DE VLAAMSE AANPAK INZAKE JEUGDDELINQUENTIE: GESLAAGD?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE VLAAMSE AANPAK INZAKE JEUGDDELINQUENTIE: GESLAAGD?"

Transcriptie

1 DE VLAAMSE AANPAK INZAKE JEUGDDELINQUENTIE: GESLAAGD? EEN STUDIE VAN HET VOORONTWERP VAN DECREET INZAKE JEUGDDELINQUENTIERECHT Aantal woorden: Laura Van Gorp Studentennummer: Promotor: Prof. Dr. Wendy De Bondt Commissaris: Mevr. Freya Coppens Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad Master in de Rechten Academiejaar:

2

3 i Voorwoord Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit Gent. Dit voorwoord wil ik graag gebruiken om een aantal personen te bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van deze masterproef. In de eerste plaats wil ik graag Prof. Dr. Brice De Ruyer willen bedanken. Uw plotse overlijden was een grote schok. Ik ben u zeer dankbaar voor het helpen uittekenen van de contouren van deze masterproef. Ik heb het geluk gehad nog feedback van u te mogen ontvangen op mijn onderzoeksplan zodat de visie en de grote lijnen van deze masterproef nog door u op punt werden gesteld. Ook uw aanmoedigingen en complimenten over mijn schrijfstijl waren een grote drijfveer tijdens het schrijven. Daarnaast wens ik Prof. Dr. Wendy De Bondt te bedanken voor het overnemen van deze taak. Hiernaast wil ik ook graag de personen bedanken die tijd hebben vrijgemaakt om mee te werken aan de interviews en mij hebben meegezogen in de problematiek van het jeugdrecht in Vlaanderen. Wegens de gegarandeerde anonimiteit kan ik hen niet bij naam noemen, maar zonder hen zou deze masterproef een lege doos zijn geweest. Tevens zou ik graag mijn ouders willen bedanken. Zij hebben mij de kans en vrijheid gegeven om te studeren. Zij hebben daarenboven nooit aan mijn capaciteiten getwijfeld, zelfs in tijden dat ik aan mezelf twijfelde. Voor hun steun zal ik hen altijd dankbaar blijven. Ook tal van vrienden hebben mij elk op hun eigen manier gemotiveerd, aangemoedigd en opbouwende kritiek gegeven om deze masterproef en mijn opleiding tot een succesvol einde te brengen. Hun geduld gedurende mijn talloze woorden van frustratie is op zijn minst bewonderenswaardig. Laura Van Gorp Gent, mei 2018

4

5 iii Inhoudstafel VOORWOORD... I INHOUDSTAFEL... III LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN... IX INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1: DE VERSCHILLENDE MODELLEN BINNEN HET JEUGDRECHT INLEIDING IDEOLOGISCHE BESPREKING VAN DE VERSCHILLENDE MODELLEN Strafmodel Jeugdbeschermingsmodel Herstelmodel Sanctiemodel Risicomanagementmodel BESLUIT HOOFDSTUK 2: EEN HISTORISCH OVERZICHT VAN DE AANPAK VAN JEUGDDELINQUENTIE IN BELGIË INLEIDING DE WET OP DE KINDERBESCHERMING VAN 15 MEI Aanleiding tot invoering van de kinderbeschermingswet De belangrijkste krijtlijnen van de kinderbeschermingswet Het strafrechtelijk luik a) De strafrechtelijke meerderjarigheid b) Maatregelen ter bewaring, opvoeding en behoeding van onbepaalde duur Het burgerrechtelijk luik Het procedurele luik... 18

6 iv a) De kinderrechter b) Het ontbreken van rechtswaarborgen DE WET OP DE JEUGDBESCHERMING VAN 8 APRIL Aanleiding tot invoering van de jeugdbeschermingswet De belangrijkste krijtlijnen van de jeugdbeschermingswet Opsplitsing sociale en gerechtelijke jeugdbescherming a) Sociale jeugdbescherming b) Gerechtelijke jeugdbescherming De strafrechtelijke meerderjarigheid en de uithandengeving De jeugdrechtbank DE COMMUNAUTARISERING VAN HET JEUGDRECHT Bijzondere wet van 8 augustus Het decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand De bijzondere wet van 8 augustus VERSCHILLENDE VOORSTELLEN TOT HERVORMING VAN DE JEUGDBESCHERMINGSWET Commissie Cornelis Rapport Walgraeve Ontwerp Maes DE WETTEN VAN 15 MEI 2006 EN 13 JUNI Aanleiding tot invoering De belangrijkste krijtlijnen DE VERDERE COMMUNAUTARISERING VAN HET JEUGDRECHT De zesde staatshervorming Naar een Vlaams jeugddecreet Groenboek inzake de zesde staatshervorming Vlaams regeerakkoord en beleidsnota Conceptnota betreffende de contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie a) Omgevingsanalsye en innovatie: vernieuwde jeugdcriminologische inzichten b) Complementaire trajecten en afstemming met integrale jeugdhulp c) Een flexibele differentiatie en wisselwerking van het private en publieke aanbod d) Kwaliteitseisen en rechtswaarborgen voor jongeren... 34

7 v e) Structurele afstemming met federale overheden f) Traject en aanpak naar een decreet BESLUIT HOOFDSTUK 3: HET BESTAANDE JEUGD(BESCHERMINGS)RECHT IN BELGIË INLEIDING GRONDBEGINSELEN EN TOEPASSINGSGEBIED Grondbeginselen Toepassingsgebied BEGINSELEN VAN DE RECHTSBEDELING TEN AANZIEN VAN MINDERJARIGEN DE ONDERZOEKSFASE Het onderzoek naar de feiten Algemeen Tussenkomst van een onderzoeksrechter Het onderzoek naar de persoon en de leefomgeving Mogelijke interventies op parketniveau Waarschuwingsbrief en de herinnering aan de wet Bemiddelingsvoorstel Ouderstage Mogelijke interventies door de jeugdrechter: voorlopige maatregelen Prestatie van algemeen nut Bemiddelingsvoorstel Plaatsing in een gemeenschapsinstelling Voorlopige detentie in een gesloten centrum Duur van de voorbereidende rechtspleging Beslissing over de opportuniteit van de vervolging BERECHTINGSFASE Algemeen Mogelijke interventies Bemiddeling en herstelgericht groepsoverleg Geschreven project Ambulante maatregelen... 59

8 vi a) Berisping b) Ondertoezichtstelling van de sociale dienst c) Intensieve educatieve begeleiding d) Prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut (gemeenschapsdienst) Voorwaarden voor behoud in de leefomgeving Plaatsingsmaatregelen a) Toevertrouwen aan een betrouwbaar persoon of geschikte inrichting b) Plaatsing in een gemeenschapsinstelling Uithandengeving Uitvoeringsmodaliteiten Duur van de maatregelen ten gronde Leeftijdsgrenzen Herziening BESLUIT HOOFDSTUK 4: HET VOORONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE HET JEUGDDELINQUENTIERECHT INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN GRONDBEGINSELEN EN TOEPASSINGSGEBIED Grondbeginselen Toepassingsgebied VOORBEREIDENDE RECHTSPLEGING EN AFHANDELING OP HET NIVEAU VAN HET OM Sociale onderzoeksopdrachten De afhandeling op het niveau van het openbaar ministerie Seponering en verval van de strafvordering na de uitvoering van voorwaarden Bemiddeling Het positief project DE AFHANDELING OP HET NIVEAU VAN DE JEUGDRECHTER EN DE JEUGDRECHTBANK Optreden jeugdrechter of jeugdrechtbank en behandeling van de zaak De voorlopige rechtspleging... 93

9 vii Maatregelen ten aanzien van minderjarige verdachten Bemiddeling of herstelgericht groepsoverleg Het positief project De ambulante maatregel Voorwaarden Gesloten oriëntatie in een afdeling van een gemeenschapsinstelling Gesloten begeleiding in een afdeling van een gemeenschapsinstelling Delictgericht werken met ouders/opvoedingsverantwoordelijken Rechtspleging ten gronde Sancties ten aanzien van minderjarigen Bemiddeling of herstelgericht groepsoverleg Berispen Het positief project Ambulante sanctie Voorwaarden Gesloten oriëntatie in een afdeling van een gemeenschapsinstelling Gesloten begeleiding in een afdeling van een gemeenschapsinstelling Uithandengeving Toevertrouwen aan een afdeling van een jeugdpsychiatrische dienst Gemeenschapsinstellingen en Vlaamse detentiecentra SLOTBEPALINGEN WIJZIGINGSDECREET Wijzigingen aan de jeugdbeschermingswet Wijzigingen aan het decreet rechtspositie integrale jeugdhulp Wijzigingen aan het decreet integrale jeugdhulp Wijzigingen aan het voorontwerp van decreet inzake jeugddelinquentierecht Afschaffing van de Everbergwet BESLUIT HOOFDSTUK 5: VERWACHTINGEN EN BEDENKINGEN UIT HET WERKVELD INLEIDING METHODOLOGIE: HALF GESTRUCTUREERDE FACE-TO-FACE INTERVIEWS

10 viii 3. ONDERZOEKSRESULTATEN Algemene bepalingen Grondbeginselen en toepassingsgebied Grondbeginselen Toepassingsgebied Voorbereidende rechtspleging en afhandeling op het niveau van het OM De afhandeling op niveau van de jeugdrechter en de jeugdrechtbank De voorlopige rechtspleging a) Duur van de voorlopige rechtspleging b) Mogelijke maatregelen ten aanzien van minderjarige verdachten Rechtspleging ten gronde Gemeenschapsinstellingen Slotbepalingen Wijzigingsdecreet BESLUIT ALGEMEEN BESLUIT BIBLIOGRAFIE... XIII 1. WETGEVING... XIII 1.1 Internationale normen... xiii 1.2 Europese normen... xiii 1.3 Interne normen... xiii 1.4 Voorbereidende documenten... xiv 2. RECHTSPRAAK... XV 3. RECHTSLEER... XVI 3.1 Boeken... xvi 3.2 Bijdragen in een verzamelwerk... xvii 3.3 Bijdragen in een tijdschrift... xix 4. OVERIGE... XXII BIJLAGE: TOPICLIJST INTERVIEWS... XXV

11 ix Lijst met gebruikte afkortingen BUPO Internationaal verdrag 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten BWHI Bijzondere wet 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, BS 15 augustus 1980 EVRM Verdrag 4 november 1950 tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele vrijheden Decreet bijzondere jeugdbijstand Decreet 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand, BS 5 juli 1985 Decreet integrale jeugdhulp Decreet 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, BS 13 september 2013 Everbergwet Wet 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, BS 1 maart Federale jeugdwetten De wet 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feiten hebben gepleegd, BS 19 juli 2006 De wet 15 mei 2006 betreffende de jeugdbescherming, het wetboek van strafvordering, het strafwetboek, het burgerlijk wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie, BS 2 juni 2006 HCA-diensten Diensten voor hertelgerichte en constructieve afhandeling Hergo Herstelgericht groepsoverleg

12 x HRJ Hoge Raad voor de Justitie IVRK Internationaal verdrag 20 november 1989 inzake de rechten van het kind Jeugdbeschermingswet Wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, BS 15 april 1965 Jeugdwet Wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming zoals van toepassing na de wijzigingen door de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006 KeKi Kenniscentrum Kinderrechten Kinderbeschermingswet Wet 15 mei 1912 betreffende de kinderbescherming, BS 15 mei 1912 MOF Als misdrijf omschreven feit MvT Voorontwerp Mvt bij het voorontwerp decreet 22 december 2017 betreffende het jeugddelinquentierecht, Vl. Reg. 2017, nr. 1457/3TER MVT Wijzigingsdecreet MvT bij het voorontwerp decreet 15 december 2017 houdende diverse wijzigings-, opheffings-, en overgangsbepalingen aangaande het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht, Vl. Reg. 2017, nr. 1310/3BIS OM Openbaar Ministerie POS Problematische opvoedingssituatie Procureur Procureur des Konings

13 xi Pv Proces-verbaal SARWGG Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid SJB Sociale dienst jeugdrechtbank Voorontwerp Voorontwerp van decreet van 22 december 2017 betreffende het jeugddelinquentierecht, Vl. Reg. 2017, nr. 1457/2TER. VOS Verontrustende opvoedingssituatie Wijzigingsdecreet Voorontwerp van decreet van 15 december 2017 houdende diverse wijzigings-, opheffings- en overgangsbepalingen aangaande het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht, Vl. Reg. 2017, nr. 1310/2BIS

14

15 Inleiding 1 Inleiding 1. Doorheen de jaren is het jeugdrecht uitgegroeid tot een uitgebreide rechtstak. Minderjarigen komen om diverse redenen in aanraking met het jeugdrecht. Deze redenen worden ingedeeld in twee grote categorieën. Ten eerste is er de verontrustende opvoedingssituatie 1, waarbij minderjarigen die zich in een moeilijke thuissituatie bevinden centraal staan. Een tweede categorie zijn de als misdrijf omschreven feiten 2, waarbij minderjarigen die een delict hebben gepleegd het voorwerp van diverse maatregelen zijn. In het kader van deze masterproef zal het enkel gaan om deze tweede categorie van minderjarigen die door het plegen van strafbare feiten in aanraking zijn gekomen met het jeugdrecht. De behandeling van deze minderjarigen is doorheen de geschiedenis erg geëvolueerd. 2. Het nadenken over jeugddelinquentie neemt een aanvang in de 19 e eeuw. Verlichte filosofen opperden het idee dat kinderen een aparte sociale categorie vormen binnen het strafrecht die nood hebben aan een aangepaste maatschappelijke behandeling. Vanaf dan worden zij niet meer gestraft als een volwassene, maar wel onderworpen aan heropvoeding onder dwang. 3 Een onderscheid tussen de berechting van kinderen en volwassenen komt er pas in 1912 met de wet op de kinderbescherming. 4 Er kwam een apart jeugdrechtsysteem met een eigen rechtsinstantie en bijzondere middelen. Met deze wet komt het beschermingsmodel naar voor waarbij het belang van het kind centraal wordt geplaatst. 5 De kinderbeschermingswet van 1912 wordt herzien door de wet op de jeugdbescherming van De belangrijkste verwezenlijking van deze wet is de scheiding tussen de gerechtelijke en de buitengerechtelijke/sociale jeugdbescherming. Er wordt een opsplitsing gemaakt tussen 1 Hierna afgekort tot VOS. 2 Hierna afgekort tot MOF. 3 B. DE RUYVER, De strafrechtelijke politiek gevoerd onder de socialistische minsisters van Justitie E. Vandervelde, P. Vermeylen en A. Vranckx, Antwerpen, Kluwer, 1988, Wet 15 mei 1912 betreffende de kinderbescherming, BS 15 mei 1912; Hierna afgekort tot kinderbeschermingswet. 5 5 C. ELIAERTS, Zalven of Slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming in C. LIS en H. SOLY (eds.), Tussen Dader en Slachtoffer: Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief, Brussel, VUB-press, 2001, (371) Wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, BS 15 april 1965; Hierna afgekort tot jeugdbeschermingswet.

16 2 Inleiding het jeugdhulprecht, jongeren die in een problematische opvoedingssituatie verkeren 7 en het jeugddelinquentierecht, jongeren die een MOF hebben begaan. Ondanks de vele kritieken op het beschermingsmodel bleef het gehandhaafd als basisprincipe Met de staatshervorming in wordt het luik buitengerechtelijke jeugdbescherming grotendeels toevertrouwd aan de gemeenschappen die bevoegd zijn voor persoonsgebonden aangelegenheden. Deze bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenschappen en de federale staat leidde tot grote onduidelijkheid. De bijzondere wet van 8 augustus 1988 komt hieraan tegemoet door de bevoegdheidstoewijzende tekst te herschrijven in het voordeel van de gemeenschappen. 10 Door deze herschrijving komt, naast de buitengerechtelijke bescherming, nu ook de gerechtelijke bescherming onder bevoegdheid van de gemeenschappen, 11 met uitzondering van de opgave van maatregelen die kunnen worden genomen ten aanzien van minderjarigen die een MOF hebben gepleegd en de gerechtelijke regels met betrekking tot de organisatie, de territoriale bevoegdheid en de rechtspleging voor de minderjarigen. 12 Vanaf de jaren 80 komen verschillende stromingen naar voor in het jeugdrecht die pleiten voor een andere benadering dan het beschermingsmodel. Er worden verschillende voorstellen gedaan om het jeugdbeschermingssysteem grondig te hervormen en te evolueren naar een jeugdsanctierecht. De meeste van deze voorstellen sterven een stille dood. 4. Pas in komt het jeugdrecht weer bovenaan op de politieke agenda na een zeer sterk gemediatiseerde zaak. Hierdoor wordt het wetsontwerp Onkelinx, dat reeds geruime tijd op tafel lag, drie maanden later al gestemd. Vreemd genoeg opteerde de wetgever ervoor, om ondanks alle kritieken, het jeugdbeschermingsmodel te behouden als basis voor de wet, 7 Hierna afgekort tot POS; Door het decreet 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, BS 13 september 2013, vervangen door de term verontrustende opvoedingssituatie, afgekort tot VOS. 8 Y. CARTUYVELS, De grote etappes in het Belgisch jeugdrecht: continuïteit, circulariteit of breuk?, TJK 2001, (132) Bijzondere wet 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, BS 15 augustus J. SMETS, Jeugdbescherming tussen Staat en Gemeenschappen. Beschouwingen bij de nieuwe bevoegdheidsverdeling Panopticon 1989, (252) K. DEWEERDT en J. PUT "Veertig jaar jeugdbeschermingsrecht: overzicht van rechtspraak" NJW 2004, (826) J. SMETS, Jeugdbescherming tussen Staat en Gemeenschappen. Beschouwingen bij de nieuwe bevoegdheidsverdeling Panopticon 1989, (252) Wet 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van Strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de Nieuwe Gemeentewet en de Wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie, BS 2 juni 2006; Wet 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, BS 19 juli Hierna afgekort tot: federale jeugdwetten.

17 Inleiding 3 aangevuld met elementen van het sanctie- en herstelmodel. Het jeugdrecht werd hierdoor een hybride model met weinig coherentie en ruime mogelijkheden voor uiteenlopende toepassingen Het federale regeerakkoord van oktober 2011 stelt een verdere communautarisering van het jeugdrecht voor. 15 Hierbij worden de gemeenschappen autonoom bevoegd voor het materiële jeugdrecht. De bevoegdheidsoverdracht wordt geconcretiseerd in de bijzondere wet met betrekking tot de zesde staatshervorming. 16 De bevoegdheidsoverdracht zorgt ervoor dat de gemeenschappen zelf de inhoud en de aard van de maatregelen kunnen bepalen. De federale overheid blijft wel nog bevoegd voor de procedureregels (zoals de organisatie, de territoriale bevoegdheid en de rechtspleging) voor de jeugdgerechten. 17 Het Vlaamse regeerakkoord stelt de aanpassing van de wetten van 2006 aan een nieuwe beleidsvisie voorop. Er worden verschillende werkgroepen opgericht die tot doel hebben het nieuwe jeugdrecht uit te denken. Op de ministerraad van 14 juli wordt het voorontwerp van decreet over het jeugddelinquentierecht unaniem goedgekeurd. Na het inwinnen van diverse adviezen wordt een herwerkte versie van het voorontwerp goedgekeurd op 22 december Deze masterproef onderwerpt het voorstel van decreet inzake jeugddelinquentierecht aan een grondige analyse waarbij getracht wordt een antwoord te formuleren op volgende onderzoeksvragen: Hoe is het voorstel van decreet inzake jeugddelinquentierecht opgebouwd? o Wat verandert er voor de minderjarige delinquent in vergelijking met voorgaande wet(ten)? o Welke visie (jeugdrechtmodel) ligt ten grondslag aan het nieuwe jeugdrecht? 14 J. CHRISTIAENS en E. DUMORTIER, "De aanpak van jeugddelinquenten in tijden van onveiligheid", Orde dag 2006, (7) X, Institutioneel akkoord voor de zesde staatshervorming. Een efficiëntere federale staat en een grotere autonomie voor de deelstaten, Brussel, Bijzondere wet 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde staatshervorming, BS 31 januari J. PUT en S. HESPEL, Het jeugdbeschermingsrecht en de zesde staatshervorming, Panopticon 2014, (463) Voorontwerp decreet 14 juli 2017 betreffende het jeugddelinquentierecht, Vl. Reg. 2017, nr. 0759/2TER 19 Voorontwerp decreet 22 december 2017 betreffende het jeugddelinquentierecht, Vl. Reg. 2017, nr. 1457/2TER.

18 4 Inleiding Wat zijn de verwachtingen van de mensen uit het werkveld over deze nieuwe wet? o Welke positieve wijzigingen merken zij op? o Welke knelpunten zien zij waardoor een wijziging van het voorstel van decreet zicht opdringt? 7. Het doel van deze masterproef is om te komen tot aanbevelingen voor beleidsmakers die strekken tot het wegwerken van de knelpunten aangehaald door de mensen uit het werkveld. Een belangrijke kanttekening die hierbij geplaatst dient te worden, is het feit dat deze masterproef zich enkel focust op de wettekst zelf en de verwachtingen die de mensen uit het werkveld hebben op dit moment. Mogelijks duiken er na de inwerkingtreding nog extra problemen op die nu niet te voorzien zijn. In de toekomst zal het mogelijk zijn om hier uitspraken over te doen in het kader van een andere masterproef en/of wetenschappelijk onderzoek. 8. Om een antwoord te kunnen formuleren op deze onderzoeksvragen is deze masterproef opgedeeld in twee luiken. Een eerste luik bevat een literatuurstudie. Dit onderzoek had tot doel inzicht te verkrijgen in de huidige en voorgaande wetgeving met betrekking tot delinquente jongeren. Om dit deel tot stand te laten komen werd er gebruik gemaakt van de verschillende wetteksten met de bijhorende parlementaire voorbereidende werkstukken, alsook boeken en tijdschriften die een kritische blik werpen op deze wetgeving. Dit eerste luik is verder opgesplitst in vier hoofdstukken. In hoofdstuk éen is er aandacht voor de verschillende modellen van het jeugdrecht. Zij vormen de basis van het jeugdrecht. Hoofdstuk twee geeft een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België. Deze geschiedenis is belangrijk om latere evoluties te begrijpen. Het derde en het vierde hoofdstuk handelen respectievelijk over het bestaande (jeugdbeschermings)recht en het voorontwerp van decreet betreffende jeugddelinquentierecht. Het tweede luik van deze masterproef bevat een kleinschalig empirisch kwalitatief onderzoek. Meer specifiek werden experten bevraagd door gebruik te maken van half gestructureerde face to face interviews. De resultaten hiervan worden besproken in hoofdstuk vijf.

19 Inleiding 5 Tot slot wordt deze masterproef afgesloten met een besluit waarbij een antwoord wordt gegeven op de gestelde onderzoeksvragen en enkele aanbevelingen worden gedaan om het voorontwerp van decreet beter te laten aansluiten bij de gebruiken in het werkveld.

20

21 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht 7 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht 1. Inleiding 9. In dit eerste hoofdstuk wordt stilgestaan bij de verschillende modellen die er zijn om het jeugdrecht te organiseren. In het volgende hoofdstuk wordt besproken hoe deze modellen zijn geïmplementeerd in de Belgische jeugdwetgeving. 10. Een model is een visie om naar het jeugdrecht te kijken. Afhankelijk van welk model men hanteert, zullen er andere doelstellingen verbonden worden aan het jeugdrecht, wat dan weer een impact heeft op de middelen die men gebruikt om het fenomeen jeugddelinquentie aan te pakken. Door gebruik te maken van deze modellen kan men het jeugdrechtsysteem beschrijven, analyseren en vergelijken. 20 Binnen de literatuur wordt aangenomen dat er vijf jeugdrechtmodellen bestaan, elk met hun eigen uitgangspunten en kenmerken: Jeugdbeschermingsmodel; Strafmodel; Herstelmodel; Sanctiemodel; Risicomanagementmodel. 11. Hieronder wordt kort stilgestaan bij elk van deze modellen. Echter moet men zich bewust zijn van het feit dat deze modellen slechts zelden in hun zuivere vorm voorkomen in de praktijk. Meestal worden verschillende modellen gecombineerd E. GOEDSEELS, Jeugdrechtmodellen in theorie en praktijk: een empirisch onderzoek naar het discours en de praktijk van Belgische jeugdrechters, onuitg. Doctoraatsproefschrift Criminologische Wetenschappen KULeuven, 2015, R. VILAIN en J. PUT, De doorwerking van het strafrecht in het jeugddelinquentierecht: naar een expliciete methode, TJK 2017, (175) 179.

22 8 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht 2. Ideologische bespreking van de verschillende modellen 2.1 Strafmodel 12. Het strafmodel werd ontwikkeld op het einde van de 18 e en 19 e eeuw. Het is hiermee het oudste model en past de ideeën van het klassieke strafrecht toe. 13. Binnen het strafmodel staat het idee van de rationele mens centraal. Een minderjarige heeft de keuze tussen goed en kwaad en kiest doelbewust voor het kwade door een misdrijf te plegen. Minderjarigen zijn zich ten volle bewust van hun daden en zijn hiervoor bijgevolg ook verantwoordelijk. 22 Volgens dit model redeneren minderjarigen op eenzelfde manier als volwassenen en moeten zij, indien zij een delict plegen, op dezelfde wijze worden behandeld als volwassen delinquenten. Verschillende doelstellingen staan binnen dit model centraal. Ten eerste: de vergelding. Als gevolg van het gepleegde delict, ondergaat de minderjarige een straf. De duurtijd van deze straf is op voorhand bepaald in de wet. 23 Ten tweede: normbevestiging en afschrikking. Het opleggen van de straf geldt als signaal naar de rest van de bevolking dat hen hetzelfde kan overkomen indien zij een delict plegen. Tot slot: resocialisatie. Dit kan zowel op rechtstreekse als op onrechtstreekse wijze. Binnen het model wordt veel aandacht geschonken aan de proceswaarborgen. Drie principes staan hierbij centraal: het legaliteitsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. 24 Er kan pas sprake zijn van een straf indien het gepleegde delict als strafbaar werd omschreven in de wet, de opgelegde straf in verhouding staat met de ernst van het misdrijf en voor gelijke feiten gepleegd door een minderjarige dient eenzelfde sanctie te worden uitgesproken Kritiek op dit model is dat het slachtoffer in de kou blijft staan doordat de gepleegde daad centraal staat. De dader wordt gestraft, maar er is geen mogelijkheid tot herstel of 22 E. GOEDSEELS, Jeugddelinquentie: Wallonië helpt, Vlaanderen straf? Alert 2008, (29) C. ELIAERTS, De toekomst van het jeugdbeschermingssysteem. Naar een jeugdsanctierecht in lijn met internationale normen. T.Strafr. 2013, (214) E. GOEDSEELS, Jeugdrechtmodellen in theorie en praktijk: een empirisch onderzoek naar het discours en de praktijk van Belgische jeugdrechters, onuitg. Doctoraatsproefschrift Criminologische Wetenschappen KULeuven, 2015, E. GOEDSEELS, Het moeilijke samengaan van beschermen en sanctioneren: naar een LAT-relatie? TJK 2016, (106) 109.

23 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht 9 compensatie van de schade waardoor het slachtoffer een negatieve indruk krijgt van het rechtssysteem Jeugdbeschermingsmodel 15. Het beschermingsmodel is ontstaan aan het einde van de 19 e eeuw en kadert binnen de ideeën van het sociaal verweer, die zijn ontwikkeld in reactie op het klassieke strafrecht. Binnen het sociaal verweer gaat men ervan uit dat minderjarigen niet uit vrije wil delinquente feiten plegen, maar dat men hiertoe gedetermineerd is. 27 Aangezien zij niet strafrechtelijk verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor hun daden, is straffen zinloos. Hierdoor komen zij ook terecht binnen een apart rechtssysteem los van het strafrecht Jeugddelinquentie wordt binnen dit model gezien als een gevolg van sociale en omgevingsfactoren. Criminaliteit is een symptoom van tekorten in de opvoeding. De minderjarige is het slachtoffer van zijn omgevings- en opvoedingssituatie en moet beschermd worden. 29 De rechter kan aan deze minderjarigen geen sanctie of straf opleggen, maar kan wel maatregelen van bewaring, behoeding en opvoeding opleggen in functie van de persoonlijkheid en het sociaal milieu van de jongeren. 30 De duur van deze maatregelen is bij het opleggen ervan onbepaald. Alles hangt af van de evolutie van de onderliggende problemen die er bestaan en geleid hebben tot het delinquent gedrag. De nadruk ligt dus op individualisatie. De situatie van elke minderjarige is namelijk anders, uniek, en dient dus een gepast antwoord te krijgen. 31 De ernst van het misdrijf is hierbij van geen waarde. 17. De grootste kritiek op dit model is het feit dat rechts- en proceswaarborgen van ondergeschikt belang zijn. Er wordt geen rekening gehouden met de principes van proportionaliteit en gelijkheid. Zo kan het zijn dat twee minderjarigen die eenzelfde delict hebben gepleegd, beide een andere maatregel krijgen opgelegd. Bovendien neemt men het 26 L. WALGRAVE, Constructie van een theoretisch model in P. GORIS en L. WALGRAVE (eds.), Van kattenkwaad en erger. Actuele thema s uit de jeugdcriminologie, Leuven, Garant, 2002, (174) R. ROOSE en M. BOUVERNE-DE BIE, Moeten we de jeugdbescherming niet serieus nemen?, Panopticon 2006, (1) F. TULKENS en T. MOREAU, Droit de la jeunesse: aide, assistance, protection, Brussel, Larcier, 2000, B. DE SMET, Jeugdbeschermingsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2010, Ibid., E. GOEDSEELS, Jeugddelinquentie: Wallonië helpt, Vlaanderen straf? Alert 2008, (29)

24 10 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht ook niet zo nauw met het legaliteitsbeginsel en grijpt men soms in, in een POS, zonder dat er een MOF werd gepleegd. 32 Andere nadelen van dit model zijn het gevoel van straffeloosheid dat ontstaat en het feit dat er geen rekening wordt gehouden met de noden van het slachtoffer. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een jongere die een ernstig delict pleegt enkel een berisping krijgt, omdat de achterliggende problematiek, die geleid heeft tot dit delinquent gedrag, niet meer aanwezig is Herstelmodel 18. Het herstelmodel is sinds het begin van de jaren 90 ontstaan vanuit de kritieken op vorige modellen, namelijk het te weinig betrekken van slachtoffers in de afhandeling van het delict. Een misdrijf moet gezien worden als een conflict tussen dader en slachtoffer. 34 Bijgevolg wordt binnen dit model veel aandacht geschonken aan de band tussen de dader en het slachtoffer. 19. Het uitgangspunt in dit model vormt niet het gepleegde feit, maar wel de veroorzaakte (materiële en morele) schade en het herstel ervan. De minderjarige wordt aangespoord om zijn verantwoordelijkheid voor het herstel van zijn daden op te nemen. Bij voorkeur treden dader en slachtoffer, en eventueel nog andere betrokken partijen, met elkaar in dialoog om de veroorzaakte schade te herstellen. Op deze manier werkt de minderjarige actief me aan zijn re-integratie in de maatschappij. 35 De daad en de persoonlijkheid van de dader, die respectievelijk in het strafmodel en het beschermingsmodel centraal staan, worden hier naar achter geschoven. De mate van schade aangericht door de minderjarige primeert. 36 Niet alleen de schade van het slachtoffer moet hersteld worden, maar ook de schade geleden door de samenleving. Het plegen van een delict 32 B. DE SMET, De strafprocedure voor minderjarigen na de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006: Jeugdbeschermingsrecht met een vleugje jeugdsanctierecht, RW , (342) I. VANFRAECHEM, Herstelgericht groepsoverleg (HERGO), Welwijs 2001, (10) C. ELIAERTS, Zalven of Slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming in C. LIS en H. SOLY (eds.), Tussen Dader en Slachtoffer: Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief, Brussel, VUB-press, 2001, (371) I. VANFRAECHEM, Herstelgericht groepsoverleg (HERGO), Welwijs 2001, (10) C. MAES, La justice juvénile dans le monde, ses systèmes, ses objectives: les modèles Nouvelle Tribune Internationale des droits de l enfants 2005, (9)

25 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht 11 zorgt voor de aanwakkering van onveiligheidgevoelens in de samenleving en leidt ook tot een schending van de heersende normen die de samenleving organiseert. De schade aan de gemeenschap kan hersteld worden door de minderjarige diensten te laten uitvoeren ten bate van de gemeenschap. 20. Kritiek op dit model is dat rechtswaarborgen van ondergeschikt belang zijn. Centraal staat het informeel overleg tussen dader en slachtoffer. 37 Om misbruiken uit te sluiten moet een minimale formele controle aanwezig zijn. Deze controle waakt over de vrijwillige deelname van alle partijen aan het overleg, zorgt dat het overleg op een open en vrije manier gebeurt en dat de verkregen overeenkomst door iedere partij aanvaardt wordt en in redelijke verhouding staat tot de omvang van de schade Sanctiemodel 21. Het sanctiemodel komt eind jaren 50, begin jaren 60 tot ontwikkeling naar aanleiding van de kritieken op het beschermingsmodel. Vooral de ruime interventiegronden binnen het beschermingsmodel en de onvoldoende bescherming van de minderjarige door formele garanties zijn vaak gehoorde kritieken. De minderjarige zou teveel onderworpen zijn aan het discretionaire gezag van de rechter Het sanctiemodel leunt sterkt aan bij het strafmodel door het grote belang dat men hecht aan rechts- en proceswaarborgen en de focus op de daad. Daarnaast komen in dit model ook elementen terug uit het herstelmodel door het positieve en actieve mensbeeld dat men vooropstelt. 40 Het uitgangspunt bij dit model is dat jongeren een zekere verantwoordelijkheid dragen voor hun daden. Deze verantwoordelijkheid mag niet gelijkgesteld worden met deze van volwassenen, men moet rekening houden met hun leeftijd en maturiteit. Om deze reden moeten minderjarigen dezelfde rechtswaarborgen kunnen genieten als volwassen 37 E. GOEDSEELS, Het moeilijke samengaan van beschermen en sanctioneren: naar een LAT-relatie? TJK 2016, (106) E. GOEDSEELS, Constructief sanctioneren met maximale kansen voor een herstelrechtelijk aanbod in G. DECOCK en J. PUT (eds.), Jeugdsanctierecht gewikt en gewogen: toetsing van beleid en praktijk aan de principes van het jeugdsanctierecht, Gent, Larcier, 2012, (55) F. TULKENS, La justice des mineurs entre son passé et son avenir, JDJ 1998, (25) E. GOEDSEELS, Het moeilijke samengaan van beschermen en sanctioneren: naar een LAT-relatie?, TJK 2016, (106) 110.

26 12 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht delinquenten. Een eerlijk proces waarbij de minderjarige zich kan verzetten tegen sancties die onterecht of buitenproportioneel zijn, staan centraal. 41 Aangezien een minderjarige speciale noden heeft, is de bijstand van gespecialiseerde advocaten, jeugdhulpverleners en experten noodzakelijk. De berechting dient te gebeuren door aparte en gespecialiseerde jeugdrechtbanken. Aangezien de daad centraal staat, moeten de sancties die worden opgelegd in verhouding staan tot de ernst van het delict. Daarnaast wordt er binnen dit model ook rekening gehouden met de persoonlijkheid van de minderjarige, zijn noden en rehabilitatie. Het sanctiemodel heeft twee doelen. Ten eerste wil men zeer duidelijk de norm stellen. Minderjarigen moeten beseffen dat ze verantwoordelijkheid dragen voor hun daden. Dit kan men slechts bereiken door het opleggen van constructieve sancties die het normbesef versterken. Ten tweede wil men de aanpassing en integratie van de jongere aan de samenleving bewerkstelligen. Dit kan slechts bereikt worden door het opleggen van constructieve sancties waarbij heropvoeding en niet repressie centraal staat De kritiek, die geregeld wordt geuit ten overstaan van het sanctiemodel, is dat het een terugkeer in de tijd zou betekenen. Het zou een conservatieve innovatie zijn die op een stilzwijgende manier terug zou aansluiten bij het strafmodel van eind 18 e eeuw. 43 Bovendien wordt er gevreesd dat het sanctiemodel zou kunnen leiden tot een criminalisering van hulpverlenings- en preventiebeleid dat tot op heden globaal en geïntegreerd wordt gevoerd Risicomanagementmodel 24. Een vijfde en laatste model is het risicomanagementmodel. De centrale focus ligt bij het voorkomen van criminaliteit en het garanderen van veiligheid in de samenleving. 41 E. GOEDSEELS, Constructief sanctioneren met maximale kansen voor een herstelrechtelijk aanbod in G. DECOCK en J. PUT, (eds.), Jeugdsanctierecht gewikt en gewogen: toetsing van beleid en praktijk aan de principes van het jeugdsanctierecht, Gent, Larcier, 2012, (55) E. GOEDSEELS, Jeugdrechtmodellen in theorie en praktijk: een empirisch onderzoek naar het discours en de praktijk van Belgische jeugdrechters, onuitg. Doctoraatsproefschrift Criminologische Wetenschappen KULeuven, 2015, F. TULKENS, La justice des mineurs entre son passé et son avenir, JDJ 1998, (25) Y. CARTUYVELS, Jeugdrecht in België: wat is er veranderd? Orde dag 2000, (7)

27 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht Delinquent gedrag hangt volgens dit model samen met risicofactoren. Men gaat uit van een negatief mensbeeld waarbij kinderen worden gezien als een categorie die potentieel gevaarlijk zijn, een risicogroep voor crimineel gedrag. Om risico s in te schatten maakt men gebruik van gerechtelijke experten die gespecialiseerd zijn in risicotaxatie. Binnen dit model ligt de focus op de effectiviteit van de straf in termen van criminaliteitspreventie. Hierdoor is er veel aandacht voor what-works interventies. De ondernomen interventies moeten de criminaliteitspreventie ten goede komen door het inspelen op specifieke risicofactoren Kritiek op dit model is dat rechtswaarborgen van ondergeschikt belang zijn, omdat de interventie in verhouding moet staan tot de grootte van het risico die de dader vormt voor de samenleving Besluit 27. Uit dit eerste hoofdstuk blijkt duidelijk dat de manier waarop wij naar kinderen kijken en onze reactie op hun gedrag verschilt naargelang het model en de visie die aan onze gedachten ten grondslag ligt. In sommige modellen wordt een positief mensbeeld opgehangen (de mens is intrinsiek goed), andere modellen gaan dan weer uit van een negatief mensbeeld (de mens is voorbestemd om delinquent gedrag te plegen). De verschillende modellen zijn telkenmale ontstaan naar aanleiding van kritieken op voorgaande modellen. Het jeugdrecht is meer dan een keuze tussen beschermen of straffen. Dit blijkt duidelijk uit de diverse tussenmodellen die aanwezig zijn. Elk model heeft zonder twijfel zijn voordelen, maar ook zijn negatieve kanten. Aan de complexe problemen van jongeren kan pas tegemoet worden gekomen, indien een geïndividualiseerde aanpak mogelijk is, waarbij ook de rechtswaarborgen van de minderjarige delinquent niet uit het oog worden verloren. 45 E. GOEDSEELS, Jeugdrechtmodellen in theorie en praktijk: een empirisch onderzoek naar het discours en de praktijk van Belgische jeugdrechters, onuitg. Doctoraatsproefschrift Criminologische Wetenschappen KULeuven, 2015, E. GOEDSEELS, Het moeilijke samengaan van beschermen en sanctioneren: naar een LAT-relatie? TJK 2016, (106) 110.

28 14 Hoofdstuk 1: De verschillende modellen binnen het jeugdrecht 28. In het volgende hoofdstuk, waarbij de historiek van het jeugdrecht in België centraal staat, zal duidelijk blijken dat in de praktijk niet altijd even strikt wordt vastgehouden aan de basisbeginselen van een bepaald model. Vaak worden verschillende modellen gecombineerd.

29 Hoofdstuk 2: Een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België 15 Hoofdstuk 2: Een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België 1. Inleiding 29. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de totstandkoming van de verschillende wetten met betrekking tot jeugdrecht. Het doel hierbij is om inzicht te verwerven in de beweegredenen van de wetgever bij het ontwikkelen en hervormen van het jeugdrechtsysteem. De maatschappelijke context waarin deze hervormingen hebben plaatsgevonden, mag niet uit het oog verloren worden. De hervormingen van de opeenvolgende wetten is steeds gestoeld geweest op politieke en levensbeschouwelijke overtuigingen en filosofieën Volgende wetten domineren de evolutie van het jeugdrecht: De wet op de kinderbescherming van 15 mei 1912; De wet op de jeugdbescherming van 8 april 1965; De federale jeugdwetten van Het huidig wetgevend kader wordt gevormd door jeugdbeschermingswet en de federale jeugdwetten van De wet op de kinderbescherming van 15 mei Aanleiding tot invoering van de kinderbeschermingswet 31. Voor de wet op de kinderbescherming van 15 mei waren de Strafwetboeken van en ook van toepassing op jeugdige delinquenten. Jongeren, ouder dan zestien jaar, werden steeds schuldbekwaam geacht waardoor ze op dezelfde wijze berecht werden als volwassen delinquenten. Zij konden veroordeeld worden tot een gevangenisstraf of geldboete. Indien de delinquent jonger was dan zestien jaar, moest de rechter beslissen of die jongere al over de nodige schuldbekwaamheid beschikt. Enkel jongeren die gehandeld hadden met het 47 C. ELIAERTS, De toekomst van het jeugdbeschermingssysteem. Naar een jeugdsanctierecht in lijn met internationale normen, T.Strafr. 2013, (214) Wet 15 mei 1912 betreffende de kinderbescherming, BS 15 mei Code Pénal Français Strafwetboek 5 oktober 1867.

30 16 Hoofdstuk 2: Een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België oordeel des onderscheids konden berecht worden als volwassenen. Indien zij hierover niet beschikten, diende zij vrijgesproken te worden Stilaan groeide het besef dat jeugdige delinquenten niet op dezelfde manier kunnen berecht en behandeld worden als volwassenen. 52 Er kwam steeds meer kritiek op de toepassing van het algemeen strafrecht op minderjarigen. Op het einde van de 19 e eeuw stelt men vast dat het aantal jeugddelinquenten sterk toeneemt. De repressieve aanpak die men gebruikt, faalt en een nieuwe strategie om dit in te dijken dringt zich op. Begin 20 e eeuw maakt de theorie op het sociaal verweer een sterke opmars. Centraal binnen deze theorie staat het beschermen van de samenleving tegen individuen die een gevaar betekenen De belangrijkste krijtlijnen van de kinderbeschermingswet 33. De kinderbeschermingswet betekende een revolutionaire verandering voor de rechtspleging van minderjarigen. Er ontstond een eigensoortig rechtssysteem met een eigen rechtsinstantie en bijzondere rechtsmiddelen, waarbij het belang van het kind steeds voorop werd gesteld Het strafrechtelijk luik a) De strafrechtelijke meerderjarigheid 34. De wet voert voor het eerst de strafrechtelijke meerderjarigheid in, omdat het criterium van het oordeel des onderscheids een moeilijk te hanteren criterium is. Kinderen, die jonger zijn dan zestien jaar, worden uit het algemeen strafrecht (het volwassenenstrafrecht) gelicht en onderworpen aan de kinderbeschermingswet die een gedifferentieerde aanpak van deze jongeren voorop stelt naargelang hun persoonlijkheid. 55 Jongeren die delicten plegen zijn hiertoe gedetermineerd omwille van een slechte omgeving of persoonlijkheid van de minderjarige. Delinquentie wordt verklaard door maatschappelijke 51 B. DE SMET, Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van minderjarigen, TORB , (69) J. CHRISTIAENS, De geboorte van de jeugddelinquent, Brussel, VUB-press, 1999, B. DE SMET, Jeugdbeschermingsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2010, C. ELIAERTS, Zalven of Slaan? Het eeuwige pendelen tussen hulp en straf in de jeugdbescherming in C. LIS en H. SOLY (eds.), Tussen Dader en Slachtoffer: Jongeren en criminaliteit in historisch perspectief, Brussel, VUB-press, 2001, (371) Art. 17 Kinderbeschermingswet.

31 Hoofdstuk 2: Een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België 17 of sociale factoren. Verder zijn ze niet schuldbekwaam, omdat ze deze daden niet uit vrije wil hebben gepleegd en/of niet in staat zijn om de gevolgen van hun delinquent gedrag in te schatten. 56 b) Maatregelen ter bewaring, opvoeding en behoeding van onbepaalde duur 35. Maatregelen ter bewaring, opvoeding en behoeding van onbepaalde duur krijgen de voorkeur op repressieve straffen. 57 De minderjarige delinquent moest begeleid worden tot wanneer de tekorten in zijn opvoeding weggewerkt waren. De persoonlijkheid en de gevaarlijkheid van de minderjarige was bepalend voor het soort maatregel dat werd opgelegd, eerder dan de ernst van de gepleegde feiten. Het ingrijpen van de staat is gericht op het zorgen voor een betere opvoeding van deze jongeren waardoor crimineel gedrag verdwijnt. 58 De maatregelen die de wetgever hiervoor voorzag zijn de volgende: de berisping; het toevertrouwen van een minderjarige aan een persoon, vereniging of openbare instelling van weldadigheid of van onderwijs; de terbeschikkingstelling van de regering. 36. Als gevolg van het sociaal verweerdenken kunnen ook jongeren die zich in een predelictuele toestand bevinden, onderworpen worden aan één van deze maatregelen. Voorbeelden van activiteiten die kunnen leiden tot criminaliteit zijn bedelarij en landloperij. De gevaarsnotie legitimeert het preventief ingrijpen Het burgerrechtelijk luik 37. Naast het strafrechtelijk luik, waarbij de kinderrechter tot taak heeft om delinquente en prédeliquente jongeren door middel van maatregelen te heropvoeden, heeft de wet van B. BROUWERS, Jeugdsanctierecht in Europa: is uithandengeving een evidentie? Jura Falc , (3) 4; L. BIHAIN, G. KELLENS en A. VERVOIR, Protection de la jeunesse, Luik, Editions de l Université de Liège, 2005, Verslag Colaert, Parl.St. Kamer B. DE SMET, Vijftig jaar jeugdbescherming: strafrechtelijke perspectieven, NC 2015, (235) F. TULKENS, Le droit pénal et la défense sociale en Belgique à l aube du XXième siècle, Panopticon 1993, (485) 495.

32 18 Hoofdstuk 2: Een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België nog een burgerrechtelijk luik, waarbij hulp wordt verstrekt aan jongeren van onbekwame ouders. Het tot voor dien onaantastbare ouderlijke gezag kon vanaf dan onderworpen worden aan controle en sanctionering in het belang van het kind. In geval van verwaarlozing, uitbuiting of wrede behandeling van kinderen door volwassenen, voorzag de wet in maatregelen die konden opgelegd worden door de rechtbank van eerste aanleg Het procedurele luik a) De kinderrechter 38. De onttrekking aan het volwassenenstrafrecht heeft tot gevolg dat de minderjarige zich vanaf dan moet verantwoorden voor een nieuw orgaan: de kinderrechter. De kinderrechter is een alleensprekende rechter die deel uitmaakt van de rechtbank van eerste aanleg en die bevoegd is voor jeugddelinquentie en prédelinquentie. Het doel van deze nieuwe actor is te komen tot een meer humane rechtspraak voor kinderen. Belangrijk hierbij is, dat hij beschikt over voldoende gevoelsmatige en geestelijke kwaliteiten zodat hij in staat is om rekening te houden met de individualiteit van elke delinquent Ook kwamen er parketmagistraten die zich specialiseerden in kinderzaken. Hun taak bestond erin te waken over een zo goed mogelijke toepassing van de nieuwe wet. 62 b) Het ontbreken van rechtswaarborgen 40. Er werden geen rechtswaarborgen voorzien voor de minderjarige. De legitimatie voor het verlaten van deze grondwettelijke waarborgen bevindt zich in het feit dat de maatregelen niet tot doel hadden een bestraffend karakter te hebben. De maatregelen stelden steeds het belang van het kind voorop waardoor er geen nood was aan bescherming door de wet. 63 Hierdoor kreeg de kinderrechter een ruime discretionaire bevoegdheid. 60 J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, Y. CARTUYVELS, De grote etappes in het Belgisch jeugdrecht: continuïteit, circulariteit of breuk?, TJK 2001, (132) B. DE SMET, Jeugdbeschermingsrecht in kort bestek, Antwerpen, Oxford, 2005, R. ROOSE en M. BOUVERNE-DE BIE, Het recht op hulp of het verdwijnen van een maatschappijproject, Panopticon 2013, (157) 160.

33 Hoofdstuk 2: Een historisch overzicht van de aanpak van jeugddelinquentie in België De wet op de jeugdbescherming van 8 april Aanleiding tot invoering van de jeugdbeschermingswet 41. De kinderbeschermingswet effende het pad naar een beschermingsmodel, maar slaagde hier niet volledig in. Al vrij snel, na de komst van de wet, ontstonden binnen de rechtspraak en rechtsleer twee stromingen met betrekking tot de toepassing van de nieuwe wet. De eerste stroming baseerde zich op het klassieke strafrecht en vond dat de vorderingsgronden voor de kinderrechter restrictief geïnterpreteerd moesten worden. Deze stroming was voorstander om de bevoegdheden van de kinderrechter meer strikt te omschrijven in de wet. 64 Binnen de tweede stroming staat het beschermend karakter van de kinderbeschermingswet centraal. Deze visie stuurt aan op een extensieve interpretatie van de bevoegdheden van de kinderrechter. Zij pleiten voor een uitbreiding van de bevoegdheden van de kinderrechter naar minderjarigen in gevaar, wat preventief ingrijpen mogelijk maakt. 65 Het is deze laatste stroming die de bovenhand haalt en aandringt op een wijziging van de kinderbeschermingswet van De kinderbeschermingswet werd als te repressief beschouwd doordat het teveel vasthield aan de principes van het klassieke strafrecht. 67 Bovendien faalde het systeem doordat het aantal plaatsingen sterk stijgen. Enerzijds doordat de criminaliteitsstatistieken een stijging tonen 68, maar anderzijds ook door de toename van het aantal ontzettingen uit de ouderlijke macht waarbij kinderrechters hun tussenkomsten hebben uitgebreid tot ongelukkige kinderen (wat niet de doelstelling was die de wetgever vooropstelde). Nochtans was het één van de doelstellingen van de kinderbeschermingswet om de minderjarige zoveel mogelijk binnen zijn gezinsomgeving te houden E. VERHELLEN, Jeugdbeschermingsrecht, Gent, Mys & Breesch, 1998, J. PUT, Handboek jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, X. BAESELEN en D. DE FRAENE, Vers une réforme fondamentale de la loi de 1965 relative à a protection de la jeunesse, Brussel, CRISP, 2000, Y. CARTUYVELS, De grote etappes in het Belgisch jeugdrecht: continuïteit, circulariteit of breuk?, TJK 2001, (132) R. ROOSE en M. BOUVERNE-DE BIE, Het recht op hulp of het verdwijnen van een maatschappijproject, Panopticon 2013, (157) F. TULKENS, La protection de l enfance et le contrôle de la délinquance juvénile. Le cas de la loi belge de 1912, in J. TREPANIER en F. TULKENS (eds.), Délinquance & protection de jeunesse, 1995 (53) 84.

HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN

HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN HET MOEILIJKE SAMENGAAN VAN BESCHERMEN EN SANCTIONEREN Eef Goedseels Justitie 2020 3/3/2016 Opbouw Theorie Praktijk Afsluitende reflectie Historische aanloop Beschermingsrecht (cfr. sociaal verweer) Kritieken

Nadere informatie

Jeugdsanctierecht in Vlaanderen: onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van een sanctiemodel voor het jeugdrecht in Vlaanderen

Jeugdsanctierecht in Vlaanderen: onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van een sanctiemodel voor het jeugdrecht in Vlaanderen FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Jeugdsanctierecht in Vlaanderen: onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van een sanctiemodel voor het jeugdrecht in Vlaanderen Masterproef neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE. Inleiding: 1965 = geboorte of doorstart? Evolutie in chronologie Evolutie in thema s Conclusie

JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE. Inleiding: 1965 = geboorte of doorstart? Evolutie in chronologie Evolutie in thema s Conclusie JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE 1965-2015 Prof. Johan Put, gewoon hoogleraar KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuvens Instituut voor Criminologie 1 JEUGDBESCHERMING IN EVOLUTIE Inleiding: 1965 = geboorte

Nadere informatie

JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans

JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans JEUGDDELINQUENTIEDECREET OVERZICHTSTABEL ANTWOORDEN Johan Put & Katrijn Veeckmans Bijzonderheden Herziening 4 Initiële duur Leeftijd 3 Voorwaarden 2 Rechtspleging ten gronde Voorbereidende rechtspleging

Nadere informatie

Voorstel van ordonnantie jeugddelinquentie

Voorstel van ordonnantie jeugddelinquentie KU LEUVEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Academiejaar 2016-2017 Voorstel van ordonnantie jeugddelinquentie Legal clinic Promotor: J. PUT Begeleider: H. ASSELMAN Masterscriptie ingediend door Leen AERNOUTS

Nadere informatie

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen 29 mei 2018 Inspiratiedag Werkzame Forensische

Nadere informatie

Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen?

Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen? Masterproef van de opleiding 'Master in de Rechten' Ingediend

Nadere informatie

Het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet. Prof. Johan Put Rechtsfaculteit KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuven Instituut voor Criminologie

Het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet. Prof. Johan Put Rechtsfaculteit KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuven Instituut voor Criminologie Het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet Prof. Johan Put Rechtsfaculteit KU Leuven Instituut voor Sociaal Recht & Leuven Instituut voor Criminologie Opbouw 1 2 3 Totstandkoming Vogelvlucht Essentie 2 Opbouw

Nadere informatie

Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen Studiedag GI HCA VAC Hasselt Maandag

Nadere informatie

De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp. Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond

De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp. Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond 1 Reactie op (vermoedelijk) delict scheiden van hulp

Nadere informatie

Conceptnota. Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie

Conceptnota. Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Conceptnota Betreft: Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie 1. Situering

Nadere informatie

Decreet Jeugddelinquentierecht. Infosessie Hasselt 25 april 2019

Decreet Jeugddelinquentierecht. Infosessie Hasselt 25 april 2019 Hier datum via "Invoegen Tekst Koptekst & Voettekst". Stel meteen de voettekst voor hand-outs Decreet Jeugddelinquentierecht Infosessie Hasselt 25 april 2019 Lieve Balcaen SAM steunpunt Mens en Samenleving

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht

Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht Welkom Programma Duiding traject jeugdrecht en rol agentschap Jongerenwelzijn Stefaan Van Mulders Voorstelling resultaten omgevingsanalyse- Consortium VUB-RUG-KUL-KEKI

Nadere informatie

Herstelgerichte en constructieve maatregelen bij minderjarige delinquenten

Herstelgerichte en constructieve maatregelen bij minderjarige delinquenten Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar: 2011 2012 Herstelgerichte en constructieve maatregelen bij minderjarige delinquenten Masterproef van de opleiding Master in de rechten ingediend door Ellen Van

Nadere informatie

Afdeling 4. Uithandengeving en toevertrouwen aan een afdeling van een jeugdpsychiatrische dienst Onderafdeling 1. Uithandengeving Onderafdeling 2.

Afdeling 4. Uithandengeving en toevertrouwen aan een afdeling van een jeugdpsychiatrische dienst Onderafdeling 1. Uithandengeving Onderafdeling 2. Inhoudstafel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Grondbeginselen en toepassingsgebied Afdeling 1. Grondbeginselen Afdeling 2. Toepassingsgebied van het jeugddelinquentierecht Hoofdstuk 3. De

Nadere informatie

Een kwalitatieve studie naar veranderingen of alternatieven voor uithandengeving

Een kwalitatieve studie naar veranderingen of alternatieven voor uithandengeving Een kwalitatieve studie naar veranderingen of alternatieven voor uithandengeving Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door (01004609) Florence

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD BIJ DE DERDE EDITIE

INHOUD VOORWOORD BIJ DE DERDE EDITIE INHOUD VOORWOORD BIJ DE DERDE EDITIE................................. v AFKORTINGEN.................................................... xix DEEL I STROMINGEN IN HET JEUGDRECHT................................

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 26.04.2019 BELGISCH STAATSBLAD 40831 VLAAMSE OVERHEID [C 2019/11711] 15 FEBRUARI 2019. Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht (1) Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING,

Nadere informatie

INHOUD. WOORD VOORAF... v. VOORWOORD... vii. AFKORTINGEN... xi. LIJST VAN RELEVANTE WETGEVING... xiii DEEL I. EVOLUTIE... 1

INHOUD. WOORD VOORAF... v. VOORWOORD... vii. AFKORTINGEN... xi. LIJST VAN RELEVANTE WETGEVING... xiii DEEL I. EVOLUTIE... 1 INHOUD WOORD VOORAF.................................................... v VOORWOORD...................................................... vii AFKORTINGEN.....................................................

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Inhoud. Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de. Hoofdstuk 2. Sociale opvoeding in het regime van de Wet op de

Inhoud. Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de. Hoofdstuk 2. Sociale opvoeding in het regime van de Wet op de 5 Inhoud Inleiding 11 Hoofdstuk 1. De institutionalisering van het ingrijpen in opvoeding in de jonge natie-staat België 15 Van 1830 tot aan de vooravond van de Wet op de Kinderbescherming van vijftien

Nadere informatie

Katrien Herbots. Sofie Van Rumst. Coördinator Kenniscentrum Kinderrechten Vrijwillig Wetenschappelijk medewerker ISR & LINC, KU Leuven

Katrien Herbots. Sofie Van Rumst. Coördinator Kenniscentrum Kinderrechten Vrijwillig Wetenschappelijk medewerker ISR & LINC, KU Leuven Katrien Herbots Coördinator Kenniscentrum Kinderrechten Vrijwillig Wetenschappelijk medewerker ISR & LINC, KU Leuven Sofie Van Rumst Advocaat Beleidsadviseur Kinderrechtencommissariaat Enkel langs het

Nadere informatie

VR DOC.0823/2BIS

VR DOC.0823/2BIS VR 2018 1307 DOC.0823/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Naar een Vlaams jeugddelinquentierecht? Realiseer eerst het recht op jeugdhulpverlening

Naar een Vlaams jeugddelinquentierecht? Realiseer eerst het recht op jeugdhulpverlening Naar een Vlaams jeugddelinquentierecht? Realiseer eerst het recht op jeugdhulpverlening standpunt 07.12.2017 En wat zegt zo n gast dan? Da is nu al meer dan drie jaar dat ik mijn plan moet trekken, alleen

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand,

Nadere informatie

Het Nieuwe Jeugdrecht

Het Nieuwe Jeugdrecht Het Nieuwe Jeugdrecht Met bijdragen van: Min Bergmans, Nicole Caluwé, Sarah D'Hondt, Stef De Decker, Bart De Smet, Geert Decock, Karel Henderickx, Laurette Onkelinx, Wouter Pas, Johan Put, Marjan Rom,

Nadere informatie

VR DOC.0759/1TER

VR DOC.0759/1TER VR 2017 1407 DOC.0759/1TER De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Ternota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Nadere informatie

Naar een versterkte positie van het jeugdparket?

Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Studiedagen VLAAMS JEUGDDELINQUENTIERECHT Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Dirk DE WAELE advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen Filosofie van het nieuwe decreet Snel, constructief,

Nadere informatie

VR DOC.1457/2TER

VR DOC.1457/2TER VR 2017 2212 DOC.1457/2TER Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Woord vooraf Mijn oprechte dank, Brecht Vanderstraeten Mei 2014

Woord vooraf Mijn oprechte dank, Brecht Vanderstraeten Mei 2014 In the middle of the night, when you're ambiguously ethnic, like me, when you're brown, beige, mauve, siena, one of those lighter browns in the Crayola box. You have to be careful of the cops and robbers,

Nadere informatie

ADVIES Intersectoraal Raadgevend Comité Jeugdhulp advies : voorontwerp decreet jeugddelinquentie- recht

ADVIES Intersectoraal Raadgevend Comité Jeugdhulp advies : voorontwerp decreet jeugddelinquentie- recht ADVIES Intersectoraal Raadgevend Comité Jeugdhulp advies 2017-04: voorontwerp decreet jeugddelinquentie- recht Datum: 30 oktober 2017 Het raadgevend comité (RC) wenst, ondanks dat er geen vraag tot advisering

Nadere informatie

Het nieuwe jeugdsanctierecht? Een juridische analyse over de hervormingen aangebracht aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming

Het nieuwe jeugdsanctierecht? Een juridische analyse over de hervormingen aangebracht aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Het nieuwe jeugdsanctierecht? Een juridische analyse over de hervormingen aangebracht aan de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming

Nadere informatie

1. Het sanctiemodel en verantwoordelijkheid

1. Het sanctiemodel en verantwoordelijkheid Reactie werkgroep Jeugdsanctierecht Voorontwerp decreet jeugddelinquentierecht & Memorie van toelichting 13 september 2017 In juli 2017 kregen we vanuit Jongerenwelzijn het voorontwerp van decreet betreffende

Nadere informatie

VR DOC.0759/2TER

VR DOC.0759/2TER VR 2017 1407 DOC.0759/2TER Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Uithandengeving in het Belgisch recht: Een aantasting van de rechtszekerheid en de duidelijkheid?

Uithandengeving in het Belgisch recht: Een aantasting van de rechtszekerheid en de duidelijkheid? Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2011 2012 Uithandengeving in het Belgisch recht: Een aantasting van de rechtszekerheid en de duidelijkheid? Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend

Nadere informatie

DE TOEPASSING VAN STRAF(PROCES)RECHT OP MINDERJARIGE DADERS

DE TOEPASSING VAN STRAF(PROCES)RECHT OP MINDERJARIGE DADERS DE TOEPASSING VAN STRAF(PROCES)RECHT OP MINDERJARIGE DADERS Aantal woorden: 40.207 Julie Roelens Studentennummer: 01104441 Promotor: Prof. dr. Philip Traest Commissaris: Dhr. Wim Lammens Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3. JEUGDSANCTIERECHT

HOOFDSTUK 3. JEUGDSANCTIERECHT HOOFDSTUK 3. JEUGDSANCTIERECHT Wat zal er veranderen aan de Vlaamse bevoegdheid? Vóór de zesde staatshervorming Artikel 5, 1,II, 6 van de BWHI bepaalt: De persoonsgebonden aangelegenheden bedoeld in artikel

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Academiejaar Jeugdsanctierecht. door. Anke Schoeters. (studentennr.: )

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Academiejaar Jeugdsanctierecht. door. Anke Schoeters. (studentennr.: ) Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2012-2013 Jeugdsanctierecht door Anke Schoeters (studentennr.: 00803091) Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Promotor: Prof. Brice De Ruyver Commissaris:

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

De minderjarige dader in het strafprocesrecht

De minderjarige dader in het strafprocesrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 De minderjarige dader in het strafprocesrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Emmeline Blondeel 00703958

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

Hoe verhoudt de GAS-regelgeving zich ten aanzien van het jeugdbeschermingsrecht en jeugdsanctierecht?

Hoe verhoudt de GAS-regelgeving zich ten aanzien van het jeugdbeschermingsrecht en jeugdsanctierecht? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Hoe verhoudt de GAS-regelgeving zich ten aanzien van het jeugdbeschermingsrecht en jeugdsanctierecht? Welke rechtswaarborgen genieten

Nadere informatie

De strafrechttheorieën en het strafrecht Het Jeugdsanctierecht: bescherming, bestraffing en/of herstel?

De strafrechttheorieën en het strafrecht Het Jeugdsanctierecht: bescherming, bestraffing en/of herstel? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 De strafrechttheorieën en het strafrecht Het Jeugdsanctierecht: bescherming, bestraffing en/of herstel? Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

DE NIEUWE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK. Geert Decock 27 maart 2015

DE NIEUWE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK. Geert Decock 27 maart 2015 DE NIEUWE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK Geert Decock 27 maart 2015 1. Inleiding 2. De kamers van de familie- en jeugdrechtbank 3. Territoriale bevoegdheid 4. Het familiedossier en het protectioneel dossier

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

Beschermen, straffen, herstellen

Beschermen, straffen, herstellen 1 Beschermen, straffen, herstellen Twintig jaar nadenken over het sanctioneren van jongeren Geert Decock Advocaat in Gent Voorzitter van de Unie van Jeugdadvocaten Lector jeugdrecht aan de Arteveldehogeschool

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE JEUGDBESCHERMINGSWET VAN 1965 EN DE HERVORMINGSWETTEN BETREFFENDE DE JEUGDBESCHERMING VAN 2006.

VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE JEUGDBESCHERMINGSWET VAN 1965 EN DE HERVORMINGSWETTEN BETREFFENDE DE JEUGDBESCHERMING VAN 2006. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 VERGELIJKENDE STUDIE TUSSEN DE JEUGDBESCHERMINGSWET VAN 1965 EN DE HERVORMINGSWETTEN BETREFFENDE DE JEUGDBESCHERMING VAN 2006. Van een

Nadere informatie

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven Inhoud Wat voorafging Krachtlijnen van nieuw

Nadere informatie

Bijlage 6: Artikels. Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod

Bijlage 6: Artikels. Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod Bijlage 6: Artikels Artikel 1: Meer strafzaken voor rookverbod Bespreking artikel (Bron: Vandenreyt, C. (3 april 2015). Meer strafzaken voor rookverbod. Het belang van Limburg, p. 17.) Dit artikel werd

Nadere informatie

Inhoud 1. JEUGDRECHT. 11. Discussiepunten... 29. Intersentia

Inhoud 1. JEUGDRECHT. 11. Discussiepunten... 29. Intersentia 1. JEUGDRECHT DEEL I. DE HISTORISCH MAATSCHAPPELIJKE SITUERING VAN DE JEUGD- BESCHERMING............................................................ 3 1. Inleiding..................................................................

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

Masterproef Bemiddeling i.g.v. jeugddelinquentie: burgerrechtelijke vraagstukken

Masterproef Bemiddeling i.g.v. jeugddelinquentie: burgerrechtelijke vraagstukken 2016 2017 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Bemiddeling i.g.v. jeugddelinquentie: burgerrechtelijke vraagstukken Promotor : Prof. dr. Johan PUT De transnationale Universiteit Limburg is

Nadere informatie

VR DOC.0759/3TER

VR DOC.0759/3TER VR 2017 1407 DOC.0759/3TER Memorie van toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op jeugddelicten gepleegd door minderjarigen

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Els Dumortier

Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Els Dumortier Rechten van de minderjarige i.v.m. zijn persoonlijkheidsdossier: rechtswaarborgen en vertrouwelijkheid van het persoonlijkheidsdossier in het kader van de uithandengeving Camille Claeys Onder wetenschappelijke

Nadere informatie

Een statuut voor pleegouders. april 2017

Een statuut voor pleegouders. april 2017 Een statuut voor pleegouders april 2017 Een statuut volgens Europa Europese aanbeveling (87)6 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa on foster families 1) de lidstaten dienen een systeem van

Nadere informatie

Art. 12 EU-richtlijn 2012

Art. 12 EU-richtlijn 2012 Art. 12 EU-richtlijn 2012 Doelgroep: minderjarige verdachten/daders Trefdag 24 november 2016 www.alba.be Aandacht voor het slachtoffer? -30 jaar geleden 1 e experimenten bemiddeling Oikoten -lichte feiten/voorwaardelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving en situering 3. 1. Jeugdbeschermingsrecht in de ruime zin 3 2. Jeugdbeschermingsrecht in de eigenlijke zin 3

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving en situering 3. 1. Jeugdbeschermingsrecht in de ruime zin 3 2. Jeugdbeschermingsrecht in de eigenlijke zin 3 INHOUD Woord vooraf Lijst van afkortingen V VII DEEL I BEGRIP EN BEGINSELEN 1 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving en situering 3 1. Jeugdbeschermingsrecht in de ruime zin 3 2. Jeugdbeschermingsrecht in de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0780.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 **7819 Nr. P.13.0780.N B L, persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, eiser, met als raadsman mr. Freddy Mols,

Nadere informatie

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I. 30 jaar evolutie naar een kindvriendelijke justitie: Deel II. Internationale regels en rechtspraak bepalen

Inhoudstafel. Deel I. 30 jaar evolutie naar een kindvriendelijke justitie: Deel II. Internationale regels en rechtspraak bepalen Deel I. 30 jaar evolutie naar een kindvriendelijke justitie: Jeugdadvocaten voor minderjarigen..................... 7 Eric Van der Mussele Hoofdstuk I. Bandit! Voyou! Voleur! Cenapan!... 7 Hoofdstuk II.

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

De betekenis van Kinderrechten voor. HCA Oost-Vlaanderen

De betekenis van Kinderrechten voor. HCA Oost-Vlaanderen De betekenis van Kinderrechten voor HCA Oost-Vlaanderen Katrien Herbots Kenniscentrum Kinderrechten vzw (KeKi) 1 Kennismaking Bekendheid met kinderrechten? Welke verwachtingen heb je? 2 Wat kan je verwachten?

Nadere informatie

INHOUD. Ten geleide... v Voorwoord... ix Dankwoord... xi DEEL I. INLEIDING. Hoofdstuk 1. Wat is recht?... 3. Hoofdstuk 2. Indeling van het recht...

INHOUD. Ten geleide... v Voorwoord... ix Dankwoord... xi DEEL I. INLEIDING. Hoofdstuk 1. Wat is recht?... 3. Hoofdstuk 2. Indeling van het recht... INHOUD Ten geleide.................................................................. v Voorwoord.................................................................. ix Dankwoord.................................................................

Nadere informatie

VR DOC.0238/2BIS

VR DOC.0238/2BIS VR 2019 2202 DOC.0238/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Nadere informatie

Advies. Naar een jeugddelinquentierecht met sterke rechtswaarborgen voor de minderjarige, aanvullend advies

Advies. Naar een jeugddelinquentierecht met sterke rechtswaarborgen voor de minderjarige, aanvullend advies Advies DATUM 12 november 2018 VOLGNUMMER 2018-2019/03 COMMISSIE Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Naar een jeugddelinquentierecht met sterke rechtswaarborgen voor de minderjarige, aanvullend

Nadere informatie

PERS MAP. Jongerenwelzijn

PERS MAP. Jongerenwelzijn PERS MAP Jongerenwelzijn INHOUD PERSMAP Jongerenwelzijn begeleidt jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) en jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd. WAT IS

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel REVEVR_VB_13001_2013.book Page V Monday, August 5, 2013 9:32 AM Beknopte inhoudstafel Een gedetailleerde inhoudsopgave vindt u bij het begin van elk deel p. Algemene inleiding (Herman Nys)...1 I. Wat is

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 10 I. INLEIDING... 11 II. HET OBJECTIEVE RECHT...15 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 15 1. Het objectieve

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Academiejaar Masterproef in de opleiding. Master in de Rechten. Tim Wagemans

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Academiejaar Masterproef in de opleiding. Master in de Rechten. Tim Wagemans Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2011-2012 Een evaluatie van de Wetten van 15 mei en 13 juni 2006 tot wijziging van de Wet van 8 april 1965 met betrekking tot het jeugdrecht Het nieuwe jeugdrecht:

Nadere informatie

De raad zendt hiervan binnen achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.

De raad zendt hiervan binnen achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad. DE NIEUWE GEMEENTEWET ( Laatste aanpassing : Wet van 25 april 2007 - B.S. 11 mei 2007 ) Titel II - Bevoegdheden Hoofdstuk I - Bevoegdheden van de gemeenteraad Art. 117. [ ] (Art. 117 gewijzigd bij W. 27.5.1989

Nadere informatie

HET CONSTRUCTIEF SANCTIONEREN VAN JEUGDDELINQUENTEN

HET CONSTRUCTIEF SANCTIONEREN VAN JEUGDDELINQUENTEN HET CONSTRUCTIEF SANCTIONEREN VAN JEUGDDELINQUENTEN EEN ALTERNATIEF VOOR DE UITHANDENGEVING Aantal woorden: 50554 Wannes Allemeersch Studentennummer: 00903361 Promotor: Prof. dr. Gert Vermeulen Commissaris:

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018)

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018) PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE GEMEENTE KOKSIJDE REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

DE RECHTSPOSITIE VAN JONGEREN IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE

DE RECHTSPOSITIE VAN JONGEREN IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE DE RECHTSPOSITIE VAN JONGEREN IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE Aantal woorden: 46575 Rebecca Coene Studentennummer: 01102971 Promotor: Prof. dr. Wendy De Bondt Commissaris: Dhr. Louis Favril Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

BELANG VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 5

BELANG VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 5 BELANG VAN DE MINDERJARIGE Artikel 5 Het belang van de minderjarige vormt de belangrijkste overweging bij het verlenen van jeugdhulp. Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld in dialoog met de

Nadere informatie

Advies Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Advies Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht ADVIES 1709 Advies Voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Datum: 4 oktober 2017 Voorzitter: Nozizwe Dube Aanwezigen: Baetens Jo, Bostoen Arthur, Bouzouf Mo, De Geest Ines, Dieleman

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Delictspecifieke reacties op. jeugddelinquentie: het private aanbod

Delictspecifieke reacties op. jeugddelinquentie: het private aanbod Delictspecifieke reacties op jeugddelinquentie: het private aanbod Inhoud 1. Delictgerichte contextbegeleiding 2. Diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling 3. Positief project 4. Beveiligend

Nadere informatie

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.779/3 van 18 april 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap betreffende het jeugddelinquentierecht 2/92 advies Raad van State 62.779/3

Nadere informatie

Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind

Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind Adviesorgaan van de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind Advies over de vrijheidsberoving van kinderen in België naar aanleiding van de publicatie van het Belgische staatsrapport in kader van

Nadere informatie

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 Inhoudstafel Woord vooraf... 11 Inleiding en methodologie... 15 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 2 Onderzoeksteam... 17 2.1 Kernteam UGent... 17 2.2 Expertengroep... 17 2.3 Begeleidingscomité...

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf 11. Inleiding 15. Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden

INHOUD. Woord vooraf 11. Inleiding 15. Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden Woord vooraf 11 Inleiding 15 Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden 19 1. Inleiding 19 2. De organisatie van de zorg onder vuur 21 3. Het

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

- United Nations Standard minimum rules for the administration of juvenile justice (Bejing-rules);1

- United Nations Standard minimum rules for the administration of juvenile justice (Bejing-rules);1 Délinquance Juvénile TRADUCTION EN COURS De afgelopen jaren, maanden is jeugddelinquentie sterk in de aandacht gekomen. Niet alleen door verschillende sterk in het oog springende gedragingen van sommige

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

VR DOC.0238/1BIS

VR DOC.0238/1BIS VR 2019 2202 DOC.0238/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Besluittekst Werkgroep 1: Algemene beginselen

Besluittekst Werkgroep 1: Algemene beginselen tekst Werkgroep 1: Algemene beginselen Jeugdrecht en finaliteit(en) Onderliggend mens- en kindbeeld In de huidige wet wordt nog sterk uitgegaan van een beschermingsmodel, waarin jongeren beschouwd worden

Nadere informatie

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie

Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie Slachtoffer-daderbemiddeling: wie is partij in een strafrechtelijke context? Ivo Aertsen Leuvens Instituut voor Criminologie Vragen Is bemiddeling tussen slachtoffer en dader wel mogelijk? Wenselijk? Wie

Nadere informatie

DEEL I. HET VERBLIJFSCO-OUDERSCHAP ALS PRIORITAIR TE ONDERZOEKEN VERBLIJFSREGELING ILSE MARTENS... 1

DEEL I. HET VERBLIJFSCO-OUDERSCHAP ALS PRIORITAIR TE ONDERZOEKEN VERBLIJFSREGELING ILSE MARTENS... 1 INHOUD Voorwoord... xiii DEEL I. HET VERBLIJFSCO-OUDERSCHAP ALS PRIORITAIR TE ONDERZOEKEN VERBLIJFSREGELING ILSE MARTENS... 1 SITUERING... 3 1. Korte historiek... 3 2. Aanzet en motieven tot invoering

Nadere informatie

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan. Gecoördineerde regelgeving Nieuwe Gemeentewet Artikel 119bis, Nieuwe Gemeenwet 1. De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen,

Nadere informatie

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organogram van DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM - 79 - Deel 5: DIVAM 5.1. Organogram van DIVAM DIVAM is partner van

Nadere informatie