezag, toezicht op de besteding van de kinderbijslagen en opvoedingsbijstand. De grondslag hiervoor is aan de ene kant de sterke cohesie tussen familiale conflicten en problematische situaties, waarbij verwacht wordt dat een regeling van het familiale conflict de interventie van de jeugdbescherming kan beletten. Aan de andere kant kunnen sommige burgerrechtelijke instellingen, voornamelijk adoptie, worden opgestart als beschermingstechnieken voor minderjarigen. De jeugdrechtbank krijgt bovendien een eigen sociale dienst. 42 Voorts wordt de bevoegdheid van de jeugdrechtbank uitgebreid en is die nu ook bevoegd voor minderjarigen in gevaar en dus niet meer beperkt tot (pre-)delinquente jongeren. Opvallend is dat de mogelijke maatregelen identiek zijn voor delinquente jongeren en jongeren in gevaar. Ten derde -dit is wellicht de belangrijkste innovatie- wordt de jeugdbescherming niet meer louter gerechtelijk georganiseerd. De sociale bescherming voorziet in buitengerechtelijke bescherming door de oprichting van jeugdbeschermingscomités. Zij krijgen een voornamelijk preventieve opdracht die erin bestaat de gerechtelijke hulpverlening zoveel mogelijk te vermijden. Buitengerechtelijke bescherming omvat sociale acties op vrijwillige basis (met toestemming van de ouders) voor de minderjarige van wie de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid in gevaar was (wegens het milieu waarin hij leeft, zijn bezigheden of het gedrag van degenen die de bewaring over hem hebben). Indien echter de vrijwillige hulpverlening mislukt, kan alsnog beroep worden gedaan op de gerechtelijke interventie van de jeugdrechtbank Evaluatie Behoudens de klachten aangaande het gebrek aan middelen in infrastructuur wordt de nieuwe jeugdbeschermingswet haast algemeen positief onthaald. Pas later komt er fundamentele kritiek op het hoge aantal plaatsingen waartoe de wet aanleiding gaf, in combinatie met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. Het bezwaar gaat voornamelijk over de onduidelijke grens tussen sociale en gerechtelijke hulpverlening en de zwakke rechtswaarborgen met betrekking tot de jeugdbescherming: de zwakke rechtspositie van de jongere, het gebruik van vage begrippen, het gebrek aan proceswaarborgen J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, Zie vnl. X, Maatschappelijke funktie van de jeugdrechtbankt/fonction sociale du tribunal de la jeunesse, Brussel, Studiecentrum voor jeugdmisdadigheid, 1979, 107p. (met o.a. de bijdrage van L. DUPONT, 27

28 Ook de Raad van State boog zich over de strikte spanning tussen de toepassing van het legaliteitsbeginsel en de noodzaak van de meest geschikte en aangepaste interventies: want de rechter onder dwang van de klassieke regels beletten het grootste kwaad te doen, betekent ook hem beletten het grootste goed te doen. 44 In de loop van de jaren 80 roepen meer en meer stemmen op tot de invoering van een vorm van jeugdsanctierecht omdat de problematiek van delinquente jongeren op de voorgrond komt te staan. Het zijn deze kritieken die tot vrij ingrijpende hervormingen in de jaren 80 aanleiding geven, versneld door de staatshervormingen. 2.3 De staatshervormingen De communautarisering van de jeugdbescherming België maakt in de jaren 80 van de twintigste eeuw ingrijpende hervormingen mee. Deze hervormingen leiden in 1980 tot een vierde grondwetsherziening, die een definitief einde maakt aan de eenheidsstaat en een voorzichtige stap zet op weg naar een federaal België. In 1988 zorgt de vijfde grondwetsherziening voor een radicale doorbraak van het federalisme. 45 Deze hervormingen betekenen eveneens de politieke hervorming van de wet op de jeugdbescherming. De wet van 1965 is nog steeds gedeeltelijk van toepassing, maar er wordt een tweedeling ingevoerd wat betreft de doelgroepen van jeugdbescherming. Enerzijds is er bijstand voor de niet-delinquente jeugd voorzien en anderzijds is er gerechtelijke bescherming voor de minderjarige delinquent. De buitengerechtelijke sociale bescherming wordt vanaf heden door de gemeenschappen georganiseerd en het is de federale overheid die voor de gerechtelijke hulpverlening bevoegd blijft. Op die manier wordt het beschermingsmodel in een beschermend-emanciperend model omgezet en wordt een hulpsysteem dat de gerechtelijke tussenkomst op afstand moet houden, ingevoerd. Gerechtelijke interventie is pas verantwoord indien de (vrijwillige) hulpverlening tekort schiet. De jeugdrechtbank blijft evenwel bevoegd om beschermingsmaatregelen op te leggen en behoudt hierbij al haar voorrechten. Deze maatregelen wordt getroffen tegen de minderjarige delinquent, op vordering van het parket, respectievelijk betreffende de minderjarige niet-delinquent in gevaar, die zich tegen de opgelegde hulp verzet. Essentieel kenmerkend is dat er een duidelijke breuk gerealiseerd wordt Jeugdbescherming met mate, 5-13); M. VAN DE KERCHOVE, Des mesures répressives aux mesures de sûreté et de protection. Rélfexions sur le pouvoir mystificateur de langage, RDPC , ). 44 Adv. RvS, Parl. St. Kamer , nr. 885/1, (39-43) 42; Adv. RvS, Parl. St. Kamer , nr. 637/1, P. SENAEVE en J. PEETERS, De hervorming van het jeugdbeschermingsrecht, Leuven, Acco, 1994, en

29 tussen het stelsel van jeugdige delinquenten en jeugdige niet-delinquenten. Deze tweedeling zou moeten beletten dat justitiële tussenkomsten zich uitstrekken tot toestanden waarin (nog) geen misdrijf is gepleegd. Dit betreft een uitdrukkelijke bevestiging van het subsidiariteitsbeginsel: de vrijwillige jeugdzorg dient voorrang op het gerechtelijk optreden te krijgen. Het komt neer op een versterking van de rechtspositie van de minderjarige. Bovendien geldt de welzijnsfilosofie als het algemene uitgangspunt van zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke hulpverlening. Dit uit zich vooral op gerechtelijk vlak in de maatregelen die kunnen worden opgelegd: opvoedend en toekomstgericht De staatshervorming van 1980: van jeugdbescherming naar de bijzondere jeugdbijstand Als gevolg van de staatshervorming van 1980 krijgen de gemeenschappen onder andere bevoegdheden met betrekking tot persoonsgebonden aangelegenheden waarvan de inhoud wordt bepaald door een wet met bijzondere meerderheid. 46 Met de wet Bijzondere Wet Hervorming van de Instellingen (hierna: BWHI) 47 valt (een gedeelte) van de jeugdbescherming onder persoonsgebonden aangelegenheden en de gemeenschappen zijn aldus bevoegd. Artikel 5 BWHI omschrijft de persoonsgebonden aangelegenheden, wat de bijstand aan personen betreft, immers als: de jeugdbescherming met uitzondering van de aangelegenheden ressorterende onder het burgerlijke recht, het strafrecht of het gerechtelijk recht. Uit deze omschrijving volgt dat de federale wetgever voor een vrij uitgebreide materie bevoegdheden blijft hebben. Hoewel hierover al snel discussies ontstaan 48, komt het erop neer dat de gemeenschappen bevoegd zijn voor problematische opvoedingssituaties, daar waar de federale overheid bevoegd is voor jongeren die een als misdrijf omschreven feit plegen. In de praktijk blijkt dit echt niet zo simpel: het Grondwettelijk Hof is verscheidene keren moeten tussenkomen om de correcte draagwijdte van de bepalingen te interpreteren Art Grondwet. 47 Bijzondere Wet tot Hervorming van de Instellingen van 8 augustus 1980, BS 15 augustus L. DUPONT en C.VANDER AUWERA, Het nieuwe jeugdrecht van de Vlaamse Gemeenschap, Leuven, Acco, 1988, K. DEWEERDT en J. PUT, Veertig jaar jeugdbeschermingsrecht, NJW 2004,

Inhoud. Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de. Hoofdstuk 2. Sociale opvoeding in het regime van de Wet op de

Inhoud. Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de. Hoofdstuk 2. Sociale opvoeding in het regime van de Wet op de 5 Inhoud Inleiding 11 Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de jonge natie-staat België 15 Van 1830 tot aan de vooravond van de Wet op de Kinderbescherming van vijftien

Nadere informatie

Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen?

Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen? Masterproef van de opleiding 'Master in de Rechten' Ingediend

Nadere informatie

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand,

Nadere informatie

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie 1. Situering In het algemeen kan worden gesteld dat de reglementering in de sector van de bijzondere jeugdbijstand perfect is afgestemd

Nadere informatie

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012 Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp 7 december 2012 Bijstandspersoon aangeduid door minderjarige Een studiedag in 2010 6 december 2012 www.steunpuntjeugdhulp.be 3 Het recht op bijstand in het decreet

Nadere informatie

Centra voor Leerlingenbegeleiding

Centra voor Leerlingenbegeleiding Centra voor Leerlingenbegeleiding Regelgeving: 1. Decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding. 1/12/1998 B.S. 10/04/1999 2. Besluit van de Vlaamse regering betreffende het multidisciplinair

Nadere informatie

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen 29 mei 2018 Inspiratiedag Werkzame Forensische

Nadere informatie

De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp. Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond

De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp. Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond 1 Reactie op (vermoedelijk) delict scheiden van hulp

Nadere informatie

vzw Steunpunt Jeugdhulp februari 2011 Het Decreet Rechtspositie minderjarigen in de VAPH-praktijk

vzw Steunpunt Jeugdhulp februari 2011 Het Decreet Rechtspositie minderjarigen in de VAPH-praktijk vzw Steunpunt Jeugdhulp februari 2011 Het Decreet Rechtspositie minderjarigen in de VAPH-praktijk Wat staat er op het menu? DRM in vogelvlucht Focus op bekwaamheid en participatie Focus op belang van het

Nadere informatie

JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans

JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans Bijzonderheden Herziening 4 Initiële duur Leeftijd 3 Voorwaarden 2 Rechtspleging ten gronde Voorbereidende rechtspleging

Nadere informatie

Omgaan met verontrusting

Omgaan met verontrusting Samen werken rond kindermishandeling: een praktische benadering Destoop Tine Vertrouwenscentrum Antwerpen Omgaan met verontrusting Protocol van Moed (proefproject 1/1/2012-31/12/2013) Start nieuwe jeugdhulplandschap

Nadere informatie

Juridisch kader van de rechten van minderjarigen en ouders in de integrale jeugdhulp

Juridisch kader van de rechten van minderjarigen en ouders in de integrale jeugdhulp Juridisch kader van de rechten van minderjarigen en ouders in de integrale jeugdhulp Nele Desmet (Kinderrechtswinkel vzw) Studiedag 6 maart 2015 De rechten van de minderjarige cliënt in de integrale jeugdhulp

Nadere informatie

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier.

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier. Dossier CKG s Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier. Bij de registratie van gegevens moet rekening worden gehouden met de

Nadere informatie

BELANG VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 5

BELANG VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 5 BELANG VAN DE MINDERJARIGE Artikel 5 Het belang van de minderjarige vormt de belangrijkste overweging bij het verlenen van jeugdhulp. Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld in dialoog met de

Nadere informatie

Een statuut voor pleegouders. april 2017

Een statuut voor pleegouders. april 2017 Een statuut voor pleegouders april 2017 Een statuut volgens Europa Europese aanbeveling (87)6 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa on foster families 1) de lidstaten dienen een systeem van

Nadere informatie

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen nota nota aan de Dienst Voogdij, federale overheidsdienst Justitie datum 1 maart 2014 uw kenmerk naam lijnmanager Lucien Rahoens naam auteur Virna Saenen onderwerp toepassing van het decreet Integrale

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Academiejaar Jeugdsanctierecht. door. Anke Schoeters. (studentennr.: )

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Academiejaar Jeugdsanctierecht. door. Anke Schoeters. (studentennr.: ) Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2012-2013 Jeugdsanctierecht door Anke Schoeters (studentennr.: 00803091) Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Promotor: Prof. Brice De Ruyver Commissaris:

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Naar een versterkte positie van het jeugdparket?

Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Studiedagen VLAAMS JEUGDDELINQUENTIERECHT Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Dirk DE WAELE advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen Filosofie van het nieuwe decreet Snel, constructief,

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en het ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Nadere informatie

JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE. Inleiding: 1965 = geboorte of doorstart? Evolutie in chronologie Evolutie in thema s Conclusie

JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE. Inleiding: 1965 = geboorte of doorstart? Evolutie in chronologie Evolutie in thema s Conclusie JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE 1965-2015 Prof. Johan Put, gewoon hoogleraar KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuvens Instituut voor Criminologie 1 JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE Inleiding: 1965 = geboorte

Nadere informatie

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp (B.S. 04.10.2004) HOOFDSTUK I. -Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

BEKWAAMHEID VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 4

BEKWAAMHEID VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 4 BEKWAAMHEID VAN DE MINDERJARIGE Artikel 4 1. Onverminderd de rechten van de ouders, oefent de minderjarige de rechten, opgesomd in dit decreet, zelfstandig uit. 2. In afwijking van 1, oefent de minderjarige

Nadere informatie

t Zitemzo met het recht op instemming in de integrale jeugdhulp Nele Desmet Juriste tzitemzo

t Zitemzo met het recht op instemming in de integrale jeugdhulp Nele Desmet Juriste tzitemzo t Zitemzo met het recht op instemming in de integrale jeugdhulp Nele Desmet Juriste tzitemzo 01.12.2017 Minderjarigen in moeilijkheden Buitengerechtelijke hulpverlening 1. Sectoren/diensten IJH (CAW, CLB,

Nadere informatie

Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015

Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015 Omgaan met het dossier Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015 Recht op dossier Tussen hamer en aambeeld? Doel van papierwinkel? Externe harde schijf hulpverlener

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel REVEVR_VB_13001_2013.book Page V Monday, August 5, 2013 9:32 AM Beknopte inhoudstafel Een gedetailleerde inhoudsopgave vindt u bij het begin van elk deel p. Algemene inleiding (Herman Nys)...1 I. Wat is

Nadere informatie

DE MINDERJARIGE EN DE WET PATIËNTENRECHTEN

DE MINDERJARIGE EN DE WET PATIËNTENRECHTEN DE MINDERJARIGE EN DE WET PATIËNTENRECHTEN Reeks Gezondheidsrecht Redactie: Tom Balthazar Filip Dewallens Thierry Vansweevelt (Voorzitter) DE MINDERJARIGE EN DE WET PATIËNTENRECHTEN Christophe Lemmens

Nadere informatie

HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN

HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN BESCHERMEN EN SANCTIONEREN Eef Goedseels Justitie 2020 3/3/2016 Opbouw Theorie Praktijk Afsluitende reflectie Historische aanloop Beschermingsrecht (cfr. sociaal verweer) Kritieken

Nadere informatie

Bijlage 6: Artikels. Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod

Bijlage 6: Artikels. Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod Bijlage 6: Artikels Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod Bespreking artikel (Bron: Vandenreyt, C. (3 april 2015). Meer strafzaken voor rookverbod. Het belang van Limburg, p. 17.) Dit artikel werd

Nadere informatie

t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten

t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten Nele Desmet Juriste Kinderrechtswinkel vzw t Zitemzo... met het informed consent & minderjarige patiënten Principiële onbekwaamheid minderjarigen uitzonderlijke bekwaamheid voor minderjarige patiënten

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht

Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht Welkom Programma Duiding traject jeugdrecht en rol agentschap Jongerenwelzijn Stefaan Van Mulders Voorstelling resultaten omgevingsanalyse- Consortium VUB-RUG-KUL-KEKI

Nadere informatie

Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp

Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp Datum 07/05/2004 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. 1.

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier... Deel I. Statuut van de vertrouwenspersoon bij bewind over meerderjarigen...

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier... Deel I. Statuut van de vertrouwenspersoon bij bewind over meerderjarigen... III Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.... I Voorwoord.... 1 Inleiding.... 3 Deel I. Statuut van de vertrouwenspersoon bij bewind over meerderjarigen... 7

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD BIJ DE DERDE EDITIE

INHOUD VOORWOORD BIJ DE DERDE EDITIE INHOUD VOORWOORD BIJ DE DERDE EDITIE................................. v AFKORTINGEN.................................................... xix DEEL I STROMINGEN IN HET JEUGDRECHT................................

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT: Voorontwerp van decreet houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en het decreet betreffende de integrale

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016; 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 02/2017 van 18 januari 2017 Betreft: aanvraag van het Agentschap Jongerenwelzijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 37/2013 met het

Nadere informatie

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 5 I N H O U D INLEIDING 11 HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 1. Welzijnszorg 13 1.1. Wat is welzijnszorg? 13 1.2. Welzijnszorg van gunst naar recht 14 1.3. De positie van de welzijnssector in Vlaanderen,

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Té-jongeren : intersectorale zoektocht, 27 november 2012 Vooraf Werking BJB wordt bepaald door het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand Typisch

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

Herstelgerichte en constructieve maatregelen bij minderjarige delinquenten

Herstelgerichte en constructieve maatregelen bij minderjarige delinquenten Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar: 2011 2012 Herstelgerichte en constructieve maatregelen bij minderjarige delinquenten Masterproef van de opleiding Master in de rechten ingediend door Ellen Van

Nadere informatie

Het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet. Prof. Johan Put Rechtsfaculteit KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuven Instituut voor Criminologie

Het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet. Prof. Johan Put Rechtsfaculteit KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuven Instituut voor Criminologie Het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet Prof. Johan Put Rechtsfaculteit KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuven Instituut voor Criminologie Opbouw 1 2 3 Totstandkoming Vogelvlucht Essentie 2 Opbouw

Nadere informatie

Recht op bijstand van een vertrouwenspersoon in de integrale jeugdhulp Nele Desmet, Juriste Kinderrechtswinkel vzw

Recht op bijstand van een vertrouwenspersoon in de integrale jeugdhulp Nele Desmet, Juriste Kinderrechtswinkel vzw Recht op bijstand van een vertrouwenspersoon in de integrale jeugdhulp Nele Desmet, Juriste Kinderrechtswinkel vzw Veerle, 14 jaar, houdt het door de vele ruzies thuis niet meer uit. Ze raapt haar moed

Nadere informatie

VR DOC.0952/2BIS

VR DOC.0952/2BIS VR 2018 2007 DOC.0952/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand

Nadere informatie

Katrien Herbots. Sofie Van Rumst. Coördinator Kenniscentrum Kinderrechten Vrijwillig Wetenschappelijk medewerker ISR & LINC, KU Leuven

Katrien Herbots. Sofie Van Rumst. Coördinator Kenniscentrum Kinderrechten Vrijwillig Wetenschappelijk medewerker ISR & LINC, KU Leuven Katrien Herbots Coördinator Kenniscentrum Kinderrechten Vrijwillig Wetenschappelijk medewerker ISR & LINC, KU Leuven Sofie Van Rumst Advocaat Beleidsadviseur Kinderrechtencommissariaat Enkel langs het

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf 11. Inleiding 15. Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden

INHOUD. Woord vooraf 11. Inleiding 15. Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden Woord vooraf 11 Inleiding 15 Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden 19 1. Inleiding 19 2. De organisatie van de zorg onder vuur 21 3. Het

Nadere informatie

Subsidiëring van de bezoekruimtes. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Subsidiëring van de bezoekruimtes. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Subsidiëring van de bezoekruimtes Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Stuk 2002-2003/2 Subsidiëring van de bezoekruimtes 1. SITUERING Tijdens de laatste begrotingsbesprekingen

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Het nieuwe jeugdsanctierecht? Een juridische analyse over de hervormingen aangebracht aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming

Het nieuwe jeugdsanctierecht? Een juridische analyse over de hervormingen aangebracht aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Het nieuwe jeugdsanctierecht? Een juridische analyse over de hervormingen aangebracht aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming

Nadere informatie

Steeds meer professionelen hebben vragen bij de toepassing van regelgeving in hun contacten met minderjarigen. Daarom organiseert de

Steeds meer professionelen hebben vragen bij de toepassing van regelgeving in hun contacten met minderjarigen. Daarom organiseert de Steeds meer professionelen hebben vragen bij de toepassing van regelgeving in hun contacten met minderjarigen. Daarom organiseert de Kinderrechtswinkel vormingssessies om vragen uit de praktijk duidelijk

Nadere informatie

DE VLAAMSE AANPAK INZAKE JEUGDDELINQUENTIE: GESLAAGD?

DE VLAAMSE AANPAK INZAKE JEUGDDELINQUENTIE: GESLAAGD? DE VLAAMSE AANPAK INZAKE JEUGDDELINQUENTIE: GESLAAGD? EEN STUDIE VAN HET VOORONTWERP VAN DECREET INZAKE JEUGDDELINQUENTIERECHT Aantal woorden: 54.083 Laura Van Gorp Studentennummer: 01103212 Promotor:

Nadere informatie

Verzoekschrift over de Integrale Jeugdhulp

Verzoekschrift over de Integrale Jeugdhulp Advies Verzoekschrift over de Integrale Jeugdhulp Verzoekschrift van 22 maart 2004 tot wijziging van de voorstellen van decreet betreffende de integrale jeugdhulp en betreffende de rechtspositie van de

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

INHOUD. WOORD VOORAF... v. VOORWOORD... vii. AFKORTINGEN... xi. LIJST VAN RELEVANTE WETGEVING... xiii DEEL I. EVOLUTIE... 1

INHOUD. WOORD VOORAF... v. VOORWOORD... vii. AFKORTINGEN... xi. LIJST VAN RELEVANTE WETGEVING... xiii DEEL I. EVOLUTIE... 1 INHOUD WOORD VOORAF.................................................... v VOORWOORD...................................................... vii AFKORTINGEN.....................................................

Nadere informatie

Art. 12 EU-richtlijn 2012

Art. 12 EU-richtlijn 2012 Art. 12 EU-richtlijn 2012 Doelgroep: minderjarige verdachten/daders Trefdag 24 november 2016 www.alba.be Aandacht voor het slachtoffer? -30 jaar geleden 1 e experimenten bemiddeling Oikoten -lichte feiten/voorwaardelijk

Nadere informatie

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015. Mia Claes UCLL

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015. Mia Claes UCLL Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015 Mia Claes UCLL Hulp continuïteit waarborgen Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting Tijdige toegang tot de jeugdhulp Voorzien in een aanbod crisisjeugd

Nadere informatie

DE RECHTEN VAN DE SLAPENDE PATIËNT

DE RECHTEN VAN DE SLAPENDE PATIËNT DE RECHTEN VAN DE SLAPENDE PATIËNT Els Meerbergen Vlaams Patiëntenplatform vzw 21 maart 2013 5 de NACHTCONGRES NVKVV Inhoud 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Welke patiëntenrechten zijn er?

Nadere informatie

Sociaal werk en Beroepsgeheim

Sociaal werk en Beroepsgeheim Sociaal werk en Beroepsgeheim Studiedag 13 maart 2018 KdG Hogeschool Antwerpen Mario Wijns Substituut-procureur des Konings Parket Antwerpen, afdeling Antwerpen, Sectie Jeugd en gezinszaken Justitie of

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0383.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0383.N 1. D P, voormalige pleegouder, 2. M V, voormalige pleegouder, eisers, met als raadsman mr. Caroline Curtis, advocaat bij de

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen Studiedag GI HCA VAC Hasselt Maandag

Nadere informatie

Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank

Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank Hilde Smits Studiedag De Kiem 18.10.2016 Situering Jongerenwelzijn, afdeling Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten

Nadere informatie

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Advies. van de Raad van State ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Advies. van de Raad van State ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 2429 (2013-2014) Nr. 5 28 maart 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering

Nadere informatie

Hoe verhoudt de GAS-regelgeving zich ten aanzien van het jeugdbeschermingsrecht en jeugdsanctierecht?

Hoe verhoudt de GAS-regelgeving zich ten aanzien van het jeugdbeschermingsrecht en jeugdsanctierecht? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Hoe verhoudt de GAS-regelgeving zich ten aanzien van het jeugdbeschermingsrecht en jeugdsanctierecht? Welke rechtswaarborgen genieten

Nadere informatie

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent Integrale Jeugdhulp Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent Geschiedenis 1998: maatschappelijke beleidsnota jeugdzorg verkokering ondoorzichtig kluwen restgroepen aanbodgestuurde

Nadere informatie

Beknopte Inhoudstafel

Beknopte Inhoudstafel Beknopte Inhoudstafel Een gedetailleerde inhoudsopgave vindt U bij het begin van elk deel p. Algemene inleiding (Herman Nys)... 1 I. Wat is het recht?... 3 A. Oorsprong en noodzaak van het recht... 3 B.

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Accenten: Een nieuw decreet Jeugdhulp Vermaatschappelijking van de jeugdhulp Tijdige toegang tot de jeugdhulp Rechtstreeks en niet rechtstreeks

Nadere informatie

Jeugdsanctierecht tegenover jeugdbeschermingsrecht:

Jeugdsanctierecht tegenover jeugdbeschermingsrecht: Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Jeugdsanctierecht tegenover jeugdbeschermingsrecht: punten van overeenkomst en punten van verschil Masterproef van de opleiding Master

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.940/VR van 9 oktober 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en de trajectbegeleiding en in de uitoefening van zijn rechten, opgesomd

Nadere informatie

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organogram van het project DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM 76 Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper

Nadere informatie

UNICEF België vraagt...

UNICEF België vraagt... 1 Lijfstraffen voor zijn verboden in 55 landen, waaronder een groot deel uit de Raad vernederende of degraderende behandelingen tegen op alle niveaus (familie, school, CD&V wilt reeds een lange tijd het

Nadere informatie

Directoraat generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen. Dienst Legal Management

Directoraat generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen. Dienst Legal Management Directoraat generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Legal Management Minimale wettelijke gegevens in de jaarverslagen 2009 van de ombudspersonen Rechten van de patiënt in de ziekenhuizen

Nadere informatie

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET Stuk 652 (1994-1995) - Nr. 1 ARCHW WAAMSE RAAD TWUGU~~ORGEN VLAAMSERAAD ZIl-HNG 1994-1995 16 DECEMBER 1994 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het verdrag inzake psychotrope stoffen en de bijlagen,

Nadere informatie

Wetsvoorstellen 1 belemmeren realisering

Wetsvoorstellen 1 belemmeren realisering Wetsvoorstellen 1 belemmeren realisering Eén Gezin, één plan, één regisseur, en een effectieve aanpak van Huiselijk Geweld en kindermishandeling Diepe Kloof De concepttekst Jeugdwet en het wetsvoorstel

Nadere informatie

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten 06/06/2016 Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten Vandaag is het eerste intersectorale jaarverslag 2015 van de jeugdhulp voorgesteld, in aanwezigheid van Jo Vandeurzen, Vlaams minister

Nadere informatie

AUTONOMIE: HOEKSTEEN OF STRUIKELBLOK?

AUTONOMIE: HOEKSTEEN OF STRUIKELBLOK? AUTONOMIE: HOEKSTEEN OF STRUIKELBLOK? PATIËNTENRECHTEN EN ETHIEK IN DE PSYCHIATRIE AXEL LIÉGEOIS Inleiding Verschillende benaderingen van de zorgrelatie Ethische beschouwingen bij de Wet Patiëntenrechten

Nadere informatie

Conceptnota. Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie

Conceptnota. Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Conceptnota Betreft: Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie 1. Situering

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor het decreet houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het decreet betreffende de

Reguleringsimpactanalyse voor het decreet houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het decreet betreffende de Reguleringsimpactanalyse voor het decreet houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en het decreet betreffende

Nadere informatie

Centra voor Integrale Gezinszorg

Centra voor Integrale Gezinszorg Centra voor Integrale Gezinszorg Regelgeving: 1. Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg (B.S.27.XI.1997)

Nadere informatie

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017 Advies Verplicht outplacement - Sanctie Brussel, 30 oktober 2017 SERV_20171030_Verplicht_outplacement_sanctie_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw

De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw Els Meerbergen Projectverantwoordelijke patiëntenrechten en eerstelijnsgezondheidzorg VPP Studiedag Decreet rechtspositie

Nadere informatie

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling Op 1 maart 2014 gaat in heel Vlaanderen de intersectorale toegangspoort (ITP) van start (na de opstart van voorstartregio Oost-Vlaanderen op 16 september

Nadere informatie

RECHT OP PRIVACY. Artikel 25

RECHT OP PRIVACY. Artikel 25 RECHT OP PRIVACY Artikel 25 De minderjarige heeft recht op respect voor zijn persoonlijke levenssfeer, met inbegrip van: 1 de bescherming van zijn persoonsgegevens, onverminderd de bepalingen van afdeling

Nadere informatie

Pleegzorgers: opvoedingsverantwoordelijken en instemming in de Integrale Jeugdhulp. 1 december 2017

Pleegzorgers: opvoedingsverantwoordelijken en instemming in de Integrale Jeugdhulp. 1 december 2017 Pleegzorgers: opvoedingsverantwoordelijken en instemming in de Integrale Jeugdhulp 1 december 2017 2 Europese aanbeveling (87)6 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa on foster families 1)

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het decreet van 7 maart 2008 inzake

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE JEUGDBESCHERMINGSWET VAN 1965 EN DE HERVORMINGSWETTEN BETREFFENDE DE JEUGDBESCHERMING VAN 2006.

VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE JEUGDBESCHERMINGSWET VAN 1965 EN DE HERVORMINGSWETTEN BETREFFENDE DE JEUGDBESCHERMING VAN 2006. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE JEUGDBESCHERMINGSWET VAN 1965 EN DE HERVORMINGSWETTEN BETREFFENDE DE JEUGDBESCHERMING VAN 2006. Van een

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp; Ministerieel besluit met betrekking tot de werking van de gemandateerde voorzieningen en van de sociale diensten in de integrale jeugdhulp en de organisatie van bemiddeling in de regio Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG 2 Inleiding In deze brochure vind je informatie over het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg. We leggen uit wat het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg is, wie er werken

Nadere informatie