Klinische bijdrage. B. Verstockt 1, A. Heyse 2, F. Van de Werf 3, 4. Tijdschr. voor Geneeskunde, 69, nr. 20,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Klinische bijdrage. B. Verstockt 1, A. Heyse 2, F. Van de Werf 3, 4. Tijdschr. voor Geneeskunde, 69, nr. 20,"

Transcriptie

1 Tijdschr. voor Geneeskunde, 69, nr. 20, doi: /TVG Klinische bijdrage Myocardinfarcten met ST-segmentelevatie in centra zonder katheterisatielaboratorium: trombolyse of transfer voor primaire percutane coronaire interventie? B. Verstockt 1, A. Heyse 2, F. Van de Werf 3, 4 Samenvatting Een enkele benadering waarbij er een superieure reperfusietherapie bestaat op ieder moment in elke klinische setting voor elke patiënt met een myocardinfarct met ST-segmentelevatie (STEMI), is volgens de huidige literatuur niet voorhanden. Dit artikel tracht een overzicht te geven van de huidige richtlijnen en de verschillende factoren die een rol spelen bij de beslissing over een gepaste reperfusietherapie indien een patiënt met een STEMI zich aanmeldt in een ziekenhuis zonder faciliteiten voor percutane coronaire interventies. Vooral het basisrisicoprofiel van de patiënt en de tijdsfactor blijken de doorslag te geven in de keuze voor een bepaalde reperfusiestrategie. Inleiding Hoewel de incidentie van een acuut myocardinfarct (AMI) sinds het begin van de 21ste eeuw significant daalt, blijft coronairlijden wereldwijd een van de meest voorkomende overlijdensoorzaken ( int/mediacentre/factsheets/fs310/en/index.html) (1). Elk jaar overlijden hieraan meer dan zeven miljoen mensen, een cijfer dat om en bij de 12,8% van alle overlijdens omvat ( factsheets/fs310/en/index.html). Eén man op zes en één vrouw op zeven zal in Europa overlijden aan (de gevolgen van) een AMI (2). Per inwoners treden er in België jaarlijks 114 AMI s op, waarvan 66 myocardinfarcten met ST-segmentelevatie (STEMI s) zijn (3). Wereldwijd blijkt echter dat het merendeel van de AMI s myocardinfarcten zonder ST-segmentelevatie (NSTEMI s) zijn (1). STEMI s en NSTEMI s zijn duidelijk twee aparte aandoeningen. Een coronaire trombose bij een AMI ontwikkelt zich meestal in een kwetsbare plaque (een atherosclerotische plaque met een risico op erosie of ruptuur). De lipidenrijke kern die na de ruptuur of de erosie van de plaque aan de oppervlakte komt te liggen, 1 Dienst inwendige geneeskunde, UZ Leuven campus Gasthuisberg. 2 Dienst cardiologie, AZ Glorieux Ronse. 3 Dienst IG hart- en vaatziekten, UZ Leuven campus Gasthuisberg. 4 Correspondentieadres: prof. dr. F. Van de Werf, dienst IG harten vaatziekten, UZ Leuven campus Gasthuisberg, Herestraat 49, 3000 Leuven; frans.vandewerf@uzleuven.be is uiterst trombogeen. Net op deze plaats zal dit trombogene proces aldus aanleiding kunnen geven tot snelle veranderingen in de ernst van de reeds aanwezige stenose, waardoor er een totale of een subtotale occlusie plaatsvindt. De gevormde trombus is fibrinerijk en volledig occlusief bij STEMI-patiënten. Bij NSTEMIpatiënten is deze trombus vooral rijk aan bloedplaatjes en zal deze slechts gedeeltelijk of intermitterend occlusief zijn (4). Gezien de acute, totale coronaire occlusie bij STEMI-patiënten is een snelle, volledige en blijvende reperfusie via een percutane coronaire interventie (PCI) of trombolyse (THL) noodzakelijk (5). Een coronaire occlusie veroorzaakt aanvankelijk ischemie. Na een vijftiental minuten ontstaat er myocardnecrose, evoluerend naar een transmuraal infarct na vier tot zes uur. Dit proces is afhankelijk van de uitgebreidheid van de collaterale bloedstroom en de gevoeligheid van de myocyten voor ischemie (6, 7). Reperfusietherapie tijdens dit wavefront of necrosis kan aldus voorkómen dat myocardweefsel at risk necrotisch wordt (6). De Europese richtlijnen raden daarom aan om STEMI-patiënten die zich aanbieden binnen de twaalf uur na het begin van de symptomen zo snel mogelijk mechanisch (PCI) of farmacologisch (THL) te reperfunderen. Ook wanneer de symptomen reeds meer dan twaalf uur voordien startten én er klinische of elektrocardiografische evidentie is van aanhoudende ischemie op dat moment, moet reperfusietherapie worden overwogen (2). Dit artikel tracht aan de hand van drie gevalsbesprekingen en een overzicht van de huidige literatuur dieper in te gaan op de factoren die een rol spelen in de

2 988 B. Verstockt, A. Heyse, F. Van de Werf keuze van de reperfusietherapie bij STEMI-patiënten die zich aanbieden in een perifeer ziekenhuis zonder katheterisatielaboratorium (kathlab). Casussen Patiënt 1 betrof een 51-jarige man die zich aanmeldde op de dienst spoedgevallen vanwege een in rust plots ontstane, retrosternale pijn sinds 45 minuten. Klinisch waren er verder geen bijzonderheden vast te stellen. Hij was een actieve roker met arteriële hypertensie en hypercholesterolemie. Hij had een blanco cardiovasculaire familiale voorgeschiedenis en geen diabetes mellitus. Het elektrocardiogram (ecg) toonde een sinusaal ritme van 63 slagen per minuut en Pardee-curven in het inferiorgebied met reciproke ST-depressie in de precordialen rechts. Een acuut inferiorinfarct met elektrocardiografisch rechterventrikelinfarct werd gediagnosticeerd. De high-sensitive troponine T-waarde bedroeg ng/l. Gezien de vroegtijdige aanmelding met een ischemietijd van ongeveer één uur werd er initieel THL toegediend: 40 mg tenecteplase (Metalyse) samen met 500 mg acetylsalicylzuur, 300 mg clopidogrel en 30 mg enoxaparine intraveneus (i.v.). Na een uur verdween de pijn, met een lichte verbetering van de optrekkingen. 90 minuten na de toediening van THL ontwikkelde de patiënt plots een belangrijke bradycardie met pauzes: atropine werd toegediend. Bovendien bleek er een blijvende ST-elevatie op het ecg. De patiënt werd onmiddellijk verwezen voor een rescue-pci: ongeveer 60 minuten later kwam hij aan in het kathlab. De coronarografie toonde diffuse coronaire atheromatose met een occlusie van de circumflex en kritieke stenose van de mid-rechtercoronairarterie (RCA) en de posterolaterale tak met een TIMI-stroom ( thrombolysis in myocardial infarction ) graad 3. Er werd een PCI verricht met directe stenting van de RCA zonder voorafgaande trombusaspiratie. De occlusie van de circumflex was vermoedelijk een chronische totale occlusie. Op het ecg bestond het vermoeden van de RCA als culprit vessel. Samenvattend betrof het dus een jonge patiënt die zich vroegtijdig aanbood met een inferiorinfarct. Hij was hemodynamisch stabiel en werd behandeld met een rescue-pci van de RCA wegens onvoldoende reperfusie na THL. Patiënt 2 was een 82-jarige man die na een oproep met de MUG naar het ziekenhuis werd gebracht. Zonder duidelijke prodromen was hij plots gevallen. Bij de aankomst van de MUG was de patiënt bewust en klaagde hij over nekpijn en pijn tussen de schouderbladen. Hij had last van hypotensie en bradycardie (39 slagen per minuut). Klinisch waren er verder geen bijzonderheden vast te stellen. Als risicofactor was er enkel sprake van hypercholesterolemie. Elektrocardiografisch werd voorkamerfibrillatie gediagnosticeerd. Er was ST-elevatie in de inferiorafleidingen en V6 met ST-depressie in V1-V2, compatibel met een acuut inferoposterieur infarct. Een CT-scan van de schedel toonde geen intracraniale bloedingen en op een CT-scan van de thorax waren er geen argumenten voor een aneurysma van de aorta. De high-sensitive troponine T-waarde bedroeg ng/l. Gezien de hoge leeftijd en het trauma capitis werd er geen THL toegediend en werd de man verwezen voor een primaire percutane coronaire interventie (PPCI). Vóór het transport werd er ook 500 mg acetylsalicylzuur toegediend, 600 mg clopidogrel en E heparine i.v. Ongeveer 70 minuten na de aankomst in het ziekenhuis werd hij overgebracht naar het dichtstbijzijnde kathlab, dat hij ongeveer 60 minuten later bereikte. De coronarografie toonde diffuse atherosclerose met een totale occlusie van de proximale coronairarterie rechts (TIMI-stroom graad 0). Na een trombusaspiratie werden drie drug-eluting stents geplaatst. Samenvattend betrof dit een bejaarde man met een onzekere ischemietijd en een trauma capitis die zich aanmeldde met een inferiorinfarct. Hemodynamisch was hij instabiel. De man werd behandeld met een PPCI van de RCA. Patiënt 3 was een 58-jarige man die zich aanmeldde op de dienst spoedgevallen vanwege een intense, drukkende thoracale pijn sinds één uur met algemene malaise. Een aantal uren vooraf had hij ook kortdurend thoracale pijn gehad. Bij navraag hadden er zich reeds enkele gelijkaardige episoden voorgedaan in de voorbije maand. De pijn straalde uit naar de keel. De man was een actieve roker met arteriële hypertensie. Hij had geen diabetes mellitus of hypercholesterolemie. Evenmin was er sprake van een positieve cardiale familiale anamnese. Klinisch zag de man bleek en voelde hij klam aan, maar hemodynamisch bleek hij stabiel. Het ecg wees op een inferiorinfarct. 105 minuten na het begin van de pijnepisode werd er THL (30 mg Metalyse) toegediend. Overigens kreeg de patiënt ook 500 mg acetylsalicylzuur, 300 mg clopidogrel en 30 mg enoxaparine i.v. Kort vóór de toediening van de THL was er reeds een regressie van de pijn en normaliseerden de ecg-afwijkingen enigszins. Eén uur na de THL was er een volledige regressie van de ecg-afwijkingen en acht uur nadien bleken de troponinen negatief. Daags nadien werd er een coronarografie uitgevoerd, die eentakslijden van de mid-rca (TIMI-stroom graad 3) aan het licht bracht, waarvoor de patiënt aansluitend behandeld werd met een PCI met stenting. Samenvattend betrof dit een jonge man met een vroegtijdige presentatie van een inferiorinfarct die hemodynamisch stabiel was. Biochemisch werd er geen myocardnecrose gedocumenteerd na een succesvolle THL met daags nadien een PCI en stenting van de RCA. Materialen en methoden Medline werd doorzocht tot en met maart 2013 met als zoektermen thrombolytic therapy OR fibrinolysis AND angioplasty, balloon, coronary OR percutaneous coronary intervention OR PCI OR reperfusion AND ST elevation AND myocardial infarction. De termen humans, English en last 5 years werden toegevoegd als filter. 475 artikels werden opgenomen. Na een verdere selectie op titel en later op abstract werden de artikels geanalyseerd. Daarnaast werden de referentielijsten van de gelezen artikels nagekeken en op die manier werden er nog relevante artikels toegevoegd. De Europese richtlijnen Bespreking De Europese richtlijnen stellen dat een PPCI de voorkeur geniet als reperfusietherapie indien het tijdsinterval tussen het eerste medische contact en het opblazen van de ballon tijdens de PCI ( door-to-balloon time DB) minder dan 120 minuten bedraagt en bij voorkeur zelfs minder dan 90 minuten. De DB mag bovendien niet meer dan 90 minuten omvatten en bij voorkeur zelfs niet meer dan 60 minuten bij patiënten die binnen de twee uur na het begin van de symptomen een arts raadplegen én bij wie er een groot gebied at risk is.

3 Myocardinfarcten met ST-segmentelevatie in centra zonder katheterisatielaboratorium 989 Indien de patiënten zich initieel aanbieden in een ziekenhuis waar PPCI wordt toegepast, ligt het streefdoel voor de DB bij voorkeur zelfs onder 60 minuten (2). Bij mensen met een tegenaanwijzing voor THL is een PPCI steeds aangewezen, onafhankelijk van de tijdsvertraging (6). Een PPCI is tevens aangewezen in geval van ernstig acuut hartfalen of een cardiogene shock, tenzij het verwachte PCI-gerelateerde tijdsinterval uitermate lang zou zijn en de patiënt zich aandient snel na het ontstaan van de klachten (2). Een gefaciliteerde PCI (een farmacologische reperfusie toegediend vóór een geplande PCI om het PCIgerelateerde tijdsinterval te overbruggen) wordt afgeraden (8-10). Een rescue-pci (een PCI onmiddellijk na het falen van de THL) is aangewezen als er op het ecg minder dan 50% ST-segmentresolutie optreedt in de afleidingen met de hoogste ST-segmentelevatie, 60 tot 90 minuten na de start van de THL bij STEMI s behandeld minder dan twaalf uur na het begin van de symptomen (2). THL ten slotte is aangewezen indien er geen tegenaanwijzingen bestaan én een PCI niet uitgevoerd kan worden binnen het zonet vernoemde tijdskader. De grootste mortaliteitsdaling door THL wordt gezien in de eerste twee uur na de start van de symptomen. Het doel is dan ook om de THL te starten binnen het halfuur na het eerste medische contact ( door-to-needle time (DN) < 30 minuten). Zo mogelijk kan de THL zelfs gestart worden in de prehospitaalsetting (2). Ook na een succesvolle THL is een PCI binnen de 24 uur noodzakelijk ( pharmaco-invasive strategy ) (11-13). De recentste richtlijnen raden bovendien aan dat de patiënt onmiddellijk na de initiatie van de THL overgebracht wordt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met PCI-faciliteiten (2). Patiënten die zich met een STEMI aanmelden in een ziekenhuis dat niet over een kathlab beschikt, kunnen overgebracht worden naar een ziekenhuis met PCI-faciliteiten. Er wordt geen THL opgestart (maar de patiënt wordt wel overgebracht naar een kathlab) indien de DB op minder dan twee uur wordt geschat. Indien de DB op meer dan twee uur wordt geraamd (of op meer dan 90 minuten indien het patiënten betreft jonger dan 75 jaar met een groot anteriorinfarct en recent ontstane klachten), moet er onmiddellijk THL worden toegediend. Nadat de patiënt is overgebracht, wordt er een dringende coronarografie uitgevoerd met een PCI bij falen van de THL of na 3 tot 24 uur in geval van een succesvolle THL (14). Een individuele, eerder dan een uniforme benadering is aangewezen om een optimale reperfusietherapie te verkiezen wanneer een PPCI enkel met een langer tijdsinterval aangeboden kan worden. Ieder ziekenhuis zou, in functie van zijn ligging ten opzichte van een moedercentrum met PPCI-faciliteiten, een eigen protocol voor STEMI-patiënten moeten ontwikkelen. Overbrengen of niet? Trombolyse versus een primaire percutane coronaire interventie: een overzicht De DANAMI-2-studie ( Danish Trial in Acute Myocardial Infarction-2 ) besloot dat na drie jaar follow-up een PPCI een statistisch significant voordeel biedt ten opzichte van THL op het gecombineerde eindpunt, zowel met als zonder transfer (tabel 1). Dit verschil in TABEL 1 Resultaten uit de geciteerde studies: PPCI versus THL. Eerste auteur, jaar (ref.) Studieontwerp Patiëntengroep Aantal Outcome Busk, 2008 (15) RCT: PPCI vs. THL STEMI, < 12 u symptomen, in ziekenhuizen met en zonder kathlab Nielsen, 2010 (16) RCT: PPCI vs. THL STEMI, in ziekenhuizen met en zonder kathlab Manari, 2008 (17) RCT: on-site PPCI vs. transfer voor PPCI STEMI, in ziekenhuizen met en zonder kathlab (562 transfer) Overlijden, re-infarct en CVA na 3 jaar: 19,6% na PPCI vs. 25,2% na THL, p = 0,006 na transfer: 20,1% vs. 26,7% na THL, p = 0, Overlijden en re-infarct na gemiddeld 7,8 jaar: HR: 0,78 (95%-BI: 0,66-0,92 en p = 0,003) overlijden: HR: 0,87 (95%-BI: 0,72-1,05 en p = 0,14) re-infarct: HR: 0,60 (95%-BI: 0,46-0,77 en p < 0,001) (852 transfer) Mortaliteit tijdens de initiële ziekenhuisopname: OR: 0,956 (95%-BI: 0,633-1,442 en p = 0,82) Mortaliteit na 1 jaar: OR: 0,817 (95%-BI: 0,617-1,085) 95%-BI: 95%-betrouwbaarheidsinterval; CVA: cerebrovasculair accident; HR: hazardratio; kathlab: katheterisatielaboratorium; OR: odds ratio; PPCI: primaire percutane coronaire interventie; RCT: gerandomiseerde gecontroleerde studie; STEMI: myocardinfarct met ST-segmentelevatie; THL: trombolyse.

4 990 B. Verstockt, A. Heyse, F. Van de Werf outcome bleek uitsluitend het gevolg te zijn van een significant verschil betreffende het aantal re-infarcten. Bij diabetes mellitus blijkt een PPCI geen statistisch significant voordeel te bieden. 96% van de 562 overgebrachte patiënten bereikte het kathlab binnen de twee uur met een gemiddelde van 67 minuten (15). Opgemerkt moet worden dat deze tijd niet in alle regio s gehaald kan worden. Bij de beschreven patiëntencasussen werd er evenwel een kortere tijd bereikt. Ook Nielsen et al. beschreven een superioriteit van een PPCI ten opzichte van THL voor het gecombineerde eindpunt, ondanks een tijdverlies van gemiddeld 55 minuten door de transfer naar een kathlab. Er is evenwel geen significante afname in de totale mortaliteit door een PPCI in vergelijking met THL (tabel 1). De voorwaarde bleef ook in deze studie dat de transfer geen aanleiding gaf tot een totale tijdsduur van meer dan 120 minuten, zoals voorzien in de Europese richtlijnen (16). Manari et al. noteerden bovendien na een Cox-multivariate regressieanalyse geen verschil in mortaliteit na één jaar tussen patiënten die een PPCI ondergingen na een transfer en patiënten die zich onmiddellijk aanboden in een ziekenhuis met PPCI-faciliteiten. De afwezigheid van een kathlab hoeft quoad vitam dus geen nadeel te zijn (17). Wat in de prehospitaalsetting? De CAPTIM-studie ( Comparison of primary angioplasty and pre-hospital fibrinolysis in acute myocardial infarction ) besloot dat er na vijf jaar follow-up geen statistisch significant verschil bestaat in mortaliteit tussen enerzijds een PPCI en anderzijds prehospitaal-thl met een onmiddellijke transfer naar een kathlab voor een eventuele rescue-pci (tabel 2). Wanneer de opname van de patiënten echter kon plaatsvinden binnen de eerste twee uur na het begin van de symptomen, bleek de mortaliteit na prehospitaal-thl significant lager dan na een PPCI. Dit voordeel verdween evenwel bij een opname na het verstrijken van deze eerste twee uur. Deze vaststelling gold evenzeer voor patiënten met diabetes mellitus (18). Gedurende de eerste twee uur na het begin van de symptomen lijkt prehospitaal-thl met verwijzing naar een kathlab voor een eventuele rescue-pci het grootste overlevingsvoordeel te bieden (18, 19). Wel moet opgemerkt worden dat de patiënten in de CAPTIM-studie jong waren (de gemiddelde leeftijd bedroeg 58 jaar) en een laag risicoprofiel hadden. Dit geeft mogelijk een vertekend beeld in vergelijking met de grote meerderheid van de STEMI-patiënten. Overigens werd de CAPTIM-studie ook vroegtijdig onderbroken vanwege een te lage inclusie. Recente resultaten uit de STREAM-studie ( Strategic Reperfusion Early After Myocardial Infarction ) tonen aan dat prehospitaal-thl (tenecteplase in combinatie met clopidogrel en enoxaparine) met een PCI binnen de volgende 6 tot 24 uur (of een rescue-pci indien nodig) (farmaco-invasieve benadering) even doeltreffend blijkt vergeleken met een PPCI in het reperfunderen van patiënten die zich vroegtijdig (binnen de eerste drie uur na het begin van de symptomen) aandienen en bij wie een PPCI niet mogelijk is binnen het eerste uur (tabel 2). Weliswaar gaat THL gepaard met een verhoogd significant risico op intracraniale bloedingen, maar na het halveren van de dosis bij bejaarden was dit risico miniem: 0,5% na THL versus 0,3% na een PPCI (20). In vergelijking met de resultaten uit de DANAMI-2-studie bleek de reperfusietijd zowel in de PPCI- als in de THL-arm van de STREAM-studie meer dan een uur korter te zijn. Deze vaststelling is een belangrijke verklaring in het verschil in besluit van beide studies (15, 20). Een belangrijke bevinding van de STREAM-studie is bovendien dat bij ongeveer een derde van de THL-patiënten een dringende katheterisatie vermeden kon worden (20). Factoren Bij de keuze van een gepaste reperfusietherapie spelen verschillende factoren een rol. Na een afweging van al deze factoren moet de clinicus beslissen welke therapie voor die individuele patiënt in die specifieke situatie de TABEL 2 Resultaten uit de geciteerde studies met betrekking tot de prehospitaalsetting. Eerste auteur, jaar (ref.) Studieontwerp Patiëntengroep Aantal Outcome Bonnefoy, 2009 (18) RCT: PCI vs. prehospitaal-thl + transfer naar kathlab RCT: PPCI vs. prehospitaal-thl + transfer naar kathlab Prehospitaalsetting STEMI, < 6 u symptomen 840 Mortaliteit na 5 jaar: HR: 0,75 (95%-BI: 0,50-1,14) (alle patiënten) HR: 0,50 (95%-BI: 0,25-0,98) (< 2 u inclusie) HR: 1,02 (95%-BI: 0,59-1,75) (> 2 u inclusie) Armstrong, 2013 (20) STEMI, < 3 u symptomen en geen beschikbaarheid van PPCI binnen het eerste uur na het eerste medische contact (948 PPCI en 944 THL) Overlijden, shock, congestief hartfalen of re-infarct na 30 dagen: 14,3% na PPCI vs. 12,4% na THL (p = 0,21) Beroerte: 0,5% na PPCI vs. 1,6% na THL 95%-BI: 95%-betrouwbaarheidsinterval; HR: hazardratio; kathlab: katheterisatielaboratorium; PCI: percutane coronaire interventie; PPCI: primaire percutane coronaire interventie; RCT: gerandomiseerde gecontroleerde studie; STEMI: myocardinfarct met ST-segmentelevatie; THL: trombolyse.

5 Myocardinfarcten met ST-segmentelevatie in centra zonder katheterisatielaboratorium 991 beste lijkt: de patiënt overbrengen voor een PPCI of onmiddellijk starten met THL? 1. Tijd De tijdsfactor blijkt ontzettend belangrijk (21). Per 30 minuten tijdverlies tussen de start van de symptomen en het begin van de PPCI stijgt de eenjaarsmortaliteit met 7,5% (hazardratio (HR): 1,075 en 95%- betrouwbaarheidsinterval (95%-BI): 1,008-1,150) (22). Wanneer de DB 120 minuten overstijgt, is er een drievoudige toename van de mortaliteit tijdens de ziekenhuisopname (23). Evenzo wordt het maximale effect van THL bereikt indien de behan deling wordt gestart binnen de eerste 60 minuten na de aanvang van de symptomen: the golden hour (24). Indien de DN meer dan 60 minuten bedraagt, neemt de mortaliteit tijdens de ziekenhuisopname toe met 9,1% (23). Claeys et al. wezen erop om ook vóór de PPCI te streven naar een DB van minder dan 60 minuten om zo de mortaliteit maximaal te beperken. Het voordeel van een PPCI ten opzichte van optimale THL is in die tijdspanne bovendien het grootst, eerder dan de aanvaarde 120 minuten in de richtlijnen (25). De PRAGUE-studie stelde vast dat wie pas een behandeling krijgt na meer dan 180 minuten het beter doet na een PPCI met transport dan wie op dat moment nog THL krijgt (26). Dat de duur van het tijdsinterval tussen het eerste medische contact en de start van de PPCI ( system delay ) quoad vitam ontzettend belangrijk is, werd aangetoond door Terkelsen et al. Een toename van deze system delay blijkt een belangrijke invloed te hebben op de mortaliteit op korte én op lange termijn (27). Het tijdverlies dat optreedt tussen het ontstaan van de klachten en het eerste medische contact, blijft de zwakte in veel studies: heel wat patiënten melden zich pas aan op een moment waarop er reeds heel wat myocardweefsel is verloren. Zo wordt het maximale effect van reperfusie vaak onderschat. Indien de patiënt behandeld kan worden binnen de eerste twee uur na het ontstaan van de symptomen, ligt de mortaliteit na THL lager dan na een PPCI, zo stelde het Vienna Registry (28). Ook Pinto et al. noteerden dat het absolute voordeel van een PPCI met een transfer groter is ten opzichte van THL indien een patiënt zich aanmeldt twee tot zes uur na het ontstaan van de klachten in vergelijking met patiënten die reeds binnen de eerste twee uur medische hulp zoeken (29). Heel wat studies beperken zich in de bespreking van de tijdsfactor enkel tot DB en DN. Het totale tijdverlies start echter reeds bij de eerste symptomen van de patiënt en eindigt pas bij de start van de therapie. Nielsen et al. pleitten er dan ook voor om de totale system delay (vanaf het eerste medische contact tot de start van de behandeling) in kaart te brengen en niet enkel te richten op DB en DN. Een PPCI uitgevoerd met een system delay van minder dan twee uur zou volgens de onderzoekers bovendien geassocieerd zijn met een lagere mortaliteit dan sneller of even snel opgestarte THL (30). Hoewel de DB en de DN steeds verkorten, worden de maximaal aanvaardbare tijdsintervallen, zoals voorzien in de richtlijnen, vaak niet bereikt (31, 32). Een tijdige reperfusie blijkt echter een veel grotere bepalende factor te zijn voor de outcome dan de reperfusiestrategie op zich. THL buiten het aangeraden tijdsinterval leidt tot een slechtere prognose dan een tijdige PPCI. Evenzo geeft THL binnen de aangeraden tijdsgrenzen een betere uitkomst dan een PPCI na 90 minuten (33). Recent bevestigden Pinto et al. de impact van het PCI-gerelateerde tijdverlies aan de hand van gegevens uit het National Registry of Myocardial Infarction van 1994 tot 2006 (29). Hieruit bleek dat een toename van dit interval het mortaliteitsvoordeel van een PPCI sterk vermindert ( number needed to treat (NNT) van 23 voor een tijdverlies < 60 minuten in tegenstelling tot een NNT van 250 voor een tijdverlies van > 90 minuten). Terkelsen et al. beschreven een horizontaal verband tussen het PCI-gerelateerde tijdverlies en overlijden. Dit wil echter niet noodzakelijk zeggen dat een daling van dit tijdverlies de outcome niet daadwerkelijk zal verbeteren. Integendeel, deze horizontale relatie zou verklaard kunnen worden door het feit dat vroege, onbehandelde patiënten voor de hoogste mortaliteit zorgen en daarbij het grootste voordeel halen uit een doeltreffende, vroegtijdige reperfusie in vergelijking met patiënten die zich laattijdig aanmelden. Deze laatste kunnen dus beschouwd worden als overlevers. Als er niets gedaan wordt, zal de hoogste mortaliteit teruggevonden worden bij de patiënten die vroegtijdig een arts raadplegen. Met een optimale therapie daarentegen zal ook deze groep een outcome hebben vergelijkbaar met de laattijdig aangemelde patiënten (34). Vroegtijdig aangemelde patiënten vormen de hoogrisicopatiënten, dit in tegenstelling tot de laattijdige, die een eerder laag risico hebben betreffende acute mortaliteit (27). Ook Pinto et al. besloten dat een langer DB-DN-interval (dat wil zeggen een groot verschil tussen de gemiddelde DN en DB in een bepaald ziekenhuis, in feite het PCI-gerelateerde tijdverlies) geassocieerd is met een toegenomen mortaliteit (p < 0,0001). Bovendien stelden de onderzoekers vast dat het DB-DN-tijdstip waarop de mortaliteit van een PPCI en THL gelijkwaardig is, varieert en afhankelijk is van de leeftijd, de infarctlokalisatie en de tijdsduur van de symptomen (langer of korter dan twee uur). In de gehele patiëntengroep van patiënten bleek de gecorrigeerde odds ratio (OR) voor overlijden na een PPCI in vergelijking met deze na THL identiek bij een PCI-gerelateerd tijdverlies van 114 minuten. Bij jonge patiënten met een anterieur infarct die zich vroegtijdig aandienden, mocht het PCI-gerelateerde tijdverlies echter maximaal 40 minuten bedragen. Zo niet ging het voordeel van een PPCI verloren. Bij oude patiënten of patiënten met een niet-voorwandinfarct die zich meer dan drie uur na het begin van de symptomen aanmelden, behoudt een PPCI een mortaliteitsvoordeel, zelfs na een PCI- gerelateerd tijdverlies van meer dan 100 minuten (35, 36).

6 992 B. Verstockt, A. Heyse, F. Van de Werf Algemeen blijkt een toename van het behandelingsgerelateerde tijdverlies geassocieerd met een hogere zesmaandenmortaliteit, zowel na THL als na een PPCI (p < 0,001 voor beide). Na een PPCI blijkt dit verband echter minder steil dan na THL. Door een toename van de trombusorganisatie wordt THL op een bepaald moment minder doeltreffend in het herstellen van de bloedstroom. Een andere verklaring is dat een langer tijdverlies voorkomt in meer complexe situaties (oudere patiënten, meer comorbiditeit, enz.), waardoor er een groter risico bestaat op een bloeding na THL (37). Tijd is dus zeker niet de enige bepalende factor. Het basisrisicoprofiel van de patiënt speelt evenzeer een belangrijke rol (38). 2. Baseline-risicoprofiel De TIMI-risicoscore maakt aan de hand van een aantal klinische gegevens een eenvoudige inschatting mogelijk van het risico op vroegtijdig overlijden (tabel 3) (39). Claeys et al. stelden vast dat er enkel bij hoogrisicopatiënten (TIMI > 6) een significant verschil bestaat in mortaliteit tijdens de initiële ziekenhuisopname na een PPCI in vergelijking met THL (OR: 0,54 en 95%-BI: 0,30-0,90). Deze patiënten vertegenwoordigen slechts 20% van de hele STEMI-patiëntengroep en vooral zij zouden baat hebben bij een PPCI (25, 40). De Boer et al. besloten dat de relatieve risicovermindering van een PPCI niet beïnvloed wordt door het basisrisico op overlijden. De absolute risicovermindering van een PPCI lijkt hen daarentegen wel sterk afhankelijk te zijn van dat basismortaliteitsrisico. Indien de toegang tot een PPCI meer dan 120 minuten zou vragen, blijft THL een rechtmatige mogelijkheid, zeker bij patiënten met een laag baseline-risico aangezien de absolute risicovermindering van een PPCI beperkt is bij hen (41). Kent et al. daarentegen beschreven dat naarmate het basisrisico stijgt, het relatieve voordeel van een PPCI ten opzichte van THL toeneemt (p = 0,002). Bovendien Leeftijd: j Leeftijd: 75 j DM, AHT, angina TABEL 3 TIMI-risicoscore (45). Systolische bloeddruk < 100 mmhg Hartritme > 100/min Killip-klasse II-IV Gewicht < 67 kg Anterieur infarct of LBBB Tijd tot behandeling > 4 uur TOTAAL 2 punten 3 punten 1 punt 3 punten 2 punten 2 punten 1 punt 1 punt 1 punt 0-14 punten AHT: arteriële hypertensie; DM: diabetes mellitus; LBBB: linkerbundeltakblok; TIMI: thrombolysis in myocardial infarction. neemt het effect van het behandelingsgerelateerde tijdverlies toe wanneer het basisrisico toeneemt. Zo is de outcome bij hoogrisicopatiënten gevoeliger voor tijdverlies dan dat bij laagrisicopatiënten. Beide waarnemingen zijn dus compensatoir en leiden tot een maximaal PCIgerelateerd tijdverlies van 100 minuten vooraleer de uitkomst van een PPCI en THL gelijkwaardig wordt (42). 3. Leeftijd Fosbøl et al. stelden dat er op lange termijn geen effect is van de leeftijd op de mortaliteit, een re-infarct en een cerebrovasculair accident (CVA) 30 dagen na een PPCI vergeleken met THL. Wel is het volgens hen zo dat er, hoewel de relatieve risicovermindering (42%) op elke leeftijd dezelfde blijft, toch een grotere absolute risicovermindering wordt vastgesteld door een PPCI op oudere leeftijd aangezien de prevalentie van een STEMI in deze patiëntengroep toeneemt. Samenvattend lijkt een PPCI bij ouderen (> 75 jaar) de beste therapeutische mogelijkheid. De leeftijd blijkt echter geen absolute tegenaanwijzing voor THL (43). 4. Infarctlokalisatie Bij voorwandinfarcten blijkt een snelle reperfusie met een PPCI geassocieerd te zijn met een kleiner infarctgebied. Bij niet-voorwandinfarcten werd deze associatie tot dusver niet bewezen. Indien een tijdspanne van 120 minuten echter overschreden wordt, zal een verder tijdverlies geen significante invloed meer hebben op de grootte van de infarctzone (44). Ook Pinto et al. duidden op het belang van de infarctlokalisatie (cf. supra) (35). 5. Geslacht Het geslacht blijkt volgens Motovska et al. ook een invloed te hebben op de outcome. Vrouwelijke STEMIpatiënten zijn vaak ouder en hebben een hoger risicoprofiel met een verlengde ischemietijd. De mortaliteit na THL ligt voor vrouwen hoger dan voor mannen (respectievelijk 15% en 9%, p = 0,043). Na een PPCI blijkt er geen significant verschil tussen beide geslachten (respectievelijk 8,2% en 6,2%, p = 0,409). Voor vrouwen lijkt een transport voor een PPCI een meer doeltreffende therapie dan THL (45). Besluit Het laatste woord over de meest correcte reperfusie - strategie is tot dusver nog niet geschreven. Hoewel sommigen dromen van één standaardprotocol voor alle patiënten met een myocardinfarct met ST-segmentelevatie (STEMI), lijkt dit haast onmogelijk. De huidige richtlijnen gelden in veel gevallen als leidraad. Toch moeten deze worden genuanceerd en moet er rekening gehouden worden met tal van factoren. Zo voorzien de richtlijnen bijvoorbeeld geen uitzondering voor oudere patiënten die zich laattijdig (meer dan drie uur en minder dan twaalf uur na het ontstaan van de symptomen) aandienen met een STEMI.

7 Myocardinfarcten met ST-segmentelevatie in centra zonder katheterisatielaboratorium 993 Algemeen blijkt een primaire percutane coronaire interventie (PPCI) op lange termijn het aantal re-infarcten significant te verlagen, zelfs indien er vanwege een transfer een zeker tijdverlies optreedt. Ook op korte termijn blijkt een PPCI superieur. Toch is een PPCI niet steeds de meest geschikte mogelijkheid. In een prehospitaalsetting lijkt trombolyse (THL) met een verwijzing naar een katheterisatielaboratorium (kathlab) voor een eventuele rescue-percutane coronaire interventie (PCI) of een routine-pci na een succesvolle reperfusie (binnen 3 tot 24 uur) het grootste overlevingsvoordeel te bieden. Dit geldt echter enkel voor patiënten die binnen de eerste twee uur na het begin van de symptomen medische hulp zoeken. Indien er reeds meer dan twee uur verstreken is na het begin van de symptomen, is een onmiddellijke transfer voor een PPCI de meest aangewezen mogelijkheid. In de Belgische (en ook de Nederlandse) context moet deze aanbeveling echter genuanceerd worden. Gezien de hoge densiteit aan kathlabs en snelwegen is het in deze landen immers mogelijk om bijna alle STEMI- patiënten binnen de 60 minuten over te brengen naar een centrum met PPCI-faciliteiten, tenminste wanneer er geen files zijn. De overgrote meerderheid van de STEMI-patiënten zal immers in aanmerking komen voor een PPCI. Desalniettemin wijzen de recente resultaten uit de STREAM-studie ( Strategic Reperfusion Early After Myocardial Infarction ) er duidelijk op dat voor de early presenters (begin van de symptomen < drie uur vóór het eerste medische contact) en bij wie een PPCI niet aangeboden kan worden binnen de 60 minuten prehospitaal-thl met een onmiddellijke verwijzing naar een centrum met katheterisatiefaciliteiten een waardevolle mogelijkheid is. Wanneer een STEMI-patiënt zich aanmeldt in een ziekenhuis zonder kathlab, wordt de keuze voor een bepaalde reperfusiestrategie voornamelijk bepaald door tijdsintervallen: enerzijds het interval tussen het ontstaan van de klachten en de aanmelding en anderzijds het ingeschatte PPCI-gerelateerde tijdverlies. Daarnaast is ook het basisrisicoprofiel van de patiënt een doorslaggevende factor. Hoogrisicopatiënten (TIMI ( thrombolysis in myocardial infarction ) > 6) hebben doorgaans meer voordeel bij een PPCI, maar deze groep is veel gevoeliger voor het PPCI-gerelateerde tijdverlies. Indien het geschatte tijdverlies te lang (> 100 minuten) blijkt, kan men in de afwezigheid van tegenaanwijzingen toch THL overwegen. Na THL volgt er bij voorkeur een snelle transfer naar een PCI-centrum. Tot slot is het belangrijk om te beseffen dat zowel THL als een PPCI behandelingen zijn in een acute fase. Geen van beide remt het progressieve karakter van atherosclerose. Coronaire atherosclerose is een chronische aandoening waarvan STEMI slechts een acute uiting is. Secundaire preventie achteraf blijft dan ook levensnoodzakelijk. Mededeling Prof. dr. F. Van de Werf coördineerde verschillende internationale studies met trombolytica die gefinancierd werden via LRD (Leuven Research & Development) van de KU Leuven. Abstract ST-segment elevation myocardial infarction in centers without catheterisation facilities: thrombolysis or transfer with primary percutaneous coronary interventions? One single approach with a superior reperfusion therapy efficient at any time in any clinical setting for any patient with an ST-segment elevation myocardial infarction (STEMI) is not available according to the current guidelines. This article provides an overview of the current guidelines and all the factors needed to be considered in the decision-making of a proper reperfusion therapy in STEMI patients, presenting in a hospital without catheterisation facilities. Particularly the baseline risk and the time window appear to be decisive when choosing a specific reperfusion therapy. Literatuur 1. Yeh RW, Sidney S, Chandra M, Sorel M, Selby JV, Go AS. Population trends in the incidence and outcomes of acute myocardial infarction. N Engl J Med 2010; 362: Steg PG, James SK, Atar D, et al. ESC Guidelines for the management of acute myocardial infarction in patients presenting with ST-segment elevation. Task Force on the management of ST-segment elevation acute myocardial infarction of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J 2012; 33: Widimsky P, Wijns W, Fajadet J, et al. Reperfusion therapy for ST elevation acute myocardial infarction in Europe: description of the current situation in 30 countries. Eur Heart J 2010; 31: Bassand JP, Hamm CW, Ardissino D, et al. Guidelines for the diagnosis and treatment of non-st-segment elevation acute coronary syndromes. Task Force for Diagnosis and Treatment of Non-ST-Segment Elevation Acute Coronary Syndromes of European Society of Cardiology. Eur Heart J 2007; 28: Hamm CW, Bassand JP, Agewall S, et al. ESC Guidelines for the management of acute coronary syndromes in patients presenting without persistent ST-segment elevation. Task Force for the management of acute coronary syndromes (ACS) in patients presenting without persistent ST-segment elevation of the European Society of Cardiology (ESC). Eur Heart J 2011; 32: Van de Werf F, Bax J, Betriu A, et al. Management of acute myocardial infarction in patients presenting with persistent STsegment elevation. Task Force on the Management of ST- Segment Elevation Acute Myocardial Infarction of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2008; 29: Alpert JS, Thygesen K, Antman E, Bassand JP. Myocardial infarction redefined--a consensus document of The Joint European Society of Cardiology/American College of Cardiology Committee for the redefinition of myocardial infarction. J Am Coll Cardiol 2000; 36:

8 994 B. Verstockt, A. Heyse, F. Van de Werf 8. Ellis SG, Tendera M, de Belder MA, et al. Facilitated PCI in patients with ST-elevation myocardial infarction. N Engl J Med 2008; 358: Keeley EC, Boura JA, Grines CL. Comparison of primary and facilitated percutaneous coronary interventions for ST-elevation myocardial infarction: quantitative review of randomised trials. Lancet 2006; 367: Assessment of the Safety and Efficacy of a New Treatment Strategy with Percutaneous Coronary Intervention (ASSENT-4 PCI) investigators. Primary versus tenecteplase-facilitated percutaneous coronary intervention in patients with ST-segment elevation acute myocardial infarction (ASSENT-4 PCI): randomised trial. Lancet 2006; 367: Silber S, Albertsson P, Avilés FF, et al. Guidelines for percutaneous coronary interventions. The Task Force for Percutaneous Coronary Interventions of the European Society of Cardiology. Eur Heart J 2005; 26: Cantor WJ, Fitchett D, Borgundvaag B, et al. Routine early angioplasty after fibrinolysis for acute myocardial infarction. TRANSFER-AMI Trial Investigators. N Engl J Med 2009; 360: D Souza SP, Mamas MA, Fraser DG, Fath-Ordoubadi F. Routine early coronary angioplasty versus ischaemia-guided angioplasty after thrombolysis in acute ST-elevation myocardial infarction: a meta-analysis. Eur Heart J 2011; 32: Wijns W, Kolh P, Danchin N, et al. Guidelines on myocardial revascularization. Task Force on Myocardial Revascularization of the European Society of Cardiology (ESC) and the European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS); European Association for Percutaneous Cardiovascular Interventions (EAPCI). Eur Heart J 2010; 31: Busk M, Maeng M, Rasmussen K, et al. The Danish multicentre randomized study of fibrinolytic therapy vs. primary angioplasty in acute myocardial infarction (the DANAMI-2 trial): outcome after 3 years follow-up. DANAMI-2 Investigators. Eur Heart J 2008; 29: Nielsen PH, Maeng M, Busk M, et al. Primary angioplasty versus fibrinolysis in acute myocardial infarction: long-term follow-up in the Danish acute myocardial infarction 2 trial. DANAMI-2 Investigators. Circulation 2010; 121: Manari A, Ortolani P, Guastaroba P, et al. Clinical impact of an inter-hospital transfer strategy in patients with ST-elevation myocardial infarction undergoing primary angioplasty: the Emilia-Romagna ST-segment elevation acute myocardial infarction network. Eur Heart J 2008; 29: Bonnefoy E, Steg PG, Boutitie F, et al. Comparison of primary angioplasty and pre-hospital fibrinolysis in acute myocardial infarction (CAPTIM) trial: a 5-year follow-up. Eur Heart J 2009; 30: Van De Werf F. Acute coronary syndromes: transport for PCI versus fibrinolysis-long-term data scrutinized. Nat Rev Cardiol 2010; 7: Armstrong PW, Gershlick AH, Goldstein P, et al. Fibrinolysis or primary PCI in ST-segment elevation myocardial infarction. N Engl J Med 2013; 368: Armstrong PW, Westerhout CM, Welsh RC. Duration of symptoms is the key modulator of the choice of reperfusion for ST-elevation myocardial infarction. Circulation 2009; 119: De Luca G, Suryapranata H, Ottervanger JP, Antman EM. Time delay to treatment and mortality in primary angioplasty for acute myocardial infarction: every minute of delay counts. Circulation 2004; 109: Ting HH, Rihal CS, Gersh BJ, et al. Regional systems of care to optimize timeliness of reperfusion therapy for ST-elevation myocardial infarction: the Mayo Clinic STEMI Protocol. Circulation 2007; 116: Boersma E, Maas AC, Deckers JW, Simoons ML. Early thrombolytic treatment in acute myocardial infarction: reappraisal of the golden hour. Lancet 1996; 348: Claeys MJ, de Meester A, Convens C, et al. Contemporary mortality differences between primary percutaneous coronary intervention and thrombolysis in ST-segment elevation myocardial infarction. Arch Intern Med 2011; 171: Widimský P, Budesínský T, Vorác D, et al. Long distance transport for primary angioplasty vs immediate thrombolysis in acute myocardial infarction. Final results of the randomized national multicentre trial--prague-2. PRAGUE Study Group Investigators. Eur Heart J 2003; 24: Terkelsen CJ, Sørensen JT, Maeng M, et al. System delay and mortality among patients with STEMI treated with primary percutaneous coronary intervention. JAMA 2010; 304: Kalla K, Christ G, Karnik R, et al. Implementation of guidelines improves the standard of care: the Viennese registry on reperfusion strategies in ST-elevation myocardial infarction (Vienna STEMI Registry). Vienna STEMI Registry Group. Circulation 2006; 113: Pinto DS, Frederick PD, Chakrabarti AK, et al. Benefit of transferring ST-segment-elevation myocardial infarction patients for percutaneous coronary intervention compared with administration of onsite fibrinolytic declines as delays increase. National Registry of Myocardial Infarction Investigators. Circulation 2011; 124: Nielsen PH, Terkelsen CJ, Nielsen TT, et al. System delay and timing of intervention in acute myocardial infarction (from the Danish Acute Myocardial Infarction-2 [DANAMI-2] trial). Am J Cardiol 2011; 108: Gibson CM, Pride YB, Frederick PD, et al. Trends in reperfusion strategies, door-to-needle and door-to-balloon times, and in-hospital mortality among patients with ST-segment elevation myocardial infarction enrolled in the National Registry of Myocardial Infarction from 1990 to Am Heart J 2008; 156: Mehta RH, Bufalino VJ, Pan W, et al. Achieving rapid reperfusion with primary percutaneous coronary intervention remains a challenge: insights from American Heart Association s Get With the Guidelines program. Am Heart J 2008; 155: Lambert L, Brown K, Segal E, Brophy J, Rodes-Cabau J, Bogaty P. Association between timeliness of reperfusion therapy and clinical outcomes in ST-elevation myocardial infarction. JAMA 2010; 303: Terkelsen CJ, Christiansen EH, Sørensen JT, et al. Primary PCI as the preferred reperfusion therapy in STEMI: it is a matter of time. Heart 2009; 95: Pinto DS, Kirtane AJ, Nallamothu BK, et al. Hospital delays in reperfusion for ST-elevation myocardial infarction: implications when selecting a reperfusion strategy. Circulation 2006; 114: Hanna EB, Hennebry TA, Abu-Fadel MS. Combined reperfusion strategies in ST-segment elevation MI: rationale and current role. Cleve Clin J Med 2010; 77: Nallamothu B, Fox KA, Kennelly BM, et al. Relationship of treatment delays and mortality in patients undergoing fibrinolysis and primary percutaneous coronary intervention. The Global Registry of Acute Coronary Events 2007; 93: Van de Werf FJ. Fine-tuning the selection of a reperfusion strategy. Circulation 2006; 114: Morrow DA, Antman EM, Charlesworth A, et al. TIMI risk score for ST-elevation myocardial infarction: a convenient, bedside, clinical score for risk assessment at presentation: an intravenous npa for treatment of infarcting myocardium early II trial substudy. Circulation 2000; 102: Tarantini G, Razzolini R, Napodano M, Bilato C, Ramondo A, Iliceto S. Acceptable reperfusion delay to prefer primary angio plasty over fibrin-specific thrombolytic therapy is affected (mainly) by the patient s mortality risk: 1 h does not fit all. Eur Heart J 2010; 31: de Boer SP, Barnes EH, Westerhout CM, et al. High-risk patients with ST-elevation myocardial infarction derive greatest absolute benefit from primary percutaneous coronary intervention: results from the Primary Coronary Angioplasty Trialist versus Thrombolysis (PCAT)-2 Collaboration. Am Heart J 2011; 161: Kent DM, Ruthazer R, Griffith JL, et al. Comparison of mortality benefit of immediate thrombolytic therapy versus delayed primary angioplasty for acute myocardial infarction. Am J Cardiol 2007; 99:

9 Myocardinfarcten met ST-segmentelevatie in centra zonder katheterisatielaboratorium Fosbøl EL, Thune JJ, Kelbaek H, et al. Long-term outcome of primary angioplasty compared with fibrinolysis across age groups: a Danish Multicenter Randomized Study on Fibrinolytic Therapy versus Acute Coronary Angioplasty in Acute Myocardial Infarction (DANAMI-2) substudy. DANAMI-2 Investigators. Am Heart J 2008; 156: Brodie BR, Webb J, Cox DA, et al. Impact of time to treatment on myocardial reperfusion and infarct size with primary percutaneous coronary intervention for acute myocardial infarction (from the EMERALD Trial). EMERALD Investigators. Am J Cardiol 2007; 99: Motovska Z, Widimsky P, Aschermann M. The impact of gender on outcomes of patients with ST elevation myocardial infarction transported for percutaneous coronary intervention: analysis of the PRAGUE-1 and 2 studies. Heart 2008; 94: e5.

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Antistolling: Kunt u het bijhouden? Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie Chapter 8 Samenvatting en conclusie 110 Doel van het promotieonderzoek was (1) evaluatie van het resultaat van vroege abciximab toediening vóór primaire percutane coronaire interventie (PPCI) in patiënten

Nadere informatie

Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom. Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog

Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom. Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog Indeling Cardiale oorzaken thoracale pijn Stabiele AP IAP/Acuut coronair syndroom (ACS) Pericarditis Small-vessel

Nadere informatie

Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T

Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T Rudolf Tolsma Verpleegkundig specialist acute zorg Perspectief

Nadere informatie

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures Diabetes in ACS Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen No disclosures Wat we weten van diabeten Outcome na ACS slechter dan bij niet diabeten: o Dood o Infarct o Stroke o Bloeden Korte termijn én lange termijn:

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Prehospitale trombolyse niet langer nodig. door Marc de Leeuw - 22-02-2013

Prehospitale trombolyse niet langer nodig. door Marc de Leeuw - 22-02-2013 Prehospitale trombolyse niet langer nodig NHG-Standaard Acuut coronair syndroom herzien door Marc de Leeuw - 22-02-2013 De NHG-Standaard Acuut coronair syndroom is recent herzien. Een belangrijke wijziging

Nadere informatie

Behandeling van het acute herseninfarct

Behandeling van het acute herseninfarct Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige

Nadere informatie

Toekomst van de reanimatie: standpunt van de cardiolooog. Prof dr Johan Bosmans Interventiecardioloog Universitair Ziekenhuis Antwerpen

Toekomst van de reanimatie: standpunt van de cardiolooog. Prof dr Johan Bosmans Interventiecardioloog Universitair Ziekenhuis Antwerpen Toekomst van de reanimatie: standpunt van de cardiolooog Prof dr Johan Bosmans Interventiecardioloog Universitair Ziekenhuis Antwerpen Toekomst van de reanimatie: voorkomen is beter dan (misschien) genezen

Nadere informatie

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon

Nadere informatie

Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG

Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG Dhr. A, 48 jaar taxichauffeur s ochtends 06.20 uur acuut pijn op de borst met een zwaar gevoel in

Nadere informatie

ACUUT CORONAIR SYNDROOM

ACUUT CORONAIR SYNDROOM ACUUT CORONAIR SYNDROOM Doelen ACS pathofysiologie begrijpen Risicofactoren voor ACS kunnen herkennen Diagnostische stappen kunnen volgen 12 februari 2015 Esther de Haan, verpleegkundig specialist cardiologie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 100 In dit proefschrift worden diverse klinische en angiografische aspecten belicht die invloed hebben op de prognose en het klinische beloop van patienten, die zich presenteren

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Zorg voor het acute myocardinfarct: van locaal initiatief tot landelijke organisatie. Gert van Houwelingen interventiecardioloog

Zorg voor het acute myocardinfarct: van locaal initiatief tot landelijke organisatie. Gert van Houwelingen interventiecardioloog Zorg voor het acute myocardinfarct: van locaal initiatief tot landelijke organisatie Gert van Houwelingen interventiecardioloog Samenwerken in de keten: expertgroep myocardinfarct Prehistorie: geen keten,

Nadere informatie

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Ventrikel septum ruptuur casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Casus 70 jarige man RVO: post operatief na VSR correctie en triscuspidalisplastiek Dyspneu verdenking pneumonie,

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie

ADVIES M.B.T. DE ERKENNINGSNORMEN VOOR HET ZORGPROGRAMMA CARDIALE PATHOLOGIE

ADVIES M.B.T. DE ERKENNINGSNORMEN VOOR HET ZORGPROGRAMMA CARDIALE PATHOLOGIE FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen NATIONALE RAAD VOOR ZIEKEN- HUISVOORZIENINGEN. BRUSSEL, 08/06/2006 Afdeling

Nadere informatie

Casus: Mona L. 72 jaar

Casus: Mona L. 72 jaar Casus: Mona L. 72 jaar Dringende presentatie op uw raadpleging Sinds 1u aanhoudende hoogabdominale last. Dit nam opnieuw toe bij het stappen van de wagen tot aan de praktijk. Gisteren trad dezelfde klacht

Nadere informatie

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Combinatietherapie van TARs en NOACs NECF nascholing 27-9-2016 Combinatietherapie van TARs en NOACs Margreet Warlé-van Herwaarden, openbaar apotheker, Groesbeek Harvey Fijn, cardioloog i.o., CWZ Inhoud Inleiding (dilemma en gevolgen combineren,

Nadere informatie

Hartinfarct zonder ecg-afwijkingen

Hartinfarct zonder ecg-afwijkingen Casuïstiek Hartinfarct zonder ecg-afwijkingen Denk aan een afsluiting van de ramus circumflexus Saman Rasoul, Vincent Roolvink, Jan Paul Ottervanger en Arnoud van t Hof Achtergrond Casus Conclusie Bij

Nadere informatie

University of Groningen. Primary PCI for acute myocardial infarction Henriques, José Paulo Simão

University of Groningen. Primary PCI for acute myocardial infarction Henriques, José Paulo Simão University of Groningen Primary PCI for acute myocardial infarction Henriques, José Paulo Simão IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac 326, 330, 331 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld

Nadere informatie

Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt).

Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt). Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt). D. Ali, MJ. Fokkert, RJ. Slingerland, R. Tolsma, A. Mosterd, M. Ishak, F. Van Eenennaam, K. Bruheim, J.M. ten Berg, A.

Nadere informatie

Chapter 6 Samenvatting en Conclusies

Chapter 6 Samenvatting en Conclusies Chapter 6 Chapter 6 Samenvatting en Conclusies 165 Chapter 6 Samenvatting en Conclusies De diagnose hartinfarct wordt gesteld aan de hand van klinische, elektrocardiografische en biochemische kenmerken.

Nadere informatie

Aanpak van CVA. Robin Lemmens

Aanpak van CVA. Robin Lemmens Aanpak van CVA Robin Lemmens 25-4-2018 Casus 81 jarige man Risicofactoren: Hypertensie, diabetes Plotse hemiplegie rechts en spraakstoornis om 19u Volgende stap? 1. Huisarts laten komen 2. 112 bellen 3.

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Fokkema, M. L. (2013). Outcome after percutaneous coronary intervention Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Fokkema, M. L. (2013). Outcome after percutaneous coronary intervention Groningen: s.n. University of Groningen Outcome after percutaneous coronary intervention Fokkema, Marieke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.

Nadere informatie

oorspronkelijke stukken

oorspronkelijke stukken oorspronkelijke stukken Geen voordeel voor patiënten met een acuut myocardinfarct die vanuit een algemeen ziekenhuis verwezen werden naar een interventiecentrum voor dotterbehandeling; vergelijking van

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN Definitie, pathofysiologie, symptomatologie en diagnostiek Dr. Marcel Daniëls Jeroen Bosch Ziekenhuis s-hertogenbosch ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN pathofysiologie Definitie symptomatologie

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG maart 2007

Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG maart 2007 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 15 september 2006 GMT/VDG 2713003 26 maart 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Korte casus II Prof. dr. S. Droogmans EBM II 2014-2015. Julia Schwarze & Nathan Bormans Tutor: Chelsey Plas Prof. dr. N. Pouliart. 12/3/14 pag.

Korte casus II Prof. dr. S. Droogmans EBM II 2014-2015. Julia Schwarze & Nathan Bormans Tutor: Chelsey Plas Prof. dr. N. Pouliart. 12/3/14 pag. Korte casus II Prof. dr. S. Droogmans EBM II 2014-2015 Julia Schwarze & Nathan Bormans Tutor: Chelsey Plas Prof. dr. N. Pouliart 12/3/14 pag. 2 Inhoudstafel Casus Probleemlijst Differentiaaldiagnoses Acuut

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

ACUUT CORONAIR SYNDROOM. 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis

ACUUT CORONAIR SYNDROOM. 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis ACUUT CORONAIR SYNDROOM 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis Doelen Behandeling van ACS - Medicamenteus - Invasief Complicaties Prognose 2 Behandeling:

Nadere informatie

Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J.

Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J. Link to publication

Nadere informatie

Treatment strategies and risk stratification in acute coronary syndromes Damman, P.

Treatment strategies and risk stratification in acute coronary syndromes Damman, P. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Treatment strategies and risk stratification in acute coronary syndromes Damman, P. Link to publication Citation for published version (APA): Damman, P. (2013). Treatment

Nadere informatie

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA)

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA) Inhoud Verpleegkunde Cardiologie Han van der Borgh Verpleegkundige aspecten bij: Angina Pectoris Acuut coronair syndroom Prinz Metal Decompensatie cordis Cardiogene shock P.C.I./STENT/ spoed CABG in perifeer

Nadere informatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie Bloedingen onder antitrombotische medicatie Timing van herstarten Marieke Gimbel, arts-onderzoeker cardiologie 06-11-2018 Disclosure belangen spreker Marieke Gimbel - St. Antonius ziekenhuis Geen (potentiële)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

Appendix 2. Nederlandse samenvatting. Jeroen Slikkerveer

Appendix 2. Nederlandse samenvatting. Jeroen Slikkerveer Appendix 2 Nederlandse samenvatting Jeroen Slikkerveer Appendix 2 In de afgelopen tientallen jaren heeft de echo zich ontwikkeld tot een ruim beschikbaar en makkelijk toepasbaar diagnosticum voor de dagelijkse

Nadere informatie

Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn. Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem

Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn. Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem Indeling Troponinebepaling op de EHH Troponine door ambulance en huisarts: verstandig, wanneer? Moet troponinebepaling

Nadere informatie

Symptom onset and treatment in acute myocardial infarction Mahmoud, Karim

Symptom onset and treatment in acute myocardial infarction Mahmoud, Karim Symptom onset and treatment in acute myocardial infarction Mahmoud, Karim IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel EFIENT. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

ACS triage SEH. Effect op de door-to-balloon time voor patiënten met ST-elevatie myocardinfarct. Rolf Egberink MSc 29 maart 2011

ACS triage SEH. Effect op de door-to-balloon time voor patiënten met ST-elevatie myocardinfarct. Rolf Egberink MSc 29 maart 2011 ACS triage SEH Effect op de door-to-balloon time voor patiënten met ST-elevatie myocardinfarct Rolf Egberink MSc 29 maart 2011 Inhoud presentatie Aanleiding project ACS triage op de SEH Literatuurreview

Nadere informatie

Definitie van infarct. Klinische diagnose. Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige prognose!

Definitie van infarct. Klinische diagnose. Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige prognose! Acuut Myocardinfarct I Dieter Nuyens Cardiologie Definitie van infarct Klinische diagnose Anamnese Cardiale enzymes ECG veranderingen Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige

Nadere informatie

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Continu ST-segment bewaking, als elke millimeter telt.

Continu ST-segment bewaking, als elke millimeter telt. Continu ST-segment bewaking, als elke millimeter telt. Een onderzoek naar de betekenis van het continu bewaken van het ST-segment bij de Acuut Coronair Syndroompatiënt op de CCU binnen het Meander MC.

Nadere informatie

Ch apter 9. Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief

Ch apter 9. Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief Ch apter 9 Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief Samenvatting, conclusies en toekomstperspectief 197 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN TOEKOMSTPERSPECTIEF Het doel van dit proefschrift is om te evalueren

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten

Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Joke Lanphen, kaderhuisarts hart en vaatziekten Inhoud presentatie 1 Voorkomen van HVZ bij DM type 2 2 NHG standaard CVRM en diabetes 3 Metingen

Nadere informatie

Samenvattingen en Conclusies

Samenvattingen en Conclusies De algemene inleiding van het proefschrift (Hoofdstuk 1) beschrijft de epidemiologie van CAD wereldwijd, en specifiek in Nederland. De onderliggend principes van atherosclerose vorming en progressie worden

Nadere informatie

University of Groningen. Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend

University of Groningen. Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend University of Groningen Invasive treatment of coronary artery disease Breeman, Arend IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van

Nadere informatie

Samenvatting. Deel 1: Linker ventrikelfunctie na myocardinfarct

Samenvatting. Deel 1: Linker ventrikelfunctie na myocardinfarct , conclusies en toekomstperspectieven De aanwezigheid van een verminderde functie van het linker ventrikel (LV) van het hart na een doorgemaakt myocardinfarct is van sterk klinisch belang gebleken. In

Nadere informatie

Therapie Stabiel Coronairlijden

Therapie Stabiel Coronairlijden Therapie Stabiel Coronairlijden Dr. Luc Muyldermans Dr. Yves Vandekerckhove Dr. Luc Missault Dr. Daniël Dendooven Dr. Patrick Coussement Prof. Mattias Duytschaever Prof. René Tavernier Dr. Philippe Debonnaire

Nadere informatie

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd

Nadere informatie

Behandeling na een acuut coronair syndroom

Behandeling na een acuut coronair syndroom Behandeling na een acuut coronair syndroom Een nieuwe uitdaging in de ketenzorg CVRM Nascholing Stedelijke werkgroep Amsterdam 9 en 14 juni 2010 A.L.M. Bakx, cardioloog, BovenIJ Ziekenhuis SECUNDAIRE PREVENTIE

Nadere informatie

Een hartinfarct verijdeld door snelle percutane coronaire interventie

Een hartinfarct verijdeld door snelle percutane coronaire interventie Casuïstiek Een hartinfarct verijdeld door snelle percutane coronaire interventie Jeroen van Etten en Freek W.A. Verheugt KLINISCHE PRAKTIJK Bij een 55-jarige vrouw en een 51-jarige man werd een op het

Nadere informatie

Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio. dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG

Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio. dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG Presentatie vandaag Epidemiologie myocardinfarct Diagnostiek

Nadere informatie

Scheurbuik? Het mysterie rondom type B aorta dissecties Prof.Dr. Hence Verhagen

Scheurbuik? Het mysterie rondom type B aorta dissecties Prof.Dr. Hence Verhagen Scheurbuik? Het mysterie rondom type B aorta dissecties Prof.Dr. Hence Verhagen Vaatchirurg, Erasmus MC, Rotterdam, Dissecties Ingewikkeld ziektebeeld Komen in alle slagaderen voor Hebben, krijgen, veroorzaken

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Dr. R.M. van den Berg-Vos, neuroloog Vergroot endovasculaire behandeling de kans op een goed

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

Dokter op Dinsdag. Jawed Polad Interventiecardioloog Jeroen Bosch Ziekenhuis

Dokter op Dinsdag. Jawed Polad Interventiecardioloog Jeroen Bosch Ziekenhuis Dokter op Dinsdag Jawed Polad Interventiecardioloog Jeroen Bosch Ziekenhuis Het hart is voornamelijk gemaakt van speciale spier. Het hart pompt bloed in de slagaders (bloedvaten) die het bloed naar alle

Nadere informatie

Pre-hospitaal en vroegtijdige opvang-verwijzing. Dr. Frederik Vandereyken Medisch diensthoofd spoedgevallen KLINA

Pre-hospitaal en vroegtijdige opvang-verwijzing. Dr. Frederik Vandereyken Medisch diensthoofd spoedgevallen KLINA Pre-hospitaal en vroegtijdige opvang-verwijzing Dr. Frederik Vandereyken Medisch diensthoofd spoedgevallen KLINA Chain of (brain)survival Introductie Introductie Wat gebeurd er tussen oproep en aankomst

Nadere informatie

Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief

Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief Samenvatting De introductie (Hoofdstuk 1) van dit proefschrift geeft een overzicht van de epidemiologie

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart

Nadere informatie

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA Rapid Access Raadpleging Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA 1 Waarom een rapid access raadpleging? Wat zal de toekomst brengen? - Vergrijzing van de bevolking aantal 65 plussers x2 aantal

Nadere informatie

Ondanks de geboekte vooruitgang op het gebied van

Ondanks de geboekte vooruitgang op het gebied van S A M E N V A T T I N G Ondanks de geboekte vooruitgang op het gebied van preventie en behandeling van het herseninfarct, blijft deze aandoening een veelvoorkomende oorzaak van mortaliteit en morbiditeit.

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21543 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21543 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21543 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Dharma, Surya Title: Perspectives in the treatment of cardiovascular disease :

Nadere informatie

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie

Nadere informatie

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines

Nadere informatie

Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn

Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn Verbetering van zorg voor patiënten met stabiele angina pectoris vanuit de 1 e lijn Dr. Tobias Bonten huisarts i.o. en epidemioloog PUBLIC HEALTH & EERSTELIJNS GENEESKUNDE LUMC Regionale zorg voor de patiënt

Nadere informatie

Evidence-based Lifestyle Advies

Evidence-based Lifestyle Advies Evidence-based Lifestyle Advies Focus op dieet Willem Bax*, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Vaatcentrum Alkmaar *,Conflict of interest m.b.t. onderwerp: geen 1 Vrouw, 48 jaar, VG: RA, zus DM-2,

Nadere informatie

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose prof dr Danny Schoors Arteriële hypertensie Epidemiologische studies Duidelijke relatie tussen bloeddruk

Nadere informatie

Het beoordelen van een ECG Extremiteitselectrodes: R = Rechter arm (rood) L = Linker arm (geel) F = Linker been (groen) N = Rechter been (zwart)

Het beoordelen van een ECG Extremiteitselectrodes: R = Rechter arm (rood) L = Linker arm (geel) F = Linker been (groen) N = Rechter been (zwart) Het beoordelen van een ECG Extremiteitselectrodes: R = Rechter arm (rood) L = Linker arm (geel) F = Linker been (groen) N = Rechter been (zwart) Torso Diagnostisch Het maakt verschil of de electrodes op

Nadere informatie

Hoe komen richtlijnen tot stand? Mattie Lenzen CarVasZ 2014

Hoe komen richtlijnen tot stand? Mattie Lenzen CarVasZ 2014 Hoe komen richtlijnen tot stand? Mattie Lenzen CarVasZ 2014 Rationale van richtlijnen Waarom ontwikkeling we Richtlijnen? Internationale zorg over: Onverklaarbare variatie in klinische praktijk Stijgende

Nadere informatie

En plots lig je op de stroke Wat nu?

En plots lig je op de stroke Wat nu? En plots lig je op de stroke Wat nu? Over verschillende trajecten bij CVA. dr. Peter Soors, neuroloog, Jessa Ziekenhuis CVA in cijfers (voor België) Incidentie (per jaar): 19000/jaar Mortaliteit: Eerste

Nadere informatie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten bij vrouwen: meer aandacht gewenst

Hart- en vaatziekten bij vrouwen: meer aandacht gewenst Hart- en vaatziekten bij vrouwen: meer aandacht gewenst Vrouwenstudies Medische Wetenschappen Prof.dr. Toine Lagro-Janssen Opzet Stellingen Aanleiding aparte aandacht m/v Profiel m/v coronaire hartziekten

Nadere informatie

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie Heart and Soul Cardiovasculair en Depressie Ten leading causes of DALY s 2030 - high income countries (in %) - Unipolar depressive disorder 9.8 Ischaemic heart disease 5.9 Alzheimer and other dementias

Nadere informatie