2006 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2006 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA"

Transcriptie

1 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA JAARVERSLAG SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIË IN 2006 AFDELING BACTERIOLOGIE WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID

2 Salmonella en Shigella stammen gerapporteerd tijdens 2006 in België Het Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Afdeling Bacteriologie Departement Microbiologie Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Bronnen : Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella (NRSS), klinische laboratoria, Nationaal Referentiecentrum voor lysotypie van het Pasteur Instituut van Brussel, Moleculare epidemiologie programma Verslag : opgemaakt door Dr. Sc. J.M.Collard en door Dr. Sc. S. Bertrand. Met de technische medewerking van L. Willems, D. Baeyens, F. De Cooman, H. Steenhaut, D. Delbecq, N. Weynants en J. Griselain (NRSS- Moleculaire Epidemiologie, Brussel). Secretariaat, vertaling en lay-out: M. Vrints; L. Januth. Kwaliteitscoördinator : E. Mairiaux Met de externe medewerking van Dr. C. Godard en C. Wildemauwe (Centrum voor lysotypie) Realisatie van de kaarten: Y. Dupont (Afdeling Epidemiologie), E. Mairiaux en S. Bertrand. Website : Financiering: FOD Volksgezondheid,Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Gemeenschappen Gedeelten van de tekst mogen geciteerd worden mits vermelding van de referentie van het verslag. Voorbeeld van een citaat : National Reference Centre for Salmonella and Shigella. Annual Report on Human Salmonella and Shigella in Belgium 2006, Institute of Public Health. Depotnummer: D/2007/2505/48 Kopieën kunnen gevraagd worden aan : Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella/Shigella W.I.V. /Afdeling Bacteriologie J. Wytsmanstaat, 14 B-1050 Brussel Tel : 02/ Fax : 02/ Het verslag is ook beschikbaar in PDF formaat op internet: 1/36

3 Inhoudstabel HOOFDPUNTEN VOOR DE HUMANE SALMONELLA STAMMEN... 3 HOOFDPUNTEN VOOR DE SHIGELLA STAMMEN Inleiding Doelstelling Kwaliteit Materiaal en methoden Definitie van een geval Verzameling van de stammen Taxonomie van de genus Salmonella en Shigella Serotypering Gevoeligheidsbepaling voor antibiotica Faagtyperingen Resultaten Salmonella van humane oorsprong Salmonella: Verzameling van de isolaten Salmonella: Aantal stammen en oorprong van isolatie Salmonella: Verdeling per serogroep en de belangrijkste serovars Salmonella: Verdeling en incidentie per arrondissement Salmonella: Verdeling per leeftijdsgroep en per geslacht Salmonella: Seizoensgebonden voorkomen Salmonella: Bacteriëmie Salmonella: Na verblijf in het buitenland Salmonella: Evolutie ( ) Salmonella: nieuw serovar geïsoleerd in België Salmonella: Resistentie tegen antibiotica Salmonella: Faagtypering Salmonella Enteritidis Salmonella Typhimurium Salmonella Hadar Salmonella Virchow Salmonella: Speciale episodes in Salmonella Kentucky Shigella Shigella: Verzameling isolaten Shigella: Stammen en oorsprong Shigella: Verdeling per serotype Shigella: Verdeling per geslacht en leeftijdsgroep Shigella: Isolatie per seizoen Shigella: Tendens ( ) Shigella: Associatie met andere pathogene stammen Shigella: Na verblijf in het buitenland Resistentie tegen antibiotica...35 Referenties /36

4 HOOFDPUNTEN VOOR DE HUMANE SALMONELLA STAMMEN o o o In 2006 werden in België 3693 humane Salmonella stammen door het NRSS geïnventariseerd. Een globale daling van 25% t.o.v Deze daling werd veroorzaakt door de daling van het serovar Enteritidis (53% t.o.v en 83% t.o.v. 2004). Typhimurium wordt het meest frequente serovar (49,5% van de stammen) terwijl Enteritidis op de tweede plaats komt (28,5% van de Salmonella stammen). o o De serovars Typhimurium, Virchow en Hadar vertoonden een verhoogde antibioticaresistentiegraad: multiresistentie ( 4) werd waargenomen voor respectievelijk 45,8; 22,1 en 53,5% van de gevallen. Niettegenstaande is de grootste meerderheid van de geteste isolaten van het serovar Enteritidis (89,5%) gevoelig voor al de geteste antibiotica. 21% van de isolaten van serovar Typhimurium behoorden tot het lysotype DT104 waarvan 66% het R-type ACSSuT (met of zonder extra resistenties) vertoonden. HOOFDPUNTEN VOOR DE SHIGELLA STAMMEN o o o In 2006 werden 330 Shigella stammen geïnventariseerd door het NRSS in België. Shigella sonnei vertegenwoordigt 71.6% van de gevallen. 92,5% van de S. sonnei stammen waren resistent tegen co-trimoxazole (associatie van trimethoprime-sulfamethoxazole). 3/36

5 1. Inleiding 1.1. Doelstelling De Afdeling Bacteriologie verzamelt epidemiologische gegevens over humane infecties te wijten aan Salmonella/Shigella spp. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor het detecteren van epidemieën, de opvolging ervan, het uitstippelen van preventieve acties en de evaluatie van de genomen maatregelen. De faagtyperingen werden uitgevoerd door het Nationaal Referentiecentrum voor faagtypering van het Pasteur Instituut van Brussel volgens de aanbevelingen van het PHLS (Public Health Laboratory Service London). Deze opdracht gebeurt in samenwerking met de Afdeling Epidemiologie van het WIV die maandelijks een lijst ontvangt van het Nationaal Referentiecentrum met de humane infecties van Salmonella en Shigella. Deze gegevens worden dan overgebracht op het netwerk Enter-Net 1 (Europese Organisatie voor infecties ondersteund door de Europese Commissie DG Sanco en gelokaliseerd in London, HPA).De epidemiologische gegevens zijn, met beperkte toegang, te raadplegen door de Gezondheidsinspecteurs van de Gemeenschappen op de databank van het WIV. Bij een verdachte epidemie verwittigt het Centrum de Afdeling Epidemiologie die dan het nodige zal doen om een onderzoek in te stellen bij de patiënten en het FAVV verwittigt voor een onderzoek van de mogelijk besmette eetwaren. In de praktijk worden gegevens bekomen door de serotypering van de betreffende klinische stammen die ons opgestuurd worden door de diverse klinische- en hospitaallaboratoria. De gegevens laten ook een lange termijn evolutie zien van de verschillende serovars. Door het testen van de antibioticagevoeligheid op deze stammen kunnen ook tendensen met betrekking tot antibioticaresistentie worden waargenomen. Salmonella stammen geïsoleerd uit dieren of voedingswaren worden verder geserotypeerd. Deze gegevens dragen bij tot de surveillance van zoönosen. De taken van de afdeling situeren zich volledig in het kader van de volksgezondheid Kwaliteit Sedert 40 jaar heeft het Centrum kwaliteit nagestreefd zowel op het vlak van de analysen en epidemiologische dataverspreiding als op het vlak van communicatie met de correspondenten en opdrachtgevers. In 2003 heeft het centrum een officieel kwaliteitssysteem, NBN en ISO/IEC 17025, geïntroduceerd om de kwaliteitsstandaard te officialiseren. Sinds 22 juni 2004 is het centrum geaccrediteerd. Dit systeem garandeert de nauwkeurigheid en geldigheid van het toegepaste protocol, de traceerbaarheid van de onderzoeksresultaten, de juistheid van de uitslagen en de technische zelfstandigheid van het laboratorium. Dit kwaliteitssysteem schept eveneens een gevoel van vertrouwen tussen het Centrum en zijn correspondenten en klanten. Behalve de invoering van dit officiële kwaliteitssysteem heeft het Centrum ook nieuwe technologieën ingevoerd (moleculaire biologie, communicatie netwerk). Deze laten het Centrum toe zijn nationale en internationale opdrachten in het kader van de volksgezondheid en de bescherming van de verbruikers met meer deskundigheid te kunnen uitvoeren. 2. Materiaal en methoden 2.1. Definitie van een geval Een geval van Salmonella of Shigella is een isolatie van Salmonella of Shigella bij een mens. Dit kan zowel een gezonde als zieke persoon zijn Verzameling van de stammen Elke isolatie van humane Salmonella is op vrijwillige basis opgestuurd naar het Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Het formulier met inlichtingen over de stam en de epidemiologie moet hieraan toegevoegd worden. De reeds opgespoorde antigene kenmerken dienen eveneens vermeld te worden. In geval van epidemie of collectieve voedselintoxicatie moeten slechts enkele stammen van verschillende patiënten verstuurd worden met de vermelding van het totaal aantal vastgestelde gevallen. 4/36

6 2.3. Taxonomie van de genus Salmonella en Shigella De genus Salmonella behoort tot de familie van de Enterobacteriaceae en bevat 2 species : S. enterica die onderverdeeld is in 6 subspecies : 1) S. enterica subspecies enterica (1504 serovars) of subspecies I 2) S. enterica subspecies salamae (502 serovars) of subspecies II 3) S. enterica subspecies arizonae (95 serovars) of subspecies IIIa 4) S. enterica subspecies diarizonae (333 serovars) of subspecies IIIb 5) S. enterica subspecies houtenae (72 serovars) of subspecies IV 6) S. enterica subspecies indica (13 serovars) of subspecies VI S. bongori (22 serovars) Bron aantal serovars : Antigenische formule van de Salmonella serovars (2001) 8 e uitgave 2, bijgewerkt in supplement nr. 45 en 46 gepubliceerd in en De genus Shigella behoort tot de familie van de Enterobacteriaceae en bevat vier species : S. dysenteriae, S. flexneri, S. boydii en S. sonnei. De identificatie van deze species is gebaseerd op het biochemisch en antigenisch karakter. Iedere species is verdeeld in serovars op basis van factor O, deze zijn aangeduid door arabische cijfers (soms gevolgd door een letter of simpelweg een letter bij sommige varianten van S. flexneri) Serotypering Het serotype bij een Salmonella wordt gedefinieerd door een associatie van somatische O- antigenen, flagellaire H-antigenen en oppervlakte-antigenen (Vi) volgens het schema van Kauffmann en White 5. Indien noodzakelijk, worden er bijkomende testen uitgevoerd om de identificatie te bevestigen of om een onderscheid te maken tussen de verschillende subspecies. Voor de eerste gekarakteriseerde O-groepen gebruikte men de letters van het alfabet; nadat alle letters opgebruikt waren ging men verder met cijfers (van 51 tot 67). Thans raadt men het gebruik van cijfers aan; de letters worden voorlopig nog tussen haakjes geplaatst: voorbeeld. O:4(B); O:18(K) (Zie: Tabel 1) Tabel 1. Aanduiding 2 van O-groepen Alfabetisch Actueel Alfabetisch Actueel Alfabetisch Actueel A 2 G1-G2 13 Q 39 B 4 H 6,14 R 40 C 1 -C 4 6,7 I 16 S 41 C 2 -C 3 8 J 17 T 42 D 1 9 K 18 U 43 D 2 9,46 L 21 V 44 D 3 9,46,27 M 28 W 45 E 1 -E 2 -E 3 3,10 N 30 X 47 E 4 1,3,19 O 35 Y 48 F 11 P 38 Z 50 Het serotype van een Shigella wordt gedefinieerd door een combinatie van O-antigenen. Bijkomende biochemische testen worden eveneens uitgevoerd om de identificatie te bevestigen en de verschillende species en variëteiten te differentiëren Gevoeligheidsbepaling voor antibiotica Tijdens het jaar 2006 werden humane Salmonella stammen van de 6 belangrijkste serovars getest voor de antibiotica gevoeligheid volgens de steekproef zoals voorgesteld in table 2. Daarenboven werden ook stammen onderzocht van de meest invasieve Salmonella serovars (vb.: S. Typhi, S. Paratyphi) alsook de Salmonella serovars waarvan, volgens de literatuur, de antibiotica resistenties moeten opgevolgd worden (vb.: Salmonella Infantis en Newport). De steekproeven werden uitgevoerd volgens het schema in tabel 2. Voor de Salmonella Enteritidis stammen werd een eerste screeningstest op punt gezet. M.b.v. de replica plating methode op deze manier werd de gevoeligheid voor 4 antibiotica s getest: ampicilline (25µg/ml), tetracycline (12,5µg/ml), naladixine zuur (60µg/ml) en trimethoprim (25µg/ml). De gevoeligheid voor 14 antibiotica werd bepaald met de diffusiemethode volgens Kirby-Bauer aanbevolen door de CLSI 7,8. Dit werd uitgevoerd voor al de geselecteerde Salmonella serovars en 5/36

7 voor de Salmonella Enteritidis stammen die een resistentie vertonen tegen één van de 4 antibiotica s die gebruikt werden tijdens de eerste screening. Tabel 2. Schema van de steekproeven voor de gevoeligheidsbepalingen in Serovar Weken Enteritidis Screening m.b.v. replica plating en bevestiging met antibiogram Typhimurium Hadar 1/week Infantis 1/week Virchow 1/week Brandenburg 1/week Derby 1/week Typhi Al de geïsoleerde stammen Paratyphi A, B en C Al de geïsoleerde stammen Dublin Al de geïsoleerde stammen Newport Al de geïsoleerde stammen Voor de bevestiging van de resistentie tegen ciprofloxacine en cefotaxime word de minimale inhibitorische concentratie (MIC) gemeten met behulp van Etest. Indien de MIC voor ciprofloxacine en cefotaxime respectievelijk 4 en 64µg/mL is, zijn de isolaten resistent. De isolaten zijn intermediare indien de MIC respectievelijk =2 en tussen 16-32µg/mL en gevoelig als de MIC respectievelijk 1 en 8µg/mL. De kritische waarde voor een gedaalde gevoeligheid tegen ciprofloxacine (CIP lowr ) is µg/ml 9, Faagtyperingen De faagtyperingen werden uitgevoerd door het Nationaal Referentiecentrum voor faagtypering van het Pasteur Instituut in Brussel volgens de aanbevelingen van het PHLS (Public Health Laboratory Service-London) 11. De stammen werden geselecteerd volgens het schema in tabel 3. Tabel 3. Schema van de stammenselectie voor lysotypering. Serovar Weken Enteritidis Typhimurium Hadar 1/week Virchow 1/week 6/36

8 3. Resultaten 3.1. Salmonella van humane oorsprong Salmonella: Verzameling van de isolaten In 2006 typeerde het Referentiecentrum humane Salmonella isolaten in opdracht van 161 laboratoria. Het gemiddelde van de opgestuurde isolaten naar het Referentiecentrum per laboratorium bedraagt 22,9 per jaar. Het aantal laboratoria is lichtjes gedaald in vergelijking met vorige jaren toen 201 (2001), 194 (2002), 188 (2003), 182 (2004) et 171 (2005) laboratoria humane Salmonella isolaten opstuurden naar het NRSS Salmonella: Aantal stammen en oorprong van isolatie In 2006 werden 3693 humane Salmonella stammen ontvangen door het Referentiecentrum. Dit is een daling van 61 en 25% ten opzichte van 2004 en 2005 en werden er respectievelijk 9543 en 4916 stammen geïsoleerd. Deze daling is vooral te wijten aan de daling van het serovar Enteritidis (-83% ten opzichte van 2004 en -53% ten opzichte van 2005). Het merendeel van de Salmonella stammen (95,72%) werd geïsoleerd uit faeces. De oorsprong van de overige 4,28% wordt voorgesteld in tabel 4. Tabel 4. Salmonella: Oorsprong van isolatie (N=3693) N % Faeces ,72 Bloed Hemocultuur 85 2,30 Urine 40 1,08 Faeces + bloed 10 0,27 Etter 5 0,14 Andere 4 0,11 Faeces + urine 4 0,11 Ascitesvocht 2 0,05 Peritoneaal vocht 1 0,03 Pleura 1 0,03 Pleuravocht 1 0,03 punctievocht 1 0,03 Abces 1 0,03 CSF 1 0,03 Sputum 1 0,03 Abdominaal wondvocht 1 0,03 De meerderheid van de stammen die werden opgestuurd naar het NRSS zijn afzonderlijke gevallen. Gelieve voor de gegroepeerde gevallen het rapport van het Nationaal Referentiecentrum voor VTI te raadplegen. In 2006 waren 62 van de opgestuurde stammen geen Salmonella spp. Deze werden gedetecteerd op basis van biochemische reacties (Kligler, urease) en/of door afwezigheid van agglutinatie bij serotypering Salmonella: Verdeling per serogroep en de belangrijkste serovars In 2006 behoorden het merendeel van de stammen (55,84%) tot serogroep O4 (B), welke de belangrijkste serogroep is. Het waren hoofdzakelijk S.Typhimurium stammen (N=1862) die 88% van de serogroep O4 (B) vertegenwoordigden (tabel 6). Dit serotype werd opgevolgd door Derby (N=52) en Brandenburg (N=47). De salmonella s van groep O9, 12 (D1) vertegenwoordigen 30,18% van al de salmonella s van humane oorsprong. Het belangrijkste serovar van deze groep was Enteritidis (N=1052). De 5 serovars met de hoogste frequenties behorende tot de groep O7 en O8 (C1, C2, C3) waren Virchow (N=46), Infantis (N=37), Kentucky (N=30), Blockley (N=27), Ohio (N=23) en Hadar (N=22). Tabel 5 en figuur 1 geven de relatieve frequentie weer van de 10 voornaamste serovars voor het jaar /36

9 Tabel 5. Salmonella van humane oorsprong: De voornaamste serovars in Typhimurium ,44 Enteritidis ,49 Derby 52 1,41 Brandenburg 47 1,27 Virchow 46 1,25 Infantis 37 1,00 Kentucky 30 0,81 Blockley 27 0,73 Ohio 23 0,62 Hadar 22 0,60 Andere ,38 Totaal ,0 Figuur 1. De 10 voornaamste Salmonella serovars van humane oorsprong voor het jaar De 10 voornaamste serovars van Salmonella van humane oorsprong voor het jaar 2006 Enteritidis 28,5% Typhimurium 49% Derby 1,4% Brandenburg 1,3% Virchow 1,3% Andere 12% Hadar 0,6% Ohio 0,6% Blockley 0,7% Infantis 1,0% Kentucky 0,8% 8/36

10 Tableau 6 : Salmonella van humane oorsprong : verdeling per serogroep (N = 3693; 2006) Salmonella van humane oorsprong O:7 (C1) Totaal aantal stammen Serovar Aantal % 3693 Virchow 46 1,25 Infantis 37 1,00 O:2 (A) Ohio 23 0,62 Serovar Aantal % Braenderup 18 0,49 Paratyphi A 12 0,32 Livingstone 12 0,32 Totaal 12 0,32 Montevideo 10 0,27 Oranienburg 10 0,27 Tennessee 8 0,22 Haifa Concord 7 0,19 O:4 (B) Thompson 7 0,19 Serovar Aantal % Rissen 6 0,16 Typhimurium ,90 Mbandaka 5 0,14 Typhimurium var. Copenhagen ,54 Hartford 2 0,05 Derby 52 1,41 6,7:r:- 2 0,05 Brandenburg 47 1,27 Mikawasima 1 0,03 Sandiego 18 0,49 Richmond 1 0,03 Paratyphi B (waarvan 13 tartraat +) 16 0,43 Singapore 1 0,03 Indiana 16 0,43 6,7:-:1,5 1 0,03 Saintpaul 16 0,43 6,7:-:l,w 1 0,03 Bredeney 15 0,41 Totaal 198 5,37 Stanley 13 0,35 Agona 10 0,27 Heidelberg 4 0,11 O:8 (C2-C3) 4,5:b:- 4 0,11 Serovar Aantal % 4,5:-:- 4 0,11 Kentucky 30 0,81 Stanleyville 4 0,11 Blockley 27 0,73 Schwarzengrund 3 0,08 Hadar 22 0,60 4:-:- 2 0,05 Bovismorbificans 16 0,43 Abony 1 0,03 Newport 16 0,43 Azteca 1 0,03 Goldcoast 13 0,35 Banana 1 0,03 Corvallis 10 0,27 Coeln 1 0,03 Litchfield 8 0,22 Chester 1 0,03 Manhattan 7 0,19 Essen 1 0,03 Kottbus 6 0,16 Haifa 1 0,03 Emek 5 0,14 Limete 1 0,03 Muenchen 4 0,11 Reading 1 0,03 Albany 4 0,11 4:b:- 1 0,03 Glostrup 3 0,08 4:-:1,2 1 0,03 Stourbridge 2 0,05 4,5:e,h:- 1 0,03 Altona 2 0,05 Totaal ,84 Heistopdenberg 1 0,03 Molade 1 0,03 6,8:r:- 1 0,03 Totaal 178 4,83 9/36

11 Tabel 6 (Vervolg 1) : Salmonella van humane oorsprong : verdeling per serogroep (N = 3693; 2006) O:9 (D1) O:13 (G) Serovar Aantal % Serovar Aantal % Enteritidis ,49 Telelkebir 8 0,22 Typhi 19 0,51 Poona 5 0,14 Panama 13 0,35 Kedougou 4 0,11 Dublin 9 0,24 Durham 2 0,05 9:l,v:- 4 0,11 Havana 2 0,05 9:-:- 4 0,11 Adjame 1 0,03 9:-:1,5 3 0,08 Ajiobo 1 0,03 Eastbourne 2 0,05 Grumpensis 1 0,03 9,12:-:e,n,x 1 0,03 13,22 :-:- 1 0,03 II 9,12:z 29:- 1 0,03 Totaal 25 0,68 Berta 1 0,03 Kapemba 1 0,03 O:6,14 (H) Napoli 1 0,03 Serovar Aantal % Saarbruecken 1 0,03 Chichiri 1 0,03 Totaal ,18 Florida 1 0,03 O:9,46 (D2) Totaal 2 0,05 Serovar Aantal % O:16 (I) Ouakam 1 0,03 Serovar Aantal % Totaal 1 0,03 Barranquilla 1 0,03 Serovar Aantal % Hull 1 0,03 O:3,10 (E1) Totaal 2 0,05 London 7 0,19 O:17 (J) Muenster 4 0,11 Serovar Aantal % Anatum 3 0,08 Carmel 3 0,08 Give 2 0,05 Irenea 1 0,03 Vejle 2 0,05 Totaal 4 0,11 Meleagridis 1 0,03 Weltevreden 1 0,03 O:18 (K) 3,10:e,h:- 1 0,03 Serovar Aantal % Totaal 21 0,57 Cerro 4 0,11 O:1,3,19 (E4) Totaal 4 0,11 Serovar Aantal % O:21 (L) Senftenberg 7 0,19 Serovar Aantal % Lerum 1 0,03 Minnesota 1 0,03 Liverpool 1 0,03 Totaal 1 0,03 Taksony 1 0,03 Totaal 10 0,27 O:28 (M) Serovar Aantal % O:11 (F) Umbilo 4 0,11 Serovar aantal % Kibusi 2 0,05 Rubislaw 2 0,05 Totaal 6 0,16 Aberdeen 1 0,03 Totaal 3 0,08 O:30 (N) Serovar Aantal % Urbana 2 0,05 Ago 1 0,03 Totaal 3 0,08 10/36

12 Tabel 6 (Vervolg 2) : Salmonella van humane oorsprong : verdeling per serogroep (N = 3693; 2006) O:35 (O) O:45 (W) Serovar Aantal % Serovar Aantal % Adelaide 2 0,05 45:b:- 1 0,03 Monschaui 2 0,05 IIIa 45:g,z 51:- 1 0,03 Totaal 4 0,11 Totaal 2 0,05 O:38 (P) O:47 (X) Serovar Aantal % Serovar Aantal % Inverness 1 0,03 Bootle 1 0,03 Perth 1 0,03 Teshie 1 0,03 Totaal 2 0,05 47:z 4,z 23:- 1 0,03 O:39 (Q) Totaal 3 0,08 Serovar Aantal % O:48 (Y) Kokomlemle 1 0,03 Serovar Aantal % Wandsworth 1 0,03 48:z 10:- 1 0,03 Totaal 2 0,05 II 48:z:1,5 1 0,03 II 48:z 10:- 1 0,03 O:40 (R) IIIb 48:i:z 1 0,03 Serovar Aantal % Totaal 4 0,11 IV 40:z 4,z 24:- 1 0,03 Totaal 1 0,03 O:50 (Z) Serovar Aantal % O:41 (S) II 50:b:z 6 3 0,08 Serovar aantal % IIIb 50:r:z ,03 Waycross 2 0,05 Totaal 4 0,11 IIIa 41:z 4,z 23:- 2 0,05 Landala 1 0,03 O:53 Offa 1 0,03 Serovar Aantal % II 41:d:z 6 1 0,03 IIIb 53:z 10:z ,05 Totaal 7 0,19 Totaal 2 0,05 O:42 (T) O:60 Serovar Aantal % Serovar Aantal % Tomegbe 1 0,03 IIIb 60:z 52:z ,03 II 42:g,t:- 1 0,03 Totaal 1 0,03 II 42:r:- 1 0,03 Totaal 3 0,08 O:61 Serovar Aantal % O:43 (U) IIIb 61:k:1,5,7 1 0,03 Serovar Aantal % Totaal 1 0,03 Ahuza 1 0,03 IV 43:z 4,z 23:- 1 0,03 Niet geklasseerd Totaal 2 0,05 Serovar Aantal % Salmonella sp. O:44 (V) autoagglutinatie 5 0,14 Serovar Aantal % Totaal 5 0,14 IV 44:z 4,z 23:- 4 0,11 44:m,t:- 1 0,03 IV 44:z 4,z 32:- 1 0,03 Totaal 6 0,16 11/36

13 Salmonella: Verdeling en incidentie per arrondissement De figuren 2, 3 en 4 geven een overzicht van de incidentie van Salmonella (N/ inwoners) per arrondissement vor respectievelijk alle Salmonella serovars, Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium (de variant Copenhagen inbegrepen). In 2006 was, voor alle serotypes inbegrepen, de incidentiegraad 118 gevallen / inwoners in de arrondissementen Gent, Antwerpen, Turnhout, Halle-Vilvoorde, Leuven, Nivelles en Charleroi. Hierop volgden de arrondissementen Brugge, Kortrijk, St Niklaas, Dendermonde, Aalst, Mechelen, Hasselt, Liège en Namur met een incidentiegraad tussen 78 en 118 gevallen / inwoners. Wat betreft Salmonella Enteritidis, vertoonden de arrondissementen St Niklaas, Antwerpen, Turnhout, Mechelen, Halle-Vilvoorde, Leuven, Hasselt, Burxelles en Nivelles de hoogste incidentiegraad ( 32 gevallen / inwoners). Infecties veroorzaakt door Salmonella Typhimurium waren vooral beperkt tot de arrondissementen Gent, Antwerpen, Turnhout, Aalst, Halle-Vilvoorde, Leuven, Bruxelles en Nivelles met een incidentiegraad 69 gevallen / inwoners. Figuur 2. Incidentie van humane Salmonella (alle serovars samen) per arrondissement (aantal gevallen bevestigd door het NRSS/ inwoners; België, 2006). AL: Aalst, AR: Arlon, AT: Ath, AW: Antwerpen, B: Bruxelles, BG: Brugge, BS: Bastogne, CR: Charleroi, DM: Dendermonde, DN: Dinant, DK: Diskmuide, EK: Eeklo, GT: Gent, HS: Hasselt, HV: Halle-Vilvoorde, HY: Huy, IP: Ieper, KR: Kortrijk, LG: Liège, LV: Leuven, MC: Mouscron, MH: Mechelen, MN: Mons, MR: Marche-en-Famenne, MS: Maaseik, NC: Neufchâteau, NM: Namur, NV: Nivelles, OD: Oudenaarde, OS: Oostende, PV: Philippeville, RS: Roeselare, SG: Soignies, SN: St Niklaas, TG: Tongeren, TH: Turnhout, TL: Tielt, TN: Thuin, TR: Tournai, VR: Veurne, VT: Virton, VV: Verviers, WR: Waremme. 12/36

14 Figuur 3. Incidentie van humane Salmonella Enteritidis per arrondissement (aantal gevallen bevestigd door het NRSS/ inwoners; België, 2006) Figuur 4. Incidentie van humane Salmonella Typhimurium per arrondissement (aantal gevallen bevestigd door het NRSS/ inwoners; België, 2006) 13/36

15 Salmonella: Verdeling per leeftijdsgroep en per geslacht. De grootste incidentie van salmonellose (tabel 7 en Fig. 5) vindt men terug bij kinderen jonger dan 5 jaar (44% van de gevallen). De incidentie verschilt niet tussen de geslachten, behalve voor de leeftijdsgrens 65 jaar (Tabel 7). Voor de populatie in deze leeftijdsgrens vinden we echter dezelfde M/V verhouding. Als men het percentage van de verdeling analyseert binnen de groep van Salmonella Typhimurium en Salmonella Enteritidis, dan vindt men voor de leeftijdsgroep 0-14 jaar voor Salmonella Typhimurium een percentage dat 2,5 keer hoger ligt dan deze van Salmonella Enteritidis (36,5% t.o.v. 14,7%). Het incidentieverschil dat de vorige jaren werd opgemerkt tussen S. Enteritidis en S. Typhimurium voor de leeftijdsgroep ouder dan 15 jaar is aan het verdwijnen (Fig. 6). Tabel 7. Humane Salmonella: Verdeling van de types per leeftijd en per geslacht (2006) Salmonella spp. Salmonella Enteritidis Salmonella Typhimurium Leeftijdsgrenzen Totaal M V SR Totaal M V SR Totaal M V SR < 1 jaar , , ,3 1 tot 4 jaar , , ,1 5 tot 14 jaar , , ,0 15 tot 24 jaar , , ,8 25 tot 44 jaar , , ,7 45 tot 64 jaar , , ,1 65 jaar , , ,5 Onbekend , , ,0 Totaal , , ,0 M: Mannen, V: Vrouwen, SR: sex ratio [M/V] Figuur 5. Salmonella van menselijke oorsprong: Aantal gevallen per leeftijdsklasse (2006). Aantal gevallen maand 1-4 jaar 5-14 jaar jaar jaar jaar >64 jaar onbekend Totaal Enteritidis Typhimurium 14/36

16 Figuur 6. Salmonella van menselijke oorsprong: Incidentie per leeftijdsklasse (N/ ; 2006). 1000,0 Incidentie 100,0 10,0 Salmonella sp. Enteritidis Typhimurium 1, maand 1-4 jaar 5-14 jaar jaar jaar jaar >64 jaar Salmonella: Seizoensgebonden voorkomen Het aantal Salmonella infecties is sterk seizoensgebonden (Tabel 8). Gedurende de maanden januari tot juli werden tussen de 200 en 400 Salmonella isolaten per maand gerapporteerd. Vanaf de maand augustus werd een verhoging van het aantal isolaten vastgesteld, wat overeenkomt met de seizoenspiek. Tabel 8. Salmonella van menselijke oorsprong: Verdeling per maand (2006). Totaal Enteritidis Typhimurium Andere N N N N Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal /36

17 Salmonella: Bacteriëmie In 2006 werden 95 Salmonella stammen gerapporteerd die werden geïsoleerd in het geval van een bacteriëmie. De meerderheid van deze isolaten behoren tot de serovars Enteritidis,Typhimurium, Typhi en Paratyphi A (77,9% van de gevallen) (tabel 9). Van de meest invasieve serovars vinden wij Typhi, Paratyphi A en Dublin 12. Van de andere serovars (bvb: 4:b :- ; 6,7:-:1,5) die bacteriëmie veroorzaakten werden te weinig isolaties verricht om hieruit conclusies te kunnen trekken. Tabel 9. Salmonella, gevallen van bacteriele infecties: frequentie van serovars (N=95; 2006) Serovar Aantal bacteriëmie isolaten % van het totaal aantal bacteriëmie isolaten Totaal aantal ontvangen isolaten per serotype % bacteriëmie stammen t.o.v totaal aantal Typhimurium 25 26,3% ,37% Enteritidis 23 24,2% ,19% Typhi 15 15,8% 19 78,95% Paratyphi A 11 11,6% 12 91,67% Dublin 5 5,3% 9 55,56% Brandenburg 3 3,2% 47 6,38% Virchow 3 3,2% 46 6,52% Agona 2 2,1% 10 20,00% 4:b:- 1 1,1% 1 100,00% 6,7:-:1,5 1 1,1% 1 100,00% 9:l,v:- 1 1,1% 4 25,00% Durham 1 1,1% 2 50,00% Montevideo 1 1,1% 10 10,00% Paratyphi B 1 1,1% 16 6,25% Saintpaul 1 1,1% 16 6,25% Stanleyville 1 1,1% 4 25,00% Totaal /36

18 Salmonella: Na verblijf in het buitenland Bij 1,89% van alle Salmonella infecties werd een recent verblijf in het buitenland vermeld. We merken op dat 58,3% van de Paratyphi A en 73,7% van de Typhi gevallen gesignaleerd werden als geïmporteerd (Tabel 10a en b). Tabel 10. Salmonella na een verblijf in het buitenland (N=70, 2006). a : per serovar 1 3,10:e,h:- Burkina Faso 1 7 Paratyphi A Bangladesh :z 10 :- Rwanda 1 India 3 1 Albany Maleisië 1 Mauritanië 1 1 Braenderup Tanzania 1 Nepal 2 1 Bredeney Mauritanië 1 1 Reading Arabische Verenigde Emiraten 1 3 Chingola Egypte 1 1 Senftenberg Cuba 1 2 Concord Ethiopie 2 1 Stanley Thaïland 1 1 Derby Mauritanië 1 1 Thompson China 1 1 Emek India 1 14 Typhi Bangladesh 1 9 Enteritidis Chili 1 Kameroen 1 Egypte 1 Egypte 1 Frankrijk 2 Indië 4 Soedan 1 Mauritanië 1 Turkije 3 Pakistan 5 Ex- Joegoslavië 1 Peru 1 1 Havana Ivoorkust 1 5 Typhimurium Kaapverdië 1 1 Infantis DRC* 1 Kroatië 1 3 Kentucky Egypte 1 Guinea 1 Mauritanië 1 Macedonië 1 Turkije 1 Mauritanië 1 Typhimurium var. Burkina 1 Mbandaka Polen 1 3 Copenhagen Faso 1 2 Montevideo Senegal 2 Mauritanië 2 2 Newport Mauritanië 1 2 Vejle Senegal 1 Venezuela 1 3 Virchow Ghana 1 2 Oranienburg Nederland 1 Mauritanië 1 Tanzania 1 Sierra Leone 1 * DRC = Democratische Republiek Congo 17/36

19 b: per land (of continent) 2 Bangladesh Paratyphi A 1 Paratyphi A 1 Typhi 1 Typhi 1 2 Burkina Faso Typhimurium var. Copenhagen 1 Typhimurium 1 3,10:e,h:- 1 Typhimurium var. 2 Copenhagen 1 Kameroen Typhi 1 Virchow 1 1 Kaapverdië Typhimurium 1 2 Nepal Paratyphi A 2 1 Chili Enteritidis 1 5 Pakistan Typhi 5 1 China Thompson 1 1 Nederland Oranienburg 1 1 Ivoorkust Havana 1 1 Peru Typhi 1 1 Kroatië Typhimurium 1 1 Polen Mbandaka 1 1 Cuba Senftenberg 1 1 DRC* Infantis 1 4 Egypte Chingola 1 1 Rwanda 48:z 10 :- 1 Enteritidis 1 3 Senegal Montevideo 2 Kentucky 1 Vejle 1 Typhi 1 1 Soedan Enteritidis 1 1 Arabische Reading 1 2 Tanzania Braenderup 1 Verenigde Emiraten 2 Ethiopië Concord 2 Oranienburg 1 2 Frankrijk Enteritidis 2 1 Thaïland Stanley 1 2 Ghana Typhimurium 1 4 Turkije Enteritidis 3 Virchow 1 Kentucky 1 9 India Emek 1 1 Venezuela Newport 1 Paratyphi A 4 1 Ex-Joegoslavië Enteritidis 1 Typhi 4 1 Macedonië Typhimurium 1 1 Maleisië Albany 1 10 Mauritanië Bredeney 1 Derby 1 Kentucky 1 Newport 1 * DRC = Democratische Republiek Congo 18/36

20 Salmonella: Evolutie ( ) De toename van het aantal Salmonella infecties vanaf eind jaren 80 tot 1999 is voornamelijk toe te schrijven aan de toename van Salmonella Enteritidis (Tabel 11). In 2003 werden er 9201 Salmonella Enteritidis stammen geserotypeerd wat een verhoging is van 44% t.o.v Tijdens 2006 werd een verdere daling van het aantal Salmonella Enteritidis gevallen, welke begon in 2004, waargenomen (Fig. 7 en 8). Tijdens 2006 werden van deze nog ongeveer duizend stammen geïsoleerd. Dit serovar vertegenwoordigd momenteel nog slechts 28.5% van de Salmonella populatie terwijl in 2003 deze meer dan 70% vertegenwoordigde (Tabel 12) 13. In 2006 is het aantal Salmonella Typhimurium isolaten lichtjes gestegen ten opzichte van vorig jaar. Momenteel vertegenwoordigt Salmonella Typhimurium 49.5% van de Salmonella populatie terwijl dit serovar minder dan 20% van de Salmonella gevallen vertegenwoordigde in Het aantal Salmonella Derby en Brandenburg isolaten is blijven dalen sinds Het serovar Virchow dat vanaf 2000 aan het stijgen was, daalt sinds In 2006 is het aantal Salmonella Infantis gevallen gedaald. Tabel 11. Salmonella van menselijke oorsprong: Evolutie van het aantal gevallen van de 6 belangrijkste serovars tijdens De hoogste waarde (in 1999) is grijs gearceerd Totaal Enteritidis Typhimurium Andere Derby Brandenburg Virchow Infantis Tabel 12. Salmonella van menselijke oorsprong: frequentie (percentage aantal gevallen/jaar) van Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium tijdens de periode Enteritidis 4,9% 5,0% 14,1% 22,9% 28,9% 43,3% 39,3% 48,5% 50,5% 47,8% 51,2% 58,2% 62,0% 66,5% 67,5% 64,3% 63,5% 71,3% 63,7% 45,2% 28,5% Typhimurium 57,6% 50,8% 44,9% 41,2% 40,7% 33,5% 36,9% 32,5% 30,3% 33,7% 29,3% 23,5% 22,2% 21,2% 19,9% 21,4% 24,2% 19,4% 25,7% 33,7% 49,5% Andere 37,5% 44,1% 41,0% 35,9% 30,4% 23,1% 23,8% 18,9% 19,3% 18,5% 19,5% 18,3% 15,8% 12,3% 12,7% 14,3% 12,3% 9,3% 10,6% 21,0% 22% Salmonella: nieuw serovar geïsoleerd in België In 2007 is een nieuw serovar toegekend door het Internationaal Centrum voor Salmonella (Prof. Popoff, Instituut Pasteur van Parijs) aan een humane stam geïsoleeerd in 2006 met de antigenische formule 8,20:b:l,w. Deze stam werd geïsoleerd uit de streek van Heist op den Berg. De voorgestelde naam Heistopdenberg is aangenomen en wordt gepubliceerd in de nieuwe editie van Kauffmann- White. 19/36

21 Figuur 7. Salmonella van humane oorsprong. Evolutie van Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium tijdens de periode : aantal gevallen/jaar Aantal gevallen Totaal Enteritidis Typhimurium Andere Figuur 8. Salmonella van menselijke oorsprong (serovar Enteritidis): Verdeling per maand (evolutie van 2000 t.e.m. 2006) Aantal gevallen (Enteritidis) Jan Feb Maar Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec /36

22 Salmonella: Resistentie tegen antibiotica Hoewel een antibioticum niet essentieel is voor de behandeling van een niet tyfoïde Salmonella, kan een dergelijke behandeling in geval van een extra-intestinale Salmonella infectie noodzakelijk worden 14,. De verhoging van antibioticaresistentie bij Salmonella is een reëel probleem geworden voor de volksgezondheid. Met name, de stijgende frequentie van pentaresistentie [R-type ACSSuT] (verschenen eind jaren 80 in Engeland en in Wales) 15, de daling van gevoeligheid voor quinolones en het verschijnen van stammen welke breed spectrum beta-lactamases produceren. Hierdoor is een permanent toezicht op de antibioticaresistentie nodig om de tijdelijke variaties in de antibiogrammen te kunnen opvolgen. Vroeger gebeurde dit sporadisch, maar sinds 2000 wordt er door het Nationaal Referentiecentrum routinematig toezicht gehouden. Een eerste balans werd opgemaakt voor de jaren 2000 tot 2005 voor een totaal van 3419 stammen 16, ook meer specifieke studies werd uitgevoerd. Aangezien het serotype Enteritidis voornamelijk gevoelig is voor alle antibiotica, werd een eerste selectie (via replica plating) uitgevoerd door het testen van de gevoeligheid van de stammen voor 4 antibiotica (ampiciline, naladixine zuur, tetracycline en trimethoprim). Dit werd uigevoerd op 493 stammen. De stammen (N=86) welke tijdens deze eerste selectie een resistentie vertonen tegen één van de antibiotica werden vervolgens opnieuw onderzocht met de diffusiemethode van Kirby-Bauer volgens de CLSI normen. In het jaar 2006 werden 668 Salmonella stammen van het serotype Enteritidis, Typhimurium, Hadar, Virchow, Brandenburg, Derby, Infantis, Typhi, Newport en Paratyphi A en B onderzocht met de diffusiemethode van Kirby-Bauer volgens de CLSI normen voor 14 antibiotica. De volgende antibiotica werden getest: ampicilline (AMP), amoxicilline + clavulaanzuur (AMX), cefotaxime (CTX), tetracycline (TET), nalidixinezuur (NAL), ciprofloxacine (CIP), trimethoprim (TMP), neomycine (NEO), chloramfenicol (CHL), gentamicine (GEN), kanamycine (KAN), streptomycine (STR), sulfamides (SUL), trimethoprim + sulfamethoxazole (SXT). De resistenties tegen ciprofloxacine en cefotaxime werden bevestigd door de bepaling van de minimale inhibitie concentratie (MIC) met behulp van E-test. De steekproeven werden verricht volgens het schema voorgesteld in tabel 2 van het hoofdstuk: Materiaal en methoden. De frequentie van de resistente stammen (hier gedefinieerd als resistent tegen 1 tot 3 antibiotica) en de multiresistente stammen (resistent tegen 4 antibiotica of meer) van de geteste serovars in 2006 zijn samengevat in tabel 13. De individuele resistentie tegen ieder antibioticum is weergegeven per serovar in tabel 14. Tijdens het jaar 2006 zijn de meest frequente resistenties tegen tetracycline (24,2%), sulfonamides (23,4%), ampicilline (23,2%), streptomycine (21,8%). Bij Salmonella Hadar waren, met de uitzondering van 1 stam, alle isolaten (N=15) resistent tegen tenminste één antibiotica (Tabel 14). Bij dit serovar worden de hoogste resistentiefrequenties waargenomen (Tabel 14). De resistenties tegen tetracycline, nalidixinezuur, ampicilline en streptomycine bereiken waarden van 73 tot 93% (Taber 14). Een multiresistentie van deze 4 antibiotica werd waargenomen bij 53,4% van de geteste isolaten. Alle geteste isolaten blijven niettemin gevoelig voor cefotaxime, ciprofloxacine, chloramfenicol, trimethoprim, sulfamiden en gentamicine (Tabel 14). Salmonella Typhimurium (N=316) vertoont eveneens veel resistentie tegen verschillende antibiotica, met multiresistentie bij 45,8% van de isolaten (Tabel 13). Ongeveer 21% van deze isolaten waren resistent tegen ampicilline, chloramphenicol, streptomycine, sulfonamiden en tetracycline (R-type ACSSuT met of zonder aanvullende resistentie), en 66 % van deze resistente stammen behoren tot het lysotype DT104. Bij Salmonella Virchow (N=45) was multiresistentie minder frequent dan in 2003 (22,1% van de isolaten in 2006 t.o.v. 60% in 2003, tabel 13). De hoogste resistentie werd waargenomen voor nalidixinezuur (57,8%, tabel 14). Resistentie tegen ampicilline, tetracycline en trimethoprim + sulfamethoxazole waren frequent (tussen 28,9 en 33%). Twee Salmonella Virchow stammen vertoonden een resistentie tegen cefotaxime als gevolg van een β-lactamase van type Bla tem52. 21/36

23 Het grootste aantal Salmonella Enteritidis (N=493; 89,5%), Brandenburg (N=46; 56,5%) en Derby isolaten (N=52; 62,7%) waren gevoelig aan al de geteste antibiotica. De hoogste resistentie frequentie was tegen tegen sulfornamides (Brandenburg N=46; 19,6% stammen resistent tegen sulfonamides en Derby N=67; 29,9% stammen resistent tegen sulfonamides). Sinds 2005 werd ook de antibiotica resistentie opgevolgd voor 4 extra serovars (Typhi, Paratyphi B, Infantis en Newport). Van de Salmonella Infantis isolaten (N=36) vertoonden geen enkele stam resistenties tegen cefotaxime. Dit serovar vertoond weinig multi-resistentie. De grote meerderheid (61%) van de Salmonella Paratyphi B var. Java stammen (N=13) vertonen multiresistentie. De resistenties tegen naladixine zuur, trimethoprim, ampiciline, streptomycine en sulfonamides bereiken waarden van 54 tot 77% (Tabel 14). De Salmonella Newport stammen zijn normaal gezien (87,5%) gevoelig aan alle antibiotica. Toch vertonen 2 van de 16 isolaten een resistentie tegen 8 antibiotica. Deze 2 blijven gevoelig voor cefotaxime, amoxiciline met clavulaanzuur en ciprofloxacine. De studie van de antibioticaresistenties van het serovar Typhi vertoont geen speciale tendensen. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat dit soort isolaten afkomstig zijn van contaminaties opgelopen tijdens buitenlandse reizen. Hierdoor zijn de stammen afkomstig van verschillende origines en dus zeer divers. Tabel 13. Frequentie van resistente en multiresistente stammen bij serotype Enteritidis, Typhimurium, Derby, Brandenburg, Virchow, Infantis, ParatyphiB, Typhi, Newport, Hadar, ParatyphiA en Dublin (2006). Serotype Totaal N % van de isolaten resistent aan n antibiotica (0 < n 9) Enteritidis ,5 8, ,4 0,2 0, Typhimurium ,3 19 4,4 5,4 13,6 25,6 5,1 0,6 0,3 0,6 Derby ,7 17,2 1,9 17,3 5, Brandenburg ,5 21,7 4,4 10,9 4,4 2, Virchow ,8 17,8 8,8 0 19, ,2 0 Infantis ,1 8,5 0 8,5 10, ,1 0 0 Typhi Newport , ,3 6,3 Hadar , ,7 6, Paratyphi B var Java ,4 23, ,6 30,7 22, Paratyphi B , , Partyphi A ,4 84, Dublin ,4 33,3 0 11,1 11, /36

24 Tabel 14. Frequentie van resistente stammen ten opzichte van elk antibioticum voor Salmonella Enteritidis, Typhimurium, Derby, Brandenburg, Virchow, Infantis, ParatyphiB, Typhi, Newport, Hadar, ParatyphiA en Dublin (2006). Serotype Totaal N Amp Amc Ctx Tet Nal Cip Tmp Neo Chl Gen Kan Str Sul Enteritidis ,1 0,0 0,0 0,8 5,5 0,0 1,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,8 1,0 Typhimurium ,6 2,2 0,0 59,8 3,8 0,3 16,5 0,9 25,0 0,9 1,3 49,1 53,8 Derby ,8 0,0 0,0 23,1 1,9 0,0 3,8 0,0 1,9 0,0 0,0 26,9 34,6 Brandenburg ,2 0,0 0,0 39,1 4,3 0,0 17,4 2,2 2,2 0,0 2,2 4,3 19,6 Virchow ,9 2,2 2,2 33,3 57,8 0,0 28,9 2,2 2,2 2,2 2,2 11,1 33,3 Infantis ,4 0,0 0,0 13,9 11,1 0,0 19,4 2,8 0,0 0,0 2,8 16,7 33,3 Typhi Newport , ,5 12,5 0 12,5 6,25 12,5 12,5 6,25 12,5 12,5 Hadar ,7 6,7 0,0 93,3 73,3 0,0 6,7 0,0 0,0 0,0 0,0 93,3 0,0 Paratyphi B var Java ,5 0* 7,7* 15,4 53,8 0 53,8 0 15, ,5 76,9 Paratyphi B ,3 0 33, ,3 0 Paratyphi A , , Dublin , ,2 0,0 0,0 22,2 22,2 * Vanwege de aanwezigheid van clavulaanzuur 23/36

25 Salmonella: Faagtypering Salmonella Enteritidis In 2006 werden 46,4 % (N=489) Salmonella Enteritidis isolaten gelysotypeerd. PT21 was het meest voorkomende faagtype (29,2%) dat werd geobserveerd bij de geteste serovar Enteritidis isolaten (Fig 9). PT4 is het tweede meest voorkomende faagtype (23,1%). Een verdere daling wordt waargenomen (50%) t.o.v Het lysotype PT14b (vooral gevoelig aan faag 6) werd niet als zodanig teruggevonden maar onder twee verwante vormen: RDNC 69 (gevoelig voor fagen 6 en 9) of RDNC/P14b (gevoelig voor fagen 6, 9 en 14). Het bekomen percentage van deze twee vormen (2,5%) komt overeen met een daling ten opzichte van het lysotype PT14b tijdens vorige jaren (Fig 10). In 2006 werd ook een opkomst van PT28 (3,7%) geobserveerd. Dit lysotype is uiterst zeldzaam en werd eerder slechts in 2000 (0,2%), 2001 (0,2%) en 2004 (1%) waargenomen. Figure 9. Salmonella Enteritidis: Verdeling van de verschillende lysotypes in 2006 (N=489). 46,4% van de Salmonella Enteritidis stammen werden gelysotypeerd. NT = Niet typeerbaar; Andere bevat naast de gekende lysotypes ook de niet conforme faagtypen (RDNC), behalve RDNC 69 en RDNC/P14b welke vervangen werd door lysotype PT14b. Faagtypes van Salmonella Enteritidis (N=489, 2006) 35,0 30,0 25,0 23,1 29,2 % 20,0 15,0 10,0 5,0 1,6 1,8 2,5 4,1 3,7 8,0 9,0 2,5 13,7 0,0 PT9a PT6a PT14b PT6 PT28 PT1 PT8 PT4 PT21 NT Andere Faagtype 24/36

26 Figure 10. Salmonella Enteritidis. Verdeling van de belangrijkste faagtypes tijdens de periode % PT1 PT4 PT6 PT6a PT8 PT14b PT21 Andere NT /36

27 Salmonella Typhimurium Tijdens 2006 was voor Salmonella Typhimurium (N=316) het lysotype DT120 het belangrijkste (28,7%) (Fig. 11). Het lysotype DT104 is aan het dalen t.o.v en vertegenwoordigt 15,8% van de lysotypes (Fig.12). Binnen dit lysotype was 94% resistent tegen ampicilline, chloramfenicol, streptomycine, sulfonamides en tetracycline: resistentie type [R-type] ACSSuT (met of zonder extra resistenties). De andere voorkomende lysotypes zijn DT12 (5,1%), DT193 (10,1%) en U302 welke verwant is met DT104 (2,8%) (Fig. 11). Voor DT120 waren slechts 25,3% van de isolaten gevoelig aan al de geteste antibiotica en 65,9% van de isolaten vertoonden een multiresistentie. Voor DT193 waren 87,5% van de isolaten resistent tegen minstens 1 antibioticum. Fig.11. Salmonella Typhimurium: Verdeling van de faagtypes in 2006 (N=316). 17,3% van de Salmonella Typhimurium stammen werden gelysotypeerd. NT= Niet typeerbaar; Andere bevat naast de gekende lysotypes ook de niet conforme faagtypen (RDNC). Faagtypes van Salmonella Typhimurium (N=316, 2006) 35,0 30,0 25,0 28,7 25,3 % 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 5,1 15,8 2,5 10,1 1,3 1,3 2,8 6,9 DT12 DT104 DT120 DT8a/d DT193 DT208 DT110a/d U302 NT Andere 26/36

28 Fig.12. Salmonella Typhimurium: Verdeling van de belangrijkste faagtypes tijdens de periode 2001 tot % 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 DT12 DT104 DT120 DT193 U302 NT Andere Salmonella Hadar In 2006 waren de belangrijkste faagtypen voor het serotype Hadar (N=15; Fig.13) PT2 (33,3%) gevolgd door PT17 (20%) en PT9 (13,3%). PT1, het dominante serotype in 2001 (42%) en 2004 (26%), verdwijnt volledig in Dit toont aan dat er door de jaren heen een sterke variatie is in lysotypes met de continue aanwezigheid van PT1, PT2, PT9 en PT11. Fig. 13. Salmonella Hadar: Verdeling van de belangrijkste faagtypes tijdens de periode In 2006 werden 68 % van de Salmonella Hadar stammen getest. NT= niet typeerbaar; Andere bevat naast de gekende lysotypes ook de niet conforme faagtypen (RDNC). % PT1 PT2 PT9 PT10 PT11 PT4 RDNC/P38 Andere NT /36

29 Salmonella Virchow Voor het serotype Virchow (N=27, Fig. 14) blijven de lysotypes PT8 (18,5%) en PT21 (14,8%) vertegenwoordigd door meer dan 2 gevallen. Het lysotype PT16 (7,4%) en PT21 (14,8%) blijven op hetzelfde niveau als in Het lysotype PT16 werd steeds geassocieerd met een multiresistentie tegen ampicilline, tetracycline, trimethoprim, naladixinezuur en sulfamides. Het lysotype PT2 werd voor het eerst geïsoleerd in Deze vertegenwoordigde in ,4% van de Salmonella Virchow populatie en is in 2006 niet meer aanwezig. Ook het lysotype PT4 is in 2006 volledig verdwenen. Deze werd voor het eerst geïsoleerd in 2002 en werd geassocieerd met een resistentie tegen cefalosporines van derde generatie. Fig. 14. Salmonella Virchow: Verdeling van de faagtypes tijdens de periode % PT4 PT8 PT16 PT21 PT26 PT31 PT34 PT2 Andere /36

30 Salmonella: Speciale episodes in Salmonella Kentucky Tijdens 2006 hebben we de isolatie van een Salmonella Kentucky stam gerapporteerd welke verkregen werd tijdens een verblijf in het buitenland 17. De stam vertoonde een resistentie tegen drie antibiotica van eerste keuze voor de behandeling van een salmonellose (ciprofloxancine, cefalosporine van de 3 e generatie en cotrimoxazole). Eind 2005 heeft een 77 jarige man van een gastro enterite opgelopen tijdens een cruise ter hoogte van de mediterrane kust en werd hij gedurende 48 uren gehospitaliseerd in Cairo te Egypte waar hij werd behandeld met mezlocilline (IV) en cotrimoxazole (orale behandeling). Na zijn terugkomst in België had hij opnieuw diarhee met koorts samen met arthrose aan de pols. Het onderzoek van de coproculturen van de patiënt toonde de aanwezigheid van toxines van Clostridium difficile aan. Daarenboven werd ook een Salmonella Kentucky stam geïsoleerd welke resistent was tegen ciprofloxacine, ampicilline, tetracycline, sulfonamides en streptomycine. Tijdens een tweede coprocultuur werd dezelfde Salmonella Kentucky stam geïsoleerd maar produceerde deze ook een breed spectrum β-lactamase van het type CTX-M1 en was deze resistentie tegen cotrimoxazole. Na verschillende therapeutische mislukkingen, geneesde de patient door een behandeling met meropenem (IV) gecombineerd met vancomycine (oraal) en mesalazine. Het bestaan van Salmonella Kentucky stammen, welke resistent zijn tegen ciprofloxacin en gevoelig zijn voor cefalosporines van derde generatie, werd reeds gerapporteerd na isolatie uit een franse patiënt die had gereisd in Noord en Oost Africa 18. Salmonella Kentucky word aanzien als licht pathogeen aangezien deze zelden geassocieerd word met een ziekte bij de mens, ook al word dit serovar frequent geïsoleerd uit voedingsmiddelen. Dit standpunt is ondertussen betwist vanwege de verspreiding van een vermoedelijk virulente Salmonella Kentucky stam van Egypitische origine welke geïsoleerd werd in twee Slovaakse ziekenhuizen /36

31 3.3. Shigella De shigelloses zijn een globaal volksgezondheidsprobleem. De mens is de natuurlijke gastheer van Shigella. Er bestaan 4 species binnen Shigella die mogelijk deze ziekte kunnen veroorzaken namelijk; S. dysenteriae, S. flexneri, S. boydii en S. sonnei Shigella: Verzameling isolaten In 2006 werden door 77 verschillende medische laboratoria Shigella isolaten naar ons opgestuurd voor serotypering. Per jaar wordt er een gemiddelde van 4,3 isolaten per laboratorium opgestuurd naar het NRCSS Shigella: Stammen en oorsprong In 2006 werden 330 Shigella stammen getypeerd door het referentiecentrum. Bijna alle stammen (98,8%) waren afkomstig uit faecesstalen (tabel 15). In 2006 werden 18 stammen opgestuurd voor serotypering die niet als Shigella werden geïdentificeerd: deze werden afgezonderd op basis van biochemische reacties (Kligler-Hajna, urease,...) en/of door afwezigheid van agglutinatie bij serotypering. Enkele van deze stammen werden geïdentificeerd met meestal Escherichia coli (4) als resultaat. Tabel 15. Shigella: aard van de specimen (N=330, 2006) Shigella: Verdeling per serotype N % Faeces ,5 Bloed 2 0,6 Urine 1 0,3 Etter 1 0,3 Totaal Tabel 16. Shigella: verdeling per serotype (N=330, 2006). Serotype N % Shigella dysenteriae: Shigella flexneri: a 2 1b 11 2a 27 2b 1 3a 10 3b Niet typeerbaar 3 Shigella boydii: Shigella sonnei: Totaal /36

32 Shigella: Verdeling per geslacht en leeftijdsgroep Het grootste aantal shigellose gevallen, bevestigd na serotypering, komen voor bij volwassenen tussen 25 en 44 jaar (33.0%) (Tabel 17). De incidentie is echter het hoogst voor de leeftijdscategorie van 1 tot 4 jaar (Fig. 15). Tabel 17. Shigella: verdeling van de gevallen per leeftijdscategorie en per sex (N=330, 2006). Leeftijd Totaal M V ND SR < 1 jaar à 4 jaar à 14 jaar ,61 15 à 24 jaar ,50 25 à 44 jaar ,93 45 à 64 jaar ,55 65 jaar ,00 Onbekend ,00 Totaal ,79 M: Mannen, V: Vrouwen, ND: niet gedefinieerd, SR: sex ratio [M/V] Fig. 15. Verdeling en incidentie per leeftijd (N/ ; 2006). 25 Incidentie (N/100000inw.) maand 1-4 jaar 5-14 jaar jaar jaar jaar >64 jaar onbekend Totaal Totaal M V 31/36

33 Shigella: Isolatie per seizoen De verdeling van de shigellose gevallen per seizoen zijn aangegeven in fig. 16. De piekperiode is in november met 55 gevallen (10 S. flexneri, 1 S. dysenteriae, 44 S. sonnei). Fig. 16. Shigella: Verdeling per maand (N=330, 2006) Aantal gevallen Jan Feb Maa Apr Mei Jun 16 Jul Aug Sep Okt Nov Dec Onbekend Shigella: Tendens ( ) Het totale aantal shigellose gevallen is stabiel gebleven tijdens de periode (tussen 375 en 410). Vervolgens werd er een verhoging van shigellose waargenomen tot in 1999 (tot 500 gevallen in 1999). Vanaf 2002 tot 2004, is het totale aantal shigelloses per jaar teruggevallen tot onder de 400 gevallen per jaar. In 2005 werd een lichte stijging van het aantal shigelloses waargenomen (425 gevallen per jaar) en in 2006 daalt het aantal shigelloses weer onder de 400 gevallen per jaar. Deze variaties zijn vooral te wijten aan de schommelingen van het aantal Shigella sonnei alsook vanwege de daling van Shigella flexneri met 140 gevallen in 1997 en slechts 72 in 2006 (Tabel 18, Fig. 17). Tabel 18. Shigella : Evolutie van de 4 species tijdens de periode (Aantal gevallen/jaar) S. dysenteriae S. flexneri S. boydii S. sonnei Autoagglutinatie Shigella sp Totaal /36

34 Figuur 17. Shigella : evolutie sinds 1991.(Aantal gevallen/jaar) Aantal gevallen S. flexneri S. sonnei Andere Totaal Shigella: Associatie met andere pathogene stammen Bij 1.82% (N=6) van de shigelloses was er een associatie met een andere pathogene kiem. Tabel 19. Shigella: associatiie met andere pathogene stammen (N=6; 2006). 1 Campylobacter + Shigella dysenteriae Salmonella Shigella sonnei 1 Shigella flexneri 2a 1 2 Giardia lamblia Shigella sonnei 2 1 E. coli Shigella sonnei 1 Totaal 6 33/36

35 Shigella: Na verblijf in het buitenland Voor 14,8% van de shigellose gevallen was er melding van een recent verblijf in het buitenland. De meest voorkomende zijn ( 4) Marokko, Egypte, Senegal en India (Tabel 20). Tabel 20. Shigella: Melding van een recent verblijf in het buitenland (N=69; 2005) 3 Shigella dysenteriae 2 Shigella dysenteriae 3 1 Egypte 1 Peru 1 Shigella dysenteriae 12 1 DRC* 13 Shigella flexneri 1 Shigella flexneri 1a 1 Turkije 1 Shigella flexneri 1b 1 Egypte 4 Shigella flexneri 2a 1 India 2 Indonesië 1 DRC* 3 Shigella flexneri 3a 1 Afghanistan 1 Egypte 1 India 1 Shigella flexneri 4 1 Senegal 2 Shigella flexneri 6 1 Burundi 1 Jemen 1 Shigella flexneri polyvalent 1 Mexico 4 Shigella boydii 2 Shigella boydii 2 1 Kameroen 1 Turkije 1 Shigella boydii 4 1 Egypte 1 Shigella boydii 9 1 Egypte 29 Shigella sonnei 29 Shigella sonnei 1 Armenië 4 Egypte 3 India 1 Indonesië 2 Madagaskar 1 Mauritanië 2 Mexico 6 Marokko 1 Moldavië 1 Nepal 1 Polen 1 Rwanda 3 Senegal 1 Tunesië 1 Turkije Totaal 49 * DRC = Democratische Republiek Congo 34/36

36 Resistentie tegen antibiotica Shigella s zijn entero-invasieve bacteriën die kunnen penetreren in de epitheelcellen van het slijmvlies van de dikke darm 20,21. De behandeling van een shigellose bestaat uit rehydratatie en een antibioticabehandeling. De antibiotica zorgen meestal voor een snelle genezing zonder nasleep. Oorspronkelijk kon een groot aantal antibiotica efficiënt gebruikt worden voor de behandeling van shigellose. In de praktijk echter, verkleint het spectrum van de bruikbare antibiotica vanwege een stijging van de antibiotica resistenties. Deze stijging van antibioticaresistentie bij Shigella is een reëel probleem geworden voor de volksgezondheid en wordt voornamelijk veroorzaakt door het stijgen van het aantal multiresistente stammen. De antibiotica s tetracycline, ampicilline en co-trimoxazole (associatie van trimethoprime-sulfamethoxazole,tmp-smx) welke in de jaren 90 als eerste keuze gebruikt werden zijn momenteel niet meer efficiënt. Momenteel zijn de aanbevolen antibiotica s voor de behandeling van Shigellose de beta-lactamines of fluoroquinolonen 22,23,24. Een constant toezicht op de antibioticaresistentie is, noodzakelijk om de tijdelijke variaties in het antibiogram op te merken. Dit toezicht werd in het verleden occasioneel uitgevoerd maar vanaf het jaar 2004 houdt het NRCSS op regelmatige basis toezicht op de gevoeligheid van de geïsoleerde stammen voor antimicrobiële agentia. In 2006 werden een totaal van 125 (van de 330) Shigella stammen; nml. 80 S. sonnei, 25 S. flexneri, 9 S. dysenteriae et 11 S. boydii, onderzocht met de schijfjes diffusie methode van Kirby-Bauer volgens de richtlijnen van de CLSI. De geteste antibiotica zijn dezelfde als deze die gebruikt worden voor het antibiogram van Salmonella. Belangrijk: Voor vier Shigella flexneri stammen werd een volledige resistentie tegen ciprofloxacine gedetecteerd m.b.v. de diskdiffusie methode en bevestigd m.b.v. de Etest (MIC=12µg/ml). De moleculaire analyse toonde twee substituties aan in het gyrasea van deze stammen; Ser83 naar Phe (TCC TTC) en Asp87 naar Asn (GAC AAC). Al de Shigella sonnei stammen (behalve 2) zijn resistent tegen minstens 2 antibiotica. 92,5% van e S. sonnei isolaten zijn resistent tegen cotrimoxazole (combinatie trimethoprim + sulfamethoxazole). Tabel 21 : Frequentie van resistente en multiresistente stammen bij Shigella sonnei, flexneri, boydii et dysenteriae (2006) Serotype N n % resistente stammen tegen n antbiotica (0 < n 8) S. dysenteriae , ,1 44,4 22,2 0 0 S. flexneri S. boydii ,1 18,1 9,1 27,3 18,1 9, S. sonnei ,5 12,6 6,3 2,5 65,0 8,8 1,3 1,3 0 Tabel 22. De frequentie van antibiotica resistentie tegen elk getest antibioticum voor Shigella sonnei, flexneri, boydii en dysenteriae (2006) Serotype % resistente stammen N AMP AMX CTX NAL CIP TET CHL GEN KAN STR TMP SUL SXT S. dysenteriae 9 77, ,8 55, ,8 55,6 77,8 55,6 S. flexneri 72 52,0 4,0 0,0 12,0 4,0 68,0 48,0 0,0 0,0 80,0 60,0 48,0 36,0 S. boydii 12 9, , ,6 36,4 63,6 36,4 S. sonnei ,3 1,3 0,0 6,3 0,0 73,8 1,3 0 1,3 85,0 93,8 78,8 92,5 35/36

37 Referenties Fisher, I.S.T. (1999) Le réseau de surveillance international Enter-Net : objectifs et organisation. Eurosurveillance 4 : Popoff, M.Y. (2001) Formules antigéniques des sérovars. 8 ème éd. Institut Pasteur de Paris, WHO Collaborating Centre for Reference and Research on Salmonella. Popoff, M.Y., J. Bockemühl, and L.L. Gheesling Supplement 2001 (no. 45) to the Kauffmann-White scheme. Res. Microbiol. 154: Popoff, M.Y., J. Bockemühl, and L.L. Gheesling Supplement 2002 (no. 46) to the Kauffmann-White scheme. Res. Microbiol. 155: Kaufmann F. (1966) The bacteriology of Enterobacteriaceae. Munksgaard, Copenhagen. Ewing W.H. October Biochemical Reactions of Shigella, méthodes de laboratoire pour l identification des Entérobactéries. Institut Pasteur, Le Minor L., Richard C. CLSI, Performance Standards for Antimicrobial Disk Susceptibility Testing: Eight International Supplement. M2A6, Table 2A, Vol. 18, NO. 1, 1998, pp Zone diameter interpretative standards and equivalent minimum inhibitory concentration (MIC) breakpoints for Enterobacteriaceae (NCCLS, Performance Standards for Antimicrobial Disk Susceptibility Testing: Eight International Supplement. M2A6, Table 2A, pp.10-13,vol. 18, NO. 1, 1998). Threlfall E.J., I.S.T. Fisher, L.R. Ward, H. Tschäpe, and P. Gerner-Smidt. Harmonization of antibiotic susceptibility testing for Salmonella: results of a study by 18 national reference laboratories within the European Union-funded Enter-Net group. Microbial Drug Resistance 1999, 5(3): Aarestrup, F. M., Wiuff, C., Mølback, K., & Threlfall, E. J. (2003). Is it time to change fluoroquinolone breakpoints for Salmonella spp.? Antimicrobial Agents and Chemotherapy 47, Threlfall, E. J., and J.H. Frost The identification, typing and fingerprinting of Salmonella : laboratory aspects and epidemiological applications. J. Appl. Bacteriol. 68:5-16. A study of invasiveness of different Salmonella serovars based on analysis of the Enter- net database. R Wollin on the behalf of the Enter-net participants. Eurosurveillance weekly release: 27 September Collard, J.-M., S. Bertrand, K. Dierick, C. Godard, C. Wildemauwe, K. Vermeersch, J. Duculot, F. Van Immerseel, F. Pasman, H. Imberechts and C. Quinet. Drastic decrease of human Salmonella Enteritidis in Belgium in 2005, shift in phage types and influence on food-borne outbreaks. Epidemiol. Infect. Jul 24;:1-11. Moss, P.J., and R.C. Read Empiric antibiotic therapy for acute diarrhea in the developed world. J. Antimicrob. Chemother. 35: Threlfall, E. J Epidemic Salmonella Typhimurium DT104- a truly international multiresistant clone. J. Antimicrob. Chemother. 46:7-10. Wybo, I., C. Wildemauwe, C. Godard, S. Bertrand, and J.-M. Collard. Surveillance of antimicrobial drug resistance in nontyphoid human Salmonella in Belgium: Trends for the period Acta Clin. Belgica 59(4): Collard, J-M., Place, S., Denis, O., Rodriguez-Villalobos, H., Vrints, M., Weill, F-X, Baucheron, S., Cloeckaert, A., Struelens, M. and Bertrand, S.Travel-acquired salmonellosis due to Salmonella Kentucky resistant to ciprofloxacin, ceftriaxone and co-trimoxazole and associated with treatment failure J. Antimicrob. Chemother. 60(1): Weill, F.X., Bertrand, S., Guesnier, F., et al Ciprofloxacin-resistant Salmonella Kentucky in Travelers. Emerg. Infect. Dis. 12: Majtan V, Majtan T, Matjan J. et al. 2006Salmonella enterica serovar Kentucky: Antimicrobial resistance and molecular analysis of clinical isolates from the Slovac Republic. Jpn. J. Infect. Dis. 59: 358 Le Minor L. et Richard C. Méthodes de laboratoire pour l identification des entérobactéries. 1993, Ed. Institut Pasteur, Paris, pp Grimont P.A.D., Grimont F., and Bouvet P.J.M Shigella. In Précis de Bactériologie clinique. Ed. J. Freney, F. Renaud, W. Hansen, C. Bollen. Eska, Paris, pp International Note - Antibiotics in the management of shigellosis WHO Weekly Epidemiological Record, Vol 79, N o 39, pp Miron, D., M. Torem, R. Merom, and R. Colodner Azithromycin as an alternative to nalidixic acid in the therapy of childhood shigellosis. Pediatr. Infect. Dis. J. 23(4): Jain, S.K., A. Gupta, B. Glanz, J. Dick, and G.K. Siberry Antimicrobial-resistant Shigella sonnei: limited antimicrobial treatment options for children and challenges of interpreting in vitro azithromycin susceptibility. Pediatr. Infect. Dis. J. 24(6): /36

38 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA JAARVERSLAG 2006 AFDELING BACTERIOLOGIE DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE WIV, September 2007 Uitgever : J. M. Collard J. Wytsmanstraat 14, B-1050 Brussel WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID

Chlamydia trachomatis

Chlamydia trachomatis Peillaboratoria Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal gevallen met C. trachomatis (1986-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

Bordetella pertussis

Bordetella pertussis Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. S. LAUWERS UZ Brussel - Microbiologie Laarbeeklaan, 11 19 Brussel Tel. : 2/477.5. Fax : 2/477.5.15

Nadere informatie

Haemophilus influenzae

Haemophilus influenzae Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr F. CROKAERT CHU St-Pierre - Microbiologie Hoogstraat, 322 1000 Brussel Tel. : 02/541.37.06 Fax :

Nadere informatie

Bordetella pertussis

Bordetella pertussis Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. D. PIERARD UZ Brussel - Microbiologie Laarbeeklaan, 11 19 Brussel Tel. : 2/477.5. Fax : 2/477.5.15

Nadere informatie

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2).

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal diagnoses van (1986-00), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

Influenza B. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Representativiteit in 2004

Influenza B. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Representativiteit in 2004 Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de

Nadere informatie

Mycoplasma pneumoniae

Mycoplasma pneumoniae Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met M. pneumoniae (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2).

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van infecties met R.S.V. (1996-22), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2007

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2007 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2007 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2007 Salmonella

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van infecties met R.S.V. (1996-1), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

in vergelijking met 2002 en 2003, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden (tabel 2).

in vergelijking met 2002 en 2003, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden (tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal geregistreerde gevallen van hepatitis A (1994-24), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

Streptococcus pyogenes

Streptococcus pyogenes Peillaboratoria Streptococcus pyogenes Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met S. pyogenes (1994-24), schatting incidentie op nationaal

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2009

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2009 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2009 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2009 Salmonella

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2010

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2010 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2010 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2010 Salmonella

Nadere informatie

2005 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA

2005 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA http://www.iph.fgov.be/bacterio 2005 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA JAARVERSLAG SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIË IN 2005 AFDELING BACTERIOLOGIE WETENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA

2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA http://www.iph.fgov.be/bacterio 2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA JAARVERSLAG SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIË IN 2004 AFDELING BACTERIOLOGIE WETENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2011

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2011 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2011 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2011 Salmonella

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor en Shigella Coördinator referentiecentrum Namen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: 02/642 50 82 of 02/642 50 89 Instelling: WIV-ISP

Nadere informatie

2003 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA

2003 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA http://www.iph.fgov.be/bacterio 2003 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA JAARVERSLAG SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIË IN 2003 AFDELING BACTERIOLOGIE WETENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2).

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met het (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van infecties met R.S.V. (1996-), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 15 Brussel Tel. : 2/642.55.98 Fax : 2/642.56.54

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Peillaboratoria Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van R.S.V.-infecties (1996-21), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j. Referentielaboratorium Brussel Inleiding De resultaten in de onderstaande tabel zijn gebaseerd op patiënten van wie : een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd (U.C.L. - Brussel) voor diagnose;

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 Brussel Tel. : 2/642..98 Fax : 2/642.6.4 E-mail

Nadere informatie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j. Referentielaboratorium Brussel Inleiding De resultaten in de onderstaande tabel zijn gebaseerd op patiënten van wie : een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd (U.C.L. - Brussel) voor diagnose;

Nadere informatie

Chlamydia trachomatis

Chlamydia trachomatis Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal gevallen met C. trachomatis (1986-29), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2012

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2012 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2012 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2012 Salmonella

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 1 Brussel Tel. : 2/642.55.98 Fax : 2/642.56.54

Nadere informatie

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. C. VADEVELDE Kon. Astrid Militair Hospitaal Bruynstraat, 2 112 Brussel Tel. : 2/264.4.44 Fax :

Nadere informatie

Oostende Waremme

Oostende Waremme Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met het (1996-26), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van

Nadere informatie

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N %

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N % Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. C. VADEVELDE Kon. Astrid Militair Hospitaal Bruynstraat, 2 112 Brussel Tel. : 2/264.4.44 Fax :

Nadere informatie

Philippeville

Philippeville Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van de Referentielaboratoria Dr. M. DELMEE U.Z. St-Luc 549 - Microbiologie Hippocrateslaan, 54 12 Brussel Tel. : 2/764.54.9 Fax :

Nadere informatie

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken Gegevens van de Referentielaboratoria Dr. M. DELMEE U.Z. St-Luc 549 - Microbiologie Hippocrateslaan, 54 1 russel Tel. : 2/764.54.9 Fax : 2/764.94.4 E-mail : Delmee@mblg.ucl.ac.be Dr. M. VA RAST U.Z. -

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Peillaboratoria Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van R.S.V.-infecties (1996-24), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2013

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2013 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2013 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2013 Salmonella

Nadere informatie

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken Gegevens van de Referentielaboratoria Dr. M. DELMEE U.Z. St-Luc 549 - Microbiologie Hippocrateslaan, 54 1 russel Tel. : 2/764.54.9 Fax : 2/764.94.4 E-mail : Delmee@mblg.ucl.ac.be Dr. M. VA RAST U.Z. -

Nadere informatie

Neisseria meningitidis

Neisseria meningitidis In 21 stuurden 1 laboratoria voor klinische biologie verspreid over België 456 stammen naar het referentielaboratorium (W.I.V. - Afdeling Bacteriologie). De stammen kunnen worden ingedeeld in 4 groepen,

Nadere informatie

Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in Belgie in 2002

Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in Belgie in 2002 Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in Belgie in 2002 Het Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Afdeling Bacteriologie Departement Microbiologie - Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE AFDELING BACTERIOLOGIE

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE AFDELING BACTERIOLOGIE WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID DEPARTEMENT MICROBIOLOGIE AFDELING BACTERIOLOGIE BELGISCH NATIONAAL CENTRUM VOOR SALMONELLA EN SHIGELLA SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN IN BELGIE AFGEZONDERD IN

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2014

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2014 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2014 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2014 Salmonella

Nadere informatie

SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIE IN 2000

SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIE IN 2000 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella VERSLAG 2000 1/27 SALMONELLA EN SHIGELLA STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIE IN 2000 Inhoud. I. Samenvatting. 2 II. Salmonella van humane oorsprong. 3 1. Salmonella:

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2015

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2015 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 2015 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella Salmonella en Shigella stammen afgezonderd in België in 2015 Salmonella

Nadere informatie

Nombre de travailleurs assujettis à l'o.n.s.s. répartis par classe d'âge - Hommes - LIEU D'HABITATION

Nombre de travailleurs assujettis à l'o.n.s.s. répartis par classe d'âge - Hommes - LIEU D'HABITATION Nombre de travailleurs assujettis à l'o.n.s.s. répartis par classe d'âge - Hommes - LIEU D'HABITATION Aantal aan de R.S.Z. onderworpen werknemers uitgesplitst naar leeftijdsklasse - Mannen - WOONPLAATS

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: 25-11-2015 tot 01-02-2020 Vervangt bijlage d.d.: 16-07-2014

Deze bijlage is geldig van: 25-11-2015 tot 01-02-2020 Vervangt bijlage d.d.: 16-07-2014 van ALcontrol Food & Water Everdenberg 41 4902 TT Oosterhout Nederland Locatie waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Monstername a Water Monstername ten behoeve van Legionella

Nadere informatie

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen tewerkgesteld in een beschutte werkplaats - Mannen - WOONPLAATS Antwerpen 01 3 2,96 34,42 7.946,89

Nadere informatie

Haemophilus influenzae

Haemophilus influenzae Rapport 2011 Referentiecentrum voor DEDISTE Anne Tel: 02 535 45 31 Laboratorium Hallepoort Fax: 02 535 46 56 Hoogstraat 322 E-mail: haemophilus@stpierre-bru.be 1000 Brussel 1. Overzicht van de activiteiten:

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14 ationaal Referentiecentrum Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 11 Referentiecentrum voor monocytogenes. amen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: /64 5 8 of /64 5 89 Instelling:

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Monstername a Water Monstername ten behoeve Legionella onderzoek LOGI003W conform NEN 6265 b Monstername ten behoeve microbiologische analyses LOGI003W conform ISO 19458 c Zwembadwater Monsterneming ten

Nadere informatie

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen tewerkgesteld in een beschutte werkplaats - Fysieke eenheden - Mannen - WOONPLAATS

Nadere informatie

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen van 58 jaar en ouder (50 jaar en ouder met beroepsverleden)

Nadere informatie

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch Description/Beschrijving Antwerpen - Antwerpen Act. Adh. Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord 2016-2017, 2/3/2016, geografisch Généralistes-Huisartsen Rej. Spécialistes-Specialisten

Nadere informatie

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen van 58 jaar en ouder (50 jaar en ouder met beroepsverleden) (*) - Mannen

Nadere informatie

N A T I O N A A L R E F E R E N T I E C E N T R U M S A L M O N E L L A & S H I G E L L A

N A T I O N A A L R E F E R E N T I E C E N T R U M S A L M O N E L L A & S H I G E L L A BACTERIËLE ZIEKTEN N A T I O N A A L R E F E R E N T I E C E N T R U M S A L M O N E L L A & S H I G E L L A Jaarverslag 2016-2017 1 2 Sciensano Infectieziekten mens - Bacteriële ziekten NRC Salmonella

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Referentielaboratorium Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uz.kuleuven.ac.be

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN ANTIBIOTICARESISTENTIE IN VOEDINGSWAREN (RESULTATEN 2018)

SURVEILLANCE VAN ANTIBIOTICARESISTENTIE IN VOEDINGSWAREN (RESULTATEN 2018) SURVEILLANCE VAN ANTIBIOTICARESISTENTIE IN VOEDINGSWAREN (RESULTATEN 2018) 19/09/2019 NRL-AMR-Food & Food producing animals AMR Action Plan-One Health Approach Voedingswaren Surveillance AMR in zoönotische

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Everdenberg 41 4902 TT Oosterhout Nederland Locatie waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Monstername a Water Monstername ten behoeve Legionella onderzoek LOGI003W conform

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: van ALcontrol Food & Water Everdenberg 41 4902 TT Oosterhout Nederland Locatie waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Monstername a Water Monstername ten behoeve van Legionella

Nadere informatie

Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION

Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION ethodologische nota note methodologique - zie m voir II - 73 Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION Totaal aantal rechthebbenden op basis van arbeidsprestaties-

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Locatie Afkorting Hoofdlocatie Everdenberg

Nadere informatie

Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen vrijgesteld van inschrijving (*) - Fysieke eenheden - Mannen - WOONPLAATS ethodologische

Nadere informatie

Humane salmonellose overgedragen door reptielen

Humane salmonellose overgedragen door reptielen Humane salmonellose overgedragen door reptielen Feiten en cijfers Lapo Mughini-Gras, DVM, PhD Wilfrid van Pelt, PhD 1 2 december 2014 Salmonella en reptielen - basics Salmonella is een natuurlijke darmbewoner

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Locatie Afkorting Hoofdlocatie Everdenberg

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 van SYNLAB Analytics & Services osterhout B.V. Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 van SYNLAB Analytics & Services osterhout B.V. Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Het surveillanceprogramma werd tot en met mei 1993 door twee referentielaboratoria waargenomen. Sinds januari 1994 is alleen nog het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven nationaal referentielaboratorium

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 van SYNLAB Analytics & Services osterhout B.V. (s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland

Nadere informatie

N A T I O N A A L R E F E R E N T I E C E N T R U M S A L M O N E L L A & S H I G E L L A

N A T I O N A A L R E F E R E N T I E C E N T R U M S A L M O N E L L A & S H I G E L L A BACTERIËLE ZIEKTEN N A T I O N A A L R E F E R E N T I E C E N T R U M S A L M O N E L L A & S H I G E L L A Jaarverslag 2018 1 2 Sciensano Infectieziekten mens - Bacteriële ziekten NRC Salmonella & Shigella

Nadere informatie

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België Verslag werkjaar 2014 Twee universitaire microbiologische laboratoria fungeren in België als referentiecentra voor Yersinia

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012 Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 0/0/202 3/0/202 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Volksgezondheid en surveillance, Brussel,

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 van SYNLAB Analytics & Services osterhout B.V. (s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Locatie Afkorting Hoofdlocatie Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Verrichting

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Het surveillanceprogramma werd tot en met mei 1993 door twee referentielaboratoria waargenomen. Sinds januari 1994 is alleen nog het Universitair Ziekenhuis van de K.U. Leuven nationaal referentielaboratorium

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Normatief document: EN IS/IEC 17025:2005 van SYNLAB Analytics & Services osterhout B.V. (s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

MANDATARISSEN PER PE 40 ZETELS MANDATAIRES PAR EP 40 SIEGES Berekening van het aantal zetels Mode de calcul du nombre de sièges (art.

MANDATARISSEN PER PE 40 ZETELS MANDATAIRES PAR EP 40 SIEGES Berekening van het aantal zetels Mode de calcul du nombre de sièges (art. MANDATARISSEN PER PE 40 ZETELS MANDATAIRES PAR EP 40 SIEGES Berekening van het aantal zetels Mode de calcul du nombre de sièges (art. 14 20 HR/ROI) mdc 04/07/2017 - Minimum 3 mandatarissen per provinciale

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: (s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Afkorting Everdenberg 41 4902 TT osterhout Nederland Verrichting / nderzoeksmethode 1

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Nationaal Referentiecentrum Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uzleuven.be

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Nationaal Referentiecentrum Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uzleuven.be

Nadere informatie

TOEZICHT OP ANTIMICROBIËLE RESISTENTIE (AMR) IN LEVENSMIDDELEN (2017)

TOEZICHT OP ANTIMICROBIËLE RESISTENTIE (AMR) IN LEVENSMIDDELEN (2017) TOEZICHT OP ANTIMICROBIËLE RESISTENTIE (AMR) IN LEVENSMIDDELEN (2017) 27/06/2018 NRL-AMR-Food & Food producing animals Problematiek van antimicrobiële resistentie 1. Antibioticaresistentie vormt momenteel

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Jaar 2012 B. Jans en Y. Glupczynski etenschappelijk Instituut Volksgezondheid (IV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

Statistiques Médecins - Artsen Statistieken 19/3/2018 (eindtabel akkoord )

Statistiques Médecins - Artsen Statistieken 19/3/2018 (eindtabel akkoord ) Description-Beschrijving Description-Beschrijving Act. Adh. % Adh. Lim % Lim NoLim %NoLim Rej. % Rej. Royaume-Koninkrijk Statistiques Médecins - Artsen Statistieken 1 1 100,00 0 0,00 1 100,00 0 0,00 Médecin

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Verslag Operationele directie Overdraagbare en besmettelijke ziekten Wetenschappelijke dienst Voedselpathogenen

Verslag Operationele directie Overdraagbare en besmettelijke ziekten Wetenschappelijke dienst Voedselpathogenen Antimicrobiële resistentie bij commensale E. coli, Campylobacter spp. en Salmonella spp. geïsoleerd uit karkassen en vlees van gevogelte, runds- en varkensvlees in 2013 in België. Verslag 2013 Operationele

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis. Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2007

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis. Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2007 CENTRE NATIONAL DE REFERENCE DES SALMONELLA ET SHIGELLA 27 JAARVERSLAG Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 27 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS

2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS http://www.iph.fgov.be/bacterio 24 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS JAARVERSLAG NEISSERIA MENINGITIDIS STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIË IN 24 AFDELING BACTERIOLOGIE WETENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven

THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

Resultaten resistentiesurveillance voor E. coli: periode

Resultaten resistentiesurveillance voor E. coli: periode Resultaten resistentiesurveillance voor E. coli: periode 2011-2015 Bénédicte Callens Adviesraad AMCRA 30 juni 2016 Resistentiesurveillance Escherichia coli bij dieren in België 2 Staalname o Indicatorbacterie

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: 1 januari 2012 tot 0 april 201 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /.57.3 - Fax: /.5.1 - E-mail: bea.jans@iph.fgov.be Eerste surveillancerapport:

Nadere informatie

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100. TUBERCULOSE in België Dankzij de verplichte melding van alle gevallen van actieve tuberculose kunnen de VRGT (Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en de FARES

Nadere informatie

Raadgevend Comite FAVV. Voorstelling jaarverslag Hormonencel

Raadgevend Comite FAVV. Voorstelling jaarverslag Hormonencel Raadgevend Comite FAVV 2011 Voorstelling jaarverslag 2010 Multidisciplinaire Hormonencel Overzicht 2008 Kaarten Teruggevonden substanties Dossiers NIET: voedingssupplementen humane doping en geneesmiddelen

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens.

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Coördinator Referentiecentrum Oonagh Paerewijck Tom Van Nieuwenhuysen Sciensano 14, J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Analyse van de uitgaven

Analyse van de uitgaven Analyse van de uitgaven van de invaliditeitsuitkeringen vanuit geografisch perspectief in België Werknemersregeling 2006-2011 Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 5 1 e Deel - Uitgaven in invaliditeit

Nadere informatie