VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen"

Transcriptie

1 VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER 2012 Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen

2

3 VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER 2012 Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen - eindrapport - dr. J.F.I. Klaver drs. E. Tromp dr. I.C. van der Welle Amsterdam, februari 2012 Regioplan publicatienr Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal RD Amsterdam Tel.: +31 (0) Fax : +31 (0) Onderzoek, uitgevoerd door Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van VluchtelingenWerk Nederland.

4

5 INHOUDSOPGAVE 1 De IntegratieBarometer Inleiding De positie van vluchtelingen in vogelvlucht Veranderingen in de beleidscontext Vraagstelling en verantwoording onderzoeksmethodiek Leeswijzer Aandacht voor vluchtelingen in lokaal beleid Vluchtelingen in beeld Van integratie- naar participatiebeleid Huidig beleid en uitvoeringsprogramma s Risico s bezuinigingen voor vluchtelingen Visie op integratiebeleid voor vluchtelingen in de nabije toekomst Casusbeschrijvingen Inleiding Casus Amsterdam Casus Deventer Casus Emmen Casus Nijmegen Samenvatting en conclusie Literatuur Bijlage 1 Overzicht van respondenten... 77

6

7 1 DE INTEGRATIEBAROMETER Inleiding Voor u ligt de vierde editie van de VluchtelingenWerk IntegratieBarometer. Sinds enige jaren laat VluchtelingenWerk Nederland periodiek een onderzoek uitvoeren naar de integratie van vluchtelingen 1 in Nederland. In 2005, 2007 en 2009 zijn de voorgaande edities van de IntegratieBarometer verschenen. De opzet en thematische focus van de barometer verschillen per editie. Wel bevat elke barometer naast een kwantitatieve analyse van de stand van zaken met betrekking tot de integratie van vluchtelingen ook een kwalitatief verdiepingsthema. Sinds 2009 wordt voor het kwantitatieve deel van de barometer gebruikgemaakt van CBS-gegevens waarmee voor een nauwkeurig afgebakende doelgroep de maatschappelijke positie van vluchtelingen op verschillende domeinen in kaart wordt gebracht. Voor de IntegratieBarometer 2012 worden deze gegevens rechtstreeks gepubliceerd via de website van VluchtelingenWerk Nederland. De verdiepingsthema s die de afgelopen jaren aan de orde zijn gekomen, zijn onder andere inkomen en inkomenspositie, sociale integratie en huisvesting en mobiliteit. Voor de IntegratieBarometer 2012 is als verdiepingsthema een meer beleidsmatige insteek gekozen, namelijk het in kaart brengen van de variatie in lokaal integratiebeleid. De focus op het lokale niveau is relevant omdat gemeenten in toenemende mate de regie hebben gekregen in het formuleren en uitvoeren van integratie- en participatiebeleid. Daarnaast is het lokale niveau bij uitstek het niveau waarop integratie daadwerkelijk plaatsvindt. In het onderhavige rapport wordt verslag gedaan van de uitkomsten van het verdiepingsonderzoek naar de opzet en werking van het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen in de grotere gemeenten (G32). In het kwantitatieve deel van de barometer zijn cijfers beschikbaar over de stand van zaken met betrekking tot de integratie van vluchtelingen in deze gemeenten. In dit hoofdstuk schetsen we de context voor het onderzoek naar de variatie in het lokale integratiebeleid. Daarbij gaan we kort in op de positie van vluchtelingen in Nederland en staan we tevens stil bij de veranderende beleidscontext. Deze veranderingen vormen in belangrijke mate de kaders waarbinnen gemeenten keuzes maken en hun beleid vormgeven. Ook lichten we in dit hoofdstuk de gehanteerde onderzoeksmethodiek voor het verdiepingsonderzoek toe. 1 Onder vluchtelingen worden asielzoekers met een verblijfsvergunning verstaan, ook wel vergunning- of statushouders genoemd. 1

8 1.2 De positie van vluchtelingen in vogelvlucht De afgelopen jaren zijn er naast de al eerder genoemde edities van de IntegratieBarometer verschillende studies verschenen naar de maatschappelijke positie van vluchtelingen in Nederland (o.a. Gijsberts en Dagevos 2009, Dourleijn en Dagevos 2011). Het beeld dat uit deze onderzoeken naar voren komt, is dat op verschillende terreinen het integratieproces niet zonder problemen verloopt. Arbeidsmarkt Inkomen Allereerst is de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen kwetsbaar. Vluchtelingen hebben veel minder vaak betaald werk en kennen ook een veel grotere mate van uitkeringsafhankelijkheid dan autochtonen. Ook de nieuwste cijfers van de IntegratieBarometer bevestigen dit beeld: een derde van de vluchtelingen heeft een betaalde baan, tegenover twee derde van de autochtone bevolking. 2 Binnen de vluchtelingengroep zijn er echter wel aanzienlijke verschillen. De positie van Iraniërs en Chinezen is bijvoorbeeld veel beter dan die van Somaliërs, Afghanen en Irakezen. Vluchtelingen hebben te maken met verschillende belemmeringen die een succesvolle intrede op de Nederlandse arbeidsmarkt bemoeilijken. Het ontberen van een voor werk relevant sociaal netwerk, onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, het ontbreken of niet erkennen van diploma s, een vanwege de vlucht onderbroken loopbaan en het ontberen van relevante werkervaring, gezondheidsproblemen en een onzekere verblijfsstatus 3, zijn belemmeringen die in verschillende studies steeds weer worden benoemd. Mede als gevolg van de slechte arbeidsmarktpositie is ook de inkomenspositie van vluchtelingen ongunstig. De nieuwste cijfers van de barometer laten zien dat maar liefst dertig procent van de vluchtelingenhuishoudens onder de armoedegrens leeft. In deze huishoudens ligt het besteedbaar huishoudinkomen beneden ,- per jaar. Voor autochtone huishoudens ligt dit aandeel op vier procent. 4 Het niet hebben van werk en de hoge uitkeringsafhankelijkheid zijn in belangrijke mate debet aan de slechte inkomenspositie. Daarnaast hebben veel vluchtelingen te maken met schuldenproblematiek omdat zij vanwege hun vlucht en nieuwe start in Nederland veel kosten moeten maken, onder andere ten behoeve van gezinshereniging. 2 Zie ook: 3 Vluchtelingen krijgen eerst een vergunning voor bepaalde tijd. Ter illustratie: van de vluchtelingen die tussen 1998 en 2010 een asielaanvraag hadden ingediend en op 1 januari 2010 een verblijfsstatus hadden en stonden ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, had 51 procent een vergunning voor bepaalde tijd. 4 Zie ook: 2

9 Gezondheid Sociale Integratie Vluchtelingen hebben over het algemeen een slechtere gezondheid dan autochtonen. Dit geldt zowel voor de fysieke en psychische gezondheid als voor de ervaren gezondheid. Vluchtelingen hebben te maken met specifieke stressfactoren die een negatieve invloed hebben op hun gezondheid, zoals schokkende gebeurtenissen in het land van herkomst, duur van (onzeker) verblijf in het opvangcentrum en de afwezigheid van partner en/of kinderen (Schellingerhout, 2011). Deze slechte gezondheidssituatie werkt negatief door op andere terreinen zoals de succesvolle afronding van de inburgering, het leren van de Nederlandse taal en het vinden van betaald werk (ibidem). Ten aanzien van sociale integratie is het beeld van vluchtelingen in Nederland positiever. Een aanzienlijk deel van de vluchtelingen heeft veel vrijetijdscontacten met autochtone Nederlanders. Vaak is sprake van zogenaamde dubbele bindingen waarbij vluchtelingen zowel intensief contact hebben met autochtone Nederlanders als met leden van de eigen herkomstgroep. Vooral de Somalische groep scoort op dit punt het meest positief. Zij zijn ook in termen van zich thuis en veilig voelen het meest positief over Nederland. Wat de integratie en de maatschappelijke positie van kinderen van vluchtelingen betreft, is het beeld diffuus. Sommige groepen vluchtelingenkinderen, zoals Afghaanse en Iraanse kinderen, doen het zeer goed in het onderwijs. Zo nemen leerlingen met een Iraanse achtergrond bijvoorbeeld even vaak deel aan het havo/vwo als autochtone leerlingen. Voor leerlingen met een Somalische herkomt geldt dit echter niet. Zij zijn bovengemiddeld vertegenwoordigd op het vmbo. Voor bijna alle hierboven genoemde factoren geldt dat naar mate vluchtelingen langer in Nederland zijn, zij een betere positie verwerven in de Nederlandse samenleving. Met name in de eerste jaren na statusverlening steekt hun positie schril af bij die van autochtone Nederlanders, maar ook bij andere migrantengroepen. Het blijkt voor vluchtelingen niet eenvoudig om, nadat zij een status hebben gekregen, zich een plek te verwerven in Nederland. Na verloop van tijd verbetert de positie van vluchtelingen, maar ook na vele jaren verblijf blijft hun positie, zeker in vergelijking met andere groepen, kwetsbaar. Het invoegen in de Nederlandse samenleving, met name in sociaal-economische zin, gaat niet vanzelf. Deze bevinding is een constante in de verschillende studies die de afgelopen jaren zijn verschenen over de integratie van vluchtelingen. 1.3 Veranderingen in de beleidscontext Om de integratie van vluchtelingen in Nederland te bevorderen, zijn er de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om vluchtelingen een goede start in Nederland te geven. Gemeenten hebben op dit moment wettelijk verplichtingen ten aanzien van huisvesting, inburgering en 3

10 maatschappelijke begeleiding voor deze groep. Daarnaast hebben gemeenten een aanzienlijke vrijheid in het vormgeven van het integratiebeleid. Door de decentralisatie van overheidstaken is het integratiebeleid de afgelopen jaren namelijk steeds meer het primaat van gemeenten geworden. Gemeenten kunnen, in samenwerking met andere partijen, initiatieven ontplooien die specifiek gericht zijn op de groep vluchtelingen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het ondersteunen van vluchtelingenzelforganisaties of het bevorderen van laagdrempelige taalondersteuningsactiviteiten. Door bezuinigingen en een andere visie op integratie van de Rijksoverheid verandert echter de beleidscontext voor gemeenten. De belangrijkste ontwikkelingen waarmee gemeenten op dit moment te maken hebben, zijn: het afschaffen van doelgroepenbeleid (het Rijk zet in op algemeen beleid, met een sterke nadruk op eigen verantwoordelijkheid) en bezuinigingen op het inburgeringsbudget en re-integratie- en educatiemiddelen. Daarnaast hebben gemeenten te maken met een lagere instroom van vluchtelingen. Hieronder lichten we deze veranderingen kort toe. Veranderde integratievisie Rijk Beleid specifiek dat gericht is op etnische groepen staat al jaren onder druk, omdat het stigmatiserend zou werken en de onderliggende problematiek vaak niet cultureel bepaald is. Toch zag het kabinet zich de afgelopen jaren genoodzaakt specifiek beleid te voeren voor één of enkele doelgroepen. Een voorbeeld hiervan is de aanpak voor Marokkaans-Nederlandse en Antilliaanse risicojongeren, voor wie het Rijk vanwege overmatige betrokkenheid bij overlast en criminaliteit een bijzondere inzet gerechtvaardigd achtte. Met de integratievisie Integratie, binding en burgerschap is het kabinet definitief afgestapt van een integratiebeleid dat is gericht op specifieke (etnische) doelgroepen. Het kabinet maakt geen apart beleid meer op basis van herkomst. Het betekent dat ook specifieke problemen met generiek beleid en via reguliere instanties en reguliere maatregelen moeten worden aangepakt, bijvoorbeeld als het gaat om het vergroten van arbeidsdeelname, het verbeteren van de taalbeheersing of het terugdringen van schooluitval. De insteek is dat beleid moet werken voor álle bewoners van Nederland. Deze ontwikkeling wordt ook wel aangeduid met de term mainstreaming (Van der Putte, 2011). Naast het afwijzen van een integratiebeleid gericht op specifieke doelgroepen, benadrukt het kabinet in de integratievisie de eigen verantwoordelijkheid van de migrant voor zijn of haar inburgering en zelfredzaamheid in de samenleving. Niet het Rijk, maar de migrant is verantwoordelijk voor het verwerven van de kennis en vaardigheden die nodig zijn om in Nederland een bestaan op te bouwen. Met name op het terrein van inburgering heeft dit forse implicaties, aangezien tot op heden de overheid nog een centrale rol speelt in het aanbieden van inburgeringscursussen. Tegelijkertijd wordt inburgering steeds meer een voorwaarde voor toelating tot en verblijf in Nederland. 4

11 Flinke bezuinigingen op het Participatiebudget Op dit moment hebben gemeenten de taak de inburgering te organiseren. Dit betekent dat gemeenten migranten actief benaderen en hen een passend inburgeringstraject aanbieden. De beschikbare middelen worden uitgekeerd via het gemeentefonds en het participatiebudget. Hiermee kunnen gemeenten re-integratie, inburgering en scholing inkopen. Gemeenten kunnen zowel aan inburgeringsplichtigen als aan vrijwillige inburgeraars een traject aanbieden. Vaak gaat het om duale trajecten, dat wil zeggen dat inburgeringsvoorzieningen (het leren van de taal en Kennis van de Nederlandse Samenleving) worden gecombineerd met activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van actieve deelname aan de Nederlandse samenleving (re-integratie, stages, vrijwilligerswerk, werk, beroepsopleiding). Vanaf 2011 wordt er flink bezuinigd op het gemeentelijke participatiebudget en vinden er veranderingen plaats in de samenstelling van het budget. Het participatiebudget oude stijl bestond uit: een flexibel re-integratiebudget, inburgeringsmiddelen en educatiemiddelen. Het re-integratiebudget en de educatiemiddelen worden gehalveerd in de periode De inburgeringsmiddelen worden afgebouwd vanaf Vanaf 2013 wordt inburgering de eigen verantwoordelijkheid van de migrant. Voor nieuwkomers blijft de inburgeringsplicht gelden, maar zij moeten voortaan hun eigen inburgeringscursus bekostigen. Zij krijgen geen aanbod meer van de gemeente. Vanaf 2013 zijn er geen middelen meer gereserveerd in het participatiebudget voor inburgering. 5 Met het vervallen van de inburgeringsmiddelen verliezen gemeenten de uitgebreide regierol op inburgering. Zij zijn niet meer verantwoordelijk voor de informatievoorziening, handhaving en een goed en passend aanbod. Het gevolg van de wijziging van de inburgeringswet is mogelijk ook dat gemeenten niet meer de wettelijke taak hebben vluchtelingen te begeleiden bij hun integratie, de zogenaamde maatschappelijke begeleiding. In november 2011 is het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet inburgering aan de Tweede Kamer verstuurd en dit moet nog worden behandeld. Het wetsvoorstel voorziet in een sociaal leenstelsel voor inburgeringsplichtigen die over onvoldoende middelen beschikken om de inburgeringscursus zelf te bekostigen. Ook alfabetiseringscursussen voorafgaand aan de inburgeringscursus komen volledig voor rekening van de inburgeringsplichtigen. Het voorstel is dat gezinsherenigers, gezinsvormers en geestelijk bedienaren maximaal 5.000,- kunnen lenen. Voor asielgerechtigden wordt het maximale leenbedrag gesteld op ,-, wat ook kan worden aangewend voor het bekostigen van een alfabetiseringscursus. 6 Door de bezuinigingen op de educatie- en reintegratiemiddelen hebben gemeenten ook minder budget beschikbaar om nieuwkomers tijdens of na afronding van de inburgering te begeleiden naar werk. 5 Alleen voor mensen die vóór 2013 gestart zijn met een traject kunnen gemeenten tot uiterlijk eind 2013 nog inburgeringsmiddelen inzetten. 6 Memorie van Toelichting op de Wijziging van de Wet inburgering. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3. 5

12 Instroom asielmigranten en taakstelling vergunninghouders 7 Omdat de asielinstroom mede afhankelijk is van conflicten en brandhaarden over de hele wereld, is de ontwikkeling moeilijk te voorspellen. Aan de hand van de prognoses over de asielinstroom en het inwoneraantal van gemeenten wordt de huisvestingstaakstelling van gemeenten bepaald. De afgelopen jaren is het aantal nieuwe vergunninghouders in gemeenten redelijk stabiel. Voor 2012 is voor het eerst sprake van een naar beneden bijgestelde prognose. De verwachting is dat in de eerste helft van 2012 ongeveer 4000 vergunninghouders gehuisvest moeten worden (de prognose voor de eerste helft van 2011 bedroeg 4700). Ook voor de tweede helft van 2012 geldt een prognose van 4000 (tegenover een prognose voor de tweede helft van 2011 van 4700). Het uitgangspunt van het kabinet is om immigratie van kansarme migranten zoveel mogelijk te beheersen. Gezinshereniging wordt bemoeilijkt en de wettelijke grondslag voor categoriaal beschermingsbeleid voor landen of bevolkingsgroepen vervalt. Categoriale bescherming betekent dat asielzoekers uit een bepaald land als categorie beschermd worden en op grond daarvan een vergunning voor bepaalde tijd krijgen. De verwachting van het kabinet is dat door deze maatregelen het aantal vluchtelingennieuwkomers in gemeenten zal afnemen. Een eventuele daling van de asielinstroom betekent overigens niet voor alle gemeenten meteen ook een daling van het aantal vluchtelingennieuwkomers. Zo zijn er gemeenten die bezig zijn met een inhaalslag, omdat zij voorgaande jaren niet aan hun huisvestingstaakstelling hebben kunnen voldoen. In deze gemeenten kan de instroom een aantal jaren wat hoger zijn. Overigens betekent de evenredige verantwoordelijkheid voor de huisvesting van vergunninghouders niet dat de zij evenredig naar inwonertal over gemeenten zijn gehuisvest. Een gedeelte van de vergunninghouders vindt zelf huisvesting of verhuist door, waardoor sommige gemeenten een groter aandeel vluchtelingen huisvesten. Het gaat vooral om grote gemeenten in het westen van het land (Klaver en Van der Welle 2009). 1.4 Vraagstelling en verantwoording onderzoeksmethodiek Gemeenten staan voor de uitdaging om met de bestaande beperkte financiële middelen en binnen de nieuwe wettelijke kaders voorwaarden te scheppen voor de integratie van vluchtelingen en andere migrantengroepen. Gemeenten kunnen hierin verschillende keuzes maken in hoe zij de vluchtelingengroep willen bedienen. Veel gemeenten bevinden zich door de voorgestelde bezuinigingen, decentralisatie en veranderde beleidsprioriteiten op dit moment in een overgangsfase. De IntegratieBarometer 2012 peilt wat de huidige stand van zaken is met betrekking tot het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen 7 Vergunninghouders of statushouders zijn asielzoekers met een verblijfsvergunning. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om vergunninghouders te huisvesten. Dat gebeurt volgens een verdeelsleutel, gebaseerd op het inwonertal: de taakstelling. De hoogte van de taakstelling wordt ieder halfjaar vastgesteld door het ministerie van Justitie en opgedragen aan gemeenten. 6

13 en welke variatie zich daarbij voordoet. De volgende onderzoeksvragen stonden daarbij centraal: 1. Welk beleid voeren gemeenten ten aanzien van de integratie van vluchtelingen (algemeen/specifiek, welke thema s)? 2. Wat zijn de belangrijkste onderscheidende criteria van het gevoerde beleid in diverse gemeenten? 3. Wat zijn de specifieke risico s en succesfactoren van het gevoerde beleid voor de integratie van vluchtelingen? 4. Welke goede praktijkvoorbeelden van succesvolle aanpakken kunnen we identificeren en welke rol speelt het gemeentelijk beleid hierin? Om de variatie in het beleid in kaart te brengen, hebben we in eerste instantie gekozen voor een verkenning van het gevoerde beleid in de breedte bij 21 van de G-32 gemeenten. Deze 21 gemeenten zijn geselecteerd omdat zij een relatief groot aandeel vluchtelingen hebben en/of een relatief hoog percentage recente of langdurig gevestigde vluchtelingen. Om de ontwikkelingen in deze gemeenten zo helder mogelijk voor het voetlicht te brengen, hebben we via een deskstudy alle digitaal beschikbare informatie over het lokale integratiebeleid in de gemeente in kaart gebracht. We hebben onder andere gebruikgemaakt van integratienota s, informatie over gemeentelijke projecten en andere lokale initiatieven. In aanvulling daarop zijn telefonische interviews gehouden met beleidsmedewerkers van de gemeenten. In totaal zijn in deze fase 31 interviews gehouden met vertegenwoordigers van gemeenten in 21 gemeenten (zie de literatuurlijst voor geraadpleegde bronnen en zie bijlage 1 voor een overzicht van respondenten). In deze interviews zijn de volgende thema s aan bod gekomen: visie en opzet van het integratiebeleid; aandachtspunten van het beleid; aandacht voor vluchtelingen(groepen); uitvoering van het beleid; de rol van VluchtelingenWerk en andere organisaties; opbrengsten en kritische succesfactoren van het beleid; risico s van de bezuinigingen voor vluchtelingen. In de laatste fase van het onderzoek hebben we op grond van de deskstudy en de telefonische interviews vier gemeenten (Amsterdam, Nijmegen, Deventer en Emmen) geselecteerd voor een nadere analyse van het lokale integratiebeleid. Uitgangspunten bij de selectie van casussen waren relevantie voor de integratie van vluchtelingen en variatie in de aanpakken, zodat verschillende aspecten en aanpakken voor het voetlicht konden worden gebracht. Daarbij moet opgemerkt worden dat sommige aspecten die in de casussen belicht worden niet per se uniek zijn voor die gemeente, maar op onderdelen soms ook in andere gemeenten voorkomen. De casussen dienen ter illustratie van bijzondere aanpakken gericht op de integratiekansen van vluchtelingen. 7

14 Door middel van interviews met vertegenwoordigers van gemeenten, uitvoeringsorganisaties, maatschappelijke instellingen en vluchtelingen zelf wordt een beeld geschetst van de aanpak in de casusgemeente. Daarbij is aandacht voor de visie en opzet van het beleid, de knelpunten en de successen en werkende bestanddelen. 1.5 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken beschrijven we de uitkomsten van onze inventarisatie van de lokale variatie in het integratiebeleid voor vluchtelingen van grote gemeenten. Hoofdstuk 2 beschrijft het algemene beeld voor de 21 onderzochte gemeenten en zoomt in op de specifieke aandacht die gemeenten hebben voor vluchtelingen. In hoofdstuk 3 geven we een gedetailleerd beeld van de vier casusgemeenten. In hoofdstuk 4 geven we de belangrijkste conclusies van het onderzoek weer en geven we antwoord op de onderzoeksvragen. 8

15 2 AANDACHT VOOR VLUCHTELINGEN IN LOKAAL BELEID Dit hoofdstuk neemt het perspectief van beleidsambtenaren die betrokken zijn bij integratie en inburgering als uitgangspunt. In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de G32-gemeenten de afgelopen jaren hun beleid ten behoeve van de integratie van vluchtelingen hebben vormgegeven, welke activiteiten zij succesvol vonden en wat hun visie is op de nabije toekomst in het licht van de aankomende bezuinigingen. Het hoofdstuk bestaat uit vier delen. Het eerste deel schetst in hoeverre de gemeenten de problematiek van vluchtelingen in beeld hebben. Het tweede deel bekijkt de huidige beleids- en uitvoeringspraktijk en of gemeenten speciale aandacht hebben voor de positie van vluchtelingen. Het derde deel gaat in op de mogelijke gevolgen van de bezuinigingen op de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Het vierde deel schetst de visie van gemeenten op de toekomst en in hoeverre zij verwachten de vluchtelingen voldoende te kunnen ondersteunen bij hun integratieproces en hoe zij hierop willen inzetten. 2.1 Vluchtelingen in beeld De integratieproblematiek van vluchtelingen zijn in grote lijnen in beeld bij de grote gemeenten. Zij zijn op de hoogte door signalen uit het veld, van samenwerkingspartners of door eigen monitoren op het gebied van inburgering en participatie. Binnen de vluchtelingengroep maken gemeenten onderscheid tussen vergunninghouders en niet-vergunninghouders. Wat de laatste groep betreft, houdt de gemeente zich niet bezig met hun integratie, maar met (nood)opvang, begeleiding bij terugkeer of juridisch advies in vervolgprocedures. Drie onderwerpen hebben de gemeenten vooral op het netvlies als het gaat om de integratie van de vergunninghouders: achterblijvende arbeidsparticipatie en grote uitkeringsafhankelijkheid; ontbreken sociaal netwerk/sociaal isolement; trauma s/psychosociale problemen. Gemeenten hebben veelal geen zicht op afzonderlijke herkomstgroepen binnen de vluchtelingengroep. Een aantal gemeenten noemt wel de Somaliërs als groep die door complexe multiproblematiek extra bij hen onder de aandacht is. Bovendien is dit ook een van de grootste groepen in de recente asielinstroom en daarmee ook een grotere groep onder de vluchtelingennieuwkomers in gemeenten (IND 2011). Dat er in veel gemeenten geen zicht is op afzonderlijke etnische groepen, heeft ook te maken met de omvang van de groepen. Vaak zijn de aantallen per herkomstgroep beperkt, waardoor zij niet apart in beeld zijn. Een enkele gemeente heeft een duidelijker beeld van de situatie en problematiek van afzonderlijke herkomstgroepen uit de vluchtelingenpopulatie. 9

16 Uit verschillende landelijke studies onder Somaliërs blijkt dat het gaat om een kwetsbare groep. Ook vanuit de Nijmeegse Adviescommissie Allochtonen (ACA) kwamen er signalen over de zorgelijke positie van Somaliërs. Naar aanleiding van deze geluiden besloot de gemeente Nijmegen in 2011 een studie te verrichten naar de maatschappelijke positie van niet alleen de Somaliërs, maar van alle Afrikaanse Nijmegenaren. Hieruit blijkt dat de werkloosheid voor vrijwel alle Afrikaanse groepen hoog is, maar dat tegelijkertijd de kinderen van vluchtelingen het vrij goed doen in het onderwijs. Daarnaast bevestigde het onderzoek de signalen uit de landelijke studies; er sprake is van een zorgwekkende achterstand bij Somalische Nijmegenaren. Slechts in één van de 21 onderzochte G32-gemeenten (Amsterdam) wordt de positie van vluchtelingen nauwkeurig gemonitord, zodat op ieder moment een actueel beeld beschikbaar is van de specifieke resultaten van inburgering en re-integratie voor deze groep. 2.2 Van integratie- naar participatiebeleid In navolging van het Rijksbeleid stappen gemeenten af van een integratiebeleid gekoppeld aan etnische doelgroepen. Sommige gemeenten zijn al in de afgelopen beleidsperiode van integratie- of doelgroepenbeleid afgestapt; anderen zijn voornemens dat in de huidige beleidsperiode te doen. De algemene filosofie is dat alle burgers binnen de gemeentegrenzen met generiek beleid moeten worden bereikt en gestimuleerd tot participatie. Hierbij ligt een grote eigen verantwoordelijkheid bij de burgers zelf, maar ook bij gemeenten om burgers daadwerkelijk in staat te stellen die verantwoordelijkheid ook te nemen. De uitdaging voor gemeenten is om ervoor te zorgen dat zij met hun generiek ingestoken beleid alle burgers voldoende bereiken. Een integratiebeleid zoals dat in veel gemeenten tot voor kort gebruikelijk was, met doelgroepen op basis van etniciteit, past niet in de generieke benadering. Gemeenten formuleren de kwetsbare of prioritaire groepen nu in eerste instantie vanuit het probleem, bijvoorbeeld taalachterstand, een grote afstand tot de arbeidsmarkt of multiprobleemgezinnen. Verschillende gemeenten, waaronder Arnhem in haar visiestuk, benadrukken dat de koppeling van achterstanden aan bepaalde etnische groepen in integratiebeleid voorbijgaat aan de diversiteit binnen de betreffende doelgroep. 10

17 De gemeente Arnhem benadrukt in haar integratienota : Integratiebeleid koppelt de geconstateerde achterstand(en) doorgaans aan etniciteit en neemt dit vervolgens als uitgangspunt/focus van beleid. Dit biedt ons echter onvoldoende handelingsperspectief. Immers: de etnische achtergrond kan weliswaar een rol spelen in het ontstaan van de achterstand, maar schiet als enige verklaring tekort. Veel inwoners met allochtone achtergrond zijn immers succesvol en leveren vaak een belangrijke bijdrage. Ook mensen in een achterstandspositie leveren dikwijls een positieve bijdrage aan de samenleving. Daarnaast verschillen etnische groepen onderling sterk, zowel cultureel als maatschappelijk. Er zijn bovendien grote verschillen tussen leden van dezelfde etnische groep. (Integratie door participatie. Visienota integratiebeleid gemeente Arnhem ) De nadruk op generiek beleid betekent niet dat voor iedere groep eenzelfde aanpak kan worden ingezet. Het uitgangspunt is immers dat alle burgers bereikt en bediend moeten worden. Om kwetsbare groepen voldoende te kunnen bereiken, zal soms binnen de reguliere voorzieningen een specifieke aanpak nodig zijn. Uiteindelijk gaat het erom of uitvoeringsinstanties voldoende mogelijkheden en expertise hebben om maatwerk te kunnen leveren. De uitdaging voor gemeenten is ook om bestaande kennis over doelgroepen voldoende te borgen en om goed in beeld te hebben welke problemen er spelen en wie hiermee te maken hebben. Alle groepen bereiken is onvoldoende, ook de deskundigheid om de gesignaleerde problemen of hulpvragen aan te pakken is nodig. Als het gaat om het voldoende bereiken van verschillende etnische groepen heet dit in gemeentebeleidstermen interculturalisatie. Het is voor veel gemeenten een aandachtspunt en wordt bijvoorbeeld meegenomen als voorwaarde voor subsidiëring van projecten en organisaties. De gemeente Lelystad benadrukt in de integratienota die loopt tot 2014 de interculturalisatie van zorg- en welzijnsinstellingen: Een van de belangrijkste speerpunten is interculturalisatie van de reguliere voorzieningen. Interculturalisatie is een proces waarbij een instelling zich tot doel stelt te veranderen naar een instelling waarbij de dienstverlening is afgestemd op de etnisch-culturele diversiteit van de Lelystadse samenleving. ( ) Onder regie van de gemeente gaan de reguliere zorgen welzijnsinstellingen het interculturalisatieprogramma ontwikkelen voor de eigen organisatie. ( ) Voor interculturalisatie zijn geen extra middelen nodig. Centraal staat het ontwikkelen en toepassen van multiculturele kennis en competenties voor jeugdprofessionals. Het doel is dat migrantenkinderen en hun ouders goed worden bereikt door algemene voorzieningen en dat migrantenouders en professionals problemen in de opvoeding en ontwikkeling vroegtijdig signaleren. (Raadsvoorstel verlengen integratienota tot en met 2014, 14 juni 2011) Een manier waarop een aantal gemeenten, waaronder Nijmegen, Deventer en Dordrecht, actief probeert de interculturalisatie op gang te brengen, is door het subsidiëren en ondersteunen van allochtone zelforganisaties en deze in contact te brengen met reguliere instellingen. Een vereiste hiervoor is dat 11

18 groepen goed georganiseerd zijn, en dat is bij vluchtelingengroepen lang niet altijd het geval, ook omdat het vaak om relatief kleine aantallen per gemeente gaat. De gemeente Dordrecht ziet interculturalisatie niet zozeer als de verantwoordelijkheid van de overheid. Het is allereerst de verantwoordelijkheid van de reguliere organisaties die moeten interculturaliseren en de burgers moeten de organisaties ook aansporen om te interculturaliseren. Het is eigenlijk een soort sociale marktwerking. De gemeente neemt wel een regierol. Zij blijft migrantenorganisaties subsidiëren voor de kosten die zij maken voor interculturalisatietrajecten. Bijvoorbeeld: een aantal instellingen voor ouderenzorg wil in Dordrecht starten met toegankelijke zorg voor migranten. Door bijeenkomsten en persoonlijke gesprekken heeft de gemeente een aantal Turkse organisaties en zorginstellingen bij elkaar gebracht. Tussen deze partijen zijn afspraken gemaakt over inspraak in de plannen en de acties. Als de zelforganisaties kosten moeten maken voor het raadplegen van de achterban of voor bijeenkomsten en symposia over specifieke onderwerpen, kunnen zij daarvoor subsidie aanvragen. Bij vluchtelingengroepen is dit lastiger: zij zijn minder goed georganiseerd en bovendien vaker bezig met problemen die de eigen achterban betreffen en juist minder vaak met interculturalisatie. Voor reguliere instellingen is het daarom lastiger om hen te bereiken. (Interview met beleidsmedewerker) Gemeenten zijn vaak nog zoekende en hebben maar beperkt of geen zicht op de interculturalisatieslag in de praktijk. Er is onvoldoende bekend of het generieke beleid alle vluchtelingengroepen voldoende bereikt. Een aantal gemeenten signaleert echter dat bepaalde uitvoeringsinstanties (bijvoorbeeld welzijnswerk, maatschappelijk werk, UWV) sommige groepen onvoldoende bereiken. Zij kiezen er daarom voor om specifiek in te zetten op een bepaalde etnische groep of subpopulatie binnen de vluchtelingengroep. Deze gemeenten noemen vooral twee subgroepen die op dit moment extra aandacht vragen: de ex-amv s (alleenstaande minderjarige vreemdelingen) en Somaliërs. Voor eerstgenoemde groep geldt overigens dat de inspanningen vooral gericht zijn op terugkeer en niet zozeer op integratie in Nederland. Wat de ex-amv s (niet-vergunninghouders) betreft, faciliteren bijvoorbeeld Den Haag, Haarlem en Utrecht activiteiten gericht op de veiligheid, juridische ondersteuning en terugkeer van deze groep en reserveren zij daar middelen voor, ook nu het Rijk geen middelen meer beschikbaar heeft gesteld. Vanaf oktober 2009 tot juli 2011 liep het experiment Perspectief, voortbouwend op initiatieven van gemeenten. Dit project was bedoeld om jonge uitgeprocedeerde asielzoekers te stimuleren tot terugkeer of alsnog in een verblijfsvergunning te voorzien en hiermee illegaliteit te voorkomen. Het experiment werd deels gefinancierd met Rijksmiddelen en werd verder aangevuld met gemeentemiddelen. Verschillende gemeenten noemen het project Perspectief voor ex-amv s in hun gemeente succesvol. Daarmee verschillen zij van mening met het Rijk. Het Rijk heeft geen vervolg gegeven aan het Perspectief-experiment wegens tegenvallende resultaten. Volgens de 12

19 gemeenten Den Haag, Haarlem en Utrecht was het echter wel een succes, omdat veel jongeren alsnog een verblijfsvergunning hebben gekregen en aanzienlijk minder jongeren in de illegaliteit terecht zijn gekomen. De groep Somaliërs vraagt in een aantal gemeenten ook extra aandacht. Die aandacht wordt bijvoorbeeld gevraagd omdat qatkauwende mannen overlast veroorzaken op buurtniveau. Omdat deze problematiek raakt aan veiligheid en maatschappelijke overlast, heeft bijvoorbeeld de gemeente Groningen besloten om een activeringsproject voor deze mannen blijvend te subsidiëren, ondanks de huidige forse bezuinigingen. In Groningen wordt het activeringsproject uitgevoerd door de welzijnsorganisatie Maatschappelijke en Juridische Dienstverlening in samenwerking met de lokale Somalische zelforganisatie. Het doel van het project is om de Groningse Somaliërs toe te leiden naar een passende dagbesteding, opleiding of werk. Het project loopt in ieder geval tot en met 2012 en wordt mogelijk gemaakt door een cofinanciering (landelijke en gemeentelijke budgetten). In de gemeente Den Haag is in oktober 2011 een proef gestart met de inzet van gezinscoaches voor Somalische (multi)probleemgezinnen, die te kampen hebben met bijvoorbeeld schulden en psychosociale problematiek. Elk gezin krijgt een gezinscoach van Somalische afkomst die het gezin begeleidt en eventueel doorverwijst naar de juiste instanties. Amsterdam constateerde dat de participatie van vluchtelingen achterbleef en zet daarom specifiek in op de gehele vluchtelingengroep. Deze extra aandacht is neergelegd in een notitie voor de beleidsperiode Ook de gemeente Utrecht is bezig met de formulering van specifiek vluchtelingenbeleid. De keuze voor een specifiek vluchtelingenbeleid vloeit voort uit het feit dat de Amsterdamse en Utrechtse politiek van mening is dat de kwetsbare doelgroep vluchtelingen extra gemeentelijke ondersteuning nodig heeft om uiteindelijk zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving. Het idee is dat door hun extra aandacht te geven bij hun vestiging in de gemeente, zij uiteindelijk een grotere kans hebben op instroom op de arbeidsmarkt en een betere psychische en lichamelijke gezondheid krijgen. In andere gemeenten is er op bepaalde deelterreinen extra aandacht voor vluchtelingen. Deze initiatieven lichten we hieronder verder toe. 2.3 Huidig beleid en uitvoeringsprogramma s In het gemeentelijke beleid ten behoeve van de integratie van vluchtelingen zijn vooral drie terreinen belangrijk: (1) eerste opvang en begeleiding, (2) inburgering en (3) participatie. Een groot deel van de activiteiten van gemeenten op deze terreinen valt onder hun wettelijke taken rondom de integratie van vluchtelingen, namelijk het huisvesten van vluchtelingen, 13

20 inburgering en maatschappelijke begeleiding. 1 Naast deze wettelijke taken zijn er op elk deelterrein voorbeelden van gemeenten die extra activiteiten of projecten inzetten ter bevordering van de integratie van vluchtelingen. Hieronder schetsen we per deelterrein eerst het algemene beeld en zoomen we daarin in op extra aandacht en activiteiten die gemeenten inzetten op deze terreinen. Ook komen succesfactoren en knelpunten aan bod Maatschappelijke begeleiding: eerste opvang, begeleiding bij huisvesting en integratie Gemeenten hebben op dit moment de wettelijke taak om vluchtelingen die zich in hun gemeente vestigen te begeleiden bij hun integratieproces. Deze maatschappelijke begeleiding in het kader van de inburgering is in de meeste gemeenten uitbesteed aan VluchtelingenWerk. In andere gemeenten wordt het (deels) uitgevoerd door de aanbieders van de inburgeringstrajecten of andere maatschappelijke organisaties. Vaak spelen vrijwilligers een belangrijke rol in de uitvoering van de maatschappelijke begeleiding. Onderdelen van deze maatschappelijke begeleiding zijn bijvoorbeeld de huisvesting, het wegwijs maken in de (instanties van de) gemeente, adviezen rondom schuldhulpverlening, coaching rondom taal en wekelijkse spreekuren. De asielprocedure wordt sinds kort steeds korter, waardoor vluchtelingennieuwkomers korter in de centrale opvang verblijven. Op het moment dat zij zich met een status kunnen vestigen in een zelfstandige woonruimte in een gemeente, zijn zij vaak nog niet zo lang in Nederland en daardoor nog nauwelijks bekend met de Nederlandse samenleving. Daarnaast ontbreekt het hun vaak aan een sociaal netwerk waarop ze kunnen terugvallen. Daarom is extra begeleiding bij de periode van vestiging en bij het integratieproces volgens gemeenten van cruciaal belang. Zodra asielzoekers een verblijfsstatus krijgen en zij zich vestigen in een gemeente, moeten zij allerhande zaken regelen rondom huisvesting, verzekeringen en inkomen. De meeste gemeenten zetten in deze periode vooral in op het voldoen aan hun wettelijke verplichtingen en begeleiden de vluchtelingen bij het tekenen van het huurcontract, de aanvraag voor een uitkering en het inrichtingsbudget. Een aantal gemeenten zet extra in op de coaching van vluchtelingen in de eerste periode van vestiging, met als doel (eventuele) problemen zo snel mogelijk te signaleren en snel te kunnen doorverwijzen naar reguliere instellingen. Het werkt ook als een filter. Het is een eerste opvang waarbij wordt gekeken welke hulp nodig is en waar de vluchteling dan het best terecht kan. 1 Het huisvesten van vergunninghouders door gemeenten is geregeld in de artikelen 60a tot en met 60g van de Huisvestingswet. De gemeentelijke taken ten aanzien van de inburgering en maatschappelijke begeleiding van vluchtelingen is vastgelegd in de Wet inburgering (in werking getreden op 1 januari 2007). 14

21 De gemeente Arnhem geeft aan dat zij al jaren ruimschoots aan haar taakstelling voor de huisvesting van vluchtelingennieuwkomers voldoet. Zij zitten boven de wettelijke taakstelling. De ervaring tot nu toe is dat als vluchtelingen in Arnhem komen wonen, zij vaak al een sociaal netwerk hebben en geen extra ondersteuning bij vestiging nodig hebben. Voor vluchtelingen zonder een sociaal netwerk wordt coaching vestiging ingezet, dat wordt uitgevoerd door VluchtelingenWerk Midden- Gelderland. VluchtelingenWerk verwijst, indien nodig na de eerste ondersteuning, door naar het reguliere maatschappelijk werk binnen Arnhem, verzorgd door welzijnsinstelling Rijnstad. Vluchtelingen met een grotere problematiek, waarvoor het reguliere aanbod van Rijnstad onvoldoende is, krijgen voortgezette begeleiding van VluchtelingenWerk. Deze voortgezette begeleiding is alleen bedoeld voor vluchtelingen die tussen de wal en het schip dreigen te raken als zij worden ondergebracht bij de reguliere hulpverlening. (Interview met beleidsmedewerker) Daarnaast moeten de extra inspanningen de zelfredzaamheid van de vluchtelingen bevorderen en is deze ondersteuning bedoeld om de periode tot aan de inburgeringscursus te overbruggen. In Nijmegen begeleidt de Stichting Vluchtelingen & Nieuwkomers Zuid-Gelderland (V&NZG) de vergunninghouders bij de huisvesting met de diensten coaching vestiging en het Vreemdelingen Informatie Punt (VIP). Coaching vestiging houdt in: het wegwijs maken van de cliënten in de verschillende instellingen en de regelgeving in en rond de woning. V&NZG informeert vergunninghouders tevens op juridisch en maatschappelijk vlak via het VIP. ( ) De doelgroep is op vele gebieden afhankelijk geweest van de opvang door het COA in het AZC. Zo is er voorzien in de scholing van de kinderen, het leefgeld en de verzekeringen. Pas als verblijfsgerechtigde asielzoekers een asielvergunning krijgen, hebben zij recht op inburgering. Op het moment dat zij het AZC verlaten, zijn zij nog niet in staat gesteld om de Nederlandse taal te leren. Zij zijn ook nog niet wegwijs gemaakt in de sociale voorzieningen. De trajecten van V&NZG zorgen ervoor dat de vergunninghouders in deze periode, waar zij er grotendeels alleen voor staan, worden begeleid. (Collegevoorstel Budgetsubsidie Vluchtelingen & Nieuwkomers Zuid-Gelderland 2011, 8 februari 2011). Succes- en knelpunten eerste opvang en begeleiding Gemeenten zijn zonder uitzondering positief over de maatschappelijke begeleiding, die volgens hen uitval voorkomt en het inburgeringsproces versnelt. De periode waarin gemeenten maatschappelijke begeleiding aan vluchtelingen bieden, verschilt van ongeveer zes maanden tot maximaal twee jaar. Sommige gemeenten zien de coaching bij vestiging als de eerste periode van maatschappelijke begeleiding, voor andere gemeenten gaat de maatschappelijke begeleiding pas daarna in. Enkele gemeenten, zoals Emmen, benoemen de snelle huisvesting van vergunninghouders als een succes. Zij kunnen gemakkelijk aan de taakstelling voldoen en hebben een goede samenwerking met de woningbouwcorporaties, waardoor het lukt tijdig passende huisvesting te organiseren. 15

22 Voor veel gemeenten blijft het echter toch lastig om aan de taakstelling te voldoen, bijvoorbeeld vanwege druk op de sociale huurwoningen of een tekort aan passende huisvesting voor bijvoorbeeld alleenstaande jongeren of grote gezinnen. Een ander knelpunt in de eerste opvangperiode is de betaling van de eerste maand huur, omdat dit vaak niet samenvalt met de datum waarop de uitkering wordt uitbetaald. Hierdoor kan dan al snel een huurachterstand ontstaan. Gemeenten proberen dit op te lossen door afspraken te maken met woningcorporaties of via de bijzondere bijstand een voorziening te treffen. In Haarlem wordt het voor vluchtelingen steeds moeilijker om een woning te vinden. Uiteindelijk lukt het wel, maar soms duurt het wat langer dan de gebruikelijke drie maanden. Het is vooral lastig om alleenstaanden passend te huisvesten. Dat gaat vaak moeizaam. Er is wel een goede samenwerking met de woningbouwvereniging, waardoor het met hangen en wurgen toch iedere keer gelukt is om de vluchtelingen te huisvesten en de taakstelling te vervullen. Daarom ziet de gemeente de huisvesting toch als een succes. Ook de huisvesting van de vluchtelingen die onder de pardonregeling vielen, is in Haarlem goed verlopen. De gemeente was goed voorbereid en alle gepardonneerden zijn binnen de termijn van een jaar gehuisvest, hebben een uitkering gekregen als ze geen werk hadden en zijn op een inburgeringstraject geplaatst. (Interview met beleidsmedewerker) Ook voor de gemeente Heerlen is het lastig aan de taakstelling te voldoen. In 2011 had de gemeente een inloopactie, om de achterstand in de taakstelling in te lopen. Dit is, ondanks een stagnatie in de zomerperiode, goed verlopen. De vraag vanuit de AZC s betreft vooral woningen voor alleenstaanden. Naar deze woningen is in de gemeente veel vraag. Daarnaast spelen problemen met betrekking tot huurachterstanden, waardoor woningcorporaties minder woningen aanbieden. De gemeente probeert hier een oplossing voor te vinden, bijvoorbeeld door het inhouden van de eerste huur op het inrichtingskrediet, om te garanderen dat corporaties de eerste huur krijgen. Het plan is om, zoals in andere gemeenten gebeurt, de vervolgmaanden verplicht op de uitkering in te houden. (Interview met beleidsmedewerker) In Utrecht is de huisvesting van vluchtelingen eveneens steeds lastiger. Dit wordt vooral veroorzaakt door het verstoppen van de woningmarkt en doordat er steeds minder doorstroom is in de sociale woningbouw, waar de huisvesting van vluchtelingen op is aangewezen. Hiermee komt het draagvlak voor het huisvesten van vergunninghouders onder druk te staan. De gemeente heeft veel inzet en overtuigingskracht nodig om de woningbouwcorporaties gemotiveerd te houden. (Interview met beleidsmedewerker) Inburgering Het landelijke beeld is dat de inburgeringsvoorzieningen op dit moment goed draaien en dat het bereik groot is. In 2010 hebben gemeenten hun inburgeringsdoelstellingen nagenoeg kunnen realiseren. In totaal werden inburgeringstrajecten gestart. Het merendeel (68%) van deze trajecten had een duaal karakter, waarbij inburgering werd gecombineerd met een maatschappelijke component, zoals vrijwilligerswerk, re-integratie, een 16

23 beroepsopleiding of opvoedingsondersteuning. 2 In 2011 is het aandeel duale trajecten alleen maar toegenomen. Dit beeld komt ook naar voren uit de gesprekken met 21 grote gemeenten ten behoeve van deze Integratie- Barometer. Het lukt gemeenten op dit moment een zeer grote groep verplichte en vrijwillige inburgeraars te bereiken. Voor een ruime meerderheid van de inburgeraars blijven gemeenten duale trajecten inzetten, zodat de inburgeraars ook in praktijksituaties met de Nederlandse taal kunnen oefenen. De gemeenten benadrukken dat er op dit moment een goede infrastructuur is voor het leren van de taal, van laagdrempelige taalcursussen in de buurt tot taalcursussen die mensen klaarstomen voor het staatsexamen. Ook de vluchtelingengroep wordt volgens de gemeenten voldoende bereikt met deze infrastructuur, bijvoorbeeld met behulp van een breed netwerk van organisaties met aandacht voor en kennis over vluchtelingen. Meestal zijn er geen specifieke trajecten voor de vluchtelingengroep, maar volgens de gemeenten kunnen zij voldoende maatwerk leveren. De doelstelling voor het slagingspercentage (60%) van deelnemers aan het inburgeringsexamen werd in 2010 ruimschoots gehaald. In totaal zijn ruim inburgeraars voor het inburgeringsexamen geslaagd; een slagingspercentage van 72 procent. Deze inburgeraars hebben minimaal taalniveau A2 gehaald. Daarnaast hebben ongeveer 2600 inburgeraars het diploma voor het Staatsexamen NT2 behaald. Een aantal gemeenten plaatst wel kritische kanttekeningen bij de opbrengst van de inburgeringscursus. Het wettelijk bepaalde minimumtaalniveau voor inburgering is volgens gemeenten te laag voor succesvolle participatie op de arbeidsmarkt. Sommige gemeenten zetten dan ook extra in om het taalniveau, na afronding van de inburgering, verder op te krikken. De beleidsmedewerker van de gemeente Almere vertelt dat een belangrijk probleem voor de re-integratie van vluchtelingen (en andere inburgeraars) is dat zij na afloop van de inburgering nog onvoldoende bagage hebben om door te stromen naar werk. Het taalniveau waarmee de inburgeringscursus wordt afgesloten blijkt te laag om aansluiting te kunnen vinden op de arbeidsmarkt. Als vluchtelingen bovendien geen tot weinig contacten met autochtone of Nederlandssprekende mensen hebben, zakt het taalniveau na afloop van de cursus nog naar een lager niveau. Dit probleem speelt bijvoorbeeld onder vluchtelingen van Somalische komaf. Om de doorstroom naar werk zo veel mogelijk te stimuleren, geeft de gemeente Almere inburgeraars met een WWB-uitkering de mogelijkheid om door te burgeren en een vervolgtaalcursus te volgen naar niveau B1 van het Europees referentiekader. Tot en met 2010 bood de gemeente deze mogelijkheid ook aan nietuitkeringsgerechtigden zonder werk (bijvoorbeeld vrouwen met kinderen waarvan de partner werkt). Gezien de op stapel staande bezuinigingen is dit echter niet meer haalbaar. Deze groep valt na afloop van de inburgering dan ook buiten beeld van de gemeente. (Interview met beleidsmedewerker) 2 Brief over de resultaten van inburgering, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Wonen, Wijken en Integratie, 17 maart

24 Het wegvallen van het inburgeringsbudget per 1 januari 2014 (voor de trajecten die vóór 2013 zijn gestart) heeft nu al gevolgen, omdat het budget langzaam wordt afgebouwd en veel trajecten meerdere jaren lopen. Gemeenten zijn verplichtingen aangegaan met aanbieders van trajecten voor langere periodes. Een enkele gemeente, waaronder Utrecht, heeft als bezuinigingsmaatregel en met het oog op de aankomende wetswijziging de inburgeringsafdeling al opgeheven. Andere gemeenten zijn bezig met het afbouwen van de inburgeringsvoorzieningen en proberen dit op een verantwoorde wijze te doen. De gemeente Almere heeft vooruitlopend op de aankomende bezuinigingen op de inburgering vanaf 1 oktober 2011 een Persoonlijk Integratie Budget vastgesteld (PIB). Het PIB bedraagt maximaal 4.000,-. Inburgeringstrajecten worden niet meer aanbesteed. ( ) Het weinige budget dat het Rijk de komende jaren nog beschikbaar stelt voor inburgering zal erop gericht zijn om de inburgering in Almere op een verantwoorde manier af te bouwen. Concreet betekent dit: zorgen dat de reeds gestarte trajecten financieel gedekt blijven; zorgen dat een goede handhaving en begeleiding gewaarborgd blijven; zorgen dat er een voorziening kan worden aangeboden aan de inburgeraar daar waar dat wettelijk verplicht is, zoals bij asielgerechtigden en geestelijk bedienaren; daar waar mogelijk het aanbieden van voorzieningen aan een beperkte doelgroep van de inburgeraars. Bron: Beleidsuitvoeringsplan Inburgering 2011 Almere Uit het onderzoek van dagblad Trouw (Pietersen 2011) blijkt dat 15 van de 37 grote gemeenten al zijn gestopt met het aanbieden van trajecten voor vrijwillige inburgeraars, bijvoorbeeld Eindhoven en Lelystad. Vanaf 1 januari 2012 zullen meer gemeenten volgen, zoals Heerlen. Op dit moment heeft Heerlen nog veel vrijwillige inburgeraars, zoals Polen en Italianen. Vooruitlopend op de bezuinigingen biedt deze gemeente vanaf 1 januari 2012 geen inburgeringstrajecten meer aan voor vrijwillige inburgeraars. Succes- en knelpunten uitvoering inburgering en maatschappelijke begeleiding Gemeenten noemen vooral successen van het inburgeringsbeleid, waarbij veel gemeenten het grote bereik en de dualiteit van de inburgeringstrajecten noemen en de inzet van vrijwilligers. Een voorbeeld van wat volgens de gemeente Haarlem een succesvolle bijdrage levert aan het bereik van inburgering en het stimuleren van participatie, ook onder vluchtelingengroepen, is het project Ambassadeurs Inburgering. 18

VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER 2012. Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen

VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER 2012. Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER 2012 Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor vluchtelingen VLUCHTELINGENWERK INTEGRATIEBAROMETER 2012 Een onderzoek naar het lokale integratiebeleid voor

Nadere informatie

Datum 21 november 2014 Betreft Kamervragen over de integratie van vluchtelingen naar aanleiding van de Integratiebarometer van Vluchtelingenwerk

Datum 21 november 2014 Betreft Kamervragen over de integratie van vluchtelingen naar aanleiding van de Integratiebarometer van Vluchtelingenwerk > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Taalcoaching: meer dan taal alleen. Een waarderingsonderzoek van het project Taalcoach voor inburgeraars

Taalcoaching: meer dan taal alleen. Een waarderingsonderzoek van het project Taalcoach voor inburgeraars Taalcoaching: meer dan taal alleen Een waarderingsonderzoek van het project Taalcoach voor inburgeraars SAMENVATTING WAARDERINGSONDERZOEK PROJECT TAALCOACH Deze samenvatting geeft de belangrijkste uitkomsten

Nadere informatie

Subsidie VWON 2015 voor de maatschappelijke begeleiding en extra tijdelijke formatie voor uitvoering voor huisvesting statushouders

Subsidie VWON 2015 voor de maatschappelijke begeleiding en extra tijdelijke formatie voor uitvoering voor huisvesting statushouders Openbaar Onderwerp Subsidie VWON 2015 voor de maatschappelijke begeleiding en extra tijdelijke formatie voor uitvoering voor huisvesting statushouders Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Factsheet huisvesting statushouders

Factsheet huisvesting statushouders Factsheet huisvesting statushouders Aanleiding Eind vorig jaar stonden ruim 11.000 statushouders in AZC's (AsielZoekersCentra) op de wachtlijst voor een woning in een gemeente. Daar komen dit jaar nog

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

4. De bijgaande brief aan de Raad vast te stellen.

4. De bijgaande brief aan de Raad vast te stellen. Openbaar Onderwerp Budgetsubsidie Vluchtelingenwerk Oost Nederland 2014 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Dit voorstel regelt de subsidieverlening

Nadere informatie

Huisvesting en begeleiding vergunninghouders 2016

Huisvesting en begeleiding vergunninghouders 2016 Openbaar Onderwerp Huisvesting en begeleiding vergunninghouders 2016 Programma Zorg & Welzijn BW-nummer BW-01501 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Dit voorstel regelt de subsidieverlening aan Vluchtelingenwerk

Nadere informatie

Per 1 januari 2013 is zowel de nieuwe Wet Inburgering in werking getreden alsook de Wet Kinderopvang gewijzigd.

Per 1 januari 2013 is zowel de nieuwe Wet Inburgering in werking getreden alsook de Wet Kinderopvang gewijzigd. Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI IBR 14 oktober 2013 onderwerp Verordening Wet Inburgering & Verordening Wet Kinderopvang 7740 zaakkenmerk Inleiding Per 1 januari 2013 is zowel de nieuwe

Nadere informatie

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar H. Alssema, 0595 750328. gemeente@winsum.nl (t.a.v. H. Alssema)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar H. Alssema, 0595 750328. gemeente@winsum.nl (t.a.v. H. Alssema) Vergadering: 23 april 2013 Agendanummer: 7 Status: Opiniërend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar H. Alssema, 0595 750328. E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. H. Alssema) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Huisvesting en integratie statushouders Giessenlanden

Huisvesting en integratie statushouders Giessenlanden Huisvesting en integratie statushouders Giessenlanden Inleiding De verhoogde vluchtelingenstroom richting Europa en dus ook richting Nederland, plaatst onze samenleving voor een groot aantal uitdagingen.

Nadere informatie

Vragenformulier datum:

Vragenformulier datum: Vragenformulier datum: 25-08-2018 Vragensteller Everdien Berendsen/Chris Jansen Fractie CDA Raadsvoorstelnr Onderwerp Statushouders Beantwoording aan: Vragensteller Inleiding: in de gemeente Bronckhorst

Nadere informatie

Bestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het vreemdelingenbeleid

Bestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het vreemdelingenbeleid j1 Bestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het vreemdelingenbeleid Uitgangspunten Aan onderstaande bestuurlijke afspraken liggen de volgende

Nadere informatie

VERORDENING WET INBURGERING HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

VERORDENING WET INBURGERING HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 BOB 13/001 VERORDENING WET INBURGERING HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 Aan de raad, In de Wet inburgering staan de regels voor inburgeren in Nederland. Per 1 januari 2013 wijzigt de Wet inburgering.

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 23 augustus 2016

B&W Vergadering. B&W Vergadering 23 augustus 2016 2.1.3 Plan van aanpak maatschappelijke begeleiding en participatie vergunninghouders 1 Dossier 727 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 727 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 23 augustus 2016 Agendapunt

Nadere informatie

Activeringsplan nieuwkomers, een eerste aanzet om te komen tot een integrale aanpak

Activeringsplan nieuwkomers, een eerste aanzet om te komen tot een integrale aanpak Activeringsplan nieuwkomers, een eerste aanzet om te komen tot een integrale aanpak 1 Waarom dit plan? In de gemeente Opsterland hebben wij de afgelopen drie jaar hard gewerkt om aan onze wettelijke verplichting

Nadere informatie

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten Maud Eimers en Erick Vloeberghs 2 Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de

Nadere informatie

Verslag uitvoering Wet inburgering

Verslag uitvoering Wet inburgering Gewijzigde Wet inburgering per 1 januari 2013 Verslag uitvoering Wet inburgering 2007 2012 Juni 2013 Verslag Wet inburgering 2007 2012 Voor u ligt een verslag van de Wet inburgering. Gemeenten zijn vanaf

Nadere informatie

Doel van de Wet inburgering is ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich in Nederland vestigen:

Doel van de Wet inburgering is ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich in Nederland vestigen: Bijlage 1 Wat is inburgeren? Doel van de Wet inburgering is ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich in Nederland vestigen: * Nederlands kunnen spreken, verstaan, lezen en schrijven * leren hoe de Nederlandse

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda

Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda Openbaar Onderwerp Subsidie informele taalondersteuning 2014 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051/ Werk & Inkomen/ 1061 B. Frings/ T. Tankir Samenvatting Met dit voorstel verlenen wij een

Nadere informatie

Wat is het verschil tussen een vreemdeling, vluchteling, asielzoeker en statushouder?

Wat is het verschil tussen een vreemdeling, vluchteling, asielzoeker en statushouder? Veelgestelde vragen vluchtelingenopvang en statushouders in Lopikerwaardgemeenten Vraag en antwoordlijst over de vluchtelingenopvang en statushouders in de gemeenten Oudewater, Lopik, Woerden, IJsselstein

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel aan de Raad

Initiatiefvoorstel aan de Raad Klik hier voor de reactie d.d. 25 september 2007 van het College van B&W Initiatiefvoorstel aan de Raad Datum raadsvergadering 31 oktober 2007 Nummer raadsvoorstel: 77/2007 (tweede gewijzigd) Onderwerp:

Nadere informatie

7. Soc. voorzieningen en maatsch. dienstverlening

7. Soc. voorzieningen en maatsch. dienstverlening RAADSVOORSTEL status: B Agendapunt: 14 Onderwerp: Gemeentelijk beleid vanwege de invoering van de Wet inburgering Nederland 2007 en de Regeling 2007 en de vaststelling van de verordening wet inburgering.l

Nadere informatie

Raadsvergadering. 17 mei

Raadsvergadering. 17 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17 mei 2018 18-038 Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Aan de raad, Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Gevraagde beslissing 1. In te stemmen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 20 april 2016 Betreft Voortgang inburgering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 20 april 2016 Betreft Voortgang inburgering > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44 44 F 070

Nadere informatie

' I I /04/2017. Gemeente Aalburg College van B&W. Postbus AA Wijk en Aalburg. Geacht College,

' I I /04/2017. Gemeente Aalburg College van B&W. Postbus AA Wijk en Aalburg. Geacht College, 24/04/2017 17.0003278 ' I afe. Meidoornlaan 4,4702 AZ Roosendaal Gemeente Aalburg College van B&W Postbus 40 4260 AA Wijk en Aalburg I 2 Locatie Roosendaal Meidoornlaan 4 4702 AZ Roosendaal Telefoon (0165)

Nadere informatie

Werkconferenties OTAV, Platform Opnieuw Thuis en VNG. Participatiepotentieel: Erkennen en inzetten

Werkconferenties OTAV, Platform Opnieuw Thuis en VNG. Participatiepotentieel: Erkennen en inzetten Participatiepotentieel: Erkennen en inzetten wim.top@houten.nl projectleider participatie statushouders Vanaf 1989 diverse projecten vluchtelingen in Amsterdam, Deventer, Arnhem, Landelijk 2009-2011 Deltaplan

Nadere informatie

Embargo t/m woensdag 16 december 2015, 11.00 uur. Publicatie Policy Brief Geen tijd verliezen. Van opvang naar integratie van asielmigranten

Embargo t/m woensdag 16 december 2015, 11.00 uur. Publicatie Policy Brief Geen tijd verliezen. Van opvang naar integratie van asielmigranten Persbericht Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), Wetechappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), Wetechappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) Embargo t/m woedag 16 december 2015, 11.00 uur

Nadere informatie

Personen met de vergunning op basis van discretionaire bevoegdheid van de Staatssecretaris met een tijdelijk doel

Personen met de vergunning op basis van discretionaire bevoegdheid van de Staatssecretaris met een tijdelijk doel Overzicht vragen en antwoorden over de bijdrage voor de maatschappelijke begeleiding 1. Voor wie is de vergoeding voor maatschappelijke begeleiding voor gemeenten bedoeld? Gemeenten ontvangen de vergoeding

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Begeleiding statushouders. Te besluiten om

COLLEGEVOORSTEL. Begeleiding statushouders. Te besluiten om COLLEGEVOORSTEL Begeleiding statushouders Te besluiten om 1. Vluchtelingenwerk Zuidwest Nederland opdracht te verlenen voor de uitvoering van maatschappelijke begeleiding van statushouders inclusief de

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

A-avond Vluchtelingen. Aanpak asielzoekers en vergunninghouders Eindhoven

A-avond Vluchtelingen. Aanpak asielzoekers en vergunninghouders Eindhoven A-avond Vluchtelingen Aanpak asielzoekers en vergunninghouders Eindhoven Inhoud (Inter)nationaal beeld: Cijfers asielinstroom Asielproces Bestuursakkoord Eindhoven & de regio: Asielopvang (inclusief aanpak

Nadere informatie

Aantal asielaanvragen

Aantal asielaanvragen Wist u dat... 60 miljoen mensen wereldwijd op de vlucht zijn 95% in eigen regio blijft 4 miljoen hiervan zijn Syriërs 3,5 miljoen van deze Syriërs in Jordanië, Turkije en Libanon verblijven T/m juli 2015

Nadere informatie

De integrale aanpak van Zaanstad. Fian van Vlokhoven

De integrale aanpak van Zaanstad. Fian van Vlokhoven De integrale aanpak van Zaanstad Fian van Vlokhoven Inhoud I. Ontstaan van het Integraal Vluchtelingen Programma II. Opdracht vaststellen III. Input voor de integrale aanpak ophalen IV. De integrale aanpak

Nadere informatie

Ingekomen stuk D14. Datum uw brief nvt

Ingekomen stuk D14. Datum uw brief nvt Directie Inwoners Ingekomen stuk D14 Aan de raad van gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus

Nadere informatie

Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012

Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012 Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012 René Koldenhoven Def. versie - februari 2012 Status: bespreekstuk College 1 In onderstaand document kunt u de planning en uitvoering van de Wet inburgering voor

Nadere informatie

Bureaucratische wirwar rondom statushouders Wie neemt regie in inburgering en integratie?

Bureaucratische wirwar rondom statushouders Wie neemt regie in inburgering en integratie? 01 Bureaucratische wirwar rondom statushouders Wie neemt regie in inburgering en integratie? Auteur: Maarten van Ooijen (Adviseur) Oktober 2017 02 Inleiding Met de plaatsing van statushouders binnen Nederlands

Nadere informatie

: Verordening Wet Inburgering

: Verordening Wet Inburgering Nummer Onderwerp : B-1.10.2007 : Verordening Wet Inburgering Korte inhoud : Per 1 januari is de nieuwe Wet Inburgering (WI) ingegaan. De Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) komt hiermee te vervallen. Er

Nadere informatie

Datum 1 april 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid De Krom (VVD) over de huisvesting van asielzoekers

Datum 1 april 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid De Krom (VVD) over de huisvesting van asielzoekers > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/197661 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Visie op de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad Gevraagd besluit 1. De visie inzake de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330

Collegebesluit. Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330 Collegebesluit Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330 1. Inleiding Op grond van de Huisvestingswet 2015 is de gemeente verplicht zorg te dragen voor

Nadere informatie

Vluchtelingen en statushouders in Lopikerwaardgemeenten

Vluchtelingen en statushouders in Lopikerwaardgemeenten Vragen en antwoordenlijst over de opvang van vluchtelingen en statushouders in de gemeenten Oudewater, Lopik, Woerden, IJsselstein en Montfoort (Lopikerwaardgemeenten) 17 maart 2016 Wonen Er zijn momenteel

Nadere informatie

Plan van aanpak. Een parallelle aanpak voor statushouders in Harderwijk. Oktober 2016

Plan van aanpak. Een parallelle aanpak voor statushouders in Harderwijk. Oktober 2016 Plan van aanpak Een parallelle aanpak voor statushouders in Harderwijk Oktober 2016 Aanleiding De toestroom van asielzoekers is van alle tijden. In de jaren 90 kwamen er net als nu ook substantiële aantallen

Nadere informatie

Inspraaknota Statushouders Opnieuw Thuis, de Apeldoornse aanpak

Inspraaknota Statushouders Opnieuw Thuis, de Apeldoornse aanpak Inspraaknota Statushouders Opnieuw Thuis, de Apeldoornse aanpak Augustus 2016 Onderstaand worden de inspraakreacties op de conceptnota Statushouders Opnieuw thuis, de Apeldoornse aanpak. In onderstaande

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet inburgering gewijzigd. In de wet zoals die gold tot 31 december 2012 was aan gemeenten een aantal belangrijke taken toebedeeld. Door de gewijzigde

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15. Sociaal en Cultureel Planbureau Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Centraal Bureau voor de Statistiek Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie 2005

Nadere informatie

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI. NOTITIE EN BELEIDSREGELS WI INLEIDING Sinds 1 januari 007 is de Wet Inburgering (WI) van kracht. Op grond van deze wet is er een algemene inburgeringsplicht voor personen van 16 tot 65 jaar die duurzaam

Nadere informatie

WIJZIGINGENOVERZICHT VERORDENING EN KADERNOTA INBURGERING N.A.V. WETSWIJZIGINGEN

WIJZIGINGENOVERZICHT VERORDENING EN KADERNOTA INBURGERING N.A.V. WETSWIJZIGINGEN WIJZIGINGENOVERZICHT VERORDENING EN KADERNOTA INBURGERING N.A.V. WETSWIJZIGINGEN In de afgelopen periode hebben er vele wijzigingen plaatsgevonden in de wet inburgering. Een aantal van deze wijzigen zijn

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven 17R7217 Raadsnummer Inboeknummer 17bst00364/2141884 B&W-beslisdatum 17 maart 2017 Dossiernummer 17.11.501 Raads informatiebrief Onderwerp: Eén jaar Actieplan Statushouders Stedelijk

Nadere informatie

Integrale aanpak vluchtelingenvraagstuk. Zaanstad Beraad 19 mei 2016

Integrale aanpak vluchtelingenvraagstuk. Zaanstad Beraad 19 mei 2016 Integrale aanpak vluchtelingenvraagstuk Zaanstad Beraad 19 mei 2016 Inhoud 1. Introductie door Rita Visscher-Noordzij 2. Nieuwe opgave 3. Reikwijdte Integraal Programma Vluchtelingen 4. Terminologie vreemdeling,

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Retouradres; Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem. Aan de leden van de commissie Samenleving

Gemeente Haarlem. Retouradres; Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem. Aan de leden van de commissie Samenleving Gemeente Haarlem Jack Chr. van der Hoek Wethouder Welzijn, Volksgezondheid, Sport, Dienstverlening & Communicatie Retouradres; Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden van de commissie Samenleving

Nadere informatie

Ontwikkeling Ketenaanpak Taal en Activering voor Allochtone Vrouwen. InterConnect

Ontwikkeling Ketenaanpak Taal en Activering voor Allochtone Vrouwen. InterConnect Ontwikkeling Ketenaanpak Taal en Activering voor Allochtone Vrouwen InterConnect OKTAAV De overheid heeft de wens dat inburgeraars, naast hun inburgeringtraject, duurzaam participeren in de samenleving

Nadere informatie

Plan van aanpak Participatieverklaring

Plan van aanpak Participatieverklaring Plan van aanpak Participatieverklaring Boxmeer, september 2016 Afdeling Sociale Zaken I-SZ/2016/2191 / RIS 2016-532 (Bijlage 2) 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1. Aanleiding 3 1.2 Uitgangspunten 3 1.3.

Nadere informatie

DIGITAAL AFSCHRIFT 2015_BW_00359

DIGITAAL AFSCHRIFT 2015_BW_00359 DIGITAAL AFSCHRIFT 2015_BW_00359 OPSCHRIFT Vergadering van 12 mei 2015 Bevoegde portefeuillehouder: Bas Brekelmans Betrokken portefeuillehouder(s): Arno van Kempen, Kees van Velzen Onderwerp Beantwoording

Nadere informatie

Binnen de plaatsgevonden aanbesteding zijn er twee mogelijkheden om op korte termijn aan deze vraag te voldoen.

Binnen de plaatsgevonden aanbesteding zijn er twee mogelijkheden om op korte termijn aan deze vraag te voldoen. Collegevoorstel Inleiding: Op 27.11.2007 heeft u kennis genomen van de ontwikkelingen m.b.t. het Deltaplan inburgering en de gevolgen hiervan voor de gemeente en is door u het besluit genomen tot het aanbieden

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Samenvatting. Pagina 7

Samenvatting. Pagina 7 Samenvatting Het beleidsterrein van asiel, immigratie en integratie kenmerkt zich door veel maatschappelijke discussie en een veelheid aan standpunten. In deze context heeft de werkgroep brede heroverweging

Nadere informatie

Screening en Matching Vergunninghouders

Screening en Matching Vergunninghouders Screening en Matching Vergunninghouders Regioplan Regio Amersfoort Amersfoort Leusden Woudenberg Baarn Bunschoten Soest Nijkerk Maart 2018 Hillegonde Kiewiet Voorwoord Begin 2017 is Divosa in opdracht

Nadere informatie

Marktconsultatie Inburgering

Marktconsultatie Inburgering Marktconsultatie Inburgering Onderzoek naar de verwachte gevolgen van de gewijzigde Wet Inburgering voor de markt van inburgerings- en taalonderwijs Eindrapportage Utrecht, 14 maart 2012 GB129 Inhoud Achtergrond

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Het nieuwe integratiebeleid van de gemeente Boxmeer, zoals is beschreven in de 'Integratienota gemeente Boxmeer'. Inclusief de reacties naar aanleiding van het inspraaktraject.

Nadere informatie

09UIT

09UIT gemeente Schiedam Burgemeester en wethouders Postbus 1501 3 100 EA SCHIEDAM Stadskantoor Stadserf 1 3 1 12 DZ SCHIEDAM T010219 11 11 Aan de gemeenteraad van Schiedam UW KENMERK UW BRIEF VAN ONDERWERP tussenrapportage

Nadere informatie

Raad op Zaterdag Workshop: Participatie en integratie vluchtelingen 28 januari Marlies Volten, Accountmanager OTAV

Raad op Zaterdag Workshop: Participatie en integratie vluchtelingen 28 januari Marlies Volten, Accountmanager OTAV Raad op Zaterdag Workshop: Participatie en integratie vluchtelingen 28 januari 2017 Marlies Volten, Accountmanager OTAV Inhoud Algemeen Rol raad Participatie en Integratie Informatie uit het afgelopen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Woningmarkt Turfmarkt

Nadere informatie

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Halderberge

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Halderberge Introductie VluchtelingenWerk Nederland behartigt de belangen van vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, vanaf het moment van binnenkomst tot en met de integratie in de Nederlandse samenleving. De

Nadere informatie

> OFFERTE Van huisvesting tot zelfstandigheid Maatschappelijke begeleiding statushouders

> OFFERTE Van huisvesting tot zelfstandigheid Maatschappelijke begeleiding statushouders Van huisvesting tot zelfstandigheid Maatschappelijke begeleiding statushouders Offerte voor de gemeente Waalwijk Periode 1 juli 2013 t/m 31 december 2013 Baanbrekers 31 januari 2013 > INLEIDING De gemeente

Nadere informatie

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland RKC Opsterland Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland Beetsterzwaag, 12 oktober 2016 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Motivatie onderzoek 3 Doelstelling 4 Vraagstelling 4 Normenkader

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding Plan van Aanpak Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding De gemeente Lelystad heeft in juni 2013 een plan gemaakt inzake de aanpak van multiproblematiek

Nadere informatie

Per mail verstuurd aan Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Per mail verstuurd aan Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Tweede Kamer der Staten-Generaal Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer Esmeijer (griffier) Postbus 20018 2500 EA Den Haag Per mail verstuurd aan cie.szw@tweedekamer.nl

Nadere informatie

Programma A avond 31 januari 2017

Programma A avond 31 januari 2017 Programma A avond 31 januari 2017 - Aanleiding en korte terugblik - Stand van zaken - Een aantal leefgebieden uitgelicht - Het woord is aan Danielle Stolwijk en Muhammed Damairyah - Presentatie van Kaveh

Nadere informatie

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017 ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: 2017 SAMENVATTING De Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: 2015 stelt regels voor rechtvaardige en evenredige verdeling van schaarse

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Uitkomsten BOP-enquête basisvaardigheden Zuid-Holland

Uitkomsten BOP-enquête basisvaardigheden Zuid-Holland Uitkomsten BOP-enquête basisvaardigheden Zuid-Holland 2017-2018 Aan de landelijke BOP-enquête basisvaardigheden 18 + van de KB hebben in totaal 126 (=86%) (basis)bibliotheken deelgenomen; er waren 147

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Migratiebeleid Juridische en Algemene Zaken Schedeldoekshaven

Nadere informatie

VluchtelingenWerk en het sociale domein

VluchtelingenWerk en het sociale domein VluchtelingenWerk en het sociale domein Begeleiding van een bijzondere groep in uw gemeente Begeleiding van vluchtelingen in uw gemeente Eigen verantwoordelijkheid is het motto in het sociale domein. Ook

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 29 september 2017 Ons kenmerk TIP/U201700697 Lbr: 17/054 Telefoon (070) 373 8421 Bijlage(n) - Onderwerp Regeling zorginfrastructuur Samenvatting De

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering Gemeente Boxmeer. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering Gemeente Boxmeer. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 22 mei 2007 Aanleiding Per 1 januari 2007

Nadere informatie

Maatschappelijke Participatie & Sociale Integratie. Voortgangsrapportage

Maatschappelijke Participatie & Sociale Integratie. Voortgangsrapportage Maatschappelijke Participatie & Sociale Integratie Voortgangsrapportage Mei 2013 I. INLEIDING... 3 II. STAND VAN ZAKEN...3 A. INBURGERING... 3 C. EIGEN KRACHT... 3 D. PRACHTOUDERS... 4 E. STRAATCOACHES...

Nadere informatie

Aanvullende subsidie Bed, bad en brood 2015

Aanvullende subsidie Bed, bad en brood 2015 Openbaar Onderwerp Aanvullende subsidie Bed, bad en brood 2015 Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Vanaf 1 januari 2015 hebben we een bed, bad en broodvoorziening

Nadere informatie

Aan de raadsleden. Dongen,18 januari 2017

Aan de raadsleden. Dongen,18 januari 2017 Aan de raadsleden Dongen,18 januari 2017 Uw kenmerk : Zaaknummer : Raadsinformatiebrief 06 Bijlage(n) : Schematische weergave nieuw proces Contactpersoon/tel.nr. : Iris van Kollenburg / 14 0162 Betreft

Nadere informatie

Themabijeenkomst gemeenteraden Land van Cuijk, 30 september Informatie statushouders, asielzoekers en vluchtelingen

Themabijeenkomst gemeenteraden Land van Cuijk, 30 september Informatie statushouders, asielzoekers en vluchtelingen Themabijeenkomst gemeenteraden Land van Cuijk, 30 september 2015 Informatie statushouders, asielzoekers en vluchtelingen Actueel onderwerp Overzicht 1. Platform Opnieuw Thuis 2. Van vluchteling naar vergunninghouder

Nadere informatie

Statushouders in de gemeente Deventer

Statushouders in de gemeente Deventer Statushouders in de gemeente Deventer Bron: Team Kennis en Verkenning Gemeente Deventer (tenzij anders vermeld) augustus 2016 Definitie Asielzoeker: Persoon die een aanvraag om toelating als vluchteling

Nadere informatie

Colofon jaarverslag NMI 2

Colofon jaarverslag NMI 2 Jaarverslag 2017 Colofon Jaarverslag van het Nederlands Migratie Instituut (NMI) Catharijnesingel 50, Utrecht Postbus 19215 3501 DE Utrecht (030) 234 29 36 nmi@nmigratie.nl www.nmigratie.nl september 2018

Nadere informatie

Wat is duaal inburgeren?

Wat is duaal inburgeren? Wat is duaal inburgeren? Duaal is participeren Voldoende van Nederland en de Nederlandse taal leren om actief te kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving Duaal is gelijktijdigheid Les en praktijk

Nadere informatie

Psychische Gezondheid Statushouders

Psychische Gezondheid Statushouders Psychische Gezondheid Statushouders Wat weten we en wat kunnen we doen? Symposium Gezondheid Statushouders 14 juni 2018 Evert Bloemen, arts, Pharos e.bloemen@pharos.nl 14 juni 2018 Wat weten we? Nieuwe

Nadere informatie

Illllllllllllllilllllllllllllllllllll

Illllllllllllllilllllllllllllllllllll Illllllllllllllilllllllllllllllllllll 09.0004909 Vereniging van Hedertandse Semeenten Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Ledenbrief inburgering

Nadere informatie

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland Nieuwkomers die in Nederland moeten inburgeren zijn verplicht Nederlands te leren en zich te verdiepen in de Nederlandse samenleving, waarden en normen. Ook

Nadere informatie

aanpak. Dit in samenhang met de uitgangspunten voor het totale integratiebeleid, waarover we u in de Aan de gemeenteraad Geachte dames en heren,

aanpak. Dit in samenhang met de uitgangspunten voor het totale integratiebeleid, waarover we u in de Aan de gemeenteraad Geachte dames en heren, Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 14 030 www.utrecht.nl Aan de gemeenteraad Behandeld door M. de Jong Doorkiesnummer 030-28 61007 Ons kenmerk 4869955 E-mail marijke.de.jong@utrecht.nl Onderwerp

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Veel gestelde vragen huisvesting en begeleiding statushouders

Veel gestelde vragen huisvesting en begeleiding statushouders Veel gestelde vragen huisvesting en begeleiding statushouders Wat is een statushouder? Een statushouder heeft de hele asielprocedure doorlopen en is erkend vluchteling. Vervolgens heeft de statushouder

Nadere informatie

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086)

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) College van B&W en Raadsleden Den Haag T.a.v. Griffie Postbus 19157 2500 CD Den Haag Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) Geacht College en Raadsleden,

Nadere informatie

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Sint-Michielsgestel

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Sint-Michielsgestel Introductie In de gemeente Sint-Michielsgestel werkt een zeer enthousiaste groep vrijwilligers onder leiding van de coördinator. Het dagelijks werk is het ondersteunen van vluchtelingen die nieuw in de

Nadere informatie

Vluchtelingenwerk, van Welkom tot (vrijwilligers)werk

Vluchtelingenwerk, van Welkom tot (vrijwilligers)werk Vluchtelingenwerk, van Welkom tot (vrijwilligers)werk Programma 1. Welkom 2. Voorstellen 3. Informatie over vluchtelingenwerk 4. Geen tijd te verliezen 5. Inburgeren 6. (Vrijwilligers)Werk is integreren

Nadere informatie

Aanpak statushouders Hilversum

Aanpak statushouders Hilversum Aanpak statushouders Hilversum Intensieve samenwerking De Gemeente Hilversum heeft samen met statushouders en partners een nieuwe aanpak voor statushouders opgezet. De samenwerkingspartners zijn: COA;

Nadere informatie

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Geertruidenberg

Jaarverslag 2015 VluchtelingenWerk WOBB, Locatie Geertruidenberg Introductie Vluchtelingenwerk West- en Oost-Brabant en Bommelerwaard (WOBB) locatie Geertruidenberg, zet zich in voor vluchtelingen die gehuisvest worden in onze gemeente. Door maatschappelijke begeleiding

Nadere informatie

ECLBR/U201600605 Lbr. 16/021

ECLBR/U201600605 Lbr. 16/021 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft VNG inzet aanvullend akkoord Verhoogde Asielintroom uw kenmerk ons kenmerk ECLBR/U201600605 Lbr. 16/021 bijlage(n)

Nadere informatie