Bloktoets blok 1.3
|
|
- Quinten Hendrickx
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Pagina 1 van 25 Bloktoets blok 1.3 Achternaam en voorletters: ID-nummer:
2 Pagina 2 van In bovenstaand schema wordt de relatie weergegeven tussen een verlaging van de bloeddruk, regelsystemen en vochtresorptie. Positieve verbanden / relaties zijn aangegeven met een zwarte pijl met een (+) teken. Negatieve verbanden / relaties zijn aangegeven met een witte pijl met een (-) teken. Twee pijlen, A en B, zijn aangegeven met een stippellijn. Welk van de volgende alternatieven geeft de juiste fysiologische configuratie weer voor deze twee stippellijnen? A. A=negatief, B=positief B. A=positief, B=positief C. A=negatief, B=negatief D. A=positief, B=positief 2. Een 55-jarige, gezonde proefpersoon volgt gedurende een week een zoutarm dieet (ongeveer 3 gram NaCl/dag). De proefpersoon voelt zich gezond en heeft geen lage bloeddruk. Het natriumgehalte (Na) en het chloorgehalte (Cl) in het bloed van deze persoon worden voorafgaand en aan het einde van de week gemeten. Aan het begin van de week bedragen deze gehaltes in het bloed Na 144 mmol/l en Cl 110 mmol/l. Wat zijn de meest waarschijnlijke natrium- en chloorgehalten (in mmol/l) in het bloed aan het einde van de week waarin de proefpersoon een zoutarm dieet heeft gevolgd? A. Na 120, Cl 90. B. Na 142, Cl 108. C. Na 120, Cl 108. D. Na 142, Cl 90.
3 Pagina 3 van De volgende afkortingen zijn gegeven: RBF= renale bloedflow, GFR=glomerulaire filtratiesnelheid, RPF = renale plasma, UV=urine volume, FF= filtratiefractie. Wat is de meest juiste definitie van de filtratiefractie? A. FF=GFR/UV B. FF=GFR/RBF C. FF=UV/GFR D. FF=GFR/RPF 4. Welk percentage ligt het dichtst bij de filtratiefractie van een normaal functionerende nier in een gezonde persoon? A. 10 % B. 20 % C. 50 % D. 80 % E. 90 % 5. Langdurige farmacologische inhibitie van de NaK2CL co-transporter (bijv. met het diureticum Furosemide) in het dikke afdalende gedeelte van de lus van Henle leidt tot diverse veranderingen in de kaliumconcentratie en de plasma-osmolaliteit. Welk alternatief geeft de veranderingen in het plasma het best weer? A. Hypokaliëmie en daling osmolaliteit. B. Hyperkaliëmie en stijging osmolaliteit. C. Hypokaliëmie en stijging osmolaliteit. D. Hyperkaliëmie en daling osmolaliteit. 6. Aldosteron zorgt voor een toename van de productie van een van de volgende transporters/pompen in de distale tubulus. Dit is de: A. Na-K-Cl2 co-transporter. B. K-Cl co-transporter. C. Na-Cl co-transporter. D. Na3-K2 ATPase pomp. 7. De renale sympathetische zenuwen beïnvloeden diverse aspecten van de nierfunctie. De meest waarschijnlijke verandering in de nierfunctie als gevolg van renale denervatie (= volledige operatieve verwijdering van de nierzenuwen) is: A. afname van de natrium resorptie in de renale tubulus. B. toename van de renine secretie. C. vernauwing van de afferente nierarteriolen. D. vernauwing van de efferente nierarteriolen.
4 Pagina 4 van Iemand vliegt van Amsterdam naar New York (het tijdsverschil tussen deze steden is 6 uur). Het vliegtuig vertrekt om uit Amsterdam = in New York. De vlucht duurt 8 uur. Aankomst in New York is om 2.00 Nederlandse tijd, d.w.z. om lokale tijd. De reiziger wil melatonine innemen op de dag waarop hij vliegt om zijn biologische klok aan het tijdsverschil aan te passen. Op welk tijdstip dient hij melatonine te slikken om hiervan een maximaal effect te ondervinden? A. Om 6.00 Nederlandse tijd = 12 uur voor vertrek B. Om Nederlandse tijd = 6 uur voor vertrek C. Om Nederlandse tijd = op het moment van vertrek D. Om Nederlandse tijd = tijdens de vlucht, 2 uur voor de landing 9. Melatonine is a hormoon dat is samengesteld uit aminozuren. Welk van de volgende aminozuren is de voorloper van melatonine? A. Alanine B. Tyrosine C. Tryptofaan D. Fenylalanine 10. Stimulatie van de melatonine-receptor beïnvloedt homeostatische mechanismen. Welke werking van melatonine is juist? A. Toename eetlust B. Afname glucosegehalte in het plasma C. Toename bloeddruk D. Afname hemoglobinegehalte 11. Een student doet mee aan een experiment. Het effect van het drinken van een hypertonische NaCl-oplossing (EXPERIMENT 1) en een hypertonische KCloplossing (EXPERIMENT 2) wordt op verschillende dagen gemeten. Bij beide experimenten worden bloedmonsters genomen om de veranderingen in ALDOSTERON (ALDO) en VASOPRESSINE (AVP) in het plasma te meten na het drinken van de oplossing. Welke combinatie is de meest waarschijnlijke bevinding bij deze studie? A. Bij experiment 1 stijgt ALDO en bij experiment 2 daalt AVP B. Bij experiment 1 daalt ALDO en bij experiment 2 daalt AVP C. Bij experiment 1 daalt ALDO en bij experiment 2 stijgt ALDO D. Bij experiment 1 stijgt ALDO en bij experiment 2 stijgt ALDO E. Bij experiment 1 stijgt ALDO en bij experiment 2 stijgt AVP 12. Een chemische stof wordt door de lever geklaard. De hoogste leverklaring treedt op als de stof vooral aanwezig is in het: A. intravasculair compartiment B. extracellulair compartiment C. intracellulair compartiment D. Dit is hetzelfde voor alle drie de compartimenten
5 Pagina 5 van Een patiënt heeft een bepaalde immunologische aandoening die wordt geassocieerd met een specifieke schadelijke werking op de magnocellulaire (= grote) cellen van de hypothalamus. Hierdoor zijn bij deze patiënt sommige hormoongehaltes verlaagd. Welke hormoongehaltes zijn hier het meest waarschijnlijk verlaagd? A. Corticotropine-Releasing hormoon en vasopressine B. Corticotropine-Releasing hormoon en oxytocine C. Corticotropine-Releasing hormoon, vasopressine en oxytocine D. Vasopressine en oxytocine 14. In bovenstaande figuur wordt de activiteit van een organisme (zwarte balkjes) gedurende vier dagen weergegeven (X-as) in een > 80 dagen durend experiment (Yas). Het organisme krijgt tijdens de eerste 20 dagen van de studie een ritme opgelegd om van 2 tot 12 uur actief te zijn (10 uur actief en 14 uur slaap). Daarna vindt er een interventie plaats (constante duisternis) en nu is er free-running ritme. Welk alternatief geeft de meest juiste duur (= periode) van het free-running ritme in dit experiment? A. 20 uur B. 23 uur C. 25 uur D. 30 uur
6 Pagina 6 van Een wilsbekwame patiënt heeft het recht om geheel zelfstandig, dus zonder toestemming of medewerking van de arts, beslissingen rond het levenseinde nemen over? A. Het inzetten van maximale medische behandeling om de dood maximaal uit te stellen B. Het besluit om te stoppen met eten en drinken (versterven) C. Het ophogen van palliatieve maatregelen met als doel sneller te sterven D. Het starten van medicatie die tot de dood leidt (Euthanasie) 16. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunde (KNMG) biedt in de handreiking Tijdig Spreken over het Levenseinde aan artsen enkele aandachtspunten voor een gesprek over levenseinde en ook het lijden van de patiënt. Bij het bespreken van het lijden van een patiënt is een van deze aandachtspunten dat het moet gaan om: A. Het actueel (en niet toekomstig of gevreesd) lijden C. Somatisch lijden D. Objectiveerbaar lijden 17. Rond het levenseinde heeft een patiënt in Nederland de keuze uit verschillende typen potentieel geldige wilsverklaringen. Hiertoe behoort in elk geval NIET: A. Een levenswensverklaring (aanwijzing vertegenwoordiger en afwijzing euthanasie) B. Een behandelverbod (specificatie van geweigerde behandelingen en omstandigheden daarvoor) C. Een maximale behandeleis (elke potentiële medische behandeling) D. Een euthanasieverklaring 18. Een Nederlandse patiënt doet een mondeling euthanasieverzoek bij een arts in Nederland. Welke van de volgende handelingen is de correcte handeling die de arts daarop moet stellen? A. De arts moet de achtergrond van dit verzoek nader uitvragen B. De arts moet aan dit verzoek gehoor geven en het verzoek inwilligen C. De arts moet om een schriftelijke euthanasieverklaring vragen D. De arts moet vragen of naasten van de patiënt dit verzoek ondersteunen 19. Het kwantitatief belangrijkste transportmechanisme voor kleine, goed wateroplosbare, plasma moleculen zoals glucose over de capillairwand is? A. Diffusie B. Filtratie C. Actief transmembraan transport D. Vesiculair transendotheliaal transport
7 Pagina 7 van De lymfe flow staat onder invloed van een aantal factoren. De lymfe flow DAALT wanneer een van de volgende parameters TOENEEMT. Dit is? A. Interstitieel hydrostatische druk B. Capillair hydrostatische druk C. Plasma colloïde osmotische druk D. Lymfe pomp activiteit E. Arteriolaire diameter 21. Een acute nierinsufficiëntie (ANI) leidt tot een aantal biochemische afwijkingen in het bloedplasma. Welke plasmaconcentratie daalt bij een ANI in het merendeel van de gevallen? A. K+ B. HCO3- C. H+ D. Creatinine 22. Ten gevolge van een sterke daling van de bloeddruk kan de nier ischemisch worden. Welke van de onderstaande nierstructuren is het meest gevoelig voor de ischemie en zal dus als eerste beschadigd worden? A. Glomerulus B. Proximale tubulus C. Verzamelbuis D. Dunne dalende deel van de lis van Henle 23. De gezonde nier is in staat om de urine te concentreren. Hiervoor is een hoge osmolaliteit van het niermerg een vereiste. Welke van de onderstaande transport-eiwitten levert de belangrijkste bijdrage aan de hoge osmolaliteit in het niermerg? A. Natrium-Glucose symporter in de proximale tubulus B. Natrium-Kalium-Chloride co-tranporter in de lis van Henle C. Natriumchloride transporter in de distale tubulus D. Natrium transporter in de verzamelbuizen 24. Veranderingen van de plasma-osmolaliteit veroorzaken een verandering in de plasma concentratie van het antidiuretisch hormoon (ADH) en in de permeabiliteit van de renale verzamelbuizen voor water. Welke van de volgende uitspraken is correct indien de plasma-osmolaliteit AFNEEMT? A. ADH concentratie neemt toe en permeabiliteit voor water neemt toe B. ADH concentratie neemt af en permeabiliteit voor water neemt toe C. ADH concentratie neemt toe en permeabiliteit voor water neemt af D. ADH concentratie neemt af en permeabiliteit voor water neemt af
8 Pagina 8 van Aldosteron heeft een belangrijke rol in het reguleren van de vocht- en elektrolyten homeostase in het lichaam. Welk van de volgende omschrijvingen formuleert het best het effect dat aldosteron heeft op de nier? A. Aldosteron stimuleert de natrium reabsorptie in de late distale tubuli en corticale verzamel tubuli B. Aldosteron stimuleert het vrijmaken van renine bij de juxta-glomerulaire cellen C. Aldosteron stimuleert de natrium secretie in de opstijgende lis van Henle D. Aldosteron stimuleert de water permeabiliteit van de verzamelbuizen 26. Welke van de volgende effecten is het meest waarschijnlijke directe gevolg van een verhoogde Angiotensine II concentratie in het bloed? Stimulatie van angiotensine II receptoren leidt tot een: A. dilatatie van de efferente arteriolen in de nier B. afname van de aldosteron afgifte door de bijnier C. stimulatie van de productie van Angiotensine Converting Enzyme (ACE) D. Stimulatie van ADH secretie door de neurohypofyse 27. In een gezonde persoon is de osmolaliteit (in mosmol/kg) van het bloedplasma ongeveer 300. De osmolaliteit van het filtraat varieert tijdens het transport door het nefron. Aan het eind van de proximale tubulus ligt de osmolaliteit van het filtraat het dichtst bij: A. 100 mosm/kg B. 200 mosm/kg C. 300 mosm/kg D. 500 mosm/kg 28. Welke van de volgende factoren zal zeer waarschijnlijk een gecombineerde DALING veroorzaken zowel van de renale bloeddoorstroming als van de glomerulaire filtratie snelheid (GFR)? A. Sterke stimulatie van het sympathische zenuwstelsel B. Verlaagde plasma colloïd osmotische druk C. Dilatatie van de afferente arteriolen E. Dilatatie van de efferente arteriolen 29. Bij gezonde mensen wordt per dag een bepaald volume bloedplasma door de nieren gefiltreerd. Een deel hiervan wordt geresorbeerd in de tubuli. Het volumepercentage van het filtraat dat wordt geresorbeerd ligt het dichtst bij: A. 70% B. 80% C. 90% D. 100%
9 Pagina 9 van Welke van de volgende veranderingen treedt meest waarschijnlijk op in een gezonde nier wanneer de bloeddruk met 10 % stijgt? A. De hydrostatische druk in de glomerulaire capillairen neemt met 10% toe B. Er vindt constrictie van de afferente arteriole plaats C. Er vindt constrictie van de efferente arteriole plaats D. Het natrium aanbod aan de macula densa neemt af E. De afgifte van renine door juxtaglomerulaire cellen neemt toe 31. In de gezonde nier wordt de netto filtratie in de glomerulus bepaald door de hydrostatische druk in de glomerulaire capillairen (X), de hydrostatische druk in de ruimte van Bowman (Y) en de colloïd osmotische druk in de capillairen (Z). Welke van de volgende formules geeft de netto filtratiedruk correct weer? A. X + Y + Z B. X + Y Z C. X Y + Z D. X Y Z 32. Sommige antipsychotische geneesmiddelen en medicijnen tegen braken blokkeren de effecten van dopamine in de tuberoinfundibulaire pathway. Dit kan aanleiding geven tot een gestegen plasmacocnentratie van: A. Oxytocine B. Prolactine C. Oxytocine en prolactine D. Geen van beiden 33. Ter hoogte van de glomerulus bevinden zich in elk nefron de zogenaamde Podocyten. Deze gespecialiseerde cellen zijn een onderdeel van: A. De groep van mesangiale cellen. B. De pariëtale laag van het kapsel van Bowman. C. De viscerale laag van het kapsel van Bowman. D. De glomerulaire capillairen. 34. Heel bijzonder aan de bloedvoorziening van de bijnier is het bestaan van de zogenaamde sinusoïden. Welke van de volgende stellingen over deze bijniersinusoïden is NIET juist? A. Sinusoïden transporteren schorshormonen naar het merg. B. Sinusoïden zorgen voor bijkomende toevoer van voedingsstoffen naar de medulla. C. Sinusoïden zijn capillairen met grote poriën. D. Sinusoïden convergeren in een centrale vene 35. De zogenaamde juxtamedullaire nefronen zijn van essentieel belang bij de volgende nierfunctie: A. Het creëren van de hoge osmolariteit in de medulla. B. Het produceren van renine C. Het meten van de chloor en natrium concentraties in de voorurine D. Het aanmaken van erytropoietine
10 Pagina 10 van Een Nederlands kind van een jaar, dat sinds 24 uur last heeft van diarree, wordt gezien bij de EHBO met matige uitdrogingsverschijnselen ZONDER symptomen van circulatoir falen. De moeder zegt dat haar kind veel dorst had en tot het moment van opname veel water had gedronken. Bij bloedonderzoek blijkt in het plasma het creatininegehalte normaal te zijn en het Ureumgehalte verhoogd. Het natriumgehalte (Na) wordt bepaald in het plasma en in de urine. Welke combinatie van resultaten is het meest waarschijnlijk bij deze patiënt? A. Na in plasma = 150 mmol/l; Na in urine = 110 mmol/l B. Na in plasma = 140 mmol/l; Na in urine = 110 mmol/l C. Na in plasma = 130 mmol/l; Na in urine = 110 mmol/l D. Na in plasma = 130 mmol/l; Na in urine = 20 mmol/l E. Na in plasma = 140 mmol/l; Na in urine = 20 mmol/l F. Na in plasma = 150 mmol/l; Na in urine = 20 mmol/l 37. Welk van de volgende hormonen wordt in de magnocellulaire cellen van de hypothalamus geproduceerd? A. Vasopressine B. Corticotropine Releasing Hormoon C. Melatonine D. Thyrotropine Releasing Hormoon
11 Pagina 11 van 25 A B C D 38. Welk pijl wijst in bovenstaande afbeelding op een NIERPAPIL? A. Pijl A B. Pijl B C. Pijl C D. Pijl D
12 Pagina 12 van In de nier wordt een deel van de bloedvoorziening verricht door de Arteriae Interlobulares. In welk van de volgende schema s wordt het meest correct het stroomgebied van een enkele Arteria Interlobularis weergegeven? A B C D A. Figuur A B. Figuur B C. Figuur C D. Figuur D
13 Pagina 13 van Het tubulus systeem van de nier bestaat uit verschillende onderdelen: het proximale gedeelte, de Lis van Henle, het distale gedeelte en de verzamelbuis. Op welke van de onderstaande afbeeldingen is het proximale gedeelte (pars convoluta) te zien? A. Figuur A B. Figuur B C. Figuur C D.Figuur D 41. Aldosteron speelt een belangrijke rol bij de natrium- en kaliumhuishouding doordat het de Natrium resorptie in de distale tubulus reguleert. Aldosteron doet dit onder andere door A. Het gen dat codeert voor een Na-pomp epigenetisch te wijzigen B. Rechtsreeks te binden op de aanwezige Na pompen en deze te stimuleren C. Rechtsreeks te binden op de aanwezige Na pompen en deze te inhiberen D. Het verhogen van de vrije Na ionen concentratie intracellulair waardoor het second messager mechanisme wordt gestimuleerd 42. Rattenmoeders die hun kinderen liefdevol verzorgen, kunnen tewerkstellen dat deze kinderen zelf minder stressgevoelig worden. Dit is het gevolg van het demethyleren van een gen dat codeert voor een specifieke molecule. Deze molecule is: A. oxytocine B. endorfine C. adrenaline D. glucocorticoid receptor
14 Pagina 14 van Een consequentie van ouder worden is dat de nierfunctie bij mens daalt. Dit is deels te wijten aan epigenetische veranderingen in het DNA van de niercellen. Welke epigenetische verandering wordt het meest aangetroffen in dit orgaan bij veroudering? A. Toegenomen acetylering B. Afgenomen acetylering C. Toegenomen methylering D. Afgenomen methylering 44. Epigenetica bestudeert: A. Mutaties in genen B. Structurele veranderingen in DNA organisatie C. Beide items D. Geen van beide items 45. Cortisol is een voorbeeld van een zogenaamd steroïdhormoon. De juiste structuurformule van cortisol is bijgevolg dus: A. Figuur A B. Figuur B C. Figuur C D. Figuur D
15 Pagina 15 van Bij tubulaire re-absorptie in de nier verhinderen bepaalde cellulaire structuren de paracellulaire route voor de grotere moleculen. Deze structuren zijn A. Connexines B. Tight junctions C. Gap junctions D. Integrines 47. Als cellen doodgaan via apoptose dan kunnen verschillende processen worden geobserveerd. Welk van de volgende processen treedt NIET op tijdens apoptose? A. Cel lysis B. Afbraak van DNA C. Activatie van procaspasen tot caspasen D. Krimpen van de kern 48. Schade aan specifieke celstructuren kan uiteindelijk en onherstelbaar leiden tot celdood. Een cel is onherstelbaar beschadigd en zal bijgevolg sterven als: A. Caspasen geactiveerd zijn B. er vrij calcium in het cytoplasma zit C. De celmembraan onherstelbaar beschadigd is D. De kermembraan verdwenen is
16 Pagina 16 van Acuut nierfalen wordt gekenmerkt door een afname van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) en een toename van het serumcreatininegehalte. Welke van de onderstaande grafieken is de beste weergave van de veranderingen van zowel de GFR en creatininegehalte na een acute en volledige afklemming van BEIDE nierarteriën? De afklemmingsduur is aangegeven door de pijl op de X-as. A. Grafiek A B. Grafiek B C. Grafiek C D. Grafiek D 50. Bij een patiënt met acute tubulaire necrose (ATN) kan de urineproductie intact blijven. Er kunnen zich echter veranderingen voordoen in de concentratie van natrium (Na) en kalium (K) in de urine. Welke van de volgende urine-analyses zijn het meest waarschijnlijk in een patiënt met ATN? A. Na = 103 mmol/l, K = 75 mmol/l B. Na = 10 mmo/l, K = 75 mmol/l C. Na = 103 mmol/l, K = 10 mmol/l D. Na = 10 mmol/l, K = 10 mmol/l
17 Pagina 17 van De vier meest voorkomende oorzaken van acuut nierfalen bij ziekenhuispatiënten in West-Europa zijn prerenaal falen, acute tubulaire necrose en twee andere aandoeningen. Deze twee aandoeningen zijn: A. interstitiële nefritis en (snel progressieve) glomerulonefritis. B. progressief chronisch nierfalen en (snel progressieve) glomerulonefritis. C. progressief chronisch nierfalen en postrenale obstructie. D. interstitiële nefritis en postrenale obstructie. 52. Het bewaren van urinemonsters bij kamertemperatuur is van invloed op de samenstelling van het monster. Welk van de onderstaande combinaties is het meest waarschijnlijk na bewaren van de urine bij KAMERTEMPERATUUR? Eiwit Glucose ph Bacterieaantal concentratie concentratie A. geen afname toename toename verandering B. toename toename geen verandering geen verandering C. geen toename toename afname verandering D. afname geen verandering afname toename 53. Voor het kwalitatieve urineonderzoek wordt gebruikgemaakt van teststroken. De tests voor urineonderzoek bevatten kussentjes waarop maximaal 10 tien verschillende bepalingen semi-kwantitatief worden afgelezen. Welk van de onderstaande parameters is GEEN onderdeel van deze tien? A. Urobilinogeen B. Soortelijk gewicht C. Ketonen D. Creatinine 54. Een student heeft zich ingeschreven voor een practicum oriënterend urineonderzoek. De volgende ochtend vangt hij een urinemonster op. Hij bekijkt het monster direct en ziet duidelijk dat de urine glashelder is en donker oranje geel gekleurd. Na een uurtje neemt hij het monster uit zijn tas en merkt dat het monster tijdens transport sterk is afgekoeld. Tijdens de beoordeling van het macroscopisch aspect blijkt het monster niet meer helder te zijn maar sterk troebel. Wat is de meest voor de hand liggende verklaring voor dit fenomeen? A. Overgroei van bacteriën. B. Neerslaan van eiwitten C. Neerslaan van zouten D. Neerslaan van leukocyten
18 Pagina 18 van Soms wordt een medicijn bij voorkeur subcutaan toegediend omdat op die manier: A. de toediening nagenoeg pijnloos is. B. de ingespoten stof meestal langzaam wordt verdeeld in het lichaam C. de kans op een infectie veel lager is dan na een intramusculaire injectie D. de kans op het aanprikken van een vitale structuur onbestaand is. 56. Je komt bij een ongeval op straat. Een wielrenner is met onbekende snelheid tegen een auto gebotst. Hij ligt bewusteloos op straat, in rugligging. Om de ademweg vrij te houden is in dit geval de volgende handeling het meest aangewezen: A. Head tilt in combinatie met Chin lift B. Jaw thrust C. Stabiele zijligging D. Hoofd opzij draaien 57. Wat is de voorkeurslokalisatie voor het toedienen van een intramusculaire injectie? A. Musculus gluteus maximus B. Musculus vastus lateralis C. Musculus deltoideus D. Alle bovenstaande spieren zijn geschikt Vragen horen bij elkaar. Als internist wordt u met spoed naar de EHBO geroepen waar een 26-jarige vrouw is gearriveerd. Zij gebruikt al jaren een hoge dosis inhalatie steroïden i.v.m. astma. 1 week geleden is bij haar carbamazepine gestart i.v.m. epilepsie. Carbamazepine is een medicijn dat in de lever tot een verhoging van het enzym CYP3A4 leidt waardoor systemische glucocorticoïden sneller worden afgebroken. Vandaag werd zij wakker met misselijkheid en braken, drie maal. Ze heeft een algeheel gevoel van zwakte. Op de eerste hulp stelt u vast dat zij een zwakke en snelle polsslag heeft. De bloeddruk is slechts 80/55 mmhg. De huid is niet klam maar droog. 58. Deze patiënte gebruikt al lange tijd een hoge dosis inhalatie steroïden. Dit gebruik heeft gevolgen voor de plasmaconcentratie van een aantal hormonen van de HPA-as. Welke van de volgende combinaties is het meest waarschijnlijk te verwachten bij deze patiënte? A. CRH gedaald ten opzichte van normaal; ACTH gedaald ten opzichte van normaal; Cortisol gestegen ten opzichte ven normaal B. CRH gedaald ten opzichte van normaal; ACTH gedaald ten opzichte van normaal; Cortisol gedaald ten opzichte van normaal C. CRH gestegen ten opzichte ven normaal; ACTH gedaald ten opzichte van normaal; Cortisol gedaald ten opzichte van normaal D. CRH gestegen ten opzichte ven normaal; ACTH gestegen ten opzichte ven normaal; Cortisol gedaald ten opzichte van normaal
19 Pagina 19 van (Vervolg vorige vraag) Welke van de volgende hormonen is meest waarschijnlijk VERHOOGD bij deze patiënte? A. Oestradiol B. DHEA C. Oxytocine D. Vasopressine 60. (Vervolg vorige vraag) Welke van de volgende afwijkingen in de plasmaconcentraties van glucose, natrium (Na) en Kalium (K) is meest waarschijnlijk te verwachten bij deze patiënte? A. Glucose gedaald ten opzichte van normaal; Na binnen de normale range; K gestegen ten opzichte van normaal B. Glucose gestegen ten opzichte van normaal; Na gedaald ten opzichte van normaal; K gestegen ten opzichte van normaal C. Glucose binnen de normale range; Na gestegen ten opzichte van normaal; K gedaald ten opzichte van normaal D. Glucose gedaald ten opzichte van normaal; Na gedaald ten opzichte van normaal; K binnen de normale range
20 Pagina 20 van 25
21 Pagina 21 van 25 Achternaam en voorletters: ID-nummer: Open vraag IV IV. Een peuter van 2 jaar heeft sinds enkele dagen ernstige waterdunne diarree en wordt met een beeld van dehydratie opgenomen in het ziekenhuis. Moeder meldt dat haar kind in de afgelopen 12 uur heel weinig heeft geplast. Bij bloedonderzoek vind je een verhoogde plasmaconcentratie van ureum maar een normale plasmaconcentratie van creatinine.<br> Verklaar deze laboratorium bevindingen. EINDE
22 Pagina 22 van 25 Vergeet niet ook de andere open vragen te makendit gedeelte van de toets bestaat uit 3 open vragen. Vul op alle pagina's al je gegevens in. Gebruik alleen deze bladen om de vragen te beantwoorden. Vraag I Bij een 23-jarige man is 3 jaar geleden de ziekte van Addison gediagnosticeerd en werd gestart met een aangepaste behandeling. Je vermoedt echter dat hij het doel van de behandeling niet goed begrijpt en daardoor niet echt therapietrouw is. Je ziet hem nu op je spreekuur: hij voelt zich moe, er is gewichtsverlies, buikpijn en op slijmvliezen in de mond (binnenzijde lip) zie je hyperpigmentatie. Bij een bloedafname vind je een plasma natrium concentratie van 122 mmol/l en een plasmakalium concentratie van 6.5 mmol/l. Ia. Welke van de volgende combinaties is het meest waarschijnlijk te verwachten bij deze patiënte? Omcirkel het juiste antwoord. A. CRH ; ACTH ; Cortisol B. CRH ; ACTH ; Cortisol C. CRH ; ACTH ; Cortisol D. CRH ; ACTH ; Cortisol Ib. Verklaar in enkele zinnen de verlaagde natrium- en de gestegen kalium-concentratie in het plasma van deze patiënt. Ic. Verklaar de hyperpigmentatie van deze patiënt door middel van een overzichtelijk schema:
23 Pagina 23 van 25 Vraag II II. Beschrijf in een overzichtelijk SCHEMA het proces van AUTOFAGIE. Welk((e) organel(en) is (zijn) er bij betrokken, en hoe?
24 Pagina 24 van 25 Vraag III III. Bij een patiënt worden de plasma- en urineconcentratie van stof X en de urineproductie gedurende 24 uur bepaald. De volgende waarden zijn gemeten: Plasma concentratie van stof X = 5 mg/ml Urine concentratie van stof X = 200 mg/ml Urine productie = 1440 ml in 24 uur. Bereken de NIERKLARING van stof X in deze patiënt en geeft de berekening aan.
25 EINDE Pagina 25 van 25
Organisatie van de urinewegen
Urine wegen Informatie bij les 3 De stof in deze presentatie is een samenvatting uit het boek Anatomie en fysiologie; een inleiding van uitgeverij Pearson Organisatie van de urinewegen Functies van de
Nadere informatieReis door het Nephron. Hilde de Geus
Reis door het Nephron Hilde de Geus Anatomie De nier Het nephron Het nephron Wat is nierfunctie? Vermogen om bloed te zuiveren referentie stof volume bloed per tijdseenheid (ml-min) Bloeddruk regulatie
Nadere informatieWater, elektrolyten en zuur-base balans. Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen
Water, elektrolyten en zuur-base balans Clinical Medicine Kumar & Clark (hoofdstuk 13 in de 8e druk, hoofdstuk 9 in de 9e druk) Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen Het lichaamsgewicht van
Nadere informatieBloktoets blok 1.3
Bloktoets 2014-2015 blok 1.3 b l o k t o e t s 2 0 1 4-2 0 1 5 b l o k 1. 3 1 b l o k t o e t s 2 0 1 4-2 0 1 5 b l o k 1. 3 2 1. Welke van de volgende definities omschrijft als beste het begrip homeostase
Nadere informatieNormale histologie van het nefron. Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer
Normale histologie van het nefron Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Overzicht histologie Algemene kenmerken Bloedvoorziening Nefron - Glomerulus Bouw» Podocyt» Glomerulaire basaalmembraan» Endotheel
Nadere informatieNormale histologie van het nefron
Normale histologie van het nefron Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Overzicht histologie Algemene kenmerken Bloedvoorziening Nefron - Glomerulus Bouw» Podocyt» Glomerulaire basaalmembraan» Endotheel
Nadere informatieExcretie en osmoregulatie
Excretie en osmoregulatie Tekst bij het computer ondersteund onderwijs maart 2008 Introductie homeostase 1. De variatie in omgeving waarin mens en dier leven stelt hoge eisen aan het aanpassingsvermogen
Nadere informatieLes 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art.
Les 9 Nier Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Nieren Woordbetekenis Ren (L) b.v Art. renalis / vena perirenaal
Nadere informatieOsmo- en volumeregulatie
Osmo- en volumeregulatie De water- en zouthuishouding van het lichaam Anne Lohuis - 7 Februari 2013 Doelstelling Het verduidelijken van twee belangrijke functies van het menselijk lichaam, met daar aan
Nadere informatie200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen
200906_oefen.pdf Tentamen 25 juni 2009, vragen Universiteit Utrecht Farmacie Geneesmiddel en patient Naam: Collegekaartnummer: OPGAVEN TENTAMEN BLOK FA-201 GENEESMIDDEL EN PATIENT 25 juni 2009 9.00 12.00
Nadere informatievwo hormoonstelsel 2010
vwo hormoonstelsel 2010 Integratie In onderstaande afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het
Nadere informatieLevensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen
Levensbedreigende hyponatriëmie J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen 1 U meet een lage plasma [Na + ] - waarom? Concentratie = Totaal Na + in extracellulaire ruimte 2 U meet een lage plasma [Na
Nadere informatie1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden
Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,
Nadere informatieSAMEN ME VAT A T T I T N I G
SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een
Nadere informatieLeerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.
NIERFUNCTIE 2 Leerdoelen Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling Begeleid beschermende maatregelen Functies Volume- osmo- en zuurregulatie Excretie afvalproducten stofwisseling
Nadere informatieNierinsufficiëntie bij DM en CVRM
Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie
Nadere informatieVullen! Waarmee? Steven Winkel IC verpleegkundige, Reanimatie coördinator
Vullen! Waarmee? Steven Winkel IC verpleegkundige, Reanimatie coördinator Stemkastjes Actief met inhoud presentatie bezig zijn Per tweetal / drietal 1 stemkast overleggen Stemmen anoniem 10 seconden Veranderen
Nadere informatieACTH-test. Informatie voor ouders/verzorgers over een bijniertest
ACTH-test Informatie voor ouders/verzorgers over een bijniertest 2 De kinderarts heeft u voorgesteld om bij uw kind een ACTH-test te doen. Met deze test onderzoekt de arts of de bijnieren voldoende bijnierschorshormoon
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Natriumchloride 5,85%, concentraat voor oplossing voor infusie. Natriumchloride
BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Natriumchloride 5,85%, concentraat voor oplossing voor infusie Natriumchloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken
Nadere informatieNederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 145 Nederlandse samenvatting De nieren hebben een belangrijke functie in het menselijk lichaam: ze zijn onder andere verantwoordelijk voor het zuiveren
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieOEFENTENTAMEN De Nier 8NC10 Beknopte ANTWOORDEN
OEFENTENTAMEN De Nier 8NC10 Beknopte ANTWOORDEN Vraag 1 a. Benoem drie factoren die de afgifte van renine uit het juxtaglomerulaire apparaat kunnen verhogen. 1. Lage bloedruk, 2. Lage NaCl concentratie,
Nadere informatie1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald
1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1. Ferritine 2. CRP 3. Kreatinine 4. Albumine De glomerulaire filtratiesnelheid
Nadere informatieDE CARDIORENALE INTERACTIE
SAMENVATTING 143 144 Samenvatting DE CARDIORENALE INTERACTIE Chronisch nierfalen is een wereldwijd gezondheidsprobleem en een voorname oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. De ziekte ontwikkelt zich
Nadere informatieDorstproef. Afdeling Interne geneeskunde
Dorstproef Afdeling Interne geneeskunde In deze patiënteninformatie wordt uitgelegd wat de dorstproef inhoudt en hoe deze verloopt. Er is een woordenlijst als bijlage bijgevoegd om sommige woorden te verduidelijken.
Nadere informatieAchtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een
1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten
Nadere informatieHormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse
Hormoon onderzoek Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Welke hormonen zijn getest?...3 2. Cortisol...4 2.1. Wat is cortisol?...4 2.2. Oorzaken...4 2.3 Symptomen...4 2.4 Uitslag Cortisol...5 3. Testosteron...6
Nadere informatieFunctietesten afdeling Inwendige Geneeskunde, Endocrinologie
Uw behandelend arts of verpleegkundig specialist heeft als aanvullend onderzoek een functietest voor u aangevraagd. Welke test voor u is aangevraagd is afhankelijk van uw aandoening. In deze folder leest
Nadere informatiePD: Peritoneale Dialyse
PD: Peritoneale Dialyse Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt een behandeling die zijn of haar nierfunctie gaat vervangen, genaamd Peritoneale Dialyse (PD). De arts zal u en
Nadere informatieMetyrapontest. Afdeling Interne geneeskunde
Metyrapontest Afdeling Interne geneeskunde In deze patiënteninformatie wordt uitgelegd wat de metyrapontest inhoudt. Er is een woordenlijst als bijlage bijgevoegd om sommige woorden te verduidelijken.
Nadere informatieSamenvatting. Chapter 8
Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het
Nadere informatieInfuusbeleid op recovery
Infuusbeleid op recovery Is vullen in of uit?? Sander van den Heuvel Anesthesioloog Stellingen Dagbehandelingspatiënten mogen best wat meer vocht krijgen Een krap vochtbeleid verbetert de resultaten bij
Nadere informatieHoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken?
Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken? Nierfunctie en nierfunctievervangende therapie J. Lips, nefroloog 27-4-2011 1 27-4-2011 2 Inhoud Anatomie normale nieren Functie nieren Wat als
Nadere informatieDorstproef bij volwassenen
Dorstproef bij volwassenen Inleiding Uw behandelend specialist heeft met u afgesproken dat u een dorstproef zult ondergaan. In deze folder geven wij u meer informatie over dit onderwerp. Wat is een dorstproef
Nadere informatieHyperglycemie Keto-acidose
Hyperglycemie Keto-acidose Klinische les Marco van Meer SJG 20 06 2007 (acute) ontregeling van diabetes Doel Op het einde van mijn presentatie is jullie kennis over glucose huishouding en ketoacidose weer
Nadere informatiePolikliniek Endocrinologie, locatie AZU. Ziekte van Addison
Polikliniek Endocrinologie, locatie AZU Ziekte van Addison Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wat is de ziekte van Addison 3 3 Verschijnselen 6 4 Behandeling 6 5 Cortisol afhankelijkheid 7 6 Leven met de ziekte van
Nadere informatieGeschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17
Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperthyreoïdie is een ziekte die wordt veroorzaakt door een overmatige hoeveelheid schildklierhormonen. Schildklierhormonen
Nadere informatieAnatomie / fysiologie. Team anatomie/fysiologie AFI1. Anatomie / fysiologie / pathologie. Cxx53 1 en 2. Milieu interieur Uitwisseling van stoffen
Anatomie / fysiologie Cxx53 1 en 2 Milieu interieur Uitwisseling van stoffen 1 Team anatomie/fysiologie Alfabetische volgorde achternaam Matthieu Berenbroek Jan Borm Simone Egberts Eric van Roon Nol van
Nadere informatieNierfunctie. presentatie voor de CNE dagen 2012. Richard van Valen, MA Verpleegkundig specialist Cardio-thoracale chirurgie Erasmus MC
Nierfunctie presentatie voor de CNE dagen 2012 Richard van Valen, MA Verpleegkundig specialist Cardio-thoracale chirurgie Erasmus MC Waarom een belangrijke presentatie Geschiedenis Anatomie nier Functie
Nadere informatieLithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert?
Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert? KenBis Maart 2017 Anna Krikke, psychiater Inleiding Inleiding Lithium, indicaties, bijwerkingen Richtlijn Renale bijwerkingen chronisch lithium
Nadere informatieNierproblemen bij de kat
Nierproblemen bij de kat www.dierenkliniekzwartezee.nl Nierproblemen komen helaas vaak voor bij de kat. Deze problemen kunnen aangeboren zijn of verkregen op latere leeftijd, vaak zelfs op zeer oude leeftijd.
Nadere informatieNierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade
Nierschade Vaak is er sprake van chronische Doordat er in het begin weinig tot geen klachten zijn, kan het lange tijd onopgemerkt blijven. Nierschade kan ook plotseling ontstaan: acute Als acute nierschade
Nadere informatieBiologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:
Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst: Hormoonklieren: Exocriene klieren: Endocriene klieren: Hypothalamus: Biologie SE4 organen die elders in het lichaam organen en weefsels activeren. zweet- en verteringsklieren
Nadere informatieCVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie)
CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie) Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt een behandeling die zijn of haar nierfunctie gaat vervangen, genaamd Continue Veno-Veneuze
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting door Elin 1039 woorden 4 april 2018 9,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 13 13.1 * Hormoonklieren = organen die
Nadere informatieEen kijkje achter de buizen. Judith Emmen klinisch chemicus
Een kijkje achter de buizen Judith Emmen klinisch chemicus Kwaliteitsstandaard Bijnieraandoeningen Kwaliteitsstandaard: module diagnostiek Diagnostiek van bijnieraandoeningen Het meten van hormoonconcentraties
Nadere informatiewww.vetserieus.nl Beste Student,
www.vetserieus.nl Beste Student, De documenten op VETserieus.nl zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij het studeren. De samenvattingen worden nagekeken door studenten tijdens het volgen van de lessen
Nadere informatieZoutbelastingstest met opname verpleegafdeling
Zoutbelastingstest met opname verpleegafdeling In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een zoutbelastingstest. Deze test vindt plaats op de verpleegafdeling Interne geneeskunde en Reumatische
Nadere informatieHoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen
Water 1 Onderwerpen Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen 2 Hoe werkt ons lichaam? Belangrijkste functie van de nieren/bijnieren: - filteren
Nadere informatiePrednison of Prednisolon
Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Uw maag, darm- en leverarts heeft in overleg met u besloten u te gaan behandelen met Prednison. Dit geneesmiddel dient ter behandeling van de ziekte van
Nadere informatiePrednison (corticosteroïden)
Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven
Nadere informatieEiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi
Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi Ilse Kion, Jürgen W. A. Sijbesma, Aren van Waarde Afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming, Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieDiabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015
Diabe&sche ketoacidose Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015 Casus 38- jarige man VG: blanco Buiten bewustzijn aangetroffen, onduidelijk of hij voordien klachten had Bij verdenking hypoglycemie in ambulance
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NaCl 0,9 % B. Braun, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplossing bevat: Natriumchloride
Nadere informatieSynacthentest. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Synacthentest Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. U heeft een afspraak voor dit onderzoek op locatie Zwijndrecht op: dag om uur. U meldt zich op het afgesproken tijdstip op
Nadere informatieAnatomie / fysiologie. Uitscheiding van urine. Transport urine AFI1. Nieren 2 Urine. Vanuit de nierpapillen druppelt urine in het nierbekken.
Anatomie / fysiologie Nieren 2 Urine FHV2009 / Cxx55 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Nieren 2 1 Uitscheiding van urine FHV2009 / Cxx55 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Nieren 2 2 Transport urine Vanuit de nierpapillen
Nadere informatievwo uitscheiding 2010
vwo uitscheiding 2010 Regulatie bloeddruk De nieren spelen een rol bij de regulatie van de bloeddruk. Het JGA (Juxta Glomerulaire Apparaat), voor een deel gelegen in de wand van de aanvoerende slagadertjes
Nadere informatieBijnierinsufficiëntie
Bijnierinsufficiëntie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Uw hoofdbehandelaar is: Internist / endocrinoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30-17.00 uur bereikbaar
Nadere informatieTentamen B: correctievoorschrift 24 december 2004
Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur Tentamen B: correctievoorschrift 24 december 2004 a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a
Nadere informatieMELATONINE. Het natuurlijke slaapmiddel
MELATONINE Het natuurlijke slaapmiddel Wat is Melatonine Melatonine is een hormoon dat in de pijnappelklier (epifyse) geproduceerd wordt uit serotonine (neurotransmitter betrokken bij stemming en pijn)
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands Samenvatting Men schat dat in 2005 ongeveer 40.000 mensen in Nederland een nieraandoening hadden. Hiervan waren ruim 5500 patiënten afhankelijk van dialyse. Voor dialysepatiënten
Nadere informatieNummer: D04-6 Datum: Oktober 2013 Versie: 1.0
Natriumchloride drank 1mL=90mg=1.5mmol Na Werking en toepassingen Wat doet dit medicijn en waarbij wordt het gebruikt? De werkzame stof in natriumchloridedrank is natriumchloride. Dit middel wordt gebruikt
Nadere informatieLeerboek dialyseverpleegkunde
Leerboek dialyseverpleegkunde De serie Leerboeken specialistische verpleegkunde bestaat uit de volgende delen: r Leerboek dialyseverpleegkunde r Leerboek intensivecareverpleegkunde 1 r Leerboek intensivecareverpleegkunde
Nadere informatieTPE: Therapeutic Plasma Exchange
TPE: Therapeutic Plasma Exchange Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt Therapeutic Plasma Exchange (TPE), oftewel plasmawissel of plasmafiltratie. De arts zal u en eventueel
Nadere informatieV5 Begrippenlijst Hormonen
V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels
Nadere informatieReumatologie. Patiënteninformatie. Leflunomide. Bij reumatische aandoeningen. Slingeland Ziekenhuis
Reumatologie Leflunomide i Patiënteninformatie Bij reumatische aandoeningen Slingeland Ziekenhuis Algemeen In deze folder kunt u lezen over het medicijn Leflunomide en waar u op moet letten wanneer u het
Nadere informatieNierinsufficiëntie: Van alles de helft?
Nierinsufficiëntie: Van alles de helft? dr. Bert Vandewiele nefroloog AZ Sint-Lucas non solum, sed etiam niet alleen, maar ook netwerk AZ Sint-Lucas Brugge - AZ Zeno Van alles de helft? 2 Ook van de presentatie?
Nadere informatieWater- en zouthuishouding
Water- en zouthuishouding Dr. F.P.A.M.N. Peters 7.1 Opbouw en samenstelling van de lichaamsruimten Het aantal lichaamscellen van een volwassene bedraagt ongeveer 10 13. Deze cellen vormen samen de intracellulaire
Nadere informatieUrine onderzoek door de internist-nefroloog
Urine onderzoek door de internist-nefroloog Soesterberg, 14 maart 2018 Dr YWJ Sijpkens, internist Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag Cruquius museum Heemstede Hoeveelheid urine per dag? Hoeveelheid urine
Nadere informatieBiologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en
Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en lichaamsvreemde stoffen (bijvoorbeeld resten van medicijnen)
Nadere informatieMINI-PLASCO NACL B. BRAUN 0,9 %, oplossing voor injectie. Mini-Plasco van: 10 ml 20 ml Natriumchloride...0,09 g...0,18 g
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MINI-PLASCO NACL B. BRAUN 0,9 %, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Mini-Plasco van: 10 ml 20 ml Natriumchloride...0,09
Nadere informatieTrastuzumab (Herceptin )
Trastuzumab (Herceptin ) Borstkanker (mammacarcinoom) De diagnose borstkanker is bij u vastgesteld. Dit wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. De behandeling van een mammacarcinoom bestaat uit een operatieve
Nadere informatieNierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren
Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER NATRICLO 585 mg/10ml NATRICLO 1g/10ml NATRICLO 2g/10ml NATRICLO 3g/10ml NATRICLO 4g/20ml NATRICLO 6g/20ml Concentraat voor oplossing voor infusie Natriumchloride
Nadere informatieEindexamen biologie compex havo 2009 - I
Wilde paarden in China Het Przewalskipaard komt al tientallen jaren niet meer in het wild voor. In het eerste filmfragment is te zien dat Chinese onderzoekers deze diersoort opnieuw introduceren in een
Nadere informatieMedicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden)
Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden) Maag-, Darm- en Leverziekten IJsselland Ziekenhuis Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting hoofdstuk 1 127
125 Samenvatting Het metabool syndroom is een clustering van risicofactoren, zoals overgewicht/obesitas, verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk (hypertensie) en metabole insulineresistentie (verminderde
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glypressin 0,1 mg/ml, oplossing voor injectie. Terlipressine
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glypressin 0,1 mg/ml, oplossing voor injectie Terlipressine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien
Nadere informatieVroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine onderzoek bij katten
Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine bij katten Methode en interpretatie van de resultaten Ontwikkeld in samenwerking met Tjerk Bosje, Specialist Interne Geneeskunde Inleiding Chronische
Nadere informatieOpgaven bij BINAS 6e druk
Opgaven bij BINAS 6e druk Geslachtshormonen en anticonceptie Je bent op een leeftijd gekomen dat seksuele gevoelens gaan spelen. Je wilt geen risico lopen en denkt na over vormen van anticonceptie. Het
Nadere informatieINFORMATIEFOLDER PAGODE -ONDERZOEK
PAGODE stap 2: verhoogde aldosteron renine ratio, versie 07/2014 1 INFORMATIEFOLDER PAGODE -ONDERZOEK ACHTERGROND Ongeveer de helft van de mensen tussen de 35 en 70 jaar heeft een te hoge bloeddruk. Hoge
Nadere informatieINTERNE GENEESKUNDE. Dorstproef ONDERZOEK
INTERNE GENEESKUNDE Dorstproef ONDERZOEK Dorstproef U wordt binnenkort opgenomen voor een dorstproef. U krijgt dit onderzoek om erachter te komen waarom u elke dag zoveel plast. In deze folder vertellen
Nadere informatiePatiënteninformatie. Diabetische ketoacidose
Patiënteninformatie Diabetische ketoacidose Inhoud Inleiding... 3 Informatie over ziektebeeld diabetische ketoacidose... 3 Leer meer over DKA en bloedketonencontrole... 3 Symptomen... 4 Wie riskeert de
Nadere informatie5 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2
Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket geel Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:
Nadere informatieDiovan Filmomhulde tabletten 80 mg, 160 mg
Novartis Pharma B.V. Arnhem Diovan Filmomhulde tabletten 80 mg, 160 mg Informatie voor de Patiënt Datum van uitgifte: Oktober 2001 Total aantal pagina s: 5 Novartis Pagina 2 Informatie voor de patiënt
Nadere informatieADDENDUM. Nederlandse Samenvatting
& ADDENDUM Nederlandse Samenvatting Addendum Wereldwijd neemt het aantal patiënten met type 2 diabetes ( ouderdom suikerziekte ) snel toe, wat voornamelijk komt door de toename in overgewicht. Diabetes
Nadere informatieHERSENSCAN DOPAMINERGE SYSTEEM FRANCISCUS VLIETLAND
HERSENSCAN DOPAMINERGE SYSTEEM FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Dopamine is een stof die de overdracht van zenuwprikkels in bepaalde hersendelen verzorgt. Die hersendelen noemen we het dopaminerge systeem.
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun Mini-Plasco, oplossing voor injectie Glucose monohydraat
1/5 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% B. Braun Mini-Plasco, oplossing voor injectie Glucose monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er
Nadere informatieGeschreven door Diernet Team maandag, 24 januari 2011 22:02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november 2011 16:17
Omschrijving Oorzaken Risicofactoren Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperglycemie (verhoogd suiker gehalte in het bloed) bij diabetes mellitus (suikerziekte) is het gevolg van een
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. GLUCOSE 50%, oplossing voor infusie
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 50%, oplossing voor infusie Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie voor u in. - Bewaar
Nadere informatieKinderen met een bijnierziekte Informatie voor leerkrachten
Kinderen met een bijnierziekte Informatie voor leerkrachten Inleiding U ontvangt deze folder omdat u een kind met een bijnierziekte in uw klas of groep heeft. In deze folder vindt u meer informatie over
Nadere informatie5 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2
Kleef hier onmiddellijk een identificatie-etiket blauw Toelatingsexamen arts en tandarts 5 juli 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1A: Werking van een wateroplosbaar hormoon:
Nadere informatie50102 Stofwisseling, water- en zouthuishouding 1 26 april 2013 10.00 uur
Universitair Medisch Centrum Faculteit_ der Medische Wetenschappen Bloktoets Datum Aanvang 50102 Stofwisseling, water- en zouthuishouding 1 26 april 2013 10.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen
Nadere informatieSynacthen -test (ACTH-test)
INTERNE GENEESKUNDE Synacthen -test (ACTH-test) ONDERZOEK U wordt op dag om uur verwacht op de poli/afdeling. Als u verhinderd bent, wilt u dit dan tijdig melden en een nieuwe afspraak maken? Wij verzoeken
Nadere informatieZorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg
Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg Jeroen Janssens Specialist Ouderengeneeskunde, commissielid 8-12-2016 Opbouw Workshop 1. Vragen
Nadere informatie